Adviesrapport ten behoeve van de aanwijzingsprocedure van Actuarieel Instituut Met betrekking tot de HBO bachelor opleiding Actuarieel Analist deeltijd
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport ten behoeve van de aanwijzingsprocedure van Actuarieel Instituut Met betrekking tot de HBO bachelor opleiding Actuarieel Analist deeltijd
Hobéon® Certificering BV Datum februari 2009 Auditteam: R. van der Hoorn MBA, CMC, Bsc Prof. dr. G. Elsen Drs. L.J. van de Leur Drs. G. Broers
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.4.1. 1.4.2. 1.4.3. 1.4.4. 1.4.5.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Korte impressie Actuarieel Instituut en de opleiding Actuarieel Analist Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie Actuarieel Analist 20 februari 2008
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Bachelor en Master Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO/WO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Systematische aanpak Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
5 5 5 7 8 10 10 12 14 16 18 20 21 23 25 25 27 28 30 30 31 32 32 34 35 37 37 39
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO Bachelor opleiding Actuarieel Analist deeltijd Integraal oordeel/advies aan NVAO
41 41 42
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen externe auditoren Bijlage II: Programma visitatie 20 februari 2008
1 1 1 1 2 2 3 4 4 4
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde beoogde HBO bachelor opleiding in het kader van de ‘Aanwijzingsprocedure’.
1.2.
Bereik van de beoordeling
1.2.1. Het Actuarieel Instituut verzorgt verschillende opleidingen waaronder de deeltijdopleidingen Actuarieel Rekenaar, Actuarieel Analist en Actuaris AG. De opleiding Actuarieel Analist is een opleiding op hbo-niveau. 1.2.2. Het onderhavige rapport heeft betrekking op de beoogde opleiding Actuarieel Analist. De beoogde opleiding zal worden uitgevoerd in een deeltijd variant. 1.2.3. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de beoogde opleiding Actuarieel Analist, deeltijd.
1.3.
Korte impressie Actuarieel Instituut en de opleiding Actuarieel Analist
Een actuaris bepaalt wat de financiële consequenties zijn van gebeurtenissen die zich in het dagelijks leven kunnen voordoen. Bovendien stellen ze de financiële consequenties vast die deze risico's met zich brengen. Andere terreinen waarop actuarissen actief zijn, zijn die van pensioenen en sociale voorzieningen. Actuarissen buigen zich bijvoorbeeld over de vraag hoe een pensioenbreuk opgelost kan worden, of over de introductie van een flexibele pensioenleeftijd. De actuaris kan systematisch in de toekomst kijken, voorspellingen doen, en deze voorspellingen vertalen in financiële consequenties. De meeste actuarissen zijn werkzaam bij verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen of als (zelfstandig) raadgevend actuaris. Het Actuarieel Instituut is in 1995 als opvolger van de Stichting voor Buiten-Universitair Onderwijs in de Actuariële Wetenschappen (BUOAW) opgericht, met als doel parttime onderwijs in het genoemde vakgebied te verzorgen. De opleidingen van het Actuarieel Instituut onderscheiden zich door de combinatie van werken en leren. Het Actuarieel Instituut richt zich op de (propedeuse) deeltijdopleiding tot Actuarieel Rekenaar, de postpropedeutische opleiding Actuarieel Analist (zie hierna) en Actuaris en de bijbehorende examens, de Post Master Beroepsopleiding en de bijbehorende examens, de educatie van leden en geaffilieerden van het Actuarieel Genootschap Permanente Educatie en internationaal onderwijs (European Actuarial Academy, EAA). De deeltijdopleiding omvat in het totaal zes studiejaren: een 1,5 jaar durende propedeuse (Actuarieel Rekenaar) en vervolgens een vierjarige hoofd- of postpropedeutische fase (Actuarieel Analist). De totale opleiding tot actuaris (masterniveau) is onderverdeeld in drie fasen en vormt een doorlopende leerlijn. De eerste fase van de opleiding richt zich op een algemene inleiding in het werkterrein van de actuaris, met de nadruk op de actuariële rekenprincipes. In de tweede fase zijn algemene vakken opgenomen, deels nieuw en deels een verdere verdieping van stof uit de eerste fase. Daarnaast specialiseert de Actuarieel Analist zich in de fasen: Leven, Schade, Pensioenen of AFIR. De derde fase, waarin ook een aantal modules gespecialiseerd naar werkveld is opgenomen, is gericht op de verdere afronding van de opleiding en levert tenslotte het diploma Actuaris op. Na afronding van zowel de eerste als de tweede fase is tussentijdse gecertificeerde uitstroom mogelijk: diploma Actuarieel Rekenaar en diploma Actuarieel Analist.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 1
De opleiding waar dit rapport betrekking op heeft, Actuarieel Analist, is het logische vervolg op de doorlopende leerlijn na Actuarieel Rekenaar. De vereiste vooropleiding is minimaal HAVO met wiskunde en Engels, of diploma Techniek Leven (SEFD) met wiskunde en Engels op HAVO-niveau. Wij merken expliciet op dat de opleiding Actuarieel Analist al 13 jaar gegeven wordt en dat de studentenpopulatie thans bestaat uit studenten die al in het vakgebied werkzaam zijn. Uit eigen initiatief maar in de regel op initiatief van de werkgever volgen zij de opleiding tot Actuarieel Analist. Werkgevers vinden het belangrijk dat werknemers deze opleiding volgen: er is sprake van meerwaarde voor zowel de werknemer als de organisatie waar de werknemer/student werkzaam is.
1.4.
Aanpak
1.4.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de opleidingsvariant is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Toetsingskader opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een beoogde opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die beoogde opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de beoogde opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Toetsingskader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende beoogde opleidingsvariant geldt het volgende: De opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op een landelijk geldend beroepsprofiel en dito opleidingscompetenties. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een Actuarieel Analist op HBO-bachelorniveau. Zie voorts onder facet 1.1. Wij merken op dat het ten tijde van de audit niet mogelijk was studenten te spreken. Het auditteam heeft er daarom voor gekozen de studenten vervolgens telefonisch te interviewen. De resultaten van deze gesprekken zijn in deze rapportage verwerkt. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van (i) de door de opleiding Actuarieel Analist aangeleverde Management Review met betrekking tot de deeltijdvariant van de opleiding, (ii) de in het kader van de interne sturingscyclus opgeleverde managementrapportages en (ii) de onderliggende documentatie die betrekking had op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, condities voor continuïteit. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 2
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Actuarieel Analist één lead auditor en één auditor ‘onderwijs’/secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie omvatte ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de beoogde opleiding overleg zal voeren; verslagen van deze bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet en uitvoering van het opleidingsprogramma/de opleidingsprogramma’s en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Toetsingskader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding(-en) werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd. 1.4.2. Beslisregels Met als uitgangspunt de Beslisregels Toetsing zoals vastgelegd in het NVAO-Toetsingskader2 heeft Hobéon Certificering de volgende beslisregels toegepast. A. De scores op de per onderwerp gerubriceerde facetten leiden tot een score op het betreffende onderwerp en wel volgens de regels onder C. B. Binnen de beoordeling van een facet is er ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie; (beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven dan omgekeerd); primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
1
Visitatie heeft op 20 februari 2008 plaatsgevonden.
2
Volgens de NVAO-Beslisregels Toetsing kunnen zowel een Onderwerp als een Facet uitsluitend ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 3
C. Van facetten naar onderwerp. Hier geldt het volgende: een onderwerp krijgt de score ‘voldoende’ indien alle facetten ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits er een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’; een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord en er geen acceptabel verbeterplan voor dit facet beschikbaar is; een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien meer dan één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. 1.4.3. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden: Onderwijskundige/ secretaris:
R.J.M. van der Hoorn MBA, CMC, Bsc Prof. dr. G. Elsen Drs. L.J. van de Leur Drs. G. Broers
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de HBO-opleiding Actuarieel Analist noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer Van de Hoorn heeft als lead auditor verschillende audits geleid, zowel bij bekostigde- als bij aangewezen instellingen. De werkveld- en vakdeskundige respectievelijk mevrouw Elsen en de heer Van de Leur hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen beoogde opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel beoordeeld. Beide externe auditoren hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals op het terrein van Actuarieel Analist op HBO-niveau. De deskundige ‘onderwijs’ heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. De heer Broers heeft in zijn vorige en huidige functie een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan beoogde HBO-opleiding gesteld worden. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I. 1.4.4. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de beoogde opleiding: management, coördinatoren, docenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II. 1.4.5. Programma visitatie Actuarieel Analist 20 februari 2008 Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 4
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. Domeinspecifieke Eisen; 2. Bachelor en Master; 3. Oriëntatie HBO/WO
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de beoogde eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Bevindingen Het Actuarieel Instituut beschikt al sinds langere tijd over eind- en deelkwalificaties voor de Opleiding tot Actuarieel Analist. De voor de opleiding Actuarieel Analist afgeleide kwalificaties zijn door de Commissie Onderwijs “gemoderniseerd” en voorgelegd aan werkgevers en docenten ter becommentariëring. Naast de Commissie Onderwijs functioneren acht vakgroepen op de terreinen Leven, Schade, Pensioenen & Sociale Verzekeringen, Wiskunde & statistiek, Informatica, Economie, Recht en Praktijk. De belangrijkste taak van de vakgroep is de actualisering van de inhoud en opzet van de modules en op grond daarvan zonodig het aanpassen van de diverse kwalificaties. De eindkwalificaties van de opleiding Actuarieel Analist sluiten aan bij de eisen die door de beroepspraktijk gesteld worden en zijn gebaseerd op de met de beroepsgroep overeengekomen opleidingskwalificaties. Het auditteam merkt in het bijzonder op dat de eindkwalificaties van de opleiding werden voorgelegd aan zowel docenten en werkgevers. Docenten, leden van de vakgroep en examencommissies zijn werkzaam in het betreffende vakgebied. De eindkwalificaties sluiten aan op de eisen van de beroepspraktijk. Dit werd bevestigd door studenten die aangaven dat zij de opleiding volgen omdat deze aansluit bij de eisen die hun werkgever stelt aan afgestudeerde actuarieel analisten. Ook gaven studenten aan dat zij de kennis en vaardigheden die zij verwierven tijdens de opleiding direct konden toepassen in hun werksituatie. De doelstelling van de opleiding is om beroepsbeoefenaren op te leiden die adequaat kunnen functioneren binnen het brede assortiment van startfuncties op het actuariële werkterrein. De opleiding bereikt deze doelstelling door relaties te hebben met het beroepenveld. Docenten, leden van vakgroepen en examencommissies zijn werkzaam in het betreffende vakgebied. Daardoor is het Actuarieel Instituut in staat om de eindkwalificaties adequaat in te laten spelen op actuele eisen die in de beroepspraktijk worden gesteld. In het studieprogramma worden de doelstellingen en beoogde eindtermen (kwalificaties) beschreven. In de modulebeschrijvingen worden deze nader uitgewerkt in deelkwalificaties. Na voltooiing van de opleiding Actuarieel Analist beheerst de student: • de meest gebruikte actuariële technieken; • kan hij/zij de functie van actuariaat in het verzekeringsbedrijf inhoud geven; • heeft kennis van de rol van het verzekeringsbedrijf, recht, economie; • heeft hij/zij uitgebreide praktijk kennis en beschikt hij/zij over adequate vaardigheden op het gebied van mondelinge communicatie en leidinggeven. Het opleidingsprofiel bestaat uit een combinatie van competenties/eindtermen. Samen vormen deze de eindkwalificaties van de opleiding. Hieronder is voor de duidelijkheid beschreven wat het Actuarieel Instituut verstaat onder competenties en eindtermen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 5
Het is de taak van de acht vakgroepen om, in overleg met het werkveld, te bewaken dat de vastgestelde eindkwalificaties blijvend aansluiten bij de eisen van de beroepspraktijk. De vakgroepen overleggen hierover minimaal 3 à 4 keer per jaar. Tijdens deze overleggen worden allerlei zaken met betrekking tot de opleiding Actuarieel Analist behandeld. Verbeterpunten naar aanleiding van de overlegmomenten leidden tot overleg met docenten, verder onderzoek en waar nodig tot bilaterale contacten met andere vakgroepen. Behalve ten aanzien van de landelijke en internationale ontwikkelingen geeft het Actuarieel Instituut aan dat men ‘….de ogen en oren ook goed open heeft als het gaat om signalen uit het werkveld’. Op verzoek van het Actuarieel Instituut heeft in 2003 een onderzoek naar de eindtermen, didactische en organisatorische aspecten onder andere van de opleiding Actuarieel Analist plaatsgevonden. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Economisch en Sociaal Instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam en gehouden onder een groot aantal werkgevers (en dus klanten van het Actuarieel Instituut). Daarbij is naar voren gekomen dat de eindtermen van de opleiding gehandhaafd dienen te blijven. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding beschikt over voldoende contacten met het relevante werkveld; de opleiding heeft zich bij het opstellen van de set eindkwalificaties laten leiden door de eisen van uit het beroepenveld; de opleiding heeft de eindkwalificaties op een heldere wijze geformuleerd; studenten geven aan dat zij tevreden zijn over de aansluiting van de opleiding op de eisen die het werkveld stelt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 6
Facet 1.2. Bachelor en Master Criterium Het facet ‘Bachelor en Master’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de beoogde eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master?
Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De opleiding geeft aan dat men hierbij de Dublin Descriptoren als leidraad gebruikt. De Dublin Descriptoren zijn in 2007 door het Actuarieel Instituut nader uitgewerkt en vastgesteld in een notitie. Ter adstructie geven wij hierna per Dublin Descriptor een aantal competenties. Kennis en inzicht Is vertrouwd met de algemene beginselen en de gangbare theorieën van de tot bedrijfseconomie behorende vakgebieden, waaronder administratieve organisatie, waarde en winstbepalingstheorie en financierings- en beleggingsleer. Bezit algemene kennis van macro-economische systemen waarbinnen financiële instellingen functioneren. De actuarieel analist bezit grondige kennis van de verslagstaten van de levens- en schadeverzekeringsmaatschappijen en de pensioen- en spaarfondsen en is vertrouwd met de rol van de actuaris bij de invulling van die staten en met de rol van het toezicht. Heeft kennis en inzicht in de algemene beginselen van privaatrecht, toekomstvoorzieningen en recht. Toepassen kennis en inzicht De actuarieel analist bezit grondige kennis van de verslagstaten van de levens- en schadeverzekeringsmaatschappijen en de pensioen- en spaarfondsen en is vertrouwd met de rol van de actuaris bij de invulling van die staten en met de rol van het toezicht. Heeft kennis en inzicht in de algemene beginselen van privaatrecht, verzekeringsrecht, pensioenrecht, sociaal verzekeringsrecht en belastingrecht. Heeft kennis van de relevante aspecten van wiskunde, kansrekening en statistiek. Oordeelsvorming Heeft inzicht in de managementstructuur en de werk- en automatiseringsprocessen van een verzekeringsbedrijf. Communicatie Bezit adequate mondelinge uitdrukkingsvaardigheden en adequate vaardigheid op het gebied van leidinggegeven (gespreks- en presentatietechnieken, conflicthantering, coaching, projectmanagement, onderhandelen. Leervaardigheden Uit de gesprekken tijdens de audit en uit de gesprekken met studenten is duidelijk geworden dat studenten zich voortdurend dienen te voorzien van nieuwe informatie binnen hun vakgebied. Studenten gaven expliciet aan dat zij zich binnen hun werkzaamheden op de hoogte dienen te stellen van nieuwe ontwikkelingen, ‘…anders kun je dit werk niet lang doen’ zo gaf één student aan. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding heeft aantoonbaar aandacht besteed aan het bachelorniveau van de opleiding en dit op een adequate wijze uitgewerkt. De Dublin Descriptoren zijn op een eenduidige wijze gekoppeld aan de eindkwalificaties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 7
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria:
Zijn de beoogde eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Heeft de HBO-bachelor de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is?
Bevindingen Het beroepsprofiel en de daarmee samenhangende eindkwalificaties van de opleiding Actuarieel Analist beschrijven het niveau van beroepsuitoefening (zie onder facet 1.1.) en sluiten aantoonbaar aan (zie onder facet 1.2.) bij de beschrijving van het bachelorniveau zoals geformuleerd in de Dublin Descriptoren. De opleiding heeft in de documentatie aangegeven op welke wijze geborgd is dat er sprake is van een bacheloropleiding op hbo-niveau. Zo is de afgestudeerde Actuarieel Analist toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillende disciplines van het beroepenveld. Deze kan kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines integreren vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen als Actuarieel Analist. Ook kan de afgestudeerde (recente wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare en betrouwbare manier in verschillende beroepssituaties. De Actuarieel Analist kan relevante informatie verzamelen uit diverse bronnen. De opleiding heeft, zo blijkt uit de documentatie en uit de gesprekken met studenten, intensieve contacten met het werkveld, waardoor de opleiding in staat is om adequaat in te spelen op recente ontwikkelingen in het beroepenveld. Er ligt een netwerk en daarmee een omvangrijke hoeveelheid aan informatie en kennis door de relatie van de opleiding met het werkveld. Studenten gaven aan dat zij deze opleiding volgen omdat de band met de praktijk goed is en de opleiding gekenmerkt wordt door praktijkrelevantie. De opleiding heeft de eindkwalificaties ontleend aan de eisen die het beroepenveld stelt aan afgestudeerde bachelorstudenten. Deze eindkwalificaties van de opleiding zijn geformuleerd in termen van competenties die aantoonbaar (zie 1.1) in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld zijn gevalideerd. Daarmee is op het niveau van opleidingsdoelstellingen de oriëntatie op het voor de Actuarieel Analist relevante werkveld geborgd. De vakgroepen zullen de reeds ontwikkelde en uitgevoerde modules door regelmatige evaluaties up-to-date houden, gericht op de nieuwste theoretische ontwikkelingen en recente praktische beroepsuitoefening. Ervaringen van docenten, evaluaties van studenten (enquêtes) geven mede richting aan deze actualisering. Voor een goed beeld wordt door een lid van de vakgroep een of meerdere lessen van een bepaalde module bijgewoond. De vakgroep kan, indien gewenst, voor bepaalde werkzaamheden deskundigen inschakelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 8
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding heeft de eindkwalificaties ontleend aan de eisen die het beroepenveld stelt aan afgestudeerde bachelorstudenten; de opleiding heeft de relatie tussen enerzijds inhoud, bereik en niveau van de (eind)kwalificaties en anderzijds het programma inzichtelijk in kaart gebracht. Hieruit blijkt, dat de opleiding de eisen vanuit het werkveld verwerkt heeft in de set eindkwalificaties; de opleiding stelt zich actief op bij het benaderen van het beroepenveld. Uit gesprekken met docenten en studenten is gebleken dat de opleiding over relevante contacten beschikt met dit werkveld hetgeen zich onder andere manifesteert in een bijdrage vanuit dit werkveld aan onderdelen van de opleiding.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende gelet op de volgende overwegingen: de opleiding heeft zicht op de ontwikkelingen in beroepspraktijk en zij heeft haar inzicht wat het bereik, de thematiek en de diepgang betreft goed vertaald naar de eindkwalificaties waarbij zij het werkveld en de overkoepelende organisatie uitdrukkelijk heeft betrokken; de opleiding heeft contacten met het werkveld hetgeen de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding verder ten goede komt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 9
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent zes facetten: 1. Eisen HBO; 2. Relatie tussen doelstellingen en programma; 3. Samenhang programma; 4. Studielast; 5. Instroom; 6. Duur.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: HBO Vindt kennisontwikkeling door studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Bevindingen Voor de inhoud van het opleidingsprogramma tot Actuarieel Rekenaar (propedeuse), Actuarieel Analist (bachelor) en Actuaris (master) zijn acht vakgroepen geformeerd: Leven, Schade, Pensioenen & Sociale verzekeringen, Wiskunde & statistiek, Informatica, Economie, Recht en Praktijk. De belangrijkste taak van de vakgroep is de actualisering van de inhoud en opzet van de modules. Voorts is de vakgroep vertegenwoordigd in de parallel opererende Examencommissie om adviezen te geven over de toetsing. In commissies worden evaluaties doorgenomen, besproken en verbeteracties afgesproken. Examencommissies komen vier keer per jaar bijeen. Bij een Examencommissie is, zoals hiervoor al aangegeven, altijd, als “linkingpin”, een vertegenwoordiger van de Vakgroep aanwezig om zo de wijzigingen in de modules ook in de examinering tot uitdrukking te laten komen. Er wordt zowel Nederlandstalige als Engelstalige literatuur gebruikt. Uit de literatuurlijsten die per module beschikbaar zijn, blijkt dat relevante en actuele literatuur wordt gebruikt, bestaande uit handboeken en readers met recente tijdschriftartikelen. De boeken hebben onder andere betrekking op de vakgebieden Economie, Bedrijfsadministratie, Kansberekening en Statistiek, Belastingrecht, Schadeverzekering, Lineaire Algebra en Pensioen- en Levensverzekeringsrecht. Docenten en vakgroepen zijn ervoor verantwoordelijk dat de inhoud van literatuur up-to-date blijft. Het auditteam merkt op dat het internationale facet thans nog onvoldoende tot uiting komt in de verschillende opleidingsonderdelen. Ook het gegeven dat het merendeel van de afgestudeerden in hun beroepsactiviteit vroeg of laat en in meer of mindere mate te maken zullen hebben met ‘Levensverzekeringen’ zou reden moeten zijn dit als een verplicht vak in het studieprogramma op te nemen. Het studieprogramma is vormgegeven op basis van eindkwalificaties die zijn opgesteld in overleg met het werkveld. Daarnaast bestaan contacten met het werkveld ook uit persoonlijke, meer informele, banden van het docentenkorps van de opleiding met het werkveld. Door de opleiding wordt er aantoonbaar naar gestreefd, zo is het auditteam gebleken, docenten aan te trekken die deels in de praktijk werkzaam zijn of recentelijk in deze praktijk werkzaam zijn geweest (zie onderwerp 3). Gerelateerd hieraan, zo is het auditteam gebleken uit de bestudering van de documentatie, wil de opleiding nadrukkelijk aansluiting zoeken bij ontwikkelingen in het werkveld. De vakliteratuur die gebruikt wordt is adequaat, zowel wat niveau als wat actualiteit betreft. Studenten geven aan dat de opleiding in voldoende mate aansluit bij de eisen die in het werkveld aan hen gesteld worden. Uit onderzoek is gebleken dat ruim 80% van de studenten tevreden is over de relatie gelegd tussen theorie en praktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 10
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: het programma van de opleiding biedt via de geboden casuïstiek aan de student mogelijkheden om zich te ontwikkelen in interactie met het beroepenveld; de interactie tussen het programma en het werkveld is in voldoende mate geregeld en gestructureerd via de afspraken tussen de opleiding, de student en de organisaties waar de studenten werkzaam zijn; het opleidingsprogramma is aantoonbaar ontworpen in samenspraak met het beroepenveld; de gebruikte vakliteratuur is up-to-date en relevant.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 11
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Weerspiegelen het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding? Zijn de te bereiken eindkwalificaties aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma?
Bevindingen Het auditteam constateert, dat de opleiding de eindkwalificaties verder heeft uitgewerkt en op programmaniveau zodanig heeft gespecificeerd, dat het voor het auditteam mogelijk was zich een beeld te vormen van de inhoud van de opleiding en van de eisen die de opleiding stelt aan haar afgestudeerden. Daarnaast constateert het auditteam op basis van de documentatie dat de opleiding de kwalificaties en doelstellingen op traceerbare wijze vertaald heeft naar de inhoud van de opleiding en dat zij daarbij ook expliciet het didactisch concept, de studeerbaarheid en de internationalisering betrekt. Geconstateerd kan worden dat de opleiding studenten in staat stelt tijdens het volgen van de bachelor de vereiste competenties van de opleiding te verwerven. Het curriculum van de opleiding bestaat uit een groot aantal modules. Voor elk van deze modules zijn leerdoelen geformuleerd die herkenbaar zijn afgeleid van de eindkwalificaties van de opleiding tot Actuarieel Analist. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van modulebeschrijvingen ligt bij de vakgroepen. Er functioneren met betrekking tot de verschillende modules acht vakgroepen die verantwoordelijk zijn voor de doelstelling, het niveau, de inhoud, opzet en actualisering van de betreffende modules. In een modulebeschrijving worden het doel van de module, de voorkennis, de studielast, literatuur, inhoud en vormgeving en de examinering vermeld. Ter adstructie hiervan geven wij het volgende voorbeeld, afkomstig uit de modulebeschrijving voor het vak Algemene Economie. De competentie: Bezit algemene kennis van macro-economische systemen waarbinnen financiële instellingen functioneren is door de opleiding binnen het vakgebied Algemene Economie verder uitgewerkt in de volgende doelstellingen: De Actuarieel Analist heeft kennis van de factoren die bepalend zijn voor het consumenten- en producentengedrag, met name de theorie van nut maximalisatie. De Actuarieel Analist is in staat de interactie te beschrijven tussen vraag naar en aanbod van producten en diensten en de wijze waarop evenwicht op de vrije (deel)markten ontstaat. De Actuarieel Analist is in staat vanuit het micro-economische fundament relaties te leggen naar de macro-economische theorie. De Actuarieel Analist is in staat de theorieën van de verscheidene macro-economische scholen te beschrijven en te bediscussiëren. De Actuarieel Analist heeft kennis van de begrippen nationaal inkomen, consumptie, investeringen, inflatie en werkloosheid en hoe deze vanuit de bovengenoemde theorieën worden bepaald en op welke wijze de hoogte hiervan door economische subjecten kan worden beïnvloed. De Actuarieel Analist is in staat te beschrijven hoe internationale handel en wisselkoersen tot stand komen en welke invloed deze uitoefenen op economische variabelen en vice versa. De Actuarieel Analist is in staat aan te geven welke instrumenten overheden, alsmede centrale banken hebben op (internationale) economische variabelen, en hoe deze worden gebruikt om sturing en inhoud te geven aan het economische en monetaire beleid. Vervolgens is in de modulewijzer een korte beschrijving gegeven van dit vakgebied: de plaats van algemene economie, micro economie, consumenten – en producentengedrag, marktvormen, de relatie tussen micro- en macro economie, macro-economische variabelen (nationaal inkomen, nationaal product, geldvraag, geldaanbod, rente, inflatie, werkloosheid), economische modellen
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 12
(IS/LM, AD/AS) de rol van de overheid en de rol van de centrale bank, economische scholen, internationale economische betrekkingen, betalingsbalans en wisselkoersen, economisch en monetair beleid zowel op nationaal als internationaal niveau. Tenslotte is voor dit vak het studieprogramma en didactiek als volgt uitgewerkt: hoor- en werkcollege met oefenopdrachten. Elk hoofdstuk in het boek wordt afgesloten met vragen. De vragen kunnen worden gebruikt tijdens de lessen om de stof te verhelderen alsmede om de beheersing van de leerstof in het betreffende hoofdstuk te testen. Uit de documentatie blijkt, dat de opleiding de competenties en de afgeleide kennisaspecten en vaardigheden zorgvuldig heeft verdeeld over de opleiding waardoor het voor studenten mogelijk is om te komen tot een goede beheersing van alle eindkwalificaties tot het niveau van een bachelor. De opleiding beschikt over voldoende vakdidactische kennis waardoor het mogelijk is gebleken een studieprogramma te ontwerpen dat wat opzet en uitvoering betreft aan de maat is. Uit de documentatie wordt duidelijk dat het studieprogramma tot stand komt in nauw overleg met vertegenwoordigers van de praktijk. In de modulewijzer zijn alle studieonderdelen op een identieke wijze uitgewerkt. Om een goede afstemming te bereiken en overlap met andere modules te voorkomen vindt er bij aanpalende modules overleg plaats met de betreffende vakgroepen. Het boek met alle modulebeschrijvingen (en inhoudsopgaven van het lesmateriaal) biedt een overzicht om mogelijke raakvlakken te signaleren. Een keer per jaar wordt in juni een centraal overleg tussen de voorzitters van de vakgroepen en examencommissies georganiseerd om vakgroep en examencommissie overstijgende onderwerpen behandeld worden. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding heeft door het hele programma heen op consequente en voor het auditteam op inzichtelijke wijze de leerdoelen vastgesteld die aantoonbaar zijn afgeleid van de eindkwalificaties; de leerdoelen hebben het bereik en het niveau corresponderend met het bereik en het bachelorniveau van de opleiding; de leerdoelen en opdrachten nemen in complexiteit toe om tenslotte in de afstudeerfase een niveau te bereiken dat naar het oordeel van het auditteam bachelorniveau is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 13
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het beoogde programma inhoudelijk samenhangend?
Bevindingen De voor de vijfjarige deeltijdopleiding tot Actuarieel Analist geldende eindkwalificaties zijn ontleend aan de eisen die het werkveld stelt aan afgestudeerden van deze opleiding. De eisen die aan een afgestudeerde bachelor op het terrein van Actuarieel Analist worden gesteld, zijn beschreven in een onderling samenhangende set eindkwalificaties. Onder verantwoordelijkheid van de vakgroep worden modules, waarvan een (ruwe) schets bestaat, op basis van de vastgestelde eindtermen en doelstellingen ontwikkeld. Daartoe worden de in de modulebeschrijving gegeven items uitgewerkt. Belangrijk is dat zij zorgen voor een goede aansluiting van de betreffende module op andere (aanpalende) modules, zowel horizontaal als verticaal dus. In de modulebeschrijving moeten de volgende items worden uitgewerkt: • vereiste vooropleiding; • doelstelling; • inhoud; • lesmateriaal; • didactiek; • werkvormen • examen en exameneisen. De deeltijdopleiding bestaat uit een 1,5 jarig propedeutisch opleidingsdeel dat studenten opleidt tot Actuarieel Rekenaar en een vierjarig opleidingsdeel dat de student opleidt tot Actuarieel Analist. De deeltijdopleiding, waarin een geleidelijke niveauverzwaring plaatsvindt, wordt gemoduleerd aangeboden. Per module geeft de opleiding in de modulebeschrijvingen aan welke voorkennis vereist is om de betreffende module te kunnen starten. Omdat alle modules binnen een bepaald vakgebied van de opleiding logisch op elkaar, en dus zonder hiaten als doorlopende leerlijn moeten zijn te volgen, zijn de modules per vakgebied geclusterd. Binnen elk cluster zijn de modules derhalve op elkaar afgestemd. De acht vakgroepen verzorgen, veelal met input van de examencommissie, de clusters van vakken. De vakgroepen zijn samengesteld op basis van de volgende vakgebieden: Leven Schade Pensioenen & sociale verzekeringen Wiskunde & Statistiek Informatica Recht Praktijk Binnen elk cluster wordt mede naar volgordelijkheid van de modules gekeken. Sommige modules kunnen uitsluitend onder voorwaarden worden gevolgd, andere modules zijn weer apart te volgen. Zo kan bijvoorbeeld module AN 15 (Bedrijfsanalyse en Embedded Value) niet worden gevolgd zonder dat de student de propedeusefase (Actuarieel Rekenaar) en de module AN13 (Externe verslaggeving voor verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen) succesvol heeft afgerond. De vakgroepen Economie, Wiskunde & Statistiek en Recht leveren voornamelijk basiskennis voor de andere vakgroepen. De inhoud van de wiskunde- en economievakken is dan ook afgestemd met de andere vakgroepen. De opleiding bevat meerdere basisvakken die voorkennis aanbieden voor vervolgvakken. De vakken in het eerste jaar van de Actuarieel Analist fase van de deeltijdopleiding geven algemene basisvakken op de terreinen economie, wiskunde, informatica en recht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 14
De vakken geven de afgestudeerde Rekenaar een verbreding en verdieping in theorievorming, na de Rekenaaropleiding die voornamelijk praktisch gericht is op rekenmethoden voor verzekeringsrisico’s. De vakken in het eerste en de daarop volgende jaren liggen, naar de mening van het auditteam, in het algemeen wat niveau betreft op een hoger niveau dan identieke vakken op een HEAO. De vakken in het tweede jaar van de Actuarieel Analist fase van de deeltijdopleiding gaan verder in de verdieping en toepassing van basiskennis, gecombineerd met beroepsvaardigheden. Hier is meer ruimte voor verzekeringstoepassingen. Na de opleiding Rekenaar en de twee basisjaren van Analist, is het mogelijk om de vakkennis voor levensverzekering te verdiepen. Hetzelfde geldt voor de vakkennis schadeverzekering en AFIR. De vakken in het derde en vierde jaar van de Actuarieel Analistfase van de deeltijdopleiding zijn inhoudelijk duidelijk een stap hoger dan die in de eerste twee jaren. De kennis uit de propedeusefase (Actuarieel Rekenaar) wordt hier uitgebreid met meer kwantitatief technische modelkennis. De beroepsgerichte specialisaties bestaan uit een verbreding en verdieping in theorievorming, en een module over toepassingen in de beroepspraktijk. Deze specialisaties zijn enerzijds gericht op doorstroom naar de opleiding Actuaris (met name de theorievorming), anderzijds op uitstroom na het diploma Analist (met name de praktijk). Door het derde jaar en de specialisatie wordt de opleiding, die in de eerste twee jaren van de Actuarieel Analist fase het zwaartepunt heeft bij breed en algemeen, weer specifiek actuarieel en praktijkgericht. Studenten geven aan dat zij het studieprogramma voldoende samenhangend vinden: er is sprake van een opbouw waarbij eerst funderende studieonderdelen behandeld worden die, mits beheerst door de student, voldoende voorbereiden op de vakken die duidelijk zwaarder zijn en meer kennis en inzicht vragen van de student. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de relatie tussen de leerdoelen van de te verschillende programmaonderdelen is duidelijk; er is sprake van een systematische opbouw van het programma die gedurende de hele opleiding consequent is doorgevoerd waardoor per studiefase en per studieonderdeel de horizontale samenhang tussen de opdrachten en de theorie wordt bevorderd; de concentrische opbouw waarbij leerdoelen en opdrachten in een toenemende mate van complexiteit terugkomen, maakt de verticale samenhang tussen de studieonderdelen duidelijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 15
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het beoogde programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Bevindingen De opleiding richt zich op studenten die reeds in het werkveld werkzaam zijn. De studielast is per onderdeel vastgesteld in termen van studiepunten (ECTS). Studenten zullen in voldoende mate bij aanvang van de studie op de hoogte worden gebracht van de studielast: de opleiding houdt in haar programmering expliciet rekening met het feit dat studenten ook in het praktijkveld werkzaam moeten zijn/een baan moeten hebben. Het Actuarieel Instituut verstaat onder studielast de hoeveelheid tijd die de gemiddelde student nodig heeft om zich een bepaalde hoeveelheid leerstof eigen te maken. Het gaat niet alleen om het volgen van de lessen op de colleges (contacturen), maar ook om de zelfstudie daarvan thuis. Verder vallen onder de studielast: werkstukken (papers) schrijven; opdrachten uitwerken; boeken lezen; een mediatheek gebruiken. De studielast is op een evenwichtige wijze over het curriculum verdeeld (zie hierna). De zwaardere studieonderdelen zijn over de verschillende studiefasen verdeeld. Een belangrijk element met betrekking tot de studielast is de wijze waarop de opleiding er in geslaagd is een relatie en een evenwicht aan te brengen tussen de theoretische component van de opleiding en de werkzaamheden van de student. De studenten die de opleiding tot Actuarieel Analist volgen zijn allen werkzaam in de beroepspraktijk. Dat betekent dat hetgeen geleerd wordt binnen de opleiding direct wordt toegepast in de dagelijkse praktijk. Dat is ook de reden dat studenten zich inschrijven voor de opleiding. Zij zijn werkzaam bij een bedrijf of instelling en moeten, willen zij hun werkzaamheden adequaat kunnen uitvoeren, de opleiding volgen. Gaandeweg de opleiding kunnen zij dan groeien naar vakvolwassenheid. De transfer naar de praktijk is hiermee volledig geborgd. In tegenstelling tot het reguliere HBO onderwijs zijn er dan ook geen stages, afstudeeropdrachten e.d. ingebouwd. De opleiding is vrij zwaar; wiskunde vormt een essentieel onderdeel van de studie. Dat wil zeggen, zonder een goede wiskundige basis is het moeilijk de opleiding te volgen. De totale deeltijdopleiding is zodanig opgezet dat ‘Actuarieel Rekenaar’ de eerste fase vormt van de studie (60 EC). In feite vormt dit de propedeusefase van de zesjarige opleiding. Hebben studenten deze met succes afgerond, dan kunnen zij doorstromen naar de postpropedeutische fase, de opleiding tot ‘Actuarieel Analist’ die 180 EC’s omvat. Totaal komt de zesjarige opleiding daarmee op 240 EC’s. Voor Actuarieel Rekenaar zijn in het eerste studiejaar 38 EC’s gereserveerd, in het tweede studiejaar 22 EC’s. Vervolgens zijn voor de vier studiejaren van Actuarieel Analist 100 EC’s (de eerste beide studiejaren) en 80 EC’s (de beide laatste studiejaren) gereserveerd. Uit de opsomming van de verschillende studieonderdelen blijkt dat in de eerste fase van de studie het accent ligt op inleidende vakken zoals Financiële Rekenkunde, Inleiding praktijk en verzekeringen, Inleiding verzekeringstechniek en Verzekeringsbeheer. In de latere studiejaren wordt vervolgens aandacht besteed aan zowel juridische-, economische-, fiscale- als financiële vakken. Veel EC’s zijn gereserveerd voor analytische kennis en vaardigheden. In het vierde studiejaar Actuarieel Analist vindt de specialisatie plaats waarbij 20 EC’s zijn gereserveerd voor de scriptie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 16
De onderwijsmodules worden grotendeels gegeven in blokken van 8 weken, met een wekelijkse contacttijd van 4 uur. Per module wordt aangegeven welke voorkennis de student moet bezitten om hieraan succesvol te kunnen deelnemen. Uit gesprekken met studenten blijkt dat de studielast door hen verschillend wordt beoordeeld en vaak afhankelijk is van de vooropleiding, een gegeven dat studenten voorafgaand aan de opleiding wordt medegedeeld. Indien deze vooropleiding een aanzienlijke wiskundige component omvat, dan is de opleiding Actuarieel Analist goed te doen. Is dit in mindere mate of zelfs in het geheel niet het geval, dan is de opleiding moeilijker en betekent de studie een forse belasting van de student (zie facet 2.5). Aangezien de studenten in beginsel werkzaam zijn in het vakgebied is de aanname reëel, dat zij sneller een beroep doen op collega’s in de eigen praktijk dan op de mogelijkheden die het Actuarieel Instituut biedt. Mede om proactief te kunnen communiceren met de student over bijvoorbeeld studievoortgang wordt met ingang van het studiejaar 2007/2008 een studentvolgsysteem geïmplementeerd. Thans, zo geven studenten aan, is er sprake van voldoende ondersteuning vanuit de opleiding, i.c. vanuit het docententeam, om eventuele kennisleemten op te vullen. Voor extra ondersteuning (planning, kennis, vaardigheden) kunnen studenten een beroep doen op het Actuarieel Instituut. Tot op individuele basis kan hulp worden geboden door middel van bijvoorbeeld een extra examentraining of extra uitleg over de stof. Deze hulp wordt geleverd door een beschikbare docent of lid van een vakgroep. Ook kunnen vragen per e-mail worden gesteld. In persoonlijke gesprekken wordt de situatie in kaart gebracht en gezocht naar oplossingen. Verder heeft het Bureau van het Actuarieel Instituut een afdeling Service L&S, waarbij studenten met allerlei vragen terecht kunnen en (eventueel) worden doorverwezen. Bij de implementatie van een nieuw (schriftelijk) evaluatiesysteem zullen vragen opgenomen worden over de studielast en studeerbaarheid waardoor betrouwbaarder kan worden nagegaan of het moduleprogramma studeerbaar was in de afgelopen periode. Ook de informelere wijze tussendoor, door studenten bijvoorbeeld tijdens contactmomenten te vragen of de inschatting van de tijdsbesteding reëel was zal gehandhaafd blijven. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: naar de mening van het auditteam heeft de opleiding de studielast in voldoende mate gespreid over de opleiding; studenten geven aan dat de belasting van de studie in sterke mate afhankelijk is van de vooropleiding; de opleiding biedt studenten die behoefte hebben aan ondersteuning adequate hulp; studenten worden voorafgaand aan de studie in voldoende mate geïnformeerd over de studielast.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 17
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: A. HBO-bachelor: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek? Bevindingen De opleiding Actuarieel Analist is een vervolgopleiding op Actuarieel Rekenaar. De vereiste vooropleiding is minimaal HAVO met Wiskunde en Engels, of diploma ‘Techniek Leven’ met wiskunde en Engels op HAVO-niveau. Het in het bezit hebben van het diploma Actuarieel Rekenaar is een vereiste om de opleiding Actuarieel Analist te kunnen instromen. Voor studenten die losse modules wensen te volgen, bijvoorbeeld in het kader van de Postdoctorale Beroepsopleiding of van Permanente Educatie, gelden de voor de betreffende modules vastgestelde vooropleidingseisen. Het auditteam merkt op dat de ingangseis iets aangescherpt zou moeten worden omdat studenten met als vooropleiding Wiskunde A nagenoeg geen kans hebben om deze opleiding met succes af te ronden. De ingangseis zou moeten overeenkomen met die van een technische HBO-opleiding. Een potentiële student zou minimaal over Wiskunde B op HAVO-niveau dienen te beschikken. Voor een aantal modules kent het Actuarieel Instituut de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor vrijstelling van het examen. Op de website van het Actuarieel Instituut kan de kandidaat nagaan op welke manier en onder welke voorwaarden vrijstelling te verkrijgen is. Samengevat geeft de opleiding aan dat de volgende vrijstellingen mogelijk zijn: categorie
vrijstelling soort
voorbeeld
module/voorwaarden 1.
•
praktijkmodules
praktijkvaardigheid mogelijk
niet
•
vaardigheidsmodules
attitude
•
attitudemodules
actuarieel
•
specifieke actuariële modules
AG 13 Beroepspraktijk en -ervaring AN 7 Mondelinge vaardigheden AG 6 Beroepsethiek RE 7 Arbeidsongeschiktheid en Ziektekosten
2.
mogelijk
•
modules met
AN 14 Belastingrecht
actualiteitsgehalte
AG 18 Schadeverzekering 3
•
specifieke actuariële
•
andere opleidingen niet
actualiteit actuarieel
modules langer dan 7 jaar geleden gevolgd 3. algemeen
mogelijk
•
algemene modules
AN 1 Algemene economie
•
basiskennis
AN 5 Analyse 1
•
standaardvrijstellingen
De vrijstellingsregeling is bedoeld voor studenten die op basis van een eerder succesvol afgeronde opleiding voldoen aan de eindtermen van een module van het Actuarieel Instituut. Een vrijstellingsverzoek kan worden ingediend middels de vrijstellingsregeling. Elk vrijstellingsverzoek wordt individueel beoordeeld. De examencommissie hanteert dan ook als uitgangspunt dat de student in het vrijstellingsverzoek aannemelijk moet maken waarom deze voor vrijstelling in aanmerking denkt te komen. In principe bepaalt de examencommissie voor elk vrijstellingsverzoek of vrijstelling wordt toegekend of afgewezen. Een aanvrager moet een vrijstellingsverzoek onderbouwen met:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 18
een kopie van het diploma en/of certificaten; een kopie van de cijferlijst of enig ander bewijs waaruit blijkt welk resultaat de student behaald heeft; een toelichting op de inhoud van het vak/de vakken die elders zijn gevolgd (liefst onderbouwd met (bijvoorbeeld) kopieën uit de studiegids); een toelichting op de doelstelling van het vak/de vakken (te vinden in studiegids of modulebeschrijving); een vergelijking van de eindtermen van het vak/de vakken waarop het vrijstellingsverzoek is gebaseerd, met die van de modulen van het Actuarieel Instituut (zie modulebeschrijvingen op internetsite; een overzicht van de literatuur die voor het examen is bestudeerd.
Aanvragen voor vrijstelling van examens voor modules worden ingediend bij het secretariaat van het Actuarieel Instituut, dat de aanvraag ter beoordeling voorlegt aan de examencommissie die verantwoordelijk is voor de betreffende module(s). In een apart document wordt per module beschreven of er wel of niet een mogelijkheid van vrijstelling bestaat en zo ja wat dan geldt als vrijstelling. Een vrijstellingsaanvraag wordt beoordeeld op basis van een vergelijking tussen de eindtermen van de vooropleiding en de betreffende module van het Actuarieel Instituut. Een vrijstellingsaanvraag moet voldoende inzicht geven in het niveau en de inhoud van de vooropleiding waarop de aanvraag wordt gebaseerd. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: • de opleiding heeft zicht op de startkwalificaties van de instromende groep studenten; • de opleiding kent voor verschillende vakken een vrijstellingsregeling die in voldoende mate traceerbaar is; • de wiskunde-eis zou aangescherpt moeten worden, gelet op het belang van het vak voor de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 19
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 ECTS-studiepunten?
Bevindingen Het auditteam constateert dat studenten die willen starten met de opleiding Actuarieel Analist eerst de opleiding Actuarieel Rekenaar dienen te hebben gevolgd. Concreet betekent dit dat studenten 1,5 jaar de opleiding Actuarieel Rekenaar volgen. Deze levert hen 60 EC’s op. Vervolgens kunnen afgestudeerden van deze opleiding instromen in de opleiding Actuarieel Analist. Zij krijgen dan vrijstelling voor de vakken uit de opleiding Actuarieel Rekenaar. Dit betreft de vakken in het eerste studiejaar: • Financiële Rekenkunde 5 EC’s • Inleiding praktijk en verzekeringen 5 EC’s • Inleiding verzekeringstechniek 9 EC’s • Nieuwe verzekeringsproducten 9 EC’s • Communicatief schrijven 5 EC’s • Verzekeringsbeheer 5 EC’s In • • •
het tweede studiejaar betreft het de vakken: Arbeidsongeschiktheid en ziektekosten 8 EC’s Pensioenen & Sociale verzekeringen 5 EC’s Informatica 9 EC’s
Het totaal aantal EC’s van deze propedeutische fase van de zesjarige opleiding bedraagt daarmee 60. Vervolgens kunnen studenten doorstromen naar de postpropedeutische fase die in vier jaar omvat en waarbinnen studenten in het totaal 180 EC’s dienen te behalen. Het totaal aantal EC’s bedraagt voor deze zesjarige deeltijdopleiding daarmee 60 EC’s (propedeutische fase) en 160 EC’s (postprodeutische=hoofdfase) hetgeen het totaal op 240 EC’s brengt, het wettelijk aantal vastgestelde EC’s voor een hbo-bacheloropleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de deeltijdopleiding Actuarieel Analist op een duidelijke wijze de studiepuntenverdeling heeft uitgewerkt over de zesjarige deeltijdopleiding. Het totaal aantal studiepunten voor de propedeusefase van twee jaar omvat 60 EC’s, het totaal aantal studiepunten voor de postpropedeutische fase bedraagt 180 EC’s.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 20
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Bevindingen Het didactisch concept van de opleiding is gebaseerd op gecombineerd leren en werken. Hetgeen in de opleiding aan bod komt, wordt vervolgens door de student in de praktijk toegepast. In de opleidingsvisie van de opleiding staan het competentiegericht opleiden en de beroepspraktijk van de Actuarieel Analist centraal. De beroepspraktijk vraagt afgestudeerden die competent kunnen handelen in gevarieerde probleemsituaties en die in staat zijn de kennis en vaardigheden zo te integreren dat die effectief kunnen worden toegepast in realistische en gevarieerde situaties. Hierbij wordt, naast een centrale rol voor de beroepsgerichtheid, onder meer beoogd de student medeverantwoordelijk te maken voor zijn eigen leerproces. Onder verantwoordelijkheid van de vakgroep worden modules, waarvan een (ruwe) schets bestaat, op basis van de vastgestelde eindtermen en doelstellingen ontwikkeld. Daartoe worden de in de modulebeschrijving gegeven items uitgewerkt. Belangrijk is dat zij zorgen voor een goede aansluiting van de betreffende module op andere (aanpalende) modules. In de modulebeschrijving moeten de volgende items worden uitgewerkt: vereiste vooropleiding; doelstelling; inhoud; lesmateriaal; didactiek; werkvormen examen en exameneisen. Vaardigheden worden geoefend die als voorwaarde gelden voor het uitvoeren van beroepstaken en integrale opdrachten. Voor het oefenen van vaardigheden maakt de opleiding gebruik van trainingen. De centrale competentie die de opleiding haar studenten bijbrengt, is volgens het auditteam als volgt te omschrijven: het ontwikkelen van het vermogen om van ervaring te leren door theorie in de praktijk toe te passen en de praktijk naar de theorie te vertalen. Al naargelang het gaat om kennis, inzicht, vaardigheden, attitude wordt een keuze gemaakt uit bijvoorbeeld hoor- en werkcolleges, praktijksituaties en zelfstandig werken. Als bouwstenen voor het didactisch model worden gehanteerd: competentiegericht onderwijs, d.w.z. de beroepspraktijk van de Actuarieel Analist staat centraal en kernvraagstukken uit het beroep zijn het vertrekpunt voor leeractiviteiten; opbouw voor wat betreft de complexiteit van de opdrachten/beroepsproblemen, gekoppeld aan de studiefasering; een duidelijk herkenbare toenemende zelfsturing door studenten, gekoppeld aan een afnemende structurering door de opleiding; de ontwikkeling van een professionele, integrale kennisbasis: gedurende de hele opleiding worden vakken aangeboden die deel uitmaken van de ‘body of knowledge’ van het beroep Actuarieel Analist. Bij het werken aan de beroepsopdrachten in hun werksituatie leren de studenten om deze kennis integraal aan te wenden; leren leren/ontwikkelingsgerichtheid: in toenemende mate zijn studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces en leren zij dit ook zelf te sturen. Samenwerken en communiceren leren ze door met medestudenten op een realistische manier te werken aan producten en deze te presenteren aan deskundigen (docenten,collega’s op de werkplek). Naarmate de opleiding vordert, neemt de complexiteit van de projectopdrachten toe en wordt in toenemende mate een beroep gedaan op het zelfinitiatief van de student.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 21
Bestudering van studiemateriaal leert het auditteam dat het studiemateriaal sterk praktijkgericht is, anders gezegd er wordt een link gelegd met de praktijk. Zo wordt in een aantal gevallen gekozen voor werkvormen die aansluiten bij de ‘volwassen status’ van de deeltijdstudent en bij het feit dat zij de theorie al snel in de praktijk kunnen toetsen of toepassen. Ook daar waar het ‘droge stof’ betreft zoals fiscale aspecten van vastgoed, probeert de opleiding toch voortdurend een relatie te leggen met de praktijk. De docenten, zo geven de studenten aan, ondersteunen het leren vanuit verschillende rollen: als inhoudelijke expert als opdrachtgever, als trainer en als coach. Veel docenten combineren hun taak met functies in het beroepenveld. Daardoor zijn zij in staat om als rolmodel te fungeren. Om met de studenten te communiceren en hen te informeren, wordt -naast de reguliere contacturengebruik gemaakt van internet. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: het didactisch concept is in alle programmaonderdelen herkenbaar ontleend aan de doelstellingen van de opleiding. In die doelstellingen staat centraal het verwerven van (algemene en beroepsspecifieke ) competenties. Het didactisch concept sluit daarop aan door de beroepsgerichte/praktijkgerichte oriëntatie die tot uiting komt in de basisstructuur van het programma; de centrale plaats die de praktijk in het programma inneemt, is consequent uitgewerkt waardoor de integratie van theorie en praktijk door de hele opleiding tot stand wordt gebracht; door het werken in de praktijk worden voorts het werken in teamverband (waar de beroepspraktijk sterk de nadruk op legt) en de communicatieve vaardigheden ontwikkeld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 22
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Bevindingen De opleiding kent een onafhankelijke examencommissie die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling, opzet, inhoud en het niveau van de examens en voor het verlenen van vrijstellingen. De examencommissie toetst of de kandidaten voldoen aan de voor de module geldende eindtermen. Bij de realisatie van een module en bij tussentijdse wijzigingen in het studieprogramma wordt de examencommissie geïnformeerd door de vakgroep over de herzieningen. Tijdens de audit en uit de documentatie is gebleken dat de opleiding voor het toetsen een aantal uitgangspunten hanteert. Deze uitgangspunten zijn als volgt samen te vatten: bij iedere toets moet het voor studenten duidelijk zijn wat zij kunnen verwachten; de toets moet aansluiten op de beschrijving van de leerdoelen van het vak zoals die in het curriculum zijn beschreven; de complexiteit van de opgaven in toetsen neemt toe naarmate de student verder in de opleiding zit; de beoordeling van (het inhoudelijke niveau van) projectopdrachten gebeurt altijd door (minimaal) twee docenten, waarbij ten minste één docent niet bij de procesgang betrokken is geweest. aan iedere toets is een feedbackmoment gekoppeld. In het kader van groepsopdrachten geven de studenten ook elkaar feedback. Uit de documentatie ontstaat het beeld dat een aantal modules mondeling geëxamineerd wordt. Het betreft onder andere de modules Leidinggeven, Praktijkkennis leven, Praktijkkennis schade en Praktijkkennis pensioen. Alle overige modules worden met een examen afgesloten. Het auditteam constateert op basis van de documentatie dat de opleiding één of meerdere leden heeft benoemd die deel uit maken van de examencommissie en die verantwoordelijk zijn voor de toetsing en beoordeling van de verschillende modules. Zo heeft de opleiding voor de module ‘Inleiding verzekeringstechniek’ vier leden van de examencommissie benoemd die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling en toetsing. Voor de module ‘Inleiding en praktijk verzekeringen’ zijn vijf leden benoemd. Het auditteam heeft een aantal toetsen bestudeerd waaronder ‘Elementaire bedrijfsadministratie’, ‘Inleiding bedrijfseconomie’, ‘Privaatrecht’, ‘Algemene economie’. Deze toetsen zijn in het bezit van het auditteam. Het betreft, zo constateert het auditteam, een vrij klassieke wijze van toetsen waarbij het in de regel gaat om kennistoetsen. Het auditteam acht dit adequaat: hier wordt duidelijk vakkennis beoordeeld. Zo is gebleken dat studenten bij de beantwoording van vragen het antwoord duidelijk moeten motiveren. Het auditteam kreeg op deze wijze inzicht in het kennisniveau van de studenten. De toetsvragen zijn op niveau, actueel en relevant. De beoordeling van de onderdelen van het buitenschools curriculum vindt plaats volgens vastgelegde criteria en procedures. Iedere praktijkopdracht wordt na afloop door de begeleider/docent beoordeeld op basis van een vast format. In formele zin treedt de praktijkbegeleider op als adviseur van de docentbegeleider(s). De eindbeoordeling van het gerealiseerde niveau vindt plaats door de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 23
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de huidige praktijk van toetsen en beoordelen vindt plaats op een voldoende gestructureerde en gecontroleerde wijze; het Actuarieel Instituut houdt de opleiding en de examens gescheiden hetgeen naar de mening van het auditteam de validiteit van de inhoud en het niveau van de examens ten goede komt; de gehanteerde toetsvormen sluiten aan op de werkvormen en de gebruikte toetsen zijn voldoende valide en betrouwbaar; de opleiding toets aantoonbaar vakkennis op hbo-niveau; bij de beoordeling van papers die de student gedurende de opleiding dient te maken, hanteert de opleiding met ingang van het studiejaar 2008-2009 heldere criteria.
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende gelet op de volgende constateringen waarbij de opleiding: voldoende aansluiting biedt bij de beroepspraktijk: via de verschillende onderwijsvormen en stages biedt de opleiding de student de gelegenheid kennis te maken met het werkveld; in voldoende mate een uitwerking is van de doelstellingen die herkenbaar zijn afgeleid van de landelijk vastgestelde set competenties, waarbij vakinhoudelijk sprake is van een toenemende complexiteit naarmate de student vordert in de studie; voldoende aandacht besteedt aan de basisbegrippen op het terrein van actuarieel analist die gedurende de opleiding verder worden uitgediept, hetgeen de verticale samenhang van het studieprogramma adequaat reflecteert; voldoende zicht heeft op de studiebelasting; voldoet aan de totale studiebelasting van de vijfjarige deeltijdopleiding van 240 EC’s; is vormgegeven op basis van een didactisch concept waarbij het verwerven van algemene, beroepsspecifieke en interdisciplinaire competenties centraal staan. Hierdoor is geborgd dat er sprake is van een didactisch concept dat aansluiting biedt op het beroep waarvoor het Actuarieel Instituut opleidt; de vakinhoud op een adequate wijze toetst.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 24
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Het derde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. Eisen HBO/WO; 2. Kwantiteit personeel; 3. Kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO/WO Criterium Het facet ‘Eisen HBO/WO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: HBO Zal het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd worden door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Bevindingen De basis voor de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk is in de visie van het Actuarieel Instituut de praktijkkennis en - ervaring die docenten zelf meebrengen. In het wervingsen aannamebeleid van het Actuarieel Instituut is dit derhalve een bepalend selectiecriterium. Naast hun praktijkkennis en – ervaring zijn docenten pas gekwalificeerd als zij een certificaat of diploma bezitten in het vakgebied waarin zij als docent optreden. Voor de onderwijskundige realisatie van het programma geldt dat zij een didactische training hebben gevolgd. Zij kennen de onderwijskundige visie van het Actuarieel Instituut. Bijna 60% van de docenten is als Actuaris AG in de beroepspraktijk werkzaam. Docenten zijn afkomstig uit het beroepenveld en als freelancer verbonden aan het Actuarieel Instituut. Op basis van hun deskundigheid en ervaring worden de docenten ingedeeld om één of meer modules van de opleiding te verzorgen. Omdat zij werkzaam zijn in het beroepenveld zijn zij in staat om de noodzakelijke verbinding te leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Op deze wijze is geborgd dat het onderwijs mede gebaseerd is op actuele situaties en problemen uit het werkveld. Docenten kunnen voor wat betreft de inhoudelijke kennis benodigd voor de opleiding Actuarieel Analist zonder meer als vakvolwassen worden beschouwd. Aangezien deze docenten in beginsel niet uit het onderwijs voortkomen besteedt het Actuarieel Instituut veel zorg aan de didactische ondersteuning van hun docentenkorps. Nieuw aangestelde docenten worden uitgenodigd voor bijwoning van een speciaal voor het Actuarieel Instituut samengestelde docententraining. Naast de noodzakelijke theorie moet iedere deelnemer in deze training een proefles presenteren, die op video wordt opgenomen en door medecursisten en de trainer van opbouwende kritiek wordt voorzien. De video wordt in de vorm van een DVD aan de betreffende cursist meegegeven. Uit de ontvangen evaluaties over het studiejaar 2006/2007 geeft 82 procent van de studenten aan tevreden te zijn over de kwaliteit van het onderwijs (inhoud en opzet). Van de studenten is 90 procent tevreden over de wijze waarop de lessen worden gegeven (beoordeling docenten). 81 procent van de studenten geeft aan tevreden te zijn over de relatie die in het onderwijs wordt gelegd tussen theorie en praktijk (algemeen). Uit de door het auditteam bestudeerde cv’s is gebleken dat de docenten in ruime mate toegerust zijn om de opleiding te verzorgen. Het betreft docenten met een doctoraal wiskunde, economie of recht. De docentervaring heeft in de regel ook een duidelijke relatie met het vakgebied actuarieel analist. Studenten geven aan tevreden te zijn over de docenten zowel wat betreft hun vakkennis als wat betreft hun praktijkrelevante kennis.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 25
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de huidige praktijk laat zien, dat de docenten van de opleiding in de regel werkzaam zijn in de praktijk en daardoor contacten onderhouden met het werkveld; door middel van deze contacten leggen de docenten van de opleiding een concrete verbinding tussen werkveld en programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 26
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criteria Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Wordt er voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten? Wordt er voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren?
Bevindingen Het Actuarieel Instituut is samen met het Actuarieel Genootschap gehuisvest te Utrecht. De totale personeelsformatie van het Actuarieel Genootschap en het Actuarieel Instituut bedraagt 17 Fte. Het grootste deel hiervan is ingezet rondom de organisatie van de opleiding tot Actuaris. De opleiding Actuarieel Analist is daarvan een onderdeel. Het Actuarieel Instituut beschikt in totaal over een groep van ongeveer 120 docenten en trainers, waarvan ongeveer 40 docenten voor de opleiding Actuarieel Analist. De maximale groepsgrootte is afhankelijk van het soort onderwijs. Zo is de maximum groepsgrootte voor cursorisch onderwijs gesteld op 25 studenten en vaardigheids-trainingen op maximaal 15 deelnemers. Vacatures kunnen zonder problemen worden vervuld. Zo beschikt het Actuarieel Instituut in haar databank over personen die zich in het verleden hebben aangemeld als belangstellende voor een docentschap. Mocht de vacature op die basis niet kunnen worden ingevuld dan wordt deze kenbaar gemaakt aan de leden van de vakgroepen. Vaak gaat het dan om zeer specialistische vakken. De individuele netwerken van de vakgroepleden zijn vaak voldoende om één of meer geschikte kandidaten te kunnen selecteren. In het uiterste geval, zo geeft de opleiding aan, wordt de vacature op de website van het Actuarieel Instituut geplaatst. Naar de mening van het auditteam zou dit laatste standaard moeten gebeuren. Studenten geven aan dat er nauwelijks sprake is van uitval van lessen. De opleiding is in staat gebleken te zorgen voor een adequate vervanging. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de huidige omvang van de deeltijdformatie stelt de opleiding in staat het opleidingsprogramma uit te voeren; gelet op de thans aanwezige deskundigheid van de docenten is de opleiding in staat de gewenste kwaliteit te leveren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 27
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het in te zetten personeel gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Bevindingen De 120 docenten kennen het (financieel economische) werkterrein vanuit hun eigen jarenlange ervaring. De docenten participeren veelal in de diverse vak- en werkgroepen. Alle docenten worden door de vakgroepen na elke door hen gegeven cursus voor een bijeenkomst uitgenodigd de ervaringen te delen. Docenten worden door middel van didactische scholing voorbereid op hun taak als docent. Nieuw aangestelde docenten worden ter beoordeling op één of meer lesavonden bezocht door een aan het Actuarieel Instituut verbonden opleidingskundige. Alle docenten van de opleiding Actuarieel Analist hebben minimaal een hbo-opleiding en zijn vrijwel allen werkzaam in de actuariële beroepspraktijk. Docentschappen eindigen met het bereiken van het zeventigste levensjaar. Het auditteam merkt in dit verband op dat het uitgangspunt niet de leeftijd van de docent maar veelmeer de kwaliteit en het opleidingsniveau van de docent moet zijn. Alle docenten ontvangen ondermeer een docentenhandleiding en een checklist. Op deze wijze beschikken de docenten over een groot aantal hulpmiddelen om hun eigen cursus didactisch zo optimaal mogelijk te kunnen voorbereiden. Op de docententraining worden deze hulpmiddelen uitvoerig besproken en waar van toepassing geoefend. Regelmatig worden thematische workshops verzorgd op een belangrijk didactisch terrein (bijvoorbeeld vragentechniek of het werken met didactische hulpmiddelen als een beamer). Er wordt structureel door middel van studentevaluaties getoetst of de docenten voldoende gekwalificeerd blijven met betrekking tot inhoudelijke- en onderwijskundige taken. Waar nodig wordt de docentenbegeleider van het Actuarieel Instituut ingeschakeld. Iedere docent wordt minimaal éénmaal op een lesavond bezocht door de docentenbegeleider. Is de prestatie van de docent onvoldoende, dan wordt een individueel begeleidingstraject gestart en vindt er een tweede beoordeling plaats. In een incidenteel geval wordt het contract met de betreffende docent niet verlengd. Studenten zijn tevreden over de kwaliteit van het docentenkorps, zowel wat betreft hun inhoudelijke kennis als didactische vaardigheden. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: wat onderwijs- en vakdeskundigheid en inzicht in de werkveldontwikkelingen betreft zijn de docenten voldoende toegerust om de opleiding te verzorgen, mede dankzij hun kennisniveau en contacten met het werkveld; de opleiding besteedt voldoende aandacht aan de (verdere) deskundigheidsbevordering van haar docentencorps; studenten zijn tevreden over de vakinhoudelijke kennis en over de werkveldkennis van hun docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 28
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert voor de beoogde deeltijdopleiding het onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende gelet op de volgende observaties: het personeel is in staat de verbinding met de beroepspraktijk te leggen; de inzet van personeel is kwalitatief en kwantitatief van een voldoende niveau.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 29
Onderwerp 4: Voorzieningen Het vierde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. Materiële voorzieningen; 2. Studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de beoogde huisvesting en materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Bevindingen Het Actuarieel Instituut maakt voor wat betreft lesaccommodaties gebruik van professionele lokaties. Voor de opleiding Actuarieel Analist maakt zij gebruik van twee locaties te weten Aristo Zalen te Amsterdam en te Utrecht. Aristo Zalen is een erkend congresbedrijf volgens de normen van de Erkenningsregeling voor de congres- en vergaderbranche. Vanaf 1 augustus 2009 beschikt het AG&Actuarieel Instituut ook over een eigen lesaccommodatie. De accommodaties van Aristo Zalen voldoen ruimschoots aan de door het Actuarieel Instituut voor de opleiding gestelde eisen: goed bereikbaar met openbaar vervoer (dichtbij NS-station) of met de auto en voldoende parkeergelegenheid; ruime zalen met veel aandacht voor audio-visuele apparatuur en mogelijkheden om PC’s te gebruiken; zalen voorzien van deugdelijke klimaatregeling; voldoende kantinefaciliteiten. Aristo Zalen wordt door studenten en docenten als goed ervaren en dit geeft vooralsnog geen aanleiding voor het Actuarieel Instituut om alternatieven te zoeken. Dit kan veranderen als het Actuarieel Instituut de plannen voor herhuisvesting voltooid heeft. Het ligt in de lijn der verwachting dat veel lesactiviteiten binnen de muren van het nieuwe AG&Actuarieel Instituut kantoor zullen plaatsvinden. Studenten kunnen beschikken over boekwerken/scripties/verslagen/papers die zijn opgeslagen bij het Actuarieel Instituut te Woerden. De studenten maken daar relatief weinig gebruik van, zo geven zij aan: zij zijn werkzaam in de beroepspraktijk en zij hebben dus veel gemakkelijker toegang tot allerlei bronnen binnen hun eigen organisatie. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observatie: huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om de opleiding te realiseren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 30
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criterium Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is er voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten met het oog op de studievoortgang en is die adequaat?
Bevindingen Voor studenten die de opleiding Actuarieel Rekenaar volgen is een helpdesk ingericht. Studenten die bij de voortgang van hun studie extra ondersteuning nodig hebben kunnen hier terecht. Daarnaast kunnen alle studenten, dus ook zij die de studie Actuarieel Analist of Actuaris volgen een beroep doen op het Actuarieel Instituut voor begeleiding en ondersteuning. In persoonlijke gesprekken wordt de situatie in kaart gebracht en gezocht naar oplossingen. Het initiatief tot extra ondersteuning ligt vooralsnog bij de student. Met de invoering van het studenten volgsysteem kan ook het Actuarieel Instituut zonodig het initiatief nemen om een student extra ondersteuning te bieden. De studentenadministratie is bij het Actuarieel Instituut geautomatiseerd via een extern aangekochte database bij STB Automatisering B.V. te Houten. Mede om pro-actief te kunnen communiceren met de student over bijvoorbeeld studievoortgang wordt met ingang van het studiejaar 2007/2008 een studenten volgsysteem in deze database geïmplementeerd. Het voert te ver om hier uitvoerig een beschrijving van te geven. Een screendump geeft voldoende inzicht in de mogelijkheden. Met de implementatie van het studentvolgsysteem wordt het eenvoudig, zo geeft de opleiding aan, om adequate managementinformatie te produceren waardoor een beter inzicht kan worden verkregen in bijvoorbeeld de uitval van studenten tijdens de duur van de opleiding Actuarieel Analist. Uit gesprekken met studenten blijkt dat de opleiding blijk geeft van betrokkenheid: de prestaties van studenten worden nauwgezet gevolgd door de docenten. Docenten spelen een centrale rol bij het leerproces. Indien zich problemen voordoen, dan is de docent de eerst aangewezen persoon bij wie de student terecht kan. Kern bij de begeleiding, zowel op de werkplek als de opleiding is een snelle oplossing van het probleem. Wat betreft de informatievoorziening zijn de lijnen kort: studenten zijn snel op de hoogte van nieuwe afspraken en ontwikkelingen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de studiebegeleiding zoals gerealiseerd door de opleiding is adequaat met het oog op de studievoortgang en sluit aantoonbaar aan bij de behoeften van de studenten. de informatievoorziening aan studenten en docenten is over het algemeen voldoende.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: de ruimtelijke en materiële voorzieningen maken het Actuarieel Instituut mogelijk de opleiding op een adequate wijze te realiseren; de studentbegeleiding en de daarmee verbandhoudende informatievoorziening aan studenten zijn voldoende geregeld en sluiten aantoonbaar aan bij de behoeften van studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 31
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Het vijfde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. Systematische aanpak; 2. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Systematische aanpak Criterium Het facet ‘Systematische aanpak’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is er voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen?
Bevindingen De afdeling Beroepsontwikkeling en kwaliteitszorg is binnen het AG&AI de grootste afdeling. Op deze afdeling is met name de vakinhoud ondergebracht. Zo is men op deze afdeling bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de organisatie en logistiek van de reguliere opleiding tot actuaris en de maatwerktrajecten in het kader van in company onderwijs van het Actuarieel instituut, het PE programma van het Actuarieel Genootschap, de organisatie en uitvoering van de docententrainingen, examens en dergelijke. Ook vindt vanuit de afdeling Beroepsontwikkeling en kwaliteitszorg de aansturing plaats van de diverse Vakgroepen en Examencommissies. Het Actuarieel Instituut hanteert vragenlijsten om structureel de kwaliteit van de aangeboden cursusmodules en bijbehorende zaken te kunnen beoordelen. Elke deelnemer wordt gevraagd hieraan mee te willen werken. De vragenlijst wordt enige tijd na afloop van de betreffende module schriftelijk (digitaal) aangeboden waarbij de volgende aspecten worden beoordeeld: module in zijn algemeenheid (aansluiting op eerder gevolgde opleidingen/modules, toepasbaarheid op werkplek); inhoud en opzet (formulering en opbouw leerstof, vormgeving); docenten (kennis en kunde); organisatie (kwaliteit lesaccommodatie, administratieve organisatie van het Actuarieel Instituut); examen en examinering (aansluiting lesstof, beschikbare tijd en organisatie). Een aantal jaren geleden is er bewust gekozen voor het enige tijd na afloop van een module (digitaal) laten invullen van de evaluatieformulieren. In de praktijk is gebleken dat het, ter plekke, invullen direct na het einde van een module onder druk van de tijd vaak minder zorgvuldig plaatsvindt. Met minder betrouwbare resultaten als gevolg. De formulieren die via de digitale weg worden ingestuurd lijken nu serieuzer te zijn ingevuld, maar daar staat tegenover dat de respons ten opzichte van de ‘oude’ methode lager is. In 2008 zal in overleg met docenten, (oud)studenten en vakgroepen bekeken worden op welke wijze een verbetering van de respons is te realiseren. Tegelijkertijd zal worden nagegaan in hoeverre de vragen nog voldoende zijn om met de antwoorden de kwaliteit van de opleidingen te kunnen waarborgen. Het Actuarieel Instituut beschikt over een klachten- en beroepsprocedure ingeval de beoordeling van een examen of vrijstellingsverzoek negatief voor de aanvrager uitvalt. De aanvrager moet binnen een bepaalde periode na bekendmaking van de uitslag/beoordeling vrijstellingsverzoek schriftelijk een gemotiveerde klacht inzenden. De klacht wordt voorgelegd aan de betreffende examencommissie. Binnen één maand na mededeling van de beslissing van de Examencommissie heeft de kandidaat/student de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de uitspraak bij de Raad voor de Toetsing. De Raad voor de Toetsing heeft binnen het Actuarieel Instituut tot taak een bindend oordeel te vellen in beroepsprocedures. De beroepsprocedure treedt in werking als de klager het oordeel van de examencommissie als resultante van een klachtenprocedure formeel aanvecht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 32
De leden van de Raad voor de Toetsing worden door het bestuur benoemd. De Raad voor de Toetsing kan bij een gemotiveerd schriftelijk beroep van een examenkandidaat vrijstelling geven voor een module van de opleiding tot actuaris (één van de modules uit de deelopleidingen Actuarieel Rekenaar, Actuarieel Analist en Actuaris). Daarbij toetst de raad of de examencommissie die de beoordeling voor het afgelegde examenresultaat of het vrijstellingsverzoek heeft vastgesteld, in redelijkheid tot zijn oordeel is gekomen. Op basis van de behandeling van het beroep wordt een gemotiveerd bindend oordeel geformuleerd en ter beschikking gesteld aan de klager, het bestuur en de directie van het Actuarieel Instituut. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: het Actuarieel Instituut evalueert regelmatig de kwaliteit van haar opleiding; de opleiding blijkt voldoende zicht te hebben op de kwaliteit van haar onderwijsprogramma; de opleiding heeft een voldoende uitgewerkte klachtenprocedure die aantoonbaar functioneert.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 33
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen Uit de documentatie en uit gesprekken tijdens de audit en met studenten is gebleken dat de opleiding op een adequate wijze aandacht besteedt aan verbetermaatregelen. Management en docenten kunnen, voor zover van toepassing, door studenten worden aangesproken op afgesproken verbetermaatregelen. De resultaten van de verbetermaatregelen worden zoveel mogelijk teruggekoppeld naar de betrokken partijen (studenten, personeel, alumni, werkgevers/vertegenwoordigers uit het beroepenveld). Het management geeft tijdens de audit aan dat het van essentieel belang is voor een organisatie als het Actuarieel Instituut om snel en adequaat, zonder omhaal van woorden te reageren op te nemen maatregelen. De opleiding heeft een procedure volgens welke verbetermaatregelen worden geïmplementeerd. Verbetermaatregelen komen voort uit: • resultaten van evaluaties; • signalen uit het werkveld; • eigen inzicht. De opleiding stelt voldoende middelen (tijd, menskracht, budget) beschikbaar om implementatie van verbetermaatregelen mogelijk te maken. Er is sprake van commitment vanuit het management, waardoor het vrijmaken van voldoende tijd, menskracht en budget niet ter discussie staat. Studenten en docenten bevestigen dit beeld tijdens de audit. Door de ‘korte lijnen’ binnen de onderwijsorganisatie is men in staat snel en adequaat verbetermaatregelen te implementeren. De opleiding kent een voorziening die op systematische wijze de implementatie van verbetermaatregelen volgt. De verbetermaatregel wordt gezien als project waarbij het management fungeert als opdrachtgever. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende overweging: de uitkomsten van de periodieke evaluaties worden in de Management Review aantoonbaar vertaald in concrete verbetermaatregelen waarvan de implementatie wordt gemonitord en die op een zodanige wijze geformuleerd zijn dat toetsing daadwerkelijk mogelijk is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 34
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zullen -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken bij de interne kwaliteitszorg?
Bevindingen Zoals eerder in deze rapportage beschreven is de opleiding tot stand gekomen door intensieve bemoeienis van het beroepenveld. Het beroepenveld blijft structureel vertegenwoordigd in de diverse vakgroepen en behoudt daarmee een voortdurende invloed op het programma en de kwaliteit hiervan. De opmerkingen van docenten en studenten vormen mede een belangrijke input voor kwaliteitsverbetering. De Manager Beroepsontwikkeling & Kwaliteitszorg is verantwoordelijk voor dit proces en onderhoudt de contacten met onder andere vakgroepen. De vakgroepen vormen de verbindende schakel met de beroepspraktijk. Elke vakgroep bestaat uit ten minste drie leden, waarvan één van de leden als voorzitter fungeert. De vakgroep is in de analoge examencommissie vertegenwoordigd door één van haar leden. Indien mogelijk wordt ook een docent van de betreffende opleidingen in de vakgroep opgenomen. Dit om praktische ervaringen mee te kunnen nemen bij de bepaling van aanpassingen in de opzet en inhoud van de modules. Dit kan ook bereikt worden door docenten en/of auteurs ad-hoc te betrekken bij overleg. De leden van de vakgroepen worden door het Bestuur van het Actuarieel Instituut benoemd voor een periode van 4 jaar, waarna één keer herbenoeming voor diezelfde termijn kan plaatsvinden. Het lidmaatschap van een vakgroep eindigt zodra de leeftijd van 70 jaar is bereikt. Wat dit laatste merkt het auditteam op dat kandidaten voor commissies alleen op inhoudelijke gronden te worden geselecteerd en/of afgewezen. De belangrijkste taak van de vakgroep is de ontwikkeling en actualisering van de modules die onder de betreffende vakgroep vallen. De vakgroep zal de reeds ontwikkelde en uitgevoerde modules door regelmatige evaluaties up-to-date houden, gericht op de nieuwste theoretische ontwikkelingen en recente praktische beroepsuitoefening. Ervaringen van docenten, evaluaties van studenten (enquêtes) geven mede richting aan deze actualisering. Voor een goed beeld wordt door een lid van de vakgroep een of meerdere lessen van een bepaalde module bijgewoond. De vakgroep heeft de bevoegdheid voor bepaalde werkzaamheden deskundigen in te schakelen. De Commissie Onderwijs is binnen het AG&AI de belangrijkste commissie als het gaat om onderwijsactiviteiten. De Commissie richt zich op de strategische en beleidsmatige aspecten van alle vormen van onderwijs die door het AG&AI georganiseerd worden of waaraan het AG&AI gerelateerd is. De commissie ondersteunt en adviseert het bestuur van het Actuarieel Genootschap/Actuarieel Instituut bij vraagstukken inzake beleidsvorming en beleidsuitvoering. De Commissie Onderwijs positioneert zich als: het platform voor de vertaling van de strategie van het Actuarieel AG&AI naar onderwijsbeleid; het platform voor de voorbereiding van onderwijsstrategie en –beleid van het AG&AI; de verbinding tussen bestuur het Actuarieel Genootschap/Actuarieel Instituut en het bureau het AG&AI; het platvorm voor de vertaling van het onderwijsbeleid naar uitvoering, en voor het toezicht op de uitvoering; platform voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs van het AG&AI; vertegenwoordiger/representant in contacten met stakeholders/derden (intern/extern). Het beroepenveld blijft structureel vertegenwoordigd in de diverse vakgroepen en behoudt daarmee een voortdurende invloed op het programma en de kwaliteit hiervan. De opmerkingen van docenten en studenten vormen mede een belangrijke input voor kwaliteitsverbetering. De Manager Beroepsontwikkeling & Kwaliteitszorg is verantwoordelijk voor dit proces en onderhoudt de contacten met onder andere vakgroepen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 35
De vakgroepen vormen de verbindende schakel met de beroepspraktijk. Studenten geven expliciet aan dat zij in voldoende mate betrokken zijn bij de (kleine) kwaliteit van de opleiding. Klachten worden serieus genomen en er is sprake van snel reageren op deze klachten. Wat betreft de betrokkenheid van alumni geeft de opleiding aan dat men ‘vaart wil maken’ op dit terrein. Het auditteam heeft additionele informatie ontvangen wat betreft de activiteiten die de opleiding op dit terrein zal nemen, alsmede een ‘prioritering van toekomstige activiteiten’ op dit terrein. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observatie: de opleiding betrekt relevante partijen bij de kwaliteitszorg. Dit gebeurt op een actieve wijze, dat wil zeggen: de opleiding benadert deze relevante partijen op eigen initiatief en streeft er naar om hun suggesties om te zetten in concrete maatregelen; de opleiding geeft er blijk van alumni actief te gaan betrekken bij de opleiding.
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: de interne kwaliteitszorg wordt systematisch aangepakt; studenten, docenten en het werkveld worden op actieve en georganiseerde wijze betrokken bij de evaluaties; de inbreng van het werkveld bij de evaluaties wordt aantoonbaar gebruikt als basis voor verbeteringen; de implementatie van het kwaliteitszorgsysteem leidt aantoonbaar tot concrete verbetermaatregelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 36
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen Het auditteam heeft een aantal studieproducten bestudeerd van studenten. Het betreft papers die studenten moeten maken voor verschillende studieonderdelen waaronder ‘Leven’, ‘Schade’ en ‘Pensioenen en Sociale Verzekering’. Deze papers vormen de basis voor een presentatie en kunnen niet beschouwd worden als eindwerkstukken (zie hierna). Wel geven zij een goed beeld van het niveau van de opleiding per studiefase. In de vakbeschrijvingen wordt expliciet vermeld dat er een presentatie moet worden gegeven; deze presentatie wordt ondersteund door een door de werkgroep te schrijven paper. Ten tijde van de audit constateerde het auditteam in deze door studenten te schrijven papers een aantal lacunes. Deze tekortkomingen hadden betrekking op de bronvermelding, de beperkte omvang waardoor complexe thema’s in de papers onvoldoende werden uitgelegd, het ontbreken van een inhoudsopgave. Omdat meerdere studenten aan één paper werkten was niet duidelijk waaruit de individuele bijdrage bestond. Er ontbrak een duidelijke structuur in de meeste papers. Zo zou er een duidelijke formulering moeten komen van de probleemstelling en de onderzoeksvragen waarop studenten vervolgens een antwoord moeten vinden. Ook is het van belang dat de opleiding duidelijke richtlijnen opstelt met betrekking tot de minimale eisen waaraan een werkstuk dient te voldoen. Het auditteam is van mening dat iedere student dient te laten zien dat deze in staat is een afstudeerwerkstuk van enige omvang te schrijven, die het niveau van de opleiding representeert en waaruit blijkt, dat de student het geleerde uit de verschillende vakgebieden op een zinvolle manier kan combineren. De opleiding heeft, nadat de audit heeft plaatsgevonden, het auditteam nieuwe papers gestuurd en een verbeterplan geschreven ‘Verbeterplan: van papers naar bachelorscriptie voor de opleiding tot Actuarieel Analist’ en een notitie getiteld ‘Beoordelingscriteria voor papers studiejaar 2008-2009’. Wat de nieuwe papers betreft constateert het auditteam dat deze er over het algemeen vrij goed uit zien. Wel blijft de verwijzing naar geraadpleegde literatuur een punt van aandacht. Door een expliciete vermelding van literatuur is het voor de opleiding mogelijk te controleren welke teksten door de student(en) geschreven zijn en welke afkomstig zijn uit geciteerde literatuur. In het ‘Verbeterplan: van papers naar bachelorscriptie voor de opleiding tot Actuarieel Analist’ beschrijft de opleiding in een stappenplan de weg van papers naar de bachelorscriptie. Hiertoe behoren onder andere het opstellen van hoofdcriteria aan de bachelorscriptie, het vaststellen van de inhoudelijke- en vormcriteria, de toewijzing van EC’s aan de bachelorscriptie en het herberekenen van het EC’s van het gehele programma (januari 2009), het vaststellen van het studieprogramma 2009-2010 en de implementatie van de bachelorscriptie die voorzien is in het studiejaar 2009-2010. In de notitie ‘Beoordelingscriteria voor papers studiejaar 2008-2009’geeft de opleiding een uitwerking van de beoordelingscriteria voor papers. Deze eisen gelden voor het studiejaar 20082009 omdat de opleiding vanaf 2009-2010 de overgang van het schrijven van verschillende papers in de opleiding naar één afsluitende bachelorscriptie gaat realiseren. Daartoe heeft de opleiding het in de vorige alinea genoemde verbeterplan opgesteld. Wat betreft de beoordelingscriteria voor de papers maakt de opleiding een onderscheid in: onderwerpkeuze, probleemstelling, logische opbouw en consistentie, formuleringen, compositie, bronnen en bronvermelding, omvang, beoordeling en fraude.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 37
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observatie: de opleiding heeft het auditteam een aantal nieuwe papers, een aantal maanden nadat de audit had plaatsgevonden, ter bestudering overhandigd die naar de mening van het auditteam hboniveau bezitten; de opleiding geeft aan dat studenten een bachelorscriptie moeten schrijven. In dit verband heeft de opleiding de opmerkingen van het auditteam ter harte genomen en in een notitie de te nemen maatregelen met betrekking tot de inhoudelijke- en procedurele aspecten rond de scriptie vastgelegd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 38
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Bevindingen Uit de documentatie blijkt, en dit werd tijdens de audit bevestigd, dat er binnen de opleiding nauwelijks sprake is van het voortijdig verlaten van de opleiding. De opleiding investeert veel tijd en energie in de begeleiding van studenten hetgeen leidt tot een aanzienlijk rendement. Vrijwel iedere student die de opleiding start, studeert ook af. Uit de gesprekken met studenten is het auditteam gebleken dat studenten ook zeer gemotiveerd zijn om de opleiding af te maken: zij zien het duidelijk als een investering. De opleiding zelf, zo blijkt, is er veel aan gelegen studenten te laten afstuderen zonder dat hierbij sprake is van compromissen: de onderwijsinstelling is het ‘aan haar stand’ verplicht om op ten minste bachelorniveau afgestudeerde studenten af te leveren aan het werkveld. De opleiding heeft het auditteam een overzicht gestuurd van de kengetallen van de opleiding Actuarieel Analist. De tabel bevat de gegevens van studenten die zich vanaf het jaar 2003 voor module 1 (AN 1, de eerste module) van de opleiding Actuarieel Analist hebben ingeschreven. De opleiding maakt een onderscheid tussen drie typen ingeschreven studenten: • post master afgestudeerden die de opleiding tot actuaris AG gaan volgen dienen enkele modules van de opleiding tot actuarieel analist te behalen; • beroepsbeoefenaars die modules van de opleiding tot Actuarieel Analist volgen als nascholing; • studenten die de opleiding tot Actuarieel Rekenaar met goed gevolg hebben afgerond en de opleiding tot Actuarieel Analist gaan volgen. Uit het door het auditteam bestudeerde overzicht blijkt dat er sprake is van een aanzienlijke spreiding wat betreft de studieduur: studeert de ene student af binnen 2 jaar, een andere student doet er ruim twee keer zo lang over. In dit verband merkt de opleiding expliciet op dat studenten hun opleiding soms onderbreken door familieomstandigheden (huwelijk, ouderschap). Later pakt men de studie dan weer op. Studenten zijn tijdens de studie werkzaam in een actuarieel beroep: soms is het niet de bedoeling alle modules (de hele opleiding) te volgen: dus het diploma te behalen. Soms volgt de student slechts enkele modules omdat dat nodig is voor zijn beroepspraktijk of de volgende carrièrestap. Door de bovengenoemde punten zijn de kengetallen van de Actuarieel Analist niet vergelijkbaar met instroom-uitstroom kengetallen in het regulier beroepsonderwijs. De studentpopulatie en de reden om modules te volgen verschillen fundamenteel met het reguliere beroepsonderwijs. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding. i.c. het Actuarieel Instituut. beschikt over voldoende inzicht in de studieduur van de studentenpopulatie; men zorgt er voor dat de student die instroomt ook zoveel mogelijk (tenzij de student op eigen initiatief de opleiding verlaat) met een diploma de opleiding verlaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 39
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de beoogde deeltijdopleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: de eindproducten die de studenten leveren zijn van een duidelijk hbo bachelorniveau; de opleiding houdt de rendementen nauwlettend in de gaten: men heeft zicht op het instroomniveau mede op basis van jarenlange ervaring en streeft ernaar om studenten binnen de voor de opleiding formele studieduur te laten afstuderen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 40
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO Bachelor opleiding Actuarieel Analist deeltijd
De oordelen in hoofdstuk 2 staan hieronder schematisch weergegeven: HBO BACHELOR OPLEIDING Actuarieel Analist deeltijd
Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Bachelor en Master 1.3. Oriëntatie HBO/WO
v v v
2. Programma 2.1. Eisen HBO/WO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7 Afstemming tussen Vorm en Inhoud 2.8 Beoordeling en Toetsing
v v v v v v v v
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO/WO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
v v v
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
v v
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Systematische aanpak 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement
Samenvattend oordeel
v
v
v
v
v v v v
v v v
v
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 41
3.2.
Integraal oordeel/advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Toetsingskader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door het Actuarieel Instituut beoogde deeltijd Bacheloropleiding Actuarieel Analist in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 42
BIJLAGE I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring externe auditoren R.J.M. van der Hoorn MBA, CMC, Bsc De heer V.d. Hoorn studeerde bedrijfseconomie (heao) en bedrijfskunde en is sinds 1996 mede eigenaar van de Hobéon Groep. Hij is bedrijfskundig adviseur en houdt zich onder andere bezig met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen. Van der Hoorn, die gecertificeerd lid is van de orde van organisatiekundige en organisatieadviseurs (OOA), is directeur van een venture capital bedrijf. Tevens is hij werkzaam als interim directeur bij een niet rijksbekostigde hoger onderwijs instelling. Bovendien begeleidt hij enkele MKB ondernemingen bij hun bedrijfsontwikkeling. Hiervoor was hij onder andere lid van het Informatica Platform HBO, financieel interim directeur van een branche organisatie, interim directeur bij een gemeente in de Randstad en interim directie voorzitter van een economische faculteit van een middelgrote hogeschool. Prof. dr. G. Elsen Mevrouw Elsen is thans hoogleraar aan de Hogeschool Universiteit Brussel en gasthoogleraar aan de Katholieke Hogeschool Mechelen. Tevens is zij sinds 2001 directeur van de Koninklijke Vereniging van Belgische Actuarissen. Na en tijdens haar studies Wiskunde, Rechten en Actuariële Wetenschappen is zij werkzaam (geweest) als consultant bij verschillende organisaties waaronder ARWA Benefits Network, Fortis en Deloitte & Touche. Zij is oprichtster van de specialisatierichting Verzekeringsmanagement binnen de Hogeschool Universiteit Brussel en was coördinator van de specialisatierichtingen Verzekeringsmanagement, Finance & Risk Management en van het postuniversitair programma ‘Verzekeringen’. Zij is gastspreker in diverse opleidingen. Drs. L.J. van de Leur De heer Van de Leur studeerde Wiskunde, Filosofie, Staathuishoudkunde en Statistiek. Daarnaast volgde hij opleidingen op het terrein van Statistisch analist, Techniek Leven, Financiering , Beleggings- en portefeuilletheorie. Hij is werkzaam geweest bij AEGON als actuarieel medewerker en als docent bij verschillende onderwijsinstellingen. In de periode 1987-2000 is hij verbonden geweest aan de HES in Amsterdam als docent. Binnen deze periode is hij tevens als vakgroepcoördinator en opleidingscoördinator werkzaam geweest. Aan de Universiteit van Amsterdam is hij sinds 2000 docent en vakcoördinator Levensverzekeringswiskunde, Accountancy, Statistiek en Financiële rekenkunde. Sedert 2003 is hij docent Basisvak Actuariaat binnen de Masteropleiding Verzekeringskunde. Drs. G.W.M.C. Broers De heer Broers werkt sinds 1997 als adviseur bij Hobéon. Sinds zijn afstuderen (1986) aan de (toenmalige) Rijksuniversiteit Leiden heeft hij gewerkt bij verschillende organisaties waaronder de RUL, ECABO, Van der Veldt Cursusontwikkeling en Cursusuitvoering (VCC) en het Rotterdams Instituut voor Sociologisch en Bestuurskundig Onderzoek (RISBO). Daarnaast heeft hij gepubliceerd in NRC Handelsblad en de tijdschriften Intermediair en Psychologie. Bij Hobéon houdt heer Broers zich vooral bezig met arbeidsmarktonderzoek voor (hoger) onderwijsinstellingen, het beoordelen van de onderwijskundige kwaliteit van opleidingen volgens de NVAO-kaders.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 43
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 44
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 45
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 46
Verklaring mevrouw prof.dr. G. Elsen ontbreekt en wordt zo spoedig mogelijk nagezonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 47
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 48
BIJLAGE II: Programma Visitatie Dagindeling ten behoeve van de ‘aanwijzing’ van het Actuarieel Instituut en toets nieuwe opleiding ‘Actuarieel Analist’. 20 februari 2008 Auditoren: De heer R.J.M. van der Hoorn, lead auditor; Mevrouw G. Elsen, auditor werkveld; De heer L.J. van de Leur, auditor vakinhoud; De heer G. Broers, onderwijskundig auditor, tevens secretaris. Tijd Gesprekspartners 08.30 – 08.45 uur 08.45 – 09.00 uur
09.00 – 9.15 uur
Management Instituut en opleiding
09.15 – 10.00 Management Instituut uur en opleiding
Auditoren Auditteam
Auditteam: Voorbespreking auditteam R. v.d. Hoorn, G. Elsen, L. van de Leur G. Broers Auditteam Kennismaking Definitieve vaststelling programma Auditteam Kwaliteitszorg Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Continuïteit Internationalisering Relatie werk- en beroepenveld Personeel / Deskundigheidsbevordering Alumnibeleid
10.00 – 11.00 Onderwijscoördinatoren Auditteam uur /Ontwikkelteam
11.00 – 11.15 Pauze 11.15 – 12.15 Docenten (1) uur
12.15 – 13.00 uur
Onderwerpen Inloop en ontvangst
Auditteam
Auditteam
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling / Curriculum Didactisch concept / werkvormen Innovatie / Minoren Internationalisering Instroom / Propedeuse Aansluiting instroom en programma Samenhang programma Studielast en duur Eindkwalificaties / Afstuderen Binnen- en buitenschools programma (praktijkcomponent / stages) Studie(loopbaan)begeleiding Beroepsgerichtheid Deskundigheidsbevordering Relatie beroepenveld Didactisch concept / werkvormen Aansluiting instroom en programma Eindkwalificaties / Afstuderen Binnen- en buitenschools programma
Deskundigheidsbevordering Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 49
Tijd Gesprekspartners 13.00 – 14.00 Docenten (2) uur
Auditoren Auditteam
14.00 - 14.30 Kwaliteitscoördinator uur
Auditteam
14.30 – 15.00 Examencommissie uur
Auditteam
15.00 – 15.30 Overleg auditteam uur 15.30 – 16.00 Alle gesprekspartners & uur genodigden
Onderwerpen Relatie beroepenveld Didactisch concept / werkvormen Aansluiting instroom en programma Eindkwalificaties / Afstuderen Binnen- en buitenschools programma
Deskundigheidsbevordering Kwaliteitszorg Betrekken medewerkers bij kwaliteitszorg Betrekken werkveld bij kwaliteitszorg Alumnibeleid Toetsen en beoordelen Bezwaar en beroep Vrijstellingen Kwaliteitsborging praktijkcomponent Instroom Aansluiting instroom en programma Studeerbaarheid en studielast Betrokkenheid derden bij beoordeling Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Terugkoppeling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding ‘Actuarieel Analist’ 50