Wa t h e e f t h e t o n d e r z o e k e n v a n d e m e l d i n g o p g e l e v e r d ?
We l k v e r m o e d e n b e s t a a t e r ? Kindermishandeling is een verzamelterm. De AMK’s maken gebruik van een indeling in zes vormen: lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, psychisch geweld, affectieve verwaarlozing, seksueel misbruik en getuige zijn van geweld binnen het gezin. Vaak is er sprake van een combinatie van de genoemde vormen. Daarom kunnen per situatie meerdere vormen geregistreerd worden. De totaalpercentages in tabel 4 zijn daardoor hoger dan 100%.
Aard
Meldingen
Consulten
Lichamelijke mishandeling
20,1%
20,6%
15,0%
Lichamelijke verwaarlozing
21,2%
11,3%
10,2%
Psychische geweld
16,5%
11,0%
Affectieve verwaarlozing
36,0%
19,1%
19,1%
7,5%
13,4%
12,0%
Seksueel misbruik
Adviezen
12,3%
Getuige van geweld in gezin
14,6%
7,9%
7,7%
Overig / anders
20,1%
15,1%
17,0%
0,2%
0,7%
3,0%
Geen Onbekend
Uit tabel 4 blijkt dat niet alle voorgelegde situaties zich makkelijk in de specifieke vormen laten indelen. De categorie ‘overig’ beslaat een substantieel deel van de binnengekomen meldingen en de consulten en adviezen.
In tabel 7 staat weergegeven hoe de situatie was bij het afsluiten van dossiers over meldingen. De cijfers betreffen dossiers die in 2003 zijn afgesloten. Het onderzoek van het AMK na een melding kan verschillende uitkomsten hebben. Zo kan blijken dat er geen sprake is van mishandeling, maar dat de geuite zorgen over het kind een andere achtergrond hebben (11,2%). Soms is de mishandeling niet bevestigd (16,7%), maar is het tegendeel evenmin aangetoond omdat het AMK niet genoeg informatie heeft kunnen achterhalen.
Ta b e l 4 . A a r d v a n d e m i s h a n d e l i n g ( i n p r o c e n t e n )
Totaal
2,7%
5,7%
9,7%
138,9%
104,8%
106%
Blijkt er inderdaad sprake te zijn van mishandeling, dan zal het AMK hulpverlening op gang proberen te brengen. Het AMK draagt de verantwoordelijkheid dan over aan de instantie die bij de hulp aan het gezin betrokken is (37,7%). In gunstige gevallen stopt de mishandeling van het kind nog voor het dossier door het AMK is afgesloten (8,0%). Ouders werken niet altijd vrijwillig mee aan de hulp die in het belang van het kind noodzakelijk is. In dat geval meldt het AMK de zaak bij de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft juridische mogelijkheden om hulpverlening, bijvoorbeeld in de vorm van een ondertoezichtstelling, te laten opleggen.
Wa t i s d e l e e f t i j d e n h e t g e s l a c h t v a n d e g e m e l d e k i n d e r e n ? Zoals blijkt uit tabel 5 en figuur 4 worden tegenover het AMK vooral zorgen geuit over kinderen die jonger zijn dan 12 jaar. In tabel 6 is te zien dat, over het geheel genomen, de gemelde vermoedens vrijwel evenveel jongens als meisjes betreffen.
Advie zen en Meldingen
In een aantal gevallen ligt bemoeienis van de Raad al op het moment van melden voor de hand. Het AMK beperkt zich dan tot een kort onderzoek en geleidt de zaak door naar de Raad. In totaal komt 26,3% van de zaken uiteindelijk bij de Raad terecht.
over Kindermishandeling in 2003
Ta b e l 7 . S i t u a t i e b i j a f s l u i t i n g v a n h e t d o s s i e r Absoluut
%
Overgedragen aan andere instantie
4.371
37,7%
Melding bij de Raad
3.046
26,3%
Mishandeling niet bevestigd
1.939
16,7%
Geen mishandeling
1.294
11,2%
Mishandeling beëindigd Overleden Totaal
923
8,0%
14
0,1%
11.587
100%
In tabel 7 wordt melding gemaakt van 14 overleden kinderen. Dit is echter geen representatief beeld voor het werkelijke aantal kinderen dat aan de gevolgen van mishandeling overlijdt. Het betreft hier alleen situaties waarin een vermoeden van mishandeling bij het AMK was aangekaart. Daarnaast kan het zo zijn dat het kind door een andere oorzaak is overleden in de periode dat het AMK onderzoek deed.
Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling
Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving
kan contact opnemen met een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Ook bij twijfel. Veel mensen maken gebruik van die mogelijkheid. Figuur 4. Leeftijdsverdeling gemelde kinderen 0 t/m 17 jaar
In deze folder leest u hoe vaak in 2003 een vermoeden van
Ta b e l 5 . L e e f t i j d g e m e l d e k i n d e r e n Leeftijd 0
Aantal
%
838
6,8%
1
753
6,1%
2
881
7,1%
3
870
7,0%
4
841
6,8%
5
825
6,7%
6
1.000
kindermishandeling aan een AMK is voorgelegd. Daarnaast treft u ook 800
600
andere informatie aan die gebaseerd is op de landelijk gebundelde
Vo o r m e e r i n f o r m a t i e
400
791
6,4%
7
737
6,0%
8
774
6,3%
9
739
6,0%
10
706
5,7%
11
685
5,5%
12
643
5,2%
13
592
4,8%
Geslacht
Aantal
%
Kinderen in Nederland*
6.068
48,8%
51,2%
Als u vragen hebt over genoemde cijfers kunt u contact opnemen met:
200
0
0
1
2
4,4%
15
418
3,4%
Meisje
16
328
2,7%
Onbekend
17
159
1,3%
Totaal
18+ouder Onbekend Totaal
540
70 172 12.362
0,6% 1,4% 100,2%*
* Door afronding hoger dan 100%
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Ta b e l 6 . G e s l a c h t g e m e l d e k i n d e r e n Jongen
14
3
5.985
48,2%
48,8%
370
3,0%
.
12.423
100,0%
100,0%
* Aantal op 1 januari 2003. Bron: CBS.
NIZW Jeugd Expertisecentrum Kindermishandeling Postbus 19152 3501 DD Utrecht telefoon (030) 230 65 61 fax (030) 231 96 41 e-mail
[email protected] Deze registratiegegevens en gegevens van eerdere jaren vindt u op de site: www.kindermishandeling.info
Co l o f o n Dit is een uitgave van: NIZW Jeugd / Expertisecentrum Kindermishandeling Tekst: Adrie Wolzak © 2004 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW
registratiegegevens van de AMK’s.
Hoe vaak is in 2003 een vermoeden van kindermishandeling voorgelegd aan het AMK? In 2003 is er 28.569 keer een vermoeden van kindermishandeling aan een AMK voorgelegd (verder aangeduid als ‘eerste contacten’). Dat is een stijging van 13% ten opzichte van het jaar daarvoor. Zowel de meldingen als consulten en adviezen zijn in aantal toegenomen.
Hoeveel dossiers van meldingen zijn in 2003 afgesloten?
Een stijging is al meerdere jaren zichtbaar (zie figuur 1). Sinds 2000 is het totaal aantal eerste contacten gestegen met 34%.
Figuur 1. Aantal eerste contacten per jaar 30.000
Ta b e l 1 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n p e r j a a r Soort contact
2000
2001
2003
5.801
6.027
7.212
7.976
Consulten
2.898
4.089
4.293
4.914
Adviezen
12.651
13.180
13.869
15.679
Totaal
21.350
23.296
25.374
28.569
9%
▼
25.000
2002
Meldingen
Toename t.o.v.
▼
9%
13%
voorafgaande jaar
▼
▼
Totaal
◆
Adviezen
■
Meldingen
▼ 20.000
◆
15.000
◆
◆
◆
●
5.000
■ ●
0
2000
■ ●
●
2001
2002
■
- een advies De medewerker van het AMK maakt samen met de beller een inschatting van de situatie: waarom maakt de beller zich zorgen, hoe kan de beller zelf meer duidelijkheid krijgen over het welzijn van het kind en wat kan hij eventueel doen om het kind en de ouders te steunen? Het AMK zelf onderneemt na een adviesgesprek geen actie. - een consult De medewerker van het AMK ondersteunt de adviesvrager, in meerdere contacten, bij het uitvoeren van een eerder gegeven advies. Bijvoorbeeld wanneer de adviesvrager zelf zijn zorgen over het kind met de ouders bespreekt. De verantwoordelijkheid blijft bij de adviesvrager. Het AMK zelf onderneemt geen actie.
Afgesloten 900
700
300 200 100
Meldingen
2003
Over de registratie Het AMK registreert meldingen per gezin. Eén melding kan dus meerdere kinderen in een gezin betreffen. Wel worden over al deze kinderen gegevens zoals leeftijd en geslacht genoteerd. Het is mogelijk dat meerdere malen in een jaar over eenzelfde kind advies wordt gevraagd. Deze dubbeltellingen zijn in de registratie niet te achterhalen omdat AMK’s adviezen en consulten wegens privacyvoorschriften niet op naam van het betreffende kind registreren.
Consulten
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Adviezen
Nieuw
Afgesloten
Nieuw
Afgesloten
Januari
621
820
398
394
Februari
460
1.275
600
844
306
1.188
Maart
553
699
427
385
1.256
April
596
740
364
398
1.231
Mei
612
629
388
368
1.220
Juni
695
562
377
403
1.408
Juli
671
785
325
552
1.053
Augustus
655
389
1.050
September
668
593
425
332
1.393
Oktober
822
747
467
399
1.543
November
751
699
479
447
1.614
December Totaal
519
335
732
718
469
454
1.448
7.976
8.355
4.914
4.827
15.679
Figuur 3. Eerste contacten per maand in 2003
Adviezen 2.500
Consulten
Meldingen
1.500
1.000
500
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Werkgebied
Vestigingsplaats
Meldingen
Consulten
Groningen
Groningen
501
369
589
1.459
Friesland
Leeuwarden
349
312
406
1.067
Drenthe
Assen
263
140
531
In figuur 3 is het aantal eerste contacten per maand weergegeven. Daarbij vallen twee dingen op. Ten eerste is er een piek te zien in de maand juni; het aantal eerste contacten ligt 11,7% hoger dan in de maand mei. Waarschijnlijke verklaring is dat de naderende zomervakantie reden is voor onder anderen leerkrachten om hun zorgen over een kind te bespreken, omdat zij in die periode het kind uit het oog verliezen. Ten tweede zien we in de laatste drie maanden van het jaar een duidelijke stijging ten opzichte van de andere maanden van 2003. Dit is mogelijk het gevolg van een publiekscampagne van de AMK’s (zie kader). De Universiteit van Maastricht onderzoekt of de campagne daadwerkelijk effect heeft gehad. De resultaten worden in het najaar van 2004 verwacht.
Adviezen
Totaal
934
Overijssel
Almelo
451
236
1.306
1.993
Flevoland
Almere
320
273
939
1.532
Gelderland
Velp
982
411
1.736
3.129
Utrecht
Utrecht
471
585
1.449
2.505
Noord-Holland
Alkmaar
761
318
1.282
Amsterdam en ’t Gooi
Amsterdam
460
587
1.284
2.331
Haaglanden + Zuid-Holland* Rotterdam + Zeeland*
Den Haag / Rotterdam
992
510
2.430
3.932
Rotterdam
805
284
1.648
2.737
West- en Midden-Brabant
Wa c h t l i j s t e n De overheid laat sinds 2002 regelmatig meten hoe groot de wachtlijsten bij onder meer de AMK’s zijn. Meer informatie over de resultaten van die metingen en over onderzoek naar en bestrijding van de wachtlijsten vindt u op www.jeugdzorg.nl.
Hoe was de verdeling van het aantal eerste contacten over het jaar?
3.000
telefoonnummer: 0900 – 123 123 0 (e 0,05 per minuut). Het aantal meldingen, consulten en adviezen per AMK staat weergegeven in tabel 3.
Ta b e l 3 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n p e r A M K
500 400
Maand
Nederland heeft meerdere regionale AMK’s met ieder hun eigen werkgebied. De woonplaats van het kind waarover zorgen bestaan, bepaalt welk AMK een adviesvraag of melding afhandelt. Elk AMK is bereikbaar via één landelijk
Nieuw
800
600
0
2.000
- een melding De medewerker van het AMK besluit in overleg met de beller dat het AMK de verantwoordelijkheid op zich neemt om te onderzoeken of er inderdaad sprake is van kindermishandeling en welke hulp het gezin in dat geval nodig heeft. Het AMK zal vervolgens proberen die hulp op gang te brengen.
1.000
Ta b e l 2 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n e n a f g e s l o t e n d o s s i e r s
●
Vo o r e e n g o e d b e g r i p v a n d e c i j f e r s Advies, consult of melding Als iemand zijn zorgen over een kind – meestal telefonisch – aan een AMK voorlegt, leidt dat tot:
Figuur 2. Aantal meldingen per maand in 2003
Consulten
10.000
■
In 2003 zijn 8.355 dossiers afgesloten van meldingen die in 2003 of eerder zijn binnengekomen. Over heel 2003 zijn er meer dossiers afgesloten dan dat er meldingen zijn binnengekomen. Deze gunstige verhouding is vooral te danken aan de eerste maanden van dat jaar. De laatste vijf maanden kwamen juist meer meldingen binnen dan dat er dossiers werden afgesloten. Een mogelijke verklaring is dat in de eerste helft van het jaar voor een aantal AMK’s extra geld beschikbaar was om wachtlijsten (zie kader) weg te werken. Bovendien is in de tweede helft van het jaar vaker met het AMK contact opgenomen dan in het begin van 2003.
Hoeveel eerste contacten waren er in 2003 bij de afzonderlijke AMK’s?
711
230
783
1.724
Oost-Brabant
Helmond
462
250
568
1.280
Noord- en Midden-Limburg
Venlo
246
136
320
Zuid-Limburg
Maastricht
Landelijk (totaal) *
Breda
2.361
702
202
273
408
883
7.976
4.914
15.679
28.569
In de loop van 2003 heeft in Zuid-Holland en Zeeland een opsplitsing in 4 AMK’s plaatsgevonden. De gegevens zijn slechts beschikbaar in de vermelde tweedeling.
Ca m p a g n e n a a m s b e k e n d h e i d A M K ’ s Om zich bij het publiek beter bekend te maken, voerden de meeste AMK’s vanaf half oktober 2003 een aantal weken campagne. Met de slogans ‘Ook bij twijfel’ en ‘Misschien wel het belangrijkste telefoontje in iemands leven’ brachten de AMK’s het landelijke telefoonnummer 0900 - 123 123 0 onder de aandacht. Daarvoor werden op regionaal niveau diverse middelen ingezet, zoals een tv- en een radiospot, posters, folders en advertenties. Verder waren er initiatieven in de vorm van theaterproducties, studiemiddagen et cetera. Ten behoeve van de campagne werd de website www.amk-nederland.nl in het leven geroepen.
Hoe vaak is in 2003 een vermoeden van kindermishandeling voorgelegd aan het AMK? In 2003 is er 28.569 keer een vermoeden van kindermishandeling aan een AMK voorgelegd (verder aangeduid als ‘eerste contacten’). Dat is een stijging van 13% ten opzichte van het jaar daarvoor. Zowel de meldingen als consulten en adviezen zijn in aantal toegenomen.
Hoeveel dossiers van meldingen zijn in 2003 afgesloten?
Een stijging is al meerdere jaren zichtbaar (zie figuur 1). Sinds 2000 is het totaal aantal eerste contacten gestegen met 34%.
Figuur 1. Aantal eerste contacten per jaar 30.000
Ta b e l 1 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n p e r j a a r Soort contact
2000
2001
2003
5.801
6.027
7.212
7.976
Consulten
2.898
4.089
4.293
4.914
Adviezen
12.651
13.180
13.869
15.679
Totaal
21.350
23.296
25.374
28.569
9%
▼
25.000
2002
Meldingen
Toename t.o.v.
▼
9%
13%
voorafgaande jaar
▼
▼
Totaal
◆
Adviezen
■
Meldingen
▼ 20.000
◆
15.000
◆
◆
◆
●
5.000
■ ●
0
2000
■ ●
●
2001
2002
■
- een advies De medewerker van het AMK maakt samen met de beller een inschatting van de situatie: waarom maakt de beller zich zorgen, hoe kan de beller zelf meer duidelijkheid krijgen over het welzijn van het kind en wat kan hij eventueel doen om het kind en de ouders te steunen? Het AMK zelf onderneemt na een adviesgesprek geen actie. - een consult De medewerker van het AMK ondersteunt de adviesvrager, in meerdere contacten, bij het uitvoeren van een eerder gegeven advies. Bijvoorbeeld wanneer de adviesvrager zelf zijn zorgen over het kind met de ouders bespreekt. De verantwoordelijkheid blijft bij de adviesvrager. Het AMK zelf onderneemt geen actie.
Afgesloten 900
700
300 200 100
Meldingen
2003
Over de registratie Het AMK registreert meldingen per gezin. Eén melding kan dus meerdere kinderen in een gezin betreffen. Wel worden over al deze kinderen gegevens zoals leeftijd en geslacht genoteerd. Het is mogelijk dat meerdere malen in een jaar over eenzelfde kind advies wordt gevraagd. Deze dubbeltellingen zijn in de registratie niet te achterhalen omdat AMK’s adviezen en consulten wegens privacyvoorschriften niet op naam van het betreffende kind registreren.
Consulten
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Adviezen
Nieuw
Afgesloten
Nieuw
Afgesloten
Januari
621
820
398
394
Februari
460
1.275
600
844
306
1.188
Maart
553
699
427
385
1.256
April
596
740
364
398
1.231
Mei
612
629
388
368
1.220
Juni
695
562
377
403
1.408
Juli
671
785
325
552
1.053
Augustus
655
389
1.050
September
668
593
425
332
1.393
Oktober
822
747
467
399
1.543
November
751
699
479
447
1.614
December Totaal
519
335
732
718
469
454
1.448
7.976
8.355
4.914
4.827
15.679
Figuur 3. Eerste contacten per maand in 2003
Adviezen 2.500
Consulten
Meldingen
1.500
1.000
500
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Werkgebied
Vestigingsplaats
Meldingen
Consulten
Groningen
Groningen
501
369
589
1.459
Friesland
Leeuwarden
349
312
406
1.067
Drenthe
Assen
263
140
531
In figuur 3 is het aantal eerste contacten per maand weergegeven. Daarbij vallen twee dingen op. Ten eerste is er een piek te zien in de maand juni; het aantal eerste contacten ligt 11,7% hoger dan in de maand mei. Waarschijnlijke verklaring is dat de naderende zomervakantie reden is voor onder anderen leerkrachten om hun zorgen over een kind te bespreken, omdat zij in die periode het kind uit het oog verliezen. Ten tweede zien we in de laatste drie maanden van het jaar een duidelijke stijging ten opzichte van de andere maanden van 2003. Dit is mogelijk het gevolg van een publiekscampagne van de AMK’s (zie kader). De Universiteit van Maastricht onderzoekt of de campagne daadwerkelijk effect heeft gehad. De resultaten worden in het najaar van 2004 verwacht.
Adviezen
Totaal
934
Overijssel
Almelo
451
236
1.306
1.993
Flevoland
Almere
320
273
939
1.532
Gelderland
Velp
982
411
1.736
3.129
Utrecht
Utrecht
471
585
1.449
2.505
Noord-Holland
Alkmaar
761
318
1.282
Amsterdam en ’t Gooi
Amsterdam
460
587
1.284
2.331
Haaglanden + Zuid-Holland* Rotterdam + Zeeland*
Den Haag / Rotterdam
992
510
2.430
3.932
Rotterdam
805
284
1.648
2.737
West- en Midden-Brabant
Wa c h t l i j s t e n De overheid laat sinds 2002 regelmatig meten hoe groot de wachtlijsten bij onder meer de AMK’s zijn. Meer informatie over de resultaten van die metingen en over onderzoek naar en bestrijding van de wachtlijsten vindt u op www.jeugdzorg.nl.
Hoe was de verdeling van het aantal eerste contacten over het jaar?
3.000
telefoonnummer: 0900 – 123 123 0 (e 0,05 per minuut). Het aantal meldingen, consulten en adviezen per AMK staat weergegeven in tabel 3.
Ta b e l 3 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n p e r A M K
500 400
Maand
Nederland heeft meerdere regionale AMK’s met ieder hun eigen werkgebied. De woonplaats van het kind waarover zorgen bestaan, bepaalt welk AMK een adviesvraag of melding afhandelt. Elk AMK is bereikbaar via één landelijk
Nieuw
800
600
0
2.000
- een melding De medewerker van het AMK besluit in overleg met de beller dat het AMK de verantwoordelijkheid op zich neemt om te onderzoeken of er inderdaad sprake is van kindermishandeling en welke hulp het gezin in dat geval nodig heeft. Het AMK zal vervolgens proberen die hulp op gang te brengen.
1.000
Ta b e l 2 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n e n a f g e s l o t e n d o s s i e r s
●
Vo o r e e n g o e d b e g r i p v a n d e c i j f e r s Advies, consult of melding Als iemand zijn zorgen over een kind – meestal telefonisch – aan een AMK voorlegt, leidt dat tot:
Figuur 2. Aantal meldingen per maand in 2003
Consulten
10.000
■
In 2003 zijn 8.355 dossiers afgesloten van meldingen die in 2003 of eerder zijn binnengekomen. Over heel 2003 zijn er meer dossiers afgesloten dan dat er meldingen zijn binnengekomen. Deze gunstige verhouding is vooral te danken aan de eerste maanden van dat jaar. De laatste vijf maanden kwamen juist meer meldingen binnen dan dat er dossiers werden afgesloten. Een mogelijke verklaring is dat in de eerste helft van het jaar voor een aantal AMK’s extra geld beschikbaar was om wachtlijsten (zie kader) weg te werken. Bovendien is in de tweede helft van het jaar vaker met het AMK contact opgenomen dan in het begin van 2003.
Hoeveel eerste contacten waren er in 2003 bij de afzonderlijke AMK’s?
711
230
783
1.724
Oost-Brabant
Helmond
462
250
568
1.280
Noord- en Midden-Limburg
Venlo
246
136
320
Zuid-Limburg
Maastricht
Landelijk (totaal) *
Breda
2.361
702
202
273
408
883
7.976
4.914
15.679
28.569
In de loop van 2003 heeft in Zuid-Holland en Zeeland een opsplitsing in 4 AMK’s plaatsgevonden. De gegevens zijn slechts beschikbaar in de vermelde tweedeling.
Ca m p a g n e n a a m s b e k e n d h e i d A M K ’ s Om zich bij het publiek beter bekend te maken, voerden de meeste AMK’s vanaf half oktober 2003 een aantal weken campagne. Met de slogans ‘Ook bij twijfel’ en ‘Misschien wel het belangrijkste telefoontje in iemands leven’ brachten de AMK’s het landelijke telefoonnummer 0900 - 123 123 0 onder de aandacht. Daarvoor werden op regionaal niveau diverse middelen ingezet, zoals een tv- en een radiospot, posters, folders en advertenties. Verder waren er initiatieven in de vorm van theaterproducties, studiemiddagen et cetera. Ten behoeve van de campagne werd de website www.amk-nederland.nl in het leven geroepen.
Hoe vaak is in 2003 een vermoeden van kindermishandeling voorgelegd aan het AMK? In 2003 is er 28.569 keer een vermoeden van kindermishandeling aan een AMK voorgelegd (verder aangeduid als ‘eerste contacten’). Dat is een stijging van 13% ten opzichte van het jaar daarvoor. Zowel de meldingen als consulten en adviezen zijn in aantal toegenomen.
Hoeveel dossiers van meldingen zijn in 2003 afgesloten?
Een stijging is al meerdere jaren zichtbaar (zie figuur 1). Sinds 2000 is het totaal aantal eerste contacten gestegen met 34%.
Figuur 1. Aantal eerste contacten per jaar 30.000
Ta b e l 1 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n p e r j a a r Soort contact
2000
2001
2003
5.801
6.027
7.212
7.976
Consulten
2.898
4.089
4.293
4.914
Adviezen
12.651
13.180
13.869
15.679
Totaal
21.350
23.296
25.374
28.569
9%
▼
25.000
2002
Meldingen
Toename t.o.v.
▼
9%
13%
voorafgaande jaar
▼
▼
Totaal
◆
Adviezen
■
Meldingen
▼ 20.000
◆
15.000
◆
◆
◆
●
5.000
■ ●
0
2000
■ ●
●
2001
2002
■
- een advies De medewerker van het AMK maakt samen met de beller een inschatting van de situatie: waarom maakt de beller zich zorgen, hoe kan de beller zelf meer duidelijkheid krijgen over het welzijn van het kind en wat kan hij eventueel doen om het kind en de ouders te steunen? Het AMK zelf onderneemt na een adviesgesprek geen actie. - een consult De medewerker van het AMK ondersteunt de adviesvrager, in meerdere contacten, bij het uitvoeren van een eerder gegeven advies. Bijvoorbeeld wanneer de adviesvrager zelf zijn zorgen over het kind met de ouders bespreekt. De verantwoordelijkheid blijft bij de adviesvrager. Het AMK zelf onderneemt geen actie.
Afgesloten 900
700
300 200 100
Meldingen
2003
Over de registratie Het AMK registreert meldingen per gezin. Eén melding kan dus meerdere kinderen in een gezin betreffen. Wel worden over al deze kinderen gegevens zoals leeftijd en geslacht genoteerd. Het is mogelijk dat meerdere malen in een jaar over eenzelfde kind advies wordt gevraagd. Deze dubbeltellingen zijn in de registratie niet te achterhalen omdat AMK’s adviezen en consulten wegens privacyvoorschriften niet op naam van het betreffende kind registreren.
Consulten
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Adviezen
Nieuw
Afgesloten
Nieuw
Afgesloten
Januari
621
820
398
394
Februari
460
1.275
600
844
306
1.188
Maart
553
699
427
385
1.256
April
596
740
364
398
1.231
Mei
612
629
388
368
1.220
Juni
695
562
377
403
1.408
Juli
671
785
325
552
1.053
Augustus
655
389
1.050
September
668
593
425
332
1.393
Oktober
822
747
467
399
1.543
November
751
699
479
447
1.614
December Totaal
519
335
732
718
469
454
1.448
7.976
8.355
4.914
4.827
15.679
Figuur 3. Eerste contacten per maand in 2003
Adviezen 2.500
Consulten
Meldingen
1.500
1.000
500
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Werkgebied
Vestigingsplaats
Meldingen
Consulten
Groningen
Groningen
501
369
589
1.459
Friesland
Leeuwarden
349
312
406
1.067
Drenthe
Assen
263
140
531
In figuur 3 is het aantal eerste contacten per maand weergegeven. Daarbij vallen twee dingen op. Ten eerste is er een piek te zien in de maand juni; het aantal eerste contacten ligt 11,7% hoger dan in de maand mei. Waarschijnlijke verklaring is dat de naderende zomervakantie reden is voor onder anderen leerkrachten om hun zorgen over een kind te bespreken, omdat zij in die periode het kind uit het oog verliezen. Ten tweede zien we in de laatste drie maanden van het jaar een duidelijke stijging ten opzichte van de andere maanden van 2003. Dit is mogelijk het gevolg van een publiekscampagne van de AMK’s (zie kader). De Universiteit van Maastricht onderzoekt of de campagne daadwerkelijk effect heeft gehad. De resultaten worden in het najaar van 2004 verwacht.
Adviezen
Totaal
934
Overijssel
Almelo
451
236
1.306
1.993
Flevoland
Almere
320
273
939
1.532
Gelderland
Velp
982
411
1.736
3.129
Utrecht
Utrecht
471
585
1.449
2.505
Noord-Holland
Alkmaar
761
318
1.282
Amsterdam en ’t Gooi
Amsterdam
460
587
1.284
2.331
Haaglanden + Zuid-Holland* Rotterdam + Zeeland*
Den Haag / Rotterdam
992
510
2.430
3.932
Rotterdam
805
284
1.648
2.737
West- en Midden-Brabant
Wa c h t l i j s t e n De overheid laat sinds 2002 regelmatig meten hoe groot de wachtlijsten bij onder meer de AMK’s zijn. Meer informatie over de resultaten van die metingen en over onderzoek naar en bestrijding van de wachtlijsten vindt u op www.jeugdzorg.nl.
Hoe was de verdeling van het aantal eerste contacten over het jaar?
3.000
telefoonnummer: 0900 – 123 123 0 (e 0,05 per minuut). Het aantal meldingen, consulten en adviezen per AMK staat weergegeven in tabel 3.
Ta b e l 3 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n p e r A M K
500 400
Maand
Nederland heeft meerdere regionale AMK’s met ieder hun eigen werkgebied. De woonplaats van het kind waarover zorgen bestaan, bepaalt welk AMK een adviesvraag of melding afhandelt. Elk AMK is bereikbaar via één landelijk
Nieuw
800
600
0
2.000
- een melding De medewerker van het AMK besluit in overleg met de beller dat het AMK de verantwoordelijkheid op zich neemt om te onderzoeken of er inderdaad sprake is van kindermishandeling en welke hulp het gezin in dat geval nodig heeft. Het AMK zal vervolgens proberen die hulp op gang te brengen.
1.000
Ta b e l 2 . A a n t a l e e r s t e c o n t a c t e n e n a f g e s l o t e n d o s s i e r s
●
Vo o r e e n g o e d b e g r i p v a n d e c i j f e r s Advies, consult of melding Als iemand zijn zorgen over een kind – meestal telefonisch – aan een AMK voorlegt, leidt dat tot:
Figuur 2. Aantal meldingen per maand in 2003
Consulten
10.000
■
In 2003 zijn 8.355 dossiers afgesloten van meldingen die in 2003 of eerder zijn binnengekomen. Over heel 2003 zijn er meer dossiers afgesloten dan dat er meldingen zijn binnengekomen. Deze gunstige verhouding is vooral te danken aan de eerste maanden van dat jaar. De laatste vijf maanden kwamen juist meer meldingen binnen dan dat er dossiers werden afgesloten. Een mogelijke verklaring is dat in de eerste helft van het jaar voor een aantal AMK’s extra geld beschikbaar was om wachtlijsten (zie kader) weg te werken. Bovendien is in de tweede helft van het jaar vaker met het AMK contact opgenomen dan in het begin van 2003.
Hoeveel eerste contacten waren er in 2003 bij de afzonderlijke AMK’s?
711
230
783
1.724
Oost-Brabant
Helmond
462
250
568
1.280
Noord- en Midden-Limburg
Venlo
246
136
320
Zuid-Limburg
Maastricht
Landelijk (totaal) *
Breda
2.361
702
202
273
408
883
7.976
4.914
15.679
28.569
In de loop van 2003 heeft in Zuid-Holland en Zeeland een opsplitsing in 4 AMK’s plaatsgevonden. De gegevens zijn slechts beschikbaar in de vermelde tweedeling.
Ca m p a g n e n a a m s b e k e n d h e i d A M K ’ s Om zich bij het publiek beter bekend te maken, voerden de meeste AMK’s vanaf half oktober 2003 een aantal weken campagne. Met de slogans ‘Ook bij twijfel’ en ‘Misschien wel het belangrijkste telefoontje in iemands leven’ brachten de AMK’s het landelijke telefoonnummer 0900 - 123 123 0 onder de aandacht. Daarvoor werden op regionaal niveau diverse middelen ingezet, zoals een tv- en een radiospot, posters, folders en advertenties. Verder waren er initiatieven in de vorm van theaterproducties, studiemiddagen et cetera. Ten behoeve van de campagne werd de website www.amk-nederland.nl in het leven geroepen.
Wa t h e e f t h e t o n d e r z o e k e n v a n d e m e l d i n g o p g e l e v e r d ?
We l k v e r m o e d e n b e s t a a t e r ? Kindermishandeling is een verzamelterm. De AMK’s maken gebruik van een indeling in zes vormen: lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, psychisch geweld, affectieve verwaarlozing, seksueel misbruik en getuige zijn van geweld binnen het gezin. Vaak is er sprake van een combinatie van de genoemde vormen. Daarom kunnen per situatie meerdere vormen geregistreerd worden. De totaalpercentages in tabel 4 zijn daardoor hoger dan 100%.
Aard
Meldingen
Consulten
Lichamelijke mishandeling
20,1%
20,6%
15,0%
Lichamelijke verwaarlozing
21,2%
11,3%
10,2%
Psychische geweld
16,5%
11,0%
Affectieve verwaarlozing
36,0%
19,1%
19,1%
7,5%
13,4%
12,0%
Seksueel misbruik
Adviezen
12,3%
Getuige van geweld in gezin
14,6%
7,9%
7,7%
Overig / anders
20,1%
15,1%
17,0%
0,2%
0,7%
3,0%
Geen Onbekend
Uit tabel 4 blijkt dat niet alle voorgelegde situaties zich makkelijk in de specifieke vormen laten indelen. De categorie ‘overig’ beslaat een substantieel deel van de binnengekomen meldingen en de consulten en adviezen.
In tabel 7 staat weergegeven hoe de situatie was bij het afsluiten van dossiers over meldingen. De cijfers betreffen dossiers die in 2003 zijn afgesloten. Het onderzoek van het AMK na een melding kan verschillende uitkomsten hebben. Zo kan blijken dat er geen sprake is van mishandeling, maar dat de geuite zorgen over het kind een andere achtergrond hebben (11,2%). Soms is de mishandeling niet bevestigd (16,7%), maar is het tegendeel evenmin aangetoond omdat het AMK niet genoeg informatie heeft kunnen achterhalen.
Ta b e l 4 . A a r d v a n d e m i s h a n d e l i n g ( i n p r o c e n t e n )
Totaal
2,7%
5,7%
9,7%
138,9%
104,8%
106%
Blijkt er inderdaad sprake te zijn van mishandeling, dan zal het AMK hulpverlening op gang proberen te brengen. Het AMK draagt de verantwoordelijkheid dan over aan de instantie die bij de hulp aan het gezin betrokken is (37,7%). In gunstige gevallen stopt de mishandeling van het kind nog voor het dossier door het AMK is afgesloten (8,0%). Ouders werken niet altijd vrijwillig mee aan de hulp die in het belang van het kind noodzakelijk is. In dat geval meldt het AMK de zaak bij de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft juridische mogelijkheden om hulpverlening, bijvoorbeeld in de vorm van een ondertoezichtstelling, te laten opleggen.
Wa t i s d e l e e f t i j d e n h e t g e s l a c h t v a n d e g e m e l d e k i n d e r e n ? Zoals blijkt uit tabel 5 en figuur 4 worden tegenover het AMK vooral zorgen geuit over kinderen die jonger zijn dan 12 jaar. In tabel 6 is te zien dat, over het geheel genomen, de gemelde vermoedens vrijwel evenveel jongens als meisjes betreffen.
Advie zen en Meldingen
In een aantal gevallen ligt bemoeienis van de Raad al op het moment van melden voor de hand. Het AMK beperkt zich dan tot een kort onderzoek en geleidt de zaak door naar de Raad. In totaal komt 26,3% van de zaken uiteindelijk bij de Raad terecht.
over Kindermishandeling in 2003
Ta b e l 7 . S i t u a t i e b i j a f s l u i t i n g v a n h e t d o s s i e r Absoluut
%
Overgedragen aan andere instantie
4.371
37,7%
Melding bij de Raad
3.046
26,3%
Mishandeling niet bevestigd
1.939
16,7%
Geen mishandeling
1.294
11,2%
Mishandeling beëindigd Overleden Totaal
923
8,0%
14
0,1%
11.587
100%
In tabel 7 wordt melding gemaakt van 14 overleden kinderen. Dit is echter geen representatief beeld voor het werkelijke aantal kinderen dat aan de gevolgen van mishandeling overlijdt. Het betreft hier alleen situaties waarin een vermoeden van mishandeling bij het AMK was aangekaart. Daarnaast kan het zo zijn dat het kind door een andere oorzaak is overleden in de periode dat het AMK onderzoek deed.
Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling
Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving
kan contact opnemen met een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Ook bij twijfel. Veel mensen maken gebruik van die mogelijkheid. Figuur 4. Leeftijdsverdeling gemelde kinderen 0 t/m 17 jaar
In deze folder leest u hoe vaak in 2003 een vermoeden van
Ta b e l 5 . L e e f t i j d g e m e l d e k i n d e r e n Leeftijd 0
Aantal
%
838
6,8%
1
753
6,1%
2
881
7,1%
3
870
7,0%
4
841
6,8%
5
825
6,7%
6
1.000
kindermishandeling aan een AMK is voorgelegd. Daarnaast treft u ook 800
600
andere informatie aan die gebaseerd is op de landelijk gebundelde
Vo o r m e e r i n f o r m a t i e
400
791
6,4%
7
737
6,0%
8
774
6,3%
9
739
6,0%
10
706
5,7%
11
685
5,5%
12
643
5,2%
13
592
4,8%
Geslacht
Aantal
%
Kinderen in Nederland*
6.068
48,8%
51,2%
Als u vragen hebt over genoemde cijfers kunt u contact opnemen met:
200
0
0
1
2
4,4%
15
418
3,4%
Meisje
16
328
2,7%
Onbekend
17
159
1,3%
Totaal
18+ouder Onbekend Totaal
540
70 172 12.362
0,6% 1,4% 100,2%*
* Door afronding hoger dan 100%
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Ta b e l 6 . G e s l a c h t g e m e l d e k i n d e r e n Jongen
14
3
5.985
48,2%
48,8%
370
3,0%
.
12.423
100,0%
100,0%
* Aantal op 1 januari 2003. Bron: CBS.
NIZW Jeugd Expertisecentrum Kindermishandeling Postbus 19152 3501 DD Utrecht telefoon (030) 230 65 61 fax (030) 231 96 41 e-mail
[email protected] Deze registratiegegevens en gegevens van eerdere jaren vindt u op de site: www.kindermishandeling.info
Co l o f o n Dit is een uitgave van: NIZW Jeugd / Expertisecentrum Kindermishandeling Tekst: Adrie Wolzak © 2004 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW
registratiegegevens van de AMK’s.
Wa t h e e f t h e t o n d e r z o e k e n v a n d e m e l d i n g o p g e l e v e r d ?
We l k v e r m o e d e n b e s t a a t e r ? Kindermishandeling is een verzamelterm. De AMK’s maken gebruik van een indeling in zes vormen: lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, psychisch geweld, affectieve verwaarlozing, seksueel misbruik en getuige zijn van geweld binnen het gezin. Vaak is er sprake van een combinatie van de genoemde vormen. Daarom kunnen per situatie meerdere vormen geregistreerd worden. De totaalpercentages in tabel 4 zijn daardoor hoger dan 100%.
Aard
Meldingen
Consulten
Lichamelijke mishandeling
20,1%
20,6%
15,0%
Lichamelijke verwaarlozing
21,2%
11,3%
10,2%
Psychische geweld
16,5%
11,0%
Affectieve verwaarlozing
36,0%
19,1%
19,1%
7,5%
13,4%
12,0%
Seksueel misbruik
Adviezen
12,3%
Getuige van geweld in gezin
14,6%
7,9%
7,7%
Overig / anders
20,1%
15,1%
17,0%
0,2%
0,7%
3,0%
Geen Onbekend
Uit tabel 4 blijkt dat niet alle voorgelegde situaties zich makkelijk in de specifieke vormen laten indelen. De categorie ‘overig’ beslaat een substantieel deel van de binnengekomen meldingen en de consulten en adviezen.
In tabel 7 staat weergegeven hoe de situatie was bij het afsluiten van dossiers over meldingen. De cijfers betreffen dossiers die in 2003 zijn afgesloten. Het onderzoek van het AMK na een melding kan verschillende uitkomsten hebben. Zo kan blijken dat er geen sprake is van mishandeling, maar dat de geuite zorgen over het kind een andere achtergrond hebben (11,2%). Soms is de mishandeling niet bevestigd (16,7%), maar is het tegendeel evenmin aangetoond omdat het AMK niet genoeg informatie heeft kunnen achterhalen.
Ta b e l 4 . A a r d v a n d e m i s h a n d e l i n g ( i n p r o c e n t e n )
Totaal
2,7%
5,7%
9,7%
138,9%
104,8%
106%
Blijkt er inderdaad sprake te zijn van mishandeling, dan zal het AMK hulpverlening op gang proberen te brengen. Het AMK draagt de verantwoordelijkheid dan over aan de instantie die bij de hulp aan het gezin betrokken is (37,7%). In gunstige gevallen stopt de mishandeling van het kind nog voor het dossier door het AMK is afgesloten (8,0%). Ouders werken niet altijd vrijwillig mee aan de hulp die in het belang van het kind noodzakelijk is. In dat geval meldt het AMK de zaak bij de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft juridische mogelijkheden om hulpverlening, bijvoorbeeld in de vorm van een ondertoezichtstelling, te laten opleggen.
Wa t i s d e l e e f t i j d e n h e t g e s l a c h t v a n d e g e m e l d e k i n d e r e n ? Zoals blijkt uit tabel 5 en figuur 4 worden tegenover het AMK vooral zorgen geuit over kinderen die jonger zijn dan 12 jaar. In tabel 6 is te zien dat, over het geheel genomen, de gemelde vermoedens vrijwel evenveel jongens als meisjes betreffen.
Advie zen en Meldingen
In een aantal gevallen ligt bemoeienis van de Raad al op het moment van melden voor de hand. Het AMK beperkt zich dan tot een kort onderzoek en geleidt de zaak door naar de Raad. In totaal komt 26,3% van de zaken uiteindelijk bij de Raad terecht.
over Kindermishandeling in 2003
Ta b e l 7 . S i t u a t i e b i j a f s l u i t i n g v a n h e t d o s s i e r Absoluut
%
Overgedragen aan andere instantie
4.371
37,7%
Melding bij de Raad
3.046
26,3%
Mishandeling niet bevestigd
1.939
16,7%
Geen mishandeling
1.294
11,2%
Mishandeling beëindigd Overleden Totaal
923
8,0%
14
0,1%
11.587
100%
In tabel 7 wordt melding gemaakt van 14 overleden kinderen. Dit is echter geen representatief beeld voor het werkelijke aantal kinderen dat aan de gevolgen van mishandeling overlijdt. Het betreft hier alleen situaties waarin een vermoeden van mishandeling bij het AMK was aangekaart. Daarnaast kan het zo zijn dat het kind door een andere oorzaak is overleden in de periode dat het AMK onderzoek deed.
Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling
Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving
kan contact opnemen met een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Ook bij twijfel. Veel mensen maken gebruik van die mogelijkheid. Figuur 4. Leeftijdsverdeling gemelde kinderen 0 t/m 17 jaar
In deze folder leest u hoe vaak in 2003 een vermoeden van
Ta b e l 5 . L e e f t i j d g e m e l d e k i n d e r e n Leeftijd 0
Aantal
%
838
6,8%
1
753
6,1%
2
881
7,1%
3
870
7,0%
4
841
6,8%
5
825
6,7%
6
1.000
kindermishandeling aan een AMK is voorgelegd. Daarnaast treft u ook 800
600
andere informatie aan die gebaseerd is op de landelijk gebundelde
Vo o r m e e r i n f o r m a t i e
400
791
6,4%
7
737
6,0%
8
774
6,3%
9
739
6,0%
10
706
5,7%
11
685
5,5%
12
643
5,2%
13
592
4,8%
Geslacht
Aantal
%
Kinderen in Nederland*
6.068
48,8%
51,2%
Als u vragen hebt over genoemde cijfers kunt u contact opnemen met:
200
0
0
1
2
4,4%
15
418
3,4%
Meisje
16
328
2,7%
Onbekend
17
159
1,3%
Totaal
18+ouder Onbekend Totaal
540
70 172 12.362
0,6% 1,4% 100,2%*
* Door afronding hoger dan 100%
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Ta b e l 6 . G e s l a c h t g e m e l d e k i n d e r e n Jongen
14
3
5.985
48,2%
48,8%
370
3,0%
.
12.423
100,0%
100,0%
* Aantal op 1 januari 2003. Bron: CBS.
NIZW Jeugd Expertisecentrum Kindermishandeling Postbus 19152 3501 DD Utrecht telefoon (030) 230 65 61 fax (030) 231 96 41 e-mail
[email protected] Deze registratiegegevens en gegevens van eerdere jaren vindt u op de site: www.kindermishandeling.info
Co l o f o n Dit is een uitgave van: NIZW Jeugd / Expertisecentrum Kindermishandeling Tekst: Adrie Wolzak © 2004 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW
registratiegegevens van de AMK’s.