ADVIES DUURZAME CONSUMPTIE
Jongeren erkennen de noodzaak van duurzame consumptie, en zijn ook bereid om duurzamer te consumeren. De Vlaamse Jeugdraad vraagt een uitgewerkt kader/overheidsbeleid om duurzame consumptie te promoten. Op deze manier moet het voor mensen eenvoudiger worden om te kiezen voor de meest duurzame producten en diensten. De focus hoort te liggen op het wegwerken van financiële drempels en meer en betere informatie.
1
VLAAMSE JEUGDRAAD 06 april 2011
ADVIES 11/08
DUURZAME CONSUMPTIE De Vlaamse Jeugdraad, in vergadering op 6 april 2011, onder voorzitterschap van Stijn Jacobs en waarbij aanwezig waren: Jo Baetens, Dagmar Beernaert, Hakim Benichou, Lies Corneillie, Joris De Bleser, Najim Einauan, Stijn Jacobs, Mieke Nolf, Marlies Smit, Bart Thijs, Tom Van Den Borne, Jo Van de Weghe, Jef Van Rossum, Liesbeth Vanneste adviseert de overheid unaniem om: 1.
2.
3. 4 5
6
werk te maken van betrouwbare, duidelijke en objectieve informatie rond duurzame consumptie en dit via verschillende kanalen de financiële drempels voor duurzame consumptie weg te werken; het aanbod te sturen richting duurzame producten en diensten; bewust haar voorbeeldfunctie op te nemen; werk te maken van een sensibiliseringscampagne en beleidslijnen en –initiatieven om anders en minder te consumeren; Bij het uitwerken van beleid rond duurzame consumptie jonge mensen te betrekken.
P4
P5
P6 p6 P6
p7
1. Situering De voorbije jaren zijn we geconfronteerd geweest met een opeenvolging van crisissen: een financiële crisis, een voedselcrisis, een aanhoudende klimaatsverandering, ... Daarnaast komen een aantal andere enorme uitdagingen op ons af. De steeds groter wordende wereldbevolking zal onze samenlevingen en onze economische systemen uitdagen. Heel wat grondstoffen die momenteel onze maatschappijen draaiende houden zullen ooit uitgeput zijn. Kinderen en jongeren van vandaag zijn vaak de grootste slachtoffers van bovenstaande crisissen en moeten later de gevolgen dragen. De klassieke opvattingen over ontwikkeling die tot het huidig Westers welvaartsniveau hebben geleid, zijn vandaag steeds meer voorbijgestreefd. Welvaart ten koste van wie of wat? Vlaamse
2
kinderen en jongeren vragen om nu resoluut de kaart van een duurzame ontwikkeling te trekken en dit in de breedste zin van het woord. Dit houdt een ontwikkeling in waarbij de natuurlijke grondstoffen niet binnen afzienbare tijd uitgeput worden, waarbij de welvaart op een rechtvaardige manier verdeeld wordt, waarbij onze ecosystemen gevrijwaard worden en waarbij participatie geen loos begrip is. Dit alles binnen de grenzen van onze eindige planeet. De Vlaamse Jeugdraad stuurt reeds geruime tijd vertegenwoordigers naar verschillende regionale, nationale en internationale fora rond duurzame ontwikkeling. Ook in 2011 stuurt de Jeugdraad een vertegenwoordiger naar de 19de ‘Commission on Sustainable Development’ (verder CSD) van de Verenigde Naties. Duurzame consumptie en productie staan centraal op deze bijeenkomst. Doorheen de jaren wijzigden deze consumptie‐ en productiepatronen grondig. Vlaamse jongeren van vandaag consumeren algemeen gesproken meer en anders. En dit staat in schril contrast met de consumptiepatronen van sommige leeftijdsgenoten hier en in het Zuiden. De Vlaamse Jeugdraad bracht een groep jongeren samen om consumptiepatronen te bespreken. Op basis van deze discussies lanceerde de Vlaamse Jeugdraad een enquête die meer dan 800 jongeren invulden. De resultaten van deze enquête zijn een indicatie, die we gebruiken om een aantal concrete aanbevelingen te doen, om onze boodschap tijdens onder meer de CSD te onderbouwen en als voeding voor discussie en beleidswerk bij de overheid.
2. Advies Vanuit eerder onderzoek1 en uit de enquête over duurzame consumptie geeft de Vlaamse Jeugdraad het signaal dat veel jongeren erg bezorgd zijn om het milieu en welzijn van anderen (75% zegt bezorgd of zeer bezorgd te zijn om het milieu). Ze vinden een verandering naar meer duurzame consumptie noodzakelijk. Onder jongeren bestaat bovendien een groeiend bewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel rond dit thema. Ze zijn bereid om duurzamer te consumeren, maar doen dit nu niet (altijd) omdat de meer duurzame goederen vaak te duur of niet beschikbaar zijn of omdat men onvoldoende geïnformeerd is.2 Als jongeren voor een eerlijke keuze geplaatst worden, zullen ze kiezen voor het meest duurzame product.3 De wil is er al, maar het wordt de jongeren niet makkelijk gemaakt. Jongeren zijn opgegroeid in een maatschappij waarin consumptie centraal staat, waarin ook volwassenen veel consumeren. Om die inspanning zelf te leveren, want dat willen ze, en het gevoel te hebben dat dit ook werkelijk iets uitmaakt, vragen ze een duidelijk engagement van de overheid.4
1
Het engagement van de Vlaamse Jeugd, 2010, Steunpunt Jeugd De redenen waarom jongeren nu (soms) niet voor duurzame producten kiezen is omwille van: de prijs (73,6%), onvoldoende informatie (41,1%) en een probleem van beschikbaarheid (39,9%) 3 34,8% van de jongeren zegt zeker en vast voor andere producten te kiezen wanneer ze zouden weten dat sommige producten een negatieve impact hebben op het milieu of welzijn van anderen. 41,3% uit zich op minder uitgesproken manier, maar denkt ook eerder in die richting te handelen. 4 Vb.: Op de vraag: “wat betekent duurzame consumptie voor jou”, antwoordde 61,2% dat de maatschappij op een meer efficiënte manier moet gaan consumeren 2
3
Jongeren vragen een helder en verregaand beleid rond duurzame consumptie. Een beleid waarbij consumptie meer is dan een louter economisch verhaal, maar waarbij ook gezorgd wordt voor een minimale ecologische impact, zonder enige sociale uitbuiting. Een duurzaam product zou de norm moeten zijn. Dat zijn we verplicht aan de huidige en aan de toekomstige generaties5. De Vlaamse Jeugdraad pleit voor ‐ meer en betere informatieverstrekking over duurzame consumptie en productie ‐ het wegwerken van financiële drempels voor duurzame consumptie ‐ actievere rol van overheid t.a.v. producenten ‐ voorbeeldrol van de overheid ‐ participatie van jongeren 2.1 Informatie De Vlaamse Jeugdraad pleit voor ‐ betrouwbare, duidelijke en objectieve informatie over de duurzaamheid van producten. Deze informatie is aangegeven op de producten zelf of wordt verstrekt via andere kanalen. Deze informatie is makkelijk leesbaar en begrijpbaar. De overheid heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid ‐ goede informatieverstrekking (direct en indirect) over duurzame consumptie via het onderwijs en via andere kanalen waarbij gebruik gemaakt wordt van niet‐formeel leren. 80,8% van de jongeren die aan de enquête deelnamen stellen dat er onvoldoende informatie is over de impact van voeding, kleding etc. op het milieu en het welzijn van anderen6. De beschikbaarheid van correcte informatie is de basis om te kunnen kiezen voor het meest duurzame product. Er kan van de (jonge) consument niet verwacht worden dat hij of zij op de hoogte is van de herkomst van elk product of van de ecologische of sociale gevolgen die aan een bepaald product verbonden zijn. In de enquête geven jongeren ook aan dat dit voor hen niet duidelijk is. Ze hebben nood aan betrouwbare, duidelijke en objectieve informatie zonder dat ze genoodzaakt zijn om het product eerst grondig te analyseren. Jongeren hebben het recht om te weten wat de gevolgen zijn van hun consumptiegedrag. Op deze manier moeten/kunnen jongeren hun eigenaarschap op hun consumptiegedrag terug meer in handen krijgen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan het in de kijker zetten van korte keten initiatieven7. Ook duidelijke herkenbare labels, die aantonen welke mate van duurzaamheid (in zijn verschillende
5
Reeds in 1992 p de Rio conferentie spraken de landen wereldwijd via het actieprogramma Agenda 21 af om onduurzame patronen van productie en consumptie te veranderen. Tot nu toe bleef deze afspraak eerder dode letter. 6 vraag gesteld bij 41: “waartoe ben je bereid”? 7 Een korte voedselketen is een zo rechtstreeks mogelijke relatie tussen de producenten en de eindverbruikers van de voeding. De kortste ketens zijn de eigen moestuin en de thuisverkoop door producenten (indien het eigen productie is).
4
facetten), een bepaald product heeft, kan een oplossing zijn. Hoewel er al veel informatie op producten terug te vinden is, is die niet altijd even duidelijk. Naast informatie op producten zijn er ook andere creatieve manieren nodig om duidelijke en objectieve informatie over de duurzaamheid van producten te verschaffen. We denken bijvoorbeeld aan informatie via tools op het internet (bvb. www.makeitfair.org), of tools als de viswijzer. Daarnaast speelt ook het onderwijs een belangrijke rol om informatie te verstrekken. Duurzame ontwikkeling is van dermate groot belang dat dit al op jonge leeftijd een belangrijk aandachtspunt moet zijn in de verschillende onderwijsprogramma’s en opvoedingstrajecten. Zowel het formele onderwijssysteem als plekken waar niet‐formeel leren centraal staan moeten minstens op indirecte, maar soms ook op directe manier informatie bieden en zo sensibiliserend werken. Dit gaat in grote mate over instellingen en organisaties die zelf het goede voorbeeld geven door hun manier van consumeren, maar ook over expliciete informatie in lessenpakketten of spelvormen. Binnen het jeugdwerk (Globelink, Formaat, Jeugdwerknet,…) bijvoorbeeld bestaat hier al heel wat rond. Zo worden verschillende projecten opgezet in kader van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling, bijvoorbeeld Platform Verdraaide Wereld, ART D ECO of ECOSHIZZEL, duurzaam op kamp, …. Het erkennen en waarderen van dergelijke initiatieven kan een hefboom zijn voor verdere introductie van duurzame consumptie. 2.2 Financiële drempel De Vlaamse Jeugdraad pleit voor het betaalbaar maken van duurzame producten. De Vlaamse Jeugdraad geeft de overheid hierin een belangrijke rol. 73,6% van de jongeren die de enquête invulden geven de financiële prijs als reden aan waarom men (soms) niet voor meer duurzame producten en/of diensten kiest.8 Uit de enquête blijkt dat de prijs één van de belangrijkste elementen is om geen duurzaam product te kopen. Jongeren gaan er dus vanuit dat het consumeren van duurzame producten zwaarder doorweegt in hun portemonnee. Deze veronderstelling zal niet altijd opgaan. Maar de realiteit is wel dat duurzame producten vaker meer kosten dan andere, waardoor jongeren bewust consumeren zien voor mensen die ‘het goed hebben’. Een eerlijke keuze betekent dat je producten met dezelfde (duurzame) kwaliteit aan een gelijkaardige prijs kunt kopen. Op deze manier bepaalt je sociale achtergrond ook niet of je een keuze kan maken om duurzame producten te kopen of dat je die keuze niet eens kán maken.
8
vraag 39: wat is de reden waarom je (soms) niet voor duurzame producten en/of diensten kiest?
5
2.3 Het aanbod van duurzame producten De Vlaamse Jeugdraad pleit voor het sturen van het aanbod van duurzame producten en diensten op de markt. Het overgaan tot duurzaam consumeren is niet de unieke verantwoordelijkheid van de individuele consument. Producenten en overheid hebben hierin een niet te onderschatten rol te spelen. De overheid heeft een proactieve en sturende rol te spelen in het aanzetten van producenten tot duurzaam gedrag. 2.4 Voorbeeldfunctie van de overheid De Vlaamse Jeugdraad pleit ervoor dat de overheid op een zeer bewuste manier haar voorbeeldfunctie opneemt en andere diensten aanzet om dit te doen. De overheid heeft de rol om zelf het goede voorbeeld te geven. De Vlaamse Jeugdraad heeft zich in het verleden al positief uitgesproken over de intenties en inspanningen van de Vlaamse overheid binnen de Vlaamse Strategie voor Duurzame Ontwikkeling9, hoewel ook hier nog meer engagementen kunnen opgenomen worden wat betreft duurzame consumptie. Het is daarnaast echter van fundamenteel belang dat de overheid ook zeer concrete en zichtbare voorbeelden stelt door bijvoorbeeld zelf duurzame producten en diensten te gebruiken, aan te tonen welke producten en diensten aanvaardbaar zijn en actief op zoek te gaan naar alternatieven voor alles wat niet duurzaam is. De Vlaamse overheid kan deze voorbeeldfunctie maximaal opnemen door instanties waar ze rechtstreeks invloed op hebben, bvb. bepaalde mediakanalen, aan te zetten om aandacht te hebben voor duurzaam consumeren en produceren in het afsluiten van (beheers)overeenkomsten. 2.5 Anders en minder gaan consumeren De Vlaamse Jeugdraad pleit voor ‐ de dringende opstart van een sensibiliseringscampagne over anders en minder consumeren, naar alle leeftijdsgroepen in onze samenleving, met een gepaste boodschap en aanpak per leeftijdsgroep ‐ het uitzetten van beleidslijnen en initiatieven om anders en minder consumeren te bevorderen op verschillende vlakken (in aankoop van producten, in aanbieden van diensten,…) In de enquête komt duidelijk naar boven dat jongeren sterk de nadruk leggen op anders consumeren en veel minder op het verminderen van de consumptie10.
9
Advies 1014 over de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling Op de vraag minder of anders consumeren is de verdeling als volgt: de overheid moet minder consumeren (26,1%), de overheid meer efficiënte manieren vinden om te consumeren (61,2%), ik moet minder consumeren (9,1%), ik moet meer efficiënte manieren vinden om te consumeren (22,7%) 10
6
Experten wijzen op het feit dat de Westerse samenlevingen op zoek moeten gaan naar manieren om minder te consumeren willen ze meer duurzaam worden. Dat is een uitgemaakte zaak. Maar deze opvatting is nog niet doorgedrongen bij veel jongeren, wat niet zo verwonderlijk is als je opgroeit in een maatschappij met overconsumptie als norm. Ze consumeren veel en leggen de nadruk op anders consumeren. Om jongeren anders en minder te laten consumeren, is het belangrijk dat de overheid sensibiliseringscampagnes opstart. 2.6 Participatie en engagement van jongeren. De Vlaamse Jeugdraad pleit ervoor om jongeren te betrekken bij verschillende voorbereidende processen rond beleidsinitiatieven i.v.m. duurzame ontwikkeling en duurzame consumptie in het bijzonder. We vragen niet alleen een engagement van verschillende overheden en producenten. We zijn zelf ook bereid om het thema duurzame consumptie de komende jaren naar voren te schuiven als absolute prioriteit en om dit te koppelen aan concrete acties. We willen ook graag actief bijdragen aan het debat over duurzame consumptie. Zo zijn er heel wat lokale initiatieven waar ook jongeren een belangrijke partner in zijn, bvb. transitiebewegingen, klimaatfora en donderdag=veggiedag. Tot slot vragen we om betrokken te worden bij voorbereidende processen van duurzaam beleid. In zijn visie11 stelt de Vlaamse Jeugdraad ‘dat kinderen en jongeren volwaardig moeten betrokken worden in de discussies rond duurzame ontwikkeling, zowel op het vlak van het nemen van beslissingen, van de implementatie als van de evaluatie van het beleid’. Hierbij denken we aan de vertegenwoordigingen binnen de Verenigde Naties: Commission on Sustainable Development (CSD 19), Climate Change Conference of Parties (COP17) en de nieuwe wereldtop over duurzame ontwikkeling (Rio+20) waar hopelijk grote stappen zullen gezet worden naar een echte duurzame ontwikkeling.
11
Visietekst Duurzame Ontwikkeling
7