Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
www.iec-iab.be | Nr. 1 / 2012
In memoriam Joseph Antoine Fiscaliteit Bespreking van de voordelen bij bedrijfswagens Beroep Een uitmuntend merk Fiscaliteit Geheime commissielonen: administratieve instructie versoepeld, maar alle problemen nog niet van de baan
AFGIFTEKANTOOR: 3000 LEUVEN I P608443 – IEC-IAB E. JACQMAINLAAN 135/2 – BE-1000 BRUSSEL
Trends Ratingbureaus: de echte leiders van Europa?
Geheime commissielonen: administratieve instructie versoepeld, maar alle problemen nog niet van de baan
Inhoud Accountancy&Tax
3
Een vooruitblik op 2012
Driemaandelijks tijdschrift van het IAB nr. 1 / 2012
4
In memoriam Joseph Antoine
ADMINISTRATIE EN REDACTIE
5
Fiscaliteit Bespreking van de voordelen bij bedrijfswagens Lucien Ceulemans
20
Beroep Een uitmuntend merk Emmanuel Degrève
27
Fiscaliteit Geheime commissielonen: administratieve instructie versoepeld, maar alle problemen nog niet van de baan Bart Coopman
33
Trends Ratingbureaus: de echte leiders van Europa? Amid Faljaoui
36
IAB in ‘t kort
36
Wetgeving
37
IAB-info flashback
38
Vakliteratuur
IAB, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel Tel.: +32 2 543 74 90 – Fax: +32 2 543 74 91 E-mail:
[email protected] REDACTIECOÖRDINATOR
M. Tilmant E-mail:
[email protected] REDACTIECOMITÉ
E. Basso, A. Bert, J. Colson, J. De Blay, A. Faljaoui, S. Ghilain, N. Hormans, C. Janssens, J.-L. Kilesse, R. Lassaux, E. Steghers, M. Tilmant, B. Vanderstichelen, K. Vandriessche UITGEVERS
Intersentia, Groenstraat 31, 2640 Mortsel www.intersentia.be Anthemis, Chemin du Cyclotron 6, 1348 Louvain-la-Neuve www.anthemis.be ILLUSTRATOR COVER
Rosemarie De Vos VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
A. Bert, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel ISSN 1375-9876 MEDEDELING VOOR DE LEZERS
De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en mening van auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij Wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999 UITVOEREND COMITÉ
Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Secretaris-penningmeester: J. De Blay Secretaris: J.-L. Kilesse Leden: E. Degrève, B. Van Coile RAAD
Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Leden: J. Baeten, L. Ceulemans, M. Claes, C. Cloquet, J. De Blay, E. Degrève, J.-G. Didier, J. Hellin, J.-L. Kilesse, F. Schelfhaut, S. Troonbeeckx, B. Van Coile ALGEMEEN DIRECTEUR
E. Steghers
EDITORIAAL
Een vooruitblik op 2012
N
a moeizame onderhandelingen werd een regering gevormd die in een minimum van tijd een begroting diende op te stellen, onderworpen aan de strenge regels van de Europese Commissie tot beheersing van begrotingstekorten. Uiteraard konden we verwachten dat hierbij een aantal fiscale maatregelen zouden worden getroffen. Deze zijn echter zeer ingrijpend en dit op diverse vlakken. De nieuwe berekeningswijze van de voordelen in natura voor het gebruik van een bedrijfswagen is zowel in de pers als bij onze confraters een dagelijks onderwerp. Voor de bedrijfsleiders betekent dit een drastische verhoging van het belastbaar beroepsinkomen terwijl dit voor de loontrekkenden een daling betekent van het nettoloon. Het effect van de intitiële bedoeling van het ter beschikking stellen van een bedrijfswagen verdwijnt en zal leiden tot herziening van de loonpolitiek van de ondernemingen. In deze tijden van economische stilstand zeker geen sinecure. De aanval op de managementvennootschappen was zeker bij aanvang ongenuanceerd en de rol van de ‘fiscale experten’ als organisatoren van fiscale constructies werd overvloedig benadrukt. Veel van onze leden voelen zich geviseerd, waardoor wij het nuttig vinden toch mee te delen dat accountants en belastingconsulenten hun beroep uitoefenen onder een strikte deontologie en dat zij verplicht worden een permanente vorming te volgen die onder meer tot doel heeft de juiste draagwijdte van fiscale regelgeving op te volgen. Als raadgevers van de onderneming zijn de accountants en belastingconsulenten de verbinding tussen overheid en onderneming omdat zij in hun functie deze fiscale regelgeving verduidelijken en de toepassing ervan binnen de onderneming opvolgen. Daarenboven worden onze ondernemingen geconfronteerd met een stagnerende economie en een stagnerende
consumptie. We stellen vast dat tewerkstelling verloren gaat terwijl de nood aan bijdragen van een actieve bevolking groter wordt. De kmo, de zelfstandigen en de vrije beroepen zorgen voor een aanzienlijke tewerkstelling, en hoewel velen beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt, blijft het moeilijk om openstaande betrekkingen in te vullen. Internationale contacten zijn voor onze beroepen belangrijk. Vandaar dat wij een gemeenschappelijke Raad organiseerden met de Franse Ordre des Experts-Comptables du Nord Pas-de-Calais in Rijssel, met vier agendapunten: de kwaliteitstoetsing, de toepassing van de antiwitwaswetgeving, de permanente vorming en de stage. Dat de voorziene vergadertijd ruim overschreden werd, bewijst dat dergelijke uitwisseling van aanpak en ervaringen voor beide raden een nuttige oefening was. Hoewel de regelgeving internationaal steeds meer dezelfde wordt, kan de lokale invulling enigszins verschillen of kan men putten uit elkaars ervaringen. Dit jaar focussen we op de kwaliteit maar ook op de toegang tot het beroep. Zonder afbreuk te doen aan de vereisten en de kwaliteit, wordt overlegd met het onderwijs hoe de trajecten opleiding en stage beter op elkaar kunnen worden afgestemd om de toegang tot het beroep aantrekkelijker te maken. Dit zal bovendien gepaard gaan met een communicatiecampagne naar de scholen en de studenten toe, om onze beroepen nog beter kenbaar te maken en hen te overtuigen van de toekomstmogelijkheden. In het kader van de toenadering tot de ondernemingen hebben wij beslist om onze studiedag van 21 maart 2012 ook open te stellen voor ondernemers en hun interne raadgevers. Dit zal de contacten tussen beroep en onderneming zeker bevorderen.
•
André Bert, Voorzitter
2 012 /1
3
IN MEMORIAM
In memoriam Joseph Antoine Catherine Dendauw Co-auteur van Traité de comptabilisation
Professor Joseph Antoine overleed op 25 december 2011 op tachtigjarige leeftijd. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de boekhouding in België: hij bezat een perfecte kennis van de boekhoudtaal, en beschikte tegelijkertijd over bijzondere pedagogische kwaliteiten.
Deze eminente accountant wilde zijn passie voor de boekhouding delen met talloze studenten van voortreffelijke scholen, zoals het Instituut Cooremans, waar hij de leiding had over de bijzondere licentie in het bedrijfsrevisoraat.
we thema’s gestoffeerd, zonder enige toegeving te doen op de nauwgezetheid, die van bij de aanvang de kwaliteit ervan uitmaakte, en met een onafgebroken bekommernis voor het pedagogisch oogmerk.
Hij onthulde de geheimen van het dubbel boekhouden aan zijn leerlingen, die zich continu verbaasden over het permanent evenwicht tussen het actief en het passief van de balans en voldoening konden halen uit een correcte proefen saldibalans.
Hij was een boeiende figuur, tot op het einde zeer actief en boordevol plannen. Jammer genoeg kon hij een aantal lopende projecten niet meer voltooien. In zijn agenda stonden onder meer een heruitgave van zijn boeken en de vertaling van een aantal werken genoteerd.
Over de boekhouding kon hij ook onderhoudend vertellen: de boeking en het grootboek waren voor hem niet enkel boekhoudkundige begrippen.
Op persoonlijk vlak stond een cruise op het programma, gevolgd door een verblijf op de Canarische eilanden, waarvan hij op 28 december had moeten terugkeren…
Hij schreef een aantal werken die voor de cijferbeoefenaars reeds lange tijd standaardwerken zijn: hoeveel beroepsbeoefenaars hebben het juiste antwoord op een prangende vraag wel niet gevonden door de werken Lexique thématique de la comptabilité, Précis de comptabilisation, Traité de comptabilisation of Dictionnaire des marchés financiers erop na te slaan?! En iedereen heeft een hopeloze student wel eens zijn stap-voor-stap boekhoudmethode aanbevolen.
De boekhoudpraktijk in België is veel aan deze grote Mijnheer verschuldigd. Geleid door zijn groot plichtsbewustzijn heeft hij zich er met opmerkelijke toewijding voor ingezet. Professor Joseph ANTOINE zal nog lang blijven voortleven in de harten van de studenten die hij de eerste boekhoudbeginselen heeft bijgebracht, niet in het minst door zijn boeken. De geregelde bijwerking daarvan zal trouwens getuigen van onze erkentelijkheid.
•
Deze werken die bij uitgeverij de Boeck werden uitgegeven, werden bij elke nieuwe editie bijgewerkt en met nieu-
4
2 012 /1
FISCALITEIT
Bespreking van de voordelen bij bedrijfswagens Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen Lucien Ceulemans Accountant en belastingconsulent Raadslid IAB
Deze bespreking is gebaseerd op de Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen1, de op heden beschikbare commentaar en een voorontwerp van wet tot wijziging van enkele modaliteiten. De publicatie van deze wetswijziging wordt verwacht eind februari, begin maart 2012. In dit artikel werden deze wijzigingen duidelijk aangegeven.2
I. Voordelen van alle aard voor personenwagens 1. Algemeen Artikel 36 WIB 92 wordt volledig herschreven en voegt de regels in, inzake de vaststelling van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig, die tot nu in het KB/WIB 92 waren opgenomen, omwille van het feit dat deze voordelen als grondslag zullen dienen voor de berekening van een verworpen uitgave in de vennootschapsbelasting. Aangezien op die manier een element van de belastbare basis wordt bepaald, kan dit enkel bij wet gebeuren overeenkomstig artikel 170 van de Grondwet.
1
Deze nieuwe regeling viseert enkel de wagens bedoeld in artikel 65 WIB 92, namelijk de personenwagens, de auto’s voor dubbel gebruik, de minibussen en de zogenaamde ‘valse’ lichte vrachtauto’s. Tot deze laatste categorie behoren de bij DIV als “lichte vrachtwagens” gehomologeerde voertuigen, die voor de verkeersbelasting echter worden aangemerkt als personenauto, auto voor dubbel gebruik of minibus (dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op sommige monovolumes en luxueuze terreinvoertuigen). Volgens de Wet van 28 december 2011 wordt het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een dergelijk kosteloos ter beschikking gesteld voertuig berekend door een CO2-percentage toe te passen op zes zevenden van de “cataloguswaarde” van het kosteloos ter beschikking gestelde voertuig. Volgens de geplande wetswijziging zal er bovendien met de leeftijd van het voertuig rekening worden gehouden, zoals nader bepaald.
Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen,
BS 30 december 2011. 2
Deze bespreking werd afgesloten op 6 februari 2012. Met latere
wijzigingen die zouden worden aangebracht tussen het schrijven van dit artikel en de publicatie ervan, wordt geen rekening gehouden. Ik meen echter dat aan de besproken punten in dit artikel, geen of weinig wijzigingen zullen worden aangebracht.
2 012 /1
5
FISCALITEIT
De breuk zes zevenden is gekozen omdat wordt geoordeeld dat de last moet worden gespreid over zowel de gebruiker, de werknemer, als degene die het voertuig ter beschikking stelt (de vennootschap). Wanneer een werknemer of een bedrijfsleider tezelfdertijd over meerdere wagens kan beschikken, moet voor elk van die wagens een afzonderlijk belastbaar voordeel van alle aard worden berekend. Wanneer er een in tijd beperkte terbeschikkingstelling is, kan het voordeel van alle aard pro rata temporis worden berekend en dit op basis van het aantal kalenderdagen, waarbij de
Een bedrijfswagen kopen in uw vennootschap kan u voortaan zuur opbreken eerste dag van de terbeschikkingstelling wel wordt meegeteld, maar niet de laatste dag waarop het voertuig wordt ingeleverd. Dit voordeel mag uiteraard worden verminderd met de eigen bijdrage van de verkrijger van het voordeel, dat bijvoorbeeld wordt ingehouden van het nettoloon van de werknemer (FAQ 8). Het voordeel mag nooit minder bedragen dan 820 EUR per jaar. Dit bedrag wordt overeenkomstig artikel 178 WIB 92 geïndexeerd. Voor aanslagjaar 2013 bedraagt dit geïndexeerde bedrag 1 200 EUR. Het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een voertuig dat voldoet aan de definitie van een lichte vrachtwagen (bv. een bestelwagen), valt dus niet onder deze berekening, maar moet bij de verkrijger zoals voorheen worden aangerekend voor de werkelijke waarde. De notie waarmee hier rekening dient te worden gehouden is: “Welk is het bedrag dat de verkrijger in normale omstandigheden zou moeten besteden om een dergelijk voordeel te verkrijgen” (FAQ 16).
2. Cataloguswaarde De Wet van 28 december 2011 definieert de “cataloguswaarde” als volgt: “de gefactureerde waarde inclusief opties en btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno”. Nog volgens dezelfde wet is deze definitie zowel van toepassing op nieuwe wagens, als op tweedehandswagens of leasingwagens. M.b.t. de “catalogusprijs” van tweedehandswagens kan de toets van het ”gelijkheidsbeginsel” in twijfel worden getrokken. De minister heeft in de parlementaire werken duidelijk gesteld dat de “catalogusprijs” van tweedehandswagens de gefactureerde waarde, met inbegrip van de opties, zonder eventuele kortingen, rabats of restorno’s, is.3 Neem nu een vennootschap die drie jaar geleden een wagen aankocht voor 100 000,00 EUR, deze heeft afgeschreven voor 60 000,00 EUR, zodat de boekwaarde 40 000,00 EUR bedraagt. Een andere vennootschap koopt dezelfde wagen vandaag tweedehands aan voor 40 000,00 EUR. Hoewel beide bedrijfsleiders met dezelfde wagen rijden die even oud is, heeft de eerste een merkelijk groter voordeel als belastbare basis dan de tweede… De regering besliste echter op 24 januari 2012 om daar een stokje voor te steken. De definitie van de waarde van de niet in nieuwe staat verkregen wagens, zoals hoger omschreven, zou worden herschreven. Voor alle andere dan in nieuwe staat verworven auto’s zou de definitie luiden: “de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno.” De parlementaire werken stellen: “Bij aankoop van een tweedehands voertuig zal bovendien sneller een catalogus met de oorspronkelijke prijs bij verkoop in nieuwe staat worden teruggevonden dan een kopie van de oorspronkelijke factuur van verkoop in nieuwe staat”.
3
6
2 012 /1
Parl.St. Kamer 2011-12, Doc. nr. 53-1952/10, p. 31.
FISCALITEIT
Momenteel is nergens de oorspronkelijke cataloguswaarde van deze tweedehandswagens gepubliceerd. Blijkbaar heeft de FOD Financiën de opdracht gegeven aan de constructeurs om deze cataloguswaarde zo vlug mogelijk te publiceren op hun respectievelijke sites. Ondertussen is dit nog nergens opgevolgd, zodat op dit moment elke accountant en/of belastingconsulent met grote vraagtekens zit. Een tweedehandswagen zou dus worden belast als een nieuwe wagen, evenwel rekening houdend met een jaarlijkse vermindering zoals hieronder bepaald. Elk jaar, en dit gedurende 5 jaar, zou, zowel voor nieuwe wagens als tweedehandswagens 6 % kunnen worden afgetrokken van deze prijs. Na deze 5 jaar zou geen aftrek van 5 % meer mogelijk zijn, waardoor de minimumwaarde van elke wagen op 70 % van de catalogusprijs zou worden vastgepind. Concreet betekent dit dat de cataloguswaarde wordt vermenigvuldigd met een percentage dat recht evenredig is met de periode die verstreken is vanaf de datum van 1e inschrijving van het voertuig bij de Directie voor de Inschrijving van de Voertuigen, waarbij elke begonnen maand voor een volledige maand telt. Dit percentage bedraagt:
Het probleem van de leasingwagens wordt hierdoor ook opgelost. Deze leasingwagens behoren nu tot de categorie van de “andere gevallen dan het verwerven in nieuwe staat van een auto”, zodat ook hier moet worden uitgegaan van de “catalogusprijs” van het voertuig “in nieuwe staat”. En dan de laatste (?) wijziging. Op 6 februari 2012 werd beslist om ook de definitie voor de nieuwe wagens aan te passen en af te stappen van de notie “gefactureerde waarde”. Deze zou nu luiden: “de catalogusprijs van het voertuig bij particuliere verkoop, inclusief opties en werkelijk betaalde btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno”. Indachtig het adagio dat de btw in principe geen kostprijselement is, wordt enkel de werkelijk betaalde btw meegeteld. Dit is vooral belangrijk voor de tweedehandswagens. Hierdoor komt de formule voor de berekening van het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens op: VAA = cataloguswaarde x % (CO2-coëfficiënt) × 6/7 × percentage i.f.v. leeftijd voertuig
3. Percentage per CO2-gram Periode verstreken sinds de 1e inschrijving
Percentage cataloguswaarde
Van 0 tot 12 maanden
100 %
Van 13 tot 24 maanden
94 %
Van 25 tot 36 maanden
88 %
Van 37 tot 48 maanden
82 %
Van 49 tot 60 maanden
76 %
Vanaf 61 maanden
70 %
Onder druk van de liberalen werd overeengekomen dat dezelfde vermindering mag worden toegepast op nieuwe wagens. Deze regeling is zo overeengekomen in de ministerraad van 24 januari 2012 en moet nog de toets van de Kamer van Volksvertegenwoordigers ondergaan.
Het CO2-basispercentage bedraagt 5,5 % voor een referentie-CO2-uitstoot: – voor voertuigen met een benzine-, LPG- of aardgasmotor: 115 g/km – voor voertuigen met dieselmotor: 95 g/km
Nieuwe en tweedehandswagens worden op gelijke voet behandeld De Koning bepaalt jaarlijks deze referentie-CO2-uitstoten op basis van de CO2-uitstoot van de in het voorgaande jaar nieuw ingeschreven voertuigen. Wanneer de uitstoot van het betrokken voertuig hoger ligt dan de voormelde referen-
2 012 /1
7
FISCALITEIT
tie-uitstoot, wordt het basispercentage met 0,1 pct. per CO2gram vermeerderd, tot maximum 18 %. Wanneer de uitstoot van het betrokken voertuig lager ligt dan de voormelde referentie-uitstoot wordt het basispercentage met 0,1 pct. per CO2-gram verminderd, tot minimum 4 %. Dit minimum zal steeds van toepassing zijn op de voertuigen met een uitstoot van 0 gram CO2 per kilometer, zoals de elektrisch aangedreven voertuigen. De voertuigen waarvoor geen gegevens met betrekking tot de CO2-uitstootgehaltes beschikbaar zijn bij de dienst voor inschrijving van de voertuigen, worden, indien ze worden aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor, gelijkgesteld met de voertuigen met een CO2-uitstootgehalte van 205 g/km, en, indien ze worden aangedreven door een dieselmotor, met de voertuigen met een CO2-uitstootgehalte van 195 g/km. Hoewel de informatie over de CO2-uitstoot vermeld is op het gelijkvormigheidsattest van het voertuig, is de informatie vermeld op het inschrijvingsbewijs bepalend voor de berekening van het voordeel van alle aard. Daaruit volgt dat wanneer het inschrijvingsbewijs het CO2-uitstootgehalte niet vermeldt en de DIV niet over informatie beschikt, er steeds moet van worden uitgegaan, dat de in vorige alinea bepaalde gegevens moeten worden gebruikt voor de berekening van het voordeel, ook al is er een vermelding van dit gehalte op het gelijkvormigheidsattest. Dit blijkt uit FAQ 23, gepubliceerd op de website van FOD Financiën.
4. Weerslag op fiches 281.10 en 281.20 Onderstaande redenering blijkt uit FAQ 9 en 10, gepubliceerd op de site van de FOD Financiën. Op de fiches dient enkel het bedrag van het voordeel te worden vermeld, en niet meer het aantal kilometers.
a) Voor de werknemers Het volgende onderscheid dient te worden gemaakt: – Voertuig uitsluitend gebruikt voor eigenlijke privéverplaatsingen Zodra er een terbeschikkingstelling is, kan het voordeel niet meer worden vermeld in vak 17 “Bijdragen in de reis-
8
2 012 /1
kosten”, rubriek c) “Ander vervoermiddel”, maar moet dit voordeel steeds worden vermeld in vak 9, rubriek c) “Voordelen van alle aard”. – Voertuig uitsluitend gebruikt voor individuele woonwerkverplaatsingen Het voordeel van alle aard moet voor het volledige bedrag, zoals vroeger, worden vermeld in vak 17 “Bijdragen in de reiskosten”, rubriek c) “Ander vervoermiddel” als: • vaststaat dat dit vervoermiddel effectief en uitsluitend voor dergelijke verplaatsingen wordt gebruikt; • de werknemer aan zijn werkgever bevestigt dat hij zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst. Concreet betekent dit dat in dit geval de vrijstelling van 370,00 EUR voor aanslagjaar 2013 behouden blijft. – Voertuig gemengd gebruik voor eigenlijke privéverplaatsingen en woon-werkverkeer Aangezien de nieuwe berekening van het voordeel geen rekening meer houdt met het aantal kilometers (5 000 en 7 500 km), en volledig losstaat van de intensiteit of de frequentie en de wijze van het daadwerkelijk gebruik van het voertuig, is er geen criterium meer om dit voordeel om te slaan over de eigenlijke privéverplaatsingen en het woon-werkverkeer. Bovendien was het blijkbaar niet de bedoeling bovenvermelde vrijstelling van 370,00 EUR af te schaffen. Daarom mag in dit geval het voordeel worden omgeslagen als volgt: • 370,00 EUR mag vermeld voor aanslagjaar 2013 in vak 17 “Bijdragen in de reiskosten”, rubriek c) “Ander vervoermiddel”; • het verschil tussen het voordeel en deze 370,00 EUR in vak 9, rubriek c) “Voordelen van alle aard”. Dezelfde voorwaarden worden opgelegd: • het moet vaststaan dat dit vervoermiddel effectief en uitsluitend voor dergelijke verplaatsingen wordt gebruikt; • de werknemer dient aan zijn werkgever te bevestigen dat hij zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst.
FISCALITEIT
b) Voor de bedrijfsleiders Het voordeel van alle aard betreffende de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen, moet worden vermeld in vak 9, rubriek c) “Voordelen van alle aard”.
ondertussen ontslagen zijn, dan laat de Administratie toe, bij wijze van administratieve tolerantie, dat geen rechtzetting dient te gebeuren en dat enkel op de fiches 281 het correct bedrag moet worden vermeld. Dit blijkt uit de FAQ 24, gepubliceerd op de website van FOD Financiën.
5. Weerslag op de bedrijfsvoorheffing Voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing op de voordelen voor de terbeschikkingstelling van de bedrijfswagens die vanaf 1 januari 2012 worden toegekend, dient rekening te worden gehouden met de nieuwe waarderingsregels. Mocht het voordeel niet correct zijn berekend, dan dient een rechtzetting te gebeuren. Mocht de bewuste werknemer
Er zal in dit geval dus een verschil zijn tussen de loonstaten en de ingediende fiches. Wat betreft de nieuwe berekening, zoals voorzien in de geplande wetswijziging, wordt bepaald dat deze berekening in de bedrijfsvoorheffing slechts zal worden toegepast op de voordelen van alle aard die worden toegekend vanaf 1 mei 2012…
6. Voorbeelden a) Proratatemporis-berekening De onderstaande voorbeelden zijn gebaseerd op de FAQ’s gepubliceerd op de website van de FOD Financiën. Gegeven
Commentaar
Breuk voordeel
Enkele normale gevallen In bezit 15/09 t/m 31/12/12, dus:
(FAQ 3) Een werknemer krijgt een wagen ter beschikking vanaf 15/09/12 (schrikkeljaar)
september: oktober: november: december:
16 dagen 31 dagen 30 dagen 31 dagen
totaal:
108 dagen
108/366
Terbeschikkingstelling van 01/01 t/m 01/02/13, dus: (FAQ 3) Ontslag van een werknemer op 02/02/13 en inlevering van zijn firmawagen op dezelfde datum
januari: februari:
31 dagen 1 dag
32/365
totaal: 32 dagen Dag van 2 februari telt niet mee (dag inlevering wagen) Uitzonderlijke gebeurtenissen (FAQ 3) Wegens uitzonderlijke gebeurtenis krijgt een werknemer een wagen ter beschikking van 01/03/13 tot 31/03/13
Dagen ter beschikking: 01/03 tot 30/03: 30 dagen Dag inlevering telt niet mee
30/365
(FAQ 22) Een werknemer mag uitzonderlijk en louter toevallig een poolwagen gebruiken voor een dringende verplaatsing naar zijn woning
Enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden, en louter toevallig, waarin het gebruik van een poolwagen door de werkgever wordt toegestaan, dient er geen voordeel te worden aangerekend. In dit geval is er sprake van een niet-belastbaar sociaal voordeel.
0/365
2 012 /1
9
FISCALITEIT
Wisseling wagen tijdens het jaar (FAQ 4) Een bedrijfsleider rijdt met firmawagen A tot 10/07/13, levert die wagen op die datum in en krijgt op die datum wagen B ter beschikking
Wagen A: ter beschikking van 01/01 t/m 09/07/13 Wagen B: ter beschikking van 10/07 t/m 31/12
190/365 175/365
(FAQ 6) Een bedrijfsleider bestelt een wagen A, die pas wordt geleverd op 01/06/13. In afwachting krijgt hij een aanloopwagen ter beschikking vanaf 01/03/13, die hij inlevert op 01/06/13.
Voordeel aanloopwagen: ter beschikking van 01/03 t/m 31/05/13 Voordeel wagen A: ter beschikking van 01/06 t/m 31/12/13
92/365 214/365
(FAQ 5) Een bedrijfsleider heeft het hele jaar een wagen ter beschikking. Gedurende 5 dagen onderhoud of herstelling wagen in garage.
Wagen is het hele jaar door de vennootschap ter beschikking gesteld. Het tijdelijk niet-gebruik van deze wagen heeft geen invloed op de berekening van de voordelen.
365/365
(FAQ 5) Een bedrijfsleider heeft het hele jaar een wagen ter beschikking. Ingevolge een ongeval is de wagen een maand buiten gebruik en stelt de garage een vervangwagen ter beschikking.
Wagen is het hele jaar door de vennootschap ter beschikking gesteld. Het tijdelijk niet-gebruik van deze wagen en de beschikking over een vervangwagen heeft geen invloed op de berekening van de voordelen.
365/365
(FAQ 18) Een vertegenwoordiger die een bedrijfswagen ter beschikking heeft, is afwezig wegens vakantiedagen, compensatiedagen, recuperatiedagen, omstandigheidsverlof, ziekteverlof…
De forfaitaire berekening van het voordeel staat volledig los van de intensiteit of de frequentie van het daadwerkelijk gebruik van de wagen.
365/365
(FAQ 19) Een werknemer is langdurig afwezig gedurende 120 dagen ten gevolge van ernstige ziekte of zwangerschapsverlof. In het terbeschikkingscontract is opgenomen: - dat zij de wagen moet inleveren - dat zij de wagen niet moet inleveren of er is niets opgenomen in dit verband. Bewuste werknemer levert het voertuig vrijwillig in en er is niets in het contract voorzien qua verplichte inlevering.
Voordeel mag pro rata worden verminderd Geen prorata-vermindering van het voordeel
245/365 365/365
Geen prorata-vermindering van het voordeel. De terbeschikkingstelling van het voertuig is immers niet geschorst gedurende betreffende periode.
365/365
Geen voordeel, vermits er geen sprake is van privégebruik
0/365
Onderhoud en herstelling van de bedrijfswagen
Afwezigheden
(FAQ 20) In een contract tussen werkgever en werknemer wordt een wagen ter beschikking gesteld en wordt bepaald dat de werknemer: - de wagen enkel mag gebruiken voor dienstverplaatsingen en deze ’s avonds moet inleveren - de wagen mag gebruiken voor dienstverplaatsingen en voor het woon-werkverkeer, maar niet tijdens de weekends (104 dagen) en de vakantieperiode (25 dagen) - de wagen ook mag gebruiken tijdens de weekends en de vakantieperiode
10
2 012 /1
Wel volledig voordeel te berekenen, vermits er sprake is van een persoonlijk gebruik. Mag niet worden beperkt tot 365–129 = 236.
365/365
Wel voordeel te berekenen vermits er duidelijk sprake is van een persoonlijk gebruik
365/365
FISCALITEIT
b) Berekening “cataloguswaarde” De onderstaande voorbeelden zijn eveneens gebaseerd op de FAQ’s gepubliceerd op de website van de FOD Financiën. De aangehaalde voorbeelden betreffen steeds nieuwe wagens.
Gegeven
Commentaar
Cataloguswaarde
“Catalogusprijs” is prijs zonder rekening te houden met kortingen (FAQ 12) Aankoop wagen voor: - Catalogusprijs excl. btw: 12 000,00 EUR -
Korting:
-
Factuurprijs:
– 2 000,00 EUR 10 000,00 EUR -
Btw:
-
Factuurprijs:
2 100,00 EUR 12 100,00 EUR
In aanmerking te nemen catalogusprijs: - Catalogusprijs excl. btw: 12 000,00 EUR - Btw: 2 520,00 EUR - Totaal: 14 520,00 EUR Er mag immers geen rekening worden gehouden met de korting. Dit geldt eveneens voor alle fleetkortingen of kortingen gegeven in het kader van speciale acties (FAQ 13).
14 520,00 EUR
Gratis opties of opties aangeboden tegen verminderde prijs (FAQ 14) Aankoop wagen voor: - Catalogusprijs excl. btw: 12 000,00 EUR -
Opties:
-
Korting op opties:
-
Factuurprijs:
-
Btw:
-
Factuurprijs:
4 000,00 EUR – 2 000,00 EUR 14 000,00 EUR 2 940,00 EUR
In aanmerking te nemen catalogusprijs: - Catalogusprijs excl. btw: 12 000,00 EUR - Opties (incl. gratis): 4 000,00 EUR - Totaal excl. btw: 16 000,00 EUR - Btw: 3 360,00 EUR - Totaal: 19 360,00 EUR
19 360,00 EUR
16 940,00 EUR Werknemer gebruikt verschillende poolwagens (FAQ 21) Een werknemer gebruikt verschillende poolwagens, die hij mag gebruiken voor woon-werkverkeer en/of eigenlijke privéverplaatsingen tijdens weekends, vakanties of vrije tijd. Hij gebruikt gedurende 25 dagen een poolwagen 1 met een cataloguswaarde van 20 000,00 EUR en gedurende 6 dagen een poolwagen 2 met een cataloguswaarde van 25 000,00 EUR
In aanmerking te nemen catalogusprijs: poolwagen 1, vermits hij die het meest gebruikt in die maand. U dient derhalve een berekening te maken per maand en niet per jaar (de bedrijfsvoorheffing wordt ook per maand berekend).
20 000,00 EUR
De “cataloguswaarde blijft 30 000,00 EUR, ongeacht of de werknemer de opties betaalt: - aan de garage of leasingmaatschappij - integraal aan zijn werkgever - aan zijn werkgever door periodieke of eenmalige inhouding op zijn loon
30 000,00 EUR
Werknemer betaalt zelf gratis opties (FAQ 7) Een werkgever koopt een bedrijfswagen met een “cataloguswaarde” van 30 000,00 EUR, inclusief btw. De werknemer betaalt zelf bijkomende opties voor 2 000,00 EUR, inclusief btw.
2 012 /1
11
FISCALITEIT
Verkrijger van het voordeel betaalt schade aan wagen terug (FAQ 15) Een werknemer rijdt met een firmawagen waarvan de cataloguswaarde 19 360,00 EUR bedraagt en betaalt ingevolge een ongeval met de wagen een bijdrage van 1 500,00 EUR (voorbeeld de franchise van de verzekering) naar aanleiding van een ongeval. Een bedrijfsleider rijdt met een firmawagen waarvan de cataloguswaarde 19 360,00 EUR bedraagt, en betaalt op het einde van een leasingcontract het bedrag dat de leasingmaatschappij factureert voor schade aan het voertuig (2 000,00 EUR).
Kan niet in mindering worden gebracht van het voordeel. Kan niet in mindering worden gebracht van het voordeel.
19 360,00 EUR 19 360,00 EUR
“6-wielen” leasingcontract (naast firmawagen een scooter of een fiets) (FAQ 17) Een leasinggever stelt ter beschikking: - wagen met een cataloguswaarde van 19 360,00 EUR - een scooter (waarde 10 000,00 EUR)
Een leasinggever stelt ter beschikking: - wagen met een cataloguswaarde van 19 360,00 EUR - een fiets (waarde 5 000,00 EUR)
Voordeel voor de wagen blijft ongewijzigd Voordeel voor de scooter wordt berekend op werkelijke waarde voor de verkrijger, berekend volgens het adagio: “Wat is het bedrag dat de verkrijger in normale omstandigheden zou moeten besteden om een dergelijk voordeel te verkrijgen?”
Voordeel voor de wagen blijft ongewijzigd Voordeel voor de fiets: - indien die fiets daadwerkelijk wordt gebruikt voor de verplaatsingen woonwerkverkeer, dan dient voor de fiets geen voordeel te worden aangerekend (ook niet voor de eigenlijke privéverplaatsingen) - indien de fiets uitsluitend voor eigenlijke privéverplaatsingen (andere dus dan woon-werkverkeer) wordt gebruikt, zelfde regeling als voor de scooter
19 360,00 EUR Variabel i.f.v. gegevens
19 360,00 EUR Gratis
Variabel i.f.v. gegevens
c) Berekening van het voordeel voor nieuwe wagens voor het eerste jaar Wagen 1
Wagen 2
Wagen 3
Wagen 4
Brandstof
benzine
diesel
LPG
diesel
CO2-uitstoot
230
300
85
200
Aankoopprijs (excl. btw)
90 000,00
45 000,00
20 000,00
20 000,00
Opties
10 000,00
5 000,00
2 000,00
2 000,00
Btw over
100 000,00
50 000,00
22 000,00
22 000,00
12
2 012 /1
FISCALITEIT
Wagen 1
Wagen 2
Wagen 3
Wagen 4
Btw
21 000,00
10 500,00
4 620,00
4 620,00
Gratis opties (incl.btw)
5 000,00
1 000,00
1 000,00
1 000,00
Catalogusprijs
126 000,00
61 500,00
27 620,00
27 620,00
Referentie CO2-uitstoot
115
95
115
95
Basispercentage CO2-uitstoot
5,50
5,50
5,50
5,50
Verhoogd/verlaagd % CO2-uitstoot
17,00
26,00
2,50
16,00
Beperking tot 4 of 18
17,00
18,00
4,00
16,00
Voordeel (cat.prijs x % CO2 × 6/7)
18 360,00
9 488,57
946,97
3 787,89
Minimum van 1 200
18 360,00
9 488,57
1 200,00
3 787,89
Dagen in bezit
365
200
31
365
Proportioneel voordeel
18 360,00
5 199,22
101,92
3 787,89
Bijdrage verkrijger*
1 200,00
700,00
100,00
1 200,00
Uiteindelijk voordeel
17 160,00
4 499,22
1,92
2 587,89
V.U. in vennootschap: 17 %
2 917,20
764,87
0,33
439,94
*: De verworpen uitgaven mogen worden berekend op het voordeel na aftrek van de persoonlijke bijdrage.4
d) Vergelijking van eenzelfde wagen nieuw, dan wel aangekocht tweedehands Onderstaande berekening is geschied volgens de geplande wetswijziging die waarschijnlijk eind februari of begin maart 2012 zal worden opgenomen in een programmawet. Wagen 1 Nieuw
Wagen 1 Occasie
Aangekocht
10/02/2012
10/02/2015
Opties
10 000,00
0,00
1e inschrijving bij DIV
15/02/2012
15/02/2012
Btw over
100 000,00
45 000,00
Brandstof
benzine
benzine
Btw
21 000,00
9 450,00
CO2-uitstoot
250
250
Gratis opties (btw incl.)
5 000,00
0,00
Kostprijs
126 000,00
54 450,00
Aankoopprijs excl. btw
4
90 000,00
Wagen 1 Nieuw
Wagen 1 Occasie
45 000,00
Fisc. 1277, p. 9.
2 012 /1
13
FISCALITEIT
Wagen 1 Nieuw
Wagen 1 Occasie
Catalogusprijs
Wagen 1 Nieuw - 4e jaar (321/365 dagen)
- 1e jaar (t/m 14/01/2013)
126 000,00
- 2e jaar (t/m 14/01/2014)
118 440,00
- 3e jaar (t/m 14/01/2015)
110 880,00
- 4e jaar (t/m 14/01/2016)
103 320,00
93 849,00
- 5e jaar (t/m 14/01/2017)
95 760,00
86 982,00
- vanaf 6e jaar (vanaf 15/01/2017)
88 200,00
80 115,00
Verhoogd % CO2-uitstoot beperkt tot
18,00
Wagen 1 Occasie 12 734,08
16 038,00
12 734,08
- 4e jaar (1 maand)
1 328,40
1 206,63
- 5e jaar (11 maanden)
13 543,20
12 301,74
14 871,60
13 508,37
- 5e jaar (1 maand)
1 231,20
1 118,34
- 6e jaar (11 maanden)
12 474,00
11 330,55
13 705,20
12 448,89
13 608,00
12 360,60
- 2016
- 2017
18,00 - 2018 en later - 6e jaar (12 maanden)
Voordeel ( cat.prijs x % CO2 × 6/7)
V.U. in vennootschap: 17 %
- 2012 - 1e jaar (321/366 dagen)
- 2013
2 898,47
- 2013
3 123,04
- 2014
2 924,75
- 2015
2 726,46
2 164,79
- 1e jaar (1 maand)
1 620,00
- 2016
2 528,17
2 296,42
- 2e jaar (11 maanden)
16 750,80
- 2017
2 329,88
2 116,31
18 370,80
- 2018 en later
2 313,36
2 101,30
7. Conclusies
- 2014 - 2e jaar (1 maand)
1 522,80
- 3e jaar (11 maanden)
15 681,60 17 204,40
- 2015
14
- 2012 17 049,84
- 3e jaar (1 maand)
1 425,60
- 4e jaar (11 maanden)
14 612,40
2 012 /1
Ten opzichte van de eerste regeling voorzien in de Wet van 28 december 2011 is er volgens de geplande wetswijziging een: 1. merkelijke winst voor de voertuigen in nieuwe staat verkregen; 2. groot nadeel voor de tweedehandsvoertuigen. Kleinere en groene bedrijfswagens doen soms voordeel door dit nieuwe systeem van berekening van de voordelen
FISCALITEIT
van alle aard. Anders is het gesteld met de grote luxewagens die een vrij hoog voordeel van alle aard zullen genereren.
U boekt op deze manier echter “nettogeld” af, dat u anders belastingvrij uit de vennootschap kan halen.
Bovendien zal de markt van de tweedehandse luxewagens een enorme deuk krijgen en zal een bedrijfsleider die een dergelijke wagen verwerft eerst de voor- en nadelen ervan dienen te becijferen.
b) Wagen onttrekken aan vennootschap ten gunste van de bedrijfsleider
8. Hoe belastbaarheid van een voordeel in natura voor een wagen in de personenbelasting vermijden a) Boeking via de lopende rekening in de vennootschap Door de voordelen te boeken op het debet van de lopende rekening, in zover deze crediteur staat – anders betaalt u debetintresten –, en via het credit van een 74-rekening vermijdt u het (meestal) hogere tarief in de personenbelasting. Er is immers geen sprake van een fiche. Het spreekt voor zich dat deze boeking uiterlijk dient te gebeuren op het einde van het boekjaar.
Indien de wagen wordt onttrokken binnen de vijf jaar na verwerving, kan een onttrekking gebeuren via de regel van de vijfden (zoals bij een herziening). Na de periode van vijf jaar dient men als maatstaf van heffing de waarde van de wagen te nemen in de staat waarin hij zich bevindt op het tijdstip van de onttrekking. De onttrekking kan gebeuren over een maatstaf van heffing die tot de helft wordt gereduceerd (cf. aanschrijving nr. 3/1981). Eens de wagen uit de vennootschap is gehaald, kan hij als particulier worden verkocht. Verkoop hem in geen geval onmiddellijk erna met een grote meerwaarde!
Voorbeeld Wagen 1
Wagen 2
Wagen 3
Wagen 4
Totale btw op factuur
21 000,00
10 500,00
4 620,00
4 620,00
Bedrijfsmatig gebruikt voor
80 %
50 %
40 %
30 %
Afgetrokken btw
10 500,00
5 250,00
1 848,00
1 386,00
Aankoopdatum
30/06/2006
30/06/2007
30/06/2008
30/06/2009
Jaren te herzien
0
0
1
2
50 % op waarde × 21 %
Aankoopprijs × 1/5 × 50 % × 21 % en een herziening in voordeel van 10 % op 1/5 van de niet afgetrokken btw
Aankoopprijs × 2/5 × 50 % × 21 % en een herziening in voordeel van 20 % op 2/5 van de niet afgetrokken btw
Btw op onttrekking
50 % op waarde × 21 %
c) Wagen verkopen aan de bedrijfsleider Indien de btw bij verwerving werd beperkt tot het beroepsmatig gebruik (door toepassing van het nieuwe artikel 45, § 1 quinquies W.Btw), mag de maatstaf van heffing bij de verkoop worden beperkt tot de helft. Eventueel mag ook de herziening in voordeel gebeuren (1/5 van de btw per verlopen herzieningsjaar voor het gedeelte van de aftrek dat een
andere beperking heeft ondergaan dan artikel 45, § 2 W. Btw, d.i. de 50 %-regel). Voor 2011 bestaat een tolerantie. Hier kan men de voordelen van alle aard nog berekenen volgens de oude methode (5 000/7 500 km en coëfficiënt 1,0855), maar dan dient de verkoop over de volledige maatstaf van heffing te gebeuren.
2 012 /1
15
FISCALITEIT
Voorbeeld Wagen 1
Wagen 2
Wagen 3
Wagen 4
Verkoopprijs excl. btw
25 000,00
20 000,00
15 000,00
10 000,00
Btw van 21%
5 250,00
4 200,00
3 150,00
2 100,00
Bedrijfsmatig gebruik
80 %
50 %
40 %
30 %
10 000 × 21 % = 2 100,00
7 500 × 21 % = 1 575 en herziening in voordeel van 10 % per niet verlopen herzieningsjaar
5 000 × 21 % = 1 050 en herziening in voordeel van 20 % per niet verlopen herzieningsjaar
12 500 × 21 % = 2 625,00
Btw te betalen
d) Verplaatsingskosten per km aanrekenen aan de vennootschap Voor de bedrijfsleider is deze aanrekening belastingvrij, voor zover de jaarlijks bedrijfsmatig afgelegde en aangerekende kilometers jaarlijks minder zijn dan 24 000 km (ComIB 31/36). Het tarief per kilometer dat u mag aanrekenen, is de kilometervergoeding van de ambtenaren voor hun dienstverplaatsingen. Dit tarief bedraagt: •
vanaf 01/07/08 t/m 30/06/09:
0,3169
per km
•
vanaf 01/07/09 t/m 30/06/10:
0,3026
per km
•
vanaf 01/07/10 t/m 30/06/11:
0,3178
per km
•
vanaf 01/07/11 t/m 30/06/12:
0,3352
per km
Van dit tarief kan worden afgeweken als u dit kunt staven door ernstige normen. Volgens ComIB 66/51 dient deze kilometervergoeding te worden omgedeeld in: • •
30 % voor de brandstof; 70 % voor de andere kosten.
Voorbeeld Wagen 1
Wagen 2
Wagen 3
Wagen 4
Totaal gereden km
50 000
40 000
30 000
20 000
Woon-werkverkeer
10 000
5 000
5 000
5 000
Andere privéverplaatsingen
5 000
3 000
3 000
3 000
Bedrijfsmatig gereden km
35 000
32 000
22 000
12 000
16
2 012 /1
FISCALITEIT
Wagen 1
Wagen 3
Wagen 4
Maximum aan te rekenen
24 000
24 000
22 000
12 000
Tarief sinds 01/07/11
0,3352
0,3352
0,3352
0,3352
Totaal aan te rekenen
8 044,80
8 044,80
7 374,40
4 022,40
Waarvan voor benzine (30 %)
2 413,44
2 413,44
2 212,32
1 206,72
Waarvan aftrekbaar in vennootschap
1 810,08
1 810,08
1 659,24
905,04
Waarvan voor andere kosten (70 %)
5 631,36
5 631,36
5 162,08
2 815,68
Soort brandstof
benzine
diesel
LPG
diesel
CO2-uitstoot
230
300
85
200
Beperking via VU
50 %
50 %
10 %
40 %
Waarvan aftrekbaar in vennootschap
2 815,68
2 815,68
4 645,87
1 689,41
Totaal belastingvrij bedrijfsleider
8 044,80
8 044,80
7 374,40
4 022,40
Totaal aftrekbaar in vennootschap
4 625,76
4 625,76
6 305,11
2 594,45
e) Wagen verhuren De bedrijfsleider kan zijn wagen verhuren aan de vennootschap. Het is aan te raden in het verhuurcontract te bepalen dat deze wagen enkel bedrijfsmatig mag worden gebruikt. Indien er toch privéverplaatsingen (woon-werkverkeer, andere privéverplaatsingen tijdens weekends, vrije tijd of vakanties) met deze wagen zouden gebeuren, dan moet er wel een voordeel worden bepaald en dit volgens dezelfde regels! Op te merken valt dat de verhuur van een wagen niet valt onder het btw-statuut, omdat maar één roerend goed wordt verhuurd.3 Dit vormt geen economische activiteit. Verhuurt men meerdere wagens aan de vennootschap of ook andere goederen naast een wagen, dan ontstaat wel btwbelastingplicht. In dat geval kan eventueel worden geopteerd voor de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen (art. 56, § 2 W.Btw).
3
Wagen 2
Het is wel, op basis van artikel 17, § 1, 3° WIB 92, een in de personenbelasting aan te geven roerend inkomen. Van dit roerend inkomen kan u de werkelijke kosten aftrekken, of een forfait van 15 %. Dit roerend inkomen is niet onderworpen aan een roerende voorheffing als de begunstigde een rijksinwoner is, onderworpen aan de personenbelasting of een binnenlandse vennootschap (art. 111 KB/WIB 92). Indien de huurprijs voor de wagen niet in verhouding staat tot de opname van de bedrijfsleider, dan zou dit onaangename gevolgen kunnen hebben. De fiscus zou in dat geval artikel 344, § 2 (antimisbruikbepaling i.v.m. economische werkelijkheid) kunnen inroepen en dit roerend inkomen trachten te herkwalificeren als een bedrijfsinkomen voor de bedrijfsleider. Dit risico is verhoogd door de geplande wijziging aan artikel 344, § 2 WIB 92.
Rb. Antwerpen 2 juni 2008.
2 012 /1
17
FISCALITEIT
Wenst men geen inkomen uit de vennootschap te halen, dan kan eventueel aan de figuur van de bruikleen worden gedacht. Deze handeling is immers om niet.
Enkele voorbeelden werden hoger becijferd.
b) Geen aftrekken mogelijk op deze verworpen uitgave Artikel 207, tweede lid, WIB 92 wordt gewijzigd om in zijn toepassingsveld de verworpen uitgaven vermeld in artikel 198, eerste lid, 9°, WIB 92, in te voegen.
Vervang uw bedrijfswagen door een nieuwe met lagere CO2-uitstoot II. Voordelen auto bij de rechtspersoon
Deze verworpen uitgave wordt dus in elk geval in de belastbare basis van het tijdperk vermeld en kan in geen enkel geval het bedrag aan eventueel over te dragen verliezen verhogen. M.a.w.: deze nieuwe verworpen uitgaven van 17 %, evenwel verminderd met de persoonlijke bijdrage van de genieter, wordt toegevoegd aan het lijstje onderdelen van het fiscaal resultaat waarop geen aftrekken bedoeld in de artikelen 199 tot 206 WIB 92 mogen worden toegepast, en waarop ook geen compensatie met het verlies van het belastbaar tijdperk mag gebeuren.
1. In de vennootschapsbelasting
2. In de rechtspersonenbelasting
a) Algemeen
a) Algemeen
Artikel 198, 1e lid, 9° WIB 92 wijzigt de verworpen uitgaven met betrekking tot de vennootschapsbelasting.
Artikel 223, 1e lid WIB 92 wordt aangevuld. Het bedoelde voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig, bedoeld in artikel 36, § 2 van 17 %, wordt toegevoegd aan de elementen waarop de rechtspersonen belastbaar zijn.
De nieuwe bepaling herstelt artikel 198, 1e lid, 9° WIB 92, om te voorzien in een verworpen uitgave die bestaat uit de kosten van de in artikel 65 WIB 92 bedoelde voertuigen (personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen en zogenaamde ‘valse’ lichte vrachtauto’s) ten belope van 17 pct. van het bedrag van het voordeel alle aard, verbonden aan het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig als bedoeld in artikel 65 WIB 92 door de vennootschap. Het percentage van 17 pct. voor de vaststelling van de verworpen uitgave wordt toegepast op het bedrag van het voordeel, berekend volgens de wettelijke en reglementaire bepalingen die hiervoor van toepassing zijn. De nieuwe bepaling is van toepassing naast de al toegepaste beperking op de met de voertuigen verbonden kosten (art. 66 en 198bis WIB 92).
18
2 012 /1
Enkel de rechtspersonen bedoeld in artikel 220, 1° WIB 92 (Staat, Gewesten, provincies, gemeenten, OCMW, openbare kerkelijke instellingen en de polders en wateringen) ontsnappen aan deze regeling.
b) Tarief Artikel 225, 1e lid, 5° WIB 92 wordt aangepast, zodat in de rechtspersonenbelasting voor de hierboven vermelde rechtspersonen, de aanslagvoet van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid WIB 92 wordt vastgesteld betreffende de 17 % voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig.
FISCALITEIT
3. In de belasting van rechtspersonen van nietinwoners a) Algemeen Artikel 234, 1e lid WIB 92 wordt aangevuld met een nieuwe bepaling onder 6°. Worden bedoeld: alle rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel, hun voornaamste inrichting of hun zetel van bestuur of beheer niet in België hebben en geen onderneming exploiteren of zich niet met verrichtingen van winstgevende aard bezighouden of die zich zonder winstoogmerk uitsluitend bezighouden met: • alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen; • verrichtingen die bestaan uit het beleggen van fondsen ingezameld in het kader van de statutaire opdracht; • verrichtingen die bestaan uit een bedrijvigheid die slechts bijkomstig op nijverheids-, handels- of land-
bouwverrichtingen betrekking heeft of niet volgens nijverheids- of handelsmethoden wordt uitgevoerd. Bedoelde rechtspersonen, niet-inwoners, worden belastbaar voor het in artikel 36, § 2, bedoelde voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig van 17 %.
b) Tarief Artikel 247, 2° WIB 92 wordt vervangen, zodat in de belasting voor niet-inwoners voor de hierboven vermelde rechtspersonen, de aanslagvoet van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid WIB 92, wordt vastgesteld betreffende de 17 % voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig.
•
First Jaarrekeningen Software voor financiële rapporteringsstandaarden WAT KUNT U DOEN MET FIRST PRO ?
Bespaar op de jaarlijkse factuur van uw jaarrekeningenpakket! Als First abonnee betaalt u tot 60 % minder dan uw collega’s voor een ander gelijkaardig commercieel jaarrekeningenpakket.
r volledige en verkorte jaarrekeningen r interface en afdruk van de jaarrekening en de uitgevoerde controles in het Nederlands, in het Frans en in het Engels r afdruk van de jaarrekening in het Duits r digitale en papieren neerlegging r financiële analyse over 5 boekjaren r opleiding (op aanvraag) r volledige support (zowel telefonisch als via e-mail) r verkrijgbaar in netwerkversie
Wenst u meer informatie? Contacteer ons op 03 609 50 59 of via mail@firstsoftware.be of neem een kijkje op www.firstsoftware.be
r extra module geconsolideerde jaarrekening r extra module structuurenquête r extra module vzw-jaarrekening
2 012 /1
19
BEROEP
Een uitmuntend merk Emmanuel Degrève Belastingconsulent Raadslid IAB
Wellicht heeft u onze nieuwe communicatielijn al opgemerkt, die eind vorig jaar via enkele blikvangers werd gelanceerd. Aan de basis hiervan is er de vastberadenheid en de ambitie van de Raad om, in het kader van de kwaliteit waar het beroep voor staat, het merk “accountant” vorm te geven, te ontwikkelen en te laten doordringen in de samenleving en het bedrijfsleven. Na een korte inleiding in de marketing om alles in de juiste context te plaatsen, onthullen wij u onze ambities en verwezenlijkingen opdat u onze aanpak, ons actieplan en de vooropgestelde termijnen zo goed mogelijk kan vatten…
Merken en methoden… Onderzoeken bevestigen wat men met wat gezond verstand al kon raden! Een merk, dat nauw samenhangt met een imago, maakt het mogelijk een product of dienst van andere te onderscheiden, maar de perceptie die ermee samenhangt evolueert en varieert echter enorm. Een merk dat op een bepaald moment, in een bepaalde ruimte en context representatief is voor een bepaald kenmerk, kan onder andere tijds- en plaatsomstandigheden een volledig ander imago uitstralen. Niettegenstaande deze relatieve verschuiving die dus kan optreden, levert de investering in een merkstrategie heel wat voordelen op, onder meer om een vertrouwensrelatie met een cliënt op te bouwen en te versterken. Te hard van stapel lopen houdt echter het risico in dat uitgaven of efficiëntie worden verspild, waardoor het gewenste imago, de bekendheid of het resultaat niet worden bereikt. Een merk, in de ruime betekenis van het woord, staat voor een geheel van betekenissen en percepties, die iemand zich vormt van een product, dienst of
20
2 012 /1
onderneming, waardoor het zich onderscheidt van de concurrentie. Een merk omvat alles waar een onderneming voor staat en is ook de reden waarom die onderneming herkend wordt. De algemene beginselen die gelden voor het introduceren en promoten van het merk van een welbepaald product, zijn ook toepasbaar voor een dienst en, nog ruimer, voor een beroep. In plaats van kwantitatieve en kwalitatieve aanwijzingen en fysieke kenmerken, zoals kleur en vorm, worden waarden, eigenschappen, imago en meer subjectieve gegevens belicht. Gewoonlijk worden twee werkmethoden gecombineerd om een identiteit en imago te introduceren en te promoten, waarbij een strikte planning wordt gehanteerd. Om de huidige situatie in kaart te brengen, wordt een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten, maar ook van de opportuniteiten en bedreigingen uit de (concurrentiële) omgeving. Er wordt op die manier nagegaan hoe het merk wordt gepercipieerd door de cliënten. Dit merkima-
BEROEP
go en de perceptie ervan door de cliënten stuurt hun verwachtingen. Na de analyse is het tijd om tot actie over te gaan: welke factoren zijn belangrijk om bepaalde associaties van het merk te verkrijgen, te behouden, te ontwikkelen en te beheren? In overeenstemming met het gewenste imago, wordt op die manier werk gemaakt van de identiteit van het merk: de bestaansreden en de positionering ervan.
Veel meer dan een cliché: een label, een merk Deze kleine “benchmark”-oefening wordt niet enkel op academisch niveau uitgevoerd, integendeel! Als men een communicatiestrategie wil uitwerken die gericht is op een merk, is het noodzakelijk te weten waarover het gaat. Nog beter is uiteraard precies weten wát men wil doen! Waarom dergelijke aanpak? En waarom net vandaag? Daar kunnen we kort en krachtig over zijn: omdat we geen andere keuze hebben! Hoewel ons beroep al lang bestaat en voordurend evolueert, is het sinds een aantal jaren in een turbulente zone terechtgekomen. De economische, wetgevende, regelgevende, concurrentie- en technologische omgeving en de verwachtingen van onze cliënten zijn volledig gewijzigd. Niemand weet hoe de economische omgeving er de komende jaren zal uitzien. Wie zijn bijvoorbeeld de toekomstige ondernemers? We stellen dus vast dat ons beroep op korte tijd sterker veranderd is dan tijdens de voorgaande jaren. Hoewel sommige veranderingen niet enthousiast worden onthaald of soms vragen oproepen, en evoluties niet altijd een toon-
beeld zijn van vooruitgang of moderniteit, bieden andere veranderingen wel nieuwe mogelijkheden, en verplichten ze ons vooruit te gaan! Het zijn net die veranderingen die we moeten identificeren en bestuderen, aangezien de traditionele opdrachten nog weinig groeiperspectieven inhouden. Deze vaststelling leidt ons meteen tot twee andere vaststellingen: er zijn voldoende objectieve redenen die aantonen dat wij in staat zijn om de huidige en toekomstige uitdagingen aan te gaan. Op één voorwaarde weliswaar: dat wij zoveel mogelijk communiceren en het belang van onze ondersteuning aantonen, dat wij dus de focus leggen op onze specificiteit en de “meerwaarde” van onze functie. Het gaat dus niet om techniek, maar wel om lobbying en imago, en het overbrengen van onze knowhow. Actief het merk “accountant” uitdragen is onontbeerlijk om het beroep kenbaar te maken, de bekendheid te verbeteren en het imago te versterken. De zichtbaarheid van ons beroep vergroten, onze competenties, onze waarden, onze meerwaarde bekendmaken, inzetten op onze verworvenheden, maar ook, zo niet nog meer, nadenken over de verdere ontwikkeling van adviserende opdrachten, veelal met een hoge toegevoegde waarde: daarin moeten we vandaag investeren om onze cliënten van morgen te begeleiden, om op de eerste rij te staan van het dienstenaanbod en er klaar voor te zijn. Op een markt die steeds meer kwaliteit, expertise en reactiviteit eist, is het noodzakelijk om iedereen de middelen te verschaffen om de opportuniteiten te kunnen vatten.
Onze troeven en hun media-aandacht!
Het merk vertegenwoordigt verschillende waarden, waardoor de accountants en belastingconsulenten zich beter kunnen positioneren in de economie
Hoewel ons beroep vooral bekend is om de competentie, en onze activiteit wordt gestuurd door een deontologie, vormen deze factoren op zich niet het bindmiddel van de identiteit. Het voornaamste kenmerk is erg veelzijdig. Hierna volgt een korte, willekeurige opsomming (niet-exhaustief) van een aantal elementen, op basis waarvan we een strategie wensen op te zetten om een merkimago te promoten en een actieplan op te zetten, waarbij tools en middelen worden uitgewerkt om de toekomst van ons beroep succesvol uit te bouwen. Aantrekkelijkheid voor de jongeren. De accountancyopleiding, die garant staat voor werk en toekomst, is aantrekkelijk, toegankelijk en modern. De opleiding stoomt mensen
2 012 /1
21
BEROEP
klaar voor heel wat boekhoudkundige en financiële functies, in een kantoor of onderneming, is heel veelzijdig en biedt heel wat perspectieven. Het speelt ook in op de steeds complexere economie en de nood aan transparantie. Na een uitgebalanceerd opleidingsparcours, biedt een stageperiode van drie jaar de mogelijkheid om praktijkervaring en de nodige maturiteit op te doen. In het hart van de economie. Als voorlichter van de economische toestand, zijn onze tussenkomsten als strateeg en adviseur veelzijdig en bestrijken ze alle sectoren. We dragen onder meer bij tot de bescherming van het algemeen belang in essentiële domeinen als de financiële zekerheid die de ondernemingen versterkt en de interne controle die ze beschermt. Het is daarbij zeker ook belangrijk om te wijzen op de essentiële rol die de economische beroepen uitoefenen, waarbij de accountants en de belastingconsulenten een voortrekkersrol innemen. Burgerzin. Naast legitieme kwesties als de strijd tegen de fiscale en sociale fraude en de verontrustende toename van het aantal faillissementen, is onze capaciteit om belangrijke maatschappelijke dossiers aan te pakken (duurzame ontwikkeling, maatschappelijk verantwoord ondernemen, vereenvoudiging, enz.) nogmaals concreet gebleken door onze specifieke tussenkomsten tijdens de crisis, en dit op het vlak van subsidies, de financiering van kmo’s en ondernemingen in moeilijkheden, door de versterking van hun financiële toestand en de preventieve aanpak van moeilijkheden. Ons beroep is aanwezig tijdens alle levensfasen van een onderneming, en dan vooral tijdens de cruciale fasen, met name de oprichting en de overdracht. Zouden we overdrijven mochten we zeggen dat wij het enige beroep zijn dat in staat is om zowel de zeer kleine als de grote beursgenoteerde ondernemingen te bedienen? Communicatief en confraterneel. Het beroep evolueert, maar de houding van de cliënten evenzeer! Om onze adviesfunctie in de verf te zetten, maar ook om het bij te sturen en de behoeften van onze cliënten in te schatten, brengen wij een allesomvattende en coherente visie tot stand, die de nadruk legt op een transparant en efficiënt dienstenaanbod, wat bijzonder relevant is gezien de huidige evolutie van het accountancyberoep. Interprofessionaliteit maakt het binnen onze kantoren mogelijk om competen-
22
2 012 /1
ties uit te wisselen waardoor groeipotentieel mogelijk is. Ook de geregelde wisselwerking binnen de netwerken en verenigingen over bepaalde technische onderwerpen en tijdbesparende tools die de productiviteit kunnen verhogen, evenals over de normen en voorwaarden betreffende de uitoefening van het beroep, verhogen de kwaliteit van onze beroepsuitoefening en geven ons meer inzicht in het beroep. Het is net via bepaalde uitwisselingen dat synergieën ontstaan, en dat de krijtlijnen van een nieuwe samenwerking, toenadering en partnership kunnen worden uitgetekend.
‘Accountant’ is het enige internationaal erkende merk. Laat ons die kans grijpen!
Bekwaam, onafhankelijk. Ons beroep begeleidt momenteel het merendeel van de economische actoren. De redenen voor dit succes: a) onze bekwaamheid: de talrijke, uiteenlopende en kwalitatieve diensten die wij in de ondernemingen verrichten, dragen bij tot hun dynamiek en tot hun financiële zekerheid. Deze strategische positie is makkelijk te verklaren: wij hebben een grondige kennis van de rekeningen en wij hebben de capaciteit om ze aan niet-ingewijden uit te leggen; b) onze nauwe relatie met de bedrijfsleiders; c) de diversiteit van onze opdrachten en actiedomeinen; d) onze onafhankelijkheid: de inbreng van kapitaal van buiten onze kantoren moet een minderheid blijven en mag niet interfereren met het beleid dat door onze leden moet worden verzekerd. Zoals uit ons recent onderzoek is gebleken, bekleden onze interne leden vaak hoge functies met veel verantwoordelijkheid, en dragen ze vaak bij tot de versterking van de financiële zekerheid. Moeten we daaraan nog toevoegen dat onze cliënten ons onder de arm nemen omdat wij garant staan voor bekwaamheid, en dit door permanente vorming, professionele uitmuntendheid en omdat wij de economische omgeving van
BEROEP
ondernemingen op de voet volgen. Opleiding is de beste investering om te bouwen aan de toekomst van onze kantoren, en de wensen van onze medewerkers in te willigen door tegemoet te komen aan de verwachtingen van onze cliënten, die niet altijd worden uitgesproken.
de communicatie1 en de verplichting tot informatie.2 Reële kansen om onze knowhow te exporteren en kenbaar te maken!
Ons merk is voor elk van ons een opportuniteit
Het komt er dus op neer dat wij, zodra mogelijk, moeten bevestigen dat de accountant de bevoorrechte adviseur is van de bedrijfsleider, die aanwezig is in alle levensfasen van en bij alle beslissingen over de onderneming, van bij de oprichting, het voorkomen van moeilijkheden, tot en met de overdracht. Betrokkenheid. Zoals in heel wat andere aangelegenheden geeft ons beroep momenteel blijk van zijn betrokkenheid bij de ondernemingen inzake een thema dat zowel de economie als het milieu aanbelangt: de elektronische factuur en, meer algemeen, de dematerialisatie van procedures en documenten. De boekhouding en de fiscaliteit die wij beheersen en in de praktijk omzetten, zijn ook bronnen van nieuwe ideeën en voorstellen, kansen om bekommernissen en wensen door te geven van ondernemingen, onze cliënten. Ethiek. Een ethisch beroep als het onze, wordt niet alleen bepaald door regels, plichten en procedures waaraan we ons moeten houden. Onze beroepsethiek is een krachtige deontologie, en biedt een essentieel antwoord wat betreft besef en rechtschapenheid, waarbij wij ons aansluiten. Internationaal en nog concreter: Europees. Hoewel de internationale context de draagwijdte van onze opdrachten beperkt (boekhoudkundige vereenvoudiging, enz.), opent het ook nieuwe uitoefeningsmogelijkheden (interprofessionaliteit, gelijkschakeling van de diploma’s, diensten, openstelling van de kantoren) en beïnvloedt het in grote mate
Drager van waarden. Een vertrouwensband smeden en bedrijfsleiders dagelijks begeleiden, is alleen mogelijk omdat onze beroepsuitoefening gepaard gaat met waarden als bekwaamheid, ethiek en vertrouwen en de constante zorg voor uitmuntendheid en kwaliteit. Immaterieel. De duurzame groei van ondernemingen en organisaties steunt elke dag meer op immaterieel kapitaal, dat centraal staat in de competitiviteit van ondernemingen: cliënteel, relationeel kapitaal, onderzoek en ontwikkeling, innovatie, menselijk kapitaal, netwerkkapitaal, bekendheid en reputatie. Ons beroep trekt voluit de kaart van een vertrouwensrelatie in een transparant kader, onbetwistbare kennis en efficiënte methoden voor de waardering van ondernemingen. Kwaliteit, uithangbord van het beroep. De dagelijkse, systematische, permanent volgehouden kwaliteit van onze diensten, gericht op de “best practices” van ons beroep, onze uitmuntendheid gesteund op de basis- en voorgezette opleiding, staat borg voor onze inzet en de duurzame vestiging van ons merk, waarbij we ons als “topklasse” en “advies met een hoge toegevoegde waarde” positioneren. Dat is veelbelovend en innovatief voor de vestiging van onze reputatie.
2 1
HvJ 5 april 2011. Dit arrest dwingt de vrije beroepen om hun reglementering inzake publiciteit en afwerving te doen evolueren. De referentiepunten zijn de beginselen van de deontologie en van het gemeen recht. Voor een omstandige bespreking, lees S. GHILAIN, Reclame, actieve werving, afwerving en marktpraktijken, A&T 2011/3, p. 5-17.
De Dienstenwet van 26 maart 2010, in werking getreden op 28/12/2009, is de omzetting in het Belgisch recht van Richtlijn 2006/123/ EG van het Europees Parlement en de Raad en legt de titularissen van vrije beroepen de verplichting op om een aantal gegevens ter beschikking te stellen. Voor een uitgebreide commentaar, zie T. VAN WINT, "De Dienstenwet legt de beroepsbeoefenaar nieuwe verplichtingen op", A&T 2011/3, p. 18-20.
2 012 /1
23
BEROEP
Door de invoering van een kwaliteitstoetsing op basis van een norm die de rode draad vormt, door de voorstelling van een handleiding “Organisatie van de kantoren en procedures”, door de terbeschikkingstelling van een reeks tools voor de passende organisatie van de kantoren, ook met betrekking tot de witwaswetgeving, heeft het Instituut elk accountants- en belastingconsulentenkantoor betrokken bij een dynamisch, constant en actief beheer van zijn kwaliteit. Dit betekent uiteraard dat, als wij claimen en bevestigen dat de kwaliteit een onafscheidelijk bestanddeel is van ons beroep, dit ook getoetst moet worden: de stelselmatige invoering van een kwaliteitstoetsing in de kantoren, vanaf 2014, draagt daartoe bij. De komende 7 jaren, waarin een effici-
Ons merk is een immaterieel actief dat onze waarden uitdraagt en ons differentieert door onze kwaliteit
ente en volgehouden kwaliteitstoetsing wordt georganiseerd, bieden de garantie, ook wat imago betreft, van “+ kwaliteit in + kantoren”! Gereglementeerd en vrij. De gereglementeerde vrije beroepen, met het onze op kop, zijn in volle beweging en expansie. Ze zijn zich met name volledig aan het herpositioneren wat betreft de arbeids- en organisatiemethoden en de ontwikkeling van nieuwe tools. Onze prestaties worden, in een klimaat van transparantie en vertrouwen, omkaderd door de strenge plichtenleer, de beroepsverzekering, de verplichting tot permanente vorming en de opdrachtbrief. Technologie. Het hoeft geen betoog meer dat de nieuwe technologie ons dagelijks leven beïnvloedt, zowel privé als
24
2 012 /1
professioneel. Het internet heeft onze levenswijze, onze waarden, zelfs onze verhouding tot de tijd omgegooid. Informatie is voor iedereen, zo goed als in real time, toegankelijk geworden. Ons beroep past zich geleidelijk aan deze omgeving aan. Of het nu gaat om communicatie, informatie of analyse, de opkomst van nieuwe technologieën en het steeds verder doorgedreven gebruik ervan in onze kantoren beïnvloedt de relaties met onze cliënten, waarbij voluit de kaart wordt getrokken van de mobiliteit, de beschikbaarheid en de proactiviteit in het kader van een allesomvattend dienstenaanbod, net als de organisatie van onze kantoren, die ondertussen online en communicatief werken. De mogelijkheden om ons dienstenaanbod te formaliseren, het beheer van de relaties met onze cliënten en het optimaal gebruik van een website, bevordert een duurzame vertrouwensrelatie. Onze elektronische betrekkingen met de overheid versterken een partnership-cultuur en herstellen de vertrouwensrelatie tussen de economische actoren en de administratie.
Een merk van uitmuntendheid. Nu! In een steeds veranderende omgeving zijn een afwachtende houding en stilstand slechte gezellen. Aanpassingsvermogen betekent: elke verandering bestuderen, elke kwestie in het juiste perspectief plaatsen om nieuwe opportuniteiten te ontdekken, een risico- en kanscultuur te ontwikkelen. Door in te zetten op wat we zijn en op de troeven waarover wij beschikken: accountants en belastingconsulenten! De kenmerken van ons beroep die wij u hiervoor (nietexhaustief) voorstelden, vormen het bindmiddel van de identiteit ervan. Het zijn stuk voor stuk kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren in het kader van een communicatiestrategie en een actieplan rond het merk “accountant”. De noodzakelijke discussie op gang brengen over de samenhang tussen identiteit en merk, houdt onvermijdelijk in dat er strategisch wordt nagedacht over de communicatie rond het beroep. Wij hebben heel wat kwaliteiten in huis. Onze deontologie, onze onafhankelijkheid, onze bekwaamheden en onze knowhow boezemen vertrouwen in, onze toelatings- en uitoefeningsvoorwaarden zijn de voornaamste troeven. Het onderwijs brengt goede be-
BEROEP
roepsbeoefenaars voort, en een permanente vorming garandeert hun degelijkheid. Wij eerbiedigen strikt en te allen tijde de beginselen van onafhankelijkheid, objectiviteit, waardigheid, kiesheid, rechtschapenheid en vertrouwelijkheid. Deze grondslagen, die symbool en borg staan voor uitmuntendheid, moeten ons, onder andere, in staat stellen om onze geëigende vakgebieden in te zetten voor de ontwikkeling van nieuwe opdrachten bij de ondernemingen. Wij zijn de eerste partner van de kmo’s en houder van het internationale merk dat de meeste bekendheid geniet als verrichter van de diensten die wij aanbieden. Hoewel welbekend bij degenen die ons kennen, kunnen we moeilijk voorbijgaan aan het voordeel dat een communicatie gebaseerd op ons merk zou kunnen opbrengen, gekoppeld aan de zichtbaarheid en de relevantie van ons imago in onze economische en politieke omgeving. De nieuwe communicatiedynamiek, waarvan het merk “accountant” het epicentrum en de stuwende kracht is, kadert in die doelstelling. Dit nieuwe beleid, gestuurd door de gezamenlijke inspanningen van een nieuwe communicatiecel binnen het Instituut en een professioneel communicatiebureau, wordt strategisch ontwikkeld rond de volgende reflectie- en actiethema’s: 1) de bekendheid van ons beroep uitdragen via het merk, de toegevoegde waarde voor degenen die er een beroep op doen beter in de verf zetten, de informatie over het beroep naar het grote publiek toe verbeteren en de zichtbaarheid van ons beroep vergroten, ons nog meer profileren in onze rol als adviseur in alle levensfasen van de ondernemingen! 2) ons imago opbouwen door het te verbinden met onze waarden, onze houdingen, onze eigen kenmerken en de nagestreefde winstverwachtingen! 3) vertrouwen inboezemen en interesse wekken!
Kwaliteit is meer dan louter een intentieverklaring, of een aankondiging. Als wij claimen en beweren dat kwaliteit een onafscheidelijk bestanddeel is van ons beroep, moeten de juistheid en de noodzaak ervan kunnen worden afgewogen, moet kunnen worden vastgesteld dat die kwaliteit dagelijks wordt geleverd. Met het oog daarop en om het vertrouwen te versterken, was een kwaliteitsgarantie van onze bekwaamheden en onze gedragingen absoluut noodzakelijk. De komende jaren zal de geleidelijke invoering, volgens de in de norm “kwaliteitstoetsing” voorziene regels, het meest gepaste antwoord bieden om de geloofwaardigheid en de sterke en unieke positie van ons beroep in onze economische omgeving te vestigen. Onze ambitie voor de eerste cyclus van onze kwaliteitstoetsing is duidelijk: het globaal niveau van onze beroepsbeoefenaars optillen… Om dit de nodige aandacht te geven, was kwaliteit ook het thema waarrond alles draaide tijdens onze deelname aan de derde editie van het Forum for the Future. Het Instituut was er aanwezig met een nieuwe stand, een verklarende brochure en een 10-stappenplan voor 2012, waarbij de nodige aandacht werd besteed aan de dagelijkse uitoefening van ons professioneel parcours. Het bood de gelegenheid om kennis te maken met de nieuwe communicatiestijl, die in de loop van het jaar verder zal worden uitgewerkt met een nieuw e-zine, vernieuwd jaarverslag, jongerenplan… Ons merk, dat ons beroep de nodige waardering kan opleveren en dat de jongeren aantrekt, is voor elk van ons een opportuniteit!
•
2 012 /1
25
26
2 012 /1
FISCALITEIT
Geheime commissielonen: administratieve instructie versoepeld, maar alle problemen nog niet van de baan 1
Bart Coopman Fiscaal advocaat
In een interne instructie van 27 juli 2011 werd de fiscale controlediensten opgedragen om artikel 219 van het WIB 92 strikt toe te passen als zij een voordeel van alle aard ontdekken dat niet is gerapporteerd op individuele fiches of samenvattende opgaven en de genieter die voordelen niet tijdig in zijn aangifte in de personenbelasting heeft vermeld. De in het verleden gedoogde praktijk die erin bestond dat na controle het voordeel alsnog met personenbelasting werd belast, of geboekt werd op het debet van de rekening-courant, heeft daarmee volledig afgedaan. Dat stuitte op heel wat kritiek2 en heeft uiteraard ook grote ongerustheid veroorzaakt bij ondernemingen en leden van de economische beroepen, vooral met betrekking tot dossiers waarbij de goede trouw van de betrokken belastingplichtige niet ter discussie staat. In het najaar van 2011 heeft het IAB in dat verband de fiscale administratie geïnformeerd over de ongerustheid van zijn leden.
Met een circulaire van 16 december 20113 is op het eerste gezicht het standpunt van de administratie versoepeld. Er komt een overgangsperiode tot midden 2012, en de fiscus
1
krijgt meer ruimte om rekening te houden met de goede trouw van de belastingplichtige en met gevallen waarin een “redelijk verschil in interpretatie” mogelijk is over de belastbaarheid van sociale voordelen. Maar er blijven problemen. Zo houdt de fiscus geen rekening met de praktische consequenties van het feit dat de bijzondere aanslag een ‘strafsanctie’ kan zijn.
Dit artikel is een geactualiseerde versie van de tekst verschenen in
Fiscale Actualiteit nr. 1, jaargang 31, uitgave Kluwer. 2
B. COOPMAN en K. BOLLEN, “Wat is houdbaarheidsdatum van
verstrengd standpunt fiscus over geheime commissielonen?”, Fisc. Act. 2011, 35/1. 3
Nr. CiRH.421/605.074 – een addendum aan circ. nr. CiRH.421/605.074
van 1 december 2010, die een stand van zaken gaf over art. 219.
2 012 /1
27
FISCALITEIT
Eerst de overgangsmaatregel. Volgens het addendum blijft er nog ruimte om de bijzondere aanslag achterwege te laten en te regulariseren door een aanslag in de personenbelasting of via debitering van een rekening-courant, als het gaat om een controle die is aangevat vóór 1 juli 2012 en natuurlijk op voorwaarde dat het niet op fiche vermelde voordeel effectief belast kan worden bij de begunstigde. Voor controles die aangevat worden ná 30 juni 2012 moeten de bepalingen inzake de afzonderlijke aanslag in al hun gestrengheid worden nageleefd als er geen fiche opgesteld is binnen de vereiste termijn. De fiscus heeft het na de overgangsperiode zeker niet begrepen op wie bewust speculeert op soepelheid van de fiscus: “De houding waarbij opzettelijk geen fiches en samenvattende opgaven worden gemaakt zoals door de wet opgelegd, en de fiscale controle wordt afgewacht om alsdan het bedrag dat op de voorgeschreven wijze had moeten worden vermeld, op de rekening-courant van de genieter van het voordeel in te schrijven, kan niet worden aanvaard”.
Alleen “goede trouw” en een “redelijk verschil in interpretatie “ zullen nog een excuus zijn Er wordt een nieuwe administratieve soepelheid in de administratieve commentaar op artikel 219 opgenomen: de fiscus zal mogen afzien van de aanslag geheime commissielonen als er een “redelijk verschil in interpretatie” mogelijk is van de bepalingen met betrekking tot sociale of culturele voordelen (zoals bedoeld in art. 38 § 1, eerste lid, 11° en 25° WIB 92), en uiteraard op voorwaarde dat die bedragen bij de genieters binnen de wettelijke termijnen worden belast. Die soepelheid is in dat geval volgens ons niet meer dan logisch, want de grens tussen een vrijgesteld sociaal voordeel en een belastbaar inkomen is soms moeilijk te trekken. Spectaculair is dit dus niet. Belangrijker lijkt een verwijzing in het addendum naar de “goede trouw”. In het bijzonder met het oog op het vermijden van een toename van de administratieve en gerechtelijke geschillen, zal in de toekomst nog rekening worden gehouden met de “goede trouw“ van de belastingplichtige die iets uit het oog zou hebben verloren of een fout zou hebben begaan, met het uitzonderlijke karakter van de nietaangifte, met het relatieve belang van de fout van de belas-
De minnelijke schikking in fiscale zaken Bart Coopman (ed.) en Koen Hens De gerechtelijke achterstand is een kwaal waar Justitie al geruime tijd mee te kampen heeft, vooral wat betreft strafzaken in de financiële en fiscale sfeer. De wetgever heeft nu getracht daaraan een mouw te passen door een ultieme uitbreiding van het toepassingsgebied van de minnelijke schikking bij de wet van 14 april 2011.
· · · · · ·
De figuur van de minnelijke schikking, waarbij het Openbaar Ministerie aan de dader een verval van strafvordering voorstelt in ruil voor het betalen van een geldsom, wordt in dit boek in al haar details uitgelegd en besproken. Zo komt aan bod wat de voorwaarden en de gevolgen zijn van het voorstellen, het aanvaarden en het uitvoeren van een minnelijke schikking, wat de gevolgen zijn wanneer zij niet of gebrekkig werd uitgevoerd of wanneer zij werd voorgesteld buiten de wettelijke voorwaarden, wat de tussenkomst van de rechter inhoudt, hoe zij zich verhoudt tot artikel 6 EVRM, wat zij betekent in het kader van het non bis in idem-beginsel en wordt ze vergeleken met een aantal binnenlandse en buitenlandse mogelijkheden tot minnelijke regeling en beëindiging van de strafvordering. Daarnaast wordt in het bijzonder stilgestaan bij de modaliteiten van het akkoord dat ook met de fiscus zal moeten worden gezocht. Welke aanslagtermijnen zijn van toepassing? Welke boetes of belastingverhogingen kan de fiscus opleggen? Kan hij bijkomend onderzoek doen? Wat met de aanslag geheime commissielonen? En zoveel meer.
Reeks Fiscale topics 2012 ISBN 978-94-000-0265-4 Paperback | xiv + 237 blz. 95 euro Reeksprijs: 66,50 euro
Dit boek wenst een handleiding te zijn voor rechtspractici die in hun dagelijkse praktijk met de minnelijke schikking en met onderhandelingen met fiscus of parket te maken krijgen. Met voorwoord van minister van Financiën Steven Vanackere.
Groenstraat 31 2640 Mortsel - België
28
2 012 /1
T +32 3 680 15 50 F +32 3 658 71 21
[email protected] www.intersentia.be
FISCALITEIT
Om dat tarief te verantwoorden, had de minister vroeger gesteld dat om een aangegeven vergoeding van netto 100 te betalen, de onderneming in totaal ongeveer 390 EUR moest uitgeven. Het tarief van 300 % is dan zo bepaald dat het onder geen beding voor de vennootschap voordeliger zou zijn om de commissielonen aan de afzonderlijke aanslag te onderwerpen in plaats van te laten belasten in hoofde van de verkrijger.
tingplichtige, met name in vergelijking met dat van de andere fiscale verplichtingen waaraan hij wel heeft voldaan, enz. Ook blijft enige soepelheid mogelijk voor een eenmalige overtreding of bij geringe bedragen. Of de meeste controlediensten het addendum op dit punt met de nodige welwillendheid ten uitvoer zullen willen brengen, valt nog af te wachten. Zal men in veel gevallen de goede trouw van de belastingplichtige willen aanvaarden? Onzes inziens zullen de dossiers waar overijverige ambtenaren de nieuwe richtlijnen al te letterlijk zullen willen toepassen, nog een probleem blijven. In geval van een ‘verdoken meeromzet’ of de uitbetaling van ordinaire ‘zwarte lonen’ of de inboeking van valse facturen kan een belastingambtenaar uiteraard strikt gezien niets verweten worden als hij de “goede trouw” niet wil aannemen. De vraag is dan of de overgangsperiode tot juli 2012 voor die dossiers voldoende is om een aantal bezwaren te counteren.
Vergoedt de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen van 300 % werkelijk meer dan louter het verlies aan belastingen? Zoals geweten is in rechtspraak en rechtsleer reeds enigetijd de vraag aan de orde of een aanslag van 309 % vanwege zijn onproportioneel lijkend tarief geen strafkarakter heeft.
Inmiddels is dat minstens achterhaald. Het hoogste tarief van de personenbelasting is gedaald naar 50 % en in de personenbelasting is ook de aanvullende crisisbijdrage afgeschaft. JANSEN toont aan dat met de huidige tarieven blijkt dat om dezelfde vergoeding van 100 te betalen, de onderneming slechts 330,64 EUR moet uitgeven.4 Dit betekent dat een tarief van max. 230,64 % in de huidige situatie een ‘logisch’ tarief voor de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen zou zijn. SPAGNOLI gaat zelfs nog verder als hij stelt dat deze redenering te kort door de bocht gaat. Er moet bij élke toekenning zonder naleving van de ficheverplichtingen in functie van de omstandigheden – en met name de aard van de toekenning en de fiscale gevolgen daarvan – worden beoordeeld of er effectief sprake kan zijn van een vergoedend effect.5 Om uit te maken of men te maken heeft met een strafsanctie zoals bedoeld in artikel 6 EVRM, heeft het Europees Hof van de Rechten van de Mens drie criteria aangenomen6: de vraag of in het juridische stelsel de sanctie behoort tot het strafrecht, de werkelijke aard van de overtreding en de zwaarte van de sanctie die kan worden opgelegd. De bijzondere aanslag van artikel 219 WIB 92 is naar intern Belgisch recht uiteraard geen strafsanctie, maar een louter fiscale heffing. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2010 nochtans dat een naar nationaal recht louter fiscale heffing als een strafrechtelijke sanctie kan worden beschouwd, gelet op de algemene draagwijdte van de relevante bepaling en meer in het bijzonder op de verdrievoudiging van de heffing.7
4
T. JANSEN, “Is bijzondere aanslag dan toch straf?, Fisc. Act. 2011,
nr. 40, 5. 5
K. SPAGNOLI, “De aanslag geheime commissielonen is niet
vergoedend. Zelfs niet deels”, T.F.R. 2011, nr. 412, 939. 6
Zie o.m. EHRM 25 november 2008, Oral t. Turkije, http://echr.coe.
int/echr. 7
EHRM, Ruotsalainen t. Finland, F.J.F. 2010, 126.
2 012 /1
29
FISCALITEIT
Het Hof van Cassatie stelde in een arrest van 10 september 2010 dat “in zoverre de bijzondere aanslag in de geheime commissielonen er toe strekt het verlies van de belasting en de sociale bijdragen te vergoeden”, zij geen strafrechtelijk karakter heeft en artikel 6 EVRM dan ook niet van toepassing is.8 Het Hof poneerde dus niet zonder meer dat artikel 6 EVRM geen toepassing kan vinden op de bijzondere aanslag op geheime commissielonen. Men kan het arrest immers in die zin interpreteren dat de bijzondere aanslag dan wél een strafsanctie uitmaakt, minstens in de mate dat deze aanslag verder reikt dan het vergoeden van het verlies van de belasting en sociale bijdragen. De hoven van beroep lijken dit standpunt recentelijk te aanvaarden. Zo oordeelde het Hof van Beroep te Brussel dat de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen naast een vergoedend karakter, ook een strafrechtelijk karakter in de zin van artikel 6 van het EVRM bezit.9 In een binnenkort in T.F.R te publiceren arrest van 4 oktober 2011 van het Gentse Hof van Beroep stelt het Hof dat de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen een strafrechtelijk karakter heeft in die mate dat de aanslag naast het herstel van het verlies aan belastingen en sociale bijdragen ook als doel heeft fiscale fraude te ontraden.
Het geheel of gedeeltelijk strafkarakter van de aanslag heeft een aantal consequenties Uit artikel 6, § 1 van het EVRM en artikel 14, 3°, g van het Verdrag inzake de Burgerrechten en Politieke rechten volgt bijvoorbeeld een zwijgrecht dat weliswaar niet absoluut is, maar niettemin bestaat.10 De fiscus is verplicht om de belastingplichtige loyaal en tijdig op dat zwijgrecht te wijzen zodra de dreiging van de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen imminent is (de cautieverplichting). In de circulaire of het addendum is daar niets over terug te vinden. Tot de waarborgen van artikel 6 van het EVRM behoort voorts de zekerheid een beroep te kunnen doen op een onafhankelijke en onpartijdige rechter. De belastingplichtige
heeft het recht op een rechter met volle rechtsmacht die over de mogelijkheid beschikt de aanslag geheime commissielonen in voorkomend geval te matigen11 of zelfs kwijt te schelden12, of die de aanslag kan vernietigen bij schending van een mensenrechtelijke waarborg.
Is de straffe aanslag van 309 % een straf?
De rechter moet minstens over dezelfde appreciatiebevoegdheid kunnen beschikken als de administratieve overheid die de sanctie oplegt. Het hof van beroep te Brussel heeft met een reeds hoger geciteerd arrest van 19 januari 2011 geoordeeld dat als de gewestelijke directeur in verband met een deel van de betrokken bedragen gebruik gemaakt had van zijn bevoegdheid om de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen niet toe te passen, het hof dus ook over de bevoegdheid beschikt om de bijzondere aanslag, die de rest van het bedrag treft, met dezelfde motivering op te heffen. Gelet op die gerechtelijke waarborgen, riskeert de fiscus dus nog steeds dat belastingplichtigen de gerechtelijke weg zullen willen bewandelen als er, na juli 2012, van de zijde van de fiscus te weinig vergevingsgezindheid aan de dag wordt gelegd. Ook de – nu beperkte – retroactiviteit van de administratieve instructies is controversieel. Een al te strikte toepassing van artikel 219 van het WIB 92 zonder overgangsperiode strookt niet met het vertrouwensbeginsel.13 Accountants en belastingconsulenten hebben onvoldoende de gelegenheid gehad om hun cliënten voor te bereiden op de verstrengde toepassing van de bijzondere aanslag. Dat in het addendum nu in een overgangsperiode is voorzien, lost dat probleem slechts
8
Cass. 10 september 2010, F.J.F. 2011, afl. 3, 278.
9
Brussel 19 januari 2011, rolnr. 1998/FR/83, www.fiscalnet.be.
11
EHRM, Belilos t. Zwitserland, EHCR 1988, Serie A, Vol. 132.
10
B. COOPMAN en S. VANCOLEN, “Mensenrechten en indirecte
12
Cass. 15 oktober 2010, www.cass.be; Rb. Namen 24 februari 2010,
belastingen” in L. MAES e.a. (eds.), Fiscaal Praktijkboek indirecte
FJF 2010, 286.
belastingen 2009-2010, Mechelen, Kluwer, 2009, 44.
13
30
2 012 /1
B. COOPMAN en K. BOLLEN, l.c., 35/1.
FISCALITEIT
gedeeltelijk op. De overgangsperiode wordt immers gekoppeld aan de datum van de controle. Een controle van ná juli 2012 kan echter perfect betrekking hebben op een belastbaar tijdperk dat is verbonden aan bijvoorbeeld de jaren 2005 of 2006, toen er nog geen sprake was van die stringente voorschriften en van de onmogelijkheid om nog te regulariseren ter gelegenheid van een controle. Dat de fiches toen niet zijn opgesteld en dat daarvoor automatisch een sanctie van 309 % zou worden opgelegd, was dus niet voorzienbaar. Over de eventuele schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel is evenmin alles gezegd. De belastingadministratie mag de bijzondere aanslag van artikel 219 WIB 92 niet dermate strikt opleggen, dat dit ertoe leidt dat een persoon die voor de correctionele rechtbank wordt gedagvaard meer rechtsbescherming geniet dan de persoon die voor de fiscale rechtbank moet opkomen tegen de beslissing waarbij hem de aanslag op de geheime commissielonen wordt op-
gelegd. Zo heeft een verdachte voor de correctionele rechtbank de mogelijkheid een minnelijke schikking aan te gaan, heeft hij recht op het voordeel van de individualisering van zijn straf, in de vorm van een eventueel uitstel ervan, etc. Tot slot is ook het legaliteitsbeginsel eventueel miskend. Als de aanslag op de geheime commissielonen (gedeeltelijk) een strafsanctie is, geldt het (strafrechtelijke) legaliteitsbeginsel (art. 7 EVRM en art. 14 Gw.): niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten dat geen strafbaar feit uitmaakt op het moment van dat handelen. Welnu, die wet bestaat natuurlijk wel al een tijd maar in de praktijk werd ze soepel toegepast in die zin dat een regularisatie tot vorig jaar of ondertussen tot juli 2012 mogelijk bleef. De in het verleden toegestane maar nu, althans na juli 2012, geweigerde mildering via een debitering op de rekening-courant of regularisatie via de personenbelasting, strookt niet met het legaliteitsbeginsel dat onder meer inhoudt dat de strafmaat
2 012 /1
31
FISCALITEIT
niet zomaar retroactief kan worden gewijzigd: altijd moet de “mildste” strafwet worden toegepast. Concreet: een overtreding van vóór juli 2012 – of toch zeker vóór 27 juli 2011 – is begaan op een moment dat nog minder strenge richtlijnen golden en dus moet de ‘straf’ onzes inziens worden toegepast aan de hand van die oude richtlijnen. Het legaliteitsbeginsel wordt voorts alleen gerespecteerd indien de belastingplichtige op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of welbepaalde handelingen of verzuimen de bijzondere aanslag op de geheime commissielonen met zich kunnen meebrengen. De richtlijnen omtrent de rapporteringsverplichting op fiches zijn evenwel volgens sommigen niet altijd even helder.14 Zolang dit in voorkomend geval niet wordt bijgestuurd, dient de boeking op het debet van de rekening-courant ook voor de komende jaren toegelaten te worden.
Een besluit? Volgens ons kan het addendum van 16 december 2011, zoals de minister van Financiën schrijft te verhopen, het aantal gerechtelijke geschillen alleen doen afnemen als de fiscus bereid is heel ruimdenkend om te springen met de notie ‘goede trouw’. Bij de toepassing van de circulaires dient de administratie bovendien in het achterhoofd te houden dat de bijzondere aanslag gedeeltelijk een strafsanctie in de zin van artikel 6 EVRM uitmaakt. Eens de overgangsperiode medio 2012 verstreken is, zal de attitude van de fiscale ambtenaren immers een grote rol spelen wat betreft de toevlucht tot de rechter door de belastingplichtige. Als een ambtenaar meent dat hij overeenkomstig de administratieve circulaires de bijzondere aanslag moet opleggen, heeft de belastingplichtige recht op een rechter met volle rechtsmacht die deze aanslag a posteriori kan matigen of zelfs kwijtschelden.
•
14
J. VAN DYCK, “Individuele loonfiches. Dringend nood aan heldere
richtlijnen”, Trends 20 oktober 2011, 67.
32
2 012 /1
TRENDS
Ratingbureaus: de echte leiders van Europa? Amid Faljaoui1 Belastingconsulent
De ratingbureaus zijn momenteel de echte heersers over de eurozone. Zij beslissen over de begrotingsprogramma’s van de regeringen en zij hebben in zekere zin de sleutels van Europa aan Angela Merkel overhandigd. Een kort overzicht van deze toch wel speciale bureaus.
Flashback: op vrijdag 13 januari ontsnapt België aan de banbliksems van Standard & Poor’s (S&P), dat beslist om de rating van negen van de zeventien landen uit de eurozone te verlagen. Ons land behoudt nipt zijn rating, die, weliswaar, op 25 november 2011 al was verlaagd en een negatief vooruitzicht had gekregen. Een paar dagen later dreigt ratingbureau Fitch met een verlaging van de rating van verscheidene landen van de eurozone tegen eind januari, waaronder de Italiaanse die met twee punten werd teruggezet. Ook België staat op de lijst. Een dreigement dat Fitch uiteindelijk uitvoert: op vrijdag 27 januari verlaagt de kredietbeoordelaar de rating van vijf landen uit de eurozone, waaronder die van België, die terugvalt van AA+ tot AA.
1
Toenemende tekenen van vertrouwen? Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën (CD&V) stond niet versteld van de verlaging van de kredietwaardigheid van België, die Fitch op 27 januari afkondigde. Hij meende er zelfs iets positiefs in te zien, verklaarde hij voor de camera’s van de VRT. “Fitch deed gewoon wat Standard & Poor’s en Moody’s vroeger al deden”, meende Steven Vanackere. Hij merkte wel op dat het gebeurde op een moment waarop het vertrouwen van de Belgische markten “net geweldig aan het herstellen was”. “Fitch Ratings denkt dat België in 2012 de begrotingsnorm zal halen”, voegde onze nationale schatbewaarder daaraan toe: “Het is toch een teken dat het vertrouwen herstelt, vergeleken met de periode vóór de vorming van de nieuwe regering”.
Met dank aan Reuters.
2 012 /1
33
TRENDS
De verlaging van de Belgische kredietwaardigheid die Fitch afkondigde “toont aan dat er meer hervormingen nodig zijn, niet alleen in Europa, maar ook in België” verklaarde Vincent Van Quickenborne (Open vld), eveneens viceeersteminister, voor de camera’s van Terzake (VRT). “We moeten de weg van de orthodoxie blijven volgen”, voegde hij eraan toe. De heer Van Quickenborne onderstreepte tevens de noodzaak om de groei te stimuleren met structurele hervormingen van de arbeidsmarkt, maar ook op het gebied van de pensioenen.
Opnieuw lagere beoordeling voor België? Op 13 januari ll. heeft S&P België dus ontzien, maar aan zijn beoordeling wel een negatief vooruitzicht gekoppeld. Volgens S&P is de reële kans op een verlaging dus één op drie. Een nieuwe verlaging kan eraan komen als de Belgische overheidsschuld boven de 100 % van het bbp zou uitkomen, bijvoorbeeld wegens een lagere groei.
Financieel zou Duitsland zijn positie nog kunnen verbeteren: de beleggers zouden alleen nog massaal de Duitse schuld moeten opkopen. Het fenomeen dat sinds januari 2012 wordt ontwaard, met name de uitgifte van schatkistbons op 6 maanden met een negatieve rente (!) – met andere woorden dat sommige beleggers bereid zijn om te betalen om de zekerheid van het Duits staatspapier te verkrijgen – zou zich dus nog kunnen voordoen. Ook het politieke gewicht van Duitsland zal toenemen. Frankrijk zal het steeds moeilijker krijgen om gewicht in de schaal te werpen met een bondsrepubliek die in de eurozone de sleutels van het vertrouwen in bezit heeft. Dat zal zich snel laten voelen in de onderhandelingen over de herziening van de verdragen, die in maart afgerond zouden moeten zijn. De pogingen tot versoepeling van verscheidene Europese landen zullen door Berlijn ongetwijfeld worden afgewimpeld.
In 2010 bedroeg de schuld nog 96,6 % van het BBP, 0,4 % meer dan in 2009. De tendens is dus dat de staatsschuld daalt… ook al moeten we toegeven dat ze vóór de crisis 84 % van het BBP bedroeg. Tegen 138 % in 1993, voor alle duidelijkheid.
Blijft de vraag of de bevestiging van de heerschappij van de bondsrepubliek in de eurozone voor Duitsland zelf heuglijk nieuws is. Want als de crisis verergert, staat het land in de frontlinie. Alleen Duitsland is in staat om geld te vinden om een nieuwe koortsopstoot in te dijken. Want, ondanks een overheidstekort van niet meer dan 1 % van het bbp en een grenzeloos vertrouwen van de markten, kan Berlijn niet alles alleen klaren. De Duitse overheden maken zich veel zorgen over het grondwettelijk doel van de vermindering van de tekorten en over de vertraging van de groei in de BRD en ze lijken, bijvoorbeeld, niet bereid om het Europees Noodfonds te versterken zodat het zijn AAA-rating kan behouden.
Merkel, grote winnares?
Waarom zoveel afkeer?
Duitsland komt, op het eerste gezicht, als grote winnaar uit deze nieuwe algemene herziening van de ratings door S&P. Het is momenteel het enige land uit de eurozone dat zijn AAA-rating met een stabiel vooruitzicht kan bewaren. In feite werd slechts officieel bevestigd wat al lang geweten was: de bondsrepubliek is de rots in de branding van de economische en monetaire unie.
Hoewel de ratingbureaus duidelijk heel veel macht hebben, wordt die macht toch regelmatig betwist. En dit, zoals het Frans economisch dagblad Les Echos duidelijk analyseerde, op basis van 3 steeds terugkerende kritieken: de onafhankelijkheid, de betrouwbaarheid en het verergerende aspect van de crisis!
“Anderzijds zouden de ratings het huidige niveau kunnen aanhouden, als we zien dat de regering bij machte is om de stijging van de schuld ongeveer op het huidige niveau te behouden”, vervolgde S&P, waarbij gepreciseerd werd dat de Belgische overheidsschuld in 2011 op 94 % van het bbp werd geraamd.
34
2 012 /1
TRENDS
Primo: ze zijn niet onafhankelijk! Dat is veruit de zwaarste kritiek op de “big three”” (SS&P, Moody’s en Fitch Ratings). De ratingbureaus, die 100 % betaald worden door de entiteiten die ze beoordelen, ontsnappen niet aan het risico op belangenvermenging. Dat kwam duidelijk aan het licht in de maanden na het barsten van de kredietbubbel in de Verenigde Staten. De kredietbeoordelaars betoonden zich zeer mild voor tal van gestructureerde producten, terwijl veel componenten ervan ernstig aangetast waren door de subprimecrisis. En die welwillendheid werd geïnterpreteerd als een vorm van verstandhouding tussen de ratingbureaus en de investeringsbanken, de belangrijkste emittenten en consumenten van dit type van financiële derivaten, vóór de val van Lehman Brothers.
Secundo: ze zijn niet betrouwbaar! In Frankrijk, bijvoorbeeld, heeft S&P al meer dan twee maanden de schimpnaam “Standard & Bourde” (Standard en Blunder), sinds de kredietbeoordelaar per vergissing een waarschuwing de wereld instuurde waarin sprake was van een ratingverlaging van Frankrijk. Dit genre van kwetsende uitlatingen is geen nieuws voor de ratingbureaus. Kroniekschrijvers of politici durven ook al eens wijzen op hun tijdelijke blindheid tijdens de maanden vóór de finan-
ciële crisis van 2008. Noch hun economische prognoses, noch hun beoordeling van de toen al vergiftigde financiële producten lieten de sinds 2007 heersende financiële paniek voorvoelen. Het lastige rapport van het Amerikaans Congres over de oorzaken van de financiële crisis stelt hen medeverantwoordelijk voor de verspreiding van die giftige producten. En ook de financiële kwetsbaarheid van Griekenland, waar heel Europa nu mee begaan is, zagen de ratingbureaus pas veel te laat aankomen.
Tertio: ze zijn procyclisch! In plaats van de markten voor te lichten, zouden de ratingbureaus de paniekreacties van de beleggers versterken door in te spelen op de kuddegeest van de beleggers. Die klacht werd bij het begin van de budgettaire crisis van Griekenland gehoord, toen de kalender waarmee de waardeverlagingen van Griekenland werd aangekondigd, de indruk gaf de immense rentestijging van de Griekse obligaties op de beurs te volgen. Een procyclisch effect, nog vertienvoudigd door sommige reglementeringen, die de inaanmerkingneming van credit ratings opleggen om de risicograad van de financiële activa in de balansen te bepalen. De Europese autoriteiten doen er momenteel alles aan om verwijzingen naar die credit ratings zo veel mogelijk te vermijden.
•
2 012 /1
35
IAB
IAB in ’t kort In deze rubriek vindt u de nevenactiviteiten waaraan het IAB heeft deelgenomen.
Oktober 2011 • 03/10: Gezamenlijke Raadsvergadering IAB-IBR, Brussel • 11/10: FEE Tax Day 2011, Brussel Interview met professor De Grauwe, Brussel • 13-14/10: Congres van de Franse Ordre des Experts-comptables, Marseille • 24/10: Juristenbeurs, Leuven • 26/10: Beurs ‘Zelfstandig ondernemen op een kruispunt’ in samenwerking met Unizo, Berchem • 27/10: Overleg ‘elektronische facturatie’ met het kabinet van staatssecretaris Clerfayt, Brussel
November 2011 • 08/11: Overleg ‘elektronische facturatie’ met het kabinet van staatssecretaris Clerfayt, Brussel • 10/11: Belgisch-Nederlandse gespreksgroep, Amsterdam Agora “elektronische facturatie” in het kader van Forum for the Future, Brussel • 29/11: The European Conference on Tax Advisers’ Professional Affairs – CFE, Brussel
December 2011 • 01/12: Forum for the Future, Brussel • 07/12: Interinstitutencomité, Brussel • 13/12: Dag van de CBN, Brussel
Wetgeving Oktober 2011 • Koninklijk besluit van 26 september 2011 tot aanvulling van artikel 133 van het KB/WIB 92 betreffende de onroerende goederen die in onverdeeldheid toebehoren aan meerdere eigenaars (BS 04/10/2011)
November 2011 • Koninklijk besluit van 3 maart 2011 tot wijziging, wat de vennootschapsformulieren betreft, van het koninklijk besluit van
36
2 012 /1
30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (BS 07/11/2011) • Wet van 7 november 2011 houdende fiscale en diverse bepalingen (BS 10/11/2011) • Koninklijk besluit van 7 november 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (BS 21/11/2011) • Wet van 7 november 2011 tot wijziging van het Wetboek van
vennootschappen wat betreft de aandelengerelateerde verloning van niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen (BS 23/11/2011)
December 2011 • Koninklijk besluit van 5 december 2011 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het KB/WIB 92 (BS 12/12/2011)
IAB
IAB-info flashback De hot topics uit de actua-rubriek van de website www.iec-iab.be.
Renaissance Building • Presentaties Forum for the Future nu beschikbaar! – 29/12/2011 • Nieuwjaarswensen – 27/12/2011 • Bijzondere aanslag van 309 % op geheime commissielonen… – 13/12/2011 • De belangrijkste maatregelen uit de begroting 2012 en de fiscale maatregelen! – 02/12/2011 • Toezicht op permanente vorming: de Raad stelt tuchtrechtelijke vervolgingen in – 24/11/2011 • Nieuwe elektronische toepassing om mandaten Tax-on-web aan te maken! – 02/11/2011 • IAB aanwezig op de juristenbeurs in het kader van professionele mobiliteit – 18/10/2011
Heet van de naald • CFE European Tax Report – November 2011 – 16/12/2011 • Bekendmakingskosten voor vennootschaps- en vzw-akten geïndexeerd – 16/12/2011 • Fiches 281.50 voor commissies, makelaarslonen enz.: jaarlijks bericht aan de werkgevers in het Belgisch Staatsblad – 16/12/2011 • Balanscentrale publiceert nieuwe modellen voor neerlegging jaarrekening – 14/12/2011 • Verwerking van herstructureringskosten in de jaarrekening – 14/12/2011 • Vereenvoudigd derdenbeslag als woonplaats belastingplichtige niet is gekend – 13/12/2011 • Boekhoudkundige verwerking van factoringovereenkomsten – 13/12/2011 • Recente rechtspraak over kosten van onthaal en publiciteitskosten: administratie preciseert – 07/12/2011
• Boekhoudkundige verwerking van de kmo-portefeuille – 06/12/2011 • Openbaarmakingskosten voor jaarrekening vzw geïndexeerd – 02/12/2011 • Kosten voor openbaarmaking jaarrekening geïndexeerd – 02/12/2011 • Nieuwe begrotingsmaatregelen voor propere wagens en energiebesparende uitgaven – 02/12/2011 • België moet van Europa einde maken aan zwaardere belasting van bepaalde roerende inkomsten – 30/11/2011 • Vereffening van de vennootschap: bewaring van boeken en bewaringsstukken – 29/11/2011 • Partiële splitsing boekhoudkundig verwerkt volgens continuïteitsbeginsel – 23/11/2011 • Algemene vergadering moet variabele vergoeding van alle nietuitvoerende bestuurders goedkeuren – 23/11/2011 • Jaarrekeningen ondernemingen: minder verplichte informatie in toelichting – 22/11/2011 • De boekhoudkundige verwerking van de renteswap – 18/11/2011 • De boekhoudkundige verwerking van interestopbrengsten en -kosten door erkende kredietmaatschappijen in Vlaanderen – 18/11/2011 • CBN-advies: verbonden ondernemingen – 18/11/2011 • ‘Wet houdende fiscale en diverse bepalingen’ gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad – 10/11/2011 • Formulieren voor inschrijving vennootschap gewijzigd – 09/11/2011
• Boekhoudkundige verwerking van “onderzoeksfondsen” in de jaarrekening van grote en zeer grote verenigingen en stichtingen – 31/10/2011 • Nieuwe richtlijn over aftrek btw-kosten voor bedrijfswagens – 28/10/2011 • CBN-advies: De boekhoudkundige verwerking van derdenrekeningen – 07/10/2011 • CBN-advies: Waardeverminderingen op handelsvorderingen, gedekt door een kredietverzekering – 07/10/2011 • Specifieke regels voor inkohiering onroerende voorheffing bij onverdeeldheid – 04/10/2011
Ten Gronde • Tien dringende aandachtspunten n.a.v. het regeerakkoord – 14/12/2011 • Zet uw effecten aan toonder om vóór 31/12 – 14/12/2011 • De antiwitwaswetgeving nader toegelicht door (en voor) de economische beroepen – 23/11/2011 • Managementvergoedingen, bestuurdersbezoldigingen en tantièmes – 16/11/2011 • Nieuwe Vlaamse regeling voor overdracht familiebedrijven: vrijstelling schenkingsrechten vervangt vrijstelling successierechten – 09/11/2011 • Kapitaalvermindering: boekhoudkundige en fiscale aandachtspunten – 26/10/2011 • Elektronische facturen – 26/10/2011 • Verhuur cliënteel na stopzetting is simulatie – 05/10/2011
2 012 /1
37
VA K L I T E R AT U U R
BTW plaatsbepaling van diensten / I. Massin Biblo, 2011, 260 p. Het boek bevat vijf delen. Het eerste deel geeft een gedetailleerd overzicht van de nieuwe btw-plaatsbepalingsregels. Eerst in een B2B-context, daarna in een B2Ccontext, en ter afronding enkele bijzondere situaties. Het tweede deel focust op de vraag ‘wie’ de btw moet voldoen en, in het kielzog daarvan, op de gewijzigde regeling omtrent het tijdstip van opeisbaarheid van de btw. Het derde deel is gewijd aan de gewijzigde btw-formaliteiten en de identificatieplicht. Het vierde deel behandelt de nieuwe teruggaafprocedure van de in een andere lidstaat betaalde btw. In het laatste deel komt kort het (toekomstige) ‘one stop’-systeem inzake telecommunicatiediensten ter sprake. Het boek bevat in bijlage de relevante bepalingen van de Btw-Richtlijn en de Uitvoeringsverordening, alsook een officieuze coördinatie van de ‘basiscirculaire’ die de Belgische Administratie aan de nieuwe regeling heeft gewijd. Prijs: € 95,40 Bestellen: www.fiscoloog.be Tel. 03 241 16 51
La jurisprudence européen européenne en matière de T.V.A. Les balises européennes de la T.V.A. et leur influence en Belgique / V. Sepulchre Larcier, 2011 (Collection : Cahiers de fiscalité pratique) La jurisprudence européenne en T.V.A. apparaît souvent comme le sauveur du contribuable, par une invocation très souvent cohérente de principes généraux basés sur la nature même de cet impôt. Au-delà de la connaissance “technique” de la T.V.A. (directives T.V.A. et Code belge de la T.V.A.), le recours à ces principes généraux permet donc de trouver la solution T.V.A. à des cas concrets. L’intention de l’auteur est de vulgariser ces concepts européens fondamentaux de la T.V.A. d’aujourd’hui. L’ouvrage est réparti en deux volumes: • le premier analyse ces grands principes fondateurs de la T.V.A. européenne et dégage leurs implications dans notre T.V.A. belge de tous les jours. Une table des matières complète peut être consultée sur le site de Larcier; • le second, à paraître dans les prochains mois, comprendra deux tableaux d’index de tous les arrêts de la Cour de justice rendus en matière de T.V.A. Prix : € 115,00 (volume 1) Commander : http://editions.larcier.com Tél. 0800 99 613 (De Boeck Services)
38
2 012 /1
Succesvol met sociale med media. Efficiënt zaken doen met Facebook, Twitter, LinkedIn, … / S. Lammertyn die Keure, 2011, 131 p. Evolutie of revolutie? Technologieën veranderen ons leven drastisch en maken het boeiend, maar soms ook wel lastig. Want bijblijven is vandaag de dag geen evidentie meer. Het gaat verbazend snel vooruit. Met dit boek begeleidt Stefaan Lammertyn de lezer in de fascinerende en snel veranderende wereld van sociale media. Hij reikt praktische tips aan en leert op een efficiënte manier werken met sociale media. Inhoudstafel Inleiding: Van de klok & de klepel Hoofdstuk 1: Situering Hoofdstuk 2: Sociale media: door het bos de bomen… Hoofdstuk 3: Waarom als bedrijf die sociale media gebruiken Hoofdstuk 4: Vooroordelen over sociale media Hoofdstuk 5: SMS-plan (Social Media Stappenplan) Hoofdstuk 6: En wat hebben we vandaag geleerd? Prijs: € 24,00 Bestellen: www.business-economics.be/NL Tel. 050 47 12 72
VA K L I T E R AT U U R
Les réorganisations de soc sociétés. Actualités en droit des sociétés, droit fiscal, droit comptable et droit social / Sous la direction de: E.-J. Navez et E. Traversa Anthemis, 2011, 286 p. (Collection Recyclage en droit) L’objectif de cet ouvrage est de présenter les éléments essentiels du cadre légal applicable aux réorganisations de sociétés, en portant une attention particulière aux innovations récentes d’inspiration européenne. Les auteurs nous offrent des regards croisés et experts sur une problématique kaléidoscopique et inépuisable. • Les fusions et scissions de sociétés • Réorganisations transfrontalières d’entreprises • Le point de vue du service des décisions anticipées en matière d’opérations de fusion, scission, scission partielle et d’apport de branche d’activité ou d’universalité • Le transfert du siège social comme modalité de réorganisation des sociétés commerciales : aspects commerciaux et fiscaux • Aspects de droit du travail de la réorganisation judiciaire et du transfert sous autorité de justice Une table des matières détaillée peut être consultée sur le site d’Anthemis. Prix : € 82,00 Commander : www.anthemis.be Tél. 010 42 02 90
Witwasreglementering Witwasreglementering. Artikelsgewijze bespreking / G. Stessens Kluwer, 2011, 270 p. (Reeks: Artikel & Commentaar) Het Belgische stelsel ter preventie van het witwassen van geld is inmiddels bijna twintig jaar oud. De Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme is inmiddels reeds niet minder dan twaalf maal gewijzigd, een laatste maal door de Wet van 18 januari 2010. In dit erg handige werk wordt elk artikel van deze wet voorzien van deskundige commentaar. Per artikel komt eerst de actuele tekst, daarna de Franstalige versie, en dan de commentaar waarbij verwezen wordt naar parlementaire stukken, regelgeving en relevante rechtspraak. Achteraan het boek wijst een alfabetisch register de weg naar het betrokken artikel. Hoewel het belangrijk is te wijzen op het essentiële onderscheid tussen de preventieve Wet van 11 januari 1993 en de strafbaarstelling van witwassen in art. 505 Strafwetboek, wordt in dit boek ook ingegaan op de raakpunten tussen het preventieve en het strafrechtelijke luik van de witwaswetgeving
Tiberghien – Manuel de droit fiscal 2011-2012 / R. Abiuso, R. Ackermans, J. Astaes et al. Kluwer, 2012, 1 600 p. Le Manuel Tiberghien est l’encyclopédie de la fiscalité belge par excellence. Il donne un aperçu actuel et extrêmement complet de l’ensemble de la fiscalité, avec des renvois détaillés à la jurisprudence et la doctrine qui mettent le lecteur sur la voie d’une information plus détaillée. Il rassemble toute l’information de base dont vous avez besoin en matière de droit fiscal : principes généraux, impôts sur les revenus, droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe, droits de succession, droits et taxes divers, T.V.A., douane et accises, impôts fédéraux en matière d’environnement et d’énergie, impôts non-perçus au profit de l’État, droit fiscal international et européen, régularisations et législation antiblanchiment … La mise à jour annuelle de cet ouvrage est assurée par le cabinet d’avocats Tiberghien. Prix : € 307,02 – achat unique € 236,17 – abonnement Commander: www.kluwer.be Tél. 0800 16 868
Prijs: losse aankoop: € 94,90 met abonnement: € 73,00 Bestellen: www.kluwer.be Tel. 0800 94 571
2 012 /1
39
Accountancy&Tax