Wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002 : art.9 – Recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier Cathérine Beele Juridisch adviseur 7 februari 2009 1
Inhoud Inleiding Wat is inzage in het patiëntendossier? Recht op toevoeging in het patiëntendossier Inzage in het patiëntendossier Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het patiëntendossier Recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier (vertegenwoordiger van de patiënt)
Het verstrekken van medische informatie aan de verzekeringsmaatschappijen Het verstrekken van medische informatie aan de gerechtelijke deskundigen Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en respect voor zijn intimiteit Rol van de ombudspersoon
2
Inleiding Uitgangspunt bij het al dan niet meedelen van medische informatie = de bescherming van het beroepsgeheim en de bescherming van de privacy van de patiënt.
3
Het patiëntendossier = verpleegkundig dossier + medisch dossier De aanleg van een medisch dossier voor elke patiënt is verplicht (Cfr. art. 15 §1 van de Ziekenhuiswet). De Ziekenhuiswet bevat een analoge verplichting voor het verpleegkundig dossier. Het patiëntendossier moet gedurende 30 jaar (minimumtermijn) bewaard worden (in ziekenhuisverband : onder de verantwoordelijkheid van de hoofdarts). De patiënt heeft ten opzichte van alle beroepsbeoefenaars (arts, kinesitherapeut, logopedist, zelfstandig verpleegkundige,…) recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier.
4
Recht op toevoeging in het patiëntendossier De patiënt kan verzoeken om toevoeging van gegevens aan het medisch dossier ( gegevens van andere artsen, eigen verklaringen en wetenschappelijke literatuur) De toegevoegde gegevens dienen bewaard te worden in het patiëntendossier
5
Inzage in het patiëntendossier De bestaansreden van het inzagerecht = in de eerste plaats de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt (een persoonlijkheidsrecht). Het inzagerecht mag niet worden beschouwd als een surrogaat voor een falende informatieverstrekking. De beroepsbeoefenaar kan het beroepsgeheim niet inroepen om een eventuele beroepsfout te verdonkeremanen (advies van de Nationale Raad d.d. 16 februari 2002). 6
Inzage in het patiëntendossier Door de patiënt en/of zijn vertrouwenspersoon Art. 9§2 van de PRW verleent aan de patiënt het recht op inzage in zijn patiëntendossier. Hij kan dit recht zelf uitoefenen, zich laten bijstaan door een aangewezen vertrouwenspersoon of dit recht laten uitoefenen via de aangewezen vertrouwenspersoon (een bewijs van de aanwijzing van de vertrouwenspersoon dient bewaard te worden in het patiëntendossier) gegevens die van het recht op inzage uitgesloten zijn: De persoonlijke notities van een beroepsbeoefenaar (gegevens die niet gedeeld worden met collegae), behalve wanneer het recht op inzage uitgeoefend wordt via een artsvertrouwenspersoon; Gegevens die betrekking hebben op derden(gegevens over verwanten…); en informatie die uitzonderlijk onthouden wordt aan de patiënt 7 (toepassing van de therapeutische exceptie).
Inzage in het patiëntendossier Door de patiënt en/of zijn vertrouwenspersoon Therapeutische exceptie : De beroepsbeoefenaar wenst informatie uitzonderlijk te onthouden aan de patiënt omdat het meedelen van deze informatie klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt zou meebrengen. De beroepsbeoefenaar dient hiervoor eerst een andere beroepsbeoefenaar te raadplegen, voegt een schriftelijke motivering toe aan het medisch dossier en licht wel de vertrouwenspersoon van de patiënt in indien hij is aangeduid. Van zodra het meedelen van de informatie niet meer nadelig is voor de gezondheid van de patiënt, dient deze informatie alsnog meegedeeld te worden. 8
Inzage in het patiëntendossier Door de patiënt en/of zijn vertrouwenspersoon Inzage dient gegeven te worden binnen een periode van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag tot inzage. Het inzagerecht kan nooit geweigerd worden aan de patiënt en/of aan de vertrouwenspersoon. De uitoefening van het inzagerecht gebeurt bij voorkeur in aanwezigheid van een beroepsbeoefenaar (arts). Bij uitoefening van het recht op inzage dient een verklaring te worden opgenomen met de nodige vermeldingen (de patiënt oefent zijn recht op inzage uit of duidt een vertrouwenspersoon aan om het inzagerecht al dan niet samen uit te oefenen).
9
Inzage in het patiëntendossier Na het overlijden van de patiënt: Verzoek om inzage in het patiëntendossier via een aangewezen beroepsbeoefenaar (arts) kan gebeuren door de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner, de partner en de bloedverwanten, tot en met de tweede graad, van de meerderjarige overleden patiënt Voorwaarden: Het verzoek dient voldoende gemotiveerd en gespecificeerd; De patiënt mag zich bij leven hiertegen niet uitdrukkelijk verzet hebben; en Er is enkel inzage mogelijk van die gegevens die in verband staan de motivering en de rechtvaardiging van de aanvraag ter zake. 10
Inzage in het patiëntendossier Na het overlijden van de patiënt Bij verzoek om inzage in het patiëntendossier na het overlijden van minderjarigen, verlengd minderjarigen of onbekwaam verklaarden is de Federale Commissie voor de Rechten van de Patiënt van oordeel dat de rechtstreekse toegang tot het patiëntendossier, die thans toegelaten is bij leven, dient gehandhaafd te worden(advies d.d. 23 juni 2006) Voorwaarden: Het verzoek dient voldoende gemotiveerd en gespecificeerd; en De patiënt mag zich bij leven hiertegen niet uitdrukkelijk verzet hebben bij voorkeur schriftelijk om bewijsproblemen te voorkomen mbt de bekwaamheid om de wil uit te drukken: zie slide 20 11
Inzage in het patiëntendossier Na het overlijden van de patiënt De behandelende arts moet de legitimiteit van het verzoek beoordelen en hij/zij kan bijgevolg weigeren om op dit verzoek in te gaan De gemotiveerde weigering wordt het best schriftelijk vastgelegd en bewaard in het patiëntendossier Hier dient eveneens een maximumtermijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag tot inzage gerespecteerd te worden Nabestaanden hebben geen recht op afschrift van het medisch dossier
12
Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het patiëntendossier Begripsomschrijving
Afschrift: omvat o.a. een kopie, een diskette, een e-mailbericht, CD- ROM, memory stick, transcriptie, een met de hand geschreven afschrift
13
Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het pati ë ntendossier Algemene bepalingen
De patiënt oefent zijn recht op afschrift uit of duidt een vertrouwenspersoon aan om bovenvermelde rechten al dan niet samen uit te oefenen De kosten die gepaard gaan met dit afschrift zijn ten laste van de patiënt. Het KB van 2 februari 2007 heeft hiertoe maximumbedragen vastgelegd welke recent door de minister werden verduidelijkt: 0,10€ per gekopieerde pagina (papieren drager) 5,00€ per gekopieerd beeld ook wanneer meerdere beelden op één pagina voorkomen (indien A4 formaat, indien kleiner formaat lager bedrag) 10,00€ voor alle gekopieerde pagina’s op digitale drager/ of op het geheel van digitale dragers (dus ongeacht het aantal digitale dragers en de daarop gekopieerde beelden en/of tekst dat aan de patiënt wordt verstrekt) de kostprijs per opvraging wordt door de wetgever beperkt tot een maximumbedrag van 25,00€ 14
Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het patiëntendossier Verder stellen de richtlijnen vanwege de minister van Volksgezondheid dd. 15.12.2008:
alle kosten verbonden aan het uitoefenen van het recht op afschrift worden geacht gedekt te zijn door het in het koninklijk besluit vastgestelde bedragen. Dit betekent bijvoorbeeld dat er bijkomend geen kosten mogen worden aangerekend voor de eventuele administratieve werklast die de uitoefening van het recht op afschrift door de patiënt met zich meebrengt.
Het aanrekenen van een forfait voor de gepaard gaande administratieve werklast is niet toegelaten. Evenmin is het toegelaten indien het berekend bedrag geen 25 euro oplevert, het bekomen bedrag aan te vullen met een welbepaald bedrag ter vergoeding van bijvoorbeeld administratieve kosten. Er mogen geen supplementaire verzendingskosten, met inbegrip van kosten voor aangetekende verzendingen, aan de patiënt worden aangerekend.
15
Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het patiëntendossier Algemene bepalingen Voorafgaandelijk kan men de patiënt inlichten over de kostprijs en hem een formulier laten tekenen waarin hij/zij verklaart akkoord te gaan met de aanrekening van de hieraan verbonden kosten. Dit formulier dient bewaard te worden in het patiëntendossier. Een kopie hiervan wordt overgemaakt aan de patiënt. Ieder afschrift draagt de vermelding van het strikt persoonlijk en vertrouwelijk karakter ervan. 16
Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het patiëntendossier Algemene bepalingen Zijn van het recht op afschrift uitgesloten: de persoonlijke notities van een beroepsbeoefenaar( behalve wanneer het recht op afschrift wordt uitgeoefend door een arts-vertrouwenspersoon) en gegevens die betrekking hebben op derden. Aan het verzoek om afschrift moet uitvoering gegeven worden binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag tot afschrift. De beroepsbeoefenaar mag dit afschrift weigeren indien hij over duidelijke aanwijzingen beschikt dat de patiënt onder druk wordt gezet (verzekeringsmaatschappijen) Advies: hiervan een schriftelijke verklaring met motivatie opnemen in het 17 patiëntendossier
Recht op afschrift van het geheel of van een gedeelte van het patiëntendossier Uitgeoefend door de patiënt zelf, in het bijzijn van een vertrouwenspersoon of door de vertrouwenspersoon Indien het recht op het verkrijgen van afschrift wordt uitgeoefend door de vertrouwenspersoon is het zeker noodzakelijk te beschikken over een schriftelijke aanwijzing.
18
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt Minderjarige of meerderjarige patiënten die vallen onder het statuut van de verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaring Het recht op inzage/afschrift wordt uitgeoefend door de ouders of door de voogd. De minderjarige kan zelf een recht op inzage of afschrift opeisen indien hij in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen ( de beoordeling van de bekwaamheid tot zelfstandige uitoefening van de belangen gebeurt door de behandelende arts zelf, rekening houdend met de emotionele en intellectuele maturiteit van de betrokken minderjarige). 19
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt Minderjarige of meerderjarige patiënten die vallen onder het statuut van de verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaring De meerderjarige onder het statuut van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaring heeft enkel een “restbekwaamheid” wat betekent dat hij zoveel als mogelijk bij de uitoefening van deze rechten moet betrokken worden in plaats van deze rechten zelf uit te oefenen.
20
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt
Meerderjarige wilsonbekwame patiënten ( tijdelijk of permanent – narcose, coma, delirium tremens, slachtoffers van een ongeval met ernstige hersenletsels, demente bejaarden …) De wet geeft geen criteria om uit te maken vanaf wanneer een patiënt niet meer in staat is zijn rechten zelf uit te voeren( de betrokken beroepsbeoefenaar oordeelt hierover) De door de patiënt aangeduide vertegenwoordiger Is een persoon die door de patiënt voorwaardelijk werd aangewezen om in zijn plaats op te treden; Aanwijzing: ingevolge een gedagtekend en door de patiënt en deze persoon ondertekend bijzonder schriftelijke mandaat waaruit de toestemming van 21 de patiënt blijkt
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt Meerderjarige wilsonbekwame patiënten De door de patiënt aangeduide vertegenwoordiger indien deze een beslissing neemt die een bedreiging voor het leven van de patiënt inhoudt (bv. weigering van een bloedtransfusie, weigering van een reanimatie), dan mag de arts van deze beslissing slechts afwijken voor zover de vertegenwoordiger zich niet kan beroepen op de uitdrukkelijke wil van de patiënt tot weigering van de bedoelde tussenkomst (wilsuiting,…)
22
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt Meerderjarige wilsonbekwame patiënten Samenwonende echtgenoot of partner (wettelijk of feitelijk samenwonend) zal optreden ingeval de patiënt geen vertegenwoordiger heeft benoemd of indien de door de patiënt benoemde vertegenwoordiger niet optreedt
23
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt Meerderjarige wilsonbekwame patiënten Meerderjarig kind, een ouder, een meerderjarige broer of zus Gaan de rechten in dalende volgorde uitoefenen indien de samenwonende echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner of feitelijk samenwonende partner dit niet wenst te doen of ontbreekt. Indien deze categorie dat niet wenst te doen of ontbreekt, behartigt de betrokken beroepsbeoefenaar, in voorkomend geval, in multidisciplinair overleg, de belangen van de patiënt. 24
Het recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de patiënt Afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt kan de betrokken beroepsbeoefenaar het verzoek om inzage of afschrift van bovenvermelde vertegenwoordigende personen geheel of gedeeltelijk weigeren. In dergelijk geval wordt het recht op inzage of afschrift uitgeoefend door een door de vertegenwoordiger aangewezen beroepsbeoefenaar. De betrokken arts heeft de verplichting af te wijken van de beslissing van de vertegenwoordiger van de patiënt in het belang van de patiënt teneinde een bedreiging van diens leven of een ernstige aantasting van diens gezondheid af te wenden, in voorkomend geval in multidisciplinair overleg.
25
Het verstrekken van medische informatie aan verzekeringsmaatschappijen De wettelijke verplichting inzake het doorgeven van informatie aan de verzekeringsmaatschappijen is terug te vinden in Art. 95 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten van 25 juni 1992, gewijzigd door Art. 19 van de Wet betreffende de Rechten van de Patiënt In het kader van het afsluiten van verzekeringscontracten nemen verzekeringsmaatschappijen vaak het initiatief tot het opvragen van gegevens van patiënten. In dergelijk geval is het noodzakelijk dat de arts steeds hiervoor voorafgaandelijk de toestemming van de patiënt vraagt. Indien de arts elke conflictsituatie inzake schending van het beroepsgeheim wil vermijden en de privacy van de patiënt wil respecteren, is het aangeraden om alle persoonsgebonden informatie die een verzekeringsmaatschappij opvraagt over te maken aan de patiënt of aan de vertegenwoordiger, indien de patiënt wilsonbekwaam is. 26
Het verstrekken van medische informatie aan verzekeringsmaatschappijen
De wettelijke verplichting inzake het doorgeven van informatie aan de verzekeringsmaatschappijen is terug te vinden in Art. 95 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten van 25 juni 1992, gewijzigd door Art. 19 van de Wet betreffende de Rechten van de Patiënt de informatie kan rechtstreeks worden overgemaakt aan de verzekeraar indien deze handelt op grond van een duidelijke wettelijke bepaling ( zoals de Arbeidsongevallenverzekeraar) of indien de mededeling van deze informatie onbetwistbaar strekt tot verdediging van de belangen van de patiënt (bv. de mededeling van een attest met beschrijving van de verwondingen aan de rechtsbijstandsverzekeraar van het slachtoffer van een verkeersongeval). 27
Het verstrekken van medische informatie aan de gerechtelijke deskundigen Een arts die als gerechtsdeskundige is aangesteld in privaatrechterlijke geschillen of in strafzaken is geen vertrouwenspersoon. De uitoefening van zijn opdracht houdt minstens in dat hij confidentiële gegevens mag meedelen aan de opdrachtgevende magistraat en de bij het geschil betrokken partijen Mag/moet de behandelende arts het medisch dossier meedelen aan de gerechtelijk deskundige? Op voorwaarde dat de patiënt hiermee instemt; en Indien de deskundige de gevraagde gegevens niet vrijwillig meegedeeld krijgt, kan de rechter de overlegging ervan aanbevelen( de behandelende arts is verplicht hierop in te gaan). 28
Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en respect voor zijn intimiteit De patiënt heeft recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer bij iedere tussenkomst van de arts en inzonderheid betreffende de informatie die verband houdt met zijn gezondheid. Geen inmenging is toegestaan m.b.t. de uitoefening van dit recht voor zover het bij wet is voorzien en nodig is voor de bescherming van de volksgezondheid of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ( Wet op de privacy d.d. 8 december 1992).
29
Rol van de Ombudspersoon De ombudspersoon heeft geen inzagerecht in het medisch dossier. De ombudspersoon kan bij een vraag tot inzage en/of afschrift enkel begeleidend en coördinerend optreden.
30
31