Accountancynieuws 9 april 2010 / nr 7
2-wekelijks onafhankelijk vakblad voor accountants
Publieke sector wil accountant met politiek gevoel pag.12
AFM-leidraad pensioenadvisering pag. 16
Controle goedkoper
Keiharde conclusie AFM over pensioenadvies in het MKB:
D
e prijsindex accountantscontrole daalde vorig jaar 0,4%. De totale prijsindex accountancy steeg 2,1%. De jaar-op-jaar prijsindex kwam in 2009 uit op 111,1 ( 2006 = 100). Financiële administratie steeg 3,9%, (fiscale) advisering liet een stijging zien van 1%. Overige dienstverlening groeide het hardst met 7,6%. An
Zet uw klant op voorsprong, voordat uw concurrent het doet.
Deponeer jaarrekening bij insolventie en liquidatie! pag. 19
‘Ruim driekwart pensioenadviezen is onder de maat’ Pensioenadviseurs in het MKB winnen te weinig informatie in. Bovendien verstrekken zij bij de wél ingewonnen informatie niet-bijpassende adviezen en laten zij na om de verstrekte adviezen structureel en met de nodige zorg te documenteren. Daarmee is in ruim driekwart van de onderzochte gevallen de kwaliteit van het pensioenadvies onder de maat. Tot die scherpe conclusie komt de AFM in haar rapport ‘Kwaliteit Advies Tweedepijler Pensioen’.
V
an de onderzochte financieel dienstverleners scoort 31% zeer slecht, 44% slecht, 19% matig en maar 6% redelijk in hun pensioenadvisering aan werkgevers.
De belangrijkste oorzaken: • pensioenadviseurs winnen onvoldoende informatie in over de financiële positie, risicobereidheid, doelstellingen en kennis en ervaring van de werkgever; • het advies aan de werkgever sluit onvoldoende aan bij de informatie die wel is ingewonnen; • de ingewonnen informatie over de werkgever en de informatie over de afgesloten pensioenverzekering worden niet structureel vastgelegd. Daardoor kan niet worden aangetoond dat het gegeven pensioenadvies bij de situatie van de werkgever past; Lees verder bovenaan pagina 2
Rapportageportaal banken een dagje eerder klaar Een heldere kijk op ùw (online) salarisverwerking efficiënte salarisverwerking voor kleine en grote kantoren efficiënt mutaties doorgeven via onze webportal eenvoudig toegang tot en beheer van uw eigen HR documenten en -administratie
Op 31 maart jongstleden zijn de eerste SBR-berichten ontvangen op het rapportageportaal (Bancaire Infrastructurele Voorzieningen of BIV) van de banken. Het portaal is daarbij eerder operationeel dan verwacht. In december gaven de deelnemende banken ABN-AMRO, ING en Rabo nog aan dat het portaal
Tel. (0318) 55 95 29 Internet www.loonservice.nl
Masterclass 20 april 2010 | Mediaplaza Utrecht | Thema: Transparantie
WWWTWINlELDNLMASTERCLASS
0120_voorpagina_advertentie_klein_118x42.indd 1
in de loop van april operationeel zou zijn. Het rapportageportaal is ontwikkeld door Topicus FINAN en is gebouwd conform dezelfde specificaties als het Overheids Transactieportaal.
I
n de afgelopen periode is door drie banken nauw samengewerkt met o nder andere CreAim, GIBO, NOAB en Reeleezee. Onduidelijk is nog wel, welke van deze marktpartijen de eer heeft van het aanleveren van het eerste SBR-bericht bij de banken. Doelstelling van de banken is dat, conform de roadmap, in 2012 80% van alle ondernemers hun financiële gegevens elektronisch bij de banken aanlevert. Het is de bedoeling dat ook andere banken dan de genoemde drie straks gebruik kunnen gaan maken van de nieuwe infrastructuur. An
02-04-10 09:31
Kijk voor dagelijks nieuws op www.accountancynieuws.nl
An
nieuws Vervolg voorpagina: ‘Ruim driekwart pensioenadviezen is o nder de maat’
Inhoud
Accountancynieuws 9 april 2010
• slechte advisering levert werknemers in het MKB pensioenregelingen op die niet voldoen aan de gewekte verwachtingen.
interview
Publieke sector wil kritische accountant met politiek gevoel Frans Heitling Het maakt wat uit of je als accountant rapporteert aan een ondernemings leiding of aan een politiek orgaan, zoals een gemeenteraad. Arie Elsenaar van De loitte over audit van lokale overheden. 12 pensioenen
AFM Leidraad pensioenadvi sering eist actieve rol adviseur Jack Borremans en Roel Nass De AFM legt de pensioenadviseur stevige verplichtingen op in het kader van zijn adviesrol. Zo moet het adviesdosssier ‘compleet en reproduceerbaar’ zijn. Dit werkt wel kostprijsverhogend. 16
Deponeer jaarrekening bij liquidatie en insolventie Ellen Timmer Het niet nakomen van deponeringsver plichtingen bij liquidatie en insolventie is een stevig aansprakelijkheidsrisico voor de bestuurders. 19
D
opinie
Controle op controle? Dick van Onzenoort Wanneer een accountant gebruikmaakt van de werkzaamheden en verklaringen van een collega-accountant zal er regel matig een review plaatsvinden op het werk van die andere accountant. Dat zou eigenlijk niet nodig moeten zijn. 22 Belastingen
VAR-verklaring voor buitenlandse ondernemer? Andor Valkenburg Naar de letter van de wet kan geen VAR aan een buitenlandse ZZP’er worden verstrekt. Volgens jurisprudentie wel. 24 Column Joost Groeneveld 15, Column Jan Joling 21, subsidies 26, tuchtrecht 27, vakinfo 28, agenda 30
www.accountancynieuws.nl
Nieuwe controlestandaarden (NV COS) vastgesteld Er zijn nieuwe controlestandaarden (NV COS) vastgesteld door de besturen van NIVRA en NOvAA. Deze controle standaarden zijn afgeleid van de Clarity ISAs en zijn van toepassing op boek jaren die afsluiten na 15 december 2010 (boekjaren 2010).
ondernemingsrecht
2
Een aantal pensioenadviseurs levert zelfs een dusdanige wanprestatie, dat de AFM mogelijk formele maatregelen op zal leggen. De AFM raadt financieel dienst verleners met klem aan de leidraad pensi oenadvisering na te leven. Op pagina 16 t/m 18 van deze editie van Accountancynieuws wijzen Jack Borremans en Roel Nass op de belangrijkste aandachtspun ten. De meest essentiële boodschap daarbij: de leidraad pensioenadvisering eist een zeer actieve rol van de adviseur in
het a dviesproces. De AFM heeft bij 16 pensioenadviseurs aan de hand van 42 adviesdossiers de kwaliteit van de pensioenadviezen beoordeeld. Per adviesdossier nemen gemiddeld 34 werknemers deel aan het pensioenpro duct. Het onderzoek heeft zich gecon centreerd op de advisering van recht streeks verzekerde pensioenregelingen die via adviseurs worden afgesloten bij verzekeraars. Deze adviezen vallen onder de adviesregels uit de Wft. Er is geen onderzoek gedaan naar de pensioen fondsen, omdat die deze p roducten niet hebben. An
e belangrijkste wijzigingen ten op zichte van de vertaalde ISA Clarity Standaarden 200 tot en met 810 zoals die op 18 december 2009 op de website zijn opgenomen betreffen onder meer: • de term ‘auditor’ is nu vertaald als ‘accountant’. ‘Internal auditor’ is ver taald als ‘interne auditor’ om aan te sluiten bij het bredere begrip, zoals dat
in de Clarity Standaarden bedoeld is; • er wordt verwezen naar de Standaarden en niet naar de ISA’s; • de ingangsdatum van de Standaarden is aangepast. • de vertaling van de term ‘unmodified opinion’ blijft ‘goedkeurend oordeel’ in verband met aansluiting met BW2; • verwijzingen naar ISQC1 zijn veranderd in verwijzingen naar de Nederlandse wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteitsbeheersing; • de opname van ‘A-alinea’s’ om aan te sluiten bij de Nederlandse wet- en regelgeving; • tekstuele aanpassingen als gevolg van het afstemmingstraject met Brussel. An
BV Veendam moet GIBO Groep € 5.000 schadevergoeding betalen
B
V Veendam moet GIBO Groep een schadevergoeding van € 5.000 beta len. Dat heeft de rechter in Groningen o p 26 maart jl. bekendgemaakt. De voetbal club die uitkomt in de Jupiler League stelde GIBO Groep aansprakelijk voor de aftrek van drie punten die de club door de KNVB reeds werd o pgelegd. In februari 2008 wer den er drie punten a fgenomen van BV
Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
Veendam, n adat de club een foutieve jaarre kening inleverde bij de bond. De Gronin gers gaven de schuld van die sanctie aan het accountantskantoor, dat ook met naam en toenaam in de media verscheen. GIBO Groep claimde daarna € 50.000 aan scha devergoeding. De rechter achtte die eis ech ter te veel van het g oede. Als gevolg daarvan werd het bedrag verlaagd naar € 5.000. An 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
nieuws
An
Ook uitvraag jaarloongegevens over 2009 mogelijk Bij de aanvang van de operatie Walvis is een tijdelijk vangnet gecreëerd om bij ministeriële regeling de invoerings problematiek van jaarloongegevens uit de polisadministratie het hoofd te bieden. Deze vangnetbepaling is tijdelijk verlengd om alsnog de jaarloongegevens over 2009 bij een aantal werkgevers uit te vragen.
D
it heeft het ministerie van Financiën bekendgemaakt. De gegevens uit de polisadministratie worden onder meer gebruikt bij de Belastingdienst voor de definitieve vaststelling van toeslagen, de aanslag of teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Ondanks dat er al veel maatregelen zijn getroffen om de bruikbaarheid van de gegevens uit de aangifte in de loop van het jaar te verbeteren, kunnen nog niet alle onbruikbare loonaangiftegegevens op deze wijze worden hersteld. Daarom blijft uitvraag ook over 2009 nodig. Het aantal inhoudingsplichtigen dat bij de jaarloonuitvraag is betrokken, laat evenwel voor de periode 2006-2009 een
Belastingverdrag NL - Hongkong
M
inister De Jager van Financiën en professor Chan Ka Keung, Secretary for Financial Services and the Treasury van Hongkong, tekenden eind vorige maand in Hongkong een belastingverdrag tussen Nederland en Hongkong. Het verdrag voorkomt dubbele belasting op inkomen en vermogenswinsten en geeft zekerheid over de fiscale behandeling van inkomsten zoals ondernemingswinsten, dividenden, arbeidsinkomen en pensioenen. Daarnaast is het verdrag bedoeld om belastingontwijking te voorkomen en voorziet het in de uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied conform de OESO-standaarden. Het verdrag moet in beide landen nog door de parlementen worden goedgekeurd. An Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
sterk dalende tendens zien. De bij de jaarloonuitvraag betrokken inhoudingsplichtigen waren in 2006: 108.000, in 2007: 33.000 en in 2008: 25.000. De verwachting voor 2009 is dat er ongeveer 14.000 inhoudingsplichtigen worden uitgevraagd. n inhoudingsplichtige hoeft jaarloongegevens alleen op verzoek van de inspecteur aan te leveren. Deze zal
alleen in uitzonderingsgevallen gebruik maken van de mogelijkheid tot uitvraag. Daarbij is de intentie het aantal uitvragen tot een minimum te beperken. De opgave moet langs elektronische weg worden gedaan. De uitnodiging tot het verstrekken van gegevens is eind maart door de Belastingdienst verstuurd aan de betrokken inhoudingsplichtigen. An
commentaar
De digitale agenda O p 18 maart jongstleden presenteerde onze eurocommissaris Neelie Smit Kroes haar ‘Digitale Agenda.’ In het kort komen haar plannen neer op faciliteren. Op zich is dat een rol die bij de overheid past. Haar speech werd deels gevuld met vergezichten over ICTtoepassingen die ons leven aangenamer kunnen maken en die misschien wel essentieel zijn voor kostenbeheersing in de gezondheidszorg. De maartaflevering van het Amerikaanse Wired – een maandblad over technologie en trends – blikt terug op de internetbubble die 10 jaar geleden ontplofte. In Nederland is Nina Brinks daarvan het grote voorbeeld. In Amerika zijn er meer: Bernie Ebbers, oprichter van WorldCom, zit nu een gevangenisstraf uit van 24 jaar. Shawn Fenning vond als student Napster uit – filesharing - en zette daarmee de hele muziekbranche op zijn kop. Sabeer Bhata, uitvinder van hotmail. Hij verkocht op zijn 29e verjaardag zijn bedrijf aan Microsoft voor $ 400 miljoen. Andere getallen zijn m.i. belangrijker, namelijk de kosten van internet. Bandbreedte, geheugenruimte, hosting, enz. kosten nu een fractie van wat het toen kostte. Online boekhouden, qua concept niet zo moeilijk, kon niet uit vanwege trage en onbetrouwbare verbindingen. Nu kan dat wel. Op het hoogtepunt van de internetbubble was het bijna onfatsoenlijk om te
vragen naar het businessmodel van een internetonderneming. Hun levensvatbaarheid werd uitgedrukt in termen als ‘burn rate,’ oftewel hoelang duurt het totdat het geld op is? Nu wordt die discussie volop in talloze markten gevoerd. In uw markt wordt het einde voorspeld van uren x tarief en ontstaan er nieuwe abonnementsgebonden diensten, mengvormen, enz. Kenmerk daarvan is dat online dienstverlening en online werken hieraan ten grondslag liggen. Neelie Smit Kroes wil heel Europa aan het internet, breedband, hoge upload- en downloadsnelheden. Grote hoeveelheden content moeten razendsnel, real time over het net gestuurd kunnen worden. En we moeten in HD beeld en geluid via internet kunnen praten met onze familie overzee. Tja… Uiteindelijk zal iedereen een vertaalslag willen maken naar zijn eigen situatie. Wat wil ik ermee als consument? Wat kun je ermee als dienstverlener¬? Welke kansen biedt het uw klanten? Leuke vraag: zou u 10 jaar geleden het nut hebben gezien van sites als Hyves, LinkedIn, Facebook? Of YouTube, twitter? Er bestaan dus nu dingen die 10 jaar geleden niet bestonden. An
[email protected]
www.accountancynieuws.nl
3
An
nieuws
Accountancylabel MKBduurzaam streeft naar landelijke dekking MKBduurzaam is op zoek naar regionale accountantsorganisaties die het label MKBduurzaam mee willen helpen uitbouwen.
I
n 2008 startte Zwart Mul Groep Accountants en Adviseurs, gevestigd in Baarn, Maarssen en Houten, met deze nieuwe vorm van dienstverlening: duurzaamheidsadvisering voor het MKB. Voor deze dienstverlening werd het label MKBduurzaam in het leven geroepen. Het label werkt volgens de wereldwijd erkende standaard op duurzaamheidsgebied van het Global Reporting Initiative en wordt
gebruikt door grote bedrijven om maatschappelijk verslag uit te brengen. Het fundament van MKBduurzaam ligt in de provincie Utrecht, maar er wordt nu gezocht naar landelijke dekking van het concept.
Belangstellenden De eerste partners voor MKBduurzaam hebben zich inmiddels gemeld. Dit zijn Jongejan & Partners Accountants-Fiscalisten-Adviseurs (zeven kantoren in Noord-Holland) en Konings-Meeuwissen Accountants en Belastingadviseurs (acht vestigingen in de omgeving Nij-
E&Y speelt in op verhoogde vraag naar forensisch accountants
D
e crisis maakt bedrijven argwanender naar eigen medewerkers, zodat de forensisch accountant meer wordt gevraagd dan ooit. Volgens Dagblad de Pers werft Ernst & Young daarom volop nieuwe accountants. De krant sprak met Remco de Groot van de afdeling forensische accountancy bij Ernst & Young, die aangeeft dat de aanwezigheid van de drie voornaamste oorzaken voor fraude zijn
afdeling waarschijnlijk meer zal gaan belasten. De Groot: ‘In een crisis wordt de druk op werknemers opgevoerd. Om niet ontslagen te worden, de aandeelhouders tevreden te houden of de persoonlijke bonus veilig te stellen is het risico groter dat er met resultaten en kosten wordt geknoeid.’ Zie ook de column van Jan Joling, ‘Integriteit, fraude en crisis’ op pag. 21 in deze editie van Accountancynieuws. An
Verhuizing Alfa Accountants en Adviseurs Barneveld
A
lfa Accountants en Adviseurs Barneveld verhuisde eind vorige maand naar een nieuwe locatie aan de Stationsweg 62. De ligging vlakbij de aansluiting naar de A1 maakt het kantoor gemakkelijker te bereiken voor haar eigen medewerkers en voor cliënten. Het pand aan de stationsweg 62 (3771 VH Barneveld) is efficiënt ingedeeld, zodat er weer volop ruimte is voor de medewerkers. Telefoonnummers, faxnummers, postbusadres en de e-mailadressen blijven ongewijzigd. Op donderdag 20 mei 2010
4
www.accountancynieuws.nl
megen). Beide ondernemingen gaan volgens het MKBduurzaam-concept hun regionale klanten adviseren. An
van 14.00 – 19.00 uur leiden de 39 medewerkers cliënten en belangstellenden rond op hun nieuwe werkplek. An
V.l.n.r: W. Bink, J. Rijken, (beiden Zwart Mul Groep), J. Jongejan, N. Blokker en A. Jongejan (Jongejan & Partners)
KPMG: Nederland goedkoopste vestigingsland Europa Nederland is de goedkoopste vestigingsplaats in Europa voor buitenlandse ondernemingen. Dat concluderen onderzoekers van KPMG op basis van internationaal onderzoek.
D
e bedrijfskosten van de onderzochte landen, waaronder Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Japan en Mexico, zijn vergeleken met die van de Verenigde Staten. Het kostenvoordeel van Nederland ten opzichte van de VS bedraagt 3,5 procent. Vergeleken met Groot-Brittannië, het op een na goedkoopste land, is het voordeel 1,7 procent. Japan en Duitsland blijven de duurste van de onderzochte landen, blijkt uit het tweejaarlijkse onderzoek van KPMG. Het kostennadeel van deze landen bedraagt respectievelijk 7,6 en 2,6 procent. An 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
nieuws
An
Belastingadvieskantoor Sidler sluit zich aan bij Countus Belastingadvieskantoor Sidler te Amersfoort heeft zich per 1 april 2010 aangesloten bij Countus accountants + adviseurs. De nieuwe organisatie gaat verder onder de naam Countus Sidler accountants + adviseurs.
H
et team wordt versterkt met vestigingsdirecteur Ruud Wijnands RA. Het biedt de adviseurs van Belastingadvies-
kantoor Sidler de mogelijkheid Countus in te schakelen als ze er zelf niet uitkomen. Countus hecht veel waarde aan regionale aanwezigheid van kantoren, waarbij iedere vestiging een grote mate van zelfstandigheid behoudt. Countus Amersfoort is gevestigd op Spacelab 9 te Amersfoort, tel. [033] 480 02 70. Countus heeft circa 650 medewerkers, verdeeld over 21 vestigingen, met een hoofdkantoor in Zwolle. An
Accon avm en Grant Thornton willen stevig op overnamepad ‘Accon avm begint een overnamespel dat de bedrijfstak grondig kan opschudden’, zo schreef Het Financieele Dagblad op 1 april jl. De ambitie van Peter Feijtel, bestuursvoorzitter van Accon avm, zou loodrecht afkoersen op verdubbeling van het huidige aantal werknemers naar 3.200. Een bericht dat wordt bevestigd op de website OverFusies.nl.
E
r zouden gesprekken lopen met het Limburgse accountantskantoor ZR, omvang 230 medewerkers. Op 22 februari jl. introduceerde accon avm het nieuwe dienstverleningsconcept Ellen4biz. Daar-
Vallei Accountants in Woudenberg Sinds 25 maart jl. herbergt Woudenberg een nieuw accountantskantoor onder de naam Vallei Accountants.
A
an de Parallelweg 2 in Woudenberg, op het grensgebied van de Gelderse Vallei en de Utrechtse Heuvelrug, opereert het net gestarte kantoor onder leiding van een registeraccountant en een belastingadviseur. Vallei Accountants werd onlangs geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten en mag wettelijke controle-opdrachten verrichten. An Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
mee kunnen ondernemers eenvoudig online hun administratie doen en hebben zij toegang tot een kennisbank en netwerkcommunity. Indien de missie slaagt om uit te groeien tot een kantoor met 3.200 werknemers, dan wordt accon avm daarmee het vierde kantoor van Nederland. Fusie met de van oudsher agrarische kantoren, zoals Flynth, ABAB en Alfa zou de doelstelling in een keer realiseren. Een andere weg is het overnemen van een tiental kleinere - top 20-50-kantoren. Accon avm behaalde in 2008 een omzet van € 114 miljoen en telde 738 fte’s.
Grant Thornton wil naar 1.000 man Eerder werd bekend dat ook Grant Thornton vergelijkbare plannen heeft. Het kantoor wil verdubbelen van 500 naar 1.000 medewerkers. Bestuursvoorzitter Gerard Mulder van Grant Thornton meldde begin februari dat zijn accountantsorganisatie een betere positie op de accountantsmarkt voor beursfondsen nastreeft, gezien de huidige ondervertegenwoordiging aldaar.
Twee jagers Sommige accountantskantoren zouden zowel door Accon avm als door Grant Thornton benaderd zijn. Accon avm wil binnen een maand uitsluitsel geven over een eventuele overname van ZR. An
Kees Meijer (Directie Countus), Norbert Sidler, Ruud Wijnands, Peter van de Streek (Directie Countus).
Kwalificatie beschikking Amerikaanse pensioenfondsen geschrapt Amerikaanse pensioenfondsen kunnen vanaf 1 april 2010 geen kwalificatiebeschikking meer aanvragen bij de Belastingdienst om vermindering van dividendbelasting te verkrijgen onder het belastingverdrag NL-VS.
R
eeds afgegeven kwalificatiebeschikkingen blijven nog drie jaar geldig. Daarna is in alle gevallen een Amerikaans formulier 6166 nodig, volgens het ministerie van Financiën. Amerikaanse pensioenfondsen kunnen onder het belastingverdrag tussen Nederland en de VS vermindering van de Nederlandse dividendbelasting krijgen. De procedure hiervoor is beschreven in de uitvoeringsvoorschriften (gepubliceerd in de Staatscourant van 2 november 2007, nr. 213) in combinatie met de regeling gepubliceerd bij mededeling van 6 augustus 2007 (Stcrt. 2007, 154). Bij het verzoek tot vermindering van de Nederlandse dividendbelasting aan de bron moesten Amerikaanse pensioenfondsen tot nu toe óf een geldig door de IRS afgegeven certificaat 6166 óf een door de Nederlandse Belastingdienst afgegeven kwalificatiebeschikking overleggen. De laatste is met ingang van 1 april jl. geschrapt. An www.accountancynieuws.nl
5
An
nieuws
Beconuitstel aangiften IB en VpB 2009 aanvragen vóór 1 mei Vóór 1 mei 2010 moeten belastingadviseurs uitstel indienen voor de aangiften inkomstenbelasting 2009 en vennootschapsbelasting 2009. Uitstel kan alleen aangevraagd worden via daarvoor beschikbaar gestelde formulieren op Belastingdienst.nl of elektronisch via de professionele software.
Belastingvrij over de grens Op 19 maart jl. wees de Hoge Raad arrest in een belastingzaak die 5 jaar geleden door mr. T.J. Keizer van accon avm belastingadviseurs werd voorgelegd aan de rechtbank Leeuwarden. Het ging om een melkveehouder die zijn Nederlandse boerderij verkocht en een Duitse boerderij terugkocht. En toen begon het getouwtrek over ‘staking’, dus afrekening van stille reserves of ‘verplaatsing’ en dus doorschuiven van de stille reserves.
D
e vele hectares grond en quotum in Duitsland vormden voor de fiscus de basis voor afrekening ‘er is sprake van een ander bedrijf ’. Keizer hield voet bij stuk over verplaatsing. Rechtbank Leeuwarden oordeelde dat de uitbreiding blijk gaf van goed ondernemerschap en dat dit geen staking van het bedrijf met zich meebracht.
Identiteit De Belastingdienst ging in hoger beroep bij het Gerechtshof Leeuwarden. Dat stelde de Belastingdienst in het gelijk en oordeelde dat sprake was van staking. Uiteindelijk moest de Hoge Raad de knoop dus doorhakken: verplaatsing. Immers, ‘zolang de identiteit gelijk blijft, is er sprake van een verplaatsing van het bedrijf’. Overigens vormde de zaak aanleiding voor de Europese Commissie om Nederland de verplichting op te leggen haar wetgeving zo aan te passen dat bij emigratie niet afgerekend dient te worden. An
6
www.accountancynieuws.nl
H
Uitstel voor cliënten met een kort boekjaar kan alleen maar via het hiervoor bestemde formulier worden aange-
vraagd. Een elektronisch verzoek om uitstel kan pas vanaf 11 april 2010 worden ingediend. De Belastingdienst zal in voorkomende gevallen een foutverslag sturen met daarop de geweigerde uitstelverzoeken. In juni 2010 zullen dan de inleverschema’s worden toegezonden. Voor aangiften waarvoor het uitstel is goedgekeurd, geldt dan een uiterste indiendatum van 1 mei 2011. An
Fraudeonderzoek
Meta-mode
et is dit jaar voor het eerst ook mogelijk om elektronisch uitstel aan te vragen voor cliënten met een gebroken boekjaar.
Elektronisch uitstel gebroken boekjaar
Het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) in Amsterdam gaat in samenwerking met PricewaterhouseCoopers, de Belastingdienst en ComputationalAuditing.com onderzoek doen naar auditingdiensten die de financiële en administratieve processen in bedrijven real-time kunnen monitoren.
V
olgens een recent kwartaalbericht van de Bank of International Settlements (BIS) bedraagt de omvang van de weinig transparante derivatenmarkt 600.000 miljard US$. In de EU bedraagt de geschatte fraude met BTW tussen de € 200 en € 250 miljard per jaar. Met de resultaten uit het onderzoek naar transparante administratieve processen kunnen obscure en illegale praktijken in een vroeg stadium aan het licht worden gebracht. Accountants kunnen zo de kwaliteit en stabiliteit van het financiële systeem beter waarborgen, de betrouwbaarheid van services zichtbaar maken en daarnaast kosten besparen.
Centraal in het onderzoek staat de ontwikkeling van een meta-mode. Met nieuw te ontwikkelen domeinspecifieke talen worden daarmee verschillende bedrijfsmodellen beschreven, op basis waarvan automatisch auditing-diensten worden gegenereerd. Deze auditingdiensten voeren voortdurend real-time controles uit op de financiële bedrijfsvoering van organisaties. CWI stelt hiervoor de onlangs door haar ontwikkelde metaprogrammeertaal Rascal ter beschikking. Softwareanalysetechnieken, zoals architectuurreconstructie en analyse van versiehistories, worden in het onderzoek gebruikt om data uit financiële rapporten en uit de broncode van IT-systemen af te leiden. Het onderzoek is gebaseerd op een kernconcept uit de Nederlandse accountancytheorie: de super-cycle (waardekringloop), die de verbanden tussen de verschillende bedrijfsprocessen weergeeft en de interactie tussen organisatie en accountant beschrijft. An
KroeseWevers herstructureert vestigingen Raalte en Deventer
K
roeseWevers accountants en belastingadviseurs gaat haar dienstverlening in Salland herstructureren. De sterke groei van de organisatie in deze regio gedurende de afgelopen jaren ligt hieraan ten grondslag. Zo wordt het kantoor
Deventer in de nieuwe constellatie ook de back-office voor de Raalter vestiging en verhuizen enige medewerkers van Raalte naar Deventer. Het kantoor verlaat Raalte dus niet, maar centraliseert wel een aantal diensten. An 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
Bent ú in control, terwijl alles in beweging is…? Manage met Alure!
• CRM
• Uren & Declaratie
• Document Management
• Planning & Control
• Workflow
• Financieel
• ClientPortal
• Online Diensten
• SRA~Alure Template
• Specifiek ontwikkeld voor accountancy, fiscale dienstverlening en administratiekantoren • Dé standaard oplossing in ’Best of Breed’, 50% marktaandeel boven 20 werkplekken • Connectoren met vrijwel alle (vaktechnische) applicaties in de branche • Hoogwaardige expertise door consultants die uw taal spreken • Schaalbaar voor elke organisatie en bedrijfsgrootte van 5 tot 1000+ werkplekken! • Samenwerking met SRA garandeert maximale ondersteuning van wet- en regelgeving • Ontwikkeld en geleverd vanuit de bron, Innolan BV
T: (074) 265 1111 E:
[email protected] I: www.innolan.nl
An
nieuws
Overdrachten RA-praktijken
Op korte termijn genoeg opvolgers beschikbaar
U
it het bovenste histogram blijkt dat er een mooie spreiding te zien is ten aanzien van de leeftijd van de RA-vennoten. In de leeftijdscategorie 40 -46 jaar zijn de RA-vennoten het sterkst vertegenwoordigd, voor de jongere en oudere leeftijdscategorieën neemt de representatie redelijk geleidelijk af. De groep RA-vennoten boven de 60 jaar maakt ongeveer 7% van de groep uit. Dat zijn er ongeveer 110 van de circa 1.400. Deze vennoten zullen zich in de nabije toekomst moeten voorbereiden op de verkoop van hun praktijkdeel. De groep die daadwerkelijk te maken krijgt met verkoop zal uiteindelijk groter zijn. Er zijn immers altijd nog andere, al dan niet te voorziene redenen waarom RAvennoten kunnen besluiten voortijdig uit te treden.
Toestroom Is er dan sprake van een gerede kans op discontinuïteit van de praktijken? Full•Finance verwacht dit niet. Er zijn voldoende jonge en ervaren medewerkers die een vennotenpositie kunnen overnemen van de oudere RA-vennoten. Uit het onderste histogram blijkt niet alleen dat de meeste RA-medewerkers 33 jaar zijn, maar ook dat er sowieso een aardig potentieel aan RA-medewerkers tussen de 30 en 40 jaar is, die zouden kunnen doorschuiven naar de positie van RA-vennoot. Hoeveel RA-medewerkers er daadwerkelijk zullen klaar staan die voldoende capabel zijn en ook de intentie hebben om daadwerkelijk vennoot te worden, is een
8
www.accountancynieuws.nl
Leeftijden RA-vennoten 120 100 80 60 40
0
Leeftijd
20 30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
50
52
54
56
58
60
62
64
66
68
70
72
74
76
60
62
64
66
68
70
Leeftijden RA-medewerkers 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Leeftijd
De komende vijf jaar zal circa 7% van de RA-vennoten overgaan tot verkoop van zijn praktijk(deel). Het goede nieuws is dat er op die termijn voldoende jonge en ervaren RA’s beschikbaar zullen zijn om hen op te volgen. Dat blijkt uit deskresearch van Arjen Schutte van Full•Finance op basis van gegevens van het NIVRA.
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44
onbekend, maar uiteraard dynamisch gegeven. Wel is bekend hoeveel procent van de RA-medewerkers van plan is om het openbare accountantsberoep te verlaten: dat is ongeveer 25% (Accountancy Beloningsonderzoek 2009, Reed Business/NIVRA). Uit diezelfde bron blijkt dat eveneens ongeveer een kwart van de RAstudenten van plan is om binnen nu en vijf jaar buiten de openbare accountancy te gaan werken. Het zou interessant zijn om te weten welk concreet beeld er gaat ontstaan als dit toekomstperspectief over
46
48
50
52
54
56
58
de hierboven geschetste situatie zou worden heengelegd. De functies zijn door de RA-vennoten zelf opgegeven; doordat niet alle vennoten hun functie als zodanig opgeven, zijn de in dit artikel vermelde gegevens schattingen met een marge van maximaal 10%. An Drs. Arjen Schutte RAB, werkzaam bij Full•Finance als adviseur fusies en overnames voor accountantskantoren. Deze analyse vond plaats in samenwerking met het NIVRA.
Tweede Kamer verklaart fusieplannen NIVRA en NOvAA niet controversieel
D
e Vaste Kamercommissie van Financiën besprak onlangs de brief die minister De Jager verstuurde over de fusie tussen NIVRA en NOvAA. De Kamer wil het voorstel tot wetgeving afwachten en ziet geen problemen in de fusie. Dat betekent dat de fusie-
plannen niet controversieel zijn verklaard. Wel verwacht een aantal Kamerleden nog een antwoord van de minister. Dat betreft vragen die nog uit de periode van de WTA-discussie in de Tweede Kamer dateren over titelgebruik en de pbo-status. An 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
nieuws
An
Keurmerk E-factureren half april beschikbaar Het Keurmerk E-factureren komt medio april beschikbaar. De instelling van dit keurmerk moet er toe leiden dat e-factureren op grotere schaal wordt toegepast.
H
et vertrouwen in e-factureren, dat hiermee hand in hand gaat, moet hierdoor eveneens worden gestimuleerd. Wanneer dit lukt, kunnen ondernemingen forse besparingen op dit gebied tegemoet zien, aldus Friso de Jong, voorzitter Stichting Factuurwijzer en initiatiefnemer van het Keurmerk E-factureren. Het Keurmerk E-factureren is een ‘horizontaal keurmerk’. Dat wil zeggen dat het zich richt op alle organisaties die met elektronische facturen te maken hebben of krijgen. Het Keurmerk is daarbij van toepassing op alle elektronische facturen en bijlagen. Ongeacht de vraag of het gaat om in- of verkoopfacturen en ongeacht de aard van verzender of ontvanger.
Minimumeisen De keurmerkbeginselen zijn opgesteld op basis van diverse gezaghebbende bronnen. Zij vormen de minimumeisen waaraan een keurmerkvoerder (een organisatie die het keurmerk wil gebruiken) zich vrijwillig wil verbinden, zoals: naleven van wet- en regelgeving, gelijkheid tussen papieren en elektronische facturen, geen gedwongen overstap, voorkomen van customer lock-in, rechtstreeks en permanent toegankelijke bereikbaarheidsgegevens, betrouwbare organisatie en bedrijfscontinuïteit, controleerbaarheid, vertrouwelijkheid en privacy, grensoverschrijdende facturen en geschillenbeslechting.
Voordelen keurmerkvoerders Het voeren van het Keurmerk E-factureren levert meer vertrouwen in elektronisch factureren op, wat kan leiden tot daadwerkelijk overschakelen hierop, met hieraan gerelateerde mogelijke be-
sparingen. De voordelen voor organisaties/consumenten die elektronische facturen ontvangen van een keurmerkvoerder zijn: • bij vragen en onjuistheden kan gemakkelijk en rechtstreeks contact op worden genomen met de keurmerkvoerder via de hyperlink in het keurmerk; • niet - financieel - worden gedwongen om over te stappen op e-factureren; gelijkheid tussen papieren en elektronische facturen; • beschikking kunnen blijven houden over verzonden en ontvangen elektronische facturen; ook bij een overstap naar een andere leverancier; • er op kunnen vertrouwen dat wordt voldaan aan de wetten en regels rondom fiscale controle en privacy; • de keurmerkvoerder kunnen beoordelen. • onafhankelijke geschillenbeslechting. Zie ook www.keurmerkefactureren.nl. An
Masterclass 20 april 2010 | Mediaplaza Utrecht | Thema: Transparantie
Ɣ XBRL ƔVooruitstrevend Denken Ɣ Accountant 2.0 ƔSocial Media in de praktijk Advertentie_180x124mm_accn_halve pagina.indd 1
Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
Meer informatie of inschrijven? WWWTWINlELDNLMASTERCLASS
20 april 2010 | Thema: Transparantie
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
02-04-10 09:31
www.accountancynieuws.nl
9
An
nieuws
In het nieuws:
Dennis van Heteren AA van JAN© Accountants & Belastingsadviseurs Op 25 maart jl. werd de regiowinnaar West van de SRA-Overname Award bekendgemaakt. De eer ging naar Ed Magnée, medeoprichter en directeur van het bedrijf Alares uit Den Haag, en Ad Hendriksen AA en Dennis van Heteren AA van JAN© Accountants & Belastingsadviseurs in Zwanenburg. Alares schakelde de hulp van JAN© Accountants & Belastingsadviseurs in om de overname van een andere partij beter te kunnen realiseren. Een paar vragen aan Dennis van Heteren AA over dit traject.
Kon Alares zich gelijk vinden in jullie over nameadvies? ‘De directie van Alares, een adviesbureau ‘op het snijvlak van innovatie en organisa tie’, heeft een sterke visie. Afscheid nemen van één van de oorspronkelijke aandeel houders was een onvermij delijke stap in het realiseren van deze visie. Wij hebben een aantal scenario’s door gerekend, waaruit ook bleek dat een overname tot de bes te aandeelhouderwaarde zou leiden. Het lastige aan deze case was dat de ene aandeel houder graag wilde kopen en de andere aandeelhouder geen behoefte had om te ver kopen. In overleg met ons en de juridische adviseur nam Alares op een aantal kritieke momenten de juiste beslui ten, waardoor het proces niet stagneerde.’
10
www.accountancynieuws.nl
Waarom krijgt Ed Mag neé de prijs en krijgen jullie alleen de ‘eer’? ‘Onze prijs zit in de waarde ring voor ons werk. In de eerste plaats is dat de waar dering door de klant en daarnaast de waardering door onze beroepsorganisa tie. Onze organisatie heeft de advisering op het gebied van koop, verkoop en waar deringen van ondernemin gen sinds kort samenge voegd in JAN© Overnames & Waarderingen. Een speci alisme binnen onze organi satie waarvan wij veel ver wachten. Het mogen deel uitmaken van het ‘winnende team’ en de publiciteit die deze ‘eer’ geeft, is voor ons de beste referentie om nieu we opdrachten op dit vlak te kunnen verwerven.’
Waar bleek voor u als accountant de meeste waardering uit bij het juryrapport? ‘Wij hebben het juryrapport nog niet mogen inzien. Het juryrapport wordt tijdens de finale op 14 april a.s. toege licht. Tot die tijd blijft het voor ons ook nog een ver rassing.’ An
Graydon: ‘Bedrijven depone ren nog steeds slecht, maar het gaat iets beter’ Alhoewel op dit moment gemiddeld 15% van de ondernemingen nog steeds de jaarstukken over de boekjaren 2005, 2006 en 2007 niet deponeerde bij de Kamer van Koophandel – en dit percentage voor de jaarstukken 2008 op 35,6 procent ligt – gaat het toch ietsje beter met het tijdig deponeren, zo stelt kredietmanagementbureau Graydon op basis van onderzoek i.s.m. Het Financieele Dagblad.
D
e 35,6 procent niet tijdig deponerende onderne mingen over 2008 staan gelijk aan 250.000 bedrijven, die daarmee formeel een econo misch delict plegen. Toch tonen de resultaten over 2008
een lichte verbetering aan in vergelijking met voorgaande jaren, toen circa 40% van de ondernemingen de jaarcijfers niet op tijd indiende. Depone ringsplichtige ondernemingen moeten, zoals bekend, binnen een wettelijke termijn van 7 maanden hun jaarcijfers depo neren. Alleen vanwege bijzon dere omstandigheden kan een onderneming maximaal 6 maanden uitstel krijgen, waar mee de termijn kan worden opgerekt tot 13 maanden na afsluiting van het boekjaar. Gebrekkig inzicht vanwege niet niet of te laat publiceren van de cijfers zet kredietver lening echter al bij voorbaat onder druk. Zie ook pag. 19 van deze AN. An
Werken bij WEA?
Een wijs besluit!
Heb je ambities om door te groeien en wil je werken aan je adviesvaardigheden? Dan biedt WEA de volgende functies:
Manager accountancy m/v Medewerker accountancy m/v Zie voor de complete vacaturetekst: www.wea.nl/vacatures/ noord-holland
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
nieuws
VAS/NIVRA-symposium 2010 op 29 april a.s.
Internationalisering en specialisatie van het accountantsonderwijs Internationalisering en specialisatie van het accountantsonderwijs. Hierover gaat het symposium dat de Vereniging van Accountancy Studenten (VAS) en het Koninklijk NIVRA gezamenlijk organiseren op 29 april a.s. Het symposium is een waardige, complementaire opvolger van het vorige symposium in 2008, dat het thema ‘RA van de toekomst’ had.
H
et programma en de genodigde sprekers zien er veelbelovend uit. Dagvoorzitter Jules Muis leidt dit symposium, en naast zijn inbreng kunnen belangstellenden rekenen op interessante bijdragen van onder anderen prof. M. (Mark) Alisson CA (Bestuursvoorzitter IAESB, education chair of the IFAC), Philip Wallage namens CEA, en Leen Paape belicht het onderwerp vanuit zijn positie als de dean van Nyenrode School of Accountancy & Controlling. Namens de VAS houdt Tom Ooms een betoog over de
Het inhoudelijke gedeelte van het symposium begint om 11:00 uur en eindigt om 16:30 uur. Locatie is landgoed Nyenrode, te Breukelen. Doelgroep: een ieder die iets met de accountantsopleiding te maken heeft (universiteiten, docenten, hoogleraren, studenten, werkgevers, e.d.), en overige geïnteresseerden. Het symposium is gratis en kan voor RA’s 5 PE-punten opleveren. Zie de website www.vasonline.nl/symposium voor aanmelding en extra info. An Lees de uitgebreide inhoud van het symposium in de agenda van www.accountancynieuws.nl.
Verder in het nieuws
Informatie en aanmelden
Eumedion tevreden over NIVRA-rapport
‘Vóór betere vergelijkbaarheid niet-financiële informatie’ Het NIVRA-rapport ‘Meer dan euro’s alleen’ kan op goedkeuring rekenen van Eumedion, de belangenorganisatie van institutionele beleggers op het terrein van corporate governance. Eumedion is ook een voorstander van het vergroten van de vergelijkbaarheid en begrijpelijkheid van niet-financiële informatie.
W
el ziet Eumedion nog wat haken en ogen als het gaat om relevantie. Die kan volgens de organisatie per branche en zelfs per onderneming sterk verschillen. ‘Enige ruimte voor maatwerk ligt vanuit dit oogpunt voor de hand en is ook in het belang van de behoefte van institutionele beleggers om vooral relevante niet-financiële informatie ter beschikking te krijgen,’ aldus Eumedion. Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
Meest gelezen nieuwsberichten op www.accountancynieuws.nl • Inschrijving AA doorgehaald: Weigering toetsing vanwege kosten • Accon AVM: Verplaatsing bedrijf naar het buitenland zonder belasting te betalen kan • Wessanen draagt Deloitte voor als nieuwe externe accountant • BV Veendam moet GIBO Groep schadevergoeding betalen • Accon AVM en Grant Thornton op overnamepad • Deloitte: Zwartspaarders zijn slecht af in Nederland • Graydon: half miljoen jaarstukken nog niet gepubliceerd • Accon AVM: werkgevers duurder uit met uniformering loonbegrip • Klacht bij Accountantskamer: drie RA’s doen aan geschiedvervalsing • Studie: accountants moeten communicatieve en commerciële vaardigheden verbeteren
mogelijkheid tot specialisatiefases in de opleiding en het daarin verweven van een internationale onderwijsstandaard (die vrij verkeer van accountancystudenten en accountants mogelijk maakt).
Zekerheid Assurance van niet-financiële informatie door de externe accountant zou volgens Eumedion niet verplicht moeten zijn, zeker niet als die assurance wordt verschaft in de vorm van assurancerapport zoals dit thans in de praktijk gebruikelijk is. De daarin gehanteerde twee zekerheidsniveaus wekken volgens Eumedion ‘alleen maar verwarring’. Als een onderneming er voor kiest om de accountant assurance te laten verschaffen, wil Eumedion dat de accountant in zijn rapportage meer expliciet inzicht geeft in de verrichte werkzaamheden, de belangrijkste discussiepunten met de onderneming, de kwaliteit van de informatieverschaffing en de mate van consistentie in de verantwoording door de onderneming. An
An
• Geslaagde aanleveringen eerste SBR-berichten bij deelnemende banken • Nieuwe controlestandaarden (NV COS) vastgesteld • NIVRA onderzoekt gebruik sociale netwerksites door accountants • AFM: Driekwart pensioenadviezen aan MKB onvoldoende • CBS: Prijsindex accountantscontrole in 2009 licht omlaag • Accountantskantoren huiverig voor inhuren zzp’ers • Zwartspaarders zijn slecht af in Nederland • Deloitte partner van drie golftoernooien • Accountants en software engineering onderzoekers pakken samen fraude aan • Alfa Kollum officieel geopend • Wetsvoorstel: Risicoinventarisatie voor kleine werkgever gemakkelijker • Ernst & Young lanceert Africa Business Centre
www.accountancynieuws.nl
11
interview
An
Arie Elsenaar RA RE van Deloitte over accountantswerk publieke sector in vergelijking met andere sectoren
Publieke sector verlangt kritische accountant, met ‘politiek gevoel’ Frans Heitling Accountant zijn in de publieke sector is iets anders dan accountant zijn ten behoeve van private ondernemingen. Het maakt wat uit of je als accountant rapporteert aan een politiek-bestuurlijk orgaan of aan het management of de aandeelhouders van een onderneming. De grote overeenkomst is dat je voor beide een kritische blik en instelling nodig hebt.
A
rie Elsenaar is partner bij Deloitte en houdt zich bij uitstek bezig met lokaal bestuur. Zoals voor ondernemingen Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek, de RJ-richtlijnen of IFRS-standaarden van toepassing zijn, zo geldt voor het lokale bestuur het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies en het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten.
12
www.accountancynieuws.nl
Dit is in veel opzichten een ander verantwoordingskader dan wat geldt voor private organisaties. Dat maakt het accountantswerk anders. De voorschriften en de stakeholders zijn anders. Volgens Elsenaar betekent dat niet dat je per se een ander soort accountant nodig hebt. De basishouding: een accountant heeft een kritische blik en opstelling, geldt in alle segmenten. Een accountant die werkt ten
behoeve van de publieke sector moet echter wel weten dat hij rapporteert aan een politiek orgaan en dat is wel wat anders.
Taak gemeenteraad Uiteindelijk is het aan een gemeenteraad om wat te doen met de informatie die een accountant levert. Sinds het begin van deze eeuw is er veel veranderd op het gebied van de regelgeving. Met de komst van het dualisme in 2002 – burgemeester en wethouders voeren het lokale beleid uit en de gemeenteraad heeft een kaderstellende en controlerende taak – en het Besluit Begroting en Verantwoording van gemeenten en provincies in 2004 zijn er 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
interview wel kwaliteitsslagen gemaakt, consta teert Elsenaar. De bedrijfsvoering en de financiële verantwoordingen van de ge meenten zijn daadwerkelijk naar een ho ger plan getild. Daarmee is nog niet alles opgelost. Of een college binnen haar be groting is gebleven, is relatief eenvoudig vast te stellen. Het laatste stukje, het me ten van de effecten van beleid, is nog steeds lastig. ‘Dat mag nog wel een slag dieper,’ stelt hij. De programmabegro ting wordt vaak ten onrechte gezien als het enige kaderstellende beleidsstuk waarin dit tot uitdrukking moet komen. Echter, ook de onderliggende beleids nota’s zijn als kaderstellend instrument waardevol, omdat daarin over meerdere jaren kaders worden gesteld en waarover verantwoording wordt afgelegd. Effecten van eigen reïntegratieinspanningen, werkzoekenden naar de arbeidsmarkt brengen, zijn doorgaans moeilijk te me ten. Want is het bereikte effect of het uit blijven daarvan nu het resultaat van je eigen beleid of zijn er ook nog andere factoren? Maar ook de vraag: zijn er an dere autonome effecten? Loopt de werk gelegenheid landelijk terug als gevolg van de recessie?’ Het voeren van eigen beleid door de ge meenteraad kent ook zijn beperkingen. 80% van de uitgaven bestaat uit de uit voering van medebewindstaken (uitke ringen verstrekken, vergunningen ver lenen, paspoortenuitgifte, etc.), ofwel taken die een gemeente moet uitvoeren. De eigen financiële beleidsruimte van een gemeente daarentegen bedraagt slechts 20%. Er worden nu omvangrijke landelij ke bezuinigingen aangekondigd die ook de gemeenten zullen treffen. ‘Daarnaast moeten gemeenten bezuinigen door de teruglopende opbrengsten van het grondbedrijf, de lagere opbrengst van de bouwleges en de hogere bijstandsuit keringen.’ Elsenaar is vaak verbaasd om te zien waar gemeenten dan op gaan stu ren: ‘Zij geven bijvoorbeeld aan de inhuur van derden veel te duur te vinden. Terwijl ik vind dat je juist veel meer gebruik zou moeten maken van de inhuur van derden. Dat is vaak veel goedkoper. Gemeentes die veel inhuur hebben, hebben een knop om aan te draaien. Die kunnen zeggen ‘Ik bouw het af ’. Een groot ambtelijk apparaat afbouwen gaat niet zo maar.’ Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
Elsenaar schat in dat de komende raads periode een beleidsarme periode wordt. Bezuinigen is het devies.
An
goedkeurende verklaring afgeven.’ Dat is dan ook de reden dat het ministerie van Binnenlandse Zaken tot nu toe terughou dend is om deze werkwijze toe te staan.
Verschil publieke en private sector ‘In principe is er geen verschil,’ consta teert Elsenaar. Een uitspraak die hij even later overigens wel weer nuanceert. ‘Accountants richten zich op het maat schappelijk verkeer dat besluiten neemt op basis van de jaarrekening die er ligt. Dat is hetzelfde. De manier waarop we dat doen en de voorschriften die er aan ten grondslag liggen zijn anders.’ De ac countantscontrole bij een gemeente richt zich enerzijds op het vaststellen dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid, net als in het bedrijfsle ven. Bij gemeenten komt daar vervolgens een oordeel bij over de financiële recht matigheid. Met andere woorden: zijn de baten en lasten en balansmutaties recht matig tot stand gekomen? ‘Binnen één verklaring geven wij dus twee verschillen de oordelen, dat kent het bedrijfsleven niet. Het één is een toestand, het ander een beweging.’ Wat als een van de twee oordelen negatief zou zijn? Is dan het geheel niet goed? Elsenaar constateert dat dat mogelijk is en in de beginperiode ook vaker voor kwam. Nu komt dat nog in beperkte mate voor. Hij wijst in dit kader ook op een pilot van de Vereniging van Neder landse Gemeenten. Bij een paar pilot gemeenten gaven de colleges van B en W een zogenaamd ‘in control statement’ af in de jaarrekening, waarin zij verant woording afleggen of de gemeente op rechtmatigheidsgebied in control is. Dit ‘in control statement’ is dan weer onder deel van de accountantscontrole. De ac countant onderzoekt of het ‘in control statement’ in overeenstemming is met zijn bevindingen, maar betrekt dit in zijn oordeel over het getrouwe beeld. Een apart rechtmatigheidsoordeel wordt dan niet meer gegeven. Zo’n ‘in control statement’ heeft overi gens ook wel weer beperkingen. ‘B en W kunnen daarin aangeven dat zij niet in control zijn. Dat is op zo’n moment wel een getrouw beeld van de werkelijkheid. Zelfs als de rechtmatigheid dan toch niet in orde is, kunnen accountants wel een
Attitude accountant ‘Een accountant die werkzaam is in de publieke sector hoeft geen andere hou ding te hebben dan een accountant in de private sector. Hij hoeft niet op een ande re manier kritisch te zijn.’ Ook dat is een oordeel dat Elsenaar even later nuan ceert. ‘Je moet je er wel bewust van zijn dat je aan een politiek orgaan rappor teert. In een raadsvergadering mogen zich geen discussies meer voordoen over feiten, die moeten kloppen. Anders is dat funest. Dat heb je door hoor en weder hoor vastgesteld. Adviezen die je geeft, moeten gaan in de richting waarin de or ganisatie zich ontwikkelt, tenzij je dat na tuurlijk geen goede ontwikkeling vindt.’ Elsenaar laat niet alleen accountants in zijn controleteams meelopen, maar ook organisatiedeskundigen en real estate ex perts. Die laatste zijn op dit moment erg belangrijk, omdat – door de terugloop in de bouw – de resultaten van veel grondbe drijven van gemeenten onder druk staan en er mogelijk extra afgeschreven moet worden op onderhanden werk. Het gesprek komt daarmee weer bijna au tomatisch op de rode draad: de regelge ving rond de verslaggeving in de publieke sector verschilt fundamenteel van de ver slaggevingsregels voor de private sector. Geen BW2, geen RJregels, geen IFRS. En opnieuw komt hij met een voorbeeld. Wanneer bij een gemeente de pensioen verplichtingen jaarlijks van gelijke om vang zijn, mogen die niet als een verplich te voorziening in een jaarrekening worden opgenomen. Zo lang ze maar wel structu reel in de begroting zijn opgenomen. ‘In het bedrijfsleven is dat ondenkbaar, pensioenverplichtingen moeten in de jaar rekening verwerkt worden.’ Een ander voorbeeld is het hanteren van afschrij vingstermijnen. Daarin hebben gemeen ten relatief veel vrijheid, omdat bij ge meenten onderscheid wordt gemaakt in investeringen met economisch nut en investeringen met maatschappelijk nut. Gemeenten moeten investeringen met een economisch nut via bedrijfseconomische grondslagen afschrijven, investeringen www.accountancynieuws.nl
13
An
interview met maatschappelijk nut mogen worden afgeschreven, het liefst in één keer. In het bedrijfsleven is dat ondenkbaar.
Financiële positie Bij het beoordelen van de financiële positie van gemeenten zijn veel componenten van belang. Elsenaar: ‘Je moet niet alleen kijken naar de algemene reserves. Belangrijk is het om te weten welke mogelijkheden je als gemeentelijke organisatie hebt om tegenvallers op te vangen. Dat betekent dat je de risico’s moet kennen, maar ook de mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen wanneer die zich voordoen. Zijn je heffingen kostendekkend? Is er ruimte om de tarieven van de Onroerende Zaak Belasting te verhogen? Zijn er niet-bedrijfsgebonden materiële activa te gelde te maken, hangt er bijvoorbeeld ergens een Mondriaan aan de muur, die voor 1 euro in de boeken staat?’
Geschiedenis Zoals voor veel kantoren geldt, is ook Deloitte het resultaat van talloze fusies.
In de publieke sector werd de VB-groep, die weer zijn oorsprong vond in de VNG, eind jaren negentig door Deloitte overgenomen. Deloitte is blijven investeren in de publieke sectortak van het kantoor. Nieuwe kansen dienden zich aan in de bredere dienstverlening die door de fusie ontstond, maar ook extra kansen in de markten als gezondheidszorg, woningcorporaties en onderwijsinstellingen. Deloitte bracht de voordelen van een veel grotere organisatie, zoals – toen al – geautomatiseerde controledossiers en een groot vaktechnisch bureau. Die ontwikkelingen gaan verder. De nieuwste loot is online ondersteuning van de interne controlefunctie binnen gemeenten. Software waarmee cliënten hun eigen interne controle kunnen doen. ‘Web based, dus geen zorgen over implementatie en back-ups. Wanneer gemeenten dat willen, kunnen we meekijken. Het systeem is altijd aangepast aan de laatste stand van zaken in de regelgeving.’ Dit systeem voor interne controle sluit naadloos aan op de systemen die Deloitte
gebruikt voor haar interim- en jaarrekeningcontroles. Het mes snijdt daarmee aan twee kanten. Audit public sector is een specialisme binnen Deloitte. Daarbij geldt dat partners vaak niet meer dan 2 specialismen hebben. Maar wel dat zij binnen hun specialisme altijd meerdere klanten hebben. Voor deelgebieden zijn er binnen de eigen organisatie weer aparte specialisten, bijvoorbeeld voor de omgevingsvergunning (WABO) en de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). An
GaUbFY[]ghYfJU`iUhcfg 6ifYUijccf cbXYfbYa]b[gkUUfXYf]b[
6]^Z]bUbW]`YjYfg`U[[Yj]b[ghUUbdifW\UgYdf]WYU``cWUh]cbgYb]adU]faYbh UbU`mgYg\cc[cdXYU[YbXUjUbXYcbXYfbYa]b[Yb\UUfUWWcibhUbh" GaUbFY[]ghYfJU`iUhcfgV]YXhXUUfV]^XYVYbcX][XYYldYfh]gY"Ncn]^bk]^ VYhfc__YbV]^kUUfXYf]b[YbjUb]aaUhYf]`YjUghYUWh]jU ncU`gdUhYbhYbYb i]h[YYZfYW\hYb"AUUfcc_]b!dfcWYggfYgYUfW\XYjY`cdaYbh]bXYV]chYW\bc`c[]Y VY\ccfhhchcbnYkYf_jY`XYb"kkk"gaUb"b`
89?=9AJ5B K55F89CBHK=??9@=B;¼ =bn]W\h]bkUUfXY
14
www.accountancynieuws.nl
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
column
An
Joost Groeneveld
Aandeelhouderwaarde in de schil A
andeelhouderwaarde is dat deel van de onder nemingswaarde dat voor de verschaffers van het eigen vermogen beschikbaar is. In het algemeen wordt de ondernemingswaarde bepaald door de te verwachten vrije geldstromen te waarderen aan de hand van de geëigende vermogenskostenvoet. Daarbij niet te vergeten de waarde van het taxshield en de nietbedrijfsgebonden activa (excess cash). De kostenvoet is hoger naarmate de risico opslag in de vermogenskostenvoet hoger oploopt. Op zijn beurt is de hoogte van de risicoopslag afhankelijk van het risicoprofiel rond de verwachte geldstromen. Aandeelhouderwaarde is zodoende de resultante van ver wachte operationele geldstromen, verwachte investerings bedragen, belastingheffing, financiering, kostenverhoudin gen op de financiële markten, risicoopslagen en terzijde van de bedrijfsvoering plus/min mogelijke spaarpotjes of overschotten. Het streven naar aandeelhouderwaarde impliceert beoordeling van risico en beheersing van geld stromen. Daarom is het zo vreemd dat deze gerichtheid de financiële prestaties van bedrijven zou verslechteren. En toch is dát de uitkomst van het promotieonderzoek door PieterJan Bezemer, zoals dat met betrekking tot de door hem onderzochte top100 beursgenoteerde onder nemingen in het desbetreffende persbericht werd gemeld. Bezemers verklaring is de volgende (de Volkskrant, 17 maart 2010): ‘Focus op aandeelhouderswaarde leidt tot winst op de korte termijn, maar er is minder oog voor innovatie en de winstgevendheid op lange termijn. Neem bijvoorbeeld de beloningsplannen die vooral kijken naar de prestaties op de korte termijn’. De focus op aandeel houderwaarde leidt volgens Bezemer dus tot winst op korte termijn. En is winst niet bij uitstek de maatstaf voor financiële prestaties? Die zouden juist verslechteren. Dus een inconsistentie? Nee, Bezemer zal bedoelen dat de winst op korte termijn ten laste gaat van de winst op lange termijn. Maar ligt dat aan de focus op aandeelhouder waarde? Ik denk van niet. Aandeelhouderwaarde heeft niets met winst te maken. Winst kan van alles zijn, maar het is geen geld. Winst is in feite een egalisator: een strijk ijzer dat de plooien van de geldstromen over de jaren glad strijkt. Met afschrijvingen, voorzieningen, amortisatie van gerealiseerde winst, voorzichtigheid, afboekingen en bij boekingen, Lifo’s en Fifo’s. Toegegeven: een knap staaltje Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
accounting. Maar wel iets heel anders dan waarde. En hoe zit het met die termijnen? Van belang voor aandeelhouder waarde is dat alle verwachte vrije geldstromen ‘eeuwig durend’ worden meegerekend. Het is dan moeilijk voor te stellen dat de focus alleen de korte termijn zou betreffen. Met betrekking tot innovatie moet worden opgemerkt dat – behalve voor ondernemingen die als cashcows kunnen worden getypeerd – innovatie en de investering daarin bij uitstek de middelen zijn om de toekomstige geldstromen te onderhouden en te laten groeien. Wel is innovatie naar haar aard riskant. Maar zonder innovatie eindigt de onder neming bij de horizon van de levenscyclus van het bestaande product. In de bedrijfseconomie zijn in de loop der decennia allerlei ondernemingsdoelstellingen bedacht. Klassiek daarin is het streven naar maximale winst. Even klassiek daarbij is de voorwaarde dat dit stre ven niet de winst op lange termijn in gevaar mag brengen. Immers, de opvolgende doelstelling was altijd continuïteit. Van Th. Limperg kennen we zelfs de wet van de continuï teit. Met betrekking tot winst bestond – ook in dit kader te zien – de onopgeloste problematiek van de (niet)uitkeer bare winst (H.C. van Straaten, 1957). Binnen het Limperg Instituut heeft in 1984 een commissie gerapporteerd over een ‘operationeel winstbegrip’ (in wezen toegevoegde waarde). Schijnwinst was een erkend begrip. Dan is er ook het verschil tussen enerzijds winst en anderzijds vermo gensmutaties terzijde van de winst. En zijn er gebeurtenis sen na balansdatum. Voor al die problemen hebben winst begrippen nooit een oplossing gebracht. En al zeker niet om de lange termijn voorrang te geven boven de korte termijn. Daarvoor is een economische benadering van waarde nodig. Bijvoorbeeld aandeelhouderwaarde. Bezemer identificeert aandeelhouderwaarde met ‘het Angelsaksische spel ... meer gebruik van optieregelingen, inkoopprogramma’s van eigen aandelen en technieken voor het creëren van economische waarde (EVA)’. Zonder identificatie zou aandeelhouderwaarde worden onder scheiden van bepaald gebruik daarvan. Misschien is dat hier en daar wel misbruik. Zoals een aardappelschilmesje bij misbruik een dodelijk steekwapen kan zijn. Recept Bezemer: voortaan eten we alles in de schil. An Joost Groeneveld RA RV, directeur Wingman Business Valuators B.V, Breda www.accountancynieuws.nl
15
pensioenen
An
Hoe (on)bereikbaar is pensioenadvies voor de MKB-ondernemer (deel III)
Leidraad pensioenadvisering eist actieve rol adviseur in adviesproces Jack Borremans en Roel Nass De leidraad pensioenadvisering van de AFM streeft naar een zeer compleet en reproduceerbaar adviesdossier. In hoeverre kleine MKB-ondernemingen bereid of in staat zijn om dit te betalen – en daarmee dus toegang blijven houden tot goed advies – is op dit moment de vraag. Zeker nu de eisen met betrekking tot transparante beloning van de pensioenadviseur leiden tot volledig inzicht voor de ondernemer in de advieskosten. De adviseur zal op zijn beurt een zeer actieve rol in het adviesproces moeten innemen. Mede naar aanleiding van het AFM-bericht van 1 april jl. dat driekwart van de pensioenadviezen aan het MKB onder de maat is.
D
e AFM heeft met de leidraad pensioenadvisering de logische volgorde van een zorgvuldig pensioenadvies gevolgd. Goed advies begint immers met een analyse van de wensen en doelstellingen ten aanzien van de pensioenovereenkomst. De pensioenovereenkomst is de arbeidsvoorwaardelijke afspraak tussen werkgever en werk nemer(s) en zal uiteindelijk kunnen leiden tot een pensioenverzekeringsproduct, in casu de uitvoeringsovereenkomst. Zodra de uitvoeringsovereenkomst tot stand komt, ontstaat er ook een contractuele relatie tussen de pensioenuitvoerder en de deelnemer. Deze wordt vastgelegd in het pensioenreglement. Deze valt merkwaardig genoeg buiten de reikwijdte van de leidraad pensioenadvisering. Wij menen dat de afspraken die worden vastgelegd in het pensioenreglement tot stand komen in het kader van de uitvoeringsovereenkomst en onderdeel behoren te zijn van het adviestraject.
Opbouw leidraad De leidraad bestaat uit tien afleveringen, waarin onderscheid gemaakt is in: • het adviseren rondom de inhoud van de pensioenovereenkomst (afl. 2 t/m 5); • de uitvoeringsovereenkomst (afl. 7); • wijzigingen in pensioen- en uitvoeringsovereenkomst (aflevering 8); en • advies aan werknemer (aflevering 9). Aflevering 1 is de inleiding, aflevering 6 en aflevering 10 zijn samenvattingen.
16
www.accountancynieuws.nl
Het gaat te ver om alle afleveringen uitgebreid te bespreken, dus beperken wij ons tot een aantal opvallende zaken die in sommige gevallen onherroepelijk ook de accountant in het wettelijk adviestraject gaan betrekken.
Aflevering 2 – CAO of BPF van toepassing? In aflevering 2 staat de AFM uitgebreid stil bij het feit dat de adviseur zich bij zijn inventarisatie moet vergewissen van het feit of er sprake is van een CAO of Bedrijfstakpensioenfonds (BPF) dat van toepassing is op het bedrijf. Het is opvallend dat de AFM het aanwezig zijn van een ondernemingspensioenfonds of beroepspensioenregeling niet noemt. Het antwoord van de ondernemer op de vraag of er een CAO of BPF in zijn branche aanwezig is, is in dezen niet voldoende; de adviseur moet eigen onderzoek doen. Want het zou kunnen dat de ondernemer niet weet of er sprake is van een CAO of BPF. Nu zijn er in Nederland slechts enkele tientallen BPF’en, maar het zal niet altijd eenvoudig zijn om aan de hand van de omschrijving van de activiteiten van een werkgever te kunnen duiden of een BPF van toepassing is op (een deel van) die activiteiten. Dat is kennelijk de ondernemer en het BPF ook niet gelukt, anders zou de aansluiting allang een feit zijn. Het aantal CAO’s in Nederland is enorm en vergt van een pensioenadviseur expertise die zijn vakgebied overstijgt. Wij kunnen ons voor-
Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
Deel 3 In dit derde en tevens laatste deel van deze drieluik in Accountancynieuws over pensioenadvies aan MKB-ondernemers staat een aantal opvallende elementen in de leidraad pensioenadvisering centraal. De AFM publiceerde de leidraad pensioenadvisering in de afgelopen maanden in 10 verschillende delen, waarbij vergunninghoudende adviseurs richtlijnen worden geboden hoe een passend pensioenadvies kan worden ingevuld.
stellen dat de pensioenadviseur contact opneemt met de accountant om hierover van gedachten te wisselen. De accountant is in de regel goed geïnformeerd over het bedrijf en heeft zich wellicht al eerder over dit vraagstuk gebogen. Volgt uit het onderzoek dat er sprake is van een verplicht gesteld BPF, dan zijn er maar beperkte mogelijkheden om dispensatie te verkrijgen. Is sprake van een niet-verplichtgesteld BPF, dan zal aansluiting bij dit BPF in het pensioenadvies moeten worden betrokken.
Aflevering 3 – Wensen pensioen regeling van onderneming In aflevering 3 staan de wensen en doelstellingen van de onderneming met betrekking tot de pensioenregeling centraal. Het gaat dan om de voorzieningen in de pensioenregeling, zoals de karakteristieken van het ouderdoms-, partneren wezenpensioen, de aanvullende en vrijwillige dekkingen en de mate van zekerheid ten aanzien van de uitkomsten van de dekkingen. De zekerheid heeft betrekking op risico’s zoals het beleggingsrisico, het renterisico en het langlevenrisico. Het carrière-risico wordt niet genoemd, maar lijkt ons ook van belang. 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
pensioenen Welke risico’s voor rekening komen van de werkgever en welke risico’s voor rekening komen van de werknemer, moet onderdeel zijn van het advies. De werkgever zal echt moeten begrijpen wat het advies inhoudt. Belangrijk is ook dat de werkgever duidelijk wordt gemaakt dat zijn wensen en doelstellingen strijdig kunnen zijn met het beschikbare budget voor de pensioenregeling. Dat kan worden aangetoond door pensioenlasten te kwantificeren en te prognosticeren in de tijd. Goudgerande pensioenregelingen die niets kosten bestaan nog steeds niet! Het advies moet ook aandacht besteden aan de informatieverplichtingen jegens werknemers, advies- en instemmingsrechten van de ondernemingsraad en de pension fund governance regels uit de Pensioenwet. Zeker – maar niet uitsluitend – als er sprake is van een wijziging van een pensioenregeling. De wensen ten aanzien van de pensioenregeling moeten ook worden beoordeeld op de consequenties in het kader van de op de onderneming van toepassing zijnde (inter)nationale boekhoudregels. Die consequenties kunnen zitten in het karakter van de te adviseren pensioenovereenkomst maar ook in de te adviseren uitvoeringsovereenkomst. Bij twijfel over de gevolgen voor de verwerking van de pensioenregeling in de jaarrekening, moet volgens ons de mening van de accountant ook bij het advies worden betrokken.
Aflevering 4 – Betaalbaarheid van de pensioenregeling Aflevering 4 gaat over de betaalbaarheid van de pensioenregeling. De pensioenadviseur moet onderzoek doen in hoeverre de werkgever in staat is om de huidige en toekomstige pensioenlasten te kunnen betalen. Ook hier volstaat een bevestiging van de ondernemer niet. Volgens de leidraad kan de adviseur zijn onderzoek doen aan de hand van de jaarstukken van de onderneming (inclusief eventuele accountantsverklaringen), het ondernemingsplan of een liquiditeits- en solvabiliteitsoverzicht. Hoe dan ook, een onderzoek naar de financiële draagkracht vraagt om bedrijfsanalytische deskundigheid van een pensioenadviseur. In hoeverre een ondernemer bereid is om Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
aan zo’n arbeidsintensieve en dus dure exercitie mee te werken, vragen wij ons af. Het verwondert ons overigens dat niet zonder meer kan worden uitgegaan van het oordeel van de ondernemer zelf. De AFM vindt kennelijk dat een ondernemer bij de introductie van een (nieuwe) pensioenregeling dezelfde bescherming nodig heeft als een particulier die een hypotheek aangaat bij het kopen van een huis. Volgens ons zijn het wezenlijk verschillende beslissingen. Bij de aankoop van een huis is het gevaar van overkreditering aanwezig, omdat emotionele aspecten een belangrijke rol spelen; kopers gaan een te hoge hypotheek aan om hun droomhuis te kopen. Bij een pensioenregeling, is onze ervaring, spelen hoofdzakelijk rationele aspecten een rol. Er komt immers pas een pensioenovereenkomst tot stand door aanbod aan en aanvaarding door de werknemer. In veel gevallen is de betaalbaarheid geen doorslaggevend issue. CAO, BPF of concurrentie kunnen zomaar dwingen tot een bepaalde regeling. Daarbij moet ook nog worden opgemerkt dat pensioenlasten gemiddeld 13% van de loonsom zijn. Het treft dus een deel van de kosten van het arbeidsvoorwaardenpakket. En het aannamebeleid van de onderneming is de volledige verantwoordelijkheid van de onderneming zelf. De AFM vindt het van belang om in het advies zoveel mogelijk inzicht te geven in de consequenties van het in- en uitstroombeleid en de samenstelling van het personeelsbestand (leeftijd, geslacht) op de ontwikkeling van de pensioenlasten. Verzekeringstarieven zijn immers leeftijds- en geslachtsafhankelijk Maar het gaat wel erg ver om een uitspraak te moeten doen over de betaalbaarheid van de regeling in de toekomst. De prognose van de pensioenlasten is daarbij immers maar een aspect, een betrouwbare winstprognose van de onderneming lijkt ons een veel grotere uitdaging. Zelfs het Centraal Plan Bureau vertilde zich in 2008 aan dergelijke voorspellingen.
Opmerkelijk Het is opmerkelijk dat de AFM meent dat een adviseur een proactieve houding aanneemt na de invoering van een pensioen-
An
regeling die vanwege het beperkte budget van de werkgever soberder is dan hij op grond van zijn wensen zou hebben gewild. De adviseur moet de ontwikkelingen van het bedrijf blijven volgen en de onderneming adviseren om de pensioenregeling te verbeteren als de financiële positie dat toelaat. De onderneming zal deze proactieve houding uiteindelijk moeten betalen. Eveneens opmerkelijk is het dat de AFM alleen oog heeft voor verbeteringen. Een dergelijke proactieve houding is immers minstens zo noodzakelijk als de financiële positie van de onderneming de betaalbaarheid van de pensioenregeling in gevaar brengt. In zo’n situatie, is onze praktijk, verschuilen pensioenverzekeraars zich nog wel eens achter de bestaande uitvoeringsovereenkomst en weigeren zij mee te werken aan een aanpassing. Overigens, volgens artikel 25 van de Pensioenwet moet een uitvoeringsovereenkomst bepalingen bevatten die aangeven welke procedures gelden bij het wijzigen van een pensioenreglement in verband met sluiting of wijziging van een pensioenovereenkomst. Dat is dus hét moment om flexibiliteit te bedingen ten aanzien van wijzigingen gedurende de contractsperiode.
Aflevering 5 – Conflicten met weten regelgeving melden In aflevering 5 staat dat een adviseur zich bij zijn advies moet vergewissen in hoeverre de wensen en doelstellingen van de onderneming strijdig zijn met wet- en regelgeving. Daar waar sprake is van onduidelijkheid, zal daar expliciet melding van moeten worden gemaakt. Ook hierin ziet de AFM een proactieve rol voor de adviseur. Een pensioenadviseur met onvoldoende kennis kan wat de AFM betreft beter geen advies uitbrengen.
Aflevering 7 – Inhoud uitvoeringsovereenkomst Vanaf aflevering 7 gaat het, zoals gezegd, over de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en pensioenverzekeraar. De AFM propageert voor de hand liggende zaken als het opstellen van eenduidige specificaties bij het aanvragen van offertes. Opvallend is dat de AFM stuurt op het opvragen van ten minste 3 offertes. Dat gaat verder dan de www.accountancynieuws.nl
17
An
pensioenen wetgever heeft bepaald. Een adviseur moet zich natuurlijk voldoende informe ren over het productaanbod, maar dat be tekent niet per definitie dat er meerdere offertes uit moeten worden gebracht. De provisiehoogte mag uiteraard geen reden zijn om een bepaald product aan te beve len. Ook bij de wijziging van een be staande regeling gelden in beginsel de voorwaarden van het wettelijk adviestra ject en moet opnieuw gekeken worden in hoeverre de bestaande regeling nog past binnen het klantprofiel van de werkgever. Een heikel punt in de praktijk is de advi sering aan de werknemer. Dit wordt in aflevering 9 uitgewerkt. Een adviseur die een werkgever adviseert over een pen sioenregeling wordt vaak gevraagd om deze toe te lichten aan de werknemers. De adviseur is immers ter zake kundig. Zolang er sprake is van het geven van een toelichting, is er niets aan de hand, de Wft is niet van toepassing. Maar zodra het geven van een toelichting neerkomt op het adviseren van werknemers bij keu zes die in de pensioenregeling worden geboden, is er wel degelijk sprake van een advies. In dat geval moet ten behoeve van het advies aan de werknemer het wet telijk adviestraject worden gevolgd. Er moet een klantprofiel van de werknemer worden opgesteld. Een adviseur doet er goed aan de afweging te maken of hij twee partijen, de werkgever en de werk nemer, met wellicht tegenstrijdige belan gen, kan adviseren. Het is zinvol om hierover met de werkgever goede afspra ken te maken. In de praktijk geven veel adviseurs advies aan werknemers over de invulling van de beleggingen in een be schikbarepremieregeling. Een adviesver plichting die volgens de Pensioenwet uit drukkelijk bij de uitvoerder van de regeling, de verzekeraar of het pensioen fonds, ligt. Artikel 4:23 van de Wft is hierbij ook van toepassing verklaard op de uitvoerder. Adviseurs moeten ons in ziens deze verantwoordelijkheid niet overnemen van de uitvoerder; de rolver deling is duidelijk.
Afsluitende opmerkingen Adviezen moeten reproduceerbaar zijn, zodat de adviseur bij vragen altijd kan terugvallen op het advies en de AFM kan
18
www.accountancynieuws.nl
Aandachtspunten 1. Accountants of belastingadviseurs die zelf ook betrokken zijn bij pensioen advies moeten de reikwijdte van het vrijstellingsbesluit in de gaten houden. Het moet gaan om incidentele advisering die marginaal is ten opzichte van de hoofdberoepsactiviteit. 2. Wees bewust van het feit dat van u gevraagd wordt om een actieve rol te spe len in het adviesproces. U bent immers de meest betrokken professional bij de onderneming en heeft via de leidraad een rol toebedeeld gekregen. 3. Onderschat de implicaties van Richtlijn 271.3 niet. De recente wijziging van de Richtlijn vraagt meer directe betrokkenheid bij de pensioenregeling(en) van uw controleklanten. De abstracte complexiteit van de oude Richtlijn is ver vangen door een jaarlijks terugkerende, arbeidsintensieve analyse van ver plichtingen die aan de orde kunnen zijn en een uitgebreide verslagleggings verplichting in de toelichting. Ook voor ondernemingen die zijn aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds of een beschikbare premieregeling hebben. 4. Meer dan ooit mag de ondernemer van zijn pensioenadviseur een goed pen sioenadvies verwachten. Tegelijkertijd moet de ondernemer zich realiseren dat een goed pensioenadvies een zorgvuldig traject vergt en dus geld kost.
controleren in hoeverre het wettelijk ad viestraject volledig is doorlopen. Het ‘proof me’principe is hiermee ook van toepassing op de pensioenadviesmarkt en dossiervorming wordt zodoende nog belangrijker. De AFM adviseert om goed te toetsen in hoeverre de onderneming het advies begrijpt en, indien de onderne mer afwijkt van het advies, dit goed vast te leggen. Dat kan door de werkgever een verklaring te laten tekenen dat hij afwijkt van het advies. De nazorg wordt gezien als een onder deel van het wettelijk adviestraject. Vol gens de leidraad is nazorg overigens pas aan de orde als de adviseur hierover met de onderneming afspraken heeft ge maakt. De eerder geschetste proactiviteit is dan onderdeel van de nazorgafspra ken, evenals de wijze waarop de adviseur hiervoor wordt beloond. Is er sprake van een beloning in de vorm van provisie, dan moet de bemiddelaar inzicht geven in de hoogte daarvan. De hoogte van de provisie moet passend zijn in relatie tot de werkzaamheden. Voor de toetsing in hoeverre de provisie passend is, heeft de AFM de leidraad passende provisie financiële dienstverleners ontwikkeld. De AFM is overigens van mening dat in een ideale wereld de financiële dienstver lener geen provisie ontvangt, maar direct wordt beloond door de cliënt. Dit om beloninggedreven kleuring van het advies te voorkomen.
Complete en reproduceerbare adviesdossiers Advisering over verzekerde collectieve pensioenregelingen vindt plaats in een complexe en dynamische omgeving. Ma croeconomische onzekerheden, elkaar opvolgende wijzigingen in (fiscale) wet en regelgeving, transparantie in advise ring en beloning en het feit dat pensioen als zeer complex wordt ervaren, vragen om een zorgvuldig advies. Tegelijkertijd moeten werkgevers ook (gaan) beseffen dat pensioenadvies tijd en dus geld kost. De leidraad streeft naar een zeer compleet en reproduceerbaar adviesdossier. Dat zal leiden tot aanzienlijke kostenverhogin gen. In hoeverre kleine MKBonderne mingen bereid zijn of in staat zijn om dit te betalen en op die wijze dus toegang blij ven houden tot goed advies, is de vraag. Zeker nu de eisen met betrekking tot transparante beloning van de pensioenad viseur er toe leiden dat de ondernemer vol ledig inzicht krijgt in de kosten van het advies. Ons hebben overigens signalen be reikt dat de AFM komt met een aanvullen de aflevering waarin men versoepelingen voor kleine ondernemingen voorstelt om op die wijze tegemoet te komen aan de dreigende onbetaalbaarheid van pen sioenadvies. Wij, en u inmiddels wellicht ook, wachten in spanning af. An Drs. J. Borremans en R. Nass, actuaris AG zijn partner bij LNBB actuarissen + penisoenconsultants te Soest en Dordrecht. www.lnbb.nl. 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
ondernemingsrecht
An
Deponeer jaarrekening bij liquidatie en insolventie
Ellen Timmer
De verplichting voor een besloten vennootschap (BV)1 om een jaarrekening op te maken en te deponeren bij het handelsregister eindigt niet bij ontbinding van de besloten vennootschap. Aan het niet-naleven van deze verplichtingen kleven gevaren. Om die reden doen statutair directeuren er verstandig aan bij faillissement zo spoedig mogelijk af te treden, om onnodige risico’s te voorkomen.
I
edereen weet dat het bestuur van een BV jaarlijks binnen de wettelijke termijnen een jaarrekening moet opmaken en dat de algemene vergadering van de BV eveneens binnen een bepaalde termijn die jaarreke ning moet vaststellen. In Titel 5 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek (BW), dat over de BV gaat, zijn onder meer de bepalingen opge nomen inzake de termijnen voor het op maken en vaststellen van de jaarrekening.2 Titel 9 van Boek 2 BW regelt de inrichting van die jaarrekening en afdeling 10 van deze titel bevat de verplichting tot depone ren bij het handelsregister. Daarbij zijn de omvang van de financiële gegevens die bij het handelsregister gedeponeerd moeten worden (hierna ‘de publicatiestukken’) en de overige deponeringsverplichtingen af hankelijk van een aantal financiële ken merken.3 Meestal wordt in die context ge sproken over de ‘kleine’, de ‘middelgrote’ en de ‘grote’ onderneming.
Wat nu als de BV ontbonden is? Ook een BV in liquidatie moet zich hou den aan de verplichtingen die zijn opge nomen in Titel 5 en Titel 9 van boek 2 BW. Dat komt omdat nergens in Boek 2 BW is vermeld dat de verplichtingen van Titel 9 niet gelden tijdens liquidatie of faillisse ment. De gedachte dat het in faillissement /liquidatie vervallen van de verplichtingen op grond van Titel 9 in overeenstemming met de geest van de wet is, is onjuist. Boek 2 BW geeft namelijk op een aantal plaat sen expliciet aan of verplichtingen tijdens faillissement wel of niet gelden.
Faillissement beëindigt jaarrekeningverplichtingen niet Artikel 23a lid 5 geeft aan dat de artike len 23a, 23b en 23c in faillissement niet 4
Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
gelden. Dit betekent onder meer dat de faillissementscurator niet dezelfde be voegdheden, plichten en aansprakelijk heid heeft als een statutair directeur.5 De genoemde artikelen regelen voorts de verplichting van de vereffenaar om de schulden van de vennootschap te vol doen, rekening en verantwoording af te leggen en een plan van verdeling op te stellen. Dat zijn juist de onderwerpen die in de Faillissementswet heel anders gere geld zijn, met onder andere de bijzondere positie van de separatist (hypotheek- en pandhouder), de preferente schuldeisers (onder andere de fiscus) en de ‘gewone’ schuldeisers.6 Een faillissementscurator moet zich derhalve houden aan Boek 2 BW, tenzij is vermeld dat bepaalde regelin gen niet in faillissement gelden. Daarbij kan worden aangetekend dat de verplichting tot het deponeren van de pu blicatiestukken op de rechtspersoon7 rust. Aangenomen wordt dat als de gefailleerde BV nog steeds bestuurders heeft, deze nog steeds verplicht zijn tot het opmaken en deponeren van publicatiestukken, zeker voor zover het jaren betreft voorafgaand aan de faillissementsdatum.8 Echter, de cu rator heeft nog steeds een rol, zoals blijkt uit een uitspraak van 2007 van de Onder nemingskamer. Hierin werd de faillisse mentscurator veroordeeld tot aanpassing van een jaarrekening uit een jaar daterend van vóór de faillissementsdatum.9 Ook is het zo dat het uitspreken van fail lissement van een vennootschap niet be tekent dat die vennootschap ontbonden is. Een failliete vennootschap wordt pas ontbonden door: • opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel; of • als in de verificatievergadering geen
a kkoord wordt aangeboden dan wel indien het aangeboden akkoord ver worpen of de homologatie definitief geweigerd is. Ook dit pleit er voor dat de voorschriften van Boek 2 BW voor de failliete vennoot schap gewoon zijn blijven gelden. Sommigen verdedigen dat geheel Titel 9 met ingang van faillissementsdatum niet meer van toepassing is, ondanks het feit dat bepalingen dienaangaande ontbre ken. Mijn idee is dat Titel 9 alleen niet meer geldt voor zover bepalingen in die Titel strijdig zijn met het faillissements recht. Ook voor een failliete onderne ming is er alle aanleiding om publicatie stukken te deponeren, zeker als er nog steeds ondernemingsactiviteiten zijn. Wel is voorstelbaar dat de curator vorde ringen van schuldeisers kan afweren met beroep op gebrek aan belang.
Jaarrekeningverplichtingen ontbonden BV Een BV kan worden ontbonden, onder meer door een besluit van de algemene ver gadering van de BV. Vervolgens vindt (tenzij er op het ontbindingstijdstip geen activa zijn) een vereffening (liquidatie) plaats door de vereffenaar10, die dezelfde bevoegd heden, plichten en aansprakelijkheden heeft als de directeur.11 In de vereffenings fase moeten de verplichtingen van Titel 5 en Titel 9 van Boek 2 BW gewoon worden nageleefd. Daar komen dan nog wat extra verplichtingen bij op grond van Titel 1, dat de regels inzake vereffening bevat. Nu op de vereffenaar de plichten en aan sprakelijkheden die voor directeuren gel den onverkort van toepassing zijn, bete kent het niet tijdig deponeren van de jaarstukken voor de vereffenaar een levensgroot risico.
Einde verplichtingen Zowel bij faillissement als bij de hiervoor beschreven vrijwillige ontbinding
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
www.accountancynieuws.nl
19
An
ondernemingsrecht eindigen de verplichtingen op grond van Titel 5 en 9 pas op het tijdstip dat de BV eindigt. Dat is het tijdstip dat de BV niet meer over activa beschikt.12 Vanwege het feit dat de verplichtingen blijven bestaan, wordt soms ontheffing gevraagd bij de minister van Economische Zaken.13 Juist in insolventiesituaties is de kans op honorering van zo’n verzoek aanwezig (vgl. Fokker-faillissement en Ceteco-faillissement). In de praktijk worden de jaarrekeningverplichtingen (onder andere het deponeren van publicatiestukken) tijdens faillissement en vereffening vaak niet nageleefd. Hoewel dit strijdig is met de wet, hoeft dit niet altijd consequenties te hebben. Immers, om beroep te doen op wettelijke bepalingen, moet degene die dat beroep doet, ook een belang hebben. En dat is er vaak niet. Dat neemt echter niet weg dat aan het niet-naleven van de jaarrekeningverplichtingen wel degelijk risico’s zijn verbonden. Deze zijn met name aanwezig in de situatie dat de BV in liquidatie of in faillissement langere tijd blijft bestaan en ook activiteiten heeft.
Risico voor vereffenaar bij vrijwillige ontbinding De statutair directeur van een failliete BV moet ook rekening houden met jaarrekeningverplichtingen, zeker voor de jaren van vóór faillissementsdatum. Het is voor statutair directeuren in ieder geval aan te bevelen bij faillissement zo spoedig mogelijk af te treden, om onnodige risico’s te voorkomen. Aangezien er maar weinig rechtspraak is, is de positie van de faillissementscurator ook niet zonder risico, in het licht van het feit dat de BV verplicht is tot deponering. Dat zou kunnen betekenen dat de jaarrekening niet op de klassieke manier tot stand hoeft te komen (opmaken en ondertekenen door de directie), maar dat de curator wel zorg moet dragen voor een jaarrekening die conform Titel 9 is ingericht en die bij het handelsregister wordt gedeponeerd. De conclusie is daarmee dat voorzichtigheid geboden is ten aanzien van naleving van de verplichtingen van Boek 2 BW bij insolventie en liquidatie. An
1. Veel van wat hier vermeld wordt zal ook gelden voor de NV. Dit artikel is echter gebaseerd op de BV-bepalingen in Boek 2 BW. 2. Zie met name artikel 210. 3. Beschreven in artikel 2:396 BW en verder. 4. Tenzij anders vermeld komen de artikelen uit Boek 2 BW. 5. Artikel 23a lid 5 bepaalt dat lid 1 van dat artikel niet in faillissement toegepast wordt. 6. Die veelal als ‘concurrente schuldeisers’ worden aangeduid. 7. Artikel 394 lid 1. 8. Aldus rechtbankuitspraken JOR 2002/54 en JOR 2005/114. 9. 2007/269. 10. De statuten bepalen vaak dat dit de directie is. Soms bepalen de statuten dat de algemene vergadering de vereffenaar aanwijst. 11. Artikel 23a lid 1. 12. De tekst van artikel 23 lid 9 spreekt over ‘baten’. 13. Artikel 210 juncto 394 lid 5.
Ellen Timmer, advocaat bij Pellicaan Advocaten (www.pellicaan.nl).
Ontdek het gemak van Yuki boekhouden! Winnaar van de MKB Best Choice Award 2009!
Gratis proberen? Ga naar yuki.nl Scannen, mailen, klaar.
20
www.accountancynieuws.nl
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
column
An
Jan Joling
Integriteit, fraude en crisis D
e laatste tijd is er een aantal publicaties geweest door accountantskantoren en forensische onderzoeks bureaus, waarin werd gesteld dat er sprake zou zijn van een groeiende vraag naar forensische accountancy, dit vanwege de toename van fraude als gevolg van de crisis. Het lijkt mij een bijzondere constatering. In de eerste plaats waren juist de grote fraudezaken in het verleden aan de orde in tijden dat het economisch voorspoedig ging. De boekhoudschandalen vonden zelfs allemaal plaats in tijden van hoogconjunctuur. Ik kan me uit die tijd niet her inneren dat er een relatie werd gelegd tussen die hoog conjunctuur en het optreden van fraude, in welke vorm dan ook. In de tweede plaats ken ik geen betrouwbare statistieken en daarop gebaseerde wetenschappelijk verantwoorde analyses die een verband tussen het aantal (gebleken) fraudegevallen en laagconjunctuur (om eens een ander woord dan crisis te gebruiken). Uit de publi caties blijkt niet over welke soort fraude we het hebben: ‘gewone’ verduistering, oftewel het verkrijgen van onrechtmatig voordeel, of om misleiding in de financiële verslaggeving (het oppoetsen van de resultaten). Wellicht zou je wel kunnen zeggen dat de zogenoemde fraudedriehoek in crisistijd wat anders ligt. De factoren druk, gelegenheid en rationalisatie kunnen dan anders uitpakken. Ik denk daarbij dat hier alleen de factor druk een variabele is, de gelegenheid en de rationalisatie zijn mijns inziens crisis en conjunctuuronafhankelijk. Wellicht kan de druk op managers in crisistijden worden opgevoerd vanwege ontslagdreiging en dat soort zaken, maar ik meen dat juist bonussen dankzij mooie omzet en winst cijfers een grotere aanleiding geven voor frauduleus gedrag in de vorm van het opfleuren van cijfers. COS 240 noemt aanzienlijke daling van de vraag en een toenemend aantal faillissementen in de bedrijfstak of in de totale eco nomie overigens weer als ‘prikkel’ bij de voorbeelden van frauderisicofactoren, dus zo gek is de gedachte niet dat bij slecht weer de kans op fraude toeneemt. Los van de frau dedriehoek lijkt het me aannemelijk dat er in crisistijden kritisch(er) wordt gekeken naar de resultaten en naar gaten in de begroting. Maar de toenemende algemene interesse voor fraudepreventie en integriteit in de bedrijfs voering is ook een factor van betekenis. Bovenal is de kans dat een onderneming te maken krijgt met fraude en Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
integriteitsproblemen naar mijn mening vooral afhankelijk van de opstelling van de leiding. De toon aan de top, zoals dat zo mooi heet. Zichtbaar gedrag van het management en het bestuur van de organisatie om het integriteits bewustzijn te vergroten is daarbij belangrijk. De Ameri kaanse hoogleraar Jennings heeft ooit een aardige analyse gemaakt van ‘de zeven voortekenen van ethische ineen storting’. Hij geeft daarmee aan wanneer er een grote(re) kans bestaat dat een onderneming fraude of integriteits problemen krijgt. Deze voortekenen hebben vrijwel alle te maken met de opstelling van de leiding van de organisatie. Hij noemt bijvoorbeeld druk van bovenaf om kost wat kost streefcijfers te halen, vriendjespolitiek en een zwakke raad van bestuur (CEO’s die zich laten omringen met jonge ambitieuze jaknikkers en hielenlikkers). De bedrijfscultuur speelt bij dit alles een belangrijke rol. Jennings noemt in dat verband ook een interessant aspect dat in de heden daagse discussie over normen en waarden (en vooral het afleggen van verantwoording) in de katholieke kerk niet zal misstaan: goed gaat gepaard met kwaad: de leiding ziet en verkoopt zichzelf als toonbeelden van goed burger schap; het uiterlijk verhult echter een minder fraaie werkelijkheid. Koedijk besteedt in zijn zeer lezenswaardige verhaal in Security Management van maart 2010 aandacht aan het belang van ‘voorbeeldig leiderschap’. Het gaat volgens hem om zichtbaar gedrag van leiders, geen loze woorden. Bij de boekhoudschandalen ging het om onethisch gedrag (of zelfs wangedrag, gedreven door hebzucht, net zoals vaak bij ‘gewone’ fraude). Dit leidde vooral tot strengere regels en meer toezicht. Vooral na Enron is er veel gedaan aan betere rapportagesystemen, compliance en een scherper toezicht op de controleurs. Die maatregelen heb ben de kredietcrisis en de immer voortdurende discussie over de bonussen niet kunnen voorkomen. Als we de berichten moeten geloven, is het systeem in crisistijden dus nog altijd niet zodanig ingericht dat het frauderisico daarbij geen rol speelt. Koedijk concludeert dan ook dat de bestrijding van fraude en integriteitsschendingen niet alleen om (meer) regels vraagt, maar om een verandering van de cultuur in organisaties. En om een immer kritische accountant. An Jan Joling is partner bij Nauta Dutilh. www.accountancynieuws.nl
21
An
opinie
Verbeter het vertrouwen in accountants, begin bij jezelf Dick van Onzenoort Op dit moment staat de accountantswereld weer eens op zijn kop. ‘Accountant vreest voor zijn overbodigheid’, zo was op 29 maart jl. te lezen in het interview in het FD met de mondiale bestuursvoorzitter van PwC, Dennis M. Nally. Toch vreemd om zoiets uit de mond van accountants zelf te horen. De accountancy verkeert (weer eens of nog steeds) in een vertrouwenscrisis. Misschien moet ‘de oplossing’ wel van binnenuit het beroep komen. Want als we gebruik maken van verklaringen en/of werkzaamheden van een collega-accountant, dan moeten we toch durven c.q. kunnen vertrouwen op het werk dat hij aflevert?
S
tel, het volgende doet zich voor: u neemt in 2010 een (wettelijke) controle-opdracht over van een andere accountant. De jaarrekening 2009 wordt afgewikkeld en voorzien van een accountantsverklaring door de vorige accountant. De wisseling van accountant kan zich om uiteenlopende redenen hebben voorgedaan. Er was sprake van een reguliere accountantswisseling, u kwam elkaar tegen tijdens het netwerken en mocht vervolgens offreren of de cliënt was niet meer zo tevreden over de communicatieve of vaktechnische kwaliteiten van de vorige accountant. De reden van wisseling zal tijdens het proces van cliënt- en opdrachtacceptatie bekend zijn geworden. Dit proces wordt in het kader van dit artikel buiten beschouwing gelaten. Kortheidshalve verwijs ik naar hetgeen hierover in de VGC, hoofdstuk B1-210, is beschreven. Op grond van NV COS 710 moet de accountant vaststellen of de in de jaarrekening ter vergelijking opgenomen informatie voldoet aan de van toepassing zijnde grondslagen voor financiële verslaggeving. In concreto betekent dit: • nagaan of dezelfde verslaggevingsgrondslagen zijn gehanteerd voor de vergelijkende cijfers als voor de cijfers voor het huidige boekjaar; en • beoordelen of de vergelijkende cijfers overeenkomen met hetgeen vorig boekjaar is gepresenteerd. Bij een doorlopende opdracht zal dit niet zo moeilijk
22
www.accountancynieuws.nl
zijn. Maar deze regel geldt uiteraard ook voor de opvolgende accountant. Ook hij dient toereikende controle-informatie verkrijgen – en dus controlewerkzaamheden uit voeren – om vast te stellen of de vergelijkende cijfers voldoen aan de voorschriften. Kan de bedoelde controle-informatie altijd worden verkregen door het kennis nemen van de jaarrekening van vorig jaar, die voorzien is van een accountantsverklaring? In principe zou dit het geval moeten zijn. De verklaring is bedoeld voor derden, voor het maatschappelijk
‘Uitgaand van een accountantsverklaring zonder voorbehoud, zou de opvolgend accountant moeten kunnen varen op het werk van zijn voorganger.’ verkeer, en zou niet alleen ‘het vertrouwen’ moeten bieden dat de cijfers een betrouwbaar beeld geven maar ook dat er voldoende controle-informatie is verkregen voor dat oordeel. Ook de opvolgend accountant kan als onderdeel van het bredere maatschappelijk verkeer worden beschouwd. Uitgaande van een accountantsverklaring zonder voorbehoud, zou de opvolgend accountant dus moeten kunnen varen op het werk van zijn voorganger.
Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
Toegang tot controledossier vorige accountant De WTA (artikel 20, lid 3) maakt het mogelijk om inzage te krijgen in het (wettelijke) controledossier van de vorige accountant: ‘Een accountantsorganisatie verleent aan de andere accountantsorganisatie waaraan haar voormalige controlecliënt een opvolgende opdracht tot het verrichten van een wettelijke controle heeft verleend, desgevraagd toegang tot alle relevante informatie met betrekking tot die controlecliënt.’ Dus: als de opvolgend accountant er om vraagt, is de opgevolgde accountant gehouden hier aan mee te werken. Voor deze inzage geldt dus een ontheffing van de geheimhoudingsplicht, waarbij het (uiteraard) moet gaan om informatie over de controlecliënt die niet bij die controlecliënt zelf beschikbaar is. En, let wel, het moet nog steeds gaan om informatie die van belang is voor het beoordelen van de vergelijkende cijfers / de beginbalans. In dat licht moet mijns inziens ook naar het woordje ‘relevante’ informatie in dit WTA-artikel worden gekeken. Ook NV COS 510, paragraaf 6, geeft aan dat een opvolgend accountant door beoordeling van het dossier van de voorgaande accountant toereikende controle-informatie over de beginbalans kan verkrijgen. Dit komt nagenoeg overeen met wat in de WTA voor wettelijke controles is geregeld. In NV COS 510 is daarbij ook aangegeven dat ook de vakbekwaamheid en onafhankelijkheid van de voorgaande accountant zullen worden beoordeeld.
Inzage vorige dossier is geen vaste regel In de praktijk maken accountants regelmatig gebruik van de mogelijkheid tot inzage. Het NIVRA bracht recentelijk zelfs een Praktijkhandreiking1 uit over dit onderwerp. Echter, er moet voor worden gewaakt dat deze dossierinzage eerder 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
opinie regel dan uitzondering wordt. De WTA en de NV COS zijn duidelijk: er is geen sprake van een verplichting, er wordt een mogelijkheid geboden. Een mogelijkheid waarvan gebruik kan worden gemaakt als de situatie daarom vraagt. Bijvoorbeeld als niet geheel duidelijk is wat de precieze achtergronden zijn van een anders dan goedkeurende verklaring. Of als uit het proces van cliënt- en opdrachtacceptatie is gebleken dat de accountantswisseling vanwege een vaktechnisch dispuut heeft plaatsgevonden. Maar, nogmaals, de hoofdregel zou dus moeten zijn dat ook (vooral?) een accountant voldoende vertrouwen heeft in de accountantsverklaring van zijn collega, zodat het verkrijgen van (aanvullende) controle-informatie door middel van dossierinzage niet nodig is. Temeer daar, in geval van wettelijke controles, de voorgaande accountant ook onder de WTA-vergunningplicht en bijbehorend AFM-toezicht zal vallen en er dus voldoende waarborgen voor de kwaliteit van de opgevolgde accountant aanwezig zouden moeten zijn.
De groepsaccountant Een vergelijkbare situatie lijkt zich voor te doen bij het optreden als groepsaccountant (NV COS 600, maar ook BTA artikel 15a). De groepsaccountant is verantwoordelijk voor de accountantsverklaring bij het ‘totale’ financieel overzicht, waarin ook de financiële gegevens van de diverse groepsonderdelen zijn verwerkt. Duidelijk is dat de accountant voldoende betrokken moet zijn om als groepsaccountant te kunnen optreden. Niet alleen bij het onderdeel dat hij zelf controleert, maar ook bij groepsonderdelen die andere accountants controleren. Dat betekent dus (samengevat weergegeven) kennis van de groep en groepsonderdelen, risicoanalyse op groepsniveau, instructie vooraf, toezicht en (kritische) analyse van de door de andere accountant uitgevoerde werkzaamheden en gerapporteerde bevindingen. Dit laatste kan plaatsvinden door middel van bijvoorbeeld audit questionnaires, besprekingen en/of (dossier)reviews ter plaatse. Ik denk dat iedereen het er over eens is dat dit een model/werkwijze is op basis waarvan de groepsaccountant ‘met een goed gevoel’ zijn grote eindverantwoorAccountancynieuws 9 april 2010 nr 7
delijkheid kan dragen. En toch schort er iets aan. Want ook hier rondt de andere accountant zijn werkzaamheden af met een accountantsverklaring. En ook hier bevestigt die accountant daarmee dus niet alleen dat de gecontroleerde cijfers aan de eisen voldoen, maar ook dat hij zijn controle conform de (vooraf ) overeengekomen controlestandaarden heeft uitgevoerd. Neem daarbij dat de betreffende accountant lid is van een beroepsorganisatie die is aangesloten bij IFAC, er toezicht (à la AFM) plaatsvindt en de accountant (of zijn kantoor) is verbonden aan een bekend internationaal netwerk (misschien wel hetzelfde als dat waarvan
‘Er wordt toch op basis van internationale standaarden gecontroleerd? Doen ze dat in land X dan slechter dan in land Y? Dat zijn toch ook accountants?’ de groepsaccountant lid is), dan zou je toch mogen aannemen dat hier voldoende maatregelen aanwezig zijn die de kwaliteit waarborgen.
An
accountants verrichten, op adequate wijze worden uitgevoerd. Maar toch. Deze controle op controle blijkt in de praktijk regelmatig lastig uit te leggen aan cliënten. Want er wordt toch op basis van internationale standaarden gecontroleerd? En doen ze dat in land X dan slechter dan in land Y? Dat zijn toch ook accountants? Deze – naar mijn mening terecht kritische – cliënten vormen ook een belangrijk onderdeel van ‘het maatschappelijk verkeer’!
Vertrouwen als basis Accountants maken regelmatig gebruik van de werkzaamheden en verklaringen van collega-accountants. Er zal regelmatig een review plaatsvinden op het werk van die andere accountant. Dit ondanks het gegeven dat deze zijn werkzaamheden heeft afgesloten met een accountantsverklaring, waarin zijn verantwoordelijkheid en de uitgevoerde controlewerkzaamheden zijn beschreven. Wellicht moet het accountantsberoep afspreken dáár onderling meer op te steunen en te vertrouwen. Wel kritisch, maar met vertrouwen als basis. Net zoals we dat graag van ‘het maatschappelijk verkeer’ zien. Herstel het vertrouwen, begin bij jezelf. An
Controle op controle? Echter, zowel de NV COS (ISA) 600 als het BTA gaan er vanuit dat de groepsaccountant onderzoek doet naar de controlewerkzaamheden die door een andere accountant zijn uitgevoerd. Met andere woorden: waar het maatschappelijk verkeer kan en mag (lees: moet) vertrouwen op de accountantsverklaring van de betreffende lokale accountant, doet de groepsaccountant dat eigenlijk niet en voert hij bijvoorbeeld een review uit om zich ervan te vergewissen dat het controlewerk op deugdelijke wijze heeft plaatsgevonden. Dat laatste kan zelfs binnen het eigen (internationale) netwerk aan de orde zijn. Begrijpt u mij niet verkeerd, ik vind de eisen van NV COS 600 redelijk. En gezien de grote verantwoordelijkheid die met het afgeven van een accountantsverklaring bij het ‘totale’ (geconsolideerde) financieel overzicht samenhangt, moet de groepsaccountant zich er van vergewissen dat ook de werkzaamheden die de door hem ingeschakelde (andere)
1. NIVRA Praktijkhandreiking 1108 ‘Toegang tot
relevante informatie voor de opvolgende accountant in het kader van een controle’, verschenen 10 februari 2010.
D.W.S. (Dick) van Onzenoort RA is verbonden aan het Bureau Vaktechniek van BDO Accountants & Adviseurs en Associate Lector aan Fontys Hogeschool voor Financieel Management te Eindhoven. Het artikel is geschreven op persoonlijke titel. www.accountancynieuws.nl
23
An
belastingen
VAR-verklaring voor buitenlandse ondernemer? Andor Valkenburg Kunnen buitenlandse ondernemers ook een VAR-verklaring krijgen? Naar de letter van de Wet kan er geen VAR aan een buitenlandse ZZP’er (dit is een buitenlander die geen belastbaar inkomen in Nederland geniet) worden gegeven. De wet kent immers de mogelijkheid van een VAR voor ‘de belastingplichtige’.
D
e Rechtbank Breda heeft echter op 22 juli 2009 bepaald dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever de mogelijkheid voor een VAR-aanvraag ook voor buitenlanders voor ogen stond. De VAR is vooral bedoeld om opdrachtgevers duidelijkheid te geven over de arbeidsrelatie met de ZZP’er, en dat speelt ook als een in het buitenland wonende ZZP’er werkzaamheden verricht voor een in Nederland gevestigde opdrachtgever.
Casus In het kort betrof de procedure een in België wonende particuliere ziekenverzorgster van wie alle klanten in Nederland woonden. De ziekenverzorgster had in het huis van haar schoonmoeder in Nederland een kamer gehuurd, en van daaruit bezocht zij haar klanten. In die werkkamer verrichte zij ook haar administratieve werkzaamheden. De ziekenverzorgster vroeg voor 2009 een VAR-winst uit onderneming aan, maar de inspecteur weigerde die af te geven. De inspecteur erkende dat de ziekenverzorgster haar werkzaamheden bedrijfsmatig verrichtte en een onderneming dreef, maar haar winst uit onderneming kon niet in Nederland worden belast. Die winst werd niet behaald vanuit een vaste inrichting in Nederland; de werkkamer in de woning van haar schoonmoeder kwalificeerde niet als vaste inrichting in de zin van het belastingverdrag Nederland - België. De ziekenverzorgster was het niet eens met het feit dat ze geen VAR kreeg.
Toch afgifte VAR De rechtbank verklaarde het beroep van in casu de ziekenverzorgster gegrond en
24
www.accountancynieuws.nl
droeg de inspecteur op om alsnog een VAR voor 2009 af te geven. De rechtbank merkte daarbij nadrukkelijk op dat de inspecteur door het afgeven van een VAR geen uitspraak doet over de positie van de aanvrager voor wat betreft de heffing van inkomstenbelasting. In de berechte situatie deed de inspecteur door afgifte van de VAR dan ook geen uitspraak over de vraag of de inkomsten van belangheb-
‘Let wel, de VAR doet geen uitspraak over de vraag waar de inkomsten van de ZZP’er zijn belast.’ bende in Nederland of in casu in België aan de belastingheffing zijn onderworpen. Door in de VAR een voorbehoud op dat punt op te nemen, kan de inspecteur voorkomen dat hij vertrouwen opwekt over die inkomstentoerekening. Voor zover ik heb kunnen nagaan, heeft de Belastingdienst geen beroep tegen deze uitspraak aangetekend.
in Heerlen bedraagt 8 tot 10 weken na binnenkomst van de aanvraag. Let wel, de VAR doet geen uitspraak over de vraag waar de inkomsten van de ZZP’er zijn belast.
FKI-verklaring Buitenlandse ondernemers konden al duidelijkheid verkrijgen over hoe hun inkomsten gekwalificeerd moeten worden. De belastingdienst geeft dan geen VARverklaring af, maar een pseudo VAR-verklaring, de zogenaamde FKI-verklaring (waarbij FKI staat voor Fiscale Kwalificatie Inkomen). Deze FKI-verklaring wordt gekwalificeerd als een VAR voor niet-inwoners van Nederland en heeft dezelfde gevolgen als een VAR-verklaring. De aanvraag voor een FKI-verklaring kan geschieden bij de Belastingdienst en wel bij de competente inspecteur voor de regio waarin de buitenlandse opdrachtnemer werkzaam is. Ook de FKI-verklaring doet geen uitspraak over de vraag waar de inkomsten van de ZZP’er zijn belast. Na de uitspraak van de Rechtbank Breda doemt de vraag op of deze FKI ook voor buitenlanders niet vervangen gaat worden door de VAR, die op grond van deze uitspraak ook voor buitenlanders mogelijk is. An
Gevolg uitspraak Als gevolg van deze uitspraak kunnen ook buitenlanders een VAR aanvragen in Heerlen. Hiervoor kan dezelfde VAR-aanvraag worden gebruikt als voor Nederlanders. Het is raadzaam om in een dergelijk verzoek te verwijzen naar voormelde uitspraak (Rechtbank Breda, 22 juli 2009, AWB 09/673. Tevens geldt de VAR in dit geval per opdracht. De verklaring dient per opdracht te worden aangevraagd, samen met een kopie van de opdracht of overeenkomst. De verwerkingstijd van de Belastingdienst
Drs A.T. Valkenburg, PKF Wallast Amsterdam.
[email protected]. 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
Nationale ICT-Enquête 2010 Wordt u de winnaar van een reis naar New York? Maakt ICT Nederland beter? Doe mee aan de Nationale ICT-Enquête 2010 Ga direct naar www.ict-enquete.nl
Maak kans op mooie prijzen... een weekend voor 2 personen naar New York een Sony Reader (eBook) 40 kaarten voor de AFAS Tennis Classics 40 kaarten voor een optreden van Tineke Schouten -
of Brigitte Kaandorp
Een initiatief van
in samenwerking met
subsidies
An
Extra compensatie scholings kosten werknemers Jan-Hendrik Schretlen
Voor 2010 stelt de overheid extra financiële ondersteuning beschikbaar voor bedrijven die hun werknemers willen scholen. Deze bijdrage in de scholingskosten kan op twee manier worden verkregen: via de scholingsbonus vanuit het UWV of middels een uitbreiding van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) onderwijs.
D
e scholingsbonus is bedoeld om met werkloosheid bedreigde werknemers of werknemers die net werkloos zijn, met behulp van scholing makkelijker door te laten vloeien naar een andere werkgever. De WVA-onderwijs is uitgebreid met zowel een tijdelijke maatregel voor verhoging van het opleidingsniveau van de werknemer als een verruiming van de afdrachtvermindering voor scholing tot startkwalificatieniveau.
Scholingsbonus UWV De regeling richt zich op werkgevers die werknemers in dienst willen nemen die met werkloosheid worden bedreigd of maximaal vier weken werkloos zijn, en hen een scholingstraject willen aanbieden om in de nieuwe functie te kunnen functioneren. Er kan alleen een scholingsbonus worden aangevraagd voor een opleiding die wordt verzorgd door een extern scholingsinstituut dat opleidt voor een landelijk erkend diploma (CREBO of CROHO) of voor een
branchecertificaat. Daarnaast komen alleen werknemers in aanmerking die na december 2008 in dienst zijn getreden. Een scholingsbonus moet worden aangevraagd voordat de betreffende opleiding start.
Uitbreiding WVA-onderwijs De extra afdrachtvermindering voor het verhogen van het opleidingsniveau is bedoeld voor werknemers die in 2010 met een opleiding starten die relevant is voor hun huidige of toekomstige functie. Essentieel is dat de opleiding is gericht op het op een hoger opleidingsniveau brengen van de werknemer. De werkgever is verplicht om minimaal 50% van de opleidingskosten te dragen. Daarnaast mag vanaf 2010 de WVA-onderwijs voor startkwalificatie ook worden toegepast bij werknemers die als werkloze in dienst treden bij het ene leerwerkbedrijf en overstappen naar een ander leerwerkbedrijf, en bij werknemers die hebben deelgenomen aan een reïntegratietraject van een gemeente.
Subsidie Nieuwsfeiten ▲
Nieuw subsidieprogramma voor industriële warmtebenutting. Het ministerie van Economische Zaken heeft voor 2010 € 10,5 miljoen beschikbaar gesteld voor een beter gebruik van restwarmte en duurzame warmte in de industrie. Met de regeling Industriële warmtebenutting wil de overheid een impuls geven aan de ver duurzaming van het warmtegebruik in Nederland. Op basis van de regeling is sub sidie beschikbaar voor zowel haalbaarheidsonderzoeken als investeringsprojecten. Het onderdeel haalbaarheidsonderzoeken is bedoeld voor milieustudies waardoor inzicht wordt verschaft in de technische, economische en organisatorische haal baarheid van het zo nuttig mogelijk gebruiken van warmte van een industriële onderneming. Investeringsprojecten dienen zich te richten op het nuttig gebruiken van restwarmte van derden in het eigen productieproces of op het leveren van rest warmte aan een bestaand warmtenet, zoals een stadsverwarmingsnet. Voor de eerste tender is een budget van € 2,5 miljoen beschikbaar voor haalbaarheids onderzoeken en € 8 miljoen voor investeringsprojecten. Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met respectievelijk 29 oktober 2010 en 19 augustus 2010.
26
www.accountancynieuws.nl
Agenda Regeling Deadline SBIR Gezondheid ouderen (55 plussers) 14apr10 Innovatieprogramma Logistiek en Supply Chain 19apr10 ORIO eerste tender 2010 26apr10 Internationaal Innoveren 25jun10 Industriële warmte benutting: Investerings projecten 19aug10 Industriële warmte benutting: haalbaarheids onderzoeken 29okt10
Subsidiebedrag De hoogte van de scholingsbonus hangt af van de bijdrage die kan worden verkregen van een O&O- of sectorfonds. Indien een O&O- of sectorfonds aanwezig is dat ten minste 50% van de scholingskosten vergoedt of als erg geen O&O- of sectorfonds aanwezig is, dan wordt 50% van de scholingskosten vergoed tot maximaal € 2.500. Is de bijdrage van het O&O-of sectorfonds minder dan 50%, dan bedraagt de vergoeding € 35% tot maximaal € 1.750. De scholingsbonus kan in geheel 2010 worden aangevraagd. De afdrachtvermindering voor verhoging van het opleidingsniveau bedraagt € 500 per werknemer voor maximaal 1 jaar. Deze tijdelijke maatregel geldt alléén voor 2010. Het maximumbedrag aan afdrachtvermindering per werknemer voor startkwalificatie voormalig werklozen bedraagt € 3.247. An
Drs. J.H.R.H.M. Schretlen, partner PricewaterhouseCoopers Advisory, Subsidie Innovatie & Beleid. 9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
tuchtrecht
AK: NOvAA moet klacht over valse brief fiscus overnemen
D
e klacht over betrokkenheid van een AA-accountant bij een vervalste brief moet worden voortgezet door de NOvAA. Dat heeft de Accountantskamer bepaald. De klacht was door de indiener ervan ingetrokken na een regeling met de betreffende AA, maar het algemeen belang is zwaarwegend genoeg om een nader onderzoek in te stellen, zo oordeelde de Accountantskamer. In de gewraakte brief waarschuwde de Belastingdienst een echtpaar voor de financiële sores waarin de holding van de familie verkeerde. Het bleek een fictieve brief: opgesteld door de fiscalist en de accountant die samen de belangen van de firma en de
familie behartigden. De adviseurs waren benaderd door de kinderen van het echtpaar, die zich zorgen maakten, omdat hun moeder vanwege een gokverslaving gelden aan de holding onttrok. Het echtpaar heeft diverse klachten ingediend, die zijn ingetrokken na een financiële regeling met de accountant. De vermeende valsheid in geschrifte is voor de Accountantskamer echter te ernstig om terzijde te schuiven. De goede bedoelingen van de accountant doen daar niet aan af. Wanneer de zaak wordt voortgezet, is nog niet bekend. An [Zitting Accountantskamer, 30 maart 2010]
Beroep in diskrediet gebracht
D
e Accountantskamer vindt dat T. van Dijken RA uit Heteren het beroep van accountant in diskrediet heeft gebracht door fouten te maken en daarvoor geen enkele schuldbewustheid te tonen. Hij negeerde in verregaande mate verzoeken van zijn cliënten met betrekking tot de tijdige uitvoering van
werkzaamheden en heeft daarbij weinig rekening gehouden met hun belangen. Van Dijken kreeg hiervoor een berisping opgelegd. De door de Accountantskamer gehonoreerde klachten van vier BV’s betroffen onder meer het te laat doen van de aangifte van de vennootschapsbelasting en het te laat indienen
van de jaarrekeningen over 2007. Voorts had de RA als opvolgend accountant overleg moeten plegen met de BV’s en alle afspraken schriftelijk moeten vastleggen in plaats van op de oude voet verder te gaan. e klacht die namens de BV’s tegen de bestuurder van het accountantskantoor waar Van Dijken werkt werd ingediend, is ongegrond verklaard. Als be-
An
stuurder richten zijn werkzaamheden zich op de algemene aangelegenheden van de onderneming. Het is niet gebleken dat de AA in persoon werkzaamheden voor de BV’s heeft verricht of daarvoor de direct verantwoordelijke accountant is geweest, aldus de Accountantskamer. An [Uitspraak Accountantskamer, 8 maart 2010]
Klacht over rekening accountant afgewezen
D
e Accountantskamer heeft de klacht van een advocaat tegen een AA-accountant over de rekening afgewezen. De AA zou werk in rekening hebben gebracht waarvoor geen opdracht is gegeven, mogelijk niets eens is verricht en waarvan het uurtarief niet afgesproken was. De advocaat benaderde de accountant omdat hij moeilijkheden had met de Belastingdienst. De accountant zou met spoed de jaarrekeningen van 2004 tot en met 2006 opmaken. Hij stuurde zijn nieuwe klant een opdrachtbevestiging en een volmacht. De volmacht kwam wel getekend retour, de bevestiging niet. Na een half jaar ontdekte de accountant dat
de klant toch weer was teruggekeerd naar zijn oude boekhouder, die de aangifte voor 2004 heeft ingediend. De accountant heeft voor de Accountantskamer voldoende duidelijk kunnen maken dat hij wel degelijk werkzaamheden heeft verricht voor de klager. Ook mocht hij ervan uitgaan dat hij de opdracht daarvoor heeft gekregen, omdat de volmacht immers was geretourneerd. En ten slotte heeft de accountant met het toezenden van de algemene voorwaarden voldoende duidelijkheid verschaft over het berekenen van het honorarium. An [Uitspraak Accountantskamer, 8 maart 2010]
ROUSCH zoekt
voor diverse accountantskantoren:
Gevorderd Assistent Accountants M/V voor zowel de samenstel- als controlepraktijk Kijk op www.rousch.nl F i n a n c e - L e g a l - I T
Amsterdam
•
Arnhem
•
Breda
•
Eindhoven
•
Rotterdam
[email protected] • www.rousch.nl
Accountancynieuws 9 april 2010 nr 7
www.accountancynieuws.nl
27
An
vakinformatie/productinformatie
IFAC publiceert twee nieuwe handboeken
D
e International Federation of Accountants (IFAC) heeft twee kersverse publicaties afgeleverd. De ene publicatie is het volumineuze, 811 pagina’s tellende ‘2010 Handbook of International Quality Control, Auditing, Review, Other Assurance, and Related Services Pronouncements’, het twee-
de handboek bevat 155 pagina’s en draagt de titel ‘2010 Handbook of the Code of Ethics for Professional Accountants’. De twee handboeken kunnen als PDF gratis gedownload worden. Gedrukte versies kunnen besteld worden via de website van het IFAC, www.ifac.org. An
XBRL Handboek voor intermediairs
H
et XBRL Handboek voor intermediairs, een gezamenlijke uitgave van XBRL voor Accountants en Onderzoeksbureau GBNED, is verschenen. Het bevat informatie over
onder meer het SBR-programma van de overheid en de stand van zaken bij de uitvragende partijen, respectievelijk de Belastingdienst, Kamers van koophandel, het CBS en
Plant u nog steeds in Excel….?
maakt kunnen worden en de invloed die XBRL heeft op de kantoorpraktijk. Voor een handig overzicht van veel gebruikte terminologie in de context van XBRL/ SBR, zie het artikel van Jan Jacobs in Accountancynieuws, afl. 6, ‘Het ABC van SBR’. An
de banken. Verder wordt er aandacht besteed aan het digitaal certificaat, het autorisatieregister, de rol die XBRLserviceproviders kunnen vervullen, administratieve software die het mogelijk moet maken dat de gewenste rapportages in XBRL aange-
Verklaringengenerator online beschikbaar
N
IVRA en NOvAA hebben de verklaringengenerator online beschikbaar gesteld voor de leden. In deze nieuwe applicatie zijn alle voorbeeldbrieven en -verklaringen opgenomen uit de HRA 3. Door middel van een invulmenu zijn de voorbeeldteksten eenvoudig samen te stellen, zodat ze na omzetting
• • • • •
CRM Uren & Declaratie Document Management Planning & Control Workflow
in kantoorlay-out kunnen worden afgedrukt. De verklaringengenerator is uitgebreider dan de verklaringentool uit 2007 en is ook los verkrijgbaar. Kantoren die de Intranetversie hebben aangeschaft, hebben automatisch de beschikking over de verklaringengenerator. Zie ook www.nivra.nl. An
• • • •
Financieel ClientPortal Online Diensten SRA~Alure Template
Alure Planning & Control: • Grip op alle kantoorprocessen en cliëntopdrachten • Volledig automatische (concept) planningen op basis van historie analyse • Snel inzage in capaciteitsplanning én knelpuntenanalyse • Monitoring t.b.v. management met behulp van business en finance dashboard • Voortgangsbewaking per klant, medewerker, afdeling, vestiging • Budget en budgetbewaking per project, klant en opdracht • ’Alerting’ functies in combinatie met Alure Werkstromen • U bent volledig ‘in control’ over uw organisatie!
T: (074) 265 1111 E:
[email protected] I: www.innolan.nl
28
www.accountancynieuws.nl
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
vakinformatie/productinformatie
An
Handboek Jaarrekening MKB Softwareoplossing Transwise en Checklist 2010 xact en Transsmart hebten en levertijd, deze direct kan
E
H
et handboek Jaarrekening MKB 2010 en de bijbehorende Jaarrekening MKB Checklist 2010 zijn eind maart verschenen onder deskundige redactie van de SRA. Het handboek Jaarrekening MKB 2010 is bedoeld als handleiding voor het samenstellen van de verslaggeving van grote, middelgrote en kleine rechtspersonen. De voorschriften voor grote rechtspersonen werden voor het eerst meegenomen in de editie 2009. Het handboek start met de algemene context waarin de jaarverslaggeving plaatsvindt; aandacht dus voor de RJ-richtlijnen, IFRS en – nieuw in deze editie 2010 – IFRS for SMEs. Uiteraard worden ook de fiscale waarderingsgrondslagen voor kleine rechtspersonen hierbij betrokken en is er een aparte paragraaf over SBR/XBRL-rapportering. In 90 pagina’s komen de diverse jaarrekeningposten voorbij, inclusief de presentatie- en waarderingsregels en de daarbij behorende fiscale voorschriften. De redactie van het handboek koos er bewust voor om voor de inrichting van de jaarverslaggeving voor kleine en middelgrote BV’s niet de minimumvoorschriften aan te houden, gezien de geringe beAccountancynieuws 9 april 2010 nr 7
ben samen een softwareoplossing ontwikkeld onder de naam Transwise. Ondernemers kunnen hiermee hun externe logistieke processen, het vervoer van hun goederen, aansturen vanuit de bestaande Exact Globe-programmatuur. Transwise geeft MKB-ondernemers direct inzicht in kosten en beschikbaarheid van reguliere en overige vervoerders. Binnen Exact Globe wordt een lijst van vervoerders geboden, zodat de ondernemer, op basis van kos-
hoefte in de praktijk aan een minimaal ingerichte jaarrekening. In het hoofdstuk Kapitaalbescherming is rekening gehouden met de wetswijziging die eind 2009 werd aangenomen, inzake de flexibilisering van het BV-recht. Een uitgebreid verwijzingensysteem naar wetten en richtlijnen bewijst hier zijn nut. De publicatie is up-to-date tot en met januari 2010. De complementaire, bijbehorende Jaarrekening MKB Checklist 2010 is met 128 pagina’s een prima naslagwerk naast het boek, maar is ook los te gebruiken. Handig is vooral het beknopte overzicht per jaarrekeningpost, waarbij de opname/verwerking van de post, de waardering, de wettelijke presentatievoorschriften en fiscale regels worden behandeld. Voor de doelgroep ‘groot’ is een aparte kolom opgenomen en een hoofdstuk met de belangrijkste verschillen. An Jaarrekening MKB 2010 (ISBN 9789013071672, prijs € 42,23, abon. € 35,90) en Jaarrekening MKB Checklist 2010, (ISBN 9789013071689, € 24,21, abon. € 20,59.) Te bestellen via www.kluwershop.nl.
boeken. Daarmee bespaart deze add-on de ondernemer de tijd die hij anders kwijt is om zelf uit te zoeken welke vervoerder de beste prijs/prestatieverhouding biedt. Naast het ingebouwde track&trace-systeem in Transwise biedt Exact Globe een historisch overzicht van in het verleden gekozen vervoerders en hun prestaties. Zo krijgen ondernemers achteraf via een rapportage inzicht in de resultaten en kunnen zij daar direct naar handelen. An
Themaboek MVO
E
r is een nieuw themaboekje Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) verschenen bij de NL EVD Internationaal. Het
boekje is een praktisch hulpmiddel voor ondernemers die zich in MVO willen verdiepen. Zie ww.internationaalondernemen.nl/boekjes. An
Groei verder dit voorjaar! Kijk voor inspirerende voorjaarseducatie op www.fiscount.nl/hetislente Een samenwerkingsverband met fiscalisten, juristen en accountants
www.accountancynieuws.nl
29
An
agenda AGENDA
Accountancynieuws
Personalia
2-wekelijks vakblad voor accountants www.accountancynieuws.nl
14 april 2010
PE-cursus: XBRL, achtergronden & implementatie www.instantreporting.nl 15 april 2010
Cursus: Transfer pricing www.kluwershop.nl/opleidingen 19 april 2010
Cursus: Jaarverslaggeving in het MKB www.nivra.nl/vera 19 april 2010
Cursus: Vaktechnische actualiteiten www.fiscount.nl/hetislente 20 april 2010
Masterclass ‘Vooruitstrevend denken’ www.twinfield.nl 20 april 2010
Update collegiale toetsing 2010 www.pe-cursussen.nl 22 april 2010
Cursus: De nieuwe werkkostenregeling 2011 www.sra.nl/cursussen.nl
René Philips (49), partner van KPMG in België, is benoemd tot Global Head of International Executive Services (IES) bij KPMG International. John Veihmeyer wordt de nieuwe voorzitter en CEO van KPMG in de VS.
22 april 2010
29 april 2010
Cursus: BTW in de gezondheidszorg www.vedaa.nl
Symposium VAS en NIVRA: Internationalisering en specialisatie RA-opleiding www.vasonline.nl/symposium
26 april 2010
XBRL en de elektronische aanlevering van cijfers www.fullfinance.nl
10 mei 2010
Regiosessies: E-factureren voor acccountants www.nivra.nl/vera
26 april 2010
Cursus: Aangifte Vpb 2009 www.extendum.nl 27 april 2010
Cursus: Flex-BV en personenvennootschap in MKB www.sra.nl/cursussen 27 april 2010
Cursus: Lonen in de jaarrekening www.mvp.nl 28 april 2010
11, 12, 25 mei en 8 juni 2010
Cursus: Hoe maakt u uw controleaanpak AFMproof? www.sra.nl/cursussen 20 mei 2010
Seminar: XBRL, lego voor accountants/auditors? www.nivra.nl/youngprofs 7 juni 2010
Factuurcongres 2010 www.factuurcongres.nl
Limperg Symposium Statistical Auditing 2010 www.limperginstituut.nl
Uitgelicht 18 mei 2010
Symposium: Accountancynieuws Trends Vandaag SBR/XBRL. En morgen? Welke rol spelen kenniswerkers, zoals accountants, in de toekomst? Dat vertelt bekend trendwatcher Adjiedj Bakas u op 18 mei a.s. in het AFAS Da Vinci Theater in Leusden. Maar Bakas is niet de enige die hier zijn verhaal doet. Frank Pisters, directeur bij GIBO Groep en toegerust met veel bagage op het gebied van SBR/XBRL, maakt de bezoekers deelgenoot van de implementatie-ervaringen hiermee binnen zijn eigen organisatie. Uiteraard inclusief een relaas over de samenwerking met de ontvangende partijen. Dit nieuwe Accountancynieuws Trends-event vindt plaats van 16.00 tot 18.30 uur in Leusden, de toegang is gratis, en deelname hieraan levert 2 PE-punten op. Accountancynieuws Trends 18 mei wordt mede mogelijk gemaakt door AFAS. Schrijf u in op www.kluwershop.nl/opleidingen of ga rechtstreeks naar de website www.accountancynieuws.nl.
30
www.accountancynieuws.nl
Uitgeverij Kluwer bv. Postbus 23, 7400 GA Deventer Redactie F.J.M. Heitling, hoofdredacteur Tel. (0570) 64 89 31 Mw. drs. J.M. Oord, eindredacteur Tel. (0570) 64 88 90
[email protected] Fax (0570) 64 78 15 Medewerkers R. de Ruiter, C. Nuboer Redactiesecretariaat Mw. E. Gravendeel Tel. (0570) 64 77 30 E-mail:
[email protected] Redactie Mr. C.J.A. van Geffen (Ernst & Young Accountants LLP), Drs. J.G. Groeneveld RA RV (Wingman Business Valuators), Prof. dr. G.C.M. Majoor RA (Deloitte), E.J.H.J. Mantelaers RA (RMS Wehrens, Mennen & de Vries Accountants N.V.), Drs. J.H.R.H.M. Schretlen (PwC Subsidie, Innovatie & Beleid), F.K.D. Tsang RA (Alfa Accountants en Adviseurs), Drs. A.T. Valkenburg (PKF Wallast), Prof. dr. R.G.A. Vergoossen RA (BDO), J. Wietsma AA (Full Finance Consultants), Mr. I.D.J. Willemars (Holland Van Gijzen Advocaten) Uitgever Drs. E.J. Willemsen Advertenties F. Eijkelkamp, tel (0570) 64 88 97 E-mail:
[email protected] M. Pattynama, tel (0570) 64 89 96 E-mail:
[email protected] Media Order Services Dini Oudbier, tel (0570) 64 87 24 Abonnementen U komt voor een gratis abonnement op Accountancynieuws in aanmerking indien u binnen de doelgroep valt. U betaalt dan eenmalige inschrijfkosten van € 37,50 (excl. BTW) of € 39,54 (incl. BTW). Een aanvraagformulier vindt u op www.accountancynieuws.nl. Indien u niet voor een gratis abonnement in aanmerking komt, kunt u een betaald abonnement nemen voor € 91,98 (excl. BTW) of € 97,50 (incl. BTW). Bel onze klantenservice: 0570-673 444. Via www.accountancynieuws.nl kunt u uw abonnement opzeggen of uw adressering wijzigen. Basisvormgeving Frederik Helfrich ontwerper BNO Vormgeving BV, Voorhout www.colorscan.nl
colorscan
Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer BV, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 8 augustus 2007 onder depotnummer 127/2007. Deze vindt u op www.kluwer.nl of kunt op opvragen bij ons Customer Care Center.
9 april 2010 nr 7 Accountancynieuws
ABAB zoekt ervaring en expertise, omdat we zelf ook willen
doorgroeien Doe er je voordeel mee
Manager Accountancy
Accountant Controlepraktijk
Geeft leidinggeven aan en coachen van een eigen team van medewerkers jou energie? En heb je inmiddels meerdere jaren ervaring in de samenstelpraktijk?
Ben jij graag verantwoordelijk voor jouw eigen controlepraktijk? En rond jij deze verantwoordelijkheid zelf af met het zetten van jouw handtekening?
Controleleider
Hoofd Bureau vaktechniek Accountancy
Vind jij het uitdagend om meerdere controleteams aan te sturen? En neem je graag verantwoordelijkheid voor complexe controleactiviteiten en de planning en budgettering van opdrachten?
Ben je graag verantwoordelijk voor vaktechniek? Is automatisering ook voor jou dagelijkse kost?
Dan bieden we je een uitdagende werkomgeving met veel vrijheid. Een open, informele werksfeer, waarbij duidelijkheid, vriendelijkheid en een no-nonsensehouding centraal staan. Doe er je voordeel mee.
Kijk voor meer informatie op abab.nl
freelance finance professional ?
het juiste netwerk, de juiste timing www.steens.nl 010-289 7666 / 020-301 3590 Steens & Partners Interim Finance Consultants is marktleider in Nederland met een 100% specialisatie in freelance finance professionals.