Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd Hogeschool Hanzesteden
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd CROHO nr. 39210 Hogeschool Hanzesteden
Hobéon® Certificering BV december 2006 Auditteam: W.L.M. Blomen L. de Boer I. E. Hobo-v.d. Graaf W.S. van Raay Drs. R.F.H.M. Stapert Secretaris: G.C. Versluis
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.5.1. 1.5.2. 1.5.3. 1.5.4. 1.5.5.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van de opleiding Visitatierapport Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 29 september 2006
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
9 9 9 12 14 16 16 19 22 25 27 29 30 32 36 36 38 40 43 43 45 48 48 51 53 56 56 58
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd- deeltijd Integraal oordeel/ advies aan NVAO
60 60 61
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 29 september 2006
1 1 1 1 2 3 3 6 7 8 8
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
1.2.1. Het onderhavige rapport heeft betrekking op de opleiding Lifestyle Adviseur, die door Hogeschool Hanzesteden in de volgende varianten wordt aangeboden:
Lifestyle Adviseur, voltijd Lifestyle Adviseur, deeltijd
crohonummer 39210 crohonummer 39210
1.2.2. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de voltijd en de deeltijd variant van de opleiding Lifestyle Adviseur in één rapport samengevat omdat beide varianten gericht zijn op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader aangeboden worden. Niettemin wordt in het rapport, daar waar nodig, het onderscheid tussen de twee varianten zichtbaar gemaakt. 1.2.3. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door het Kwaliteitsrapport van de opleiding Lifestyle Adviseur voltijd en deeltijd.
1.3.
Karakteristiek van de opleiding
1.3.1. De Jan des Bouvrie Academie, opleiding Lifestyle Adviseur is in 2000-2001 ontwikkeld in een samenwerking tussen Hogeschool Hanzesteden en de ontwerpstudio van Jan des Bouvrie en zijn ontwerpers. De opleiding Lifestyle Adviseur houdt zich bezig met het inrichten van leefomgevingen. Het accent van het huidige curriculum ligt daarbij op de omgeving binnen een woning of ander gebouw en de aandacht strekt zich uit tot de buitenomgeving, zoals de tuin. De opleiding heeft veel verwantschap met interieurarchitectuur, maar onderscheidt zich doordat er minder nadruk ligt op het technische aspect. De opleiding situeert zichzelf binnen het domein ‘Vormgeving’. (zie facet 1.1.) 1.3.2. De vierjarige opleiding is in november 2001 van start gegaan met een eerste cohort van ongeveer 18 deeltijdstudenten. Ook in 2002 startte een groep deeltijdstudenten. Omdat de groep deeltijdstudenten daarna dermate terugliep is in 2003 niet opnieuw gestart met een volgend cohort. Een belangrijke koerswijziging is geweest om in 2004 te starten met een voltijdse opleiding. Daarvoor bleek veel belangstelling te bestaan. In het collegejaar 2005-2006 bestond de opleiding uit één groep vierdejaars, drie groepen tweedejaars (twee voltijd en één deeltijd) en vier groepen eerstejaars (drie voltijd en één deeltijd) studenten. Voor 2006-2007 worden opnieuw drie groepen voltijd en één groep deeltijd aangenomen. De belangstelling voor de opleiding is veel groter - er is een wachtlijst - maar grotere toestroom acht de opleiding niet verantwoord. Van november 2001 tot juli 2006 zijn in totaal 200 studenten aan de opleiding ingeschreven geweest. Het aantal studenten in juli 2006 is 159 en er wordt een instroom verwacht voor het studiejaar 2006-2007 van meer dan 100 studenten. Het onderwijs wordt verzorgd door 16 docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 1
1.3.3. Lifestyle als vakgebied omvat ‘mode’, ‘uiterlijke verzorging’, ‘ruimtelijke vormgeving’, ‘interieurstyling’ en ‘decoratie’. Hogeschool Hanzesteden heeft de keuze gemaakt de opleiding voor Lifestyle Adviseur in eerste instantie te beperken tot een opleiding in ‘ruimtelijke vormgeving’ en ‘interieurstyling’. (zie facet 1.1.) Het curriculum is voor zowel de deeltijd als de voltijdvariant gelijk. Alleen het aantal contactmomenten verschilt. De leerinhouden van de opleiding zijn geordend volgens het zogemaande KOSMOS model. Dit model heeft als leidraad de ontwikkeling van de competenties van de studenten van ‘kennisverwerver’ naar een ‘ontwerper’ en ‘adviseur en manager’ met een eigen stijl. De beginnende student zal eerst kennis moeten nemen van basisstructuren om deze vervolgens te gebruiken bij het ontwikkelen van een eigen stijl van ontwerpen en een eigen wijze van adviseren. Stapsgewijs worden de competenties tijdens de opleiding en de stage verbreed en verdiept. Het model kent 6 opeenvolgende fasen: - Kennisverwerving en oriëntatie - Ontwerp en Uitvoering - Sfeer en Design - Mens en Omgeving - Onderneming en adviseur - Specialisatie en afstemming (zie facet 2.2. en 2.3) 1.3.4. Op basis van evaluaties is het curriculum in de afgelopen jaren op een aantal punten aangepast. Zo hebben bepaalde modulen een langere doorlooptijd gekregen en zijn er nieuwe modulen aan het curriculum toegevoegd. Ook ontwikkelingen in het beroepenveld sinds het eerste concept hebben geleid tot aanpassingen in het curriculum. (zie facet 2.2.) 1.3.5. De opleiding is inmiddels de pioniersfase voorbij. De opleiding heeft nu een volwassen omvang, die voldoende basis vormt voor continuïteit. Dat stelt andere eisen aan de organisatie en de processen dan in het begin nodig was. Zaken die in een kleine opleiding vanzelf lopen, worden nu bewust geborgd, om geen kwaliteit te verliezen als gevolg van de groei. (zie onderwerp 5)
1.4.
Visitatierapport
Omdat de opleiding Lifestyle Adviseur in november 2001 van start is gegaan is er nog geen eerdere visitatie geweest. In het kader van de interne kwaliteitszorg binnen de Hogeschool Hanzesteden heeft op 21 juni 2006 een interne audit plaatsgevonden bij de opleiding Lifestyle Adviseur voltijd en deeltijd op de locatie Deventer. Het intern auditteam bestond uit deskundigen van Saxion Hogescholen en twee werkvelddeskundigen. In het algemeen heeft het interne auditteam tijdens de interne audit een positieve indruk gekregen van de kwaliteit van de opleiding Lifestyle Adviseur (voltijd en deeltijdvariant) Als sterke punten noemt het interne auditteam o.a.: De opleiding is opgezet vanuit een doordachte visie (KOSMOS-model). Dit wordt bevestigd door de gesprekken met de studenten en de docenten. Voor de werkvelddeskundigen is dit een herkenbare opzet. Het belang dat de opleiding hecht aan ruime aandacht voor het conceptuele denken kwam in de gesprekken met de docenten en studenten ook helder terug. Er is een nauwe betrokkenheid tussen de docenten en het werkveld. De werkvelddeskundigen hebben op basis van de beoordeelde werkstukken een positief beeld over het niveau van de opleiding gekregen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 2
Als verbeterpunten noemt het interne auditteam: Tijdens de gesprekken die het interne auditteam voerde werd duidelijk dat er alleen in het vierde jaar aan studenten gevraagd wordt een portfolio samen te stellen en daarin een reflectie te geven over de afgelopen periode. Het interne auditteam is van mening, dat het voor de opleiding die zeer veel waarde hecht aan ‘de groei’ van de studenten en daar intensief mee bezig is tijdens de opleiding, een gemiste kans is om pas in het laatste studiejaar te starten met het maken van een portfolio. Geadviseerd wordt het portfolio in een zo vroeg mogelijk stadium van de opleiding een rol te geven en studenten van meet af aan de reflecties die in de opleiding belangrijk worden gevonden te laten beschrijven. Daarmee kunnen de studenten hun groei ervaren. De ruimtelijke voorzieningen zijn voor een creatieve opleiding te weinig uitdagend. Het is noodzakelijk de actuele en gewenste stand van zaken met betrekking tot het personeelsbeleid uit te werken en te voorzien van relevant bewijsmateriaal. Het interne auditteam heeft vernomen, dat in de in het voorjaar van 2006 vastgestelde nota Kwaliteitszorg van de Hogeschool Hanzesteden is beschreven wat er geëvalueerd is en volgens welke planning de onderzoeken uitgevoerd worden. Deze nota is geïmplementeerd en beschrijft de feitelijke situatie. Het is voor het interne auditteam op het moment van de interne audit niet te beoordelen of daarmee de PDCA-cyclus is rondgemaakt. De opleiding moet dit onderbouwen met valide documenten. Het door Hobéon samengestelde (externe) auditteam , dat op 29 september 2006 ten behoeve van de Accreditatie de audit uitvoerde bij de opleiding Lifestyle Adviseur, heeft kennisgenomen van het Auditrapport dat naar aanleiding van de interne audit op 21 juni 2006 is opgesteld en van het Kwaliteitsrapport van de opleiding Lifestyle Adviseur dat ten behoeve van de audit op 29 september 2006 is opgesteld. In onderhavig adviesrapport is bij de verschillende onderwerpen/facetten aangegeven wat de bevindingen zijn van het (externe) auditteam naar aanleiding van de audit die op 29 september heeft plaatsgevonden.
1.5.
Aanpak
1.5.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De voltijd en deeltijd opleiding hebben het beroepsprofiel, de opleidingscompetenties en de doelstellingen in samenspraak met het relevante beroepenveld opgesteld en door dit beroepenveld laten valideren.(Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Lifestyle Adviseur op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 3
De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door {naam opleiding} aangeleverde schriftelijke informatie: Kwaliteitsrapport; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Auditrapport interne audit 21 juni 2006 (zie ook § 1.4); Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd en deeltijd opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Lifestyle Adviseur, één student, één lead auditor, één auditor ‘onderwijs’ vanuit Hobéon Certificering en één secretaris, eveneens vanuit Hobéon Certificering.
1
Visitatie heeft op 29 september 2006 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 4
Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is.
Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 5
1.5.2.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E.
2
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 6
1.5.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Secretaris:
W.L.M. Blomen L. de Boer I. E. Hobo-v.d. Graaf Drs. R.F.H.M. Stapert W.S. van Raay G.C. Versluis
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Life Style Adviseur noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer Blomen, de lead auditor, heeft inmiddels een groot aantal audits in het kader van accreditatie geleid binnen verschillende domeinen. De werkvelddeskundige, L. de Boer, heeft zich in zijn beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft hij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De heer de Boer heeft op grond van zijn ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het (internationale) werkveld gesteld worden aan professionals met een opleiding Life Style adviseur. De heer de Boer studeerde interieurarchitectuur en heeft sinds 1989 een eigen bureau als interieurarchitect BNI in Heereveen. De vakdeskundige, mevrouw I.E. Hobo, is werkzaam als coach Industrial Design Health bij de Technische Universiteit van Eindhoven en heeft al tientallen jaren ervaring als Industrieel Ontwerper. Momenteel is zij werkzaam als Senior Industrieel ontwerper van Panton. Mevrouw Hobo heeft zich in haar beoordeling gericht op de kwaliteit van de opleiding, de actualiteit en relevantie van het richtinggevend domeinspecifieke kader en het gerealiseerde niveau. De heer Stapert heeft zich als deskundige ‘onderwijs’ vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Hij heeft een grote, ook internationale, onderwijservaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen worden gesteld. De heer Van Raay is vierde jaars student aan de bachelor opleiding van Design Academy Eindhoven. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 7
1.5.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.5.5.
Programma visitatie 29 september 2006
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 8
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Bevindingen 1.1.1. Ten tijde van de initiële ontwikkeling van de opleiding was er geen landelijk vastgesteld beroepsprofiel voor Lifestyle Adviseur. Het beroepsprofiel en de daaruit voortvloeiende specifieke visie op het beroep is tot stand gekomen met professionals uit het beroepenveld, waaronder de studio van Jan des Bouvrie. Docenten, die in een later stadium zijn toegevoegd aan de opleiding en die allen afkomstig waren uit de beroepspraktijk, hebben eveneens deelgenomen in de Ontwikkelgroep. Het eerste beroepsprofiel en de daarbij behorende set competenties zijn na uitgebreide discussie door de directie vastgesteld in 2001. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verslagen uit 2001 van de Ontwikkelgroep en constateert dat het beroepsprofiel, de competenties en de inhoud van het curriculum in samenspraak met professionals uit het werkveld zijn opgezet. 1.1.2. Lifestyle als vakgebied omvat ‘mode’, ‘uiterlijke verzorging’, ‘ruimtelijke vormgeving’, ‘interieurstyling’ en ‘decoratie’ (bloemsierkunst, kunst, tafelcultuur, muziekcultuur). Hogeschool Hanzesteden heeft de keuze gemaakt de opleiding voor Lifestyle Adviseur in eerste instantie te beperken tot een opleiding in ‘ruimtelijke vormgeving’ en ‘interieurstyling’. Wel wordt studenten in de laatste fase van de studie de mogelijkheid geboden zich te verdiepen in één of meer van de andere gebieden. De opleiding is voornemens in de periode 2007-2010 de drie aanvullende aandachtsgebieden in het curriculum op te nemen. 1.1.3. In 2002 heeft de HBO-raad het profiel ‘Vormgeving’ gepubliceerd en door het beroepenveld laten valideren. In de vergaderingen over dit profiel hebben de Kunstacademies geparticipeerd. De opleiding Lifestyle Adviseur speelde hierin zelf geen rol. Omdat de opleiding zich rekent tot dit brede domein van ‘Vormgeving’, zijn de oorspronkelijke opleidingscompetenties van 2001 met dit profiel in overeenstemming gebracht. Dat bracht geen principiële veranderingen met zich mee voor het curriculum. Het vernieuwde opleidingsconcept met daarin een beschrijving van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’ (jan. 2005). 1.1.4. De opleiding heeft de visie op het beroep vertaald in 30 opleidingscompetenties die zijn ingedeeld naar: beroepspecifieke competenties, die direct met het beroep te maken hebben, met het creatieve vermogen
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 9
reflecterende en ontwikkelende competenties, waarbij het vermogen tot groei centraal staat; competenties m.b.t. communiceren en organiseren; competenties die gericht zijn op samenwerking en omgeving en waarbij inspiratiebronnen een belangrijke rol spelen.
Het auditteam heeft kennisgenomen van het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’ en de daarin opgenomen opleidingscompetenties. Het auditteam is van mening, dat deze opleidingscompetenties voldoende aansluiten bij de eisen die door de vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld aan een opleiding in het betreffende domein. Het auditteam acht het van belang, dat de plannen voor het opnemen van alle aandachtsgebieden van Lifestyle in het curriculum verder worden uitgewerkt, zodat een student die een opleiding met de naam ‘Lifestyle Adviseur’ heeft gevolgd competent is 1.1.5. In lijn met de ontwikkeling binnen de hogeschool Hanzesteden om de relatie met het beroepenveld te borgen, heeft de opleiding in 2005 een Beroepenveldcommissie ingesteld. Deze commissie heeft bijgedragen aan het Opleidingsprofiel versie 2005 en heeft over het eindresultaat positief geadviseerd in mei 2006. De Beroepenveldcommissie is van mening, dat het opleidingsconcept Lifestyle Adviseur een gevarieerd en uitgebalanceerd product betreft. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verslagen van de bijeenkomsten met de Beroepenveldcommissie en constateert dat er met deze commissie is gesproken over de competenties en het curriculum dat op basis hiervan is ontwikkeld. In deze Beroepenveldcommissie zitten voor de opleiding relevante vertegenwoordigers o.a. vanuit de sector Interieur, Design en Marketing. 1.1.6. Uit een inventarisatie naar de snelheid waarmee de eerste afgestudeerden in het relevante beroepenveld een baan hebben gekregen, leidt de opleiding af dat de beginnend beroepsbeoefenaar met een HBO Lifestyle opleiding de startkwalificatie heeft die in het relevante beroepenveld vereist is. Van de 9 afgestudeerden hebben er 7 een passende baan. De beide andere afgestudeerden zijn vooralsnog werkzaam gebleven in hun oorspronkelijke beroep en oriënteren zich nu in hoeverre ze een volledige overstap willen maken naar Lifestyle Adviseur als hoofdberoep. Daarnaast hebben 4 studenten die nog niet afgestudeerd zijn, reeds een volwaardige baan als Lifestyle Adviseur. Ook dit is voor de opleiding een indicatie dat de opleidingcompetenties aansluiten bij het startniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Jaarlijks worden de bevindingen van de examinatoren t.a.v. de kwaliteit van het afstudeerwerk geëvalueerd. In het Ontwerpersoverleg, waarin leden van de afstudeercommissie die betrokken waren bij het beoordelen van het afstudeerwerk, zitting hebben, is geconstateerd dat de studenten het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebben behaald. (zie voor Ontwerpersoverleg onder 5.3.) Ook de leden van de Beroepenveldcommissie hebben in juni 2006 het afstudeerwerk bestudeerd en zijn eveneens van mening dat de afgestudeerden het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebben behaald. (zie verder hierover onder 6.1.) 1.1.7. Ten aanzien van de opleiding Lifestyle Adviseur heeft de opleiding ter controle een internationale vergelijking uitgevoerd met: de opleidingscompetenties van de Hogeschool Gent, opleiding ‘Interieurvorming’; ‘Certified Interior Designers Law’ van de California Council for Interior Design Certification; ‘Definition of an Interior Designer’ van de International Interior Design Association (IIDA). Uit deze vergelijking bleek, dat de competenties van de opleiding Lifestyle Adviseur voldoende aansluiten bij de competenties van Hogeschool Gent en de standaards van Californië en de IIDA.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 10
1.1.8. De opleiding besteed aandacht aan internationalisering door o.a. met studenten beurzen te bezoeken: Keulen in het 1e jaar, Kortrijk in het 2e jaar en Milaan in het 3e jaar. Op deze beurzen vindt tevens oriëntatie plaats bij andere opleidingen om inspiratie op te doen en een vergelijking te maken met betrekking tot het gevraagde niveau; studenten de mogelijkheid te bieden om stage te lopen in het buitenland. In het studiejaar 2006-2007 worden daartoe de eerste stappen gezet en gaan twee studenten voor stage naar New York en wil één student naar Milaan. Andere, nog niet uitgewerkte ideeën, zijn: uitwisseling van studenten en docenten met andere opleidingen in het buitenland en aan contacten met opleidingen en bedrijven in toonaangevende landen op het gebied van architectuur en vormgeving, zoals Italië, Frankrijk, Engeland, Scandinavië, Amerika en de buurlanden België en Duitsland. Op gebied van personeelsbeleid is nog geen expliciet beleid met betrekking tot internationale oriëntatie van het personeel. Uit de CV’s van de huidige docenten blijkt evenwel, dat zij allen internationaal georiënteerd zijn. Op korte termijn zal de opleiding beleid ontwikkelen om vorm te geven aan internationalisering. (zie ook onder 3.1.4.) Tijdens de audit heeft het auditteam gesproken met het Managementteam over de internationale oriëntatie van de opleiding. Het Managementteam heeft aangegeven zich te hebben laten inspireren door hetgeen is geformuleerd door Hogeschool Gent en beschreven staat in de standaards van Californië en IIDA. Uitwisseling met andere opleidingen in het buitenland vindt nog niet plaats. De opleiding heeft als prioriteit gesteld eerst het programma voor de Lifestyle Adviseur en alles wat daar mee samenhangt goed op te zetten. Het auditteam acht de keuze van de opleiding zich eerst te hebben gericht op de opzet van een eigen opleiding met een goede kwaliteit, voldoende verantwoord. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft het opleidingsconcept met daarin een beschrijving van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties voldoende vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Het beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zijn in samenspraak met professionals uit het werkveld opgesteld en sluiten aan bij de eisen die door de vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld aan een opleiding in het betreffende domein. De Beroepenveldcommissie is van mening, dat het opleidingsconcept Lifestyle Adviseur een gevarieerd en uitgebalanceerd product betreft. Uit een internationale vergelijking met de competenties van de Hogeschool Gent en de standaarden van de California Council for Interior Design Certification en de International Interior Design Association (IIDA) is gebleken, dat de competenties van de opleiding Lifestyle Adviseur hierbij voldoende aansluiten. De internationale component in het curriculum komt verder o.a. tot uiting in het bezoek aan beurzen en de mogelijkheid tot stagelopen in het buitenland. Vertegenwoordigers van het ontwerperoverleg en leden van de Beroepenveldcommissie concluderen aan de hand van het afstudeerwerk, dat afgestudeerden voldoen aan het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Van de 9 afgestudeerden hebben er 7 een passende baan aansluitend op hun afstuderen en hebben 4 studenten die nog niet afgestudeerd zijn al wel een volwaardige baan als Lifestyle Adviseur.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 11
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Bevindingen De opleiding Lifestyle Adviseur valt onder het Hoger Beroepsonderwijs. Afgestudeerden moeten op HBO niveau kunnen presteren. Het onderscheid met een MBO-opleiding komt vooral naar voren in de rol, die ‘conceptdenken’ inneemt als rode draad in de opleiding. Hierbij gaat het om het kunnen vertalen van een eigen visie (op de mens, de wereld, bepaalde functies), die in principe abstract is, naar een eigen ruimtelijke stijl. De opleidingscompetenties van de opleiding Lifestyle Adviseur zijn een concretisering van het bachelorniveau vastgelegd in de Dublin Descriptoren en de generieke kernkwalificaties HBO. Achter elke competentie, die vermeld wordt in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’ (jan. 2005) staat een verwijzing naar de Dublin Descriptoren en de HBO kernkwalificaties en per Dublin Descriptor is verantwoord in welke opleidingscompetenties deze vorm gekregen heeft. Zoals al onder 1.1.4. is vermeld heeft de opleiding de opleidingscompetenties verdeeld in beroepsspecifieke competenties, reflecterende en ontwikkelende competenties, competenties met betrekking tot communiceren en organiseren en competenties die gericht zijn op samenwerking en omgeving. Voorbeelden van de verschillende competenties en de relatie met de Dublin Descriptoren zijn: Beroepsspecifiek: De student kan vanuit een eigen idee en visie beeldende concepten voor een ruimte ontwikkelen, daarbij rekening houdend met de wensen van de gebruiker en deze concepten tot realisatie brengen. Dublin Descriptoren: Kennis en inzicht / Toepassen Kennis en inzicht
De student transformeert onderzoekend, experimenterend en beschouwend kennis, indrukken en emoties op een geïntegreerde wijze tot een beeldend concept voor een ruimte. Dublin Descriptoren: Toepassen Kennis en inzicht / Leervaardigheden
De student kan op een geïntegreerde wijze elementen uit hedendaagse stromingen, stromingen uit het verleden en elementen uit andere culturen verwerken in een beeldend concept voor een ruimte. Dublin Descriptoren: Toepassen Kennis en inzicht / Leervaardigheden
Reflecterend en ontwikkelend: De student is zich bewust van verschillende opvattingen en benaderingen die bestaan binnen het vakgebied. Dublin Descriptoren: Kennis en inzicht / Oordeelsvorming
De student gaat constructief om met het geven en ontvangen van kritiek. Dublin Descriptor: Communicatie
Communicatief en organiserend De student is in staat een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf op te zetten en in stand te houden. Dublin Descriptoren: Toepassen Kennis en inzicht / Oordeelsvorming
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 12
De student kan een opdracht verwerven en interpreteren en erover onderhandelen met opdrachtgevers en andere betrokkenen. Dublin Descriptor: Communicatie
Gericht op samenwerking en omgeving De student verdiept zich in het werk en ideeën van vakgenoten en vormgevers uit andere disciplines in een internationale context. Dublin Descriptor: Kennis en inzicht
De student is in staat eigen doelen te realiseren in afstemming met anderen. Dublin Descriptoren: Toepassen Kennis en inzicht / Oordeelsvorming
Het auditteam heeft kennis genomen van het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’ en de daarin opgenomen opleidingscompetenties en de relatie met de Dublin Descriptoren en de generieke HBO kwalificaties. Het auditteam is van mening, dat de opleidingscompetenties aansluiten bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving Bachelor. De opleiding heeft op een duidelijke wijze aangetoond hoe de relatie wordt gelegd tussen de tien HBO kwalificaties en de Dublin Descriptoren.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft een relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren, de HBO bachelor kwalificaties en de 30 opleidingscompetenties. De opleiding heeft dit uitgewerkt en vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’(jan. 2005). Elke opleidingscompetentie correspondeert met één of meer Dublin Descriptoren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 13
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Zoals reeds beschreven onder 1.2. zijn de opleidingscompetenties een concretisering van het bachelor niveau zoals vastgelegd in de Dublin Descriptoren. De mate waarin de Dublin Descriptoren en de tien HBO kwalificaties terugkomen in de opleidingscompetenties is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Het auditteam is van mening dat de opleiding op basis hiervan gerekend kan worden tot het hoger onderwijs (zie ook onder 1.2.) 1.3.2. Beroepsonderwijs Zoals reeds beschreven staat in 1.1.1. bestaat er geen landelijk beroepsprofiel. Het beroepsprofiel en de daaruit voortvloeiende specifieke visie op het beroep is tot stand gekomen met professionals uit het beroepenveld. Het opleidingsconcept met daarin een beschrijving van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. (jan. 2005) De Beroepenveldcommissie van de opleiding heeft bijgedragen aan het Opleidingsprofiel versie 2005 en heeft over het eindresultaat positief geadviseerd in mei 2006. Het auditteam is van mening dat de opleiding Lifestyle Adviseur een beroepsopleiding is.
1.3.3. Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit het programma van de opleiding. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 14
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft de relatie tussen de Dublin Descriptoren, de HBO bachelor kwalificaties en de opleidingscompetenties uitgewerkt en vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Elke opleidingscompetentie correspondeert met één of meerdere van de vijf Dublin Descriptoren. Het beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zijn in samenspraak met professionals uit het werkveld opgesteld en sluiten aan bij de eisen die door de vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld aan een opleiding in het betreffende domein Vertegenwoordigers van het Ontwerpersoverleg en leden van de Beroepenveldcommissie concluderen aan de hand van het afstudeerwerk, dat afgestudeerden voldoen aan het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Van de 9 afgestudeerden hebben er 7 een passende baan aansluitend op hun afstuderen en hebben 4 studenten die nog niet afgestudeerd zijn al wel een volwaardige baan als Lifestyle Adviseur.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor beide opleidingsvarianten als voldoende.
De opleiding heeft het opleidingsconcept met daarin een beschrijving van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties in samenspraak met professionals uit het werkveld opgesteld en voldoende vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Het beroepsprofiel en de opleidingscompetenties sluiten aan bij de eisen die door de vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld aan een opleiding in het betreffende domein. Uit een internationale vergelijking met de competenties van de Hogeschool Gent en de standaarden van de California Council for Interior Design Certification en de International Interior Design Association (IIDA) is gebleken, dat de competenties van de opleiding Lifestyle Adviseur hierbij voldoende aansluiten. Vertegenwoordigers van het Ontwerpersoverleg en leden van de Beroepenveldcommissie concluderen aan de hand van het afstudeerwerk, dat afgestudeerden voldoen aan het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De opleiding heeft de relatie tussen de Dublin Descriptoren, de HBO bachelor kwalificaties en de opleidingscompetenties uitgewerkt en vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Elke opleidingscompetentie correspondeert met één of meer Dublin Descriptoren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 15
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Bevindingen 2.1.1. Kennisontwikkeling vindt plaats door middel van actuele en relevante vakliteratuur. Deze literatuur is voor een groot deel standaardliteratuur in het vakgebied. De literatuurlijst, die verplichte en aanbevolen literatuur bevat, wordt ieder jaar bekeken op actualiteit. Studenten beschikken op de opleiding over toonaangevende tijdschriften. Het auditteam heeft kennisgenomen van het door de opleiding gehanteerde studiemateriaal en heeft geconstateerd dat dit passend is voor het werkgebied waarvoor wordt opgeleid. Boeken, die gebruikt worden in de lessen en een aantal tijdschriften zijn te raadplegen in de eigen ruimten van Hogeschool Hanzesteden. 2.1.2. Het aan de beroepspraktijk ontleende studiemateriaal wordt op de volgende wijzen ingebracht: docenten brengen vanuit de praktijk cases in tijdens colleges en nemen recent werk mee naar de lessen; theorie wordt toegepast in praktijkrelevante opdrachten. 2.1.3. Kennisontwikkeling vindt tevens plaats via interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek: vanuit de modulen worden opdrachten gegeven die in de praktijk moeten worden ingevoerd; de toetsing vindt plaats door middel van aan de praktijk ontleende opdrachten; het leren door middel van interactie met de praktijk gebeurt in de stage en tijdens het afstudeerproject; afstudeerprojecten komen vanuit de praktijk en worden verstrekt door opdrachtgevers; er vinden veel excursies plaats en docenten nemen studenten mee naar recente projecten van henzelf. 2.1.4. Het curriculum wordt geactualiseerd op grond van ontwikkelingen in het beroepenveld. Recente ontwikkelingen als de toenemende aandacht voor vormgeving van de menselijke omgeving, toename digitale technieken, oplossen van complexe ethische problemen, aandacht voor ondernemersschap en toenemende populariteit van het vakgebied en de noodzaak voor ontwerpers om zich te onderscheiden op professioneel niveau, hebben geleid tot actualisering en bijstelling van het programma. Het auditteam heeft kennisgenomen van het document ‘Opleidingsconcept Lifestyle Adviseur’ en van de opzet van het curriculum en de wijze waarop de kennisontwikkeling binnen het programma plaatsvindt. Het auditteam is van mening, dat de opleiding hiermee voldoende zorgt dat het programma openingen biedt naar de actuele beroepspraktijk en de ontwikkelingen die daar plaatsvinden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 16
2.1.5. De leerinhouden van de opleiding zijn geordend volgens het zogenaamde KOSMOS model. Dit model heeft als leidraad de ontwikkeling van de competenties van de student van ‘kennisverwerver’ naar een ‘ontwerper’ en ‘adviseur’ met een eigen stijl. In het binnenschoolse programma garandeert dit model de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden. (zie voor KOSMOS verder onder 2.2.) De leergebieden ‘Ontwerpen’ en ‘Praktijk’ komen elk studiejaar aan de orde. De overige leergebieden te weten: ‘Kunstgeschiedenis’, ‘Schetsen’, ‘Materialen’ en ‘Ondernemen’ zijn ondersteunend. (zie voor de leergebieden verder onder 2.3.) Opdrachten vanuit het binnenschools programma worden in de praktijk uitgevoerd. De studenten moeten drie stages lopen, waarbij steeds meer van de studenten wordt verwacht: een oriënterende stage, die in principe in het eerste studiejaar plaatsvindt, daarna een stage ‘ontwerpen’ en tot slot een stage ‘adviseren en managen’. Studenten krijgen de mogelijkheid hun derde stage in het buitenland te doen. In het studiejaar 2006-2007 worden daartoe de eerste stappen gezet en gaan twee studenten voor stage naar New York en wil één student naar Milaan. Het auditteam heeft kennisgenomen van het document ‘Opleidingsconcept Lifestyle Adviseur’ en van de verschillende moduulboeken en is van mening, dat het programma aantoonbare verbanden heeft met de actuele beroepspraktijk. Tijdens de audit is gesproken over de plek van de stage in het curriculum en het moment waarop studenten gaan stagelopen. Het auditteam constateert dat het in principe mogelijk is, dat studenten eerst alle ‘gewone’ vakken volgen en pas daarna de drie stages doen. Identificatie met het beroep vindt in dat geval op een later tijdstip plaats. De opleiding heeft aangegeven zich bewust te zijn van een zekere ontkoppeling van theorie en praktijk en is op dit moment op zoek naar maatregelen/ activiteiten om studenten ook op andere manieren al vroegtijdig in de studie kennis te laten maken met de praktijk. De opleiding heeft daarvoor verbeterbeleid opgesteld. Daarnaast onderzoekt de opleiding de mogelijkheden voor een andere invulling van de eerste stage. Deze oriënterende stage, die bedoeld is om kennis te maken met het beroep blijkt vaak weinig rendement te hebben als het gaat om het opdoen van relevante ervaring als Lifestyle adviseur. Dit wordt in het studiejaar 2006-2007 verder uitgewerkt. Ook wordt overwogen om vrije studiepunten te creëren door een studium generale op te zetten en gastsprekers uit te nodigen. Het auditteam is van mening, dat het huidige programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden voldoende borgt. Wanneer de student het hele programma heeft doorlopen, inclusief de stages en de afstudeeropdracht, heeft hij de benodigde beroepsvaardigheden kunnen ontwikkelen. Het auditteam acht het van belang, dat de opleiding het verbeterbeleid met betrekking tot de praktijkcomponent uit gaat voeren.
2.1.6. De docenten zijn nagenoeg allemaal werkzaam in de beroepspraktijk. (zie hierover onder 3.3.1.) 2.1.7. Met het werkveld onderhoudt de opleiding structureel contact door het overleg met de Beroepenveldcommissie die in 2005 is opgericht. Daarnaast zijn zoals hierboven is vermeld nagenoeg alle docenten werkzaam in de praktijk. Zij fungeren zodoende ook als contactpersoon vanuit de beroepspraktijk.
2.1.8. In het tevredenheidonderzoek mei 2006 geven de studenten aan tevreden te zijn over de actualiteit van het programma en de manier waarop zij in aanraking komen met de beroepspraktijk. Over de voorbereiding op de arbeidsmarkt en het beeld dat de opleiding schetst van de arbeidsmarkt zijn 2 op de 3 studenten tevreden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 17
Zoals hierboven onder 2.1.5. al is vermeld acht het auditteam het van belang, dat dit verbeterbeleid met betrekking tot het geven van een duidelijk beeld van de arbeidsmarkt en het goed voorbereiden van de studenten op deze arbeidsmarkt, wordt uitgevoerd.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Kennisontwikkeling vindt plaats door middel van vakliteratuur, die passend is voor het werkgebied waarvoor wordt opgeleid. De literatuurlijst, die verplichte en aanbevolen literatuur bevat, wordt ieder jaar bekeken op actualiteit. De opleiding zorgt er voldoende voor, dat het programma openingen heeft naar de actuele beroepspraktijk en de ontwikkelingen die daar plaatsvinden. Dit gebeurt o.a. door middel van aan de beroepspraktijk ontwikkeld materiaal in de vorm van cases, door het tonen van eigen werk door docenten, door de excursies die gehouden worden naar relevante bedrijven, projecten en beurzen en door het laten uitvoeren van opdrachten in de praktijk, het jaarlijks stagelopen en het uitvoeren van een afstudeerproject voor een opdrachtgever. Beleid hieromtrent is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Lifestyle Adviseur’ Het programma borgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden voldoende. De opleiding heeft verbeterbeleid geformuleerd om studenten in de loop van de opleiding een duidelijk beeld te geven van de arbeidsmarkt en hen goed voor te bereiden op deze arbeidsmarkt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 18
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen 2.2.1. Zoals in 1.1.3. is aangegeven heeft de opleiding haar opleidingsconcept vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’ (jan. 2005). Daarin wordt een beschrijving gegeven van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties. Ook is daarin beschreven dat de opleiding zich voornamelijk beperkt tot een opleiding in ‘ruimtelijke vormgeving’ en ‘interieurstyling’. Op basis hiervan is het curriculum ontwikkeld. 2.2.2. Het curriculum is voor zowel de deeltijd als de voltijd variant hetzelfde. Alleen het aantal contactmomenten verschilt. De leerinhouden van de opleiding zijn geordend volgens het zogenaamde KOSMOS model. Dit model heeft als leidraad de ontwikkeling van de competenties van de studenten van ‘kennisverwerver’ naar een ‘ontwerper’ en ‘adviseur en manager’ met een eigen stijl. De beginnende student zal eerst kennis moeten nemen van basisstructuren om deze vervolgens te kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van een eigen stijl van ontwerpen en een eigen wijze van adviseren. Stapsgewijs worden de competenties tijdens de opleiding en de stage verbreed en verdiept. Het model kent 6 opeenvolgende fasen: Kennisverwerving en oriëntatie; Ontwerp en Uitvoering; Sfeer en Design; Mens en Omgeving; Onderneming en adviseur; Specialisatie en afstemming. Binnen elke fase wordt een aantal modulen aangeboden. (zie ook onder 2.3. ‘Samenhang programma’) 2.2.3. Voor elke module en voor de praktijkonderdelen ‘stage’ en ‘afstuderen’ is in de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ vastgelegd aan welke opleidingscompetenties wordt gewerkt, welke gedragsindicatoren daar bij horen, wat de doelstelling is van de module en op welke wijze de toetsing plaatsvindt. De gedragsindicatoren zijn zo beschreven dat docenten, studenten en begeleiders op stageadressen weten waar zij bij de betreffende programmaonderdelen naar toe werken. Ook in de OER is terug te vinden aan welke competenties wordt gewerkt en op welke wijze deze worden getoetst. In het document ‘Opleidingsconcept Lifestyle Adviseur’ is in een matrix aangegeven in welke modulen en praktijkonderdelen aan welke competenties wordt gewerkt. Aan alle competenties wordt in meerdere modulen gewerkt en competenties komen in de opeenvolgende jaren opnieuw aan de orde.
Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ en van de competentiematrix.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 19
Het auditteam is op basis hiervan van mening, dat het programma een voldoende concretisering is van de opleidingscompetenties. Tezamen bestrijken de doelstellingen van de programmaonderdelen alle opleidingscompetenties. De opleidingscompetenties zijn duidelijk vertaald in gedragsindicatoren en leerdoelen. 2.2.4. De opleidingscompetenties waar het bij de opleiding Lifestyle Adviseur om draait vereisen meerjarige ontwikkeling naar een steeds hoger niveau. Aan de verschillende competenties wordt in meerdere modulen en in opeenvolgende jaren gewerkt, waarbij de gedragsindicatoren steeds veeleisender zijn geformuleerd. Deze ontwikkeling naar een steeds hoger niveau krijgt vorm in de begeleiding en de beoordeling op een steeds hoger niveau. De opleiding is zodanig opgebouwd dat de zelfsturing van de student voortdurend toeneemt. In het gesprek, dat het auditteam had met de docenten en de medewerker kwaliteitszorg kwam naar voren, dat het HBO niveau geborgd wordt in de opdrachten die de student moet uitvoeren in de tweede en derde stage en het afstuderen. Benodigde vaardigheden worden eerst in de lessen zelf door middel van opdrachten geoefend en moeten daarna in de tweede stage als ‘ontwerper’ en derde stage als ‘adviseur en manager’ en bij het afstuderen in praktijk worden gebracht. Het auditteam is op basis van hetgeen het heeft gezien in de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ van mening, dat het programma de studenten voldoende mogelijkheden biedt om de geformuleerde opleidingscompetenties te bereiken. 2.2.5. Het curriculum voor 2001 is ontwikkeld door een Ontwikkelgroep waarin medewerkers van de Hogeschool en professionals uit het veld zitting hadden. Docenten, die in een later stadium zijn toegevoegd aan de opleiding en die allen afkomstig waren uit de beroepspraktijk, hebben eveneens deelgenomen in deze Ontwikkelgroep. De opleiding heeft in 2005 eigen Beroepenveldcommissie opgericht. Deze commissie wordt nauw betrokken bij de inhoud en de organisatie van de opleiding. Zoals al onder 1.1. is aangegeven heeft het auditteam kennis genomen van de notulen uit 2001 van de Ontwikkelgroep en van de verslagen van de Beroepenveldcommissie uit 2006 en heeft geconstateerd, dat het beroepsprofiel, de competenties en de inhoud van het curriculum in samenspraak met professionals uit het werkveld zijn opgezet. Met de Beroepenveldcommissie vindt driemaal per jaar overleg plaats over o.a. de inhoud van het programma en de organisatie van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 20
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft haar opleidingsconcept met daarin een beschrijving van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties, vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Uit de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ en de competentiematrix blijkt, dat het programma een voldoende concretisering is van de opleidingscompetenties. Tezamen bestrijken de programmaonderdelen alle opleidingscompetenties. Voor elke module en voor de praktijkonderdelen ‘stage’ en ‘afstuderen’ is vastgelegd aan welke opleidingscompetenties wordt gewerkt, welke gedragsindicatoren daar bij horen, wat de doelstelling is van de module en op welke wijze de toetsing plaatsvindt. Ook in de OER is terug te vinden aan welke competenties wordt gewerkt en op welke wijze deze worden getoetst. Het programma biedt de studenten voldoende mogelijkheden om de geformuleerde opleidingscompetenties te bereiken. Aan de verschillende competenties wordt in meerdere modulen en in opeenvolgende jaren gewerkt, waarbij de gedragsindicatoren steeds veeleisender zijn geformuleerd en op een hoger niveau worden beoordeeld. Het bereiken van het HBO-niveau wordt geborgd door de opdrachten die uitgevoerd moeten worden in de tweede stage als ‘ontwerper’ en in derde stage als ‘adviseur en manager’ en in het afstuderen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 21
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Bevindingen 2.3.1. De leerinhouden van de opleiding zijn geordend volgens het zogenaamde KOSMOS model (zie 2.2.2.) Het KOSMOS model beschouwt architectuur als een totaalconcept, waarbinnen thema’s als binnenhuisarchitectuur, tuinarchitectuur en styling met elkaar verbonden worden. In elke fase van het KOSMOS model vormt dit totaalconcept dan ook het uitgangspunt. 2.3.2. De verticale afstemming wordt verkregen door een ordening die er bestaat in het KOSMOS model, waarbij de student zich ontwikkelt van ‘kennisverwerver’ naar ‘ontwerper’ en ‘adviseur en manager’ met een eigen stijl. Dit model kent 6 opeenvolgende fasen. De eerste twee fasen worden voor het grootste deel doorlopen in de propedeuse: de eerste fase K van de opleiding is bedoeld om kennis te verwerven van de benodigde basisleerstof; in de tweede fase O staat het ontwerpen centraal; In de post-propedeuse komen de volgende fasen aan bod: in de derde fase S gaat de ontwerper langzamerhand op weg gaat naar het ontwikkelen van een eigen stijl; in fase vier M leert de ontwerper rekening te houden met de eisen en wensen van mensen en er voor moet zorgen, dat de mens een eenheid is met zijn omgeving; in de vijfde fase O leert de ontwerper hoe hij moet adviseren en een onderneming op te zetten; in de laatste fase S is er ruimte om onderwerpen die in de persoonlijke belangstelling staan verder uit te diepen en af te stemmen op de toekomst. De volgorde van de modulen is voor een groot deel dwingend. Soms is het uit het oogpunt van studeerbaarheid echter wenselijk om een module naar voren of naar achteren te schuiven, omdat anders een blok een te eenzijdig karakter zou krijgen. In dat geval controleert de opleidingsmanager of de ontwikkelingslijn die is weergegeven in de fasen van het KOSMOS model, geen geweld worden aangedaan. Daarnaast kent de opleiding een indeling in leergebieden: kunstgeschiedenis; schetsen; materialen; ontwerpen; ondernemen; praktijk. De verticale samenhang tussen (onderdelen van) de leergebieden is terug te vinden in de volgorde waarin deze leergebieden aan bod komen in de studie. Zo vereist bijvoorbeeld ‘Ontwerpen’ dat de student eerst over voldoende basis beschikt op de gebieden ‘Materialen’ en ‘Schetsen’ en komt ‘Ondernemen’ pas aan het eind van de opleiding aan de orde, daar dit onderdeel pas relevant is als de student weet wat de inhoud van de onderneming kan zijn. Ook in de drie stages zit een verticale opbouw, waarbij er steeds meer van de studenten wordt verwacht: een oriënterende stage in het eerste studiejaar, daarna een stage ‘ontwerpen’ en tot slot een stage ‘adviseren en managen’. Het auditteam heeft kennisgenomen van de opbouw van het programma zoals beschreven in het document ‘Opleidingsconcept Lifestyle Adviseur’ en is van mening, dat er in het programma voldoende verticale samenhang aanwezig is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 22
2.3.3. Het opleidingsconcept en het KOSMOS model gaan uit van een horizontale afstemming, synergie tussen vakken uit de verschillende leergebieden. Dit gebeurt in stappen. Studenten krijgen altijd twee, vaak heel verschillende, modulen naast elkaar aangeboden. Tussen die modulen vindt op dat moment geen interactie plaats. Wanneer leerinhouden te vroeg met elkaar in samenhang worden gebracht treedt interferentie op. Sommige onderdelen, zoals de verschillende wijzen van ‘ontwerpen’, worden eerst geïsoleerd aangeleerd en op een later tijdstip met elkaar gecombineerd. Wel wordt in iedere module teruggegrepen op voorafgaande kennis en vaardigheden uit alle leergebieden. Het auditteam heeft kennisgenomen van de horizontale opbouw van het programma zoals beschreven in het document ‘Opleidingsconcept Lifestyle Adviseur’ en van de onderbouwing door de opleiding om bepaalde modulen eerst geïsoleerd aan te bieden alvorens de onderlinge samenhang duidelijk te maken. Het auditteam is van mening, dat de horizontale samenhang binnen het totale programma voldoende is geborgd. 2.3.4. De samenhang tussen het binnen- en buitenschools leren komt bijvoorbeeld tot uiting in: gebruik van cases tijdens de colleges; stageopdrachten om het geleerde toe te passen in de praktijk; toetsing door middel van praktijkrelevante opdrachten; het afstudeerproject dat in de praktijk moet worden uitgevoerd. Het auditteam heeft kennisgenomen van de moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ en constateert dat er samenhang is tussen het binnen- en buitenschools programma. Zoals onder 2.1.5. is aangegeven is tijdens de audit gesproken over de plek van de stage in het curriculum, het moment waarop studenten gaan stagelopen en de mogelijkheid dat studenten eerst alle ‘gewone’ lessen volgen en pas daarna stage lopen en de opdrachten gaan uitvoeren. De opleiding is zich bewust van een zekere ontkoppeling van theorie en praktijk in zo’n geval en heeft daarom verbeterbeleid geformuleerd om te borgen dat studenten ook op andere manieren in aanraking worden gebracht met de praktijk. (zie ook 2.1.5). 2.3.5. In het tevredenheidsonderzoek mei 2006 geven studenten aan tevreden te zijn over de inhoud van het programma, de opbouw van de studie en de aansluiting tussen de verschillende studieonderdelen. Deze tevredenheid over het programma blijkt ook uit de verschillende moduulevaluaties die de afgelopen studiejaren zijn gehouden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 23
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In het programma is voldoende verticale samenhang aanwezig. Deze wordt verkregen door de ordening in het KOSMOS model, waarbij de student zich ontwikkelt van ‘kennisverwerver’ naar ‘ontwerper’ en ‘adviseur en manager’ met een eigen stijl. De verticale samenhang blijkt verder uit de volgorde waarin de (onderdelen van) de verschillende leergebieden aan bod komen. Ook in de drie stages zit een verticale opbouw, waarbij er steeds meer van de studenten wordt verwacht. Het opleidingsconcept en het KOSMOS model gaan uit van een horizontale afstemming, waarbij modulen in eerste instantie geïsoleerd van elkaar worden aangeboden en waarbij in tweede instantie in iedere module wordt teruggegrepen op voorafgaande kennis en vaardigheden uit alle leergebieden. Er is samenhang tussen het binnen- en buitenschools programma. De opleiding heeft verbeterbeleid opgesteld om te borgen, dat studenten naast de stage ook op andere manieren in aanraking komen met de praktijk en de mogelijkheid krijgen de theorie daaraan te koppelen. Studenten zijn tevreden over de samenhang binnen het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 24
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Bevindingen 2.4.1. Het curriculum is gebaseerd op een 4-jarige opleiding. Voor elke onderwijseenheid is de studielast vastgelegd. Het aantal studiepunten is vermeld in de OER, de studiegids en de wervingsfolder. Er is een overzicht van het aantal studiepunten per fase van het KOSMOS model, voor de verschillende leergebieden en er is per module en praktijkonderdeel aangegeven hoeveel studiepunten behaald kunnen worden. In de studiegids staat beschreven, dat één studiepunt staat voor ongeveer 28 uur studiebelasting, wat neer komt op ongeveer 36 uur per week. 2.4.2. Het curriculum voor de voltijd en deeltijd is gelijk. Alleen de hoeveelheid contacturen verschilt. Van de deeltijdstudent wordt verwacht dat hij meer stof via zelfstudie verwerkt. De onderwijsactiviteiten zijn evenwichtig gespreid. De contacturen zijn geconcentreerd in twee dagen (voltijd)/ twee avonden (deeltijd). Na elke 10 weken vindt telkens de eerste toetsing plaats. De herkansing is zes weken later. (zie ook onder 2.8.7) Daarmee is piekbelasting als een mogelijke studiebelemmerende factor weggenomen. In de moduulboeken is aangegeven voor de voltijd en de deeltijdstudenten wanneer en hoe laat bijeenkomsten plaatsvinden, wat er binnen die bijeenkomsten op het programma staat, wat er voorafgaand aan en na afloop van de bijeenkomsten moet gebeuren aan voorbereiding en zelfstudie, welke opdrachten er gegeven zullen worden, die in de eigen tijd of tijdens de stage moeten worden uitgevoerd. Het auditteam heeft kennisgenomen van de OER en de verschillende moduulboeken en is op basis daarvan van mening, dat de opleiding duidelijk heeft vastgelegd wat de studielast per onderwijseenheid en per module is. Het auditteam constateert, dat de studielast en de toetsmomenten evenwichtig zijn gespreid over de verschillende studiejaren, waardoor de studeerbaarheid van het programma voldoende is geborgd. Studenten worden in de moduulboeken goed geïnformeerd over het rooster, over de inhoud van de lessen tijdens de contactmomenten en over hetgeen zij tijdens de zelfstudie moeten doen. 2.4.3. De opleiding hanteert een aantal doorstroomregels. Er is een drempel van propedeuse naar postpropedeuse. Daarnaast is voor de tweede en derde stage en de afstudeeropdracht aangegeven in het ‘Stagedossier’ en het ‘Handboek Afstuderen’ welke modulen in elk geval gevolgd moeten zijn voordat begonnen kan worden aan de stage en het afstudeerproject. Studenten kunnen wanneer zij dat willen in het derde jaar starten met de tweede en derde stage en daardoor de opleiding versneld afronden. (zie hierover onder 2.5.6) Het auditteam heeft kennisgenomen van de doorstroomregels en vindt dat de opleiding hiermee duidelijkheid schept voor de student en voldoende zorgdraagt dat de studenten het programma kunnen blijven volgen. 2.4.4. In het tevredenheidsonderzoek mei 2006 geeft 69% van de studenten aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de relatie tussen de opgegeven en de werkelijke studielast. De tijd die de opleiding als geheel inneemt is volgens 51% gelijk aan de indicatie die de opleiding geeft , n.l. 28 uur per studiepunt. 28% geeft aan dat de opleiding meer tijd kost en 21% zegt dat het minder is dan dat.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 25
Over de spreiding van de studielast zegt 75% tevreden tot zeer tevreden te zijn. 98% geeft aan tevreden te zijn over de spreiding van de ingeroosterde uren. Het auditteam heeft kennisgenomen van de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek 2006 en concludeert, dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de studielast. De studenten zijn tevreden over de spreiding. Het auditteam heeft tijdens de audit met de studenten gesproken over de studielast. De meeste studenten gebruiken hun vierde jaar als stagejaar voor hun 2e en 3e stage en zeggen daarin heel vrij te zijn. Minder tevreden zijn de studenten over het feit, dat het lesrooster is verdeeld over dinsdag en donderdag, omdat dit onhandig is met werk, reizen en het studeerritme. 2.4.5. Tijdens de opleiding worden de studenten door docenten, stagebegeleiders en mentoren begeleid. Zij volgen de studieloopbaan van de student en voeren gesprekken over de vorderingen en ondersteunen, indien nodig, bij het oplossen van vragen en knelpunten. (zie verder onder 4.2. “Studiebegeleiding”)
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft duidelijk vastgelegd wat de studielast per onderwijseenheid en per module is. De studielast en de toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid over de verschillende studiejaren, waardoor de studeerbaarheid van het programma voldoende is geborgd. Door het hanteren van doorstroomregels schept de opleiding duidelijkheid voor de student en wordt er voldoende voor gezorgd dat de studenten het programma kunnen blijven volgen. Studenten zijn over het algemeen tevreden over de studielast. Docenten, stagebegeleiders en mentoren volgen de studieloopbaan van de student en ondersteunen bij het oplossen van vragen en knelpunten
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 26
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?
Bevindingen 2.5.1. Alle studenten met een wettelijk toelaatbare vooropleiding (VWO, HAVO, MBO -4, 21+ onderzoek, buitenlands diploma op HBO-niveau) zijn toelaatbaar. Er zijn geen speciale eisen betreffende vakkenpakket of profiel. De opleiding heeft het toelatings- en vrijstellingenbeleid beschreven en vastgelegd in de OER en de studiegids. 2.5.2. Door middel van een intakegesprek wordt o.a. nagegaan of de toekomstige student: een zekere mate van authenticiteit heeft: herkenbare kenmerken in producten en opvattingen; kan visualiseren: een idee in een twee- of driedimensionaal product zichtbaar kunnen maken; eigen werk kan motiveren: het onder woorden brengen en legitimeren van het proces van werken en genereren van ideeën; een onderzoekende houding heeft: experimenteren en daar conclusies uit kunnen trekken; ruimtelijk inzicht heeft: het vermogen om effectief om te gaan met ruimtelijke relaties en objecten. De intake resulteert in een niet-bindend advies, dat in de praktijk door de meeste studenten wordt opgevolgd. Per jaar melden zich ongeveer 150 studenten aan, waarvan er 90 in volgorde van aanmelding worden aangenomen. De intakeprocedures is beschreven en vastgelegd in de OER. Het auditteam heeft kennisgenomen van de intakeprocedure en is van mening, dat de opleiding er voldoende zorg voor draagt, dat alleen potentieel geschikte studenten aan de opleiding beginnen door het geven van een niet-bindend studieadvies. In het gesprek, dat het auditteam had met de Examencommissie is gesproken over het niet bindende van het studieadvies. In verband met mogelijke rechterlijke procedures is gekozen om geen bindend studieadvies af te geven. Het auditteam begrijpt deze keuze van de opleiding en acht deze plausibel.
2.5.3. De instroom is voornamelijk afkomstig vanuit HAVO en vanuit de meer creatieve sectoren van MBO-4. Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij het niveau van deze studenten. 2.5.4. Met het CIBAP3 is een doorgaande leerlijn ontwikkeld. De eerste resultaten daarvan worden in 2007 verwacht. Ook met het ROC Amsterdam (MBO-instelling) met een nieuwe opleiding interieuradviseur) wordt een doorgaande leerlijn ontwikkeld. De eerste instroom uit die opleiding wordt verwacht in 2010. Studenten van deze MBO-scholen waarmee een convenant is afgesloten en waarvan de programma’s op elkaar zijn afgestemd, kunnen versneld afstuderen.
3
CIBAP: vakcollege op MBO niveau biedt opleidingen op creatief, technisch en commercieel gebied. Beroepen waarvoor wordt
opgeleid zijn o.a. decorateur, etaleur, fotograaf, stylist, grafisch vormgever, kleur- en interieuradviseur.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 27
Het auditteam heeft kennisgenomen van de doorgaande lijn die de opleiding heeft ontwikkeld in samenwerking met het CIBAP en op dit moment ontwikkelt met het ROC Amsterdam. Het auditteam is van mening, dat de opleiding hiermee zorgdraagt dat het programma goed gaat aansluiten bij de kwalificaties van instromende studenten vanuit deze MBO-opleidingen. 2.5.5. Studenten met een propedeuse kunstonderwijs, richting interieurarchitectuur of met een vergelijkbaar getuigschrift (vanuit het buitenland) kunnen in het tweede studiejaar beginnen. In het studiejaar 2006-2007 is dat 1 student. De procedure voor het toekennen van vrijstellingen aan deze zij-instromers is vastgelegd in de OER en staat beschreven in de studiegids. Studenten van andere opleidingen kunnen vrijstellingen aanvragen en daardoor eerder afstuderen. 2.5.6. Binnen de opleiding bestaan mogelijkheden om het programma versneld te doorlopen. De modulen worden gegeven in drie achtereenvolgende jaren. In het vierde jaar vindt de stage en het afstuderen plaats. Studenten kunnen er voor kiezen deze twee stages naast de modulen te laten lopen waardoor de opleiding in principe in drie jaren kan worden volbracht. Het auditteam heeft kennisgenomen van de mogelijkheid om vrijstellingen te krijgen, de mogelijkheid om in te stromen in het 2e studiejaar en de mogelijkheid tot versneld afstuderen. Het auditteam is op basis hiervan van mening, dat de opleiding goed inspeelt op wensen en mogelijkheden van de verschillende instromende studenten. 2.5.7. Voorlichting over de opleiding wordt o.a. gegeven via de website, de wervingsbrochure, via beurzen, via mondelinge voorlichting op open dagen door de opleidingsmanager, docenten, studenten en leden van het bedrijfsbureau. Op dit moment wordt de website verbeterd door een extern bureau. 2.5.8. In het studenttevredenheidsonderzoek mei 2006 is gevraagd of studenten tevreden zijn over de aansluiting op de laatst genoten opleiding. Veel studenten hebben op deze vraag geen antwoord gegeven. Bij navraag bleek dat de vraag niet was ingevuld, omdat men vond dat er vanzelfsprekend geen relatie was tussen de vooropleiding en de opleiding Lifestyle Adviseur. Men had die relatie niet verwacht. Van de studenten die deze vraag wel van toepassing vond was een grote meerderheid (73%) desalniettemin tevreden tot zeer tevreden over de aansluiting op de vooropleiding.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: Door de intakeprocedure en het op basis hiervan geven van een niet bindend studieadvies zorgt de opleiding er voldoende voor, dat alleen potentieel geschikte studenten aan de opleiding beginnen. Met de doorgaande lijn die de opleiding heeft ontwikkeld in samenwerking met het CIBAP en op dit moment ontwikkelt met het ROC Amsterdam zorgt de opleiding ervoor, dat het programma goed gaat aansluiten bij de kwalificaties van instromende studenten vanuit deze MBO-opleidingen. De opleiding speelt goed in op wensen en mogelijkheden van de verschillende instromende studenten door het geven van vrijstellingen aan studenten met een propedeuse kunstonderwijs, richting interieurarchitectuur of met een vergelijkbaar getuigschrift (vanuit het buitenland) en door de mogelijkheid om versneld af te studeren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 28
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:4 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding?
Bevindingen Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de voltijdvariant 240 ECTS. Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de deeltijdvariant 240 ECTS. Daarmee voldoen beide varianten van de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan HBO bachelor opleidingen wordt gesteld.
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de beide varianten een omvang hebben van 240 ECTS, reden dit facet als voldoende te kwalificeren.
4
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 29
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Bevindingen 2.7.1. De opleiding heeft het didactisch concept vastgelegd in het document ’Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’. Het didactisch concept is gebaseerd op het constructivisme, waarbij de nadruk ligt op de actieve en constructieve aard van leren. Studenten zijn geen passieve ontvangers van informatie, maar bouwen zelf hun kennis en vaardigheden op. De persoon van de Lifestyle Adviseur staat hierbij centraal. De keuze voor uitgangspunten van het constructivisme werkt ook door in de inrichting van de leeromgeving: een competentiegerichte leeromgeving op basis van het constructivisme is levensecht, functioneel en nodigt uit tot activiteit. Daarbij wordt de student gestimuleerd tot leren leren en zelfstandig leren. 2.7.2. In de opleiding Lifestyle Adviseur is binnen een module de (levensechte) opdracht het startpunt van het leerproces. De didactisch gang van zaken is in principe steeds volgens een zelfde stramien met de volgende werkvormen: de student bestudeert tijdens de zelfstudie de literatuur of zoekt naar relevante informatie, inspiratiebronnen of doet onderzoek; vervolgens krijgt de student op de opleiding aanvullende theorie die het bestudeerde verduidelijkt; daarna krijgt de student een aan de praktijk ontleende opdracht n.a.v. het bestudeerde; in een volgende bijeenkomst krijgt de student feedback van de docent en de medestudenten en werkt weer verder aan de opdracht tijdens de zelfstudie en bestudeert indien nodig informatiebronnen; in een volgende bijeenkomst krijgt de student weer feedback enz. Deze cyclus herhaalt zich tot de opdracht is voltooid. Vertrekpunt is steeds een probleem, een opdracht. Om tot oplossingen te komen moet de student onderzoeken, experimenteren met mogelijkheden. Het (ontwerp)proces is daarbij minstens zo belangrijk als het eindproduct. Bij dit proces wordt de student begeleid door de docent. Er zijn zoals al in 2.1.5. is beschreven drie verschillende stages. Tijdens de stages moeten een aantal leerervaringen worden opgedaan. Dit gebeurt door het uitvoeren van concrete opdrachten en door het zelf nemen van initiatieven, waartoe de student de vrije ruimte krijgt. Van de stages moeten verslagen worden gemaakt. In het portfolio moet de student vanuit de stage materialen verzamelen die het verwerven van de competenties aantonen. Het auditteam heeft kennisgenomen van het document ’Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’, van de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’. Het auditteam is op basis hiervan van mening, dat de opleiding haar didactisch concept helder heeft verwoord. Dit concept, gebaseerd op het constructivisme, reflecteert actuele onderwijskundige inzichten. Uit de moduulbeschrijvingen, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ blijkt, dat dit didactisch concept wordt toegepast in zowel het binnenschools als buitenschools programma. De onderwijsstijlen die in de modulen worden gebruikt maken het mogelijk, dat de studenten de vereiste opleidingscompetenties kunnen ontwikkelen. Tijdens de audit is met het Managementteam gesproken over een andere invulling van de eerste stage. Dit wordt in 2006-2007 verder wordt uitgewerkt. (zie 2.1.5.)
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 30
2.7.3. De opleiding hanteert bij diverse programmaonderdelen werkvormen die het binnenschools leren verbinden met het buitenschoolse en dus zorgen voor de integratie tussen de theorie en de prakrijk. Dit zijn bijvoorbeeld: opdrachten die worden gebruikt om de theorie toe te passen; reflectie van de student op zijn eigen leerproces; modulen met levensechte opdrachten, die vervolgens worden getoetst; veelvuldig gebruik van excursies. 2.7.4. Uit het studenttevredenheidsonderzoek mei 2006 blijkt dat studenten tevreden tot zeer tevreden zijn over de mate waarin de werkvormen bijdragen aan de ontwikkeling van de competenties. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende werkvormen die worden gehanteerd gedurende de opleiding en is van mening, dat deze werkvormen aansluiten bij het didactische concept van de opleiding, dat is gebaseerd op het constructivisme. De werkvormen stellen de student in staat de vereiste opleidingscompetenties te ontwikkelen Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft het didactisch concept helder vastgelegd in het document ’Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’. Dit concept, dat is gebaseerd op het constructivisme, waarbij de nadruk ligt op de actieve en constructieve aard van leren, reflecteert actuele onderwijskundige inzichten. Het didactisch concept wordt toegepast in zowel het binnenschools als buitenschools programma. De onderwijsstijlen die in de modulen worden gebruikt maken het mogelijk, dat de studenten de vereiste opleidingscompetenties kunnen ontwikkelen. De verschillende werkvormen die worden gehanteerd gedurende de opleiding sluiten aan bij het didactische concept. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de mate waarin de werkvormen bijdragen aan de te behalen competenties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 31
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Bevindingen 2.8.1. De Examencommissie heeft het toetsbeleid vastgelegd in het ‘Toetsspecificatieplan’. In dit document komt o.a. aan de orde: de functie van toetsen, plaatsbepaling, inhoud en wijze van toetsen en de kwaliteit van toetsen. Het ‘Toetsspecificatieplan’ geeft docenten duidelijke richtlijnen waar hun toetsing aan moet voldoen. Het auditteam heeft kennisgenomen van het ‘Toetspecificatieplan’ en is van mening, dat de opleiding het beleid rondom toetsen en beoordelen helder heeft vastgelegd. 2.8.2. Zoals al in 2.2.3 is aangegeven wordt in de moduulboeken en in het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ beschreven aan welke opleidingscompetenties wordt gewerkt, welke gedragsindicatoren daar bij horen, wat de doelstelling is van de module, op welke wijze de toetsing plaatsvindt, de criteria waarop wordt beoordeeld en de data voor eerste toetsing en herkansing. In het ‘Stagedossier’ staat vermeld wat van de student verwacht wordt, hoe de beoordeling plaatsvindt en hoe wordt afgerond. In de ‘Handleiding Afstudeeropdracht’ staat vermeld aan welke eisen het afstudeerproject en het eindproduct moeten voldoen, welke onderdelen daarbij horen en hoe de beoordeling plaatsvindt.
2.8.3. De toegepaste toetsvormen zijn afgestemd op het behalen van de opleidingscompetenties. Kenmerkend voor de opleiding is dat een totaalproces wordt beoordeeld, bij voorkeur in een zo realistisch mogelijke situatie, waarbij het professionele gedrag wordt getoetst evenals de onderliggende kennis en vaardigheden die bij dat gedrag horen. De totale competentie wordt getoetst of zelfs meerdere competenties tegelijk. In de stage en het afstuderen is sprake van een integrale toetsing. Het totale pakket aan toetsen bestrijkt alle functies van toetsing: de selecterende functie, de paspoortfunctie, de diagnostische en de sturende functie. 2.8.4. Er wordt een mix aan toetsvormen toegepast die is afgestemd op de beroepspraktijk. Zo kent de opleiding bijvoorbeeld: schriftelijke toetsen (verslagen, essay); mondelinge toetsen (presentatie); procesbeoordeling (portfolio, reflectieverslag, eindgesprek); werkstukken (ontwerpen, schetsen, tekeningen). Bij het beoordelen van opdrachten worden combinaties van toetsvormen gehanteerd, bijvoorbeeld: werkstuk presenteren met behulp van ontwerpen, schetsen , tekeningen, voorzien van een verslag waarin reflectie en verantwoording en een procesbeschrijving. Het auditteam heeft inzage gehad in de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ en is van mening, dat hierin duidelijk is beschreven wat er wanneer getoetst zal worden en hoe en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende toetsen en toetsvormen in de moduulbeschrijving en het uitgangspunt van de opleiding om het totaalproces te beoordelen. Het auditteam is van mening, dat op adequate wijze getoetst wordt of de studenten de gestelde leerdoelen/competenties hebben bereikt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 32
De verschillende manieren waarop toetsen worden afgenomen sluiten voldoende aan bij het moeten verwerven van de verschillende competenties. 2.8.5. De verantwoordelijken voor de toetsing zijn: moduultoetsing: de gezamenlijke docenten; stage: de stagebegeleider van de opleiding en de mentor van het stageverlenende bedrijf; afstudeerproject: de begeleider van de opleiding en de opdrachtgever; eindgesprek: de afstudeercommissie waar de begeleider van het afstudeerproject deel van uitmaakt. In deze commissie zitten verder ten minste één vertegenwoordiger vanuit de opleiding en één vanuit het werkveld. De Examencommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing en de kwaliteit van de organisatie rondom de toetsing. Hiertoe analyseert zij regelmatig de toetsresultaten, de voortgang van de studenten en krijgt zij informatie door middel van de moduulevaluaties en het beroepenveld. Gekeken wordt of de toetsen valide, betrouwbaar, representatief, authentiek en duidelijk zijn. 2.8.6. Om te borgen dat de beoordeling consequent volgens de criteria geschiedt is per 2006-2007 een scoringsformulier ingevoerd. Gebleken was dat juist ten aanzien van het creatieve aspect de afzonderlijke beoordelaars niet op alle daarvoor geldende gedragsindicatoren letten en daarbij verschillende prioriteiten stellen. Met het scoringsformulier wordt ervoor gezorgd dat de verschillende docenten de studenten ten minste op dezelfde aspecten beoordelen. 2.8.7. Bij de stage wordt een checklist gehanteerd om na te gaan in welke mate de competenties bereikt zijn. De punten in deze checklist zijn gedragsindicatoren en zijn op een zodanige wijze geformuleerd dat ze voor het beroepenveld hanteerbaar zijn. In een overzicht heeft de opleiding beschreven aan welke opleidingscompetenties deze gedragsindicatoren zijn gekoppeld. Op de helft en op het eind van elke stageperiode geeft de mentor van het stageverlenende bedrijf een tussentijdse evaluatie over de stage. De stagebegeleider stelt vervolgens met de mentor de eindbeoordeling vast. Bij een negatief oordeel heeft de student het recht op een tweede evaluatie in aanwezigheid van een tweede stagebegeleider. Het auditteam heeft kennisgenomen van het nieuwe scoringsformulier en is van mening, dat de opleiding hiermee goed borgt dat docenten de studenten op basis van dezelfde criteria beoordelen. Het auditteam heeft ook kennisgenomen van de wijze waarop de stage wordt getoetst en is van mening dat dit op een adequate wijze gebeurt. De validiteit, betrouwbaarheid en objectiviteit van het toetsen en beoordelen is door de opleiding goed geborgd. 2.8.8. De toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid. Na elke 10 weken vindt telkens de eerste toetsing plaats. De herkansing is zes weken later. Doordat in de OER is vastgelegd dat de docenten 20 werkdagen nakijktijd krijgen, heeft de student ten minste twee tot drie weken de tijd om verbeteringen aan te brengen voor de herkansing. Praktijkopdrachten en de stage plannen de studenten zelf. Stages worden tussentijds geëvalueerd en aan het eind beoordeeld. Het afstudeerproject wordt aan het eind beoordeeld door de afstudeercommissie. (zie ook 6.1.) 2.8.9. Informatie over de planning van de toetsen verloopt via de moduulboeken. In de OER is opgenomen dat het werk binnen 20 werkdagen moet zijn nagekeken. Het bedrijfsbureau van de Hogeschool Hanzesteden is verantwoordelijk voor de cijferadministratie, het registreren van de studievoortgang en het aanleveren van studentgegevens. Studenten krijgen rechtstreeks bericht van de docent over het resultaat. Daarnaast krijgen studenten een formeel overzicht van de behaalde resultaten per periode.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 33
In de tweede helft van het studiejaar 2006-2007 zal worden overgegaan op het studievoortgangsregistratiesysteem Pandia. 2.8.10. De opleiding biedt de mogelijkheid dat een student de Examencommissie schriftelijk verzoekt een toets op een andere wijze te kunnen uitvoeren. Het komt voor dat dyslectische studenten hun reflectie niet schriftelijk maar mondeling mogen geven. Dat kan face-to-face of door middel van een geluidsopname. De procedure hiervoor is geregeld in de OER. Het auditteam heeft kennisgenomen van de mogelijkheid die de opleiding biedt om op een ander wijze een tentamen te mogen afleggen en is van mening, dat de opleiding hiermee op een adequate wijze studenten de mogelijkheid biedt om aan te tonen dat zij aan de gestelde eisen voldoen. 2.8.11. Uit het tevredenheidsonderzoek mei 2006 blijkt, dat 96% van de studenten tevreden tot zeer tevreden was over de kwaliteit van de toetsing, 73 % de criteria duidelijk vindt, 73% de feedback op het gemaakte werk voldoende vindt, 85% de mogelijkheid tot herkansen voldoende vindt, 96% tevreden tot zeer tevreden is over de organisatie van de toetsing, 84% tevreden tot zeer tevreden is over de spreiding van de toets- en herkansmomenten en 70% tevreden is over de termijn waarbinnen de uitslag bekend is. Wat betreft dit laatste item verwacht de opleiding een hogere tevredenheid te zullen scoren, wanneer in de tweede helft van het studiejaar 2006-2007 is overgegaan op Pandia (zie hierboven onder 2.8.9.) Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft het toetsbeleid helder vastgelegd in het ‘Toetsspecificatieplan’. In de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ is duidelijk beschreven wat er wanneer getoetst zal worden en hoe en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. De opleiding heeft als uitgangspunt het totaalproces te beoordelen. Er wordt een mix aan toetsvormen toegepast die is afgestemd op de beroepspraktijk en waarmee op adequate wijze getoetst wordt of de studenten de gestelde leerdoelen/competenties hebben bereikt. De validiteit, betrouwbaarheid en objectiviteit van het toetsen en beoordelen is door de opleiding goed geborgd. De toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid over het jaar. Het beroepenveld wordt actief betrokken bij het begeleiden en beoordelen van de student tijdens de stage en het afstuderen. De opleiding biedt studenten de mogelijkheid een verzoek in te dienen om op een andere wijze dan is vastgelegd tentamens af te mogen leggen, ten einde aan te kunnen tonen dat zij aan de gestelde eisen voldoen. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over het toetsen en beoordelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 34
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor beide varianten als voldoende. Kennisontwikkeling vindt plaats door middel van vakliteratuur, die passend is bij het werkgebied waarvoor wordt opgeleid. De literatuurlijst wordt ieder jaar bekeken op actualiteit. De opleiding zorgt er voldoende voor, dat het programma openingen heeft naar de actuele beroepspraktijk en de ontwikkelingen die daar plaatsvinden. Het programma borgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden voldoende. De opleiding heeft verbeterbeleid geformuleerd om studenten in de loop van de opleiding een duidelijk beeld te geven van de arbeidsmarkt en hen goed voor te bereiden op deze arbeidsmarkt. De opleiding heeft haar opleidingsconcept met daarin een beschrijving van het beroepsprofiel, de opleidingsspecifieke visie op het beroepenveld en de opleidingscompetenties, vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Opleiding Lifestyle Adviseur’. Uit de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ en de competentiematrix blijkt, dat het programma een voldoende concretisering is van de opleidingscompetenties. Voor elke module en voor de praktijkonderdelen ‘stage’ en ‘afstuderen’ is vastgelegd aan welke opleidingscompetenties wordt gewerkt, welke gedragsindicatoren daar bij horen, wat de doelstelling is van de module en op welke wijze de toetsing plaatsvindt. Het programma biedt de studenten voldoende mogelijkheden om de geformuleerde opleidingscompetenties te bereiken. In het programma is voldoende verticale samenhang aanwezig. Deze wordt verkregen door de ordening in het KOSMOS model. De verticale samenhang blijkt verder uit de volgorde waarin de (onderdelen van) de verschillende leergebieden aan bod komen. Ook in de drie stages zit een verticale opbouw. Het opleidingsconcept en het KOSMOS model gaan uit van een horizontale afstemming. Modulen worden eerst geïsoleerd van elkaar aangeboden en daarna wordt teruggegrepen op voorafgaande kennis en vaardigheden uit alle leergebieden. Er is samenhang tussen het binnen- en buitenschools programma. De opleiding heeft verbeterbeleid opgesteld om te borgen, dat studenten naast de stage ook op andere manieren in aanraking komen met de praktijk en de mogelijkheid krijgen de theorie daaraan te koppelen. Studenten zijn tevreden over de samenhang binnen het programma. Door de intakeprocedure en het op basis hiervan geven van een niet bindend studieadvies zorgt de opleiding er voldoende voor, dat alleen potentieel geschikte studenten aan de opleiding beginnen. Met de ontwikkeling van een doorgaande lijn met het CIBAP en het ROC Amsterdam zorgt de opleiding ervoor, dat het programma gaat aansluiten bij de kwalificaties van instromende studenten vanuit deze MBO-opleidingen. De opleiding speelt goed in op wensen en mogelijkheden van de verschillende instromende studenten door het geven van vrijstellingen en de mogelijkheid om versneld af te studeren. De opleiding heeft het didactisch concept helder vastgelegd in het document ’Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’. Dit concept reflecteert actuele onderwijskundige inzichten. Het didactisch concept wordt toegepast in zowel het binnenschools als buitenschools programma. De onderwijsstijlen die in de modulen worden gebruikt maken het mogelijk, dat de studenten de vereiste opleidingscompetenties kunnen ontwikkelen. De verschillende werkvormen die worden gehanteerd sluiten aan bij het didactische concept. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over de mate waarin de werkvormen bijdragen aan de te behalen competenties. De opleiding heeft het toetsbeleid helder vastgelegd in het ‘Toetsspecificatieplan’. In de verschillende moduulboeken, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstuderen’ is duidelijk beschreven wat er wanneer getoetst zal worden en hoe en op basis van welke criteria de beoordeling plaatsvindt. Er wordt een mix aan toetsvormen toegepast die is afgestemd op de beroepspraktijk en waarmee op adequate wijze getoetst wordt of de studenten de gestelde leerdoelen/competenties hebben bereikt. De validiteit, betrouwbaarheid en objectiviteit van het toetsen en beoordelen is door de opleiding goed geborgd. De toetsmomenten zijn evenwichtig gespreid over het jaar. Het beroepenveld wordt actief betrokken bij het begeleiden en beoordelen van de student tijdens de stage en het afstuderen. Studenten zijn tevreden tot zeer tevreden over het toetsen en beoordelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 35
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Bevindingen 3.1.1. De opleiding Lifestyle Adviseur streeft er naar docenten aan te trekken, die allen werkzaam zijn in de beroepspraktijk. De docent dient aansluiting te hebben bij het beroepenveld, passend bij de onderwijseenheden die hij verzorgt. Daarvoor dient hij een rol te hebben als binnenhuisarchitect of een andere rol te hebben in of rondom het relevante beroepenveld, zoals bijvoorbeeld tuinarchitect of beelden kunstenaar. Een criterium bij het aannemen van docenten is ook veelzijdigheid. In principe moet iedere docent multidisciplinair zijn, dus professional op ten minste twee domeinen. De opleiding kiest voort dit criterium om het creatieve en innovatieve karakter van de opleiding te waarborgen. Voor de opleiding is grotendeels geen sprake van personeelsbeleid maar van inkoopbeleid. Het overgrote deel van de docenten van de opleiding Lifestyle Adviseur valt niet onder de categorie ‘personeel’, maar wordt ingehuurd. (zie hierover verder onder 3.2. en 3.3.) Beleid omtrent het personeel en de eisen HBO is op Hogeschool niveau vastgelegd in de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ (juli 2006) en op opleidingsniveau in de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ (sept. 2006). De opleiding heeft in een docentenoverzicht van elke docent beschreven of hij relevante werkervaring heeft. Alle 16 huidige docenten hebben relevante ervaring en 12 van hen zijn nog praktiserend in het werkveld. Het auditteam heeft kennisgenomen van de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ (juli 2006) en de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ (sept. 2006) en constateert dat hierin duidelijk is vastgelegd, dat het onderwijs wordt verzorgd door personeel, dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. In de conceptnota van de opleiding is een overzicht opgenomen waaruit deze verbinding met de beroepspraktijk van het huidige personeel blijkt. Het auditteam heeft ook inzage gehad in de CV’s van het huidige personeel en constateert dat alle docenten relevante werkervaring hebben en bijna allemaal nog parttime werkzaam zijn in het relevante werkveld. 3.1.2. Het geven van begeleiding tijdens de stage en bij het afstuderen is ook een middel om de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk bij docenten een (nog) bredere basis te geven. Zodra de docent enige ervaring heeft met het onderwijs wordt hij ingezet als stagebegeleider. Docenten die ontwerpmodules geven worden ingezet als begeleider van afstudeerprojecten, mits zij werkzaam zijn en erkend zijn als binnenhuisarchitect. 3.1.3. Naast de opleidingsmanager hebben drie hoofdvakdocenten van de opleiding zitting in het overleg met de Beroepenveldcommissie. 3.1.4. Op gebied van internationale oriëntering van het personeel is nog geen expliciet beleid ontwikkeld. Uit hetgeen de huidige docenten in hun CV’s hebben beschreven blijkt, dat zij allen internationaal georiënteerd zijn. De opleiding is hier tevreden mee, maar zal wel op korte termijn beleid op dit gebied gaan vastleggen. Voor het studiejaar 2006-2007 is hiervoor budget gereserveerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 36
Interne audit: Het is noodzakelijk de actuele en gewenste stand van zaken met betrekking tot het personeelsbeleid uit te werken en te voorzien van relevant bewijsmateriaal. De opleiding heeft haar personeelsbeleid beschreven in de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ (sept. 2006). Het auditteam heeft zoals hierboven al is beschreven kennisgenomen van deze conceptnota en constateert, dat daarin de huidige en gewenste stand van zaken duidelijk is beschreven.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: In de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ en de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ is duidelijk vastgelegd, dat het onderwijs wordt verzorgd door personeel, dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Uit een overzicht in de concept-nota van de opleiding en uit de CV’s blijkt, dat alle huidige docenten relevante werkervaring hebben en bijna allemaal nog parttime werkzaam zijn in het relevante werkveld. Docenten worden zodra ze ervaring hebben in het onderwijs ingezet als begeleider bij stage en/ of afstuderen en kunnen ook op deze wijze contact leggen met de beroepspraktijk. Drie hoofdvakdocenten hebben zitting in het overleg met de Beroepenveldcommissie Alle huidige docenten zijn internationaal georiënteerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 37
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?
Bevindingen 3.2.1. Zowel Hogeschool Hanzesteden als de opleiding Lifestyle Adviseur heeft tot nu toe het karakter gehad van een pioniersorganisatie. Naar aanleiding van de groei van de Hogeschool en de opleiding is op zowel hogeschoolniveau als op opleidingsniveau personeelsbeleid opgesteld en vastgelegd in de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ (juli 2006) en in de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ (sept. 2006). Gestreefd wordt naar een verhouding van 40% personeel in vast dienst en 60% personeel in tijdelijke dienst of als freelancer. In 2005-2006 werd het onderwijs verzorgd door 16 docenten, waarvan er drie docenten een vaste aanstelling hadden. 3.2.2. Dat er tot nu toe geen personeelsbeleid was, hangt ook samen met het gegeven dat de inhoudelijke en onderwijskundige realisatie van het onderwijs grotendeels geen kwestie was, noch is, van personeelsbeleid maar van het inkopen van diensten van ontwerpstudio’s (o.a. Jan des Bouvrie) en freelancers/zelfstandigen. Het overgrote deel van de huidige docenten van de opleiding Lifestyle Adviseur valt niet onder de categorie ‘personeel’, maar wordt ingehuurd. Dit sluit aan bij de door de opleiding gewenste kwaliteit van de docenten (zie hierover 3.3.). 3.2.3. De zorg dat er altijd voldoende docentcapaciteit aanwezig is om het onderwijs van voldoende kwaliteit te kunnen verzorgen wordt vastgelegd in het nog door Hogeschool Hanzesteden/de opleiding te formuleren ‘Onderwijs inkoopbeleid’. Onderdeel daarvan zal zijn dat proactief een bestand zal worden aangelegd van geschikte leveranciers (freelance docenten). Aan geïnteresseerden zal duidelijk aangegeven worden aan welke kwalificaties zij dienen te voldoen, zodat zij daar bij hun professionalisering rekening mee kunnen houden. Dit betreft ook het onderwijskundige vlak. Door een dergelijk bestand aan te leggen kan ook bij grotere aantallen studenten de selectie van docenten goed blijven verlopen. In de conceptnota van de opleiding is voorts beleid beschreven met betrekking tot: het volledig maken van het beeld van de inzetbaarheid van elke docent d.m.v. een gestandaardiseerde CV; het vergroten van het aantal modulen dat een docent kan verzorgen door aanvullende scholing voor modulen waarvoor docenten nu schaars zijn; het behouden van een band met docenten, die (tijdelijk) geen onderwijs meer verzorgen voor de opleiding door bijvoorbeeld drukke werkzaamheden; een nieuw relatiebeheerssysteem voor stages ter vergroting van het netwerk van de opleiding. Het auditteam heeft kennisgenomen van de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ en de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ en constateert dat hierin duidelijk is beschreven wat het beleid is met betrekking tot de kwantiteit van het personeel in de huidige situatie en in de (nabije) toekomst. 3.2.4. De opleiding heeft in een docentenoverzicht van elke docent vastgelegd op welke basis hij aan de opleiding verbonden is (detachering, declaratiebasis, (tijdelijke) arbeidsovereenkomst, vaste dienst), voor welke periode daarover afspraken zijn vastgelegd, welke modulen hij verzorgt aan welke groepen en of hij naast lesgevende taken ook ander taken vervuld zoals zitting hebben in de Leerplancommissie, Examencommissie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 38
In 2005-2006 zette de opleiding per student 0,019 fte in. 3.2.5. Uit het docentenoverzicht blijkt, dat het ziekteverzuim in 2003 intern is opgevangen en het ziekteverzuim in 2004-2005 en 2005-2006 0% bedroeg. Er is op dit moment geen docentenpool. Het auditteam heeft kennisgenomen van het docentoverzicht en constateert dat er voldoende personeel wordt ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ en de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ is duidelijk beschreven wat het beleid is met betrekking tot de kwantiteit van het personeel in de huidige situatie en in de (nabije) toekomst. Uit het docentoverzicht blijkt dat er voldoende personeel wordt ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 39
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Bevindingen 3.3.1. Zoals al onder 3.2.1. is aangegeven is nu op zowel hogeschoolniveau als op opleidingsniveau personeelsbeleid opgesteld en vastgelegd. (zie 3.2.1) Zoals al onder 3.2.2. is aangegeven hangt het feit, dat er tot nu toe geen personeelsbeleid was, ook samen met het gegeven dat er veelal sprake is van het inkopen van diensten van ontwerpstudio’s. Dit sluit aan bij de door de opleiding gewenste kwaliteit van de docenten. 3.3.2. In de concept-nota van de opleiding is aangegeven welke inhoudelijk en onderwijskundige eisen er worden gesteld aan docenten in vaste/tijdelijk dienst en aan de freelancers. 3.3.3. Van alle docenten die betrokken zijn bij de opleiding is vastgelegd over welke kwaliteiten zij beschikken en welke ervaringen zij hebben in de beroepspraktijk. Ook specifieke deskundigheden zijn bekend. Van alle ingezette docenten zijn CV’s beschikbaar. In de conceptnota personeelsbeleid van de opleiding is per leergebied en per module beschreven wat de inhoud is, welke huidige werkzaamheden de ingezette docenten vervullen naast docent Lifestyle Adviseur, welke relevante opleidingsachtergrond deze docenten hebben en welke kwalificaties de overige docenten in het huidige docententeam hebben op dit specifieke leergebied. Daarnaast zijn de onderwijskundige kwaliteiten van de huidige docenten in kaart gebracht. Ook is gekeken naar de borging van de continuïteit. De opleiding concludeert, dat voor elk leergebied/ elke module voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar is om het programma te verzorgen en onderwijskundige expertise ruimschoots aanwezig is. Zoals al aangeven onder 3.2.3. gaat de opleiding gestandaardiseerde CV’s opstellen waarin alle voor de opleiding relevante aspecten een plaats krijgen. De recente ervaring en kennisvergaring zal een vast agendapunt worden in de gesprekscyclus, waarna het CV telkens zal worden geactualiseerd. (zie 3.3.5.) Het auditteam heeft kennisgenomen van de CV’s van de docenten en van de conceptnota en het daarin opgenomen overzicht per leergebied en per module en de inventarisatie van de onderwijskundige expertise. Het auditteam constateert, dat het personeel dat wordt ingezet voldoende gekwalificeerd is om het programma van de opleiding te verzorgen. 3.3.4. Omdat het overgrote deel van de docenten niet valt onder de categorie ‘personeel’ is tot nu toe een gesprekscyclus in de zin van personeelszorg niet aan de orde geweest. De opleidingsmanager besprak wel de resultaten van de moduulevaluaties met deze ‘leveranciers’. Daartoe had de opleidingsmanager een korte rapportage van de uitkomsten van de moduulevaluaties opgesteld. Wanneer daartoe aanleiding bestond werd besproken welke aanpak een volgende keer wenselijk was. Docenten zijn alleen dan opnieuw ingeschakeld als bleek dat zij serieus iets met die uitkomsten deden. Op hogeschoolniveau/opleidingsniveau wordt op dit moment een gesprekcyclus ontwikkeld in het kader van het personeelsbeleid. De opzet van de cyclus moet zowel geschikt zijn voor personeelsleden als voor freelancers. In het gesprek komen o.a. studentevaluaties, waardering van de leidinggevende zelf, takenpakket docent, loopbaanperspectief, training, actuele relatie beroepenveld en bijstellen CV aan de orde. Op basis van het gesprek worden conclusies getrokken en afspraken gemaakt. De gesprekken zullen gevoerd worden door de opleidingsmanager. De opleidingsmanager zelf heeft een functioneringsgesprek met de directeur.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 40
Het auditteam heeft kennisgenomen van de plannen om een gesprekcyclus op te zetten met zowel de vaste docenten en de freelancers en heeft er vertrouwen in dat de opleiding ervoor zorgt, dat deze gesprekscyclus op een adequate wijze zal worden opgezet en uitgevoerd. 3.3.5. In de conceptnota’s personeelsbeleid hebben de hogeschool en de opleiding beleid opgenomen met betrekking tot deskundigheidsbevordering/ scholing. De Hogeschool Hanzesteden is voornemens om een aanbod didactische vaardigheden voor HBO-docenten te organiseren. De eventuele behoefte/noodzaak aan onderwijskundige scholing wordt bepaald in de functioneringsgesprekken. Zoals aangegeven zijn de meeste docenten van de opleiding Lifestyle Adviseur geen ‘personeel’. Docenten worden geselecteerd op het criterium dat zij zelf een dynamische lerende houding hebben, hun deskundigheid op peil houden en met beide benen in het beroepenveld staan. Specifiek op opleidingsniveau zal er in 2006-2007 een aanbod komen met betrekking tot het ‘anders kijken naar studenten’. Voor de freelancers wordt een studiedag georganiseerd, waarin een deskundige dit onderwerp zal behandelen. In de toekomst kunnen zo ook andere thema’s waaraan het management c.q. het team aandacht wil besteden, aan de orde komen. Op hogeschoolniveau is er een scholingsbudget per jaar beschikbaar voor scholing van individuele docenten met een aanstelling. Het auditteam heeft kennisgenomen van het beleid m.b.t. deskundigheidsbevordering/ scholing en acht dit adequaat. Tijdens de audit is ook met het managementteam gesproken over het faciIiteren van de freelancers. Wanneer de opleiding er belang bij heeft kunnen ook freelancers aanspraak doen op het scholingsbudget. Op basis van het gesprek met de docenten constateert het auditteam, dat allen zich bijscholen door middel van o.a. cursussen, lezingen bezoeken van exposities en beurzen in binnen en buitenland, het volgen van didactische scholing en het volgen van een masteropleiding. Tevens wordt het eigen vak bijgehouden door het nog steeds zelf actief zijn in de praktijk. Studenten, die het auditteam sprak waren tevreden over de deskundigheid van de docenten. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: In de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ is aangegeven welke inhoudelijk en onderwijskundige eisen er worden gesteld aan docenten in vaste/tijdelijk dienst en aan de freelancers De opleiding heeft in de conceptnota personeelsbeleid per leergebied en per module in kaart gebracht welke docenten met welke kwaliteiten worden ingezet en ingezet kunnen worden en over welke onderwijskundige expertise zij beschikken. Daaruit blijkt dat het personeel dat wordt ingezet voldoende gekwalificeerd is om het programma van de opleiding te verzorgen. Met het personeel en de freelancers is gesproken over de uitkomsten van de moduulevaluaties en het studenttevredenheidsonderzoek. Wanneer dat nodig c.q. wenselijk was zijn afspraken gemaakt. Een gesprekcyclus wordt opgezet om te borgen dat met zowel de personeelsleden als met de freelancers gesproken wordt over functioneren en persoonlijke ontwikkeling en dat afspraken daarover worden vastgelegd. Het beleid met betrekking tot deskundigheidsbevordering/scholing is vastgelegd. Uit de gesprekken met de docenten blijkt dat alle docenten zich bijscholen door middel van o.a. cursussen, lezingen bezoeken van exposities en beurzen, het volgen van een didactische opleiding en het volgen van een masteropleiding. Tevens wordt het eigen vak bijgehouden door het nog steeds zelf actief te zijn in de praktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 41
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert de beide opleidingsvarianten het Onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende. In de conceptnota ‘Personeelsbeleid Hogeschool Hanzesteden’ (juli 2006) en de conceptnota ‘Personeelsbeleid Lifestyle Adviseur Hogeschool Hanzesteden; opleidingsspecifiek gedeelte’ (september 2006) is duidelijk vastgelegd, dat het onderwijs wordt verzorgd door personeel, dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Uit een overzicht in de conceptnota van de opleiding en uit de CV’s blijkt, dat alle huidige docenten relevante werkervaring hebben en bijna allemaal nog parttime werkzaam zijn in het relevante werkveld. Docenten worden zodra ze ervaring hebben in het onderwijs ingezet als begeleider bij stage en/ of afstuderen en kunnen ook op deze wijze contact leggen met de beroepspraktijk. In de conceptnota’s personeelsbeleid van de hogeschool en de is duidelijk beschreven wat het beleid is met betrekking tot de kwantiteit van het personeel in de huidige situatie en in de (nabije) toekomst. Uit het docentoverzicht blijkt dat er voldoende personeel wordt ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. In de conceptnota personeelsbeleid van de opleiding is aangegeven welke inhoudelijk en onderwijskundige eisen er worden gesteld aan docenten in vaste/tijdelijk dienst en aan de freelancers. Per leergebied en per module is in kaart gebracht welke docenten met welke kwaliteiten worden ingezet en ingezet kunnen worden en over welke onderwijskundige expertise zij beschikken. Daaruit blijkt dat het personeel dat wordt ingezet voldoende gekwalificeerd is om het programma van de opleiding te verzorgen. Met het personeel en de freelancers is gesproken over de uitkomsten van de evaluaties. Wanneer dat nodig c.q. wenselijk was zijn daarover afspraken gemaakt. Een gesprekcyclus wordt opgezet om te borgen dat met zowel de personeelsleden als met de freelancers gesproken wordt over functioneren en persoonlijke ontwikkeling en dat afspraken daarover worden vastgelegd. Beleid met betrekking tot deskundigheidsbevordering/scholing is vastgelegd in de conceptnota’s personeelsbeleid. Uit de gesprekken met de docenten blijkt dat alle docenten bezig zijn met bijscholing. Tevens wordt het eigen vak bijgehouden door het nog steeds zelf actief te zijn in de praktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 42
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Bevindingen 4.1.1. Hogeschool Hanzesteden/ de opleiding Lifestyle Adviseur huurt faciliteiten van de Hogeschool Saxion te Deventer. Dat betreffen de onderwijs- en werkruimtes en de eventueel benodigde audiovisuele middelen. Jaarlijks vraagt Hogeschool Hanzesteden in april/mei de ruimtes voor het daaropvolgende studiejaar aan. Het ‘Studielandschap’ van Saxion staat ook ter beschikking van docenten en studenten van Hogeschool Hanzesteden. Daar zijn naslagwerken, tijdschriften en video’s te raadplegen. Studenten kunnen gebruik maken van de computers en het daarbij horende netwerk van Saxion. De computers staan opgesteld in het ‘Studielandschap’ en door het gebouw heen in verschillende computerlokalen. Daarnaast kunnen studenten gebruik maken van de Atheneumbiliotheek in de stad (Deventer). In een overzicht is aangegeven van welke voorzieningen gebruik wordt gemaakt en waar die aanwezig zijn. 4.1.2. Uit het tevredenheidsonderzoek mei 2006 blijkt dat 75% van de studenten tevreden is over de beschikbaarheid en de werking van de computers en 80% tevreden is over het assortiment van ‘Het Studielandschap’ en de Atheneumbiliotheek. Daarentegen is een kleine meerderheid van de studenten tevreden over de kwaliteit van de onderwijsruimtes. Een wens is dat een aantal ruimtes groter zou zijn. In dat verband geeft ook 42% aan, dat het klimaat van sommige ruimtes te wensen overlaat. Eveneens een krappe meerderheid van de studenten vindt dat er voldoende beschikbare plekken zijn voor zelfstudie (54%). Deze relatief lage score hangt samen met de specifieke wensen van deze groep: ze moeten er kunnen tekenen en daarvoor zijn de ruimtes te klein voor deze groep studenten. 4.1.3. Verbeterplannen voor de korte en langere termijn zijn beschreven in het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ (juni 2006).Ten opzichte van de start van de opleiding is er al veel verbeterd en beschikt de opleiding nu over één eigen lokaal met specifieke inrichting. De opleiding blijft evenwel ijveren voor ten minste vier geschikte lokalen. Inmiddels zijn er met Saxion afspraken gemaakt over het aanpassen van de inrichting van twee van de collegezalen. Verder zijn er gesprekken gaande met de projectleider van De Boreel – de voormalige kazerne tegenover Saxion, waar ook de studio van Jan des Bouvrie zal komen – over medegebruik van dit gebouw voor de opleiding. Dit is niet alleen wenselijk vanwege de kwantiteit van het aantal beschikbare ruimtes, maar kan ook iets toevoegen in de zin van uitdagende en inspirerende omgeving. De ruimten voor de staf en de andere voorzieningen zijn voldoende. Het auditteam heeft kennisgenomen van het faciliteiten overzicht van de opleiding en is van mening dat hierin een duidelijke opsomming is gemaakt van de materiele voorzieningen waarover beschikt wordt. Het auditteam is op basis van hetgeen zij gezien en gehoord heeft tijdens de audit van mening, dat de huisvesting op dit moment weliswaar toereikend is om het programma te realiseren, maar op bepaalde punten te wensen over laat. Het auditteam is van mening, dat de ruimten niet inspirerend zijn voor een opleiding tot Lifestyle Adviseur. Dit heeft met name te maken met het feit, dat de ruimten van Saxion worden gehuurd en geen eigen identiteit kunnen en mogen uitstralen. Op het ene eigen lokaal na worden de lokalen gebruikt door wisselende groepen studenten van de opleidingen van Hogeschool Hanzesteden en kunnen op het moment dat ze niet bezet zijn ook door opleidingen van Saxion worden gebruikt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 43
Werkvoorzieningen en werkstukken kunnen niet blijven staan en zaken als illustraties moeten na afloop van de les vaak weer worden weggehaald. Ook de studenten en de docenten die het auditteam sprak waren niet tevreden over deze beperkingen aangaande de huisvesting. Daarnaast vinden de studenten de mogelijkheden die ze hebben om te tekenen en te werken aan opdrachten niet altijd goed. Indien mogelijk wordt weliswaar uitgeweken naar lokalen van de opleiding PABO van Saxion Hogescholen, maar veel studenten werken op dit moment liever thuis aan hun opdrachten en niet op school. Het auditteam heeft kennisgenomen van de plannen die er zijn om ruimten te gaan huren in De Boreel en is van mening, dat het verplaatsen van (een deel van) de opleiding naar deze locatie een mogelijke oplossing biedt voor de geconstateerde knelpunten. Het aantal computers dat de studenten ter beschikking staat, is voldoende. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie en programma’s in de eigen ruimten van Hogeschool Hanzesteden, in de verschillende computerlokalen door het gebouw heen en in de centrale (computer)ruimtes in het ‘Studielandschap’. 4.1.4. Interne audit De ruimtelijke voorzieningen zijn voor een creatieve opleiding te weinig uitdagend. Zoals uit bovenstaande al blijkt, deelt het auditteam de mening van het team dat de interne audit heeft uitgevoerd. Zoals hierboven al is vermeld zoekt de opleiding naar een oplossing voor dit knelpunt. Gedacht wordt aan het huren van ruimten in De Boreel. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft vastgelegd van welke ruimtelijke voorzieningen gebruik wordt gemaakt. De huisvesting is toereikend om het programma te realiseren. De ruimten voor de staf zijn voldoende. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie en programma’s in de eigen ruimten van Hogeschool Hanzesteden, in de verschillende computerlokalen door het gebouw heen en in de centrale (computer)ruimten in het ‘Studielandschap’. Het aantal computers is voldoende. Een kleine meerderheid van de studenten is tevreden over de kwaliteit van de onderwijsruimten. Docenten en studenten zijn niet tevreden over de beperkingen die er zijn met betrekking tot het hebben van een aantal vaste lokalen met een ‘eigen identiteit’. De opleiding heeft in haar verbeterbeleid beschreven, dat zij op zoek is naar een meer inspirerende en uitdagende omgeving voor de opleiding Lifestyle Adviseur. Aanbeveling: Het auditteam beveelt de opleiding aan om op zo kort mogelijke termijn een betere en inspirerende locatie te vinden waarin (een deel van) de opleiding kan worden aangeboden. Het auditteam beveelt aan om voor de tussenliggende tijd met Saxion Hogescholen afspraken te maken over het verkrijgen van een eigen vaste plek in het gebouw met de mogelijkheid om daar een (tijdelijke) eigen identiteit aan te geven. Daarin moeten ook permanent voorzieningen aanwezig zijn, die de studenten in de gelegenheid stellen om ook op de opleiding zelf te kunnen werken aan opdrachten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 44
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Bevindingen 4.2.1.Tot en met 2005-2006 bestond er geen gestructureerde studiebegeleiding. Doordat de opleiding is gegroeid in omvang is het echter niet meer automatisch zo, dat iedere docent iedere student kent. Met ingang van het studiejaar 2006-2007 is de studiebegeleiding geïntensiveerd en is er voor elk studiejaar een studieloopbaanbegeleider aangesteld, die kennis heeft van de eventuele ontwikkelingsvragen en problemen die zich in het desbetreffende stadium van de studie kunnen voordoen. De studieloopbaanbegeleider volgt de studenten, voert gesprekken over de vorderingen en is de centrale figuur waar alle gegevens uit de begeleiding bij elkaar komen. Daarnaast begeleiden de verschillende docenten de studenten vakinhoudelijk. Het beleid rondom de begeleiding is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’ en verbeterplannen zijn vastgelegd in het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ (juni 2006) 4.2.2.Tijdens de stage wordt de student begeleid door een stagebegeleider vanuit de opleiding en een mentor vanuit het stageverlenende bedrijf. De stagebegeleider bespreekt de ervaringen van de student in zijn stage en stelt met de mentor de eindbeoordeling vast. Tijdens de begeleidingsgesprekken dient de stagebegeleider er voor te zorgen dat de student leert te reflecteren op eigen handelen. Voor de gang van zaken neemt de student zelf contact op met de stagebegeleider. De stagebegeleider bezoekt de student gedurende de oriënterende stage tenminste één keer en gedurende de stage ‘ontwerpen’ en de stage ‘adviseren en managen’ minimaal twee keer. De mentor ondersteunt de student bij het voorbereiden en geeft feedback op de uitvoering. Op de helft en op het eind van elke stageperiode geeft de mentor een evaluatie over de stage. In het ‘Stagedossier’ is vastgelegd wat er van de stagebegeleider, de mentor en de student wordt verwacht. 4.2.3. Het afstudeerproject wordt begeleid door een door de opleidingsmanager aangewezen afstudeerbegeleider. De afstudeerbegeleider is van beroep interieurarchitect. De afstudeerbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding van de student en de beoordeling van de afstudeeropdracht. De afstudeerbegeleider is tevens aanwezig bij het eindgesprek. In het ‘Handboek Afstudeerproject’ is vastgelegd wat er van de afstudeerbegeleider en de student wordt verwacht. (zie hierover verder onder 6.1.) Het auditteam heeft kennisgenomen van het document ‘Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’, van het ‘Stagedossier’, de ‘Handleiding Afstudeerproject’ en het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’. Het auditteam is van mening, dat de opleiding helder heeft verwoord hoe de studiebegeleiding plaatsvindt en wat er van wie verwacht wordt en welke verbeteringen de opleiding met ingang van het studiejaar 2006-2007 heeft aangebracht. Tijdens de audit is gesproken met een van de studieloopbaanbegeleiders en met de docenten over de begeleiding. Het auditteam constateert dat de begeleiding binnen de opleiding op een adequate wijze plaatsvindt. De ontwikkeling van elke student wordt gevolgd o.a. op basis van de portfolio en aan de hand van gesprekken, die de student zelf moeten aanvragen. In geval er ‘zorgen’ zijn bij de docenten of de studieloopbaanbegeleider wordt de student uitgenodigd voor een gesprek.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 45
Over vakinhoudelijke vragen zijn docenten voor de studenten altijd bereikbaar. Wanneer de docent moeilijk bereikbaar is kan hij in elk geval via de e-mail benaderd worden. Indien gewenst kan vervolgens een afspraak worden gemaakt. 4.2.4. De opleiding is zodanig opgebouwd dat de zelfsturing van de student voortdurend toeneemt. Deze toenemende zelfsturing wordt geconcretiseerd in: - Een ontwikkeling van intensieve naar extensieve begeleiding - Een ontwikkeling in begeleiding van demonstreren naar reflecteren - Een groei in complexiteit van opdrachten 4.2.5. De student krijgt via de Studiegids, het ‘Stagedossier’ en de ‘Handleiding Afstudeerproject’ informatie over praktische zaken. Op intranet staan alle belangrijke documenten, waaronder de OER, Opleidingsconcept, Toetsbeleid en Stagebeleid. Voorlichting naar toekomstige studenten vindt o.a. plaats via gesprekken met de opleidingsmanager, via de wervingsfolder en via mondelinge voorlichting op open dagen. Op dit moment wordt de website verbeterd door een extern bureau. Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop studenten en aankomende studenten worden geïnformeerd over de opleiding en is van mening dat dit op een heldere en adequate wijze geschiedt. 4.2.6. In het tevredenheidsonderzoek mei 2006 gaf 78% van de studenten aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de begeleiding en ondersteuning die ze van de docenten krijgen. Toch zal zoals hierboven onder 4.2.1. is vermeld de studieloopbaanbegeleiding geïntensiveerd worden. Een van de redenen daarvoor is dat de opleiding niet tevreden is met de score bij de vragen ‘mogelijkheden om knelpunten aan te kaarten’ (17% van de studenten vindt dit onvoldoende) en ‘wijze waarop de opleiding omgaat met kritiek en suggesties ter verbetering’. (36,5 % van de studenten vindt dit onvoldoende). In het tevredenheidsonderzoek bevestigt het merendeel van de studenten (84%) dat zij in de opleiding zelfstandig leren leren. Over de informatievoorzieningen betreffende handleidingen, studiewijzers, moduulboeken e.d. zegt 83% van de studenten tevreden tot zeer tevreden te zijn. De opleiding heeft in het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ vastgelegd wat er op de korte en middellange termijn verbeterd wordt. Voor het kunnen bespreken van knelpunten en suggesties, heeft de opleiding naast het een Studieloopbaanbegeleider per studiejaar (zie hierboven) ook een Opleidingscommissie ingesteld. (zie hierover 5.2.1. en 5.3.2.) In het gesprek dat het auditteam had met de studenten kwam naar voren dat de studenten tevreden zijn over de begeleiding die zij krijgen.
4.2.7. Interne audit Tijdens de gesprekken die het interne auditteam voerde werd duidelijk dat er alleen in het vierde jaar aan studenten gevraagd wordt een portfolio samen te stellen en daarin een reflectie te geven over de afgelopen periode. Het interne auditteam is van mening, dat het voor de opleiding die zeer veel waarde hecht aan de groei van de studenten en daar intensief mee bezig is tijdens de opleiding een gemiste kans is om daarmee in het laatste studiejaar te starten. Geadviseerd wordt het portfolio in een zo vroeg mogelijk stadium van de opleiding een rol te geven om daarmee studenten van meet af aan de reflecties die in de opleiding belangrijk worden gevonden te beschrijven en daarmee de groei te laten ervaren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 46
In het gesprek tijdens de audit met de studieloopbaanbegeleider en de docenten is ook gesproken over het portfolio. Daaruit is duidelijk geworden dat studenten al vanaf het eerste jaar werken aan het samenstellen van een portfolio. De studieloopbaanbegeleider kijkt naar de samenstelling van het portfolio en docenten geven richtlijnen aan de studenten na afloop van de toetsing over wat interessant kan zijn om in het portfolio op te nemen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Het beleid rondom de begeleiding is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’ Elk studiejaar krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen, die kennis heeft van de eventuele ontwikkelingsvragen en problemen die zich in het desbetreffende stadium van de studie kunnen voordoen. Over vakinhoudelijke vragen zijn docenten voor de studenten altijd bereikbaar. Tijdens de stage wordt de student begeleid door een stagebegeleider en een mentor vanuit de stageverlenende instantie. In het ‘Stagedossier’ is vastgelegd wat er van de stagebegeleider, de mentor en de student wordt verwacht. Het afstudeerproject wordt begeleid door een door de opleidingsmanager aangewezen afstudeerbegeleider, die van beroep interieurarchitect is. In het ‘Handboek Afstudeerproject’ is vastgelegd wat er van de afstudeerbegeleider en de student wordt verwacht. Informatie voor de student is te vinden op intranet, in de moduulboeken en de handleidingen voor stage en afstuderen. Voorlichting aan toekomstige studenten vindt o.a. plaats via gesprekken met de opleidingsmanager, via de wervingsfolder en via mondelinge voorlichting op open dagen. De studenten zijn tevreden over de begeleiding en de informatievoorziening.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor de beide opleidingsvarianten als voldoende De opleiding heeft vastgelegd van welke ruimtelijke voorzieningen gebruik wordt gemaakt. De huisvesting is toereikend om het programma te realiseren. De ruimtes voor de staf zijn voldoende. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie en programma’s en het aantal computers is voldoende. Een kleine meerderheid van de studenten is tevreden over de kwaliteit van de onderwijsruimtes. Docenten en studenten zijn niet tevreden over de beperkingen die er zijn met betrekking tot het hebben van eigen vaste lokalen met een ‘eigen identiteit’. De opleiding heeft in haar verbeterbeleid beschreven, dat zij op zoek is naar een meer inspirerende en uitdagende omgeving voor de opleiding Lifestyle Adviseur. Het beleid rondom de begeleiding is vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept opleiding Lifestyle Adviseur’. Elk studiejaar krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Over vakinhoudelijke vragen zijn docenten voor de studenten altijd bereikbaar. Tijdens de stage wordt de student begeleid door een stagebegeleider en een mentor vanuit de stageverlenende instantie. In het ‘Stagedossier’ is vastgelegd wat er van de stagebegeleider, de mentor en de student wordt verwacht. Het afstudeerproject wordt begeleid door een door de opleidingsmanager aangewezen afstudeerbegeleider, die van beroep interieurarchitect is. In het ‘Handboek Afstudeerproject’ is vastgelegd wat er van de afstudeerbegeleider en de student wordt verwacht. Informatie voor de student is te vinden op intranet, in de moduulboeken en de handleidingen voor stage en afstuderen. Voorlichting aan toekomstige studenten vindt o.a. plaats via gesprekken met de opleidingsmanager, via de wervingsfolder en via mondelinge voorlichting op open dagen. De studenten zijn tevreden over de begeleiding en de informatievoorziening.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 47
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?
Bevindingen 5.1.1. Hogeschool Hanzesteden heeft een notitie ‘Kwaliteitszorg binnen Hanzesteden’ (april 2006) opgesteld waarin wordt beschreven op welke wijze de hogeschool in samenwerking met haar partners invulling geeft aan kwaliteitszorg. Daarin staan de visie op en de eisen aan het kwaliteitsbeleid van Hanzesteden, de functie en de structuur van het Hanzesteden kwaliteitsmanagementsysteem en het beleid met betrekking de voorzieningen beschreven en worden doelen en acties in 2006 en 2007 vermeld. In het ‘Kwaliteitshandboek’ van de Hogeschool Hanzesteden, waaraan nu gewerkt wordt, wordt vastgelegd welke kwalitatieve aspecten door middel van evaluaties ten minste gemeten moeten worden en wat daarbij de kritische waarden zijn. Over tenminste deze gegevens zal dan gerapporteerd worden in het Jaarverslag. Een notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ is opgesteld. Er zijn kengetallen voor het onderwijsrendement, de kwaliteit van het onderwijs en personele- en financiële kengetallen. De kengetallen voor de tevredenheid van studenten, alumni en werkveld en personeel moeten nog worden vastgelegd in een evaluatieplan voor de hogeschool. Tot zo lang stelt iedere opleiding naar eigen inzicht evaluatieformulieren op. 5.1.2. Tot nu toe heeft de opleiding veel aandacht besteed aan schriftelijk en mondelinge moduulevaluaties onder de studenten en evaluaties met docenten en (andere) betrokkenen uit het beroepenveld. Dit gebeurde zowel formeel als informeel. Nu de opleiding langzaam overgaat van een kleine, informele organisatie naar een grotere organisatie zal ook ten aanzien van het evalueren en verbeteren officieel beleid worden geformuleerd. Daartoe heeft de opleiding een ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ (juni 2006) opgesteld. Hierin is beschreven hoe er is geëvalueerd, welke gremia daarbij betrokken waren, wat de resultaten waren en wat de opleiding met de resultaten doet. Zoals hierboven al beschreven wordt in het ‘Kwaliteitshandboek’ van de Hogeschool een evaluatieplanning uitgewerkt. Hierin wordt ook de input en feedback vanuit gremia als de Beroepenveldcommissie en de Opleidingscommissie meegenomen. Er is een lijst opgesteld wat aan wie gevraagd zal worden en er is gekeken naar de vragenlijsten. Het evaluatieplan van de Hogeschool zal ook aangeven hoe de organisatie borgt dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. Ook zal daarin worden meegenomen, dat betrokkenen bij de evaluaties terugkoppeling ontvangen over wat er met hun inbreng gebeurt. Per 2006 stelt de opleiding een (Kwaliteits)Jaarverslag op waarin het onderdeel van de interne kwaliteitszorg is opgenomen. 5.1.3. De opleiding Lifestyle Adviseur heeft in haar notitie ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ de volgende evaluatiecyclus aangegeven : op de korte termijn elke twee jaar moduulevaluatie houden op basis waarvan verbeteringen worden getroffen; op de middellange termijn elke twee jaar een tevredenheidonderzoek laten plaatsvinden onder alle studenten; elk jaar een onderzoek houden onder stageverleners en derde jaars studenten over de kwaliteit van de stages en de organisatie;
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 48
alumni een jaar na afstuderen bevragen over hun bevindingen en of de competenties voldoende toereikend zijn voor de beroepspraktijk. Ook door de Beroepenveldcommissie en in de begeleidingsgesprekken met de stageverleners worden aan de opleiding belangrijke gegevens verstrekt. De uitkomsten van deze evaluaties en gesprekken worden gebruikt voor kleine verbeteringen (zie daarvoor verder onder 5.2.) Het auditteam heeft kennisgenomen van de notitie ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ en de uitkomsten van de verschillende evaluaties die er in de afgelopen periode zijn gehouden. Het auditteam constateert dat de opleiding met het tevredenheidsonderzoek 2006, de uitkomsten van de verschillende moduulevaluaties van de afgelopen studiejaren en met de uitkomsten van het onderzoek onder alumni en het onderzoek onder de Examencommissie over het afstuderen, er voor heeft gezorgd, dat er op systematische wijze informatie over de interne kwaliteit van de opleiding is verzameld. Het auditteam heeft kennisgenomen van de beleidsvoornemens van de hogeschool/de opleiding om streefcijfers te formuleren, een evaluatiecyclus voor de opleiding op te zetten en te borgen dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. Het auditteam acht de opzet van een Kwaliteitshandboek relevant voor het verder optimaliseren van de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Tijdens de audit is met het Managementteam ook gesproken over het evalueren onder de docenten. Omdat officiële docentevaluaties nog niet hadden plaatsgevonden is een mini-enquête gehouden onder het personeel in verband met het opstellen van het ‘Personeelsplan’, met het doel geen belangrijke zaken te missen. Het Managementteam heeft aangegeven in 2007 mee te gaan doen in een uitgebreid Arbo Risico Inventarisatie en -Evaluatie onderzoek (RI&E) en Personeelstevredenheidsonderzoek dat door Saxion Hogescholen wordt gehouden. 5.1.4. In de Studiegids 2006-2007 is vastgelegd, dat studenten algemene klachten schriftelijk kunnen indienen bij het Bedrijfsbureau van Hogeschool Hanzesteden. Voor beroep tegen een besluit of een behandeling is een College van Beroep voor examens van Hogeschool Hanzesteden ingesteld. Dit is vastgelegd in de OER. Tijdens de audit is met Managementteam is gesproken over de klachtenregeling. Het auditteam heeft vernomen, dat er binnen Hogeschool Hanzesteden verschillende klachtenregelingen gehanteerd worden. Op dit moment worden algemene voorwaarden opgesteld waarin alles staat beschreven wat de student moet weten wat niet in de OER staat. Hogeschool Hanzesteden gaat een klachtencoördinator aanstellen. In het Jaarverslag komt een kopje ‘klachten’. Het auditteam heeft vernomen, dat de klachten die er tot nu toe waren voornamelijk betrekking hadden op kleine punten als werkstukken die zoek waren, cijfers die te laat werden aangeleverd, klachten die op de verkeerde plek kwamen en zaken die steeds weer ad-hoc werden opgelost. Het Bedrijfsbureau heeft dit opgepakt. Met de aanstelling van een klachtencoördinator komt de afhandeling van de klachten onder de verantwoordelijkheid van één persoon. Het auditteam is op basis van bovenstaande van mening dat de opleiding er voldoende voor zorgt, dat er duidelijkheid is rondom het indienen en afhandelen van klachten.
Interne audit: Het interne auditteam heeft vernomen, dat in de in het voorjaar van 2006 vastgestelde nota ‘Kwaliteitszorg’ van de Hogeschool Hanzesteden is beschreven wat er geëvalueerd is en volgens welke planning de onderzoeken uitgevoerd worden. Deze nota is geïmplementeerd en beschrijft de feitelijke situatie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 49
Het is voor het interne auditteam op het moment van de interne audit niet te beoordelen of daarmee de PDCA-cyclus is rondgemaakt. De opleiding moet dit onderbouwen met valide documenten. Zoals al onder 5.1.3. staat vermeld heeft het auditteam kennisgenomen van de notitie ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ van de opleiding, van de nota ‘Kwaliteitszorg binnen Hanzesteden’ en van de het feit, dat de Hogeschool werkt aan een ‘Kwaliteitshandboek’ met daarin een evaluatieplan waarin zal worden aangeven hoe de organisatie borgt dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. Het auditteam acht de opzet van dit handboek relevant voor het verder optimaliseren van de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Hogeschool Hanzesteden heeft een notitie ‘Kwaliteitszorg binnen Hanzesteden’ beschreven op welke wijze de hogeschool in samenwerking met haar partners invulling geeft aan kwaliteitszorg. Een notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ is opgesteld. De kengetallen voor de tevredenheid van studenten, alumni en werkveld en personeel moeten nog worden vastgelegd in een evaluatieplan voor de hogeschool. De opleiding Lifestyle Adviseur heeft in haar ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ aangegeven welke evaluatiecyclus gehanteerd wordt en welke gremia daarbij betrokken zijn. De opleiding is de afgelopen jaren aantoonbaar geëvalueerd. Er wordt gewerkt aan een ‘Kwaliteitshandboek’ met daarin een evaluatieplan waarin wordt aangeven hoe de organisatie borgt dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. Het auditteam acht de opzet van dit handboek relevant voor het verder optimaliseren van de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Er zijn verschillende klachtenregelingen waarover de student o.a. in de Studiegids en in de OER worden geïnformeerd. Er is een klachtencoördinator aangesteld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 50
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen 5.2.1. De opleiding heeft in het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ (juni 2006) aangegeven welke verbeteringen naar aanleiding van de gehouden evaluaties en gesprekken op welke termijn worden nagestreefd. Ook is aangegeven op welke wijze deze worden gecommuniceerd met de betrokkenen. Met ingang van het studiejaar 2006-2007 zal er een Opleidingscommissie in het leven worden geroepen, waarin docenten en studenten zitting hebben. (zie daarvoor onder 5.3.) Verder zullen uitkomsten van evaluaties en de conclusies daaruit langs elektronische weg aan studenten en docenten teruggekoppeld worden. Zoals al onder 5.1.2. is beschreven zal in het ‘Kwaliteitshandboek’ van de Hogeschool Hanzesteden een evaluatieplanning worden uitgewerkt, waarin ook wordt aangeven hoe de organisatie borgt dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering.
5.2.2. Zoals al onder 5.1.2. is vermeld heeft de opleiding veel aandacht besteed aan moduulevaluaties onder studenten en evaluaties met docenten en (andere) betrokkenen uit het beroepenveld. Dit gebeurde zowel formeel als informeel. Naar aanleiding daarvan zijn daar waar nodig was verbeteringen aangebracht. Voorbeelden daarvan zijn: het in 2004 starten met een voltijdopleiding naast de deeltijdopleiding, omdat er voor een voltijdopleiding veel belangstelling bleek te bestaan; de doorlooptijd van de modulen wijzigen van 5 weken voor elk blok naar blokken van 10 weken met elk 2 modulen, zodat studenten meer tijd krijgen om zich de stof eigen te maken; het ontwikkelen van een nieuwe tekenmodule en twee nieuwe ontwerpmodulen, omdat docenten niet tevreden waren over de prestaties die de studenten lieten zien op de aspecten schetsen en ontwerpen; een deel van de uren zelfstudie omzetten in contacturen, omdat de studenten wat meer begeleiding nodig hadden. 5.2.3. Zoals onder 5.1.2. ook is vermeld heeft de opleiding een ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ (juni 2006) opgesteld om verbeterbeleid officieel vast te leggen. In dit plan staan voor de korte en middellange termijn bijvoorbeeld de volgende verbeterplannen geformuleerd: Korte termijn: voorzieningen: uit het alumnionderzoek, het tevredenheidsonderzoek en gesprekken met de studenten blijkt, dat ze enkele van de door Saxion toegewezen lokalen onvoldoende vinden voor wat betreft de ruimte om te tekenen en te benauwd en te klein voor deze groepen studenten. De opleiding blijft daarom ijveren voor tenminste 4 geschikte lokalen en zoekt naar mogelijkheden om elders in Deventer, mogelijk in de Boreelkazerne, ruimte te huren; communicatie studenten en terugkoppeling: uit het tevredenheidsonderzoeken 2006 blijkt dat de studenten behoefte hebben aan een ‘lichaam’ waarin ze niet alleen suggesties, kritiek e.d. kwijt kunnen maar ook kunnen bespreken en waarin terugkoppeling kan plaatsvinden. De opleiding stelt vanaf 20062007 per studiejaar een studieloopbaanbegeleider aan en roept een Opleidingscommissie in het leven. Middellange termijn: relatie stageverleners: de beroepenveldcommissie vindt dat de opleiding een hechtere relatie met de stageverleners moet aangaan. De relatie theorie-praktijk wordt hierdoor sterker, er vindt betere afstemming plaats en door middel van gastdocentschap komt de praktijk binnen de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 51
Dit gebeurt nu ook, maar buiten de stageverleners om. De opleiding start in 2006-2007 met onderzoeken van mogelijkheden en komt begin 2007 met voorstellen; concept denken: Vanaf de eerste module, en in de nieuwe voor een deel al reeds ontwikkelde modulen ‘Ontwerpen op maat’, ‘Onderzoek in Lifestyle’ en ‘Voorbereiden op het afstudeerproject’ wordt aandacht geschonken aan concept-denken. Op de middellange termijn wil de opleiding het denken vanuit een concept bevorderen door het invoeren van filosofie in de opleiding. De opleiding gaat na of naast integratie van filosofie in de bestaande modulen het wenselijk is filosoferen ook als aparte module aan te bieden.
Het auditteam heeft kennisgenomen van het ‘Evaluatie- en Verbeterplan en constateert, dat de uitkomsten van de periodieke evaluaties van de opleiding de basis hebben gevormd voor aantoonbare verbetermaatregelen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verbeteracties van de hogeschool/de opleiding om te borgen dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. Het auditteam heeft vertrouwen in deze verbeteracties en het verder optimaliseren van de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft in het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ aangegeven welke verbeteringen naar aanleiding van de gehouden evaluaties en gesprekken op de korte en middellange termijn worden nagestreefd. De uitkomsten van de periodieke evaluaties van de opleiding hebben de basis gevormd voor aantoonbare verbetermaatregelen. Een aantal van deze verbeteringen zijn reeds in 2004/2005 en 2005/2006 gerealiseerd, andere acties staan gepland voor 2006/2007 en de jaren daarna. In het najaar van 2006 zal de hogeschool een ‘Kwaliteitshandboek’ gereed hebben met daarin een evaluatieplan waarin zal worden aangeven hoe de organisatie borgt dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. Het auditteam heeft vertrouwen in deze beleidsvoornemens en het verder optimaliseren van de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 52
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Bevindingen 5.3.1. De opleiding doet elk jaar systematisch onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs. Evaluaties hebben geleid tot verbeterplannen, die tot op heden zijn weergegeven in het zogenoemde ‘Evaluatie- en Verbeterplan. Per 2006 stelt de opleiding een (kwaliteits)jaarverslag op, waarin het onderdeel van de interne kwaliteitszorg is opgenomen. Zoals al onder 5.1.2. is beschreven wordt in het ‘Kwaliteitshandboek’ van de Hogeschool Hanzesteden een evaluatieplanning uitgewerkt, waarin ook wordt meegenomen, dat betrokkenen bij de evaluaties terugkoppeling ontvangen over wat er met hun inbreng gebeurt. 5.3.2. Studenten zijn bij de kwaliteit van de opleiding betrokken door middel van diverse moduulevaluaties (2004/2005 en 2005/2006) en het tevredenheidsonderzoek (mei 2006). Een Opleidingscommissie is in oprichting en zal in het studiejaar 2006-2007 van start gaan. Deze commissie zal bestaan uit docenten en een vertegenwoordiging van alle geledingen van studenten (meerdere jaren, voltijd en deeltijd). De Opleidingscommissie wordt o.a. ingesteld om terugkoppeling aan studenten beter vorm te geven en om ruimte te bieden voor het geven en bespreken van suggesties en kritiek. De commissie behandelt onderwerpen die studenten en docenten bezig houden. Doel is verbetering van de inhoud van binnen- en buitenschools curriculum en de organisatie van de opleiding. 5.3.3. Docenten zijn bij de kwaliteit van de opleiding betrokken via de Leerplancommissie, het Ontwerpersoverleg en de Opleidingscommissie in oprichting. De Leerplancommissie bestaat uit docenten in loondienst, die tevens andere taken vervullen binnen de opleiding. In het Ontwerpersoverleg hebben naast de opleidingscoördinator de docenten van de hoofdvakken rondom ‘ontwerpen’ zitting. Deze docenten zijn in loondienst of op freelance basis betrokken zijn bij de opleiding. In het Ontwerpersoverleg is in 2005-2006 o.a. met elkaar afgestemd over de doelen van de opleiding, borging van het HBO niveau, aansluiting modulen, de wijze van doceren, coachen en beoordelen. Het ligt in de bedoeling dit overleg nog verder uit te breiden met docenten die ondersteunende vakken verzorgen. Daarnaast is op verzoek van het personeel van Hogeschool Hanzesteden in september 2006 een Personeelvertegenwoordiging (PvT) opgericht, die zich bezighoudt met hogeschoolbrede zaken, zoals strategie en beleid, de beschikbare faciliteiten en het personeelsbeleid. De PvT overlegt in elk geval met de directie en met de achterban, d.w.z. alle personeel. Van deze overleggen worden verslagen gemaakt. Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop de opleiding de studenten en docenten betrekt bij de opleiding, van de oprichting van een Opleidingscommissie, die in het studiejaar 2006-2007 van start gaat en de oprichting van een Personeelsvertegenwoordiging, die in september 2006 is gestart. Het auditteam acht de wijze waarop de opleiding er voor zorgt dat studenten en docenten worden betrokken bij de interne kwaliteitszorg voldoende. Op basis van de verslagen van de Leerplancommissie en het Ontwerpersoverleg constateert het auditteam, dat met de docenten is gesproken over de interne kwaliteit van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 53
5.3.4. Het beroepenveld is bij de opleiding betrokken via de Beroepenveldcommissie, die in 2005 is opgericht. In deze commissie zitten professionals uit het afnemend beroepenveld. Zij komen drie maal per jaar bijeen met de Leerplancommissie en bespreken algemene ontwikkelingen in het beroepenveld, de nieuwe studiegids (inclusief literatuurlijst), de relatie tussen binnen- en buitenschools curriculum, en de bevindingen van deskundigen uit het beroepenveld t.a.v. de afstudeerders. Ook worden professionals uit het beroepenveld betrokken bij het afstuderen door als deskundige zitting te nemen in de examencommissie. Dit is er mede op gericht om feedback en tips te krijgen over het niveau van de afgestudeerden. In juni 2006 is daartoe onder de leden van de examencommissie een evaluatie gehouden. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verslagen van de bijeenkomsten met de Beroepenveldcommissie en constateert dat er met de leden van deze commissie is gesproken over de kwaliteit van de opleiding. In de twee overleggen die in het voorjaar van 2006 plaatsvonden is gesproken over de opleidingscompetenties, de inhoud van het curriculum, de praktijkcomponent binnen de opleiding en de doelgroep waar de opleiding zich op richt. 5.3.5. Alumni worden bij de opleiding betrokken door middel van een evaluatie die onder de afgestudeerden wordt gehouden nadat zij één jaar zijn afgestudeerd. Het auditteam heeft kennisgenomen van de uitkomsten van de eerste evaluatie die gehouden is in juni 2006 en constateert, dat de opleiding met het bevragen van de alumni zorgt dat ook afgestudeerden hun mening kunnen geven over de kwaliteit van de opleiding. In het ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ heeft het auditteam kunnen lezen welke verbeteracties de opleiding op basis van de kritiekpunten van de alumni heeft geformuleerd. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Studenten worden bij de interne kwaliteit van de opleiding betrokken door middel van diverse moduul evaluaties en het tevredenheidsonderzoek. Een Opleidingscommissie waarin afgevaardigden vanuit alledrie de leerjaren zitting zullen hebben start in 2006-2007. Docenten worden bij de interne kwaliteitszorg betrokken via de Leerplancommissie, het Ontwerpersoverleg en de Personeelsvertegenwoordiging. Ook zullen een aantal docenten zitting nemen in de Opleidingscommissie die in 2006-2007 start. Het werkveld wordt bij de interne kwaliteitszorg betrokken via de Beroepenveldcommissie, door zitting te nemen bij het afstuderen en naar aanleiding daarvan een evaluatieformulier in te vullen. Alumni worden bij de opleiding betrokken door middel van een evaluatie die onder de afgestudeerden wordt gehouden nadat zij één jaar zijn afgestudeerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 54
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de beide opleidingsvarianten als voldoende.
Hogeschool Hanzesteden heeft een notitie ‘Kwaliteitszorg binnen Hanzesteden’ beschreven op welke wijze de hogeschool in samenwerking met haar partners invulling geeft aan kwaliteitszorg. Een notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ is opgesteld. De kengetallen voor de tevredenheid van studenten, alumni en werkveld en personeel moeten nog worden vastgelegd. De Hogeschool werkt aan een ‘Kwaliteitshandboek’ met daarin een evaluatieplan waarin wordt aangeven welke kengetallen voor tevredenheid worden gehanteerd en hoe de organisatie borgt dat de uitkomsten van evaluaties via de PDCA-cyclus bijdragen aan continue verbetering. De opleiding Lifestyle Adviseur heeft in haar notitie ‘Evaluatie- en Verbeterplan’ aangegeven welke evaluatiecyclus gehanteerd wordt en welke gremia daarbij betrokken zijn en welke verbeteringen naar aanleiding van de gehouden evaluaties en gesprekken op de korte en middellange termijn worden nagestreefd. De opleiding is de afgelopen jaren aantoonbaar geëvalueerd. De uitkomsten van de periodieke evaluaties van de opleiding hebben de basis gevormd voor aantoonbare verbetermaatregelen. Een aantal van deze verbeteringen zijn reeds in 2004/2005 en 2005/2006 gerealiseerd, andere acties staan gepland voor 2006/2007 en de jaren daarna. Studenten worden bij de interne kwaliteit van de opleiding betrokken door middel van diverse evaluaties. Docenten worden bij de interne kwaliteitszorg betrokken via de Leerplancommissie, het Ontwerpersoverleg en de Personeelsvertegenwoordiging. Een Opleidingscommissie waarin studenten en docenten zitting zullen hebben, start in 2006-2007. Het werkveld wordt bij de interne kwaliteitszorg betrokken via de Beroepenveldcommissie, door zitting te nemen bij het afstuderen en naar aanleiding daarvan een evaluatieformulier in te vullen. Alumni worden bij de opleiding betrokken door middel van een evaluatie die onder de afgestudeerden wordt gehouden nadat zij één jaar zijn afgestudeerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 55
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Bevindingen 6.1.1. Aan het eind van de studie wordt nadat alle modulen en de stage met succes zijn voltooid, het afstudeerniveau vastgesteld door middel van een afstudeerproject. Dit is een opdracht van een opdrachtgever uit de praktijk. Bij het uitvoeren van deze opdracht komen alle geformuleerde opleidingscompetenties aan de orde. Om te bepalen of de student mag afstuderen, dus voor een examen/eindgesprek mag opgaan, speelt niet alleen het product een rol, maar ook hetgeen de student toont tijdens het proces. Dit moet de student vastleggen in zijn portfolio. Het afstudeerproject wordt begeleid door een door de opleidingsmanager aangewezen afstudeerbegeleider. De afstudeerbegeleider is van beroep interieurarchitect. De afstudeerbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding van de student en de beoordeling van de afstudeeropdracht. De afstudeerbegeleider bepaalt of de student blijk heeft gegeven over alle competenties te beschikken en of de opdracht gereed is om in te dienen voor het afstuderen. De afstudeerbegeleider is tevens aanwezig bij het eindgesprek. Onderwerp van het eindgesprek zijn: het afstudeerproduct; het resultaat van de module die op het afstudeerproject voorbereidt; het portfolio met producten uit het jaar 1 t/m 4 van de opleiding, waarin de student zijn ontwikkeling tijdens de opleiding laat zien, vergezeld van een verslag waarin hij reflecteert op die ontwikkeling. In het Handboek Afstudeerproject is vastgelegd wat er van de afstudeerbegeleider en de student wordt verwacht. 6.1.2. Bij het eindgesprek zijn naast de student tenminste aanwezig: de begeleider van het afstudeerproject; een docent van de opleiding; een externe deskundige uit het werkveld, die door de Examencommissie is benoemd. De afstudeercommissie concludeert of de student het gewenste HBO-niveau heeft. Om te garanderen dat daarbij alle competenties van het opleidingsprofiel een rol spelen wordt een scoringsformulier gehanteerd. Het eindgesprek is openbaar voor deskundigen uit het werkveld. Indien daar gebruik van wordt gemaakt dient dat een week voor het examen aan de Examencommissie te worden medegedeeld. Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop de opleiding het gerealiseerde eindniveau van de studenten borgt. De opleiding heeft duidelijk vastgelegd welke verschillende onderwijsactiviteiten een directe bijdrage leveren voor het bepalen van het eindniveau en de rol die het afstudeerproject en het eindgesprek hierin vervult. Het auditteam heeft ook kennisgenomen van de richtlijnen voor het afstudeerproject. Het auditteam is van mening, dat de opleiding op een heldere wijze heeft verwoord aan welke eisen dit afstudeerproject moet voldoen. Het auditteam heeft kunnen constateren, dat ook het beroepenveld wordt betrokken bij de begeleiding en beoordeling van de student. Het auditteam is van mening, dat de opleiding hiermee dit op een adequate wijze borgt, dat het afnemend beroepenveld inspraak heeft in het bepalen van het gerealiseerde niveau van de afstudeerders.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 56
6.1.3.Zoals al onder 1.1.6. is vermeld, leidt de opleiding uit een inventarisatie naar de snelheid waarmee afgestudeerden in het relevante beroepenveld een baan hebben gekregen af, dat de beginnend beroepsbeoefenaar met een HBO Lifestyle opleiding de startkwalificatie heeft die in het relevante beroepenveld vereist is. Van de 9 afgestudeerden hebben er 7 een passende baan aansluitend op hun afstuderen. De beide andere afgestudeerden zijn vooralsnog werkzaam gebleven in hun oorspronkelijke beroep en oriënteren zich nu in hoeverre ze een volledige overstap willen maken naar Lifestyle Adviseur als hoofdberoep. Daarnaast hebben 4 studenten die nog niet afgestudeerd zijn al wel een volwaardige baan als Lifestyle Adviseur. Ook dit is voor de opleiding een indicatie dat de opleidingcompetenties aansluiten bij het startniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Jaarlijks worden de bevindingen van de examinatoren t.a.v. de kwaliteit van het afstudeerwerk geëvalueerd. In het ‘Ontwerpersoverleg’, waarin leden van de afstudeercommissie die betrokken waren bij het beoordelen van het afstudeerwerk, zitting hebben, is geconstateerd dat de studenten het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebben behaald. Ook de leden van de Beroepenveldcommissie hebben in juni 2006 gekeken naar afstudeerwerk en zijn eveneens van mening dat de afgestudeerden het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebben behaald. Tijdens de audit hebben een aantal studenten aan het auditteam een presentatie gegeven van hun (afstudeer) werk. Het auditteam is op basis van eigen waarneming van de eindproducten die zijn gemaakt in het kader van het afstudeerproject van mening, dat deze producten van voldoende niveau zijn: de studenten hebben daarin laten zien, dat zij beschikken over de competenties die van de HBO-afgestudeerde Lifestyle Adviseur worden geëist. Ook de portfolio’s die ter inzage lagen tonen het bereiken van dit eindniveau aan.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleidingen als voldoende.
De opleiding heeft duidelijk vastgelegd welke verschillende onderwijsactiviteiten een directe bijdrage leveren voor het bepalen van het eindniveau en de rol die het afstudeerproject en het eindgesprek hierin vervult. Het beroepenveld wordt betrokken bij de begeleiding en beoordeling van de student. Daarmee borgt de opleiding, dat het afnemend beroepenveld inspraak heeft in het bepalen van het gerealiseerde niveau van de afstudeerders. Uit een inventarisatie naar de snelheid waarmee afgestudeerden in het relevante beroepenveld een baan hebben gekregen is af te leiden, dat de beginnend beroepsbeoefenaar met een HBO Lifestyle opleiding de startkwalificatie heeft die in het relevante beroepenveld vereist is. Eigen waarneming van de afstudeerproducten heeft tot het oordeel geleid dat deze producten van voldoende niveau zijn: studenten hebben daarin laten zien, dat zij beschikken over de competenties die van de HBO-student Lifestyle Adviseur worden geëist. Ook de portfolio’s tonen het bereiken van dit eindniveau aan.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 57
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Bevindingen 6.2.1. Hogeschool Hanzesteden heeft in een notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ vastgelegd welke kengetallen worden gehanteerd en aan welke streefcijfers moeten worden voldaan. Daarbij is aangesloten bij de cijfers zoals die gelden bij de Saxion Hogescholen. Deze zijn aangepast aan het karakter van de Hogeschool Hanzesteden als aangewezen hogeschool. (bijvoorbeeld: geen Bindend Studieadvies, geen Onderwijsvraagfactor). Zo zijn er voor het onderwijsrendement kengetallen en streefcijfers geformuleerd voor: Het totaal aantal ingestroomde studenten gesplitst in propedeuse en postpropedeuse Uitval eerste jaar Percentage studenten van een cohort dat na 2 jaar de propedeuse heeft behaald Percentage studenten van een cohort dat na 5 jaar is afgestudeerd Percentage studenten van een cohort dat binnen de nominale studieduur is afgestudeerd Percentage studenten van een cohort dat is afgestudeerd binnen de nominale studieduur + 1 jaar Percentage studenten dat minimaal 48 studiepunten heeft behaald. Per kengetal is een toelichting opgenomen. Voor de instroom hanteert Hogeschool Hanzesteden het streefcijfer dat in het Jaarplan en Businessplan is opgenomen. Geregeld wordt een maximum aan de instroom gesteld. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met opnamevermogen van het werkveld, het aantal beschikbare kwalitatief goede stageplekken of een opleidingsorganisatie die de groei moet kunnen bijhouden. Dit in tegenstelling tot de bekostigende hogeschool Saxion, die uitgaat van een instroom die tenminste gelijk is. Hanzesteden kent voor een aantal opleidingen een nominale studieduur van 3 jaar, waardoor bepaalde doelgroepen beter bediend worden. Voor deze opleidingen geldt dat het kan in drie jaar, maar ook in vier jaar. Ook de opleiding Lifestyle Adviseur biedt studenten die dat wensen de mogelijkheid om in 3 jaar af te studeren. Het is voor de opleiding interessant om te weten hoeveel studenten dit ook doen. Dit in tegenstelling tot de bekostigde Hogeschool Saxion, die als streefgetal 5 jaar hanteert, waarbij uitgegaan is van een nominale studieduur van 4 jaar + 1 jaar. Het auditteam heeft kennisgenomen van de notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ en is van mening, dat de opleiding op een duidelijke wijze heeft vastgelegd welke kengetallen en streefcijfers zij voor de opleiding Lifestyle Adviseur wil hanteren. 6.2.2. De opleiding Lifestyle Adviseur heeft de rendementscijfers over de jaren 2001 (start van de opleiding) tot heden (2006) in kaart gebracht en geanalyseerd. Op basis daarvan heeft de opleiding verbeteracties geformuleerd. Voorbeelden hiervan zijn:
er is nauwkeurig bijgehouden wie en met welke reden uitvallen. Belangrijkste reden bleek gebrek aan inzet. Daarom wordt hierop bij de voorlichting en intake nog nadrukkelijker gewezen; uit de kengetallen bleek dat het streefcijfer van 70% m.b.t. het percentage studenten dat binnen twee jaar de propedeuse haalt niet altijd wordt gerealiseerd. Van het cohort 2001 heeft 41 % de propedeuse in 2 jaar gehaald, van het cohort 2002 30%. Van het cohort 2004 is op het moment van opstellen van de rendementscijfers nog niets te zeggen. Dat deze rendementscijfers (nog) zo laag liggen bleek vooral zijn oorzaak te hebben in het feit, dat de oriënterende stage deel uitmaakt van de propedeuse.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 58
Met het beroepenveld is hierover gesproken. Het beroepenveld ziet weinig heil in een dergelijke stage in het eerste jaar en dit heeft ertoe geleidt dat studenten pas later in hun opleiding deze stage doen en dan pas een propedeusecertificaat kunnen krijgen. De opleiding heeft inmiddels besloten om per studiejaar 2007-2008 de oriënterende stage te vervangen door andere onderdelen die bijdragen aan de oriënterende, selecterende en verwijzende functie van de propedeuse. In het studiejaar 2006-2007 zal hierover overleg worden gevoerd met de verschillende gremia; uit de kengetallen bleek verder dat bepaalde streefcijfers mbt uitval en afstuderen niet worden behaald. Dat heeft te maken met het feit, dat studenten reeds tijdens de opleiding zó actief worden in het beroepenveld, in relevante functies, dat het voltooien van de opleiding in het slop dreigt te raken. Dit kan gezien worden als een teken van succes voor de opleiding, maar de opleiding vindt het toch een probleem. Studenten hebben op de langere termijn wel belang bij een HBO-diploma, wanneer zij bijvoorbeeld op enig moment voor een hogere functie in aanmerking willen komen of elders willen solliciteren. Naar aanleiding hiervan is actieve begeleiding ingezet gericht op het benutten en doen erkennen van de werkzaamheden en geleverde prestaties door de opleiding binnen de mogelijkheden die de OER biedt. Dit heeft er op korte termijn al toe geleid dat de meeste streefcijfers nu wel worden behaald. Een tweede maatregel is het aanbieden van een module in 2006-2007 tijdens het vierde studiejaar die zodanig voorbereid op het afstuderen, dat de student wordt gestimuleerd om het afstuderen daadwerkelijk ter hand te nemen.
Het auditteam heeft kennisgenomen van de inventarisatie en de analyse die de opleiding heeft gemaakt en de verbeterpunten die de opleiding naar aanleiding hiervan heeft geformuleerd. Het auditteam is van mening, dat de opleiding er door haar verbeterbeleid op een voldoende wijze voor zorgt dat de geformuleerde streefcijfers gehaald kunnen worden. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Hogeschool Hanzesteden heeft in een notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ vastgelegd welke kengetallen worden gehanteerd en aan welke streefcijfers moeten worden voldaan. De opleiding Lifestyle Adviseur heeft de rendementscijfers over de jaren 2001 (start van de opleiding) tot heden (2006) in kaart gebracht en geanalyseerd. Op basis daarvan heeft de opleiding verbeteracties geformuleerd.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de beide opleidingsvarianten als voldoende De opleiding heeft duidelijk vastgelegd welke verschillende onderwijsactiviteiten een directe bijdrage leveren voor het bepalen van het eindniveau en de rol die het afstudeerproject en het eindgesprek hierin vervult. Het beroepenveld wordt betrokken bij de begeleiding en beoordeling van de student, waarmee geborgd is, dat het afnemend beroepenveld inspraak heeft in het bepalen van het gerealiseerde niveau van de afstudeerders. Uit een inventarisatie naar de snelheid waarmee afgestudeerden in het relevante beroepenveld een baan hebben gekregen is af te leiden, dat de beginnend beroepsbeoefenaar met een HBO Lifestyle opleiding de startkwalificatie heeft die in het relevante beroepenveld vereist is. Eigen waarneming van de afstudeerproducten heeft tot het oordeel geleid dat deze producten van voldoende niveau zijn: studenten hebben daarin laten zien, dat zij beschikken over de competenties die van de HBO-student Lifestyle Adviseur worden geëist. Ook de portfolio’s tonen dit aan. Hogeschool Hanzesteden heeft in een notitie ‘Kengetallen en Streefcijfers’ vastgelegd welke kengetallen worden gehanteerd en aan welke streefcijfers moeten worden voldaan. De opleiding Lifestyle Adviseur heeft de rendementscijfers over de jaren 2001 (start van de opleiding) tot heden (2006) in kaart gebracht en geanalyseerd. Op basis daarvan heeft de opleiding verbeteracties geformuleerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 59
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd- deeltijd HBO BACHELOR OPLEIDING LIFESTYLE ADVISEUR voltijd - deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding
V
1.1. Domeinspecifieke Eisen
V
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie HBO
V
2. Programma
V
2.1. Eisen HBO
V
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
V
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
G
2.8. Beoordeling en Toetsing
G
3. Inzet van Personeel
V
3.1. Eisen HBO
G
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
V
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
V
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
V
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 60
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool Hanzesteden verzorgde voltijd en deeltijd HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 61
BIJLAGE I:
Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring auditoren
Ir. I.E. (Iris) Hobo van der Graaf Mevrouw Hobo van der Graaf studeerde aan de Academie Industriële Vormgeving in Eindhoven. Zij heeft reeds tientallen jaren ervaring als Industrieel Ontwerper bij onder andere Pemstar en Indes BV. Momenteel is zij werkzaam als Senior Industrieel ontwerper en tevens is zij lid van het managementteam van Panton. Daarnaast is zij coach Industrial Design Health bij de Technische Universiteit van Eindhoven. De heer L. (Louis) de Boer De heer de Boer studeerde interieurarchitectuur aan de Academie Beeldende Kunst en interieur aan de Kunstnijverheidsschool Amsterdam. Hij startte zijn loopbaan bij R.P de Boer woninginrichting te Bolsward, waar hij vanaf 1972 bedrijfsleider was. Sinds 1989 heeft de heer Boer een eigen bureau als interieurarchitect BNI in Heereveen. De heer de Boer was in 2005 en 2006 lid van de Nominatiecommissie BNI prijs en voorzitter PR groep BNI/WoonRAI Amsterdam W.S. (Bas) van Raay De heer van Raay is vierde jaars student aan de bachelor opleiding van Design Academy Eindhoven. Binnen de academie heeft hij in 2005 deelgenomen aan de Brainstorm Commissie. Tevens is hij sinds 2003 lid van de Opleidingscommissie. De heer van Raay liep stage bij Coelacanth K&H Architecture Office Tokio Japan en bij Studio Laarman in Rotterdam. Hij nam deel aan diverse exposities in Nederland en het buitenland. W.L.M. (Wienke) Blomen De heer Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en medeeigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Drs. R. F. H.M. Stapert Rob Stapert studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde / Algemene Taalwetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Tot 1981 was hij als docent werkzaam in Suriname. Nadien is hij in uiteenlopende functies betrokken geweest bij de ontwikkeling van het HBO (met name de lerarenopleidingen basisonderwijs en voortgezet onderwijs, de implementatie van het HBO Informatica Stimuleringsplan en de HBO fusie-operatie). Vanaf 1992 tot 2001 heeft Stapert in enkele Oost-Europese landen als long-term expert de uitvoering begeleid van EU Phare programma’s, gericht op innovatie van het middelbaar beroepsonderwijs en de introductie van hoger beroepsonderwijs. Van 2001 tot 2005 was hij intensief betrokken bij het management en coördinatie van het landelijk AXIS-programma gericht op een brede invoering van techniek in het Nederlandse basisonderwijs en de PABO’s. Thans is hij vooral werkzaam in het kader van de accreditatie-onderzoeken die door Hobéon certificering worden uitgevoerd.
G.C. (Rianne ) Versluis Mevrouw Versluis is in 1979 afgestudeerd aan de Pedagogisch Academie. Tot 2001 is zij werkzaam geweest in verschillende functies binnen het dovenonderwijs als leerkracht, intern begeleider en teamcoördinator. Daarna heeft zij in een gemeente een aantal jaren gewerkt als (senior) beleidsmedewerker Welzijn. Het formuleren van (nieuw) beleid op het brede terrein van welzijn was daar een van haar voornaamste taken. Bij Hobéon is zij nauw betrokken bij de accreditatie van hoger beroepsopleidingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 62
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 63
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 64
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 65
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 66
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 67
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur, Hogeschool Hanzesteden 68
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma Audit opleiding Lifestyle Adviseur – voltijd – deeltijd – Hogeschool Hanzesteden; 29 september 2006
Lokaal A1.31 A1.31
Tijd 08.30 – 08.45 08.45 – 09.00
Gesprekspartners Managementteam Bernadette Lohuis, directeur Hogeschool Hanzesteden Joop van Onzenoort, opleidingsmanager
A1.31
09.00 – 10.00
Managementteam
Auditoren Auditteam* Auditteam: Wienke Blomen, Louis de Boer Iris Hobo Rob Stapert Bas van Raay Rianne Versluis Auditteam
Bernadette Lohuis, directeur Hogeschool Hanzesteden Joop van Onzenoort, opleidingsmanager
A1.31
10.00 -10.45
Managementteam Bernadette Lohuis, directeur Hogeschool Hanzesteden Tineke Sessink, beleidsmedewerker
Wienke Blomen, Rianne Versluis
Onderwerpen Voorbespreking Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Internationalisering Innovatie Relatie beroepenveld Op hoofdlijnen: Personeel / Deskundigheidsbevordering Resultaten / rendementen Kwaliteitszorg Gedetailleerder: Personeel / Deskundigheidsbevordering Resultaten / rendementen Kwaliteitszorg
Leerplancommissie/Ontwerpers
A1.35
Rob Stapert Louis de Boer Iris Hobo Bas van Raay
Relatie beroepenveld Relatie opleiding AC, BE en FE Aansluiting instroom en programma Studeerbaarheid, Studielast Praktijkcomponent/stages Onderwijsontwikkeling Actualisering beroeps en -opleidingsprofiel Internationalisering
Auditteam Rob Stapert Iris Hobo Rianne Versluis
Interne terugkoppeling, verificatie Toetsen en beoordelen/validiteit/objectiviteit Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Resultaten / rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen Instroom Studeerbaarheid, Studielass
Stage/Afstuderen Paola de Bruijn, stage coördinator Annerieke Kooi, docent ontwerpen/lid examencommissie
Wienke Blomen, Louis de Boer, Bas van Raay
Studiebegeleiding Toetsen en beoordelen Relatie eindkwalificaties en programma Resultaten / rendementen
Kwaliteitszorg/Studiebegeleiding
Wienke Blomen, Louis de Boer Rianne Versluis Rob Stapert Iris Hobo Bas van Raay
Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten,alumni, werkveld Studieloopbaanbegeleiding Mentor/Afstudeerbegeleider Portfolio MBO trajecten/ Verkorte trajecten Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
Joop van Onzenoort, opleidingsmanager/ voorzitter leerplancommissie Paola de Bruijn, secretaris leerplancommissie, docent kunstgeschiedenis/schetsen/praktijk Henk ter Horst, lid leerplancommissie, docent materialen Annerieke Kooi, lid leerplancommissie, docent ontwerpen Amal Kafu, lid leerplancommissie, docent ontwerpen A1.31 A1.31
10.45 – 11.00 11.00 – 11.45
Toetsen en beoordelen/Examencommissie Joop van Onzenoort, opleidingsmanager/ voorzitter examencommissie Henk ter Horst, docent materialen/lid examencommissie
A1.35
A1.31
11.45 - 12.30
Joop van Onzenoort, opleidingsmanager Paola de Bruijn, mentor/afstudeerbegeleider
A1.31
12.30 – 13.15
Lunch
Auditteam
13.15 – 13.45
Rondleiding voorzieningen
Auditteam
Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen
Rob Stapert Iris Hobo Rianne Versluis
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Deskundigheidsbevordering Studiebegeleiding
Wienke Blomen, Louis de Boer Bas van Raay
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
Paola de Bruijn A1.31
13.45 -14.45
Docenten Paola de Bruijn, docent kunstgeschiedenis/ schetsen/praktijk Renze Koenes, docent schetsen Annerieke Kooi, docent ontwerpen
Studenten A1.35 Klaas Hogeweg, 3ejaars student (voltijd) Ramona Strijkveen, 3ejaars student (voltijd) Marije Souwman 2ejaars student (voltijd) Heleen van Bolderen, 3ejaars student (deeltijd) Riëtte Doldersum, 2ejaars student (deeltijd) Ido Stoter, 2ejaars student (voltijd) Irma Reijnders, alumni (deeltijd) A1.35
14.45 – 15.15
Presentatie (afstudeer)werk Klaas Hogeweg, 3ejaars student (voltijd) Ramona Strijkveen, 3ejaars student (voltijd) Marije Souwman 2ejaars student (voltijd) Heleen van Bolderen, 3ejaars student (deeltijd) Riëtte Doldersum, 2ejaars student (deeltijd) Ido Stoter, 2ejaars student (voltijd) Irma Reijnders, alumni (deeltijd)
Auditteam
A1.31
15.15 – 15.45
A1.31
15.45 – 16.00
A1.31
16.00 – 16.30
A1.31
A1.31
16.30 – 17.00
A1.31
17.00 – 17.30
* Auditteam: W. L.M. Blomen, (Wienke) L. de Boer (Louis) I.E. Hobo – v.d. Graaf (Iris) W.S. van Raay (Bas) Drs.R.F. Stapert (Rob) G.C. Versluis (Rianne)
Verificatie documenten
Auditteam
Nader te bepalen n.a.v. gesprekken
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen Pending issues
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
(Deel) Auditteam
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
(Deel) Auditteam
Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Terugkoppeling voorlopige beoordeling
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam
Lead-auditor / directeur Hobéon Groep Werkvelddeskundige – interieurarchitect vakdeskundige –Coach Industrial Design – TU Eindhoven/ senior Industrial Ontwerper - Panton Studentlid / student Design Academy Eindhoven Onderwijskundige/ senior adviseur Hobéon Certificering secretaris / adviseur Hobéon Certificering