ADVIES INSPRAAK EN PARTICIPATIE IN RUIMTELIJKE PLANNINGSPROCESSEN
Kinderen, jongeren en hun organisaties zijn belangrijke gebruikers van de (openbare) ruimte. In dit advies doet de Vlaamse Jeugdraad aanbevelingen om de positie van kinderen en jongeren bij ruimtelijke planningsprocessen te versterken.
1
VLAAMSE JEUGDRAAD 5 september 2012
ADVIES 12/13
Inspraak en participatie in ruimtelijke planningsprocessen De Vlaamse Jeugdraad, in vergadering op 5 september 2012, onder voorzitterschap van Lander Piccart en waarbij aanwezig waren: Baetens Jo, Casteels Lieven, Coenen Lotta, Conings Glenn, De Bleser Joris, Eestermans Kara, Fischler Toby, Geboers Jef, Kenens Simon, Nolf Mieke, Vanackere Michiel , Verachtert Didier, Veraghtert Stefanie, Verhaeghe Isaac, Wattiez Marie, Waumans Hanne Brengt unaniem het volgende advies uit: 1. Betrek jongeren actief in de fase van projectdefinitie en bij strategische visieontwikkeling. Jeugddiensten en jeugdraden zijn hiervoor evidente aanspreekpunten. 2. Maak informatie over planprocessen op een actieve manier openbaar. 3. Zorg voor duidelijke processen, met een duidelijke timing en duidelijkheid over wanneer welke inspraak mogelijk is. 4. Geef jongeren voldoende ondersteuning om te kunnen participeren aan ruimtelijke planningsprocessen. 5. Stel de adviesraden zo samen dat er voldoende aandacht is voor sociale aspecten van ruimtelijke ordening. Voorzie onder andere een plaats voor jeugd in elke gecoro1, elke procoro2 en de Saro3 op Vlaams niveau. 6. Onderzoek bij elk planningsproces het effect op kinderen en jongeren. Breng alle jeugdvoorzieningen in kaart om als GIS-laag te gebruiken bij planprocessen.
p. 3
p. 3-4 p. 4-5 p. 5 p.5-6
p.6
1. Situering Kinderen, jongeren en hun organisaties zijn belangrijke gebruikers van (de openbare) ruimte. Formele planningsinstrumenten op gemeentelijk, provinciaal én Vlaams niveau hebben dikwijls veel effect op kinderen en jongeren: hun jeugdlokaal komt zonevreemd te liggen, een speelbos verdwijnt, het paadje van de school naar het skateplein wordt onderbroken door een grote weg … Ruimtelijke plannen kunnen ook raken aan speelplekken in bossen en natuurgebieden, speelvriendelijke parken, speelweides, voetbalveldjes en ravotterreinen, kampvuurplekken, veilige kind- en fietsvriendelijke verbindingen, pleinen en fonteinen, (speel)straten, ‘wilde landjes’ en ongebruikte kavels, sport- en fuifruimte, schoolspeelplaatsen, hangplekken en nog veel meer plaatsen. Het gaat over die ruimte waar kinderen en jongeren vaak komen of net wegblijven. Bovendien heeft ruimtelijke ordening ook veel effect op hoe kinderen en jongeren door anderen ervaren worden. Toch houden de beslissingsnemers bij de opmaak van deze plannen meestal weinig of geen rekening met de belangen
1
Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening Provinciale commissie voor ruimtelijke ordening 3 Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed 2
2
van of de effecten op kinderen en jongeren. Meestal gebeurt dit niet uit onwil, maar wel door een gebrek aan informatie over wat belangrijk is voor hen. Nochtans lezen we in het Vlaams Jeugdbeleidsplan de doelstelling “Kinderen en jongeren zijn een vanzelfsprekende actor in de publieke ruimte.” Deze doelstelling wordt als volgt geoperationaliseerd: “De kennis over en toepassing van participatie van kinderen en jongeren bij planningsprocessen op het vlak van ruimtelijke ordening is toegenomen.” Het is dus nodig om de positie van kinderen, jongeren en hun verenigingen te versterken. Er zijn verschillende manieren om de belangen van en de effecten op kinderen en jongeren in rekening te nemen: door aandacht te hebben voor jeugd (plannen 'voor' jeugd), door belangenbehartiging of door rechtstreekse participatie van kinderen en jongeren (plannen 'door' jeugd). In dit advies geven we aanbevelingen om de positie van kinderen en jongeren bij ruimtelijke planprocessen te versterken. Het advies kwam tot stand in samenwerking met de denktank ruimte van Steunpunt Jeugd4.
2. Advies 2.1 Vroege betrokkenheid van jongeren Betrek jongeren actief in de fase van projectdefinitie en bij strategische visieontwikkeling. Jeugddiensten en jeugdraden zijn hiervoor evidente aanspreekpunten. Ruimtelijke concepten en projecten beginnen vaak behoorlijk abstract. In deze fase worden geen consequenties of potenties voor jeugd genoemd. Daarna groeit het thema en wordt het concreter. Op een gegeven moment ligt alles vast … en de jeugd was te laat!5 De Vlaamse Jeugdraad vraagt om jeugddiensten en jeugdraden al actief te betrekken in de fase van projectdefinitie. Ook bij strategische visieontwikkeling is de input van jeugddiensten en jeugdraden nodig. Aan de formele inspraakprocedures (bijv. openbaar onderzoek) gaat immers vaak heel wat belangrijk informeel overleg vooraf. Uit de praktijk blijkt dat jeugdactoren dit voorafgaand overleg vaak missen. Bij planning op gewestelijk niveau is het aan de Vlaamse overheid om minstens jeugddiensten en jeugdraden actief en tijdig op de hoogte te stellen en te betrekken, al dan niet via de lokale besturen. Ook voor planning op het lokale niveau kan de Vlaamse overheid sensibiliseren m.b.t. het vroegtijdig uitnodigen en betrekken van jeugdactoren in het planningsproces. Zo zou de Vlaamse overheid vormingen, hulpmiddelen of andere extra stimulansen kunnen ontwikkelen die lokale besturen wegwijs maken in een goede aanpak om jeugdactoren te betrekken. Een publicatie hierover of communicatie van goede praktijkvoorbeelden in allerlei vakbladen, kan zeker ook helpen.
2.2 Actief communiceren
4 De Denktank Ruimte is een werkgroep binnen Steunpunt Jeugd die het ruimtelijk beleid in Vlaanderen op de voet opvolgt en screent in het belang van kinderen en jongeren. Vaste leden van de Denktank Ruimte zijn de Vlaamse Jeugdraad, Provinciale Jeugddienst Limburg, Kind & Samenleving, Centrum voor Jeugdtoerisme, Chirojeugd Vlaanderen, Scouts en Gidsen Vlaanderen, VVJ. Afhankelijk van het thema nemen ook andere organisaties en experten deel aan de Denktank Ruimte. 5 http://www.steunpuntjeugd.be/uploads/documents/KRAX_11___Kinderen_en_jongeren_in_de_publieke_ruimte___leren_participeren.p df
3
Maak informatie over planprocessen op een actieve manier openbaar. Voor heel wat planningsinstrumenten bestaan er precieze inspraakprocedures. Jeugdraden, jeugddiensten, jeugdverenigingen en jongeren in de gecoro6 kunnen een belangrijke rol spelen in participatieve processen, belangenbehartiging en het benoemen van de effecten op jeugd. Al te vaak blijkt echter dat de nodige informatie moeilijk vindbaar of slechts beperkt openbaar is. Of dat jeugdactoren geen informatie krijgen omdat beleidsmakers of planners denken dat de plannen niet relevant zijn voor de jeugd. Daardoor zijn jeugdactoren vaak te laat op de hoogte van lopende planprocessen of openbare onderzoeken. In dit digitale tijdperk voldoen de huidige decretale bepalingen niet meer. In de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn vooral de bepalingen dat plannen "ter inzage moeten liggen in het gemeentehuis" achterhaald. Iedereen zou documenten ook online moeten kunnen inkijken, en elke burger zou een stand van zaken over elk lopend planproces moeten kunnen inkijken. Als informatie op een actievere manier openbaar wordt gemaakt, zullen jeugdactoren (en ook andere belanghebbenden), beter op de hoogte zijn. De Vlaamse Jeugdraad wil daarom dat de lopende processen makkelijker vindbaar zijn. Volgende acties kunnen hiertoe bijdragen: • Kondig openbare onderzoeken 2 weken tot een maand vóór de start aan. Communiceer de periode, het gebied en de inhoud van het aangekondigde onderzoek in begrijpelijke taal of met eenvoudig kaartmateriaal. Zo kunnen geïnteresseerden zich al voorbereiden. • Plaats aankondigingen van openbare onderzoeken altijd op de website van de initiatiefnemende overheid (Vlaanderen, provincie of gemeente) en op de website van elke lagere overheid (provincie en/of gemeente). Kondig openbare onderzoeken van planningsprocessen daarnaast ook aan via de digitale nieuwsbrief van de initiatiefnemende en elke lagere overheid en in het gemeenteblad. • Breng jeugddiensten en jeugdraden altijd op de hoogte van geplande planprocessen en de openbare onderzoeken. • Centraliseer alle informatie van planprocessen op één website of kaart: zowel de geplande, als de lopende, als de goedgekeurde. Ook de inspraakprocedures en participatie acties en goedgekeurde plannen die nu verspreid zitten over gemeentelijke, provinciale en Vlaamse websites. Zo wordt het gemakkelijker om op te volgen welke planprocessen van belang zijn in een bepaald gebied. De Vlaamse overheid kan zelf een voorbeeldfunctie vervullen en kan op haar beurt andere besturen stimuleren om actiever te informeren.
2.3 Duidelijke inspraakprocedures Zorg voor duidelijke processen, met een duidelijke timing en duidelijkheid over wanneer welke inspraak mogelijk is. De inspraakprocedures en participatieve trajecten zijn dikwijls onduidelijk. De Vlaamse Jeugdraad pleit daarom voor duidelijke processen, met een duidelijke timing en duidelijkheid over wanneer welke inspraak mogelijk is.
6
Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening
4
Communiceer daarom altijd het volledige verloop van het planningsproces op de website van de betreffende overheid: in welke fase het zit, welke fasen het al heeft doorlopen, welke fasen het nog moet doorlopen, wanneer en waar info-, inspraak- en participatiemomenten zijn gepland, wanneer het openbaar onderzoek voorzien is en welke adviezen er al gegeven zijn door officiële adviesraden of burgers. Om deze vlotte en volledige communicatie waar te maken moeten de Vlaamse beleidsmakers een voorbeeldfunctie vervullen in functie van actieve openbaarheid van gewestelijke planprocessen. We vragen hen ook om provincies en gemeenten hiertoe aan te zetten. Zo zou de Vlaamse overheid vormingen, hulpmiddelen of andere extra stimulansen kunnen ontwikkelen die lokale besturen wegwijs maken in duidelijke communicatie rond inspraakprocedures. Een publicatie over de aanpak hiervan of goede praktijkvoorbeelden in allerlei vakbladen, kunnen zeker ook een antwoord bieden.
2.4 Nood aan ondersteuning Geef jongeren voldoende ondersteuning om te kunnen participeren aan ruimtelijke planningsprocessen. Informatie makkelijk vindbaar maken, is maar een deel van de oplossing. Ruimtelijke planners spreken niet de taal van het middenveld en omgekeerd. Het blijft niet evident om plannen te begrijpen en om inspraakprocedures op strategische wijze in te zetten. De Vlaamse Jeugdraad pleit dus voor vorming en begeleiding over participatie aan planningsprocessen. Deze vorming en begeleiding kan aangeboden worden aan jeugddiensten, jeugdraden en diensten ruimtelijke ordening. Zij kunnen op hun beurt ondersteuning bieden aan jongeren die willen participeren aan planningsprocessen of bezwaren willen indienen. Een dienst die de noten van kinderen en jongeren kan vertalen naar ruimtelijke planners en omgekeerd kan hiertoe bijdragen. Ook scholen kunnen jongeren ondersteunen om te participeren aan ruimtelijke planningsprocessen. Ruimtelijke ordening komt aan bod in de eindtermen aardrijkskunde. De Vlaamse Jeugdraad vraagt om dit te koppelen aan de vakoverschrijdende eindtermen rond burgerschap en ook aandacht te besteden aan inspraak en participatie.7 Daarnaast vraagt de Vlaamse Jeugdraad een sensibiliseringscampagne op te zetten voor goede participatie. Deze campagne moet zich enerzijds richten naar overheden om participatieve projecten op te zetten en anderzijds naar jongeren en jeugdverenigingen om planningsprocessen in de gaten te houden. Om meer jongeren te bereiken, vragen we ook om lokale overheden aan te moedigen om andere manieren van participatie te voorzien dan klassieke hoorzittingen en openbare onderzoeken.
2.5 Belangenbehartiging van kinderen en jongeren Stel de adviesraden zo samen dat er voldoende aandacht is voor sociale aspecten van ruimtelijke ordening. Voorzie onder andere een plaats voor jeugd in elke gecoro8, elke procoro9 en de Saro10 op Vlaams niveau.
7
Zie ook advies 1216 Jongeren en participatie Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening 9 Provinciale commissie voor ruimtelijke ordening 10 Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed 8
5
De Vlaamse Jeugdraad vraagt een plaats voor jeugd in elke gecoro, elke procoro en in de Saro op Vlaams niveau. Dit kan een jongere zijn, maar moet vooral iemand zijn die kennis heeft over de belangen van kinderen, jongeren en hun organisaties en die deze belangen kan verdedigen. Logischerwijze is dit een vertegenwoordiger van de maatschappelijke geledingen, maar het kan ook een deskundige zijn. Op Vlaams niveau stelt de Vlaamse overheid zelf de vertegenwoordigers aan. Voor het provinciale en gemeentelijke niveau kan de regelgeving en/of de toelichting bij de regelgeving aangepast worden, zodat jeugd standaard een plekje krijgt.
2.6 De effecten van ruimtelijke plannen op kinderen en jongeren Onderzoek bij elk planningsproces de effecten op kinderen en jongeren. Breng alle jeugdvoorzieningen in kaart om als GIS11-laag te gebruiken bij planprocessen. Ruimtelijke plannen hebben veel effect op kinderen en jongeren. De Vlaamse Jeugdraad vraagt daarom om hun effecten op kinderen en jongeren standaard te onderzoeken bij elk planningsproces. Een eerste belangrijk instrument hiervoor is de opmaak van synthesekaarten met jeugdvoorzieningen. Het is aangewezen om zoveel mogelijk jeugdvoorzieningen in kaart te brengen en te gebruiken als GIS-laag bij planprocessen. Er moeten voldoende middelen vrijgemaakt worden om een dergelijke GIS-laag aan te maken en te onderhouden. Een tweede belangrijk aandachtspunt is het effectief screenen en adviseren van ruimtelijke plannen op hun effecten voor kinderen, jongeren en hun organisaties. Hoeveel speelruimte, trage verbindingen, jeugdlokalen, sportvoorzieningen, groene ruimte en andere voor jongeren belangrijke plekken zullen verdwijnen door een geplande ruimtelijke ontwikkeling? Hoe kan een verlies gecompenseerd worden? In welke mate zal de afstand van kinderdagverblijven, scholen, jeugdlokalen, speelplekken tot grote autowegen veranderen? Hoe kan eventuele overlast van grote autowegen en spoorwegen worden opgelost? Welke jeugdvoorzieningen komen door gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften in de problemen met hun zonering, vergunningen en uitbreidingsmogelijkheden. En hoe kunnen deze problemen worden vermeden? Hoe en waar kunnen eventuele tekorten aan kinderdagverblijven, scholen, jeugdlokalen, speelplekken en andere jeugdvoorzieningen in het plangebied worden opgelost? Zijn gemeentelijke jeugddiensten en betrokken lokale jeugdactoren op de hoogte van de op stapel staande ruimtelijke planningsprocessen? Deze aanpak moet een verplichte screening zijn van effecten van ruimtelijke planningsprocessen op kinderen en jongeren. Inspirerende voorbeelden van kinder- en jongeren effectenrapportage hiervoor zijn de JoKER12 en de jeugdparagraaf. Neem het screenen en adviseren van grote infrastructuurprojecten in functie van kinderen, jongeren en hun organisaties ook standaard op in de planMERs13. Verken ook de piste van een jeugdactor op Vlaams niveau die de gemeentelijke, provinciale en gewestelijke RUPs en de plannen van grote infrastructuurprojecten screent in functie
11
Een geografisch informatiesysteem (GIS) is een digitale kaart op basis van een database om ruimtelijke gegevens te verwerken. De kind- en jongere-effectrapportage, of kortweg de JoKER, peilt naar de effecten van een wetgevend initiatief (decreet) op kinderen en jongeren. Telkens een minister bij het Vlaams Parlement een ontwerp van decreet indient dat het belang van personen jonger dan 25 jaar rechtstreeks raakt, moet dat ontwerp vergezeld zijn van een JoKER. 13 Een milieueffectrapport (MER) schetst een beeld van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu van een plan of project. Verschillende scenario’s of alternatieven worden onderzocht. Het MER geeft aan hoe negatieve (milieu-)effecten kunnen worden vermeden, gemilderd, verholpen of gecompenseerd. Een MER wordt opgesteld door een team van erkende deskundigen onder leiding van een MER-coördinator. 12
6
van kinderen, jongeren en hun organisaties, zoals Bloso dit doet voor sport en Toerisme Vlaanderen voor toerisme.
7