Advies Commissie Parameters Voorstel tot herziening van verwachte rendementen
Sprenkels&Verschuren Maart 2014
© Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel van het document mag worden gekopieerd, verspreid, geciteerd tenzij Sprenkels & Verschuren schriftelijke toestemming heeft verleend.
www.sprenkelsenverschuren.nl
Agenda 1
Inleiding
2
Belangrijkste wijzigingen
3
Impact van veranderingen
2
Advies van Commissie Parameters Brief In een brief van 21 maart 2014 heeft de staatssecretaris van SZW de Tweede Kamer geïnformeerd over het advies van de Commissie Parameters. Het advies heeft betrekking op de parameters die pensioenfondsen dienen te hanteren bij herstelplannen, continuïteitsanalyses en de premievaststelling: • Maximum grenzen voor rendementen • Minimum grenzen voor inflatie. Ook heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een uniforme scenario set voor een haalbaarheidstoets met het oog op het nieuwe FTK. Status Het kabinet onderschrijft het advies van de Commissie over de parameters. Het moment van invoering hangt af van het beoogde wetvoorstel voor het nieuwe FTK. De nieuwe parameters zijn nog niet van kracht, vanwege de mogelijke gevolgen voor herstelplannen en haalbaarheidstoetsen. De nieuwe parameters zijn vooralsnog niet van kracht. Bestaande herstelplannen hoeven niet te worden herzien.
3
Onderzoeksopdracht van Commissie Taakopdracht Het voorgaande advies van de Commissie Parameters dateert van 2009 (Don). De huidige Commissie heeft een ruimere opdracht gekregen: • Realistische inschatting van parameters • Grotere consistentie tussen rendement op vastrentende waarden en verplichtingen • Vaststellen van totaalrendement van zakelijke waarden onafhankelijk van rentestand • Advies over stochastische scenario set voor haalbaarheidstoets in eventueel nieuw financieel toetsingskader.
Relevantie van parameters De parameters zijn van belang bij: De bepaling van herstelkracht van pensioenfonds via herstelplannen De bepaling van kostendekkende (gedempte) premie (alleen in huidig FTK) De toepassing van indexatie (in nieuw FTK)
4
Agenda 1
Inleiding
2
Belangrijkste wijzigingen
3
Impact van veranderingen
5
Huidige en voorgestelde parameters (bruto) Categorie Minimum verwachtingen Prijsinflatie Looninflatie
Huidig Rekenkundig Meetkundig 2.0% 3.0%
2.0% 3.0%
Maximum verwachtingen Staatsobligaties
Meetkundig 2.0% 2.5%
circa 2.5%
Credits
4.5%
4.5%
Beursgenoteerde aandelen Overige zakelijke waarden Direct vastgoed Niet -beursgenoteerd vastgoed Grondstoffen
8.5% 9.0% 7.5% 7.5%
7.0% 7.5% 6.0% 6.0%
circa 3%
Voorstel Opmerking Ingroeipad 5 jaar Ingroeipad 5 jaar
Afhankelijk van forwards Afhankelijk van forwards en rendement aandelen, o.b.v. rating
7.0% 7.5% 6.0% 5.0%
Opmerkingen De rendementen zijn bruto, dus vòòr kosten; er is een apart voorstel voor de beheerkosten. Er komt nadrukkelijk onderscheid tussen AAA staatsobligaties en credits. Rendement op staatsobligaties en credits ligt niet vast maar is afhankelijk van forward RTS. Niet-beursgenoteerd vastgoed omvat zowel direct vastgoed als niet-beursgenoteerd indirect vastgoed. 6
Toelichting op aanpassingen Loon- en prijsinflatie: Looninflatie (contractloonstijging) wordt met 0.5% neerwaarts bijgesteld. Voor loon- en prijsinflatie geldt een ingroeipad van 5 jaar. Vanuit actuele CBS inflatie wordt in 5 jaar toegegroeid naar 2% resp. 2.5%. Risicovrije staatsobligaties Het verwachte rendement op risicovrije (AAA) staatsobligaties wordt direct gekoppeld aan de rentetermijnstructuur voor de verplichtingen: • 3-maands gemiddelde DNB RTS met UFR. Het verwachte rendement wordt bepaald op basis van de forward systematiek, zoals ook al voor de verplichtingen geldt. Het gemiddelde rendement wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde van de forward rente over 15 jaar. Hierdoor ontstaat een (logische) consistentie tussen het rendement op risicovrije obligaties en de pensioenverplichtingen. Dit is met het huidige vaste rendement van maximaal 4.5% nu niet het geval.
7
Toelichting op aanpassingen (2) Credits Er wordt onderscheid gemaakt tussen credits en staatsobligaties. Het verwachte rendement wordt afgeleid uit de risicovrije rendement en het verwachte rendement op aandelen. Op basis van de kredietwaardigheid vindt er zogenaamde mapping plaats. Rating
Mapping gewicht vastrentende waarden
Mapping gewicht aandelen
AAA
100%
0%
AA
90%
10%
A
85%
15%
BBB
80%
20%
High Yield
40%
60%
Voorbeeld: obligatie met A rating. Rendement: risicovrij obligaties 2.5% en aandelen 7%. Bruto verwacht rendement: 85%*2.5% + 15% * 7%= 3.18%.
8
Toelichting op aanpassingen (3) Beursgenoteerde aandelen Verwacht bruto (meetkundig) rendement blijft op 7% en is onafhankelijk van rentestand. De verwachting is gebaseerd op lange termijn historie van aandelen. De 7% sluit ook voldoende aan bij de benadering van risicovrije rente met een risicopremie. Overige zakelijke waarden Het verwacht bruto (meetkundig) rendement blijft 7.5%. De opslag van 0.5% ten opzichte van aandelen houdt verband met de liquiditeitspremie. Het rendement is toepasbaar op Hedge Funds, Private Equity, Infrastructuur en Innovatieve beleggingen.
9
Advies voor vermogensbeheerskosten Beheerkosten De geadviseerde bruto rendementen zijn vòòr aftrek van kosten. Uniforme kostenafslagen verbeteren vergelijkbaarheid van pensioenfondsen. De kosten zijn gebaseerd op DNB data en CEM benchmark gegevens. Categorie
Advies voor kostenafslag
Aandelen
0.25%
Vastrentende waarden en credits
0.15%
Overige zakelijke waarden
0.25%
Niet-beursgenoteerd vastgoed
0.80%
Grondstoffen
0.40%
Correlatie en volatiliteit De Commissie geeft tevens advies over de hoogte van de correlaties tussen en de volatiliteit van beleggingscategorieën. Het advies houdt in dat diversificatievoordelen tussen categorieën (bijvoorbeeld obligaties en aandelen) worden begrensd. De correlaties zijn niet hetzelfde als bij de Vereist Eigen Vermogen berekening, aangezien die correlaties uitgaan van extreme marktomstandigheden. 10
Uniforme scenario set Haalbaarheidstoets in het nieuwe FTK De Commissie heeft een voorstel gedaan voor economische scenario’s voor de haalbaarheidstoets voor het beoogde nieuwe financiële toetsingskader. De haalbaarheidstoets moet de consistentie aantonen tussen de verwachtingen en het pensioenresultaat. Uitkomsten vormen de basis voor communicatie over koopkracht en risico’s. Via uniforme scenario set wordt bereikt dat pensioenfonds op gelijke wijze hun ambities vaststellen en daarover communiceren. Opzet Het gaat om een stochastische benadering, minder geavanceerd dan ALM. Er is gekozen voor een vereenvoudigd model, dat scenario’s genereert voor de rente, aandelenrendementen en inflatie. Rendement op credits worden via mapping afgeleid. Zakelijke waarden worden gemodelleerd zoals aandelen. Rendementen zijn consistent met het parameter advies.
11
Agenda 1
Inleiding
2
Belangrijkste wijzigingen
3
Impact van veranderingen
12
Gevolgen voor portefeuillerendement Voor een ‘standaard’ pensioenfonds is door de Commissie nagegaan wat de impact is op het verwachte portefeuillerendement en het herstelplan. Daarbij is uitgegaan van de maximale parameters met een kostenafslag. Aannames: Start DG. 105% 50% zakel.wrdn. 50% vastrentend RTS per 31/12/2013 Toeslag naar rato tussen DG 105% en 130%
Impact op rendement en herstelplan
Meetkundig rendement (15 jaars gemid.)
Dekkingsgraad na 5 jaar in herstelplan
Pensioenresultaat na 5 jaar (vs. looninflatie)
Huidige parameters
5.9%
126.5%
91%
Effect rentesystematiek
-0.7%
-6.6%
-1.5%
Effect overige parameters
+0.2%
+1.9%
+4.3%
Voorstel parameters
5.4%
121.8%
94%
Het verwachte rendement daalt voornamelijk door de voorgestelde koppeling van staatsobligaties aan de forward RTS, die fors lager is dan 4.5% De dekkingsgraad na 5 jaar komt daardoor ook flink lager te liggen. Het effect op het pensioenresultaat is daarentegen positief omdat de inflatie bij aanvang lager is en in 5 jaar toegroeit naar 2.5% in plaats van 3%. Het gemiddelde rendement van 5.4% is gebaseerd op een 15-jaars horizon; in de eerste 5 jaar is het rendement lager door de forward systematiek. Wij merken op dat de parameters nog niet van kracht zijn. Dit gebeurt 13 waarschijnlijk bij de introductie van het nieuwe FTK
Vergelijking met praktijk Opmerkingen De vergelijking in de voorgaande sheets is gebaseerd op de maximale rendementen. In de praktijk zal veelal niet gekozen worden voor de maxima, maar een prudente afweging worden gemaakt. S&V rendementen De wijze waarop S&V de rendementen voor staatsobligaties vaststelt, komt al grotendeels overeen met het voorstel van de Commissie.
Het rendement van obligaties bepalen wij aan de hand van de risicovrije RTS. Het voorstel van de Commissie Parameter zal in de meeste gevallen nauwelijks gevolgen hebben voor onze onderbouwing van rendementen.
14
Rendementsverwachtingen S&V In de onderstaande tabel hebben zijn de verwachte rendementen opgenomen die S&V in veel gevallen heeft geadviseerd bij de evaluatie van herstelplannen per 31/12/2013. De door ons samengestelde parameters voldoen aan de nieuwe maxima. Bruto rendementen Categorie Minimum verwachtingen Prijsinflatie Looninflatie Maximum verwachtingen Staatsobligaties Credits Beursgenoteerde aandelen Overige zakelijke waarden Direct vastgoed Niet -beursgenoteerd vastgoed Grondstoffen
Huidig Meetkundig
Voorstel Meetkundig
S&V Meetkundig
2.0% 3.0%
2.0% 2.5%
2.0% 3.0%
circa 2.5%
2.6%
circa 3%
3.0%
7.0% 7.5% 6.0% 5.0%
6.4% 5.0-7.0% 5.2% 3.2%
4.5% 7.0% 7.5% 6.0% 6.0%
15