2013 nummer 3
Afdeling Markelo
GOED OM TE WETEN Bestuur Voorzitter
vacant
Secretaris
Marianne Ketting Grotegoorsdijk 4, 7475 PJ Markelo
0547 36 12 07 @
[email protected]
Penningmeester
Dianne Hendriksen Stationsstraat 14, 7475 PX Markelo
0547 36 23 20 @
[email protected]
Bestuurslid
Jetty Dorresteijn Looikolkstraat 17, 7451 EP Holten
0548 36 26 20 @
[email protected]
Bestuurslid
Nel Soonius Postweg 4, 7475 SG Markelo
0547 36 27 73
Coördinatoren Wandelingen
contactpersoon: Jetty Dorresteijn
Natuurbeleving
Sylvia Haan-Nassette Vennekesweg 8, 7475 CG Markelo
Fietstochten
Sylvia Haan-Nassette
’n Witten
contactpersoon: Joke Vosman-Selker Worsinkweg 12, 7475 TW Markelo
Jeugd
Jetty Dorresteijn
Promotie
vacant
‘De Groene Hof’
Joke Vosman-Selker Worsinkweg 12, 7475 TW Markelo
Ledenadministratie
Jetty Dorresteijn
Contributie
zie boven 0547 36 27 47 @
[email protected] zie boven 0547 36 14 50 @
[email protected] zie boven
0547 36 14 50 @
[email protected] zie boven
Colofon
leden huisgenootleden jeugdleden donateurs
€ 20.-- per € 10.00 per € 5.-- per € 12.50 per
jaar jaar jaar jaar
Natuurlijk is een hogere bijdrage altijd welkom. Contributie en donaties kunt u overmaken op girorekeningnummer: 42 52 699, t.n.v. IVN Vereniging voor Natuur en Milieueducatie te Markelo Opzegging van het lidmaatschap dient schriftelijk bij de secretaris te geschieden voor 1 december van het lopende jaar.
----------------------------------------------------ADRES
HOCHHUISJE, W. GÖTTELAAN 3 7475 CJ MARKELO
WEBSITE
WWW.IVNMARKELO.NL
E-MAIL
[email protected]
‘Op het Natuurpad’ is een uitgave van IVN afdeling Markelo. Het verschijnt 4 maal per jaar. Redactie: Sylvia Haan-Nassette Jetty Dorresteijn Reijer Dorresteijn (eindredactie) E-mail adres:
[email protected] ----------------------------------------------------Het volgende nummer van ‘Op het Natuurpad’ verschijnt 1e helft van december 2013.
Kopij kan ingeleverd worden bij het Hochhuisje, W. Göttelaan 3, Markelo, of via e-mail:
[email protected] uiterlijk 15 november 2013
Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving
VAN DE BESTUURSTAFEL
I
n de vorige ‘Op het Natuurpad’ had ik jullie allen namens het bestuur een warme zomer toegewenst. We mogen wel zeggen dat dat dit jaar is gelukt. Iedereen heeft kunnen genieten van het mooie weer. Er zijn volgens mij maar weinig vakanties in het regenwater gevallen. Er is door velen van ons ook heel wat werk verzet deze zomer, zoals klussen buiten, verven en opruimen. Mijn ervaring is dat je van dit weer heel veel energie krijgt, mits het niet te warm is. Na deze vakantieperiode kunnen we allen weer met frisse moed aan het werk en ons inzetten voor de IVN. Tijdens onze laatste bestuursvergadering voor de zomervakantie hebben we een gesprek gehad met Marijke Wester van Natuur en Milieu Overijssel. Dit in verband met de toekomst van IVN Markelo. We hebben afgesproken ons voorlopig te focussen op de zaken die goed lopen: de jeugdgroep en de fietswerkgroep. Hierdoor blijven we toch een volwaardige afdeling aldus Marijke. Marijke heeft voorgesteld iets met de jeugd van 12 t/m 18 jaar te gaan doen. Mochten er oudjeugdleden zijn die dit wel zien zitten of andere jongeren, laat het ons gerust weten. De activiteiten op de scholen blijven doorgaan en we willen proberen nieuwe activiteiten op te zetten zoals bijvoorbeeld een doorstapwandeling. Dit moet nog verder uitgedacht worden en natuurlijk hebben we daar vrijwilligers voor nodig. Het was ook prachtig weer voor de zomeravondfietstochten en de fietstochten op de dinsdagmiddagen. De deelname was goed te noemen maar er kunnen altijd meer mensen mee. Wat staat er nog op de agenda de komende maanden:
Onze jeugdgroep bestaat 10 jaar en dat gaan we begin oktober vieren. Alle (oud-) jeugdleden en (oud-) begeleiders ontvangen hiervoor een uitnodiging.
Donderdag 10 oktober Paddenstoelenlezing gezamenlijk met IVN Diepenheim
Zondag 13 oktober Paddenstoelenexcursie
Zondag 20 oktober Herfsttintenfietstocht
Zaterdag 28 oktober is de Nacht van de Nacht. Mocht je hier aan deel willen nemen let dan op de nieuwsberichten van de omliggende afdelingen. Als afsluiting wil ik u nog een fijne nazomer en een kleurrijke herfst wensen. Namens het bestuur, Marianne Ketting
Niets in onmogelijk voor degene die het niet zelf hoeft te doen (De wet van Weiler)
-1-
VAN DE REDACTIE Kopij zat, dus een dikke (16 pagina’s) ‘Op het Natuurpad’ deze keer. Interessante en leerzame artikelen, met fraaie tekeningen en/of foto’s, voor elk wat wils. Let ook op het 10-jarig jubileum van de jeugdgroep “De Veldmuizen” (zie pag. 13) Jammer dat een adverteerder gemeend heeft halverwege het jaar te moeten stoppen met haar advertentie. Er is dus plaats voor een nieuwe; mocht u iemand weten die die plaats wil opvullen, laat het ons weten. Veel lees- en kijkplezier. Reijer Dorresteijn
ACTIVITEITENKALENDER SEPTEMBER
– DECEMEBER 2013
Woensdagmiddag 11 september Start IVN-jeugdgroep „de Veldmuizen‟ Thema : Waterdieren Zaterdag 5 oktober 2013 Viering 10 jaar IVN-jeugdgroep „de Veldmuizen‟ We houden ‘open huis’ voor oud-jeugdleden en oud-begeleiders in en rond ons Hochhuisje. !4.00- 17.00 uur. Opgave gewenst. (meer info zie pagina 13) Woensdagmiddag 9 oktober IVN-jeugdgroep „de Veldmuizen‟ Thema: paddenstoelenspeurtocht Donderdag 10 oktober Paddenstoelenlezing gezamenlijk met IVN Diepenheim Dit keer wordt er een paddenstoelenexpert uitgenodigd om onze kennis over paddenstoelen weer op te halen. Dit alles ter voorbereiding op de paddenstoelen-excursie van 13 oktober. Aanvang: 20.00 uur in Cultureel Centrum, Hagen 3, Diepenheim. Entree: vrije gift Zondag 13 oktober Paddenstoelenexcursie Onder leiding van ervaren (paddenstoel)gidsen wordt er dit jaar gewandeld in het Nijenhuis Start: 13.30 uur vanaf de parkeerplaats restaurant Den Haller, Watermolenweg 34, Diepenheim. Zondag 20 oktober Herfsttintenfietstocht Ook in de herfst valt er veel te zien en te genieten rondom Markelo. Deze fietstocht voert u langs paden en paadjes omzoomd door een prachtig palet aan herfstkleuren. De gidsen zullen veel wetenswaardigheden over de omgeving, het landschap en de natuur weten te vertellen. De lengte van deze tocht is ± 30 km en de snelheid bedraagt ± 15 km/u. Halverwege is er een rustpauze waarbij gelegenheid is om een consumptie te gebruiken. Kosten € 2.00, kinderen gratis. Vertrek 13.30 uur vanaf Markelo Toerist Info, terug rond 17.00 uur.
-2-
Zaterdag 26 oktober Nacht van de Nacht Nadere informatie volgt t.z.t Woensdagmiddag 13 november IVN-jeugdgroep „de Veldmuizen‟ Thema: werken op de Borkeld Woensdagmiddag 18 december IVN-jeugdgroep „de Veldmuizen‟ Thema: creatieve middag in het Hochhuisje
40e VELDSYMPOSIUM NATUUR EN MILIEU OVERIJSSEL
O
p vrijdag 31 mei werd het 40e Veldsymposium door o.a. Natuur en Milieu Overijssel georganiseerd en wel in het mooie Springendal. Met 3 personen togen we ’s morgens al bijtijds vanaf de Poppe: 2 leden van IVN Markelo en Gerda Lode van IVN Diepenheim. Nel Soonius moest rijden omdat Jetty onverwacht ziek werd. We boften met het weer. Aangekomen bij het vakantiecentrum “Hoeve Springendal” in Hezingen, werden we getracteerd op koffie met gebak ter gelegenheid van het 40 jarig jubileum van NMO. Godelin Wijffels, directeur Natuur en Milieu Overijssel opende deze dag en presenteerde daarbij het nieuwe logo van NMO. Er was veel belangstelling voor deze dag. We werden ingedeeld in groepen (10 in getal). Dit hield in dat we niet alle projecten konden bezoeken. Ditmaal de deelnemers per afdeling bij elkaar. Voor fietsen was gezorgd, zelfs enkele e-bikes waren beschikbaar. Per fiets op stap dus. Als eerste bezochten we een bronmeertje. Hier is veel werk verricht om de omgeving goed toegankelijk te houden. Hierna maakten we kennis met de schaapskudde aldaar. Een Duitse kudde. De herder vertelde dat hij in principe op contract werkt: enige tijd hier, enige tijd daar. Hij werkt met 3 soorten schapen: het Drentse heideschaap, verder een wat groter ras en het derde ras schapen zijn echt grote exemplaren, zodat de heidevelden tot op verschillende hoogten afgegraasd kunnen worden. Ook werkt hij met verschillende soorten honden, omdat verschillende werkzaamheden verricht moeten worden, zo zorgt een herdershond ervoor dat de kudde bij elkaar blijft en de andere honden krijgen weer andere opdrachten. Tussen haakjes: we zaten heel dicht bij de Duitse grens. Bij de “Hoeve het Springendal” werden we bijgepraat over het reilen zeilen op de hoeve en de dieren die daar gehouden worden. Tijdens de middagpauze konden we genieten van een biologische lunch, prima verzorgd en heel lekker. Vol goede moed weer op stap. Ditmaal een natuurproject: een mooi grasperceel (een vroegere maïsakker) met een prachtige flora, alsmede een mooi vergezicht. Tot slot kwamen we via smalle paadjes bij een boerderij van Natuurmonumenten en de boswachter nam ons mee naar een drassig weilandje met de bijbehorende flora. Voor mij was het hoogtepunt: de vroeg bloeiende orchideeën. Welke soort? Volgens mij het Harlekijntje, een inmiddels zeldzame soort. (Voor mij een reisje terug naar mijn kindertijd, want in een weiland tegenover onze boerderij groeiden er destijds honderden Harlekijntjes. Ook kwam daar Trilgras op het hogere deel van het weiland voor. Toen realiseerden we ons nog niet hoe uniek dat was. Nu is dat voormalige weiland een hedendaags maïsveld). Een andere naam voor deze orchidee werd door een van de deelnemers genoemd: en wel: mei-orchidee. Dit is echter geen officiële naam. De andere orchideeënsoorten bloeiden nog niet. Dit bezoekje aan dit weilandje maakte deze dag voor mij tot een hoogtepunt. Weer terug op ons beginpunt kregen we behalve een verfrissing en een hapje een verrassingsdoosje mee met wat later bleek gevuld te zijn met zaadjes van een minisoort Helianthus. Welgemoed keerden weer terug bij de Poppe.
-3-
De zaadjes zijn gezaaid, hoewel de zaaitijd ongeveer verstreken was. 2 Plantjes overleefden de droogte. Spannend wat het resultaat zal zijn. Het symposium werd samen met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Overijssel georganiseerd. Een stimulans om volgend jaar ook eens mee te gaan, aldus Joke Vosman.
OVERIJSSELSE IVN-DAG IN DIEPENVEEN 25 MEI 2013
W
e werden welkom geheten in Diepenheim door Gerrit Meutstege, één van de organisatoren van de dag. Van de 17 Overijsselse afdelingen waren er deelnemers uit 14 afdelingen aanwezig, tussen de 50 en 60 mensen. Een goed bezochte dag dus! Na een toelichting op het programma van de dag kreeg Godelieve Wijffels, Directeur van Natuur en Milieu Overijssel (NMO) het woord. Zij vertelde over het 40-jarig bestaan van NMO, dat dit jaar gevierd wordt. IVN was 40 jaar geleden actief betrokken bij het ontstaan van COMO: Contact Natuur en milieugroepen Overijssel in 1973. Later is uit COMO de Natuur en Milieu Federatie Overijssel ontstaan, wat nu NMO is. De band tussen IVN en NMO is altijd sterk gebleven. NMO “doet” het consulentschap voor het IVN in Overijssel. Marijke Wester, die nu dat consulentschap uitvoert, zit er ook al weer 23 jaar. Onderwerpen waar IVN en NMO beiden mee bezig zijn waren, of zijn bijvoorbeeld: de Nacht van de Nacht, Scharrelkids, Natuurestafette en Groen Bichtbij. NMO beheert ook het fonds Locaal Actief, waar IVN-afdelingen subsidie aan kunnen vragen! Via de Groene Peiler vraagt NMO ons als achterban onze mening te geven. Ter ere van dit jubileum kregen we een NMO-gebakje. Hierna wandelden we door het Stedeke Diepenheim en kregen uitleg over de geschiedenis van dit fraaie stadje met zijn vele kastelen. We zagen onder andere de kerk, de Regge, die een meer natuurlijke loop gekregen heeft, en een vlindertuin. Een hoogtepunt op de wandeling was het Binnenste Buitenbos. Dit is een oud rolschaatspleintje, dat door burgerpaticipatie omgevormd is tot één van de mooiste natuurrijke speelplekken die ik ooit gezien heb. Hier kunnen kinderen zich echt heerlijk uitleven en ondertussen veel nuttige ervaringen opdoen! We kregen er uitleg door één van de initiatiefneemsters, die zich daarbij op een plan van haar kinderen gebaseerd had. Een complete beschrijving hier zou veel te lang worden. Beter is het te kijken op: http://www.binnenstebuitenbos.nl/Binnenstebuitenbos/home.html
Na de wandeling kregen we een uitstekende lunch, die door een deel van de aanwezigen genuttigd werd tijdens de Districts Leden Vergadering. Dit is het halfjaarlijks overleg van bestuursleden van de Overijsselse IVN afdelingen. Onder de strakke leiding van Godelieve Wijffels verliep deze vergadering zeer vlot! Een be-
-4-
langrijke uitkomst van deze DLD: we hebben een nieuwe vertegenwoordiger in de Landelijke Raad: Jaap Gerkes, secretaris van IVN Olst-Wijhe. Voor het middag programma kon men kiezen uit een fietstocht, een wandeling of een wandeling met GPS. Ineke en ik gingen mee met de wandeling. Onder leiding van Gerrit Meutstege zagen we onder meer het landgoed Nijenhuis, waar een bloemrijk vochtig grasland genaamd IVeNetje extra onder onze aandacht gebracht werd. Ook de watermolen, die we als laatste bezochten, is zondermeer waard om nog eens te gaan bekijken. Het was een leuke, informatieve dag, waarbij ook volop gelegenheid was IVNers uit andere afdelingen te spreken. De organisatoren van Afdeling Markelo, Rijssen-Enter en Diepenheim hadden zich zeer goed van hun taak gekweten! Hartelijk dank hiervoor! Hanneke van Dorp (tekst) en Ineke Muijser (foto’s)
DE NEUSHOORNKEVER (Oryctes nasicornis) Als je reist, kom je wel eens wat bijzonders tegen, al blijkt nu dat deze “bijzonderheid” ook in ons land voorkomt, zie onderstaande uit Wikipedia. Sylvia Haan
D
e neushoornkever (Oryctes nasicornis) is een kever uit de familie bladsprietkevers (Scarabaeidae) en de onderfamilie Dynastinae. De neushoornkever dankt zijn naam aan de relatief grote hoornachtige stekel op de kop van de mannetjes. Deze verharde 'hoorn' wordt gebruikt om concurrenten omver te duwen en dient niet ter verdediging. bij de vrouwtjes is deze zeer klein of ontbreekt geheel. De neushoornkever is één van de grotere soorten kevers die voorkomt in westelijk Europa. Hij is met een lichaamslengte van 20 tot 40 millimeter tevens de grootste bladsprietkever die voorkomt in België en Nederland. De soort heeft zich weten te handhaven door gebruik te maken van plantaardige afvalhopen waarin de larven leven. Door de broei wordt de omgevingstemperatuur van de larven verhoogd zodat ze zich sneller kunnen ontwikkelen. De soort is gemakkelijk van grotere kevers uit andere groepen te onderscheiden door de opmerkelijke lichaamsvorm en kleur. De neushoornkever is te herkennen aan het sterk gewelfde lichaam, dat tevens vrij gedrongen is. De kever wordt in zuidelijke delen van het verspreidingsgebied vooral in natuurgebieden aangetroffen maar in België en Nederland komen de larven vooral voor bij menselijke bewoning, en met name in composthopen en andere hopen plantaardig materiaal. De soort is in Nederland vooral in het oosten en het zuiden van het land te vinden. In het zuiden van Nederland zijn tegenwoordig meer populaties bekend dan enkele decennia geleden. In 2008 werd de kever in Ledeboerpark bij Enschede aangetroffen De kop is donkerder dan de rest van het lichaam en neigt meestal naar zwart. De kop is relatief klein en draagt twee kleine, kraalachtige ogen die moeilijk waarneembaar zijn omdat ze net zo donker zijn als de kop zelf. De ogen zijn aan de zijkanten van de kop gelegen. De verharde plaat die de kop beschermt, wordt het kopschild of vertex genoemd en is sterk verbreed aan de zijkanten. Onder de ogen zijn de antennes gelegen, deze zijn vrij onopvallend en eindigen net als alle bladsprietigen in lamellen, zodat het oppervlak van de antennes sterk wordt vergroot. Aan de onderzijde van de kop zijn de kaaktasters aanwezig, deze zijn net als de antennes gesegmenteerd en donkerbruin van kleur. Deze opvallende stekel heeft een brede basis en eindigt in een scherpe punt. Hieraan heeft de neushoornkever de Nederlandse naam te danken, en deze naam is niet overdreven -5-
want de goed ontwikkelde mannetjes hebben door de grote 'hoorn' een indrukwekkende verschijning. Bij de vrouwtjes is de hoorn slechts in aanleg aanwezig, zij hebben slechts een klein stekeltje dat soms geheel ontbreekt. Net als andere grote kevers is de grootte en vorm van de hoorn van de mannetjes afhankelijk van hoe goed de larve het heeft gehad. Als de larve aan voedselgebrek heeft geleden, is het imago minder goed ontwikkeld, de hoorn van een mannetje is dan kleiner. Dergelijke exemplaren worden wel 'hongervormen' genoemd omdat ze minder geprononceerde hoorns hebben en kleiner blijven en hierdoor sterker lijken op een vrouwtje. De verharde platen aan de bovenzijde van het borststuk en achterlijf corresponderen niet met de lichaamsindeling, wat direct opvalt is het pronotum of halsschild dat bij de mannetjes sterk gewelfd is. Het halsschild is bruin van kleur en heeft een inkeping op het midden in de lengte. Bij de vrouwtjes is dit niet meer dan een afplatting aan de voorzijde van het halsschild waarbij de randen wat omhoog staan en vooral aan de achterzijde. Bij de mannetjes echter is het halsschild aan de voorzijde verbreed en sterk afgeplat en heeft een naar voren gekromde, opstaande welving aan de achterzijde, die eindigt in drie tandachtige uitstulpingen. Het halsschild beschermt het voorste deel van het borststuk, het achterste deel is gelegen onder de brede en bolle dekschilden. Dit zijn de verharde voorvleugels die de vliezige, tere achtervleugels beschermen die gebruikt worden om mee te vliegen. Aan de voorzijde is in het midden het schildje of scutellum gelegen. De dekschilden zijn kastanjebruin en hebben een opvallende glans, ze zijn helderder gekleurd dan het halsschild en de kop. Er komen echter ook lichtere exemplaren voor, die meer roodbruine dekschilden hebben, een donker roodbruin halsschild en een donkerbruine kop. De dekschilden beschermen niet alleen een deel van het borststuk maar ook het gehele achterlijf, dat alleen aan de onderzijde zichtbaar is of als de kever vliegt. Tijdens het vliegen worden de voorvleugels uitgeklapt maar niet bewogen, hiertoe dienen de vliezige achtervleugels. De neushoornkever kan vliegen maar is niet erg behendig. De dieren botsen regelmatig tegen voorwerpen waarbij een onzachte landing kan worden gemaakt. Als de kever op de rugzijde terecht komt op een horizontaal oppervlak heeft het dier moeite om weer op zijn pootjes terecht te komen. Bij het vliegen wordt de kever aangetrokken door licht en kan rond lantaarnpalen worden aangetroffen. De poten zijn verbreed en met name de voorpoten dragen duidelijke tandjes aan het middelste segment die de scheen of tibia wordt genoemd. Het uiteinde van de poot wordt de tarsus genoemd en bestaat uit vijf geledingen. Het laatste deel bevat kleine klauwtjes waarmee de kever zich vasthoud aan het substraat. De voortplantingstijd van de neushoornkever loopt van juni tot augustus, dan zijn de kevers het vaakst te zien. Op warme zomernachten vliegen vooral de mannetjes uit op zoek naar een vrouwtje. Als ze er eenmaal één hebben aangetroffen worden andere mannetjes verjaagd door ze met het krachtige lichaam op de rugzijde te duwen waarna deze weerloos is. Na de paring zet het vrouwtje korte tijd later eitjes af, deze zijn enkele millimeters in doorsnede, wit van kleur en rond van vorm. De eitjes worden afgezet op de bodem bij rottend plantaardig materiaal. De larven van bladsprietkevers worden engerlingen genoemd vanwege hun C—vormig gekromde lichaam en crèmewitte kleur. De larve van de neushoornkever is hierop geen uitzondering en is moeilijk van de larven van andere soorten te onderscheiden. Voorbeelden van bladsprietkevers met gelijkende larven zijn de meikever, de gouden tor en de penseelkever. Ook de larven van andere grote kevers, zoals die van de vliegend hert lijken sterk op de larve van de neushoornkever. De larve is vuilwit van kleur, het gehele lichaam is bezet met kleine, dunnen oranje haartjes zodat de larve een oranje gloed heeft. Aan weerszijden van het lichaam zijn de ademopeningen of stigma zichtbaar als ronde, oranjebruine vlekjes. De kaken van de larve zijn gekromd, dit is een onderscheid met larven van het vliegend hert die meer rechte kaken hebben. De ontwikkelingsduur van de larve is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en kan variëren van maximaal drie tot vijf jaar.] Larven die in composthopen leven groeien veel sneller omdat de omgevingstemperatuur relatief veel hoger is. De larve groeit in stapjes waarbij het lichaam vervelt en steeds na een vervelling groter wordt. Ieder stadium wordt een instar genoemd en de larve kent in totaal drie stadia. De larve is net uit het ei slechts enkele millimeters lang maar kan een uiteindelijke lengte van zo’n 12 centimeter bereiken.[5] Als de larve volledig is ontwikkeld, vindt de verpopping plaats in het substraat. De larve graaft hiertoe een gang waarin een zogenaamde popkamer of poppenwieg wordt gemaakt. Dit is een cocon die niet bestaat uit lichaamsweefsel maar uit de uitwerpselen van de larve. De poppenwieg van de larve van de neushoornkever kan zo groot zijn als een kippenei.
-6-
Levenscyclus Neushoornkever
100 JAAR GELEDEN Van Gerard van de Burgt kregen wij als redactie een CD-ROM met daarop 100 jaargangen van het blad ‘Natura’, het orgaan van wat nu KNNV is. In onderstaande uitgave – 19 augustus van jaargang 1913, No. 153 – vond ik het navolgende, [het geheel is in de oorspronkelijke spelling en lettertype gelaten - RD]:
NATURA Orgaan der Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging onder redactie van Dr. H. BURGER en H. R. HOOGENRAAD.
Dit blad verschijnt den 1sten en 3den Vrijdag der maand.
AFDEELING 'S-GRAVENHAGE. Vergadering van 31 Mei • 1913. Aanwezig 13 leden en 5 introducee's. De eerste spreker voor dezen avond was de heer F. H. DOORSCHODT, met het onderwerp: Slakken. Bij vele menschen staan de slakken nu niet in zoo'n goed blaadje, toch meende Spr. er op te mogen wijzen, dat zij door rijkdom aan vorm en kleuren èn door hun levensverrichtingen wel onze belangstelling waard zijn. Zooals bekend is; behooren de slakken tot de weekdieren en door hun bijzonder ontwikkeld voortbewegingsorgaan hebben zij den naam van buikpootigen gekregen. Men onderscheidt naakte en huisjesslakken. De in- en uitwendige bouw van eerstgenoemden werd eenigszins uitvoerig besproken. Daarna kwamen de huisjesslakken aan de beurt. Deze verkeeren bij wisselende weersgesteldheid in gunstiger omstandigheden dan de naakte, daar zij zich direct in hun woning kunnen terugtrekken. In bouw verschillen ze niet zoo heel -7-
veel van de naakte slakken. Het weeke gedeelte, dat we niet te zien krijgen, volgt de windingen van het huisje en bevat de inwendige organen. Wat we te zien krijgen als de slak kruipt, is de breede voetzool en de kop. Aan den kop merken we op de voelers en den mond. Deze voelers komen in aantal van vier of twee voor, waarvan 't grootste paar dikwijls de oogen draagt. Een zeer voornaam gedeelte van 't lichaam, waarvan we slechts den rand te zien krijgen, is de mantel. Deze omhult het geheele dier en zorgt voor de afscheiding van de bouwstoffen voor het huisje. Dat huisje bestaat voor het grootste gedeelte uit phosphor- en koolzure kalk en voor een gering gedeelte uit een chitineachtige stof, de conchioline. Spr. wees nu op de groote verscheidenheid in vormen der huisjes bij land-, zoetwater- en zeeslakken. Door welwillendheid van. den heer C. F. L. CROP was Spr. zoo gelukkig, over eene mooie collectie demonstratie-materiaal te beschikken en waren ook door hem zelf eenige levende exemplaren medegebracht, om het een en ander van het gesprokene nader te demonstreeren. In het tweede gedeelte van zijn voordracht bepaalde Spr. zich bij de levensverrichtingen dezer weekdieren. De slakken zijn echte „vochtigheidsdieren". Voor het grootste gedeelte leven ze in 't water, de op 't land levende dieren maken a.h.w. een uitzondering en zij toch ook zijn op het water aangewezen. Tijdens en na regenbuien zijn zij in hun element; dan verlaten ze hun schuilhoeken en laven zich aan de droppels, die aan takken of bladeren hangen. Dan wordt hun trage beweging, die spreekwoordelijk geworden is, wat levendiger en is het de geschikte tijd om iets van het leven der dieren te weten te komen. De voedselopname, de vergrooting van het huisje, het paren en eierleggen dat alles wordt door het vochtige weer bevorderd. Achtereenvolgens behandelde Spr. nu de zintuigen en de voeding, waarbij hij gelegenheid had op de eigenaardig ingerichte mondwerktuigen te wijzen; daarna wees hij op de eigenaardige voortbeweging en op de vermenigvuldiging, die op eenige uitzonderingen na door eieren plaats heeft.
EEN BOOM UITGELICHT In de afgelopen nummers en de komende nummers van “Op het Natuurpad” zal Gerard van de Burgt een aantal boomsoorten, dat in de “Bomenroute” wordt genoemd, wat uitvoeriger beschrijven. Mede om blijvend de aandacht op die route vestigen. De boekjes met de beschrijving van de “Bomenroute” zijn zowel bij onze afdeling als bij Markelo Tourist Info (het vroegere VVV) verkrijgbaar voor € 2,50
Kardinaalsmuts: mooi en taai
I
n de reeks verhalen over bomen en struiken in en rond om Markelo wil ik deze keer aandacht besteden aan de kardinaalsmuts een hoge struik, die vooral in het najaar opvalt door zijn fraai verkleurend blad en de niet minder fraaie vruchten.
-8-
ERVE “ALLDRIK” Biologisch, Dynamisch, Zorgzaam en Persoonlijk!
…… VOOR HAPPINESS! Biologisch Dynamische Groente- en FruitTassen: week-abonnement; losse tas; los groente en fruit Natuurtocht te paard en/of (huif)kar met Friezen Nieuw vanaf voorjaar 2010: Biologische scharreleieren: van eigen kippen Mountainbike startlocatie: verhuur en coaching voor prachtige natuurtochten, ook m.b.v. GPS Dagopvang/Coaching van mensen met beperking Dagopvang is gericht op kinderen en volwassenen met PDD-NOS, ADHD of een aan autisme verwante beperking. Deze activiteiten begeleiden wij met een exclusieve en persoonlijke 1:1 coaching.
INFORMATIE: 0547-260550 of
[email protected], Potdijk 16, Markelo (tegenover Herberg “de Pot”).
RUIMTE Groepsaccommodatie en Bungalow verhuur Fam. G. J. Hartgerink, Oude Rijssenseweg 20, 7475 SN Markelo (Hof van Twente) Tel: 0547-363176 Fax: 0547-363640 E-mail:
[email protected] Web: www.zwemkolk.nl
VOOR
UW
ADVERTENTIE !!
Bruiloften & Partijen Diners & Buffetten Kegelen & Indoor Midgetgolf I-SHI-YAKI Catering Groepsaccommodatie Graag tot ziens! Ineke en Dinant Nijland Stationsstraat 28 7475 AM MARKELO 0547 – 361292 www.de-haverkamp.nl
Namen Aan die vruchten heeft de struik zijn naam te danken. Zij lijken namelijk wat hun vierkante vorm en ook wat hun kleur betreft op het hoofddeksel van een kardinaal: een hooggeplaatste geestelijke in de Rooms Katholieke kerk. In het protestantse gedeelte van ons land, waar men niet zo'n nauwe band heeft met kardinalen, werd de struik Papenmuts genoemd. Mensen, die muts niet zo'n passend woord voor het hoofddeksel van een kardinaal vinden, spreken liever van een kardinaalshoed. Behalve deze officiële Nederlandse namen zijn er ook nogal wat streeknamen in omloop, wat erop duidt dat de struik vroeger nogal bekend geweest moet zijn bij het volk. Zo had men het in de Graafschap vroeger over Papenkuilen en sprak men in Twente over het “kruusholt” of het “penneholt”. Ik ben benieuwd of er onder de lezers van ons blad nog mensen zijn, die deze laatste namen kennen en vooral ben ik benieuwd wat deze namen betekenen. Groeiplaatsen In het wild groeit de kardinaalsmuts gemakkelijk op elke niet te arme grondsoort; bij ons komt de struik veel voor in de duinen, vooral als deze wat kalk bevatten. Aangeplant kunnen we de kardinaalsmuts in Markelo op een aantal plaatsen aantreffen in plantsoenen, gewoonlijk in combinatie met andere struiken. In de “Bomenroute”, die ter gelegenheid van ons 40-jarig bestaan werd uitgegeven en die nog altijd te koop is, wordt een aantal plaatsen genoemd waar de struik te vinden is. Om u het herkennen van de struik te vergemakkelijken, laat ik hieronder een korte beschrijving van zijn uiterlijk volgen. Uiterlijke verschijningsvormen De takken zijn om te beginnen nogal verschillend gevormd. De jonge zijn meestal groen van kleur en rond; in hun tweede levensjaar krijgen veel van die takken overlangse kurklijsten, die maken dat ze er hoekig uitzien en kantig aanvoelen. Worden ze nog ouder, dan groeit dat kurk helemaal om de tak heen; alleen zijn ze dan niet groen meer maar grijs. Bladeren en bloemen Het spits toelopende, langwerpige, donkergroene blad heeft een fijn gezaagde rand, het staat twee aan twee tegen over elkaar en verkleurt in het najaar tot mooie gele en paarsrode tinten. De korte gesteelde bloempjes zijn geelgroen van kleur en staan in losse trosjes in de bladoksels. De bloempjes zweren bij het getal vier. Ze hebben vier afstaande kelkblaadjes, vier kroonblaadjes en vier meeldraden. Er is evenwel maar één stamper in het bloempje te vinden. Als we de weinig opvallende bloemen in de bloeitijd te bekijken, zien we dat er bloemen zijn, waarin zowel meeldraden als een stamper voorkomen; we noemen ze tweeslachtig, omdat ze zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Andere bloemen bezitten alleen meeldraden of alleen een stamper; ze zijn respectievelijk mannelijk of vrouwelijk. De struiken, die alleen stamperbloemen bezitten, maken kans op een veel vruchten in het najaar. De struiken met uitsluitend meeldraadbloemen daarentegen dragen geen vruchten. Ook in het plantenrijk kan de man zelf geen nakomelingschap voort brengen. Bij de kardinaalsmuts zijn er nog meer mogelijkheden, dan hierboven door mij genoemd, maar daar ga ik hier niet verder op in. Hoofdzaak is dat u begrijpt, dat de rijkdom aan vruchten in het najaar afhankelijk is van het aantal vrouwelijke of tweeslachtige bloemen waarmee de struik in de voorzomer bloeit. Hoewel de bloemen door hun kleur niet erg opvallend trekken ze toch nogal wat insectenbezoek. Ze zijn vooral in trek bij zweefvliegen en kleine kevertjes die enthousiast snoepen van de nectar die door een dikke ringvormige honingklier op de bloembodem overvloedig wordt afgescheiden. Vruchten
Vallen de kardinaalsmutsstruiken in de bloeitijd niet erg op, in de tijd dat ze vruchten dragen, doen ze dat des te meer. Tegen de herfsttinten van het blad steken de vruchten met hun diepe roze of purperrode kleur duidelijk af. Als de vruchten rijp zijn springen ze met vier kleppen open en dan komen de fel oranje zaden tevoorschijn, die echter niet meteen uitvallen, maar nog een poosje aan de witte draadjes uit de vier kleppen waarmee de vruchten zijn open gesprongen, blijven hangen. In de oorlogsjaren noemde men in de duinstreek de vruchten met de oranje zaden erin opgeborgen wel “verborgen oranjeklantjes”. -9-
Als men zo'n oranje zaadje eens pelt, ziet men dat het eigenlijke zaadje wit is en dat het oranje omhulsel een vlezige zaadmantel is. Op die zaadmantel zijn de lijsters verzot; het witte zaadje scheiden zij onverteerd uit en zo helpen zij mee aan de verspreiding. U moet een zo’n zaadje eens heel voorzichtig met een scherp, dun meisje middendoor snijden. U zult dan zien, dat het kiemplantje er al groen en wel inzit. Een verrassend gezicht! Een kardinaalsmuts gaat niet alleen door het leven In de wintermaanden doen de konijnen zich in de duinen graag te goed aan de kardinaalsmuts. Ze knagen dan zo ver als ze kunnen reiken de barst van de stammen en onderste takken. De struiken staan dan met akelig “witte benen” in het duin. De rondom geschilde stammen sterven af, maar de struiken herstellen zich als regel van deze vraat door het vormen van talrijke nieuwe loten uit hun ondergrondse wortelstelsel. Dit heeft tot gevolg dat de struiken zich breed maken en hele bosjes vormen. Intussen is het konijn niet het enige dier dat het op de kardinaalsmuts gemunt heeft. In juni zien we nogal eens struiken waarvan het blad volkomen is weggevreten door honderden kleinere rupsjes die tezamen grote spinselnesten sponnen, die maken dat de struiken er een beetje spookachtig uitzien. We hebben hier te maken met het werk van de larven van spinselmotten. Zoals de kardinaalsmuts het hoofd biedt aan de vraat van konijnen, zo weet ze ook de vraat van de spinselmotlarven te overleven. Als omstreeks het begin van de zomer de rupsjes zich gaan verpoppen, komt er vanzelf een eind aan de vraat. En dan zien we iets verrassends gebeuren. De struiken die in juni kaal stonden, beginnen in juli alsof het voorjaar was weer nieuwe scheuten en nieuwe blad te vormen en blijkbaar is dat voldoende om in leven te blijven en zelfs nog te groeien. En vaak beginnen ze in augustus nog een tweede keer te bloeien ook. Nadelen en voordelen De struik met zijn mooie vruchten heeft jammer genoeg ook enkele nadelen. Één daarvan is dat alle delen van de struik, vooral de zaden, giftige stoffen bevatten, waaronder hartglycosiden en verschillende alkaloïden. Zelfs grote grazende dieren kunnen daaraan sterven. Ook voor de mens is de kardinaalsmuts gevaarlijk. Het eten van de vruchten kan onder andere bloedcirculatiestoornissen, braken en heftige buikkrampen veroorzaken. In de volksgeneeskunde werd het fijngewreven, gedroogde blad wel als een middel tegen hoofdluis gebruikt. Vandaar de naam “luizenboom”. Het lichtgele hout van de kardinaalsmuts geldt als zeer fraai. Uit dat hout werden vroeger wel orgelpijpen, houten pennen voor schoenen, breinaalden gemaakt en het werd ook zeer gewaardeerd om er de spoel of “spil” van het spinnewiel van te maken. Vandaar de Duitse namen “Spindelbaum” en het Engelse “Spindletree”. Ik hoop, dat u het na het lezen van dit verhaal met mij eens bent, dat de Kardinaalsmuts een boeiende struik is, die het waard is meer aangeplant te worden, waar dat mogelijk is. Gerard van de Burgt Gebruikte literaruur: Elseviers gids van giftige planten: Dr. H. de Cleene; Elsevier Boom en struik in bos en veld: H. Blöte-Obbes; W. de Haan N.V. Nederlandse Oecologische flora: Drs. E. J. Weeda e.a.; IVN-uitgave Tekeningen/foto’s: Gerard v.d. Burgt en anderen
- 10 -
SCHOLEN
V
anaf ons terras: kijkend naar mijn superwilde grasveld met een overvloed aan duizendblad, boerenwormkruid, zwarte toorts en blauwe vogelwikke; overpeins ik dat dit het meningsverschil met mijn man waard is. Hij wil een glad grasveld en ik een ruige boel, met vlinders, torren en teken. Mede dankzij mijn volharding is het tussen de Rijssense weg en de Oude Rijssenseweg een vlinderallee geworden waar ze elkaar ontmoeten, dansen en fourageren. Nu zijn het citroenvlinders en koolwitjes, dan fladdert er iets kleins en blauws voorbij, waar ik natuurlijk als vrouwtje Prikkebeen achteraan zou moeten, maar ja, soms ben ik gewoon lui. Ik kijk hierna weer uit naar de volgende soorten, wie weet wat er nog voorbij komt. Nog meer nieuws? Ja, de buizerd is weer op jacht: ze hebben jongen in een van de hoge oude eiken, welke ik vanaf mijn stoel kan zien, al roepend vliegt ze op zoek naar prooi, onrust zaaiend tussen de kraaien en houtduiven en gisteren is er een jonge gaai in onze vijver aan een jammerlijk einde gekomen net zoals de woelmuis, die in de bek van een onzer katten Citroenvlinder werd thuisgebracht. Waarom zo’n verhaal als boven dit artikel “scholen” staat? Wel, omdat ik er heilig van overtuigd ben dat je niet vroeg genoeg kan beginnen om als ouders met je kind veel te ontdekken in de natuur, zodat je er een levenlang van kan genieten. Waar brengt uw kind ook een groot gedeelte van zijn jonge leven door….., juist: op school. Op veel scholen is biologie echter een ondergeschoven kindje: je moet het als leerkracht wel geven, maar eigenlijk kom je altijd tijd tekort, dus boek, les invullen een paar mooie beelden op het digibord en dan weer naar taal en rekenen. Hier komt dus onze IVN om de hoek kijken: wij staan klaar om kinderen en leerkrachten met creativiteit en excursie-aanbod een handje te helpen. Wie zijn wij? Wij zijn Jetty, Annet, Hanneke en Nel, met Joke als plantenexpert en natuurlijk met steun van andere IVN’ers. Ons afgelopen schooljaar was er een om vrolijk op terug te kijken. Herfstwandeling/paddenstoelen en spelletjes met de groepen 1 & 2 Stokkum en 1 & 2 de Ichtus op de Herikerberg en de Markeloseberg. Uilenballen pluizen. In de klas, met veel ballen, pincetten en microscoop Waterexcursie. Met schepnetten en zoekkaarten naar het waterwingebied in Goor. Heideschonen. Met de boswachter zagen en veel spierballen is er veel gedaan. Dit alles kan alleen maar gerealiseerd worden dankzij het enthousiasme van de begeleidende leerkrachten en de kinderen Het schoolprogramma voor het komende schooljaar is nog niet helemaal rond; wij staan open voor nieuwe suggesties! Bent u ook enthousiast geworden om eens te helpen met de kinderen, meld u dan bij een van ons aan, zodat wij zoveel mogelijk schoolgroepen een fijne en gezellige praktische les kunnen aanbieden. Met een flitsende groene specht die gillend en schoksgewijs overvliegt hou ik op met schrijven en die natuurafwijking heb ik echt aan mijn vader te danken omdat hij 60 jaar geleden al samen met mij op zijn buik aan de slootkant lag en wij samen de weilanden verkenden. Ouders dit gevoel vergeet je nooit, zelfs de lucht die je erbij opsnoof blijft hangen! Vroeg beginnen dus met ouders school en IVN! Namens werkgroep scholen, Nel Soonius
- 11 -
IVN Jeugdgroep ‘De Veldmuizen’ Hallo jongens en meisjes Op 12 juni hebben we de laatste bijeenkomst van het seizoen afgesloten in en rond de informatieboerderij ’n Witten. Er was een natuurpad gemaakt en in kleine groepjes werd dit pad vol met opdrachten afgelopen. Marit Brakels en Milou Jansen waren voor het laatst, dus na afloop hebben we afscheid van hen genomen en kregen zij een certificaat en een geschenkje. Van Koen de Vos en Tanaka Kuijpers, die ook gaan stoppen met de jeugdgroep, konden we geen afscheid nemen omdat zij niet aanwezig waren. Ja, en nu weer een nieuw seizoen. Alle lege plekken zijn al weer opgevuld. Fay Snijders, Nina Zendman, Aniek en Stef Geerligs komen binnenkort meedoen met de jeugdgroep. We hopen dat ze zich thuis gaan voelen bij de andere ‘Veldmuizen’. Woensdagmiddag 11 september gaan we van start. Wat gaan we allemaal doen? Zie hieronder het programma Woensdag
Woensdag Woensdag Woensdag Woensdag Woensdag
13 november 18 december 8 januari 12 februari 12 maart
: waterdieren vangen in het waterwingebied in Goor : paddenstoelenspeurtocht op de Herikerberg : (indien mogelijk) werken in de natuur : creatieve middag in het Hochhuisje : marterachtigen : roofvogels : amfibieën
Woensdag Woensdag Woensdag
9 april 14 mei 13 juni
: speurtocht op de Kattenberg : bezoek aan de Domelaar : afsluitende activiteit
Woensdag
11 september 9 oktober
Met een extra excursie op een vrijdagavond in maart naar de paddentrek
Leiding jeugdgroep: Jetty Dorresteijn, Annet Eertink en Nel Soonius
De Domelaar
- 12 -
10
JAAR
IVN-JEUGDGROEP september 2003
zaterdagochtendgroep 2004
woensdagmiddaggroep 2004
In september 2003 zijn we gestart met onze IVN-jeugdgroep. Nu 10 jaar later zijn er gelukkig nog steeds kinderen die graag iets meer van de natuur willen leren en vooral veel willen ontdekken. Met veel plezier hebben we 10 jaar lang allerlei activiteiten georganiseerd en we vinden het de moeite waard om aan die periode aandacht te besteden. Daarom gaan we alle oud-jeugdleden en oud-jeugdbegeleiders uitnodigen om nog eens een keer naar ons vertrouwde Hochhuisje te komen. Op zaterdag 5 oktober houden we van 14.00 – 17.00 uur ‘open huis’ in en om het Hochhuisje en (voor de activiteiten) ook in het nabij gelegen ijsbaangebouw. Het wordt een moment van ontmoeting, maar men kan ook aan de slag met allerlei opdrachten en activiteiten. Er zal van alles te zien en te beleven zijn voor jong en oud. Ook de huidige ‘veldmuizen’ worden hiervoor uitgenodigd. Om alles goed te kunnen organiseren willen we wel graag weten hoeveel mensen we die middag kunnen verwachten, dus als je wil komen dan moet je je wel vóór 21 september opgeven.
2012
- 13 -
- 14 -
AGENDA BUURVERENIGINGEN IVN afd. Noord-Midden Achterhoek Zondag 10 november 2013 – Wandeling wandeling Landgoed Beekvliet Starttijd: 14.00 uur Startplaats: begin Enteldijk aan de Borculoseweg tussen Barchem en Borculo. Zie IVN borden. Thema: Overgang van herfst naar winter in het landschap. Inlichtingen: Janna Klein Willink, tel. 0545-272944
MUTATIES Overleden Donateur mevr. J. Schuitert Stationsweg 7. Markelo Opzegging lidmaatschap Mevr. A. v.d. Pluym De Delle 5 7609 CD Almelo Gestopt met de jeugdgroep Marit Brakels Milou Jansen Koen de Vos Tanaka Kuijpers Nieuwe jeugdleden Daan Berendsen, Stationsstraat 26, Markelo Gijs Goedhart, Stationsweg 25, Markelo Aspirant-jeugdleden Fay Snijders Nina Zendman Stef en Aniek Geerligs
Vliegbeeld van een buizerd
- 15 -
In het kader van de samenwerking tussen IVN en KNNV (Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging) werd ons het volgende toegezonden:
STEM OP DE EGELTUIN De KNNV heeft net als vorig jaar het project: “Egeltuin of Tegeltuin” ingediend voor de prijsvraag van Groen en Doen. Vorig jaar deden we ook mee, maar haalden toen net te weinig stemmen. Daarom deze 2 e poging. Met het project: “ Egeltuin of Tegeltuin?” willen we mensen stimuleren om je tuin groener in te richten onder het motto: Minder tegels, meer egels!
Vrijwilligers van de KNNV geven tuinadviezen en iedereen die meedoet krijgt een leuke tuinherkenningskaart waarmee je kan zien wat er allemaal in je tuin leeft en groeit.
Stem dus ook en maak dit project mogelijk!
De acht projecten met de meeste stemmen maken kans op 25.000 euro. Stemmen kan tot 29 september op de Egeltuin Zie voor meer informatie: www.knnv.nl
Of je nu een grote of een kleine tuin hebt, landelijk of in de stad: met een paar eenvoudige aanpassingen wordt je tuin een waar paradijs voor dieren en insecten. Er valt veel te zien en te beleven vlakbij huis! Met een beetje aandacht en inspanning huizen in iedere tuin wel meer dan 100 plant- en diersoorten. Het jaarthema van de KNNV is daarom: Haal meer natuur in je tuin! De KNNV organiseert door het hele land inspirerende tuin-activiteiten, o.a.: - excursies in tuinreservaten bij jou in de buurt - 100 soorten in je tuin-teldag - workshops over nesthulp voor verschillende dieren. We hopen dat jullie het bovengenoemd project steunen. Dit kan de samenwerking tussen IVN en KNNV versterken.
- 16 -