11-12-2007
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
Inhoudsopgave: 1. Dyslexie....................................................................................................................3 1.1 Wat is het dyslexieprotocol? ..............................................................................3 1.2 Doel van het Protocol Dyslexie. .........................................................................3 1.3 Inhoud van het protocol......................................................................................3 2. Preventie en interventiehandelingen........................................................................4 2.1 Groep 1 ..............................................................................................................4 2.2 Groep 2 ..............................................................................................................4 2.3 Groep 3 ..............................................................................................................5 2.3.1 Toetsmoment 1 ...........................................................................................5 2.3.2 Toetsmoment 2 ...........................................................................................5 2.3.3 Toetsmoment 3 ...........................................................................................5 2.3.4 Toetsmoment 4: ..........................................................................................6 2.4 Groep 4 ..............................................................................................................7 2.4.1 Toetsmoment 1 ...........................................................................................7 2.4.2 Toetsmoment 2 ...........................................................................................7 2.4.3 Toetsmoment 3 ...........................................................................................7 2.5 Groepen 5 t/m 8 .................................................................................................8 2.5.1 Afname DMT en AVI ...................................................................................8 2.5.1.1 De DMT ................................................................................................8 2.5.1.2 AVI........................................................................................................8 2.5.2 Aandachtspunten ........................................................................................9
2
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
1. Dyslexie
1.1 Wat is het dyslexieprotocol? Het dyslexieprotocol geeft aanwijzingen voor observatie en toetsing van leesvaardigheden en bevat suggesties voor invulling van interventies. Het is een instrument voor scholen om leerlingen met leesproblemen (10%) en dyslexie(2%) te begeleiden. Het geeft richtlijnen voor kinderen van de groepen 1 t/m 4. Het valt onder de verantwoordelijkheid van de school om zoveel mogelijk leesproblemen te voorkomen dan wel vroegtijdig te verhelpen. Om dit protocol zo goed mogelijk te kunnen volgen, is het van groot belang om de toetskalender van de school vóór de aanvang van elk nieuw schooljaar op te stellen, hierbij rekening houdend met de vakanties. Omdat de meeste kinderen dan weinig of niets lezen, vallen ze meestal iets terug in leesvaardigheid. Bij kinderen met leesproblemen is dat in nog grotere mate het geval. Het is daarom beter om toetsen vlak vóór of vanaf de tweede week na een vakantie te plannen.
1.2 Doel van het Protocol Dyslexie. Het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van functionele geletterdheid bij zoveel mogelijk kinderen.
1.3 Inhoud van het protocol Preventie Interventie (en toetsing) Toetsing
m.n. groepen 1 en 2 m.n. groepen 3 en 4 gericht op technisch lezen m.n. groepen 5 t/m 8 gericht op voortgezet lezen
3
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
2. Preventie en interventiehandelingen
2.1 Groep 1 In mei worden alle leerlingen, die doorgaan naar groep 2 getoetst volgens de checklist voor kleuters groep 1. Zie Protocol Leesproblemen en dyslexie blz.190 e.v.
2.2 Groep 2 In november en mei worden alle leerlingen getoetst volgens de checklist voor kleuters groep 2. Zie Pr.L.en D. blz 192 e.v.
4
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
2.3 Groep 3
2.3.1 Toetsmoment 1 Rond de herfstvakantie neemt de leerkracht bij alle leerlingen de methodegebonden toetsen van de nieuwe versie Veilig Leren Lezen af, om een beeld te krijgen van de leesontwikkeling na ongeveer zes weken leesonderwijs. Deze toetsen voldoen aan de eisen van het dyslexie protocol. Met een herfstsignalering wordt voorkomen dat kinderen die een leesachterstand hebben opgebouwd extra ondersteuning krijgen. De toetsen worden in principe afgenomen door de leerkracht zelf. Omdat dit een tijdrovende klus is (ongeveer 20 min. per ll.) is tijdig plannen van belang. De intern begeleider, remedial teacher of klassenassistent gaat voor de klas. Zie Pr. L. en D. blz 214-224. Interventie: Alle leerlingen die op één of meerdere toetsen van de herfstsignalering uitvallen, hebben extra aandacht nodig.
2.3.2 Toetsmoment 2 In februari worden naast de methode-gebonden toetsen voor de zwakke lezers de volgende toetsen afgenomen: • grafemenkennis. Zie Pr. L en D. blz 215 !00% goed • fonemendictee. Zie Pr. L.en D. blz 217 min. 80% goed • CITO LVS DMT kaart 1 voor alle leerlingen. Ook deze toetsen worden in principe door de leerkracht zelf afgenomen. Interventie: Alle leerlingen die een D of E score halen op de CITO toetsen en geen 100 % goedscore hebben voor de letterkennis krijgen extra begeleiding. 2.3.3 Toetsmoment 3 Eind maart.Rond deze tijd wordt duidelijk welke leerlingen mogelijk dyslectisch zijn. Zij hebben ondanks intensieve extra begeleiding problemen met de automatisering van letterkennis en woordidentificatie. Bij de zwakke lezers de volgende toetsen afgenomen: • grafemenkennis. Zie Prot. L. en D. blz 215 100% goed • fonemendictee. Zie Prot. L. en D. blz.217 minstens 80 % goed. • Woordniveau: de CITO LVS DMT kaart 1 en 2 minimaal C niveau, voor alle leerlingen
Interventie: Alle leerlingen die een D of E score halen op de CITO toetsen en geen 100% goedscore hebben voor letterkennis krijgen extra begeleiding. Tekstniveau: • AVI kaart 1 : beheersingsniveau • AVI kaart 2 : instructieniveau
5
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
2.3.4 Toetsmoment 4: Eind mei. Bij de zwakke lezers worden opnieuw afgenomen: • de grafemenkennis Zie Prot. L. en D. blz 215 100% goed en snel • fonemendictee Zie Prot. L. en D. blz 217 100% goed • Eind mei voor alle leerlingen:Woordniveau: CITO LVS DMT kaart 1, 2 en 3 minimaal C niveau.Tekstniveau : AVI kaart 2 : beheersingsniveau AVI kaart 3 : instructieniveau Voor de overgang naar groep 4 maakt de leerkracht een overzicht van de leesontwikkeling van de groep: • leerlingen met gemiddelde of goede leesontwikkeling • leerlingen met af en toe ondersteuning • leerlingen die intensieve begeleiding hebben gehad
6
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
2.4 Groep 4 Leerlingen die doorgegaan zijn naar groep 4 met een AVI -1 niveau krijgen direct aan het begin van groep 4 een leesmaatje uit groep 8. Deze leest drie keer per week 15 minuten. (dinsdag, woensdag, donderdag van 8.308.45) Bovendien krijgen zij instructie op AVI -1 en AVI - 2 niveau van de remedial teacher. De ouders worden ingelicht door de klassenleerkracht en er gaat (eventueel) oefenstof mee naar huis. 2.4.1 Toetsmoment 1 Net als in groep 3 gaat de leerkracht na ongeveer 6 weken onderwijs (herfstsignalering) bij alle leerlingen na hoe de leesontwikkeling de eerste weken in groep 4 is verlopen. Woordniveau: • CITO LVS DMT kaart 1, 2 en 3; Streefdoel: Minimaal C- niveau • Of BRUS een minuut toets.(bij goede lezers);Streefdoel: Minimaal gemiddelde score • Tekstniveau: AVI- kaarten; Streefdoel: AVI-3 beheersingsniveau 2.4.2 Toetsmoment 2 Maart : • Dezelfde toetsen als hierboven vermeld bij herfstsignalering; Streefdoel tekstniveau AVI- kaarten: beheersing 5; oefenen 6.
2.4.3 Toetsmoment 3 Mei/juni: • Dezelfde toetsen als hierboven vermeld bij de herfstsignalering;Streefdoel tekstniveau AVI- kaarten: beheersing 6; oefenen 7. Na elk toetsmoment vindt overleg/evaluatie plaats met de remedial teacher over leerlingen die extra begeleiding hebben gehad. In geval van ernstige leesproblemen of een vermoeden van dyslexie wordt contact opgenomen met externe deskundigen om een eventuele diagnose dyslexie vast te stellen. Blijkt er sprake te zijn van dyslexie dan gelden binnen de school de volgende afspraken: • het zo snel mogelijk bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van automatisering van de woordherkenning en schriftbeeldvorming.(technisch lezen en spellen) • het vergroten van teksten/toetsen • het voorlezen van toetsen • meer tijd bij toetsen • het maken van kleinere hoeveelheden. • het hebben van een leesmaatje binnen de groep • gebruik van computer met spellingscorrector • voor zover al mogelijk boeken/toetsen op CD-rom.
7
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
2.5 Groepen 5 t/m 8 Het einddoel van ons leesonderwijs is dat alle kinderen de Van Dijckschool verlaten met een beheersingsniveau AVI 9. Om dit doel te bereiken is het van belang de kinderen in hun leesontwikkeling te volgen, zodat er direct ingegrepen kan worden als dit nodig is. Op de Van Dijckschool hanteren we de volgende tussendoelen binnen het leesonderwijs: Eind groep 3 Eind groep 4 Eind groep 5 Midden groep 6
AVI 2 Beheersing AVI 5 Beheersing AVI 8 Beheersing AVI 9 Beheersing
Om de leesontwikkeling van het kind nauwkeurig te volgen, gaan we 2x per jaar (november en maart) in de groepen 5 t/m 8 de DMT en AVI- toetsen afnemen. Bij de beoordeling van de resultaten van de AVI-toetsen maken we gebruik van het beoordelingsschemavan ‘Struiksma en de KPC, (zie bijlage 1) Bij de beoordeling van de DMT wordt gebruik gemaakt van de normering uit de handleiding van de DMT. Het EDUNIEK heeft de resultaten van de DMT en AVI per jaargroep omgezet in een ABCDE score, (zie bijlage 2). Deze zijn te interpreteren alszijnde CITO-gegevens. 2.5.1 Afname DMT en AVI Het verdient de voorkeur dat de eigen leerkracht de toetsen afneemt op een rustige plek buiten de klas. 2.5.1.1 De DMT De DMT bestaat uit drie kaarten: kaart 1,2 en 3. Voor elke kaart krijgt de leerling Voor elke kaart krijgt de leerling één minuut de tijd om deze te lezen. Het aantal gelezen woorden minde fout gelezen woorden is de ruwe score. Dat is het resultaat van de desbetreffende kaart en daar kan een ABCDE score aan toegekend worden. Er zijn drie versies: een A-, B- en C- versie. Elke keer wordt er een andere versie gebruikt. In het schema wordt aangegeven welke versie wanneer afgenomen moet worden. 2.5.1.2 AVI De AVI- toetsen bestaan uit een negental kaarten (A en B versie) Bij kaart 1, 2 en 3 hoort een tekening die vooraf bekeken en besproken wordt. (namen van personen uit de tekst mogen dan al genoemd worden). Daarna leest de leerkracht de titel en vervolgens leest de leerling de tekst. Pas het kind met het lezen van de tekst begint, wordt de stopwatch ingedrukt.
8
Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven
Het aantal fouten wordt geteld en de tijd genoteerd. Daaraan kan een beheersings-, instructie- of frustatieniveau verbonden worden. Het is van belang om door te toetsen tot een kind zijn frustatieniveau bereikt. Aangezien dit veel tijd kost, spreken we af dit alleen te doen bij kinderen die uitvallen. (een kind dat eind groep een AVI 5 beheerst, hoeft niet te worden doorgetoetst tot frustatieniveau, aangezien het geen risicokind is). De gegevens verkregen uit de DMT en AVI worden ingevuld op groepsoverzichten, (zie bijlage 3) In deze map zitten alle benodigdheden die je nodig hebt om de toetsen af te nemen, de beoordelingsschema’s en de overzichten waarmee je je groep in kaart kunt brengen. 2.5.2 Aandachtspunten Bij het beoordelingsschema van de DMT staat ook een AVI- normering. Dit is een indicatie om op in te stappen, als je de AVI af gaat nemen. Het betekent dus niet dat het AVI-niveau beheerst wordt!!! Vanuit de DMT, die het woordniveau toetst, kun je nooit een AVI-niveau, dat het tekstniveau toetst, bepalen. Meestal lezen kinderen de AVI- teksten beter, daar ze steun hebben aan de context, die bij de DMT ontbreekt. Voorbeeld: In de DMT staat het woord: boertje. Veel kinderen lezen dit als :broertje. Zou dit woord in een tekst staan: “Na het drinken laat hij een boertje”, dan zal niemand dit als broertje lezen, daar dat niet in de context past! Je moet van de DMT alle drie kaarten afnemen en deze afzonderlijk beoordelen (geen gemiddelde van de drie kaarten nemen) Voor elke kaart krijgt een leerling één minuut de tijd. De naam DMT (Drie Minuten Toets) is omdat je in totaal (kaart 1,2, en 3) drie keer één minuut leest. Als een leerling 2x achter elkaar een AVI 9 kaart op beheersingsniveau heeft gelezen, stoppen we met toetsen.
Juni 2004 protocol groepen 1 t/m 4 Juni 2006 protocol groepen 5 t/m 8
9