93
Dossier
Dossier
Het dossier is een selectie van in de bibliotheek van de Boekmanstichting aanwezige documenten over particulier initiatief in kunst en cultuur. Saskia Leefsma verzamelde de titels en voorzag ze van een annotatie. Voor diegenen die zich verder in het onderwerp willen verdiepen is er vanzelfsprekend meer literatuur in de bibliotheek te vinden. Een aantal titels is voorzien van een verwijzing naar de website waar het desbetreffende onderzoek en soms ook meer relevant materiaal digitaal wordt aangeboden.
Nederland en Vlaanderen Kunst&Zaken (2008) Programma Cultuurmecenaat: verslag Expertworkshop Fiscale mogelijkheden. Rotterdam: Kunst&Zaken, 29 kb. Signatuur: E08-121 Kunst&Zaken organiseerde een serie Expertworkshops om een impuls te geven aan de verbetering van de bedrijfsvoering, organisatiestructuur en strategische visie, die bepalend zijn voor de daadkracht van culturele instellingen. Op 22 februari 2008 was een workshop gewijd aan fiscale mogelijkheden, met als spreker onder andere prof. dr. Ruben Freudenthal, fiscalist bij Deloitte Belastingadviseurs in Leiden. (www.cultuurmecenaat.nl). Sanders, M. (2008)
Meer draagvlak voor cultuur: advies Commissie Cultuurprofijt. Amsterdam: Commissie Cultuurprofijt, 47 p. Signatuur: 08-056 Minister Plasterk vroeg de Commissie Cultuurprofijt onder voorzitterschap van Martijn Sanders met voorstellen te komen over de wijze waarop verbindingen gelegd kunnen worden tussen de cultuursector en andere maatschappelijke sectoren, redenerend vanuit de eigen kracht en intrinsieke waarde van de cultuur, en over de mogelijkheden om de betrokkenheid bij cultuur te vergroten, ook in financiële zin. De commissie adviseerde de minister om rijksgesubsidieerde instellingen toe te staan een eigen vermogen op te bouwen, een norm voor het verwerven van eigen inkomsten in te stellen, een tijdelijk Programma Cultureel Ondernemerschap in te stellen en,
op termijn, een investeringsfonds voor cultuur op te richten. Als bijlage is het rapport ‘Programma voor cultureel ondernemerschap: versterking zelffinanciering’ van Andersson Elffers Felix bijgevoegd. Ook de onderzoeksrapportages van Bureau Berenschot ‘Prijsbeleid en eigen inkomsten musea’, ‘Prijsbeleid en eigen inkomsten podiuminstellingen’ en ‘Memo fiscale knelpunten culturele instellingen’ van Ernst & Young Belastingadviseurs zijn toegevoegd. (www.cultuurprofijt.nl). Drenth, B. (et al.) (2007) Versterken eigen inkomsten: verkenning voor het Uitmarktdebat in Paradiso 26 augustus 2007. Utrecht: Berenschot, 32 p. Signatuur: 07-469 Ten behoeve van het Uitmarktdebat 2007 lieten Kunsten ’92, Kunst van Vooruitzien en Paradiso, Bureau
94
Boekman 76
Particulier initiatief
Berenschot onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de eigen inkomsten van culturele instellingen te versterken. Overzicht per sector van de eigen inkomsten uit kaartverkoop en andere bronnen, zoals sponsoring en mecenaat, en van het percentage van de inkomsten in verhouding tot de totale baten. Gegevens over prijselasticiteit: wat voor gevolgen heeft een prijsverhoging voor de inkomsten uit kaartverkoop? (www.kunsten92.nl).
wereldoorlogen, weinig florissant. Armoede en maatschappelijke onrust overheersten in deze periode. Niet de overheid, maar kunstlievende particulieren stonden kunstenaars gedurende het interbellum bij met geld en eten. In Den Haag speelden het in 1922 opgerichte Nederlandsch Kunstverbond en vanaf 1932 het Comité de Kunst in Nood een cruciale rol. Graft onderzoekt met welke initiatieven, door wie en met welke doelstellingen in Den Haag particulieren actie ondernamen om de gemankeerde inkomenspositie van kunstenaars te verbeteren. Na een uitvoerige uiteenzetting van de sociaaleconomische en culturele context richt ze haar analyse op de twee bovengenoemde particuliere initiatieven. Ze vergelijkt de twee verenigingen op samenstelling van bestuur, doelstelling en werkwijze, financiën, aangekochte werken en hun verspreiding.
overheid de grootte van dit deel de afgelopen vijftien jaar heeft beïnvloed.
Duijzer, A. (2007) Sponsors in de Vaste Collectie: een onderzoek naar de rol van sponsoring voor het Rijksmuseum van Oudheden. Masterthesis Universiteit vanTilburg, 136 p., 684 kb Signatuur: 07-644 Duijzer onderzocht de sponsoring bij het Rijksmuseum voor Oudheden. Aan bod komen de volgende vragen: levert de sponsoring van het Rijksmuseum van Oudheden een positiever bedrijfsimago op voor een potentiële sponsor? Wat vinden de vriendenvereniging en de bezoekers van het museum van de sponsoring. En hoe moet de sponsoring worden ingevuld? Graft, C. (2007) Tusschen het voor en het van de kunst leven: Haagse kunstminnenden en hun initiatieven voor ondersteuning van noodlijdende beeldend kunstenaars tijdens het Interbellum = Intermediaries for art’s sake: patronage of art benefactors in The Hague between the two World Wars. Scriptie Open Universiteit Nederland, 89, XLVII p. Signatuur: 07-474 De positie van veel beeldend kunstenaars was tijdens de economische crisis in Nederland, tussen de twee
Kremer,T. (2007) Private funding of theatre accommodations in the Netherlands: what is the score? Sponsoring and maecenatism of the exploitation and building projects. Master thesis Erasmus University Rotterdam, 137 p. Signatuur: 07-686 Empirisch onderzoek naar de private financiering van theater en de exploitatie, renovatie en bouw van 70 theaters laat zien welk deel van het totale inkomen van theateraccommodaties privaat of publiek is. Kremer beschrijft de geschiedenis van private financiering in Nederland, met daarin ook de rol van de overheid en de manier waarop beleidsmaatregelen privatisering al of niet stimuleren. Centraal staat de vraag welk deel private financiering uitmaakt van het totaal en op welke manier de
Kunsten ’92 (2007) Kan de markt de kunst tillen? Amsterdam: Vereniging Kunsten ’92, 30 kb Signatuur: E07-571 Op 10 mei 2007 organiseerde Kunsten ’92 samen met hetTijdelijk Museum Amsterdam een debat over de invloed van privaat versus publiek geld voor de autonomie, kwetsbaarheid en positie van de beeldendekunstinstellingen en kunstenaars. Onder leiding van Erik Hitters werd de referenten gevraagd te reageren op twee stellingen: verandert privaat geld de kunst. En zorgt privaat geld voor een grotere maatschappelijke inbedding van kunst? (www.kunsten92.nl). Schuyt,Th.N.M. (et al.) (red.) (2007) Geven in Nederland 2007: giften, legaten, sponsoring en vrijwilligerswerk. ’s-Gravenhage: Elsevier overheid, 180 p. Signatuur: 07-295 Verschillende soorten bijdragen (giften, legaten, sponsoring en vrijwilligerswerk) van huishoudens, individuen, fondsen, bedrijven, goededoelenloterijen worden tweejaarlijks in kaart gebracht. Behalve voor de geldbronnen is er ook aandacht voor de doelen, waaronder kunst en cultuur. Feddema, M. (2006) Onderzoek naar de ondersteuning van kunst en cultuur door middelgrote bedrijven in Nederland over 2005. Amsterdam: Leenaers Verloop, 369 kb Signatuur: E07-794 Samenvatting van een onderzoek in
95
opdracht van een adviesbureau op het gebied van culturele en maatschappelijke sponsoring, naar de activiteiten, motieven en criteria van middelgrote bedrijven om kunst en cultuur te ondersteunen. (www.leenaersverloop.nl). Koelemij, L. (2006) Sponsoring: toekomstmuziek? Een onderzoek naar ervaringen van medewerkers van poppodia met betrekking tot sponsoring. Masterthesis Universiteit vanTilburg, VII, 70 p. Signatuur: 06-658 Koelemij onderzocht in hoeverre Nederlandse poppodia afhankelijk zijn van sponsoring en of dat tot een commercialisering van poppodia leidt. Door middel van kwalitatief onderzoek zijn zowel gesponsorde als niet gesponsorde poppodia onderzocht. Maatjens, A. en M. Leenaers (red.) (2006) Profiles kunst + cultuur: 118 ideeën voor samenwerking met culturele organisaties. Amsterdam: Lenthe, 185 p. Signatuur: N07-003 Meer dan honderd kunst- en cultuurorganisaties stellen zich in de Sponsor Profiles voor aan het bedrijfsleven. De bijdragen van het bedrijfsleven worden steeds hoger: in 1993 bedroegen deze 84 miljoen euro, in 2003 waren ze gestegen naar 619 miljoen. Cultuursponsoring staat nu op de derde plaats, na religie en sport. Het belang van cultuursponsoring kan nog vergroot worden door de creativiteit en innovatie van de cultuursector te benadrukken, kenmerken waar het bedrijfsleven juist naar op zoek is. Ooijen, I.M.A. van (2006)
Dossier
Sponsoring van musea en de code cultuursponsoring: een literatuuronderzoek naar waarborgen voor inhoudelijke onafhankelijkheid van gesponsorde Nederlandse musea ten opzichte van hun sponsoren. Doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam, I, 62 p. Signatuur: 07-105 Sponsoring in de museumwereld is tegenwoordig een bekend maatschappelijk verschijnsel. Van twee totaal gescheiden werelden – die van kunst enerzijds en winstoogmerk anderzijds – is allang geen sprake meer. Het bedrijfsleven draagt circa 80 miljoen per jaar bij aan culturele instellingen. Met deze bijdragen kunnen musea een breder aanbod presenteren, wat zonder sponsoring niet mogelijk zou zijn geweest. De afgelopen tijd is sponsoring van musea echter in een negatief daglicht komen te staan. Aanleiding is de sponsorovereenkomst tussen het Stedelijk Museum en de ABN AMRO Bank. De vraag is of de Code Cultuursponsoring voldoende waarborgen biedt ter bescherming van de inhoudelijke onafhankelijkheid van musea. Of kunnen sponsoren als de nieuwe machthebbers in museumland worden beschouwd? Voogt, S. (2006) Get the party started...: the commercialisation of cultural festivals: a qualitative analysis of the implications of the increasing presence of sponsorship within cultural festivals. Master thesis University ofTilburg, VI, 67 p. Signatuur: 07-700 Managers van Nederlandse culturele festivals hebben invloed op de mate en wijze van sponsoring en de gevolgen van een toename van sponsors
bij culturele festivals. Beschouwt het management dit bijvoorbeeld als een negatieve of een positieve ontwikkeling? De aanwezigheid van sponsors binnen culturele festivals hangt af van de aantrekkelijkheid van festivals voor potentiële sponsors. Dit hangt weer af van het sponsorbeleid van het management, de aard van het evenement en de doelgroep. Broek, H. van den (2005) Cultural Business Modeling: een openbaring voor de (financiële) kunstmanager? Een onderzoek naar de bruikbaarheid van Cultural Business Modeling in de praktijk, met als testcase Schouwburg De Lawei. Masterthesis Universiteit Utrecht, 29 p. Signatuur: 06-085 Bezuinigingen op de overheidsfinanciering en stijging van kosten maken het voor culturele instellingen steeds noodzakelijker aanvullende fondsen te werven. Cultural Business Modeling geeft vorm aan alternatieve financiering. Alle mogelijke bronnen van inkomsten worden hierbij in kaart gebracht en er wordt bekeken in hoeverre de instelling hier gebruik van maakt. Schouwburg De Lawei in Drachten fungeert als casestudy bij dit onderzoek. Jansen, E. (2005) Museumsponsoring: het paard van Troje? Commercialisering van Nederlandse musea door private sponsoring. Masterthesis Universiteit vanTilburg, 84 p. Signatuur: 07-451 Sponsoring kan een zeer effectief, maar tegelijkertijd ook verraderlijk middel zijn. Het voordeel is, wanneer tentoonstellingen gesponsord worden, dat musea kunnen groeien
96
Boekman 76
Particulier initiatief
en spectaculaire aankopen kunnen doen. De toenemende betrokkenheid van commerciële ondernemingen bij publieke instellingen moet wel zijn grenzen kennen. Voordat vastgesteld kan worden of de private betrokkenheid bij Nederlandse musea zorgwekkend is, is het van belang te weten wat er in de praktijk gebeurd (is). Jansen biedt inzicht in de manier waarop Nederlandse musea de afgelopen tien jaar commerciëler zijn geworden.Tien casestudy’s van Nederlandse musea en informatie vanuit de Nederlandse Museum Vereniging en het ministerie van OCW schetsen een beeld van de Nederlandse praktijk.
schappij in een Vlaamse context kan werken. Vervolgens wordt de Vlaamse promotiegalerie gedefinieerd om die definitie in een ruimer kader van culturele-industriebedrijven en -producten in te passen.Ten slotte werkt de auteur aan de hand van de theorie van de waardeketen een groot aantal ondersteuningsmodellen uit en beveelt zij modellen aan. (www.ibknet.be).
ervan in het beleidsplan van het museum. (www.marketeum.be).
Maenhout,T. (2005) Vlaamse culturele investeringsmaatschappij: denkpistes ter ondersteuning van de Vlaamse promotiegaleries. Scriptie Universiteit Antwerpen, 114 p. Signatuur: 05-490 De beeldendekunstensector in Vlaanderen heeft te maken met een structurele onderfinanciering. Van overheidswege werd echter onlangs bekendgemaakt, dat de Vlaamse overheid de oprichting van een culturele investeringsmaatschappij overweegt. Dit zou een aantal structurele problemen van de beeldendekunstensector kunnen oplossen. Als experimenteel voorbeeld werd een ongewaardeerde maar zeer belangrijke speler onder de loep genomen, namelijk de Vlaamse promotiegalerie. In het rapport is een aantal ‘denkpistes’ ontwikkeld ter ondersteuning van de Vlaamse promotiegaleries via een culturele investeringsmaatschappij. Eerst schetst Maenhout de problematiek rond de beeldendekunstensector. Daarna gaat zij na hoe een culturele-investeringsmaat-
Smithuijsen, C. (2005) Een schilderij uit de loterij: over de financiering van cultuur uit de opbrengst van de goededoelenloterijen. In: Boekman, jrg. 17, nr. 62, 92-98. De bijdrage aan de totale uitgaven voor kunst en cultuur vanuit de Nederlandse kansspelindustrie is nog marginaal: in 2001 was dat 1%. Kansspelen zijn niet onomstreden. Korte geschiedenis van de loterijenmarkt in Nederland en suggesties om de organisatie van goededoelenloterijen te stroomlijnen en de opbrengst voor de kunst te vergroten. Velghe, E. (2005) Market’eum 05-sessie: privéfinanciering van non-profit: partnerships en sponsoring – gastspreker Eugeen Van Lent / Ernest Van Buynder. Brugge: s.n., 95 kb Signatuur: E05-378 Verslag van de parallelsessie gehouden op Market’eum 05: Congres Museummarketing, Brugge, 14-15 maart 2005. Eugeen Van Lent, directeur van Cultuurcentrum ter Dilft in Bornem, beschrijft het ontstaan van de partnerships en sponsoring voor het Cultuurcentrum. Ernest Van Buynder, voorzitter van het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, (MuHKA), vertelt over de bedrijvenclub van het MuHKA en de inpassing
Wieringa, F. (2005) Wat hebben we over voor de creatieve klasse? Het tweede debat in de Koorts manifestatie over creativiteit, burgerschap en zakenleven. Rotterdam: Rotterdamse Kunststichting, 56 kb Signatuur: E05-720 In het tweede Koorts debat, gehouden tijdens GOUDKOORTS (16-18 juni 2005 in de Beurs-WTC) wordt de financiering van cultuur onder de loep genomen. Gesteld wordt dat bedrijven de creatieve klasse omarmen als motor voor economische vernieuwing. Het debat werd geleid door Bert van Meggelen, voormalig intendant Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001 en directeur van Bureau Maatwerk. Deelnemers aan de discussie waren Erik Hitters, cultuursocioloog; JasperTuytel, Economic Development Board of Rotterdam; en Ruud Reutelingsperger, Observatorium en organisator Goudkoorts. (www.rks.nl). Albrecht, Y. (2004) Nieuw cultuurmecenaat. Amsterdam: Amsterdamse Kunsten Coalitie, 52 p. 149 kb Signatuur: 05-422 Op 7 september 2004 vond het symposium ‘Doorbraak van nieuw cultuurmecenaat’ plaats. Deze publicatie bevat de tekst van de lezing van Henk van Os, een essay van Yoeri Albrecht ‘Hoe kan het ontstaan van cultuurfinanciering door particulieren en bedrijven worden bevorderd?’, interviews met Paul Fentener van Vlissingen en met Joop en Janine van den Ende en een nawoord door
97
staatssecretaris van Cultuur Medy van der Laan. (www.cultuurmecenaat.nl). Bekkers, R. (2004) Giving and volunteering in the Netherlands: sociological and psychological perspectives = ‘Vrijwillig en vrijgevig’: sociologische en psychologische verklaringen van prosociaal gedrag (met een samenvatting in het Nederlands). Proefschrift Universiteit Utrecht, 1,9 mb Signatuur: 05-346 Bekkers verrichtte vijf empirische studies naar de manier waarop donaties en vrijwilligerswerk in Nederland verbonden zijn met sociale voorwaarden en persoonlijkheidskenmerken. De auteur gebruikt daarbij de gegevens van het onderzoek ‘Family Survey Dutch Population 2000’, maar de uit dit databestand afkomstige gegevens over (actief) lidmaatschap en vrijwilligerswerk worden niet apart vermeld. (www.fss.uu.nl). Bleyenberg, A. (2004) De bedrijfswereld en non-profitsector: Waarom zoeken bedrijven zinvolle relaties met cultuur? Scriptie Universiteit Gent, IV, 62, V-XXI p. Signatuur: 04-761 Welke bedrijven sponsoren kunst in Vlaanderen en welke kenmerken vertoont dergelijke sponsoring? Bevat literatuuronderzoek over de verschillende relaties die ondernemingen met de kunstwereld kunnen onderhouden (cause-related marketing, sponsoring, mecenaat en strategische samenwerking) en empirisch onderzoek (nadere bestudering van cultuursponsoring en profiel van sponsorende bedrijven in Vlaande-
Dossier
ren). (users.skynet.be/kunstsponsoring). Lievens, B. en K. Segers (2004) Zaken voor de kunst: onderzoek naar de mechanismen en processen van bedrijfssponsoring binnen de muziek en podiumkunsten in Vlaanderen anno 2003. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 218 p. Signatuur: 04-288 Uitvoerig onderzoek naar de stand van zaken van kunstsponsoring in Vlaanderen. Definitie van sponsoring, organisatie en implementatie van sponsoring, sponsorwerving. Situatie in de podiumkunsten en de muzieksector. De betekenis van sponsoring voor het bedrijf. Het onderzoek bevat casestudy’s en een overzicht van organisaties die zich met sponsoring bezighouden. (www.vlaanderen.be/cultuurbeleid). Ministerie van OCW (2004) Cultureel schenken, nalaten en beleggen. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 16 p., 584 kb Signatuur: E04-716 Brochure met informatie over fiscaal investeren in cultuur voor particulieren (schenken, fiscale giftenaftrek, nalaten, cultureel fonds op naam) en bedrijven, en informatie over cultureel beleggen. (www.minocw.nl/cultuur).
Internationaal Steenbergen, R. (2008) De nieuwe mecenas: cultuur en de terugkeer van particulier geld. Amsterdam: Business Contact, 248 p. Signatuur: 08-270 Men verwacht veel van de nieuwe
mecenas sinds er internationaal wordt bezuinigd en verzelfstandigd en er steeds minder overheidsgeld beschikbaar komt voor kunst en cultuur. Steeds meer particulieren blijken bereid deze sector te financieren. Over het waarom en hoeveel is echter nog weinig bekend. Wel staat vast dat Nederlandse geldschieters tot nu toe achterblijven in vergelijking met de ons omringende landen. Steenbergen laat ruim 60 internationale individuele en collectieve schenkers aan het woord. Zij vormen met hun beweegredenen de aanzet tot een aantal aanbevelingen om de financiële betrokkenheid van particulieren te verbeteren. Association of art museum directors (2007) Managing the relationship between art museums and corporate sponsors. New York: Association of Art Museum Directors, 30 kb Signatuur: E07-837 Een aantal overwegingen voor museumdirecteuren om het onderste uit de kan te halen wat betreft bedrijfssponsoring van kunst om zo het publieke vertrouwen te handhaven. (www.aamd.org). Schanke, R.A. (2007) Angels in the American theater: patrons, patronage and philanthropy. Carbondale: Southern Illinois University Press, XVI, 314 p. Signatuur: 07-326 Geschiedenis van het Amerikaanse theater, met daarbij aandacht voor de belangrijke rol die investeerders speelden bij de vorming en ontwikkeling van het theater in de Verenigde Staten. Met name individuele begunstigers, stichtingen en corporaties als de Ford Foundation, de Rockefel-
98
Boekman 76
Particulier initiatief
lers en Disney komen aan bod. Cowen,T. (2006) Good and plenty: the creative successes of American arts funding. Princeton (etc.): Princeton University Press, VII, 196 p. Signatuur: 07-441 Amerikanen zijn ofwel van mening dat de subsidieverstrekkende instantie National Endowment for the Arts moet worden afgeschaft, of dat de publieke middelen opgeschroefd moeten worden omdat de kunsten niet op een vrije markt kunnen overleven. Cowen is van mening dat de Amerikaanse manier van kunst subsidiëren eigenlijk wel goed is. Ondanks het feit dat het indirect gebeurt, leidt het niet tot ‘terrible and small’, maar tot ‘good and plenty’. Die indirecte subsidies zijn onder meer het auteursrecht en belastingmaatregelen die het geven aanmoedigen. Het Amerikaanse decentrale en enigszins op toeval berustende systeem resulteert volgens Cowen in kunst die creatiever, diverser, rijker en politiek onafhankelijker is dan in Europa.
winstbejag, commerciële organisaties en schenkingen. (www.europarl.europa.eu).
bibliotheekwezen in Duitsland. Lidström, B. (2004) Arts and business: attitudes towards arts sponsorship: paper presented at the Third international conference on cultural policy research, August 25-28, 2004, HEC Montréal, Canada. S.l.: s.n., 247 kb Signatuur: E04-690 Eerder onderzoek naar sponsoring toont dat sport afhankelijk is van sponsoring om te overleven, terwijl in kunst en cultuur sponsoring met name bijdraagt aan activiteiten buiten het normale budget. Deze studie bekijkt kunst- en cultuursponsoring vanuit kunstinstellingen en vanuit het bedrijfsleven. Waarom sponsort het bedrijfsleven kunstinstellingen en waarom zijn kunstinstellingen hier op uit? En wat zijn de gevolgen van kunstsponsoring voor zowel het bedrijfsleven als de kunstinstellingen? (www.hec.ca).
Klamer, A., L. Petrova and A. Mignosa (2006) Financing the arts and culture in the European Union. Brussels: European Parliament, 100 p. Signatuur: 07-044 De studie beschrijft verschillende financieringsbronnen van cultuur in Europa gedurende de periode 20002005, met speciale aandacht voor de overheid, de markt en de non-profitsector. Aan de orde komen: financiële steun uit openbare middelen, zoals subsidies, prijzen en stipendia, evenals belastingmaatregelen; loterijfondsen van lagere overheden; private steun van organisaties zonder
Bishop, P.J. (2005) The patronage of composers in the United States. Thesis Boston University, VII, 147 p. Signatuur: 07-629 Bishop onderzoekt de ontwikkeling van het mecenaat voor componisten in Amerika. De nadruk ligt op de verhouding tussen componist en beschermheer en het systeem van mecenaat dat zich in de loop der tijden heeft ontwikkeld. De auteur onderscheidt drie bronnen van ondersteuning: particulieren, filantropische stichtingen en de overheid. Zijn bevindingen zijn gebaseerd op archief- en ander historisch materiaal en geschriften van componisten zelf. (home.comcast.net). Hanke, P. en R. Busch (2005) ‘With a little help from my friends’: Freundeskreise und Fördervereine für Bibliotheken: ein Handbuch. Bad Honnef: Bock + Herchen Deutschen Bibliotheksverbandes, 336 p. - (Bibliothek und Gesellschaft Beiträge zur bibliothekarischen Weiterbildung). Signatuur: 07-052 Het aantal ‘vrienden van’-netwerken stijgt in de bibliotheekwereld. De motivatie varieert van geldschieter en politieke lobby tot springplank. Of het is een doel op zichzelf: gezelligheid, korting, prestige? Wat precies beweegt een ‘vriend van’? Duitsland had eind 2004 welgeteld 312 netwerken ter bevordering van het bibliotheekwezen. Een verslag van een onderzoek naar ontstaan en ontwikkelingen van private financiering, de lobby en sociale aspecten in het