Afspraken werkstuk Sint Sebastianus
“Kleine school grote kansen ”
01-11-2013
1-11-2013
Werkstukken -
-
De kinderen leveren hun klad in op papier. (De kinderen die hier een uitzondering op hebben, weten dit zelf) In het weekbericht, de weektaak en eventueel in de mail van de leerkracht staat aangegeven wanneer de kinderen hun werkstuk inleveren. Waarschijnlijk wordt de uiterste inleverdatum 11 december. Groep 5 doet het werkstuk op school. Groep 6 t/m 8 maken het thuis (wel begeleiding hierin op school).
Inhoud werkstuk per groep: Groep 5 maakt 4 hoofdstukken (dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb), een voorblad, een inleiding, een inhoudsopgave, een nawoord en een bronvermelding. Elk hoofdstuk bestaat uit minimaal 10 zinnen. Elke zin bestaat uit minimaal 5 woorden. Groep 6 maakt 5 hoofdstukken (dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb), een inleiding, een inhoudsopgave, een nawoord en een bronvermelding. Elk hoofdstuk bestaat uit minimaal 12 zinnen. Elke zin bestaat uit minimaal 6 woorden. Groep 7 maakt 6 hoofdstukken (dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb), een inleiding, een inhoudsopgave, een nawoord en een bronvermelding. Elk hoofdstuk bestaat uit minimaal 15 zinnen. Elke zin bestaat uit minimaal 7 woorden. Vanaf groep 7 wordt van de kinderen verwacht paginanummers te vermelden op de digitale manier: bovenaan in het programma Microsoft office word staat het kopje invoegen. Bovenaan is dan het kopje paginanummer te zien. Er wordt verwacht dat de paginanummers rechts onderaan de bladzijde komen te staan. Dit is een optie die gekozen kan worden. Het voorblad is pagina 1, de inhoudsopgave pagina 2 en de inleiding pagina 3. Meestal moet dit aangepast worden. Dit kan door op het kopje opmaak paginanummer te kiezen. Bij een Apple computer kan deze optie ook gekozen worden bij het programma Pages. Ook wordt vanaf groep 7 verwacht dat de titels van alle bladzijden worden gemaakt met koppen. Dit kun je bovenaan kiezen in het programma Microsoft office word. Als dit gedaan wordt, kun je aan het eind van het werkstuk op bladzijde 2 de inhoudsopgave in één keer invoegen. Dit kun je doen door te klikken op het kopje verwijzingen. Aan de linkerkant zie je dan inhoudsopgave staan. Je kunt dan de inhoudsopgave kiezen die je wilt. Als je klikt op deze inhoudsopgave, wordt deze voor je gemaakt. Groep 8 maakt 7 hoofdstukken (dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb), inleiding, inhoudsopgave, nawoord en een bronvermelding. Elk hoofdstuk bestaat uit 20 zinnen. Elke zin bestaat uit minimaal 8 woorden. Vanaf groep 7 wordt van de kinderen verwacht paginanummers te vermelden op de digitale manier: bovenaan in het programma Microsoft office word staat het kopje invoegen. Bovenaan is dan het kopje paginanummer te zien. Er wordt verwacht dat de paginanummers rechts onderaan de bladzijde komen te staan. Dit is een optie die gekozen kan worden. Het voorblad is pagina 1, de inhoudsopgave pagina 2 en de inleiding pagina 3. Meestal moet dit aangepast worden. Dit kan door op het kopje opmaak paginanummer te kiezen. Bij een Apple computer kan deze optie ook gekozen worden bij het programma Pages.
Elke dag samen een beetje beter
Pagina 1
1-11-2013 Ook wordt vanaf groep 7 verwacht dat de titels van alle bladzijden worden gemaakt met koppen. Dit kun je bovenaan kiezen in het programma Microsoft office word. Als dit gedaan wordt, kun je aan het eind van het werkstuk op bladzijde 2 de inhoudsopgave in één keer invoegen. Dit kun je doen door te klikken op het kopje verwijzingen. Aan de linkerkant zie je dan inhoudsopgave staan. Je kunt dan de inhoudsopgave kiezen die je wilt. Als je klikt op deze inhoudsopgave, wordt deze voor je gemaakt. Op de Sint Sebastianus willen wij het komende jaar gaan werken aan het onderzoekend en ontwerpend leren. De kinderen gaan daarom hun werkstuk starten met een vraag die zij te weten willen komen (een onderzoeksvraag). Deze vraag is niet in één keer te beantwoorden. Daarom moeten de kinderen ‘deelvragen’ gaan maken. Natuurlijk wordt verwacht dat de onderzoeksvraag past binnen het thema bijvoorbeeld ‘Communicatie’. Een onderzoeksvraag kan bijvoorbeeld zijn: Wat is een smartphone? Deze vraag is niet in één keer te beantwoorden. Daarom moeten de kinderen een aantal vragen gaan beantwoorden zodat zij antwoord krijgen op hun hoofdvraag. Deze vragen noemen wij deelvragen. Er zijn theoretische deelvragen (vragen die je uit boeken en van internet kunt halen), maar er zijn ook praktische deelvragen (vragen waarbij je bijvoorbeeld iemand moet interviewen of zelf iets moet uitproberen) Voorbeelden van theoretische deelvragen: -
Wat voor verschillende smartphones zijn er allemaal? (kun je op internet vinden) Welke specificaties zitten er allemaal op een smartphone? (is op internet te vinden) Wat kun je allemaal met een smartphone? (is ook op internet te vinden of in de handleiding van een smartphone)
Voorbeelden van praktische deelvragen: -
Welke handige apps zijn er allemaal te downloaden? (zelf uitproberen of navragen) Hoe werkt een smartphone? (dit kan bijvoorbeeld zelf uitgeprobeerd worden of duidelijk worden in een interview aan iemand met een smartphone) Wat voor verschillende smartphones zijn er allemaal? (kun je voor naar een telefoonwinkel of een deskundige raadplegen in een telefoonwinkel)
Uiteindelijk kan in het nawoord de conclusie getrokken worden over wat een smartphone nou eigenlijk is. De kinderen kunnen antwoord geven op hun onderzoeksvraag. Elk hoofdstuk is dus eigenlijk een deelvraag die beantwoord wordt. In de inleiding kan de onderzoeksvraag beschreven worden met beredenering waarom er voor deze vaag gekozen is (motivering). In het nawoord het antwoord op de onderzoeksvraag beschreven worden.
Elke dag samen een beetje beter
Pagina 2
1-11-2013 Stappen bij het maken van het werkstuk. 1. 2. 3. 4. 5.
Voorblad maken Onderwerp kiezen Wat weet ik al? Woordweb Wat wil ik onderzoeken? Onderzoeksvraag maken en inleiding maken. De kinderen maken deelvragen en werken deze deelvragen uit (dit zijn de hoofdstukken). 6. In het nawoord wordt de conclusie beschreven (antwoord op de onderzoeksvraag). 7. Invoegen van literatuurlijst 8. Eventueel bijlagen (bijvoorbeeld stukken tekst van internet). Van de kinderen wordt verwacht dat alles in eigen woorden wordt opgeschreven. Hiermee wordt bedoeld dat de kinderen geen letterlijke tekst van internet of uit boeken in de hoofdstukken gebruiken. Inleveren Week 1 (Deze week > gelegenheid in de klas) Groep 5/6/7/8: Voorblad, woordweb en inleiding week 2 (voor 15 november inleveren) Groep 5: Twee hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) – Dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb = dus één woordweb als hoofdstuk en 1 hoofdstuk waarin kinderen de deelvragen beantwoorden Groep 6: Twee hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) - Dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb = dus één woordweb als hoofdstuk en 1 hoofdstuk waarin kinderen de deelvragen beantwoorden Groep 7: Twee hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) - Dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb = dus één woordweb als hoofdstuk en 1 hoofdstuk waarin kinderen de deelvragen beantwoorden Groep 8: Drie hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) - Dit is inclusief één hoofdstuk met woordweb = dus één woordweb als hoofdstuk en 2 hoofdstukken waarin kinderen de deelvragen beantwoorden Voor het maken van de woordwebben, de onderzoeksvraag en de inleiding krijgen de kinderen gelegenheid in de klas. In groep 5 en 6 krijgen de kinderen regelmatig de gelegenheid om in de klas aan het werkstuk te werken. Voor groep 6 betekent het wel dat zij een deel thuis maken. Week 3 en 4 (voor 29 november inleveren) Groep 5: Twee hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) = dus 2 deelvragen die beantwoord worden in de hoofdstukken Groep 6: Drie hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) = dus 3 deelvragen die beantwoord worden in de hoofdstukken Groep 7: Vier hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) = dus 4 deelvragen die beantwoord worden in de hoofdstukken Elke dag samen een beetje beter
Pagina 3
1-11-2013
Groep 8: Vier hoofdstukken in het klad inleveren (op papier) = dus 4 deelvragen die beantwoord worden in de hoofdstukken Voor het maken van de woordwebben, de onderzoeksvraag en de inleiding krijgen de kinderen gelegenheid in de klas. In groep 5 en 6 krijgen de kinderen regelmatig de gelegenheid om in de klas aan het werkstuk te werken. Voor groep 6 betekent het wel dat zij een deel thuis maken. Week 5 en 6 (voor 11 december inleveren) Groep 5/6/7/8: Gehele document inleveren in het net (getypt op de computer) Er wordt verwacht dat de kinderen de volgende punten verwerkt hebben in het werkstuk: - Voorblad - Inhoudsopgave - Woordweb - Inleiding - Hoofdstukken - Nawoord - Literatuurlijst (bronvermelding) en eventuele bijlagen
Week 7 (week van 16 december): In de 7e week geven de kinderen een presentatie over het werkstuk. De kinderen vertellen over hun onderzoeksvraag en deelvragen en hun interesse hierin. Ze nemen informatie mee die zij verzameld hebben. De kinderen mogen hun presentatie op eigen manier geven (denk aan een PowerPoint, prezi, door foto’s te laten zien en te vertellen, door een filmpje van zichzelf te maken of door bijvoorbeeld een filmpje van een interview te laten zien). Zo willen wij tegemoet komen aan de talenten van de kinderen.
Elke dag samen een beetje beter
Pagina 4