Stationsstraat 23 • B-2910 Essen
Afbraak schaapstal in de Kalmthoutse heide
De schapen van de Kalmthoutse Heide verblijven nu dag en nacht binnen het permanente begrazingsraster.
Deze werken zullen in de zomer worden uitgevoerd, na het broedseizoen en mits de terreinomstandigheden voldoende droog zijn. De bestaande constructies worden afgebroken en alle vreemde materialen en afval zullen uit het gebied verwijderd worden. Op opslagplaatsen van voeders en op plaatsen waar geregeld gevoederd werd, zal ook de grond afgeschraapt worden tot op de minerale bodem.
De oude schaapstal in het noorden van de 'Gemeentebossen' zal deze zomer afgebroken worden.
Wanneer je één van de komende weken een wandeling maakt door de Kalmthoutse Heide, kan je in het zuiden van het gebied wel wat bedrijvigheid aantreffen die je niet gewend bent in het natuurreservaat. Er staan namelijk grote werken op het programma. In het noorden van de 'Gemeentebossen' bevindt zich een afgerasterd terrein, waarop een schaapstal staat en enkele bijhorende bouwsels. Deze schaapstal werd oorspronkelijk gebouwd als overnachtingplaats voor de eerste schaapskudde van de Kalmthoutse Heide. In het prille begin van de schapenbegrazing (in de jaren 1970) vertrok de herder dagelijks met een kleine kudde vanuit deze schaapstal om verschillende delen van de Kalmthoutse Heide te begrazen. Het bleek echter zeer moeilijk om meer afgelegen delen regelmatig te bezoeken, waardoor er vooral sterk begraasd werd in de omgeving van de schaapstal, en er weinig tot geen effecten van begrazing waren verder van dit terrein verwijderd. Stilaan werd er daarom overgeschakeld naar standbegrazing binnen verplaatsbare, en
De laatste jaren was de schaapstal enkel nog in dienst als opslagplaats voor allerlei materiaal en wintervoeder en als tijdelijke opvang van zieke of verzwakte dieren. Intussen zijn er een aantal mogelijkheden gevonden om het grootste deel van de schaapskudde buiten het natuurreservaat te overwinteren. Er is daarom voor gekozen om de schaapstal en bijhorende infrastructuur, die toch midden in het natuurreservaat gelegen is, te verwijderen. Het terrein zal in zijn natuurlijke toestand hersteld worden en opnieuw worden geïntegreerd in het natuurgebied.
nadien binnen de veel grotere permanente rasters. Het aantal schapen werd geleidelijk ook drastisch verhoogd zodat het grootste gedeelte van de Kalmthoutse Heide nu effectief kan begraasd worden. Vrije begrazing binnen de grote rasters leidt bovendien tot een gevarieerder en meer natuurlijk graaspatroon. Zo onstaat een afwisselender landschap met een meer natuurlijke structuur. Een aantal jaren is de schaapstal en het afgerasterde terrein dan gebruikt als winterstalling. Maar vooral tijdens natte winters (en die zijn er blijkbaar steeds meer) gaf dit problemen, zowel voor de gezondheid van de dieren als voor de noodzakelijke bevoorrading aan wintervoeder via de onverharde en dan slijkerige toegangswegen doorheen het natuurreservaat.
DRIEMAANDELIJKS NR. 24 - JUNI/JULI/AUGUSTUS 2004
Er zal al het mogelijke gedaan worden om zo min mogelijk schade aan te richten aan het terrein en aan de afvoerwegen.
INHOUD In gesprek met IVN en VMPA
pag 2
Ecologische verbindingszone tussen Groote en Kleine Meer
pag 3
De sterkste wint
pag 7
Waarnemingen Kamsalamander pag 7 Zeldzame nachtvlinder gevonden pag 7 Activiteitenkalender
AFGIFTEKANTOOR 2910 ESSEN 1 P309555
pag 8
1
Gidsenwerk
2
VMPA, Vereniging voor Milieueducatie Provincie Antwerpen is nauw verbonden met het CVN, het Centrum Voor Natuur- en milieueducatie in Vlaanderen. Het CVN organiseert de opleidingen en de VMPA organiseert en voert het gidsenwerk uit. De VMPA EssenKalmthout heeft 58 leden, en voert ter ondersteuning jaarlijks zo’n 400 excursies uit voor “de Vroente”. Het geeft jaarlijks 27 gratis begeleide wandelingen. Het richt de cursus “Natuur in Zicht” in, geeft begeleiding aan cursisten in opleiding en organiseert voor de leden bijscholingen en diverse activiteiten. Uit de gidsen is ook de Libelhamelclub, (drie groepen kinderen die regelmatig natuuractiviteiten doen) ontstaan. Leden van de VMPA zijn ook actief in gemeentelijke adviescommissies.
Jef Vanhuele (1940) is al zes jaar natuurgids en als onderwijzer op ele rust gepokt en hu J ef Van gemazeld in het educatieve werk. Begonnen als gids in Brasschaat kwam hij via-via op de Kalmthoutse Heide en is daaraan verknocht geraakt. Het gidsenwerk boeit hem: “de eerste vijf minuten zijn bepalend om de groep te leren kennen, om op “niveau” te praten, mensen te boeien en hen de natuur te laten beleven”. Vanhuele: “Daarvoor moet je je gebied goed kennen en je wandeling voorbereiden. Natuurlijk heeft iedere gids zijn of haar specialiteit en daarvan kunnen de deelnemers profiteren”. Maar hoe nodig kennis ook is, Vanhuele vindt de methode en de didactiek om mensen te informeren buitengewoon belangrijk. En dat niet alleen. “Ook geschiedenis, cultuur, literatuur van de streek horen erbij. Dat boeit de mensen”.
De IVN afdeling “de Groene Zoom”, actief in Bergen op Zoom en omstreken, heeft een kleine 100 leden, waarvan een 20 tal actief is, 30 donateurs, een jeugdafdeling van 30 leden, werkgroepen Landschapsbeheer en Ruimtelijke Ordening, die vooral de overheidsplannen kritisch beoordeelt. Naast de vele excursies zijn er de voorjaars- en najaarscursussen. ”De Groene Zoom” is één van de 180 afdelingen van het landelijke IVN, vereniging voor natuur en milieu educatie.
Over het grenspark is Vanhuele positief.: “Als ik aan de rand van de Heide sta, vertel ik altijd dat het eigenlijk fout is om alléén over de Kalmthoutse Heide te spreken. Het gaat om samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, een samenvloeiing van de natuur in beide landen”. Vanhuele verwacht nog wel wat van het Grenspark: “Ik hoop dat het Grenspark ons steunt om meer contacten te maken met de Nederlandse gidsen. Wij vinden het fijn dat er Nederlanders naar onze cursussen komen. En waarom zouden wij, als daar vraag naar is, niet willen gidsen langs het Hazenpad in Nederland”. En vervolgt hij: “we krijgen veel steun van de afdeling Natuur. Via een map weten we waar beheerswerken enz. plaatsvinden maar we willen graag meer weten van het Grenspark. De cursussen ‘libel’ en ‘sprinkhaan’ die het Grenspark organiseert zijn een prima initiatief”.
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
Al die vele excursies, cursussen en activiteiten vergen een strakke organisatie. Vanhuele: “het bestuur en de leden regelen de zaken goed. De communicatie vraagt veel vrije tijd maar “leden helpen leden”. En, wie twee jaar niets van zich heeft laten horen, wordt als lid geschrapt.”
Wim de Haan, (1949) was jarenlang voorzitter van “de Groene Zoom”, an en richt zich nu meer Ha W im de op de werkgroep Ruimtelijke Ordening. De nieuwe voorzitter, Rogier de Bode (1959) formuleert zijn missie: “de afdeling heeft groeikansen, de kwaliteit van de activiteiten is hoog, het moeten er alleen meer worden. We hebben dus actieve mensen nodig”. de Haan beaamt dat: “Afgelopen zondag, op de Landschapsdag, hadden we 1000 bezoekers. Toen liepen onze gidsen met groepen van 50 mensen. Dat is niet te behappen”. Maar: “gelukkig is er enige doorstroming vanuit de jeugdafdeling. Daar zijn we best trots op”. Volgens de Haan is een Natuurgidsencursus nodig om het kader aan te vullen: “we missen eigenlijk de menskracht om dat te doen”. Want, zegt Rogier de Bode, ”dat deel van IVN hoort er bij. Aandacht en liefde voor de eigen omgeving, de natuur, maar ook de cultuurhise od b torie. Dat kun je niet Ro gier de missen.” Wim de Haan heeft dat gidsenbloed ook: “een gids moet gedreven zijn. Enthousiasme is de basis, dat moet hij (of zij) overdragen op anderen. Kennis is daaraan ondergeschikt. De didactiek, de manier waarop je het doet is belangrijker. Wat verwacht ‘de Groene Zoom’ van het Grenspark?: “Meer gidsenwerk, bijvoorbeeld door een gezamenlijke cursus. Dan is het Grenspark een ontmoetingsplek waar alle partijen voordeel bij hebben”. En, vult Rogier de Bode aan: “samen aan nieuwe dingen werken, meer projectmatig misschien, compact en degelijk. Meer aan de weg timmeren”. En wat samenwerking met Vlaanderen betreft is de Bode resoluut: “we leven toch in Europa?” De interviewer zwijgt. Onder de indruk van de grote belangstelling voor natuur- en milieueducatie. Hij moet aan de slag om natuureducatie in het Grenspark ook echt grensoverschrijdend te organiseren. Aan de vrijwilligers zal het niet liggen…
Ecologische verbindingszone tussen Groote en Kleine Meer
Zeker vanuit de lucht, krijgt men een idee hoe deze ecologische verbinding er kan uitzien. (Foto: Coolens L. Deleuil)
Wat is een ecologische verbinding? Een ecologische verbinding kan er, afhankelijk van het type landschap heel verschillend uitzien. In een open landschap kan het betekenen, dat twee bosgebieden met elkaar verbonden worden door middel van de aanplant van een smalle bosstrook. Op deze manier kunnen bepaalde soorten zoogdieren, reptielen, vlinders zich verplaatsen van het ene bosperceel naar het andere, zonder dat ze hun vertrouwde biotoop hoeven te verlaten. Hierdoor zijn deze soorten minder kwetsbaar. In een bos - heidelandschap kan het zijn, dat er een bosstrook gekapt wordt om twee
afzonderlijke heidegebieden met elkaar in verbinding te brengen. Op deze manier kunnen geïsoleerde populaties van bijvoorbeeld de heivlinder opnieuw met elkaar in contact gebracht worden. Als we nu concreet gaan kijken naar de verbinding Groote Meer - Kleine Meer, dan zien we dat we hier te maken hebben met soorten die vooral gebonden zijn aan water of waterrijke zones (oeverzone). Dat betekent, dat de verbinding juist dáár de accenten moet leggen.
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
3
Huidig beeld
Fot
s ren o: G
s ren :G Foto
Beleidsplan Beheer en inrichting
Onderzoeksgebied
Het beleidsplan voorziet vellingen om de oeverzone te versterken.
Gans de zone tussen de Groote Meer en de Kleine Meer wordt door GP als onderzoeksgebied vastgelegd.
Hoe komt het Grenspark op het idee om zulk een verbinding te realiseren?
Welke situatie willen we creëren?
rk pa
rk pa
Het idee om deze verbindingszone te realiseren is niet nieuw. In het Beleidsplan beheer en inrichting van het Grenspark (BBI afgerond in 1999), staat opgenomen dat er vellingen dienen te gebeuren om de oeverzone tussen de Groote Meer en de Kleine Meer te versterken. Probleem hier was dat deze voorgestelde zone van 8.2 ha slechts indicatief op de kaarten was aangeduid. Om te vermijden dat er snel en ondoordacht zou gehandeld worden met als gevolg dat er voor de natuur geen winst zou inzitten, heeft het Grenspark een studie laten uitvoeren. De opdracht luidde: “onderzoek in de ganse zone tussen de Groote Meer en de Kleine Meer waar een ecologische verbinding van dezelfde grootte het meeste winst kan opleveren voor de natuur.”
Hoe is de huidige situatie bij de Groote en Kleine Meer?
Fot
4
s ren o: G
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
rk pa
De gehele zone tussen de beide ‘meren’ bestaat thans uit bos. De meest voorkomende houtsoort is grove den en Corsicaanse den. Sporadisch zijn er ook enkele zeedennen aanwezig. Het aanwezige loofhout bestaat uit tamme kastanje en zachte berk. Als exoten treffen we de Amerikaanse vogelkers en rododendron aan. Als ondergroei zien we hoofdzakelijk pijpenstrootje met hier en daar een enkele brede stekelvaren, struikheide en langs de paden enkele plantjes dopheide.
Zoals we reeds aanhaalden, willen we een verbinding creëren die belangrijk is voor soorten die gebonden zijn aan water, dus moeten we natte zones ontwikkelen. Dat is niet zo eenvoudig als je weet, dat er in deze zone nu alleen bos aanwezig is en toch… Uit de studie die het studiebureau Aeolus uitgevoerd heeft in dit kader blijkt, dat er tussen de Groote en de Kleine Meer een kleine depressie (natuurlijke laagte) aanwezig is. Vooral deze zone zal dan ook benut worden om de verbinding te creëren. In een eerste fase zal het grootste deel van het bos in het onderzoeksgebied gekapt worden (in totaal ongeveer 21 ha). Vervolgens zal een deel van dit gekapte bos (10,5 ha) spontaan weer mogen begroeien, zodanig dat er een overgangszone ontstaat tussen het bestaande bos en het gekapte bos. Een tweede deel (8.5 ha) moet open blijven om juist deze ecologische verbinding tot stand te brengen. Om te voorkomen, dat dit opengemaakte gedeelte weer helemaal vol gaat lopen met o.a. pijpenstrootje, zal deze zone geplagd worden. Op deze manier ontstaat er een gevarieerde “natdroog-verbinding” voor amfibieën, reptielen en insecten. Op de drogere delen zal open zand ontstaan en droge heide kansen krijgen. Een boombedekking van 20 tot 30% is het streefdoel. In de vochtige lagere zones streven we o.a. naar de aanwezigheid van dopheide.
Streefbeeld Resultaat studie
Uit te voeren plan opgemaakt door studiebureau Aeolus.
Concrete winst voor de natuur…. Voor de flora zal de winst het grootst zijn. De huidige ondergroei van pijpenstrootje zal plaatsmaken voor natte delen met dopheide, maar mogelijk ook bruine snavelbies, kleine en ronde zonnedauw, veenbies en klokjesgentiaan. Op de drogere delen en in het open duin krijgt de struikheide veel kansen. Maar ook daar hopen we op meerdere soorten, zoals stekelbrem, tormentil, zandstruisgras, zandzegge en mogelijk nog andere soorten.
Ook voor de avifauna gaat er heel wat veranderen.
De boompieper (Anthus trivialis) verkiest een gevarieerd en kleinschalig landschap met veel overgangen. De hoogste dichtheden worrk Foto: Grenspa den aangetroffen in de overgangszone van heide naar bos, in zeer open en lichtrijke Eiken-Berkenbossen, in oude gedunde en met brandgangen doorsneden dennenbossen of in jonge aanplantingen. De boomleeuwerik (Lullula arborea) is een soort van droge en zandige bodems die snel opwarmen. Onbeboste duinen met verspreide boomgroei, de randen van zandverstuivingen en droge, zandige heidevelden met enige boomopslag. De nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus) heeft een binding met zandgronden. De soort komt voor rond heidevelden, kaalkappen, jonge aanplant en in stuifduinen. Belangrijkste vereisten zijn een begroeiing met den en berk als beschutting voor het nest, als rustplaats voor overdag en als zangpost ‘s nachts. Aangezien de gecreëerde biotopen in de nieuwe verbindingszone goed overeenkomen met het voorkeursbiotoop van deze drie aandachtssoorten én afgaand op de grootte van de aan te leggen verbindingszone tussen de Kleine en de Groote Meer ( in totaal 20 ha) én rekening houdend met de gemiddelde territoriumgrootte van deze soorten, wil dit concreet zeggen, dat de zone een winst kan opleveren voor elk van deze drie soorten.
Fot
s ren o: G
s ren :G Foto
rk pa
rk pa
Voor de amfibieën: De rugstreeppad (Bufo calamita) is een warmteminnende soort met een gravende levenswijze. Hij is to :M . De Clerck gebonden aan terreinen met droge, losgrondige bodems die snel opwarmen. De soort Fo
Het gebied is nu nog soortenarm. Om de uitgangssituatie goed vast te leggen heeft Staatsbosbeheer opdracht gegeven aan de vogelwerkgroep Bergen op Zoom om heel de zone te inventariseren op aanwezige broedvogels. Ook de aanwezigheid van amfibieën en reptielen wordt door het GP nader onderzocht. Los daarvan heeft het studiebureau onderzocht wat de winst kan zijn voor de aandachtssoorten, die in het Beleidsplan van het Grenspark zijn opgenomen. Het studiebureau geeft eerst voor elke soort weer wat hun voorkeursbiotoop is. Na deze beschrijving volgt dan welk de winst zou kunnen zijn die de verbindingszone voor deze soort kan opleveren. Het bureau omschrijft de “winst” als volgt:
Voor vogels:
Fot
s ren o: G
rk pa
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
5
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
Voor de reptielen: Levendbarende hagedis (Lacerta vivipara). De voorkeursbiotoop is onmiskenbaar vochtige heide- en rietvelden met gewone dopheide, pijpenstrootje, beenbreek en opslag van berk en grove den. Ook in de randzones van vochtige zones naar bossen toe worden vaak hagedissen in grote aantallen aangetroffen. Vooral voor de levendbarende hagedis worden in de verbindingszone kansen gecreëerd; naast vochtige zones, komen ook droge zones voor, waar de dieren relatief snel kunnen opwarmen. De Gladde slang (Coronella austriaca). Deze soort vertoont een sterke voorkeur voor droge, zonbeschenen terreinen. Hij wordt aangetroffen in droge heide, langs bosrank Foto: Grenspa r den, in droge graslanden en in open plekken in loofbossen. Hij verkiest een kleinschalige afwisseling van zonbeschenen en schaduwrijke plekjes. Daarom is een bodembegroeiing van dwergstruiken (waaronder struikheide) of grassen van belang. Waarnemingen van de gladde slang in deze omgeving zijn niet bekend, dus het is nog maar de vraag of deze soort het gebied gaat koloniseren.
J.
Corte ns
Voor de vlinders en libellen:
to: Fo
6
Kamsalamander (Triturus cristatus). De voortplantingsbiotoop bestaat voornamelijk uit vrij grote, stilr staande wateren e d Kams a laman met een goed ontwikkelde onderwatervegetatie (hoewel kleinere poelen ook niet gemeden worden). Belangrijk echter is dat de poel permanent water moet bevatten. In het voorjaar 2004 werd de Kleine Meer bemonsterd en blijkt dat de soort nog goed vertegenwoordigd is. Maar nu één maand na de bemonstering blijkt de Kleine Meer zo goed als droog te staan. Het is nog de vraag of deze populatie in stand kan gehouden worden. Misschien kan de verbindingszone de migratie van de dieren van de Kleine Meer naar de Groote Meer vergemakkelijken. De Groote Meer ligt lager en houdt langer water. Voorwaarde is dan evenwel dat ook de Groote Meer niet meer komt droog te vallen.
to: Fo
to: Fo
komt voor in heidegebieden met zonbeschenen duinen die schaars begroeid zijn met korstmossen, grassen en struikheide. In heidegebieden fungeren ondiepe zonbeschenen oeverzones en uitlopers van vennen als voortplantingsplaats. Vooral het voorkomen van deze soort in het Grenspark in en rond de Biezenkuilen, de Steertse Heide en ten noorden van de Kleine Meer, Kriekelaerevennen en nabij de Oude Postbaan wijst erop, dat uitwisseling tussen deze populaties via de verbindingszone mogelijk wordt. Het is niet uitgesloten, dat de ontstane plasjes in de verbindingszone kunnen dienst doen als voortplantingsplaats. Heikikker (Rana arvalis). In Vlaanderen is de heikikker strikt gebonden aan voedselarme milieus zoals vochtige heidevelden, laagveengebieden en W. Pattyn voedselarme moerassen. In Nederland komt de soort ook voor in voedselrijkere terreinen zoals rivier- en beekdalen en zelfs in de polders. In heideterreinen worden vooral vennen, sloten en kleine vijvers gebruikt als voortplantingsplaats. In het Grenspark komt de soort vooral voor in en rond de Kriekelaerevennen, rond de Leemputten nabij de Kleine Meer en in de aangerijkte vennen van de Steertse Heide. De verbinding kan dus bijdragen aan een uitwisseling tussen gescheiden populaties. Vinpootsalamander (Triturus helveticus). Deze soort plant zich voort in stilstaand water: plassen, karrensporen, weidepoelen, vennen, vijvers, bronrk nen en bospoelen. In Foto: Grenspa vergelijking met andere inheemse salamandersoorten heeft deze soort een hoge tolerantie voor zuur water. Er bestaan slechts van 1999 vondsten van deze soort in de buurt van de Kleine Meer en het is dus nog maar de vraag of het mogelijk is dat deze soort zich via deze verbinding kan uitbreiden. Toch kunnen kleine (zelfs tijdelijke) plasjes in de verbindingszone voldoende zijn om zelfs als voortplantingsplaats dienst te doen.
M.
De Cle rck
De aanwezigheid van nectarplanten (zie winst flora), de afwisseling tussen beschaduwde en zonnige plaatsen, natte en droge delen met open zand, zullen ervoor zorgen dat ook deze verbindingszone voor vlinders en libellen een winst kan opleveren. Soorten als groentje, heideblauwtje en heivlinder evenals tal van libellensoorten komen in deze zone nu niet voor. Na de uitvoering van de plannen, kunnen we al deze soorten op middellange termijn hier verwachten.
CONCREET NU: Eind juli starten de werken ter uitvoering van de verbinding. Eerst zal er gekapt worden. In de zone waar dient geplagd te worden, zal voorafgaand ook geklepeld worden. Het spreekt voor zich dat het plaggen en het afvoeren van de vrijgekomen grond het meeste tijd in beslag zal nemen. Toch hopen we dat het ganse werk kan afgerond worden eind oktober. Gedurende de tijd van de werkzaamheden zal er hier en daar hinder optreden, maar we hopen dat deze hinder tot een minimum beperkt zal worden. Indien de weersomstandigheden het niet toelaten, kan het zijn dat een deel van het plagsel in depot moet gezet worden. Dan zal het pas volgend jaar afgevoerd worden.
En nu maar hopen… Zodra de verbindingszone gerealiseerd is, zullen de inventarisaties herhaald worden. Op deze manier trachten we te weten te komen of het maken van deze zone ook het beoogde resultaat opgeleverd heeft. In alle geval hopen we, dat we op deze manier de natuurwaarde in het Grenspark kunnen versterken, zoals voorgesteld in het Beleidsplan. We houden u op de hoogte. Wenst u bijkomende informatie dan kan u de volledige studie steeds komen inkijken op het kantoor van het Grenspark of in De Vroente op het kantoor van afdeling Natuur. (Gelieve vooraf te verwittigen, zodat we u ook te woord kunnen staan).
De sterkste wint
Helaas moeten we je even wakker schudden uit deze romantische droom. Levende organismen knokken voortdurend om te overleven en zijn enkel uit op zelfbehoud. Wie zichzelf kan handhaven, heeft ook de grootste kansen om zich voort te planten. Op die manier wordt het voortbestaan van een soort (plant of dier) verzekerd en daar is het in de natuur om te doen. Elk individu van elke soort is voortdurend bezig met deze overlevingsstrijd. Wie het best is aangepast aan zijn omgeving, heeft dan ook de meeste kansen om te overleven, vaak ten koste van andere soorten. De kleine zonnedauw kan zich handhaven in natte heidegebieden omdat deze plant het tekort aan mineralen uit de bodem kan compenseren door het ‘eten’ van insecten. Door deze toevallige eigenschap overleeft de zonnedauw en verliezen niet-aangepaste planten de bikkelharde concurrentiestrijd. Dieren en planten leven daarom niet ‘harmonieus’ samen met elkaar, maar laten hun specifieke aanpassing aan hun leefgebied maximaal renderen zonder zich te bekomme-
(foto: K. Molenberghs)
ren om andere soorten. Na verloop van tijd heeft elk organisme zijn ‘plekje’ gevonden in het geheel en kan het overleven. Die toestand noemen we een ‘ecologisch evenwicht’, maar dit evenwicht is erg broos en kan op elk moment worden doorbroken. Dan zullen opnieuw de sterkste individuen en soorten overleven en begint ons verhaal helemaal opnieuw. Maar voel je vooral niet bedreigd als je binnenkort weer je wandelschoenen aantrekt en vergeet vooral niet te genieten. Want ondanks die harde concurrentiestrijd, blijft de natuur een fascinerend gebeuren.
Natuurgidsen Na de cursus natuurgids te Kalmthout in 2002 hebben de deelnemers de vriendenkring “De Heidevalken“ opgericht. Ook cursisten die niet het getuigschrift van natuurgids behaalden, maken deel uit van de groep. De vriendenkring is zeer ambitieus en bestaat inmiddels méér dan 1 jaar. De natuurgidsen van de Heidevalken maken deel uit van de VMPA-afdeling Kalmthout en zijn ook bedrijvig in het Grenspark. Zo namen ze deel aan de eerste Grensparkdag in augustus 2003 en
hebben het peterschap over het wandelpad “bos“ op zich genomen. De Heidevalken hebben op de Kalmthoutse Heide een wandelparcours uitgestippeld dat ze regelmatig ‘bewandelen’ om zo de heide in al haar facetten beter te leren kennen. De activiteiten van de Heidevalken zijn in de eerste plaats gericht op ‘leren van elkaar’ en bedoeld om de opgebouwde vriendschapsbanden wakker te houden. Info over de Heidevalken:
[email protected].
Opnieuw waarnemingen van KAMSALAMANDER in het Grenspark Het was geleden van 1999 dat er nog waarnemingen gebeurden van Kamsalamander in het Grenspark. Tijdens de inventarisatie, april 2004, in opdracht van het Grenspark zijn dhr. J. Teunen en J. Dillen erin geslaagd om 5 exemplaren te vangen van deze dieren (3 volwassen mannetjes en twee vrouwtjes) en dit op twee verschillende locaties. De soort (Rode lijstsoort) is dus nog steeds aanwezig in het Grenspark. En nu maar hopen dat de droogte niet te hard toeslaat. (foto: M. Jacobs)
Stel je even voor. Een mooie zonnige zondagnamiddag nodigt je uit voor een heerlijke wandeling op de heide. De dopheide bloeit uitbundig, een boomleeuwerik zingt de pannen van het dak en een citroenvlinder dartelt van bloem tot bloem. Je geniet van de pracht van de natuur en je probeert deze ervaring te omschrijven met woorden als idyllisch en harmonisch. Het plaatje past perfect.
Zeldzame nachtvlinder gevonden Medio maart waren onze nachtvlinderkenners (Jacobs M. en Steenman C.) paraat in het Grenspark. Ondanks dit vroege tijsdstip, zijn er toch heel wat voorjaarssoorten al aktief. Eentje daarvan bleek heel bijzonder namelijk de roodkopwinteruil (Conistra erythrocephala). Dat het hier wel degelijk om een zeldzame soort gaat, bevestigen de verspreidingsgegevens van Vlaanderen en Nederland. In Nederland is deze soort nog nooit in deze buurt waargenomen. In Vlaanderen daarentegen is de soort gekend van een drietal waarnemingen in Kalmthout. Maar hierbij dient opgemerkt te worden dat deze waarnemingen al enkele tientallen jaren oud zijn. Daarom juist is deze waarneming zo bijzonder.
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
7
N O F O
Deze nieuwsbrief is bestemd voor personen en organisaties die betrokken en geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen in het grenspark De ZoomKalmthoutse Heide. De in deze nieuwsbrief gepubliceerde meningen geven niet noodzakelijk het beleid van de Bijzondere Commisssie weer.
Verantwoordelijke uitgever Ignace Ledegen Stationsstraat 23 B-2910 Essen Tel (00-32) (0) 3 667 64 98.
[email protected]
Aan dit nummer werkten mee: Karel Molenberghs, Ignace Ledegen, Paul Asselbergs, Jenny Geuens, Veerle Mees, Ingrid Kruissen, Marten Wiersma, Bart Hoes,Wouter Pattyn, Marc De Clerck, Maarten Jacobs.
Eindredactie Ignace Ledegen
L
Vormgeving/productie
O
1100 exemplaren, gedrukt op milieuvriendelijk papier (100% recycled)
Copyright Artikelen mogen met bronvermelding worden overgenomen.
Website
C
Alle wandelingen vinden plaats onder begeleiding van een gids, zijn gratis en men hoeft zich niet aan te melden (tenzij anders vermeld). Laarzen (of waterdichte stapschoenen) meebrengen. Verrekijker kan nuttig zijn. Vertrek vanaf NEC ‘De Vroente’ Putsesteenweg 129, te Kalmthout (tenzij anders vermeld). Duur van de wandelingen: ongeveer 2,5 uur, tenzij anders vermeld. Zaterdag 5 juni. Vertrek: 19.00 uur: avondwandeling Organisatie: VMPA afdeling Kalmthout-Essen Vrijdag 11 juni. Vertrek: 22.00 uur Parking Noord aan de Verbindingsstraat: Nachtzwaluwenwandeling Organisatie:Natuurpunt Noorderkempen (Herman Jacobs: 03/667.35.98) Zaterdag 10 juli. Vertrek: 19.00 uur: avondwandeling Organisatie: VMPA afdeling Kalmthout-Essen
Nilsson - Goes
Oplage
www.grensparkzk.be www.grensparkzk.nl
Vroentenieuws Natuurgidsen (die recent of in het verleden het getuigschrift ‘natuurgids’ hebben behaald) die zin hebben om deel uit te maken van de (enthousiaste) gidsenploeg van De Vroente mogen niet langer talmen en geven best een seintje aan Greet Hermans (
[email protected] en 03/620.18.36). Kom vrijblijvend kennismaken met De Vroente en de gidsenploeg en bepaal zelf hoe dikwijls en voor welke programma’s je je wil inzetten. Voor de gidsen hebben we een handig vrijwilligersboek samengesteld.
8
Activiteitenkalender
WISSELS • NR. 24 JUNI 2004
Zaterdag 7 augustus. Vertrek: 19.00 uur: avondwandeling Organisatie: VMPA afdeling Kalmthout-Essen Zaterdag 5 september Vertrek: 10.00 uur natuurwandeling Organisatie: VMPA afdeling Kalmthout-Essen
Contactadressen: Natuurpunt afdeling Noorderkempen: Contactadres: Hedwig Lauriks. Tel: (00-32)-(0)3 666.63.68
[email protected] Dienst Toerisme Kalmthout: Contactadres: Tel: (00-32)-(0)3 666.61.01 VMPA afdeling Kalmthout - Essen: Contactadres: Jenny Geuens. Tel: (00-32)-(0)3 664.74.45 of via e-mail:
[email protected] De Vroente: Contactadres: Putsesteenweg 129 2920 Kalmthout. Tel: (00-32)-(0)3 620.18.30 Openingsuren: van maandag tot vrijdag: 9 tot 17 uur - zaterdag en zondag: 14 tot 17 uur
Tentoonstellingen Alle tentoonstellingen kunnen vrij bezocht worden tijdens de openingsuren van het NEC De Vroente, Putsesteenweg 129 te Kalmthout. (tenzij anders vermeld)
Kunsttentoonstellingen Juni: Natuurfoto’s van Filip van Boven. Juli: Aquarellen van Betty Van Wint. Augustus: Aquarellen van May Van Gool. September: Natuurfoto's van Rudi Roels.
Tijdelijke tentoonstellingen ‘Speuren naar sporen’ Februari tot augustus Als je gaat wandelen op de heide zie je bijna geen dieren. Ga daarom mee op sporenjacht, want sporen zijn net verhalen. Ze vertellen over het leven van de dieren die de sporen maakten. Volg de sporen die we vonden op de heide en ontdek het boeiende verhaal van het dier achter het spoor. Naast de bekende pootafdrukken en uitwerpselen vonden we nog andere sporen zoals nesten, vraatsporen, geur- en wroetsporen die een aanwijzing geven over de dieren die hier ‘rondhingen’. Wedden dat je, na een bezoek aan de tentoonstelling, beter om je heen kijkt tijdens een volgende wandeling en de verschillende sporen ontdekt ?
Grenspark zoektocht Tijdens de zomermaanden zijn er in het Grenspark weer mooie prijzen te winnen door gratis deel te nemen aan één van beide wandelzoektochten. De eerste wandelzoektocht start vanaf NEC de Vroente en is 7,5 km lang (kan ingekort worden tot 5 km), honden kunnen niet mee en de route is niet geschikt voor kinderwagens. De tweede zoektocht start bij de kerk van Huijbergen en is 8 km lang, aangelijnde honden mogen mee en de route is meer geschikt voor kinderwagens. Deelnameformulieren met een routebeschrijving zijn verkrijgbaar in het NEC De Vroente, horeca-zaken en campings in de buurt.