ADVIES Mensenrechten op school
Juli 2015
INHOUD Samenvatting
3
1. Inleiding
4
2. Waarom mensenrechten op school?
5 5 6 7 9 10 12 13
3. Bouwstenen voor mensenrechten op school
14 14 14 15 16 18
4. Mensenrechten in het nationaal curriculum
19 19 20
2.1. De huidige schoolpraktijk 2.2. Ontwikkelingen in samenleving en politiek 2.3. De betekenis van mensenrechten en kinderrechten 2.4. De meerwaarde van mensen- en kinderrechten in het onderwijs 2.5. Samenhang met democratisch burgerschap en sociale schoolveiligheid 2.6. Waarden, normen en rechten 2.7. Zorgen voor mensenrechteneducatie is een plicht van de overheid 3.1. Wat is mensen- en kinderrechteneducatie? 3.2. Mensenrechtenvriendelijk schoolbeleid 3.3. Mensenrechtenvriendelijke relaties 3.4. Leren over mensenrechten binnen en buiten het curriculum 3.5. De schoolomgeving 4.1. Wat is wenselijk? 4.2. Belang van opleiding en training docenten
5. Conclusie
21
Bijlagen 1. Voorbeeld van een leerlijn Mensenrechteneducatie 2. Literatuurlijst
23 25
Advies Mensenrechten op school
2
SAMENVATTING Het College voor de Rechten van de Mens richt zich met dit advies tot het Platform Onderwijs2032. Dit Platform adviseert de staatssecretaris van OCW over een nieuw, toekomstgericht curriculum. Het College adviseert dat mensen- en kinderrechten een duidelijke plaats krijgen in het curriculum van het funderend onderwijs. Dat vergroot de kans dat scholen er daadwerkelijk mee aan de slag gaan. Zij die dat nu al doen, zullen zich daarin dan gesteund weten. Het College betoogt ook dat structurele aandacht voor mensenrechten en democratisch burgerschap de sociale schoolveiligheid vergroot en het pedagogisch klimaat verrijkt. Dat komt ten goede aan de leerresultaten. Mensenrechten zijn een verankering van gedeelde waarden in de Nederlandse samenleving en daarbuiten. Aandacht voor deze belangrijke rechten op school draagt daarmee ook bij aan de waarden- en identiteitsontwikkeling van leerlingen. Het bereidt hen voor op participatie in de samenleving. En vergroot de kans dat leerlingen de kernwaarden van de democratische rechtsstaat kennen en onderschrijven. Met een duidelijke plaats voor mensenrechten in het curriculum borgt Nederland bovendien ook de naleving van de verplichting uit het VN-Kinderrechtenverdrag (artikel 29). Dat komt ten goede aan de acceptatie en de naleving van de kinderrechten in Nederland. Veel scholen besteden op een of andere manier aandacht aan kinder- en mensenrechten. Meer structuur en verdieping is echter nodig om het echt bij de leerlingen te laten beklijven zodat zij kunnen bijdragen aan het herkennen, respecteren en bevorderen van mensenrechten in Nederland en elders. Het College meent dat een visiedocument voor het Nederlands funderend onderwijs het volgende dient te benadrukken: - De ontwikkeling van de leerling tot een verantwoordelijke burger die de gemeenschappelijke waarden en de mensen- en kinderrechten kent en begrijpt en er in het dagelijks leven voor kan opkomen; - Dat dit in samenhang met educatie voor democratisch burgerschap verwezenlijkt kan worden, wat ook de sociale veiligheid op school ten goede komt; - Dat mensen- en kinderrechten educatie gestalte krijgt door onderwijs over, door en voor deze rechten. - Dat scholen dit kunnen realiseren door mensen- en kinderrechten in de volgende bouwstenen vorm te geven: o In het schoolbeleid o Binnen de relaties op school o Door te leren over mensenrechten binnen en buiten het curriculum o Binnen de schoolomgeving Naast de visie zal ook meer concreet richting gegeven moeten worden aan de invulling ervan in het onderwijs, bijvoorbeeld via leerlijnen of specifieke kennisbases. Hiertoe kan een leerlijn democratisch burgerschap en mensenrechten voorgesteld worden. Om te bevorderen dat mensen- en kinderrechten ook in schoolvakken geïntegreerd wordt, dient het onderwijs over deze rechten ook in de vakgebonden eindtermen opgenomen te zijn. Ten slotte, maar misschien wel het allerbelangrijkst, vraagt het College aandacht voor het opnemen van onderwijs over mensen- en kinderrechten in het curriculum van de docentenopleidingen.
Advies Mensenrechten op school
3
1
Inleiding
Het College voor de Rechten van de Mens (College) levert met dit advies een bijdrage aan de maatschappelijke dialoog over de inhoud van het onderwijs en richt zich hiermee tot het Platform Onderwijs2032. Met het oog op de toekomst van de nu startende leerling, die in 2032 de arbeidsmarkt betreedt, wil de staatssecretaris van OCW het huidige curriculum herijken. Het moet een toekomstgericht curriculum opleveren, dat de leerling van nu helpt een competente, zelfbewuste en creatieve volwassene te worden. Het Platform Onderwijs2032 stelt een visiedocument op dat najaar 2015 gereed moet zijn.1 Daarna start het ontwerp- en wetgevingstraject voor de vernieuwing van de kerndoelen dat dan naar verwachting afgerond is in 2017. Het Platform heeft als opdracht om antwoord te geven op drie vragen: 1. Kwalificatie: welke kennis en vaardigheden zijn nodig om ervoor te zorgen dat leerlingen optimaal worden voorbereid op het vervolgonderwijs en de toekomstige arbeidsmarkt? 2. Socialisatie: welke kennis en vaardigheden zijn nodig om ervoor te zorgen dat leerlingen volwaardig leren participeren in een pluriforme, democratische samenleving, en welke waarden liggen hieraan ten grondslag? 3. Vorming: welke bijdrage kan het onderwijs leveren aan persoonsvorming en talentontwikkeling, en hoe kan dit tot uitdrukking komen in het curriculum?2 Het College voor de Rechten van de Mens onderstreept het belang van structurele aandacht voor mensen- en kinderrechten3 op school. Dat draagt bij aan zowel socialisatie als vorming van de leerling. De leerling die in 2032 van school komt, zal dan zijn of haar rechten en verantwoordelijkheden kennen en weet ze in de samenleving uit te oefenen. Hiermee zaait het onderwijs een toekomst van hoop en wordt onverdraagzaamheid en buitensluiting tegengegaan.
1
Kamerstukken II 2014/2015, 31293, 232 en 31289, 226. Kamerstukken II 2014/2015, 34000 VIII, 92, p. 2. 3 Kinderrechten zijn mensenrechten specifiek voor kinderen. Het College pleit voor aandacht voor beide groepen rechten op school, waarbij wel geldt dat vooral in het primair onderwijs kinderrechten het meest aansprekend zijn. 2
Advies Mensenrechten op school
4
2
Waarom mensenrechten op school?
2.1
De huidige onderwijspraktijk
Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse leerlingen weinig weten over kinder- en mensenrechten.4 Vanuit die constatering is het niet verbazend dat er in de onderwijspraktijk tot nog toe weinig structureel aandacht voor is geweest. In relevant lesmateriaal is er niet veel van terug te vinden.5 Wel organiseren scholen ad hoc activiteiten en projecten, aangeboden door bijvoorbeeld de organisaties van het Platform Mensenrechteneducatie en het Kinderrechtencollectief.6 Aandacht voor mensenrechten op school is daarmee afhankelijk van de inzet van enthousiaste docenten en het aanbod van gastlessen. Dit heeft ook tot gevolg dat in sommige scholen mensen en kinderrechten helemaal niet aan de orde komen. Leerlingen van die school krijgen er niets van mee. Ook diverse ministeries zijn zelf bezig met initiatieven voor onderwijs over onderwerpen die mensenrechten raken. De ministeries van BZK, SZW, VWS en OCW richten zich ieder tot scholen met onderwerpen zoals rechtsstaat en democratie, diversiteit, lessen over oorlog en vrede, emancipatie, burgerschap, anti-pestbeleid en passend onderwijs. Hiertoe ontwerpt de overheid soms specifieke wetgeving (bijvoorbeeld de Wet Actief burgerschap en sociale integratie 2005, Wet Passend onderwijs, voorstel tot Wet Sociale veiligheid op school), soms biedt zij hiertoe lesmateriaal aan.7 Uit rondetafelgesprekken over het curriculum die SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) eind 2013 organiseerde8, blijkt dat scholen dergelijke initiatieven ervaren als een stapeling van maatschappelijke thema's op het bordje van het onderwijs. Het is voor docenten onduidelijk wanneer het goed genoeg is. Schoolleiders en bestuurders hebben behoefte aan meer focus en samenhang, evenals ruimte om zelf afwegingen en keuzes te maken. De overheid zou een richtinggevend kader moeten vaststellen (zoals bijvoorbeeld in Schotland9), een visie op funderend onderwijs. Daarbij hoort bijvoorbeeld een aantal leerlijnen die door scholen kunnen worden geconcretiseerd in een eigen programma. De koppeling van inhoud aan een overkoepelende visie maakt het ook gemakkelijker om keuzes te verantwoorden aan de samenleving. De ontwikkelingen met betrekking tot het burgerschapsonderwijs zijn wat dat betreft illustratief. Scholen zijn sinds 2006 verplicht om onderwijs over burgerschap te bieden. Echter, scholen hebben een grote vrijheid bij de invulling van die burgerschapstaak. Er is weinig vastgelegd in wet- en regelgeving over de inhoud van burgerschapsonderwijs. Leraren en schoolleiders geven signalen dat zij te weinig richting en houvast vinden in het huidige formele curriculum. De onderwijsinspectie ziet dat de inspanningen van scholen voor burgerschapsonderwijs vaak nog weinig planmatig en beperkt gericht zijn op het bereiken van duidelijke leerdoelen. De inrichting van het onderwijs op dit terrein is vaak weinig geëxpliciteerd en de ontwikkeling vordert maar langzaam.10 De Onderwijsraad wees er in 2012 op dat ‘iets’ doen aan burgerschap wettelijk beschouwd genoeg is. De raad adviseerde om scholen en leraren hierbij meer te steunen, om systematische kennisopbouw te stimuleren en om scholen een inhoudelijk kompas te bieden.11
4
Zie bijvoorbeeld Maslovski e.a. 2010; European Commission 2009; NCDO 2014. Oomen en Vrolijk 2010; Thijs en de Ridder 2012. 6 Zie www.mensenrechteneducatie.nl en www.kinderrechten.nl. 7 Bijvoorbeeld www.burgerschapopschool.nl, Prodemos, derdekamer.nl. 8 Zie SLO 2014, vooral p. 3 – 4. 9 Jerome e.a. 2015, p. 60 – 62; en http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/schotland. 10 Inspectie voor het Onderwijs 2015, p. 24 - 25; Aanhangsel Handelingen II 2014/2015, 2161. 11 Onderwijsraad 2012. 5
Advies Mensenrechten op school
5
2.2
Ontwikkelingen in samenleving en politiek
Na het aanvankelijk enthousiasme over de nieuwe Wet Actief burgerschap en sociale integratie in 2005 ebde de aandacht voor burgerschap in het onderwijs weg. Recente ontwikkelingen en gebeurtenissen in de samenleving dragen echter bij aan hernieuwde aandacht. Te denken valt aan radicalisering, de aanslag op Charlie Hebdo, discriminatie, Zwarte Piet, (seksuele) diversiteit, pesten, voetbalrellen en omgaan met sociale media. Deze thema's zorgen voor discussie en soms polarisatie, die ook de school binnenkomt. Ze roepen vragen op over wenselijk en onwenselijk gedrag, over wettelijke grenzen en vrijheden. Ze dagen uit tot een gesprek over hoe we met elkaar omgaan en de mate van respect, openheid, geweldloosheid en verantwoordelijkheid die we daarbij hebben. In de politieke debatten wordt nu expliciet benadrukt dat kennis van en oefenen met grondrechten en mensenrechten essentieel is in de Nederlandse samenleving met alle diversiteit van opvattingen en culturen. Bijvoorbeeld: ‘Het is van groot belang dat burgers de kernwaarden burgers de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat onderschrijven en voelen dat zij kunnen en mogen deelnemen aan de samenleving en met anderen de dialoog aan kunnen gaan. Het is belangrijk dat leerlingen en studenten de grondrechten kennen, zoals het recht op vrije meningsuiting, de godsdienstvrijheid en het rechtop gelijke behandeling. Juist als deze rechten botsen, moeten leerlingen en studenten een evenwichtig oordeel kunnen vormen. Daarvoor zijn vaardigheden van belang, zoals je inleven in de positie van een ander, kritisch kunnen denken, in staat zijn tot dialoog en samenwerking, het eigen gelijk kunnen relativeren en het kunnen omgaan met afwijkende meningen en gedragingen. Deze vaardigheden zijn relevant voor alle domeinen van het leven, van de arbeidsmarkt tot vrijwilligerswerk en voor alle burgers, welke opleiding je ook hebt gevolgd.’12 Hieronder worden enkele van genoemde maatschappelijk thema's nader toegelicht. Leerlingen zijn pas in staat zijn om te leren en zichzelf te ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Het creëren en borgen van sociale veiligheid op school is daarom heel belangrijk. Sociale veiligheid schoolbreed garanderen kan door het bevorderen van sociaal gedrag en tegengaan van ongewenst gedrag, zoals agressie en geweld, pesten, seksueel overschrijdend gedrag en discriminatie. Dat kan door formele kaders vast te stellen waarin de grenzen van gedrag worden bepaald, wat gedaan wordt bij ongewenst gedrag en hoe zulk gedrag wordt tegengegaan. De school legt dit vast in een veiligheidsplan. Die formele kaders zijn echter niet voldoende: ze vormen slechts de randvoorwaarden voor een sociaal veilig schoolklimaat. Binnen die randvoorwaarden is het aan de school in zijn geheel om samen zorg te dragen voor een sociaal veilig schoolklimaat. Dat kan door democratisch burgerschap en mensenrechten schoolbreed op te pakken. In paragraaf 1.5 kijken we verder naar deze samenhang. De roep om versterking van sociale schoolveiligheid komt vooral voort uit de wens om pesten tegen te gaan. In 2013 publiceerde de Kinderombudsman hierover cijfers: één op de tien basisschoolkinderen wordt structureel gepest. Scholen gebruiken het verplichte pestprotocol niet altijd actief.13 Op 25 maart 2013 presenteerde de Kinderombudsman en staatssecretaris Dekker van OCW een plan van aanpak tegen pesten. Vervolgens ging het wetsvoorstel Sociale veiligheid op school voortvarend in behandeling en deze zal in
12 13
Kamerstukken II 2014/2015, 34000 - VIII, 93, p. 1 - 2 en 6; Kamerstukken II 2014/2015, 31293, 245, p.14 e.v. Kinderombudsman 2014, p. 125.
Advies Mensenrechten op school
6
augustus 2015 van kracht zijn.14 Scholen zijn dan wettelijk verplicht actief beleid te voeren om te zorgen voor een sociaal veilige leeromgeving.15 Sociale veiligheid op school speelt ook een rol bij het tegengaan van radicalisering van jongeren. In deze tijd is er vooral aandacht voor islamitische radicalisering en jihadisme. Maatschappelijke achterstand en ervaren buitensluiting en discriminatie zijn factoren die bijdragen een de voedingsbodem tot radicalisering. In het maatschappelijk en politiek debat wordt het onderwijs veel genoemd bij de aanpak ervan. Vorming op het gebied van burgerschap en mensenrechten speelt hierbij een proactieve en preventieve rol. 'Kinderen die al vroeg een gevoel van burgerschap krijgen bijgebracht en die hebben geleerd om op een open manier een dialoog te voeren over hun normen en waarden, zijn later minder vatbaar voor radicale denkbeelden.' De schoolgemeenschap fungeert dan als oefenplaats, in de klas wordt aan kennis, houding en vaardigheden op dat vlak gewerkt en de leerlingen leren elkaar beter kennen (sociale binding).16 Scholen maken ook diversiteit, waaronder seksuele diversiteit, steeds meer onderwerp van gesprek. Speciale aandacht is nodig voor seksuele diversiteit om leerlingen en onderwijspersoneel met lesbische, homoseksuele of biseksuele gevoelens en ‘genderkinderen’. De monitor ‘Sociale veiligheid in en rond scholen’ laat zien dat lhbtleerlingen zich op school minder veilig voelen dan heteroleerlingen. Zij hebben meer te maken met (grof) geweld, pesten, buitensluiting, roddels en kwetsende grappen.17 Sinds 2012 verplichten kerndoel 38 (po) en 43 (vo) dat scholen aan leerlingen leren om '(...) respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit'. Deze maatschappelijke thema's kunnen goed aan mensen- en kinderrechten gekoppeld worden. Daar komt bij dat veel schoolleiders en docenten de huidige nadruk op taal en rekenen te sterk vinden. Dit blijkt uit een veldverkenning van SLO in 2014 onder docenten, schoolleiders en bestuurders (uit PO en VO).18 De wens leeft om meer aandacht te kunnen geven aan de maatschappelijke taken van het onderwijs maar dan dienen deze wel meer samenhangend geordend te zijn. Naar de mening van het College kan mensenrechten op school voor deze samenhang zorgen. Er zijn dus veel aanknopingspunten om op school aandacht aan mensenrechten te besteden. Maar wat is de betekenis van mensenrechten, waar staan ze voor?
2.3
De betekenis van mensen- en kinderrechten
Mensenrechten beogen datgene te beschermen waardoor een mens in waardigheid kan leven en zichzelf kan ontplooien. Mensenrechten gelden voor iedereen, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, leeftijd, nationaliteit, godsdienst of seksuele geaardheid. Ze zijn gebaseerd op waarden als respect, gelijkwaardigheid, menselijke waardigheid, inclusiviteit, participatie en verantwoordelijkheid voor elkaar. Ieder mens telt. Vanuit overeenstemming over dergelijke waarden kwamen staten tot overeenstemming over de verschillende mensenrechten. Al vóór de Tweede Wereldoorlog waren in verschillende landen al wel een aantal mensenrechten vastgelegd, zoals het verbod op slavernij, de gelijkheid tussen man en vrouw en het recht op onderwijs. De idee van de mensenrechten 14
Kamerstukken I, 2014-2015, 34130, A. Zie ook https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34130_invoeren_van_de_verplichting 15 PO-Raad, VO-Raad 2014; www.schoolenveiligheid.nl. 16 Spee en Reitsma 2015, p. 6; Kamerstukken II, 2014/2015, 29754, 305, p. 2. 17 Sijbers e.a. 2014, p. 55 - 67. 18 SLO 2014.
Advies Mensenrechten op school
7
stamt zelfs uit de 17e en 18e eeuw.19 Maar de verwoestende Tweede Wereldoorlog en de oprichting van de Verenigde Naties in 1945 gaven zowel de urgentie alsook de mogelijkheid om met een groot aantal landen afspraken te maken over fundamentele rechten en vrijheden. In 1948 werden deze rechten van de mens als eerste internationaal vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Een tekst die als geen ander wereldwijd vertaald is, ontelbare keren aangehaald en opgenomen in grondwetten en verdragen.20 De UVRM benadrukt in de eerste paragraaf dat de erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle mensen, het fundament is van vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld. De mensenrechten zijn vervolgens juridisch bindend vastgelegd in verschillende VNverdragen, zoals het Internationaal Verdrag over Burger- en Politieke Rechten, het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale en Culturele Rechten, het AntiRascismeverdrag, het Vrouwenverdrag en het Kinderrechtenverdrag. Dit laatste verdrag bevat rechten en beginselen die speciaal voor kinderen gelden. Dit vanwege de grotere kwetsbaarheid en afhankelijkheid van kinderen. Het verdrag legt vast wat ieder kind nodig om zo goed mogelijk groot te worden. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, met het daaraan verbonden Europees Hof voor de Rechten van de Mens, speelt een belangrijke rol in Nederland. Mensenrechten zijn niet star: ze laten nationale overheden eigen beleidsruimte om vorm te geven aan het eigen rechtsstelsel en rekening te houden met relevante omstandigheden zoals de samenstelling van de bevolking en de morele opvattingen in dat land. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dit in zijn uitspraken vorm gegeven. Vanwege het fundamentele karakter nemen mensenrechten een bijzondere plaats in binnen het recht. Nationale wetgeving, beleid en praktijk moeten in overeenstemming zijn met deze internationale normen. Mensenrechten geven vaak een ondergrens aan: onder geen enkele omstandigheid mag het niveau van bescherming dan zakken onder dat wat als mensenrecht is gegarandeerd. Zo is een van die minimumgaranties dat alle staten die het Kinderrechtenverdrag geratificeerd hebben, verplicht zijn te voorzien in gratis basisonderwijs voor alle kinderen. Een andere ondergrens is dat niemand gediscrimineerd mag worden. Mensenrechten kunnen zo beschouwd worden als de spelregels van de democratische rechtsstaat. In de Nederlandse Grondwet zijn ze verankerd als grondrechten in de artikelen 1 tot en met 23. Daarmee zijn het de grondprincipes van het hele sociale, juridische en politieke stelsel. Mensenrechten beschermen tegen de macht van de staat. Waar alle mensen 'drager' zijn van mensenrechten vanwege hun mens-zijn, is de regering 'geadresseerde' van de mensenrechten: zij dienen waarborgen te scheppen voor de zo volledig mogelijke zelfontplooiing van mensen. De overheid heeft enerzijds een negatieve verplichting, om zich te onthouden van inmenging in vrijheden als de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Anderzijds moeten overheden een leven in menselijke waardigheid garanderen en zijn hiermee ook verplicht tot bepaalde inspanningen, een positieve verplichting. Om te zorgen voor bijvoorbeeld onderwijs voor alle kinderen, een behoorlijke levensstandaard en bescherming tegen geweld. Iedereen kan op mensenrechten een beroep doen: jezelf en de ander, dichtbij en ver weg. Ze zijn wederkerig: ze gelden voor jou en mij en dat kan alleen maar als wij elkaars rechten zoveel mogelijk respecteren. Mensenrechten gelden op school, op straat en thuis. Mensenrechten zijn ook wederkerig in de relatie tot de overheid: de overheid kan gehoorzaamheid eisen maar zij moet op haar beurt de rechten van de onderdanen eerbiedigen.21 19 20 21
Van der Wal 2015, p. 57 - 60. Bronkhorst 2013, p. 5 ev. Naber 2015, p. 68.
Advies Mensenrechten op school
8
2.4
De meerwaarde van mensen- en kinderrechten in het onderwijs
In Nederland vinden we het heel gewoon dat iedereen naar school kan gaan, dat we streven naar passend onderwijs, dat we pesten niet tolereren en dat we elke leerling ongeacht achtergrond of afkomst voorbereiden op een plek in de samenleving. Mensenrechten spelen een prominente rol in ons leven en ook in het onderwijs van alledag, al zijn we ons daar vaak niet van bewust. Bij 'mensenrechten' denken velen in ons land in eerste instantie aan ernstige schendingen elders in de wereld. In Nederland lijken we ze niet nodig te hebben want we hebben het hier toch goed? In termen van beeldspraak: we hebben de rechten van de mens in ons land lang opgeborgen in de vitrinekast. Ze zien er mooi uit maar we halen ze er alleen uit voor buitenlandse zaken om daar te wijzen op misstanden. De kennis over mensenrechten is onder Nederlanders, waaronder scholieren, erg gering, zeker in vergelijking met andere Europese landen.22 Maar mensenrechten zijn wel degelijk waardevol in Nederland. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de jaarlijkse Mensenrechtenrapportage van het College voor de Rechten van de Mens en rapporten van Amnesty International, waarin de Nederlandse overheid aanbevelingen krijgt op allerlei terreinen.23 Kwetsbare mensen, zoals mensen met een beperking, ervaren dagelijks dat mensenrechten niet vanzelfsprekend zijn en merken dat de overheid mensenrechten meer ziet als een gunst dan als een recht. Zeker in deze tijd van polarisatie van opvattingen en uitingen is kennis en toepassing van mensenrechten essentieel. Om in de beeldspraak te blijven: het is tijd om mensenrechten uit de vitrinekast te halen, ze bewust af te stoffen en te doorleven. Want mensen- en kinderrechten bieden een stabiel normenkader. Stabiel want onvervreemdbaar; garanties vallen niet weg wanneer er een andere politieke wind waait. Om die reden is het belangrijk te leren kijken door een 'mensenrechtenbril': te herkennen wanneer het om mensenrechten gaat, wat ze betekenen en hoe je deze in de samenleving kunt naleven. Staatssecretaris van OCW, Sander Dekker, citerend: 'Die [fundamentele] waarden zijn on-onderhandelbaar in een land als Nederland. Ze zijn vastgelegd in de Grondwet en in de verklaring van de rechten van de mens. Die globale en abstracte uitgangspunten moet je aan kinderen uitleggen en je moet handen en voeten geven aan de betekenis daarvan voor het functioneren in het dagelijks leven. (..) Ik hoor vaak van leraren en schoolleiders dat dat een worsteling is en dat het soms moeilijk is om daar vorm en inhoud aan te geven. Daar moet je niet voor weglopen of wegduiken. Je moet het moeilijke gesprek aangaan.(..) Op die plekken waar het wrijft, waar het schuurt en waar spanning ontstaat, is er des te meer reden om dat gesprek te voeren, hoe ingewikkeld dat ook is. Tegelijkertijd zie ik dat leraren daarmee worstelen.'24 Het is begrijpelijk dat leraren het gesprek in de klas over de democratische rechtsstaat en mensenrechten lastig vinden, want hier werd tot nog toe vanuit de overheid weinig nadruk op gelegd. In de meeste docentenopleidingen wordt er ook weinig aandacht aan besteed. Mensenrechtenkwesties leveren soms lastige dilemma’s op. Bijvoorbeeld: onder het mom van vrije meningsuiting zet je berichten op sociale media. Maar levert het ongevraagd posten van berichten of foto’s van iemand anders een schending van de privacy op? Naar aanleiding van de moordaanslag bij het tijdschrift Charlie Hebdo: waar liggen de grenzen 22
Zie Maslowski et al 2010; European Commission 2009; NCDO 2014. Illustratief zijn de gesprekken die gevoerd worden in het kader van de Amsterdamse mensenrechtenagenda, zie http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/sociaal/onderwijs-jeugd-zorg/diversiteit/amsterdamse/. 23 Te downloaden vanaf www.mensenrechten.nl/publicaties/detail/35660 en www.amnesty.nl/nederland. 24 Kamerstukken II 2014 - 2015, 31293, nr. 245, p. 14 - 15.
Advies Mensenrechten op school
9
van de vrijheid van meningsuiting en hoe ga je daar mee om? Mag je je religie overal uiten en zowel op school, straat en op het werk bijvoorbeeld een hoofddoekje dragen? Worden lhbt-leerlingen op school geaccepteerd of buitengesloten? Deze onderwerpen spelen in de samenleving en in meer of mindere mate ook op school. Leerlingen horen hiervan en spreken er thuis en met vrienden over. Dit is medebepalend voor hoe de leerlingen op school met elkaar omgaan. Als in de klas over bovengenoemde voorbeelden gesproken wordt, dan gaat het vaak niet expliciet over het betreffende recht maar meer over wat de leerlingen er zelf van vinden. Dat is ook zeker belangrijk. Maar zo’n gesprek kan ook ingaan op de relevante mensenrechten, de basisregels van de democratische rechtsstaat. Want ook kennis van en oefenen met het handelen in overeenstemming met de mensenrechtelijke regels biedt houvast bij de identiteitsontwikkeling van leerlingen. En om mee te kunnen praten en als burger aanspraak te kunnen maken op mensenrechten is het nodig dat leerlingen deze herkennen en respecteren. Uit diverse evaluaties blijkt bovendien dat een schoolbrede aanpak van mensen en kinderrechten zorgt voor een beter schoolklimaat. De evaluatie van het Right Respecting School project van Unicef Verenigd Koninkrijk concludeerde: ‘De aanpak had een diepgaand effect op de meerderheid van de deelnemende scholen. Sommige deelnemers noemden het een ‘life-changing experience’. Bij de meeste scholen was sprake van een significant positief effect op de school ethos, onderlinge relaties, inclusiviteit, begrip van de bredere samenleving en van betrokkenheid bij de schoolgemeenschap. Ook de Kinderrechtenschool heeft dergelijke goede resultaten. Ook Covell en Howe geven diverse aansprekende voorbeelden.25
2.5
Samenhang met democratisch burgerschap en sociale schoolveiligheid
Burgerschap en mensenrechten liggen in elkaars verlengde, gaan hand in hand met elkaar. De onderbouwing ervan is sterk gelijkend. Dit wordt ook onderstreept door het Handvest van de Raad van Europa over 'onderwijs voor democratisch burgerschap en mensenrechten' dat uitdrukt dat de beide onderwijsvelden nauw verbonden zijn en elkaar ondersteunen. Artikel 3 stelt: ‘Ze verschillen in focus en bereik meer dan in doelstellingen en in de praktijk. Onderwijs voor democratisch burgerschap focust hoofdzakelijk op democratische rechten en verantwoordelijkheden en actieve participatie, in relatie tot de civiele, politieke, sociale, economische, juridische en culturele terreinen van de samenleving. Terwijl mensenrechteneducatie zich verhoudt tot het bredere spectrum van mensenrechten en fundamentele vrijheden in alle delen van het menselijk leven'.26 Burgerschapsonderwijs legt meer nadruk op verantwoordelijkheden en op het bijdragen aan de gemeenschap, terwijl bij mensenrechten vooral de rechten van mensen zelf in een samenleving worden benadrukt en de verantwoordelijkheid van de overheid ter realisering daarvan. Maar er is dus een aanzienlijke overlap. Volgens de Onderwijsraad moet burgerschapsonderwijs niet alleen sociale omgangsvormen bevorderen maar ook democratisch burgerschap. De raad was van mening dat, hoewel de scholen zelf invulling geven aan burgerschapsonderwijs, de burgerschapsopdracht wel een gemeenschappelijke inhoudelijke kern omvat. Die inhoudelijke kern van burgerschapsonderwijs bestaat volgens 25 26
Sebba en Robinson 2010, p. 3 – 6; www.kinderrechtenschool.be; Covel en Howe 2005. Raad van Europa 2010. Cursivering door auteur.
Advies Mensenrechten op school
10
de raad om leerlingen te leren functioneren, vanuit eigen idealen, waarden en normen, in een pluriforme democratische gemeenschap, en om het vermogen te ontwikkelen aan deze samenleving een eigen bijdrage te (willen) leveren. Daarvoor is nodig kennis over de democratische rechtsstaat en de waarden en spelregels die hieraan ten grondslag liggen (mensenrechten dus), en identiteitsontwikkeling van leerlingen. De ontwikkeling van en reflectie op eigen idealen, normen en waarden en de eigen positie in de samenleving.27 In 2012 publiceerde SLO een curriculumvoorstel over burgerschaps- en mensenrechteneducatie. Omdat: 'Duidelijk is dat MRE en burgerschapsvorming elkaar kunnen versterken. Burgerschap en de daarmee samenhangende formele en informele plichten en verwachtingen kunnen niet zonder de rechten van individuen in de samenleving.'28 Daarnaast, zoals hierboven al geconstateerd, is er ook een sterke samenhang tussen democratisch burgerschap, mensenrechten en sociale schoolveiligheid. Die samenhang is hieronder in beeld gebracht.
Sociale veiligheid
Democratisch burgerschap
Formeel kader Sociale competenties Omgaan met conflicten Omgaan met diversiteit Vorming van eigen identiteit Verantwoordelijkheid leefgemeenschap Bevorderen basiswaarden, houding en vaardigheden voor participatie in democratie
Kennis democratische rechtsstaat Kritisch leren participeren in samenleving
Mensenrechten
Betekenis mensenrechten voor individu en samenleving (lokaal en mondiaal)
In deze volle breedte is er een formeel kader om onveiligheid tegen te gaan én hebben leerlingen ruimte om te ontdekken waar grenzen liggen, om fouten te maken, om te leren verantwoordelijkheid te nemen en daarop te worden aangesproken. Voor leerlingen is de school niet alleen de plek waar ze lesstof leren, maar ook de plek waar zij leeftijdsgenoten ontmoeten en waar zij kennismaken met de samenleving en verschillen in 27 28
Onderwijsraad 2012, p. 14 - 16. Bron en Van Vliet 2012, p. 11.
Advies Mensenrechten op school
11
normen, waarden en omgangsvormen.29 Daarbij is het behulpzaam als je mensenrechten en de onderliggende waarden op school meer centraal stelt.
2.6
Waarden, normen en rechten
In dit verband is het goed om kort in te gaan op de relatie tussen waarden, normen en rechten. Scholen moeten een structureel aanbod hebben dat zich richt op de overdracht van basiswaarden, zo stelt het Toezichtkader actief burgerschap en sociale integratie van de Inspectie van het Onderwijs.30 De Onderwijsraad onderzocht de vraag welke waarden zich lenen voor overdracht aan leerlingen. De raad ziet democratie als verbindende factor tussen burgers en formuleert vandaar uit een gemeenschappelijke set van waarden. 'Inhoudelijk gaat het om waarden als gelijkwaardigheid en gelijke behandeling; vrijheid van godsdienst en levensovertuiging; vrijheid van meningsuiting; vrijheid van vereniging, vergadering en betoging; eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en onaantastbaarheid van het menselijk lichaam'. Tegelijk constateert de raad dat de democratie zich juist kenmerkt door een diversiteit van waarde opvattingen: 'Over de inhoud en betekenis van elke waarde vindt een voortdurend maatschappelijk debat plaats, waarvan de uitkomst nooit definitief is.'31 Het College merkt op dat de Onderwijsraad hier inderdaad fundamentele waarden opsomt. Deze waarden zijn vastgelegd als mensenrechten. Mensenrechten zijn geen 'ideologische leidraad' (in tegenstelling tot wat de raad stelt32) maar juridisch bindende normen, in dit geval rechten en vrijheden, waar iedereen in Nederland een beroep op kan doen. De overheid is verplicht deze na te leven. De Nederlandse en internationale rechtspraak past deze toe. Inderdaad is hier wel maatschappelijk debat over en dat is ook goed. Maar bij botsing van rechten en vrijheden zijn er in wetten en rechtspraak wel grenzen. De gelding van de verdragen waarin mensenrechten staan, verandert alleen als de verdragsstaten overeenkomen een verdrag te wijzigen of bij opzegging van het verdrag door een verdragsstaat. En vooral dat laatste gebeurt zelden. Het is belangrijk dit aan leerlingen over te brengen. Zeker voor kinderen is het heel krachtig om te leren dat zij zelf rechten hebben en dat volwassenen, en vooral de overheid, die horen na te komen. Het één op één overdragen van waarden op een leerling is haalbaar noch zinvol. Een waarde krijgt pas betekenis als een leerling deze weet in te passen in zijn of haar persoonlijke levensovertuiging. In een school als waardengemeenschap, waar duidelijk is welke waarden en normen (gedragsregels) gelden, wordt de leerling hiertoe uitgedaagd. Een expliciete schoolvisie op waarden helpt de leerling te stimuleren zich te ontwikkelen tot een waarderend burger.33 Zeker als zij daar op school mee kunnen oefenen. Dezelfde betekenis biedt de kennismaking met de gemeenschappelijke waarden van de Nederlandse samenleving, waaronder de vastgelegde mensenrechten. Het is belangrijk dat leerlingen de betekenis van deze waarden, normen en rechten leren en ermee oefenen op school. 'Democratieopvoeding is zo niet langer slechts een kwestie van persoonlijke pedagogische keuzes, maar tevens een urgente pedagogische verantwoordelijkheid van de samenleving, ten behoeve van het algemeen belang.'34 De polarisatie van meningen en uitingen in Nederland, de verharding van de samenleving, maakt dit eens te meer urgent.35 29
http://www.schoolenveiligheid.nl/expertise/sociale-veiligheid-2/#sociale-veiligheid Inspectie van het Onderwijs 2006. 31 Onderwijsraad 2012, p. 14 - 15. Zie ook de brochure Kernwaarden van de Nederlandse samenleving van Prodemos, in opdracht van het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid (2014). 32 Onderwijsraad 2012, p.16. 33 Klaassen en Veugelers 2009; Onderwijsraad 2012 p. 14; Pauw 2013, p. 22. 34 De Winter 2004, p. 3. 35 Zie ook Kamerstukken II 2014/2015, 31289, 226; 31293, 245; 34000-VIII, 93. 30
Advies Mensenrechten op school
12
2.7
Zorgen voor mensenrechteneducatie is een plicht van de overheid
De VN heeft een speciaal Wereld-actieprogramma over mensenrechteneducatie. Dit programma roept nationale overheden op om mensenrechten op te nemen in het lager, middelbaar en hoger onderwijs.36 Het recht op onderwijs over mensenrechten is ook vastgelegd in mensenrechtenverdragen, onder meer in artikel 29 Kinderrechtenverdrag. Dit artikel stelt de onderwijsdoelen vast en luidt (in gewoon Nederlands): ‘Kinderen moeten hun talenten kunnen ontwikkelen, of het nu gaat om tekenen of taal, sport of om kunst. Kinderen moeten worden voorbereid op een leven in een wereld waarin je vrij bent. Ze moeten leren over mensenrechten. En ze moeten leren hun ouders, anderen en de natuur te respecteren.’37 Nederland heeft het Kinderrechtenverdrag geratificeerd en is daarmee verplicht om te garanderen dat scholieren kinder- en mensenrechten leren en begrijpen. De Nederlandse overheid heeft zich hier tot nu toe echter niet zo voor ingespannen. Dat concludeerde onder andere het Kinderrechtencomité toen het in 2009 met de Nederlandse overheid besprak in hoeverre het verdrag werd nageleefd. Het Comité deed toen de aanbeveling om meer moeite te doen om te zorgen dat het Verdrag breed bekend is onder volwassenen en kinderen. Het Comité raadde aan ‘om een systematisch trainingsprogramma op te zetten in de principes en bepalingen van het Verdrag voor kinderen, ouders en alle professionals die voor en met kinderen werken’ en om ‘ervoor te zorgen dat mensen- en kinderrechteneducatie in elk niveau in het schoolcurriculum wordt opgenomen’.38 In 2015 kreeg Nederland opnieuw de aanbeveling om onderwijs over kinderrechten in het curriculum op te nemen.39 In 2009 gaf de toenmalige minister van Jeugd en Gezin, André Rouvoet, als reactie kinderrechten wel belangrijk te vinden maar het niet in een onderwijsprogramma vast te willen leggen.40 Opeenvolgende bewindslieden op het ministerie van OCW waren van mening dat in Nederland de vrijheid van onderwijs (artikel 23 Grondwet) belet dat door de overheid meer concreet gestimuleerd wordt dat scholen expliciet aandacht besteden aan mensenrechten.41 Omdat het geven van burgerschapsonderwijs wel verplicht is en mensenrechten daar volgens hen onderdeel van uitmaakt, zou dat voldoende waarborgen geven. Alleen kerndoel 47 voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs noemt expliciet het leren over mensenrechten. Enkele andere raken eraan.42 Maar, zoals gezegd, in de praktijk hebben mensenrechten geen structurele plek in het Nederlands onderwijs.
36
UN, UNESCO & OHCHR 2006. Het Actieprogramma roept ook op tot mensenrechtentraining voor onderwijzers, ambtenaren, politie, justitie, militairen en journalisten. Ook relevant zijn de gezaghebbende VN-Verklaring over Mensenrechteneducatie en Training (2012) en het eerder genoemde Handvest over Educatie voor Democratisch Burgerschap en Mensenrechteneducatie van de Raad van Europa (2010). 37 UNICEF Nederland, p.26. Cursivering door auteur. 38 Committee on the Rights of the Child, Concluding observations, 27 maart 2009, CRC/C/NLD/CO/3. 39 Committee on the Rights of the Child, Concluding observations, 8 juni 2015, CRC/C/NDL/CO/4. 40 Kamerstukken II 2008/2009, 31001, 66, p. 2. 41 Bijvoorbeeld antwoord minister Van Bijsterveld-Vliegenthart op vragen van Çelik en Arib, 5 oktober 2011. 42 Zoals kerndoel 37 voor het primair onderwijs: “De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.” en kerndoel 44 voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs: “De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.”
Advies Mensenrechten op school
13
3
Bouwstenen voor mensenrechten op school
3.1
Wat is mensen- en kinderrechteneducatie?
Bij het pleidooi voor meer aandacht voor mensenrechten op school wordt vaak gesproken over 'mensenrechteneducatie'. Mensenrechteneducatie is ontstaan vanuit een maatschappelijke relevantie. Dat was na de Tweede Wereldoorlog heel duidelijk, maar is ook in de huidige pluriforme samenleving actueel. Belangrijk daarbij is dat mensenrechteneducatie bijdraagt aan een mensenrechtencultuur, dat wil zeggen een cultuur waarin mensenrechten door iedereen in de maatschappij gerespecteerd worden, en dat deze worden begrepen en bevorderd. Het heeft dus een inherent veranderingsdoel. Mensenrechteneducatie is daarom meer dan alleen over de diverse rechten leren. Om de leerlingen de betekenis van mensenrechten echt goed te laten begrijpen, is het belangrijk zich op verschillende leerdimensies te richten en mensenrechteneducatie schoolbreed op te pakken. De school werkt er dan aan om mensenrechtenprincipes in alle facetten van het schoolleven te integreren. Om steeds opnieuw door een mensenrechtenbril te kijken naar het schoolleven en daar consequenties uit te trekken. Mensenrechteneducatie wordt alom beschouwd als onderwijs over, door en voor mensenrechten: Onderwijs over mensenrechten: kennis en begrip van mensenrechtennormen, beginselen en verdragen en ook de onderliggende waarden. Bij kinderrechteneducatie staat het Kinderrechtenverdrag centraal. Onderwijs door mensenrechten: leren door inclusieve, participerende en democratische methodes die de rechten van zowel docenten als leerlingen respecteren. Practice what you preach. Onderwijs voor mensenrechten: onderwijs waarbij mensenrechten in de praktijk worden gebracht, dat mensen in staat stelt hun eigen rechten uit te oefenen en om die van anderen te respecteren en te bevorderen.43 Deze componenten vormen de basis voor een schoolbrede aanpak, die vervolgens op verschillende manieren vorm kan krijgen. Hieronder beschrijven we de aanpak voor een 'mensenrechtenvriendelijke school' die Amnesty International44 heeft ontwikkeld. Ook Unicef45 en het Belgische project Kinderrechtenschool46 hebben een eigen aanpak ontwikkeld, allen met sterke gelijkenis.
3.2
Mensenrechtenvriendelijk schoolbeleid
Belangrijk bij het werken aan een mensenrechtenvriendelijk schoolbeleid is vooral dat alle deelnemers op school (leiding, docenten, leerlingen) hierin participeren. Het gaat dan om de manier waarop de school wordt bestuurd en geleid. Dit omvat het leiderschap zelf, de ontwikkeling van een schoolvisie en -missie, de ontwikkeling en toepassing van schoolbeleid en procedures en het afleggen van verantwoording (transparantie). Mensenrechten kunnen als kader dienen voor het gezamenlijk bepalen van de schoolregels en omgangsvormen. Leerlingenraden en andere manieren van inspraak kunnen hieraan bijdragen. De school kan mensenrechten en de onderliggende waarden expliciet in het schoolbeleid uitwerken en daarmee richting geven aan hoe iedereen binnen de school, in 43
UN, UNESCO & OHCHR 2006. UN Declaration on Human Rights Education and Training, 16 februari 2012, A/RES/66/137, artikel 2 lid 2; Amnesty International 2012, p. 2; Rasmussen 2013; Decara 2013. 44 Amnesty International 2012, hoofdstuk 4. 45 Sebba en Robinson 2010; Unicef 2014; Jerome e.a. 2015. 46 http://kinderrechtenschool.be/wat-is-een-kinderrechtenschool
Advies Mensenrechten op school
14
de klas of onderling met elkaar omgaat. Het gaat dan om waarden als eerlijkheid, gelijke behandeling en gelijke kansen, non-discriminatie, respect en waardigheid. Mensenrechten en de daaronder liggende waarden kunnen ook ondersteunend zijn bij keuzes over passend onderwijs en de mate van participatie van leerlingen. Door mensenrechten als rode draad te nemen, kunnen verschillende maatschappelijke opdrachten van de school meer met elkaar verbonden worden. Zoals eerder gezegd verdient hierbij aandacht de samenhang tussen democratisch burgerschap en mensenrechten.
Foto: Amnesty International
3.3
Mensenrechtenvriendelijke relaties
De manier waarop de leden van de schoolgemeenschap met elkaar omgaan, is natuurlijk belangrijk bij het komen tot een mensenrechtenvriendelijk schoolklimaat. Het is belangrijk dat zij elkaar respecteren en vertrouwen en dat zij begrijpen dat rechten en verantwoordelijkheden beide essentieel zijn voor de schoolgemeenschap. Het gaat hierbij niet alleen om de relaties tussen leerlingen, docenten en ondersteunend personeel onderling maar ook met elkaar en met de ouders, de schoolomgeving, de gemeente en daarbuiten. Daarbij wordt wel uitgegaan van het ik-jij-wij principe. 47 Elke leerling (en ook de andere leden van de schoolgemeenschap) is drager van rechten: ik heb rechten – autonomie, authenticiteit en emancipatie. Kenmerkend voor deze tijd is het belang van de eigen wil, de zelfontplooiing en de keuzevrijheid. Autonoom zijn is een opdracht geworden van jonge mens. Maar autonoom zijn veronderstelt dat je weet wat je wilt. Daarvoor is houvast van buitenaf nodig omdat de ontwikkelingen van binnen nog in volle gang zijn.48 Op school kan de leerling zelfkennis ontwikkelen en onderzoeken wat het kan en wil. Het gaat om zelfbeschikking en tevens het bewust worden van je eigen rechten. De eigen identiteit krijgt vorm in relatie tot de ander. Door evenwicht te vinden tussen de waarden van jezelf en waarden van de ander, in de gemeenschap om je heen. Die ander heeft ook rechten – empathie. Via educatie over burgerschap en mensenrechten leert de leerling de waarden te waarderen die mensen in staat stellen onderling verschillend te zijn
47 48
Zie zowel Ang 2015 als Bronsveld 2006. Brinkgreve 2004, p. 182.
Advies Mensenrechten op school
15
en toch samen te leven. Te realiseren dat iedereen rechten heeft maar ook verantwoordelijkheden jegens elkaar. Daarmee beland je bij ‘wij’ – solidariteit. Samen kunnen we iets doen wanneer iemands rechten geschonden worden. De leerling realiseert zich de invloeden uit de wereld om hem heen, van buurt, tot gemeente, Nederland en de rest van de wereld. Mensenrechten gelden voor iedereen, zonder onderscheid. Kleine verhalen hebben vaak een link met grotere processen in de wereld. De leerling kan dat kritisch onderzoeken en zich uit mededogen inzetten voor anderen. Dit ik-jij-wij principe kan bij elke mensenrechtenactiviteit worden toegepast.
3.4
Leren over mensenrechten binnen en buiten het curriculum
Mensen- en kinderrechteneducatie wil de leerling bewustmaken en enthousiasmeren om zich in te zetten voor de eigen rechten en die van anderen. De educatie richt zich daartoe op het bevorderen van de leerdimensies kennis, vaardigheden en attituden. Kennis: hoe zijn mensenrechten ontstaan, waarom zijn ze ook belangrijk in Nederland, wat als mensenrechten met elkaar ‘botsen’? Houding: respect tonen voor jezelf en de waardigheid van de ander, je betrokken voelen bij je directe maar ook wijdere omgeving. Vaardigheden: om kennis en houding in te zetten in het dagelijks leven, dus kritische vragen stellen, de juiste informatie verzamelen, discussiëren aan de hand van argumenten, samenwerken, verantwoordelijkheid nemen. 3.4.1 Didactiek Kennis van en oefenen met mensenrechten en de daaronder liggende waarden kan op klasen leerling niveau verrijkend werken. Het kan pittige gesprekken opleveren maar zal ook leiden tot meer begrip en respect voor elkaar. Want mensen- en kinderrechten bieden een open onderlegger. De basisrechten zijn te beschouwen als fundament maar vormen geen ijzeren meetlat. Ze hebben een inherente openheid om te onderzoeken. Hoe stevig is dat fundament? Welk belang hecht je hieraan? Daarbij schenkt de docent aandacht aan diens eigen rol en methodiek. Zij kunnen reflecteren op hun eigen rol en hun aanpak doordenken vanuit mensenrechtenprincipes. Bijvoorbeeld de wijze waarop zij vanuit kinder- en mensenrechten waarden als respect, gelijkheid, inclusie en participatie vorm geven. De docent kijkt ook naar de eigen lesstijl: komt iedereen aan bod, spreekt ieder uit wat hij of zij wil? Is er ruimte om kritische vragen te stellen, gaan de leerlingen met elkaar de dialoog aan? Een open dialoog vraagt uitwisseling van kennis, ontwikkeling van zelfsturend kritisch denken en argumenteren. Daarbij kan de eigen leefwereld en behoeftes van de leerlingen als startpunt genomen worden. De methode ‘verhalend ontwerpen’ leent zich hier goed voor. Dit motiveert de leerlingen, ze zijn dan vaak erg betrokken en enthousiast. Zo leren ze in de praktijk om te gaan met mensenrechten, ze leren door mensenrechten. 3.4.2 Mensenrechten in het onderwijscurriculum Mensen- en kinderrechteneducatie omvat uiteraard ook het leren over mensenrechten. Dit kan op verschillende manieren in het onderwijscurriculum geïntegreerd worden. Het kan als apart vak gegeven worden, bijvoorbeeld (in VO) als interdisciplinair vak dat geschiedenis, filosofie, internationale betrekkingen en recht combineert. Maar ook kunnen mensen- en kinderrechten geïntegreerd worden in andere vakken, zoals geschiedenis, Advies Mensenrechten op school
16
levensbeschouwing, filosofie, maatschappijleer, taalonderwijs en aardrijkskunde. Het kan aangeboden worden vanuit de samenhang met democratisch burgerschap. In de bijlage is een voorbeeld van een mensenrechtenleerlijn opgenomen.49 Het SLO heeft een curriculumvoorstel ontwikkeld voor burgerschaps- en mensenrechteneducatie.50 Onderwijzen over kinderrechten is heel aansprekend omdat het kinderen direct aangaat. Het Belgische project Kinderrechtenschool heeft de inhoud van het Kinderrechtenverdrag in onderstaand schema in beeld gebracht. Centraal staat het belang van het kind. Overkoepelende beginselen van het verdrag zijn het recht op participatie, gelijkheid en non-discriminatie en het rekenschap (verantwoording) afleggen door de overheid. Want kinderrechten bevatten zaken waar het kind echt recht op heeft, het zijn geen te verlenen gunsten. In de gekleurde vakken staan verder de verschillende thema’s waar steeds een aantal rechten uit het Kinderrechtenverdag gebundeld zijn. Bijvoorbeeld, ‘identiteit’ omvat het recht op je eigen naam, geboorteregistratie, nationaliteit, je ouders kennen, je eigen geloof of overtuiging hebben en je eigen taal gebruiken. Tot slot gelden als verplichtingen voor de overheid dat zij in kinderrechten dient te investeren, ervoor dient op te komen en ze dient te respecteren. Maar ook andere actoren zoals scholen kunnen deze aspecten als leidende uitgangspunten hanteren en hun beleid hierop inrichten.
Afbeelding: Kinderrechtenschema van Kinderrechtenschool (België)51
49 50 51
Oomen en Vrolijk 2010, p. 26 – 29. Bron en Van Vliet 2012. Zie http://kinderrechtenschool.be/kinderrechtenverdrag-voor-de-leerkracht
Advies Mensenrechten op school
17
3.4.3 Extra-curriculaire activiteiten Mensen- en kinderrechten kunnen heel goed opgepakt worden als activiteiten buiten het vaste curriculum. Dit gebeurt ook nu al veel. Bijvoorbeeld via speciale themaweken, het ontvangen van gastdocenten of het bezoeken van educatieve tentoonstellingen, theater of film.52 Ook kunnen de internationale mensenrechtendagen gevierd worden, zoals 8 maart (vrouwendag), 21 maart (dag tegen rassendiscriminatie), 20 november (dag van de rechten van het kind), 10 december (dag van de mensenrechten). Bij de activiteiten kunnen de leerlingen samenwerken met anderen buiten school.
3.5
De schoolomgeving
Hierbij gaat het erom ook het klaslokaal, de school en -omgeving mensenrechtenvriendelijk te maken. De klassen zijn dan voor iedereen goed toegankelijk en de leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor hoe het er in de klas uitzit. Zij hebben ieder ook verschillende taken om het leslokaal prettig te houden. De leerlingen kunnen ook samen hun eigen klassenregels opstellen. Hier is het ook belangrijk te onderzoeken of de school veilig is en uitnodigend voor iedereen. De leerlingen kunnen ook hierbij betrokken worden.
52
Op www.mensenrechten/mensenrechteneducatie.nl is een overzicht van lesmateriaal en gastdocenten over mensen- en kinderrechten te vinden.
Advies Mensenrechten op school
18
4
Mensenrechten in het nationaal curriculum
4.1
Wat is wenselijk?
De ervaring heeft geleerd dat, nu mensen- en kinderrechten erg summier in de kerndoelen opgenomen zijn, er in de school praktijk weinig aandacht voor is. Vanzelf gaat het dus niet. Daarom pleit het College voor het expliciet opnemen van mensen- en kinderrechten in het nationaal curriculum voor het funderend onderwijs. Niet om mensenrechten dwingend voor te schrijven, als afvinklijstje. Maar wel om aan de diverse facetten van mensen- kinderrechten aandacht te schenken. Schoolleiders en bestuurders gaven aan dat zij behoefte hebben aan meer focus en samenhang in het curriculum. Het College acht het daarom wenselijk dat de overheid een meer richtinggevend kader aan het curriculum toevoegt. Het visiedocument van het Platform Onderwijs2032 zal daarvoor de basis bieden. Het College meent dat een visiedocument voor het Nederlands onderwijs het volgende dient te benadrukken: - De ontwikkeling van de leerling tot een verantwoordelijke burger die de gemeenschappelijke waarden en de mensen- en kinderrechten kent en begrijpt en er in het dagelijks leven voor kan opkomen; - Dat dit in samenhang met educatie voor democratisch burgerschap verwezenlijkt kan worden, wat ook de sociale veiligheid op school ten goede komt; - Dat scholen dit kunnen realiseren door mensen- en kinderrechten in de volgende bouwstenen vorm te geven: o In het schoolbeleid o Binnen de relaties op school o Door te leren over mensenrechten binnen en buiten het curriculum o Binnen de schoolomgeving Naast de visie zal ook meer concreet richting gegeven moeten worden aan de invulling ervan in het onderwijs, bijvoorbeeld via leerlijnen of specifieke kennisbases. Die geven aan wat leerlingen op z’n minst moeten leren. De eerdergenoemde mensenrechtenleerlijn die in de bijlage van dit rapport is opgenomen, kan hiertoe dienen, evenals het SLO voorbeeldcurriculum.53 Er zijn enkele buitenlandse voorbeelden van curricula waarnaar ter inspiratie gekeken kan worden, zoals Schotland54, Frankrijk, Finland, Ierland en IJsland55. Ook in Vlaanderen maken kinderrechten deel uit van het curriculum, in de zogenaamde vakoverstijgende eindtermen. Deze hebben in de praktijk als nadeel dat niemand zich daar verantwoordelijk voor voelt, het geldt als inspanningsverplichting. Dat kan ook in Nederland gebeuren. Het is daarom belangrijk dat mensen- en kinderrechten ook in de vakgebonden eindtermen (of welke naam in Nederland in de nieuwe curriculum opzet voor gekozen wordt) opgenomen is. Tevens is het belangrijk dat de overheid voorziet in aanbod van een goed overzicht van ondersteuning en materialen op het terrein van mensenrechten en democratisch burgerschap en goede voorbeelden van hoe dit in de onderwijspraktijk vorm kan krijgen. Daartoe kan op de website www.burgerschapindeschool.nl het onderdeel mensenrechten een duidelijke plek krijgen en dient deze ook geactualiseerd te worden. 53 54 55
Zie paragraaf 3.4.2. Jerome e.a., 2015, p. 60 – 62 en http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/schotland. Raad van Europa 2013.
Advies Mensenrechten op school
19
4.2
Belang van opleiding en training docenten
Gebleken is dat docenten het nogal eens lastig vinden een open debat over mensenrechten aan te gaan. De handelingsverlegenheid is groot. Docenten vinden het onderwerp nogal eens te ingewikkeld of te gevoelig. In het recente onderzoek van Queen’s University en Unicef over kinderrechteneducatie komt het belang van training van docenten als meest urgent naar voren.56 Ook in politieke debatten wordt dit veelvuldig als speerpunt genoemd.57 Het College acht het daarom essentieel dat ook in het curriculum van de docentenopleidingen onderwijs over mensen- en kinderrechten geborgd is.58
56 57 58
Jerome e.a., p.9, zie bijvoorbeeld de Belgische case study over het een strategie op p. 44 e.v. Kamerstukken II 2014/2015, 34000 VIII, 93. Zie ook Dute 2012.
Advies Mensenrechten op school
20
5
Conclusie
Veel scholen besteden op een of andere manier aandacht aan kinder- en mensenrechten. Meer structuur en verdieping is echter nodig om het echt bij de leerlingen te laten beklijven zodat zij kunnen bijdragen aan het herkennen, respecteren en bevorderen van mensenrechten in Nederland en elders. Het College heeft de stellige overtuiging dat een visiedocument voor het Nederlands funderend onderwijs het volgende expliciet dient te benadrukken: - De ontwikkeling van de leerling tot een verantwoordelijke burger die de gemeenschappelijke waarden en de mensen- en kinderrechten kent en begrijpt en er in het dagelijks leven voor kan opkomen; - Dat dit in samenhang met educatie voor democratisch burgerschap verwezenlijkt kan worden, wat ook de sociale veiligheid op school ten goede komt; - Dat mensen- en kinderrechten educatie gestalte krijgt door onderwijs over, door en voor deze rechten. - Dat scholen dit kunnen realiseren door mensen- en kinderrechten in de volgende bouwstenen vorm te geven: o In het schoolbeleid o Binnen de relaties op school o Door te leren over mensenrechten binnen en buiten het curriculum o Binnen de schoolomgeving Naast de visie zal ook meer concreet richting gegeven moeten worden aan de invulling ervan in het onderwijs, bijvoorbeeld via leerlijnen of specifieke kennisbases. Hiertoe kan een leerlijn democratisch burgerschap en mensenrechten voorgesteld worden. Om te bevorderen dat mensen- en kinderrechten ook in schoolvakken geïntegreerd wordt, dient het onderwijs over deze rechten ook in de vakgebonden eindtermen opgenomen te zijn. Ten slotte, maar misschien wel het allerbelangrijkst, vraagt het College aandacht voor het opnemen van onderwijs over mensen- en kinderrechten in het curriculum van de docentenopleidingen. Op school kunnen mensenrechten op verschillende niveaus een plek hebben. Dat kan op veel manieren en elke school zal daar zelf keuzes in maken. Goede voorbeelden over mensenrechten op school kunnen bij die keuzes helpen. Het is belangrijk dat de overheid scholen verplicht om structureel aandacht aan mensenrechten te besteden, net zoals burgerschapsonderwijs verplicht is. Dan borgt de overheid ook haar eigen verplichting, die zij met ratificatie van het Kinderrechtenverdrag is aangegaan. Mensenrechten op school worden dan gedragen door overheid en scholen samen.
Advies Mensenrechten op school
21
BIJLAGEN
Advies Mensenrechten op school
22
BIJLAGE 1
Voorbeeld van een leerlijn mensenrechteneducatie59 Onderwijsniveau Groep 1-6 bo
Kennis (Kennen - Zelfrespect - Respect voor ouders, onderwijzers en voor anderen - Begrip rechten én plichten
Vaardigheid (Kunnen) - Verschillen en overeenkomsten tussen mensen zien en waarderen - Luisteren en inleven in het denken van anderen - Het eigen denken over een onderwerp uitleggen en uitdragen in groepsverband; argumenten formuleren
Houding (Willen) - Eigen ideeën delen - Luisteren en inleven in het denken van anderen - Naleven (klassen)regels - Zorgdragen voor sfeer binnen groep
Bovenbouw bo
- De eigen rechten en die van anderen - Principes achter mensenrechten: gelijkheid, waardigheid, ontwikkeling, participatie - Culturele, godsdienstige en andere verschillen en overeenkomsten - Kinderrechtenverdrag
- Zelf verantwoordelijkheid nemen om mensen- en kinderrechten in de eigen omgeving te beschermen - Er voor willen zorgen dat niemand buitengesloten wordt - Medeleerlingen aanspreken op hun gedrag - Vragen stellen en discussiëren over de principes achter de mensenrechten: - Waarom - Genuanceerd kunnen denken; de afwijkende mening van andere kunnen begrijpen - Situaties in de eigen omgeving kunnen koppelen aan mensen- en kinderrechten
- Betrokken zijn bij de verschillende gemeenschappen waartoe de scholier behoort - Een actieve bijdrage leveren aan het groepsproces - Actie ondernemen in de eigen gemeenschap om mensen- en kinderrechten te beschermen - Een verschil maken
Onderbouw vo
- Kennis van specifieke mensenrechten, zowel klassieke en politieke als sociale, economische en culturele rechten en hun achtergrond
- Actie ondernemen om mensenrechten uit te dragen en te beschermen, dichtbijen ver weg
- Actie ondernemen om mensenrechten uit te dragen en te beschermen, dichtbij en ver weg
Klas 3-4 Vmbo
- Dat er rechten zijn die altijd, overal en voor iedereen gelden - Waarom deze rechten er zijn - Dat deze vastgelegd zijn in verdragen van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Europese Unie en ook in Nederland gelden - Argumenten voor en tegen universele rechten - Weten wie verantwoordelijk is voor bescherming mensenrechten: de overheid, maar soms ook organisaties en burgers, en waar je naartoe kunt bij schending - Dat deze rechten niet vanzelfsprekend zijn - De mondiale, nationale en lokale context van schendingen/ verwezenlijking van mensenrechten - De botsing en beperking van mensenrechten - Notie burgerlijke ongehoorzaamheid
- Beargumenteren van het eigen standpunt over mensenrechten, en weergeven van het standpunt van anderen - Argumenteren voor en tegen universele rechten, kritisch reflecteren op notie mensenrechten - Relevantie zien van mensenrechten voor het eigen dagelijkse leven
- Accepteren dat mensen anders kunnen denken en zien dat dat waardevol is - Actie ondernemen om mensenrechten uit te dragen en te beschermen, dichtbij en ver weg - Een rol spelen in maatschappelijk organisaties - Zelf een voorbeeld stellen op het gebied van mensenrechten
59
Oomen, Vrolijk 2010, p. 26 - 29
Advies Mensenrechten op school
23
Bovenbouw Havo/Vwo
- Speciale Verdragen, Geneefse Conventies - Multilaterale organisaties, inclusief Raad van Europa - Ontwikkeling mensenrechtenstandaarden - Mechanismen bescherming mensenrechten - Plaats mensenrechten in de Nederlandse rechtsstaat - De mondiale, nationale en lokale context van schendingen/ verwezenlijking van mensenrechten - De botsing en beperking van mensenrechten - Notie burgerlijke ongehoorzaamheid
Advies Mensenrechten op school
- Beargumenteerd eigen positie innemen m.b.t. morele vraagstukken - Reflecteren op burgerlijke (on)gehoorzaamheid - Participeren als burger in democratie - Relevantie mensenrechten zien voor eigen leven - Ontwikkelen van individuele en collectieve strategieën om zienswijzen uiteen te zetten, de publieke opinie beïnvloeden en politieke invloed uitoefenen
- Accepteren dat mensen anders kunnen denken en zien dat dat waardevol is - Actie ondernemen om mensenrechten uit te dragen en te beschermen, dichtbij en ver weg - Een rol spelen in maatschappelijk organisaties - Zelf een voorbeeld stellen op het gebied van mensenrechten
24
BIJLAGE 2
Literatuurlijst Publicaties Amnesty International 2012, Becoming a human rights friendly school. A guide for schools around the world. London: Amnesty International Ltd. Ang 2015, Paper over kinderrechtenscholen, wordt gepubliceerd Brinkgreve 2004, Vroeg mondig, laat volwassen. Amsterdam: Uitgeverij Augustus Bron en Van Vliet 2012, Burgerschaps- en mensenrechteneducatie. Curriculumvoorstel. Enschede: SLO Bronkhorst 2013, Eleanor's Thee. Het ontstaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Amsterdam: Amnesty International Bronsveld 2006, ‘Ik, wij en de wereld. Morele educatie als kern van burgerschapsvorming’, Nartex, augustus 2006. Covell en Howe 2005, Empowering Children: Children's Rights Education as a Pathway to Citizenship. Toronto: University of Toronto Press Decara 2013, Mapping of human rights education in Danish Schools. A study of human rights education in primary and lower secondary schools and teacher education programmes in Denmark. Kopenhagen: The Danish Institute for Human Rights Dute 2012, ‘Als leerlingen zich niet bewust zijn van hun mensenrechten, kunnen ze er ook geen beroep op doen – Over mensenrechteneducatie’, in: Van Stralen en Gude (red), …En denken! Bildung voor leraren, Leusden: ISWV Uitgevers, p. 114 - 121 European Commission 2009, Flash Eurobarometer: The Rights of the Child Analytical Report 2009, Flash EB Series no. 273. Brussel: European Commission Groot, de 2013, Adolescents' Democratic Engagement. A Qualitative Study into Dutch Adolescents' Narratives about their Citizenship in a Democratic and Pluralist Society (diss.). Utrecht: Universiteit voor Humanistiek Inspectie van het Onderwijs 2006, Toezichtkader actief burgerschap en sociale integratie. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs Inspectie van het Onderwijs 2012, Verder met burgerschap in het burgerschap (advies), Utrecht: Inspectie van het Onderwijs Inspectie voor het Onderwijs 2015, De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2013/2014, Utrecht: Inspectie van het Onderwijs Jerome e.a. 2015, Teaching and learning about child rights: A study of implementation in 26 countries. Geneva: Queens’ University Belfast/Unicef Kinderombudsman 2014, Kinderrechtenmonitor 2013, Den Haag: Kinderombudsman Advies Mensenrechten op school
25
Klaassen en Veugelers 2009, Verantwoording van waardegericht onderwijs (extern rapport, Pedagogische Kwaliteit, no 78). Nijmegen: Radboud Universiteit Maslovski, Naayer, Isac, Oonk & Werf, van der (2010). Eerste bevindingen International Civics and Citizenship Education Study. Rapportage voor Nederland. Groningen: GION. Naber, ‘Mensenrechten op school’, in: Waardenwerk 2015, nr. 60, p. 66 - 73 NCDO 2014, Kinderen over kinderrechten, Onderzoeksreeks 24, Amsterdam: NCDO Onderwijsraad 2012, Verder met burgerschap in het onderwijs, Advies. Den Haag: Onderwijsraad Oomen, B., & Vrolijk, M. (2010), Inspiratie voor mensenrechteneducatie; democratisch burgerschap en mensenrechten in het (burgerschaps)onderwijs. Leiden: Stichting NJCM. Pauw 2013, De Vreedzame School. Onderwijs en de maatschappelijke vorming van de leerling. Amsterdam, Uitgeverij SWP PO-Raad en VO-Raad 2014, Actieplan veiligheid op school. Utrecht: PO-Raad en VO-Raad Prodemos 2014, Kernwaarden van de Nederlandse samenleving, Den Haag: Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid Rasmussen 2013, The human rights education toolbox. A practitioner’s guide to planning and mapping human rights education. Kopenhagen: The Danish Institute for Human Rights Raad van Europa 2010, Charter on Education for Democratic Citizenship and Human Rights Education. Adopted in the framework of recommendation CM/Rec (2010) of the Committee of Ministers Raad van Europa 2013, Three country audit of the lower secondary citizenship and human rights curriculum. Reflection of the rinciples of the Charter on Education for Democratic Citizenship and Human Rights Education in the curricula of France, Finland and Ireland. Straatsburg: Raad van Europa Sijbers e.a. 2014, Sociale veiligheid in en rond scholen. Primair (Speciaal) Onderwijs 2010 - 2014, Voortgezet (Speciaal) Onderwijs 2006 – 2014. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit. Sebba en Robinson 2010, Evaluation of Unicef’s right respecting school award. University of Brighton en University of Sussex Spee en Reitsma 2015, Puberaal, lastig of radicaliserend?, Utrecht: IVP, Arq en KPC Groep Struijk 2011, Laat me meedoen en ik begrijp het. De zin van levensbeschouwing in het openbaar onderwijs (scriptie Universiteit Utrecht) SLO 2014, Veldverkenning: Samenvatting rondetafelgesprekken in het kader van de brede curriculumverkenning funderend onderwijs, Enschede: SLO Thijs en Ridder, de 2012, Leermiddelenanalyse mensenrechten. Enschede: SLO
Advies Mensenrechten op school
26
UNICEF Nederland, Kinderrechtenverdrag voor kinderen en jongeren, Den Haag: UBICEF Nederland UNICEF 2014, Child Rights Education Toolkit: Rooting Child Rights in Early Childhood Education, Primary and Secondary Schools, Geneva: Unicef Veugelers 2003, Waarden en normen in het onderwijs. Zingeving en humanisering: autonomie en sociale betrokkenheid, (oratie Utrecht UvH). Utrecht: Universiteit voor Humanistiek Verhoeven 2012, School als oefenplaats voor democratie (diss.) Wal, van der 2015, 'De Mensenrechten: geschiedenis en kernidee', in: Waardenwerk 2015, nr. 60, p. 57 - 64. Winter, de 2004, Opvoeding, onderwijs en het jeugdbeleid in het algemeen belang. De noodzaak van een democratisch-pedagogisch offensief, Webpublicatie nr. 1, Den Haag: WRR. Zie www.wrr.nl Juridische teksten UN, UNESCO & OHCHR 2006, Plan of Action: World Programme on Human Rights Education, New York & Geneva UN Comittee on the Rights of the Child 2009, Concluding Observations, 17 maart 2009, CRC/C/NLD/CO/3 UN, Declaration on human rights education and training, 16 februari 2012, A/RES/66/137 UN Committee on the Rights of the Child 2015, Concluding observations, 8 juni 2015, CRC/C/NDL/CO/4 Parlementaire stukken Kamerstukken II 2008/2009, 31001, 66 Kamerstukken II 2014/2015, 31293, 232 en 31289, 226 Aanhangsel Handelingen II 2014/2015, 2161 Kamerstukken II, 2014/2015, 29754, 305 Kamerstukken II 2014/2015, 31293, nr. 245 Kamerstukken II 2014/2015, 34000 - VIII, nr. 92 Kamerstukken II, 2014/2015, 34000 VIII, 93 Kamerstukken I, 2014-2015, 34130
Advies Mensenrechten op school
27