Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg Wageningen 2013 Jongerenraad Wageningen Adviesnr. :1 Datum : 29-05-2013 Colofon De Jongerenraad, een adviesorgaan van de gemeente Wageningen, is geïnstalleerd in 2006 conform artikel 84 van de Gemeentewet inzake alle aangelegenheden betreffende het gemeentelijk Jeugdbeleid. De Adviesraad bestaat uit 10 onafhankelijke, op persoonlijke titel benoemde leden, waarvan één door de Jongerenraad benoemde voorzitter. Bestuur: Frank Reijbroek, voorzitter Karin Zijp, vice-voorzitter Jonas Mars, secretaris Nicholas Henon, penningmeester Correspondentieadres: Churchillweg 3 6707 JA WAGENINGEN emailadres:
[email protected] Website: www.jrwageningen.nl
Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 1/7
Inleiding Er gaat komende jaren veel veranderen in de Jeugdzorg. De gemeente wordt verantwoordelijk voor een hoop taken die eerst door provinciale en landelijke overheden werden uitgevoerd. In het licht van deze decentralisatie, heeft de Jongerenraad een advies geschreven waarin een achttal aandachtspunten met betrekking tot de jeugdzorg naar voren wordt gebracht. Hiervoor heeft de Jongerenraad zowel jongeren die ervaring hebben met verschillende vormen van jeugdzorg als jongeren die dit niet hebben, geraadpleegd. Het doel van dit advies is de manier waarop jongeren jeugdzorg ervaren aan te kaarten bij de gemeente Wageningen, zodat dit in het proces van de decentralisatie meegenomen kan worden. De Jongerenraad heeft tijdens het Jongerendebat op 5 mei aan een groep jongeren onder andere de volgende stelling voorgelegd: ‘Als ik Jeugdzorg zeg, zeg jij...’. Dankzij de discussie die door deze stelling heeft plaatsgevonden, heeft de Jongerenraad een beeld kunnen krijgen van het imago van jeugdzorg onder jongeren en hoe zij denken dat jeugdzorg toegankelijker kan worden. Naast deze ideeën wilde de Jongerenraad graag de ervaringen horen van mensen die wél in aanraking zijn (geweest) met instanties die zorg voor jeugd verlenen. Hiervoor hebben we een vijftal jongeren geïnterviewd over hun ervaringen. In bijlage 1 is de topiclijst voor het interview te vinden. Uit deze interviews heeft de Jongerenraad een aantal succes- en verbeterpunten gehaald.
Inhoudelijk advies: aandachtspunten Naar aanleiding van de interviews en de raadpleging van jongeren via het Jongerendebat heeft de Jongerenraad 8 aandachtspunten opgesteld. Deze aandachtspunten zijn op zowel goede als slechte ervaringen gebaseerd. Door de tekst heen staan een aantal quotes uit de interviews om de inhoud van het advies te verduidelijken. De aandachtspunten zijn geformuleerd als toekomstvisies. Jongeren krijgen duidelijke informatie over jeugdzorg Jongeren die behoefte hebben aan zorg hebben houvast nodig. Het is daarom van het grootste belang dat de informatieverstrekking over zorg helder is. Voor een jongere is het belangrijk te weten wat de instantie waar ze ‘Ik heb niet het idee dat jeugdzorg iets voor mij heeft betekend.’ terecht komen doet, wat de mogelijkheden van een zorgplan zijn en hoe de zorg gaat plaatsvinden. Ook het verschil tussen de verschillende instanties speelt daarbij een grote rol. Duidelijkheid van methode en doelen helpt de jongeren om het nut van de zorg in te zien, waardoor de motivatie van de jongeren zal toenemen. Ook tijdens het proces van zorgverlening is het belangrijk om jongeren op de hoogte te houden van de stand van zaken. Wat voorkomen moet worden is dat jongeren jeugdzorg als een verplichting zien waar ze doorheen moeten. ‘Ik was niet op de hoogte van Ze weten soms niet waarom ze deze zorg krijgen en of er nog alternatieven en wou snel aan de gang om snel te stoppen.’ andere mogelijkheden van zorg zijn. Naast de informatievoorziening aan jongeren die zorg krijgen of gaan krijgen, vindt de Jongerenraad het belangrijk dat ook jongeren die (nog) niet in contact zijn met een jeugdzorg instelling goede voorlichting krijgen over jeugdzorg. Vragen als ‘wat valt er allemaal onder jeugdzorg?’ en ‘hoe kom je bij een instelling voor jeugdzorg terecht?’ dienen beantwoord te worden in die voorlichting, om de toegankelijkheid van de zorg te vergroten. Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 2/7
Zorg denkt vanuit jongeren Naast een goede verstrekking van informatie, is het bij de zorg voor jeugd uitermate belangrijk dat het doel van de zorg voor ogen wordt gehouden: het helpen van de jongere. Zowel bij het opstellen van het zorgplan als bij de daadwerkelijke zorg moet dat het uitgangspunt zijn. Dit betekent niet alleen dat de ‘Ik heb altijd wel het idee gehad dat hulpverlener en instelling zich moeten proberen in te leven de hulpverleners niet gewoon hun in de jongere, maar ook dat ze de jongere actief moeten werk deden omdat het moest, maar betrekken bij de zorg en de input vanuit de jongere als omdat ze je écht willen helpen.’ belangrijke invloed op de zorg gebruiken. Dit vraagt veel van instellingen en hulpverleners, maar als ze een jongere daadwerkelijk willen helpen, moeten zij zich ook kunnen schikken naar de jongere. Een jongere die zich serieus genomen voelt en waarnaar geluisterd wordt, ‘Ik paste niet in het programma. Of ik paste zal veel sneller en beter geholpen kunnen worden me niet aan, het is net hoe je het bekijkt.’ dan een jongere die zijn zorg als last ziet. Goede hulpverleners creëren een veilige omgeving Om zorg die vanuit de jongere werkt goed te laten plaatsvinden, zijn geschikte hulpverleners nodig. Zij ‘Mijn hulpverleners wisten meestal alles van zijn de essentiële schakel die het succes van de zorg mij uit mijn dossier, maar ze kenden me niet.’ kunnen vergroten. Een gevoel van veiligheid bij de hulpverlener is een van de belangrijkste aspecten van de zorg. Om dat gevoel te creëren, moet de hulpverlener open ‘Zorg is geen kantoorbaan. Zorg gaat staan voor de jongere, verder kijken dan een dossier en 24/7 door , niet alleen van 9 tot 5.’ proberen om de jongere als individu en niet als een van de velen te zien. Daarbij hoort ook dat een hulpverlener of zijn instantie goed bereikbaar moet ‘Het is een verlichting om zijn voor een jongere die met spoed ondersteuning nodig heeft. je begrepen te voelen.’ Verschillende hulpverleners werken met elkaar samen Een belangrijk onderwerp bij de decentralisatie is de aanpak van zorg als er meerdere hulpverleners betrokken zijn. Daarbij is het belangrijk dat er goed wordt samengewerkt in plaats van langs elkaar heen gewerkt, zodat de jongere die geholpen dient te worden daar geen problemen van ondervindt. Bij doorverwijzingen naar een andere instantie of hulpverlener geldt ook dat geprobeerd moet worden om de overgang voor de jongere zo makkelijk en soepel mogelijk te maken. Het verschil tussen opgelegde en gezochte hulp neemt af Het verschil van de ervaring van opgelegde en gezochte hulp is heel groot. Jongeren die opgelegde zorg krijgen hebben minder het gevoel dat het om hun welzijn gaat en voelen zich minder betrokken bij ‘Bij een doorverwijzing neemt de huidige hun zorg dan jongeren die zelf hulp hebben hulpverlener vaak zelf contact op met de gezocht. Bij opgelegde hulp is het aan de volgende hulpverlener, maar je moet er zorgverlener om ervoor te zorgen dat deze vorm toch nog wel zelf achteraan gaan.’ Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 3/7
van zorg als nuttig en goed ervaren wordt. Dat vraagt om een grote investering, maar het is essentieel voor succesvolle zorg. In de zorg wordt er goed doorverwezen en afgerond Zorg is vaak geen oneindig traject en wel een traject dat goed afgebouwd dient te worden. Zowel bij doorverwijzingen als bij het definitief afronden van de zorg is een goede afbouw zeer belangrijk. Bij doorverwijzingen, met name als er sprake is van een wachttijd, is het belangrijk dat er een goede brug ‘Alle hulp stopt op je 18e. Soms weten geslagen wordt van de ene vorm van zorg naar de jongeren niet wat ze dan moeten doen, volgende. Dit betekent goede begeleiding waarbij maar als je niet zelf (opnieuw) om hulp heldere informatievoorziening en een vertrouwde vraagt, wordt er niks meer voor je geregeld.‘ overgang voorop staan. Bij afronding van de zorg is het belangrijk dat een jongere niet zomaar aan zijn/haar lot overgelaten wordt, maar wordt begeleid in het leven zonder de vertrouwde ondersteuning. Ook wanneer een jongere 18 of 23 wordt en de huidige vorm van zorg afgerond moet worden, moet hij/zij begeleid worden ‘Blijkbaar is mijn zorgtraject afgehandeld. in een afrondings- of doorverwijstraject en niet Ik hoor in ieder geval niks meer van ze.’ zomaar ‘in het diepe’ gegooid worden. Hoe minder wachtlijsten, hoe beter Wachtlijsten binnen jeugdzorg zijn een vervelend probleem. Voor jongeren is een half jaar wachttijd op hulp veel te lang, maar geen onbekend fenomeen. De Jongerenraad vindt dat er alles aan gedaan moet worden om wachtlijsten te voorkomen en ze binnen de perken te houden als ze toch ontstaan. In een situatie waar wachtlijsten bestaan, dient goede voorlichting gegeven te worden over de duur van deze wachttijd. Een accurate inschatting van de lengte maakt het voor jongeren makkelijker om met wachtlijsten om te gaan. Daarbij ‘Wachtlijsten duren altijd blijft het van belang om gedurende een wachttijd de jongere op de langer dan verteld wordt.’ hoogte te houden van de stand van zaken, zodat hij/zij zich niet genegeerd of in de steek gelaten voelt. Scholen zijn een belangrijke schakel in de jeugdzorg De Jongerenraad denkt dat scholen een veel grotere rol moeten gaan spelen in de signalering van problemen en het oppakken van de zorg. Het is voor jongeren goed om zorg aangeboden te krijgen vanuit een vertrouwde omgeving en aangezien jongeren het grootste deel van hun dag op school doorbrengen, ligt er een verantwoordelijkheid voor scholen. Dit heeft naast een vertrouwde, ook een drempelverlagende ‘Mijn zorg begon bij mijn werking, omdat school over het algemeen dichtbij de jongere mentor, die erg betrokken was.’ staat. Scholen zijn daarnaast een plek waar kennis wordt opgedaan, dus biedt het ook een platform om informatie te verstrekken aan jongeren over jeugdzorg. Een probleem dat de Jongerenraad voorziet binnen het vergroten van de rol van scholen binnen de jeugdzorg is het tekort aan tijd en expertise bij docenten. Ondersteuning voor docenten is hierbij dus noodzakelijk. Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 4/7
Afsluiting De Jongerenraad heeft de interviews en het Jongerendebat ervaren als goede informatiebronnen. Mede dankzij deze bronnen hebben wij dit advies kunnen opstellen. De inhoud van dit advies is gebaseerd op de interviews, het debat en de eigen inzichten van leden van de Jongerenraad. De Jongerenraad hoopt met dit advies een goede eerste bijdrage te kunnen leveren aan het succesvol decentraliseren van de jeugdzorg in Wageningen.
Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 5/7
Bijlage 1: topiclijst interviews Starten met korte uitleg van het interview + doel + Jongerenraad + advies Vragen of iemand zichzelf voorstelt Introductie Kan je iets vertellen over je tijd bij Jeugdzorg (niet om waarom je daar zat, maar welke zorg je hebt gekregen)? Contact tussen verschillende hulpverleners Heb je te maken gehad met meerdere hulpverleners? Heb je meerdere vormen van zorg gehad? Hoe was het contact tussen deze verschillende hulpverleners? Doorvragen: · samenwerking of juist niet? · Rekening gehouden met verschillende hulpvragen van verschillende gezinsleden of meerdere hulpvragen bij 1 persoon of meerdere hulpverleners voor 1 persoon? Verlichting of verplichting; hoe wordt de aandacht van Jeugdzorg door het kind ervaren? Betrokkenheid; wordt er met of over het kind gepraat? Hoe is de beslissing dat je hulp kreeg van Jeugdzorg tot stand gekomen? Doorvragen: · had je invloed op deze beslissing? · was het voor jou een verplichting of verlichting? · Wat deed het met je? · Werd je betrokken bij het maken van het zorgplan?
Opstart/indicatie: goede informatiewinning en toegankelijkheid? Hoe was de voorlichting voordat je echt zorg kreeg? Doorvragen: · was het duidelijk welke zorg je zou krijgen? · Kreeg je uitleg over wat er ging gebeuren? · Werd je tijdens het traject op de hoogte gehouden van wat er ging gebeuren? · Wat vond je daar van?
Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 6/7
Afhandeling zorg; goede afronding/overdracht? Is je traject ondertussen afgerond? Zo ja, was je klaar om het af te ronden? Wat gebeurde er toen het zorgtraject afgelopen was? Doorvragen: · Waarom liep het traject af (leeftijd, zie volgende vragen, of afgerond?) · Is er bijvoorbeeld een nieuw traject gestart? · Zo ja, hoe was de overdracht? · Werd je daarbij begeleid? · Werd het langzaam afgebouwd, of stopte het plotseling? · Hoe kijk je daar op terug? Wat gebeurde er toen je 18 werd? En hoe kijk je daar op terug? Doorvragen: · ben je goed begeleid in deze periode? · Ben je zelf gestopt met een traject of stopte het vanwege je leeftijd? · Moest je overstappen naar andere zorg? · Was er een wachtlijst? Tevreden met de zorg? Als je terugkijkt op de periode waarin je hulp van Jeugdzorg hebt gehad, wat is daar dan je mening over? Doorvragen: · Wat heb je er aan gehad? · Kan je een voorbeeld/voorbeelden geven? Imago (van jezelf of Jeugdzorg) Wat heb je aan mensen in je omgeving verteld over de tijd dat je in contact was met Jeugdzorg? Doorvragen: · waarom heb je het bepaalde mensen wel en waarom niet verteld? Oogpunt: vanuit jongeren of vanuit zorg? In hoeverre had jij het idee dat het ging om jouw welzijn? Doorvragen: · Leg uit? Jongerenraad Wageningen | Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg mei 2013| pagina 7/7