Adjiedj Bakas: Met een algemene studie blijf je toch flexibel, ook als de werkgelegenheid straks nog verder afneemt O&D 6
Zaterdag 25 januari & Zondag 26 januari 2014
Glanzende folders, gratis condooms. Studeren is heerlijk. Maar is er toekomst in forensische criminologie? Of in de communicatie? Heeft studeren nog zin? Niels van den Dungen, Ton van Haperen, Leo Prick en Saar van Veelen over de harde realiteit van de arbeidsmarkt na de spetterende studievoorlichting op school.
EN VERDER
Maurice Crul
Rosanne Hertzberger
Sjoerd de Jong
De rechtse populist is demografisch overtroefd O&D 2
Het zijn Don Quichots die tegen de windmolens vechten O&D 3
Demmink: Hebben gevestigde media zitten slapen? O&D 9
O&D2 Opinie & Debat
NRCWEEKEND ZATERDAG 25 JANUARI & ZONDAG 26 JANUARI 2014
O&D3
COMMENTAAR
Wietschuur Nederland is toe aan lokale regulering
I
n Nederland wordt jaarlijks 65 ton wiet opgerookt of geconsumeerd. De productie is echter 448 ton, zodat de politie de export op 383 ton schat. 85 procent van de nederwiet gaat dus naar het buitenland. Althans, dat schatte de politie in de Criminaliteitsbeeld analyse 2012, over de georganiseerde hennepteelt in Nederland. Het is een essentieel gegeven in de wietdiscussie, waar weinig bij wordt stilgestaan. Het laat zien dat gemeentelijke pleidooien om wietteelt te reguleren altijd maar een deel van het probleem oplossen. Namelijk het kleinste deel, dat van de binnenlandse consumptie. De illegale teelt zou gewoon blijven bestaan. Geen bestuurder of politicus stelt voor om exportteelt te legitimeren. En dus blijven illegale wietplantages ook bestaan, met alle gevaren van dien. Van fysieke onveiligheid tot corruptie. En dus blijft de staat ook verplicht om deze te bestrijden, tegen hoge kosten. Het is dit feit dat de handen van het kabinet bindt en waar weinig tegen in te brengen valt. Wietteelt is en blijft een EU-probleem dat alleen internationaal, met opgave van soevereiniteit dus, opgelost kan worden. Feitelijk is die soevereiniteit al opgegeven, c.q. gedeeld met de andere lidstaten van de VN en de Europese Unie waarmee bindende afspraken zijn gemaakt. Als er al juridisch ruimte is voor lokale maatregelen, zullen die altijd maar beperkt effect hebben zolang de grenzen openblijven, het verkeer van goederen vrij blijft en het drugsbeleid elders ongewijzigd. Dromen over de heffing van belasting- of accijnzen op drugs is precies dat: dromen. Zolang drugs volgens internationaal recht illegaal zijn, mag geen overheid ze belasten. Dat de Nederlandse wietteelt intussen een echte bedrijfstak is geworden, laat vandaag het portret in deze krant over ‘Tilburg Wietstad’ zien. Daar is de ondergrondse wietbranche inmiddels een van de grootste bedrijfstakken. De problemen met illegale wietplantages zijn de gemeenten boven het hoofd gegroeid. Zij dringen komende maandag in een manifest aan op experimenteerruimte met gereguleerde lokale teelt, om de druk van de ketel te halen. Eerder deze week noemde de burgemeester van Heerlen, Paul Depla, de wietbranche „volledig uit de hand gelopen”. Dat deed hij nota bene in een pleidooi om de sterk groeiende illegale xtc-fabricage niet „net zo” te laten ontsporen. Dat er in Zuid-Nederland een criminele infrastructuur rond softdrugs is gegroeid die ook in xtc, mensenhandel en wapens doet, is al jaren bekend. Het probleem is dringend – het kabinet komt niet verder dan pogingen de wiethandel te beheersen, de neveneffecten te bestrijden en overigens te onderstrepen dat internationale verdragen alleen wietteelt voor wetenschappelijke of farmaceutische doeleinden toestaat. Dat mag zo zijn, maar in landen zo uiteenlopend als België, Uruguay, Spanje en de VS worden diezelfde verdragen toch ruimer geïnterpreteerd.
De rechts-populist is demografisch overtroefd Het multiculturalisme is al jaren dood verklaard. Toch hebben de gevestigde partijen nog altijd geen antwoord op het rechts-populisme. Maar zijn de ideeën van Geert Wilders niet even naïef, vraagt Maurice Crul zich af. Burgers van Nederlandse afkomst worden in de steden een minderheid.
Niet-westerse en allochtone jongeren zijn de ultieme dragers van Den Uyls emancipatiegedachte
O
f (Zuid-)Nederland inderdaad de ‘wietschuur’ van Europa is geworden, blijft overigens omstreden. De politiecijfers kennen een behoorlijke marge van onzekerheid. De politie ziet naar eigen zeggen maar 35 procent van de handel: dat deel van de handel dat wordt opgerold. Zo laag is die pakkans overigens niet – voor gewone criminaliteit is die lager, 24 procent. Politieschattingen van het exportdeel van de wietteelt variëren intussen van 48 tot 97 procent, per oogstjaar. Dat suggereert dat in het gunstigste geval toch de helft van de wiethandel via gereguleerde productie bovengronds kan worden gehaald. Dat is ook weer niet niks. De discussie over de regulering van wietteelt is ook aan het kantelen. Deels onder invloed van de steeds vreemdere sprongen die het kabinet maakt om de verkoop aan toeristen binnen de perken te houden. Maar ook door de evenzeer onontkoombare logica dat een product dat legaal mag worden gebruikt en onder strenge voorwaarden verkocht, toch ook legaal moet kunnen worden geproduceerd. Zeker nu de overheid zich opmaakt om aan het gehalte van de werkzame stof specifieke eisen te gaan stellen. Dergelijke ongerijmdheden brengen overheden elders tot nieuwe inzichten. De stelling van het kabinet ‘regulering kan niet en lost niets op’, is betwistbaar. Misschien vallen de effecten ervan tegen, maar reguleren kan elders kennelijk wel. De teelt zwart-wit verbieden loste in ieder geval niets op. Het kabinet dient zich daarom in te spannen voor een Europese oplossing en initiatieven ter regulering mogelijk te maken. Op de wietteelt in de huidige omvang heeft niemand greep.
H
et multiculturalisme is dood omdat het een naïef idee was. Naïef omdat tolerantie voor sommige culturele gewoonten helaas ook de deur openzet voor onderdrukking van anderen. En dan gaat het natuurlijk in het bijzonder om de ongelijke behandeling van vrouwen en uitsluiting op basis van seksuele geaardheid. De Sloveense filosoof Slavoj Zizek stelt provocerend dat het multiculturalisme in zijn ultieme vorm leidt tot de tolerantie van intolerantie. Dat is de schijnbaar onontwarbare knoop waarin met name de progressieve partijen zich steeds verder hebben vastgedraaid. De vraag is echter of de goed getimede oneliners van Geert Wilders over aanpassing aan Nederlandse normen en waarden in de grote steden niet even naïef zijn als het oude idee van multiculturalisme. Toen Wilders in Den Haag de zogenaamde ‘shariadriehoek’ bezocht wist hij eigenlijk niet aan wie hij in de wijk zijn boodschap moest richten. De paar blonde buurtgenoten die er nog wonen kunnen zijn pleit numeriek niet beslissen. Op 1 januari 2012 passeerde de stad Amsterdam een belangrijke mijlpaal: nog slechts 49 procent van de Amsterdamse bevolking is van Nederlandse afkomst. De
Maurice Crul is hoogleraar Onderwijs en Diversiteit aan de VU en de EUR en dit jaar gasthoogleraar aan de Graduate School van de City University in New York. Dit artikel is een samenvatting van een lezing in de debatserie Brood en Rozen in Antwerpen.
voorlichter van de gemeente was blijkbaar nadrukkelijk geïnstrueerd om er geen enkele ruchtbaarheid aan te geven. Amsterdam is als eerste stad in Nederland een meerderheids-minderheden-stad. Rotterdam en Den Haag zullen in de komende vijf jaar volgen. De oude meerderheid wordt een minderheidsgroep in de grote steden, wellicht niet zoals andere minderheidsgroepen, maar wel degelijk een minderheid. En dat is nu precies wat Wilders’ betoog naïef maakt. In de leeftijdsgroep onder de vijftien jaar is nog slechts één op de drie jongeren in Amsterdam van Nederlandse afkomst. Hoe moeten die jongeren, zoals Geert Wilders dat wenst, die andere tweederde dwingen tot aanpassing? Het is een gepasseerd station. Wilders wordt hier slachtoffer van zijn eigen redenering. Hij roept: wij zijn hier als „oorspronkelijke” Nederlanders dadelijk de baas niet meer. En dat klopt. Het omslagpunt is niet te ontkennen. De multiculturalist is gestikt in de graat van zijn eigen tolerantie, de rechtspopulist is demografisch overtroefd. Het is tijd voor een nieuw perspectief dat over de etnische scheidslijnen heen springt. Een positief scenario voor de toe-
- Sorry, dit schilderij kán natuurlijk niet. - Hoezo? Lijkt het niet soms? - Nee, juist wel. Het lijkt te véél. - Maar dat is toch de bedoeling? Het is een portret! - Dat noemen wij plagiaat meneer. Van het gezicht der koning. - Maar, ik doe het al jaren zo... Realisme is tegenwoordig weer... - Ik zie het al: u bent te oud voor dit werk.
T
oen de arbeidsmigranten in de jaren zestig en zeventig naar Nederland kwamen, omarmde partijleider Joop den Uyl, graag ook letterlijk, de veelal prachtig besnorde nieuwe leden van de grote linkse arbeidersfamilie. De arbeidsmigranten kwamen echter van het Turkse platteland in Konya en uit het straatarme noorden van Marokko. Zij waren doorgaans conservatief op het gebied van manvrouwverhoudingen, hechtten veel waarde aan traditionele familierelaties en waren religieus. Precies de waarden waar progressief Nederland in de jaren zestig afscheid van nam. Om met Max Frisch te spreken: we vroegen om handen, maar er kwamen mensen – grotendeels conservatieve plattelanders, om precies te zijn. Daar waar de gevestigde partijen in de jaren zestig en zeventig een stap achteruit hadden moeten zetten in hun omarming van de conservatieve eerste generatie, moeten zij nu juist twee stappen vooruit zetten. In de Turkse en Marokkaanse gemeenschap is ondertussen geen consensus meer op het gebied van man-vrouwverhoudingen. Hoogopgeleide tweede- en derdegeneratiejongeren nemen met grote stappen afstand van de traditionele opvattingen van hun ouders. Hun moeders zorgden voor de kinderen en waren financieel afhankelijk van hun man, maar de dochters hebben een goede opleiding gevolgd en verdienen hun eigen geld. Zij maken daadwerkelijk de emancipatie door waar Den Uyl op hoopte. In de kantine van de Hogeschool van Amsterdam op de drukke Wibautstraat zijn de dochters van de arbeidsmigranten niet te missen. Een niet gering deel van hen draagt een hoofddoek. Zij hebben echter, anders dan hun moeders, de Koran zelf bestudeerd. Ze betogen thuis op hoge toon tegenover hun ouders dat de profeet onderwijs voor vrouwen van groot belang achtte. Volgens het SER-rapport Maak baan voor een nieuwe generatie volgt ondertussen 43 procent van de niet-westerse allochtone jongeren tot 25 jaar hoger onderwijs. Zij zijn de ultieme dragers van de emancipatiegedachte. Nederlandse politici staan echter met de rug naar hen toe, gevangen als zij zitten in hun eigen autistische verhaal over aanpassing. Geert Wilders had zich als volksvertegenwoordiger met zijn liberale emancipatieboodschap in de ‘shariadriehoek’ in de Haagse Schilderswijk moeten richten tot de hoogopgeleide, progressieve Turkse en Marokkaanse Hagenezen die er immers ook wonen. In plaats daarvan hapte hij een paar keer in de ijle lucht.
(SdJ)
Advertentie
Zondag 9 februari
Restaurant Café Rokin 65 Amsterdam (vlakbij de Dam) T 020 755 35 53
SIEGFRIED WOLDHEK
komst waarin de liberale principes van de stad Amsterdam kunnen worden gewaarborgd. Zo’n scenario is alleen mogelijk met de steun van progressieve Surinaamse, Turkse en Marokkaanse Amsterdammers.
IN DE MARGE
Staatsieportret
M/V VAN DE WEEK
NRC MODEGESPREK: CARLO WIJNANDS EN MATTIJS VAN BERGEN Amsterdam Fashion Week bestaat tien jaar. Milou van Rossum praat met artistiek directeur Carlo Wijnands en modeontwerper Mattijs van Bergen over de Nederlandse modeweek. Wat heeft de modeweek in Nederland gebracht? Wat waren de hoogtepunten? Wat zijn de ambities?
Aanvang 15.00 uur | Entree 7,50 Meer informatie en kaartverkoop op nrcrestaurantcafe.nl
Klaas Knot (1967) is president van De Nederlandsche Bank (DNB). Het ministerie van Financiën en DNB zijn tussen 2006 en 2012 tekortgeschoten in het toezicht op SNS Reaal, meldde deze week een commissie die de nationalisatie van de bank-verzekeraar onderzocht. Financiën en DNB hadden eerder moeten ingrijpen. De bevindingen in het rapport zijn „pijnlijk waar”, vindt minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. Impliciet krijgt ook en vooral Knots voorganger Nout Wellink kritiek over slap toezicht te verduren. Knot is sinds juli 2011 DNB-chef. De nieuwe directie kreeg destijds de opdracht voortvarender, feller, kritischer en transparanter te werk te gaan, schreef deze krant na zijn aanstelling. De commissie stelt voor om de president van DNB weer eindverantwoordelijk te maken, waar in 2011 juist een speciale directeur toezicht binnen de DNB-directie werd aangesteld.
COLUMN ROSANNE HERTZBERGER
Voor windenergie
I
k dacht aan Don Quichot, toen ik vorige week in deze krant las hoe Hans Wiegel tegen de windmolens tekeer ging. „Op dit oogenblik bespeurden zij dertig à veertig windmolens die in die vlakte stonden, en, zoodra Don Quichot ze zag, zeide hij tot zijn schildknecht: „(…) Kijk eens, daar ginds, vriend Sancho Panza, die dertig of meer nog ontzaglijke reuzen, met wie ik mij in strijd denk te begeven (…)Men doet Gode een grooten dienst met dat booze gebroed van de oppervlakte der aarde te verdelgen.” Waar Don Quichot reuzen ziet „met hunne groote armen” ziet zijn schildknecht Sancho Panza alleen maar dertig à veertig windmolens. Het was duidelijk: Don Quichot leed aan waanbeelden. Het gevecht tegen de windmolens van mensen als Wiegel, of van Volkskrant-columnist Sommer, of eerder onze eigen premier Rutte („windmolens draaien niet op wind maar op subsidie”) heeft soms wel iets weg van het spokengevecht van Don Quichot. Zo stelt Wiegel dat er een heleboel bruinkool extra wordt verstookt in Duitsland, door toedoen van de windmolens. Niet waar, beoordeelde de nrc.next checkt-rubriek. De extra bruinkool komt door de spotgoedkope steenkool en het feit dat extra CO2uitstoot geen consequenties heeft (door de tekortschietende emissiemarkt). Er wordt nu in het energieakkoord achttien miljard in windmolens gestoken, stelt Wiegel. Concurrentievervalsing! Maar goed, die achttien miljard wordt uitgespreid over de komende vijftien jaar. En verder vervalst het weinig, het trekt hoogstens wat recht. Fossiele brandstoffen krijgen al jaren miljarden aan belastingvoordeel.
En ook in een eventuele tweede kerncentrale zou enorm moeten worden geïnvesteerd. Ik kon me dus niet aan de indruk onttrekken dat Wiegel gewoon argumenten zocht om te onderbouwen wat hij toch al vond: dat windmolens een linkse hobby zijn. Net als vele groepen in Nederland zit hij veilig verschanst in zijn eigen energie-loopgraafje. Wiegel wil geen windenergie. Greenpeace wil geen kernenergie. Barendrecht wil geen CO2-opslag. Groningen wil geen gasproductie. Boxtel wil geen schaliegas. Drenthe wil geen windturbines wegens de geluidsoverlast van de wieken. De kuststeden willen geen windmolenparken in zee want dat verpest het uitzicht voor recreanten. De vogelbescher-
Er zullen bakken aan concurrentievervalsing nodig zijn als we ergens willen komen met duurzaamheid mers willen geen windmolenparken ver weg op zee want dat vinden de vogels niet leuk. Iedereen wil iets niet. Niemand wil iets wél.
T
erwijl de partijen de afgelopen jaren in Nederland over elkaar heen tuimelden heeft Duitsland de vergroening al wel voor een deel gerealiseerd. In een indrukwekkend tempo tuigde het land een batterij aan windturbines en zonnecellen op. Geheel volgens verwachting loopt die Energiewende nog niet helemaal lekker. Er is een enorme overcapaciteit op dagen met zon en wind. Dan dumpt
Duitsland goedkope stroom op de Nederlandse markt met als gevolg dat onze hypermoderne en schone gascentrales vorig jaar stil stonden en alleen onze viezere steenkolencentrales lucratief bleven. Het Centraal Planbureau stelt nu voor om even te wachten met nieuwe windturbines. Niet omdat windenergie zo’n slecht idee is. Maar omdat Duitsland ons voor was. En weet u waarom die steenkolen zo goedkoop zijn? Omdat de Verenigde Staten ze niet meer blieft. Die hebben namelijk wél besloten hun schaliegas te verzilveren. En zo zal het de komende decennia steeds zijn. Telkens als er ergens ter wereld een land, tegen de klippen op, iets duurzaams besluit en kolen links laat liggen, worden die goedkoper, tot onze kolencentrales bijna gratis energie kunnen genereren. Er zullen bakken aan concurrentievervalsing nodig zijn, veel meer nog dan in het huidige akkoord werd besloten, als we ergens willen komen met duurzaamheid. Voor de duidelijkheid: ik ben vóór. En Don Quichot? Die geeft zijn paard Rocinante de sporen en gaat kataklopkataklopkataklop in volle vaart op de windmolen af. „Toen hij hem nu een lansstoot in de wiek gaf, draaide de wind deze met zooveel kracht rond, dat zij de lans in stukken brak en paard en ruiter medenam, die een heel eind over het veld rolden. Sancho Panza snelde hem ter hulp zoo hard als zijn ezel maar lopen kon, maar toen hij aankwam, bevond hij, dat hij zich niet kon verroeren, zoo hevig was de val, dien hij met Rocinante gedaan had.” Rosanne Hertzberger is microbioloog.
O&D4 CoververhaalOpinie & Debat
NRCWEEKEND ZATERDAG 25 JANUARI & ZONDAG 26 JANUARI 2014
Studiekeuze Een studie leidt niet meer meteen tot een baan. Dilemma voor de scholier: kiest hij wat leuk is of wat werkzekerheid biedt? Wie is daarvoor (mede) verantwoordelijk? Of is elke studierichting ‘terrible’? Discussieer mee op nrc.nl/studeren. Filosofie is gewoon wiskunde zonder nauwkeurigheid, betekenis en toepasbaarheid.
Studeren wat leuk is? Tijd voor een reality check Universiteiten zwijgen erover, en scholieren zijn te jong om hun baankansen zelf uit te vogelen. Een betere keuze dan ‘doen wat je leuk vindt’ begint bij betere voorlichting, vindt Saar van Veelen.
‘E
very major’s terrible’ zingen studenten van de Canadese Simon Fraser University in een filmpje dat hilarisch zou zijn als het niet waar zou zijn. Nu lijkt bijna geen enkele studie te leiden tot zekerheid van werk. Dit geldt niet voor sommige technische studies, maar in mijn voornamelijk met alfa’s en gamma’s gevulde kennissenkring kijkt vrijwel niemand uit naar de arbeidsmarkt. En dat komt niet omdat dan het ontspannen studentenleven voorbij is. De meesten van ons willen na zo’n vijf jaar studeren wel de zekerheid en structuur van een vaste baan. We zien op tegen eindeloos solliciteren op banen waarvoor ervaring vereist is die je niet hebt, of tegen een onbetaalde stage of werkervaringsplek. Hoe anders zagen wij het leven als afgestudeerde voor ons? Als scholieren zich in de bovenbouw oriënteren op een studie worden ze door universiteiten gepaaid met glimmende brochures, gratis condooms en flitsende presentaties. Op de websites voor studiekiezers van verschillende universiteiten kun je doorklikken naar een kopje dat iets lijkt te vertellen over het toekomstperspectief van de stu-
dies. Geen woord over over de uitdagingen van de arbeidsmarkt. Scholieren zijn zo jong dat ze niet zelfstandig op zoek kunnen gaan naar voor- en nadelen in de verre toekomst van de studie van hun keuze. Zo kan ik me herinneren dat wij door school vooral werden gestimuleerd iets te kiezen dat ons leuk leek en waar we goed in waren. Een vriendin kreeg van haar studiekeuzebegeleider de verzekering dat zij iets moest kiezen wat ze leuk vond, ‘dan word je er vanzelf goed in en vind je hoe dan ook een baan’. Hij adviseerde haar culturele antropologie als tweede keuze, na criminologie. Om mij heen volgden de meeste studenten hun studie met veel interesse en plezier, maar voorlopig betaalt dit zich nog niet uit in een baan. Het wordt tijd voor een reality check. Scholieren moeten actiever gestuurd worden, om te voorkomen dat universiteiten weer een generatie afleveren die geen werk vindt of het moet doen met banen die niet aansluiten op hun opleiding of onder het niveau daarvan liggen. Betere voorlichting over het toekomstperspectief van studies is noodzakelijk. Doen wat je leuk vindt is belangrijk, van iets doen wat je niet leuk vindt word je vroeg of laat ongelukkig. Maar niet ever y major die je in eerste instantie niet zelf kiest is terrible.
Een business major is slechts iets dat je krijgt zodat je kunt afstuderen.
En wiskunde is slechts natuurkunde, vrij van de regels van de werkelijkheid.
En scheikunde is voor postzegelverzamelaars high van methyl acetaat
Tenzij hun enige andere keuze iets als kunstgeschiedenis is.
Een bachelor’s in communicatie garandeert dat je bereikt..
.. een beetje minder dan als je onderwater manden weven leert.
Ik zou liever een pad eten dan een bachelor’s biologie te halen
En sociale psychologie is erger dan psych- of sociologie
De gedachte om een van deze te kiezen is te onverdraaglijk.
Als je niet kunt voorspellen, dan is dat goed in seismologie
Maar als je wijsheid achteraf ook zwak is, ben je het beste af bij theologie
Computer Science maakt van iedere dag een zoektocht om het missende sluithaakje te vinden
Virologie zal garanderen dat je nooit meer omarmd wordt.
I.T. bereidt je voor op een leven van non-stop vechten met pc’s.
Zoals Pratchett zei: ‘Geografie is gewoon natuurkunde, vertraagd door de bomen bovenop.’
Hoewel natuurkunde je een Richard-Feynmancarrière belooft,
Ze zeggen ‘studeer geschiedenis of verval in herhaling daarvan’,
Maar alles waar het je op voorbereidt, is om er veertig jaar les in te geven.
Ik erken dat mijn vierjarenplan op dit punt niet te herstellen is,
Maar zet bij mij ‘geen keuze’ – elke major is verschrikkelijk.
Astronomen krimpen ineen bij ‘t horen van ‘supermaan’ of ‘zodiac’,
Zet bij mij maar ‘geen keuze’ – elke major is verschrikkelijk.
dirigeert de wikipagina voor ‘natuurkunde major’ je naar ‘ingenieur’.
Saar van Veelen is afgestudeerd psycholoog en heeft momenteel een werkervaringsplaats.
Ik heb spijt van mijn keuze voor een studie filosofie Ook ouders, overheid en het onderwijs zelf moeten helpen voorkomen dat scholieren spijt krijgen, stelt Niels van den Dungen.
S
pijt van de studiekeuze is een probleem, voor toekomstige studiekiezers, huidige studenten en afgestudeerden. Volgens een vorig jaar uitgevoerd onderzoek van EenVandaag zou 35 procent van de studenten, als ze het opnieuw mochten kiezen, een andere studie doen. Waar komt deze spijt vandaan? Ten eerste richten jonge studiekiezers zich voornamelijk op de leuke aspecten van een studie – de behandelde materie, de stad, de (potentiële) medestudenten. Zij denken dat een brede, afwisselende studie een positief gegeven is, wat in schril contrast staat met werkgevers die juist om specialistische vaardigheden vragen. Het leren van een vak is uit de mode. Vaak doet een ‘wie dan leeft, wie dan zorgt’-mentaliteit de rest. Dan zijn er de ouders. De wereld is voor sommigen van hen in een hoog tempo aanzienlijk veranderd. Soms hebben ze geen idee van een hogeschool of universiteit en noemen ze het – om het voor zichzelf begrijpelijk te houden – veelzeggend ‘school’ of ‘opleiding’. Het enige dat zij zich realiseren, is dat een opleiding belangrijk is voor het latere leven van de studiekiezer. Welke opleiding, dat is voor hen opmerkelijk genoeg van minder groot belang. Ten derde zijn er de hogescholen en uni-
versiteiten. Het huidige financieringsmodel van het hoger onderwijs legt de nadruk op het aantal ingeschreven studenten. Het is dus zaak om zoveel mogelijk studenten binnen te halen. Zij zien zich genoodzaakt om in te spelen op de behoeften van kwetsbare studiekiezers. Het sluiten van massaopleidingen staat gelijk aan financiële zelfmoord; voor deze instellingen bestaat er geen impuls om kritisch om te gaan met toelatingen. Tot slot maakte de overheid het volgen van een tweede studie na de eerste financieel gezien nagenoeg onmogelijk, door het collegegeld fors te verhogen voor diegenen die al een diploma op zak hebben. Slechte studiekeuzen kunnen om deze reden ook amper worden teruggedraaid. Ik studeerde zelf filosofie en ik geef volmondig toe dat ik daar spijt van heb. Wijsheid komt met de jaren en bevindt zich niet in de boeken. Mijn boodschap aan de toekomstige studiekiezer is daarom ook: maak niet dezelfde fout als ik, maar wees bewuster en slimmer. Hanteer zinnige selectiecriteria en laat je niet alleen leiden door wat je leuk vindt. Ouders, ga in gesprek en gebruik het boerenverstand, dat is meestal al genoeg. En overheid, geef mensen de ruimte om slechte keuzen te herstellen. Niet alleen voor zichzelf, maar ook als waardevolle, omgeschoolde krachten voor de arbeidsmarkt. Niels van den Dungen volgt na zijn filosofiestudie een postdoctorale opleiding tot docent. .
Het beste advies: werk hard op school Kennis overdragen is lastig genoeg, leraren zijn er niet voor studiekeuzeadvies. Stop de soul searching en leer scholieren hard werken. Dat bepaalt studiesucces, meent Ton van Haperen.
D Waarom iemand die een baan wil, letteren zou studeren, is een mysterie.
Iedereen hoogopgeleid, wat een kortzichtig plan Waren de jonge werklozen in hun studiekeuze kortzichtig? Dat kun je beter de beleidsmakers verwijten, schrijft Leo Prick.
T
ijdens de crisis van de jaren tachtig slaagden veel hoogopgeleide jongeren er niet in om een baan te vinden. Afgestudeerden van de universitaire opleidingen letteren, sociale en politieke wetenschappen, pedagogie, psychologie, biologie, wis - en scheikunde, niemand zat op hen te wachten. Omdat studeren in die tijd meer geld opleverde dan het kostte, deden velen een extra studie of bijvak om zich daarmee aantrekkelijker te maken voor de al te krappe arbeidsmarkt. De economische malaise had niet alleen ingrijpende gevolgen voor de studenten, maar ook voor de opleidingen. Studierichtingen waarvan de afgestudeerden geen baan konden vinden, liepen leeg en de opleidingen economie, bedrijfskunde en rechten konden het aanbod aan studenten nauwelijks verwerken. Zo deed de markt zijn werk. Toen de economie in de jaren negentig aantrok, raakte het reservoir aan werkzoekende hoogopgeleiden gaandeweg uitgeput en vervolgens zorgde de aanhoudende economische groei ervoor dat iedere afgestudeerde al vlug een goed betaalde baan vond.
Landbouwkunde is een no-go. Ik ben een enorme agrofoob.
In een markt waar de vraag het aanbod overtreft doet het er maar weinig toe wat iemand nu precies heeft gestudeerd. Dus konden studenten het zich permitteren te kiezen voor een opleiding omdat die hen het leukst leek, of het gemakkelijkst, of die dicht bij huis was of waar vrienden ook voor kozen. Inmiddels beleven we andere tijden. Nu werkgevers weer kunnen kiezen gaat hun voorkeur vanzelfsprekend uit naar mensen met een opleiding die zo veel mogelijk aansluit bij het werk dat ze moeten gaan doen. En, bij een ruim aanbod aan sollicitanten, hoef je als werkgever ook niet meer zo diep in de buidel te tasten. Met als gevolg dat veel jongeren met een weinig specifieke opleiding vergeefs op zoek zijn naar een baan. Je kunt hen verwijten dat ze kortzichtig zijn geweest bij de keuze van hun studie, maar wie, opgegroeid in de jaren van overvloed, kon bevroeden dat het ooit moeilijk zou zijn werk te vinden? Die kortzichtigheid gold trouwens net zo zeer voor de Europese regeringsleiders die in maart 2000 in Lissabon afspraken dat de helft van de beroepsbevolking hoogopgeleid diende te zijn om van Europa de meest concurrerende en dy-
TV zit achter de run op forensische criminologie.
En ik kan geen enkel deel van gastro-enterologie verdragen.
namische kenniseconomie ter wereld te maken. Die hadden het ook alleen maar over hoogopgeleid alsof je met al die masters communicatiewetenschappen de wereld verovert. Het beleid, met name de financiering van hogescholen en universiteiten, is te lang gericht geweest op een zo hoog mogelijke productie en het ziet er inmiddels naar uit dat we het verzadigingspunt aan hoogopgeleide generalisten hebben bereikt. Een bachelor of master vormt dan ook geen garantie meer voor een goed betaalde baan. Het uitgangspunt van het wetsvoorstel voor een sociaal leenstelsel, dat studeren een in financiële zin verantwoorde investering zou zijn, gaat in zijn algemeenheid dan ook niet langer op. Het is hoog tijd ons fundamenteel te bezinnen op enerzijds de vraag hoe het onderwijs beter te laten aansluiten op de behoeften aan onderzoek, ontwikkeling en arbeidsmarkt en anderzijds het maatschappelijk belang van onderwijs voor een hoog niveau van cultuur, beschaving en persoonlijke ontwikkeling. Leo Prick is medewerker van NRC Handelsblad.
O&D5
e doorstroming van voortgezet naar hoger onderwijs is als bagger door een trechter. Veel uitval in het eerste jaar. Vertraging daarna. Het ergste is, iedereen doet zijn best. Scholen duiden de belangstelling van hun leerlingen. Het hoger onderwijs kijkt of de nieuwe studie en de student matchen. Maar jaarlijks 100.000 jongeren effectief begeleiden is nogal een opdracht. Scholen kunnen hun leerlingen beter harder laten werken. Wat motiveert, is namelijk niet de keuze, maar de succeservaring na die keuze. Vijf jaar geleden botste ik op een station tegen Kees aan. Hij moest de trein in. Ik kwam eruit. We wisselden herkenning uit en ik riep; „Hoe gaat het met je studie?” Hij liet weten dat die organisatiekunde niks was. Hij deed nu economie. Zoals Kees ken ik er veel. Na een gemakkelijke schoolcarrière volgt een studiekeuze. Een paar maanden later vallen de resultaten tegen. De verwijdering van de opleiding komt daar snel achteraan. In september de inschrijving voor een ander vak. Nieuwe kansen, nieuwe prijzen. Volgens cijfers van de onderwijsinspectie stopt ongeveer 30 procent in het eerste jaar van het hoger onderwijs. Een kwart heeft in de bedoelde drie jaar een bachelor. Een beetje vreemd zijn deze treurige cijfers wel. Vanaf 1998 is de bovenbouw havo/vwo verbouwd. Met slechts één doel; verbetering van aansluiting met het hoger onderwijs. Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) is onderdeel van deze vernieuwing. LOB speurt naar de belangstelling van leerlingen. Om van daaruit een juiste studiekeuze te maken. In 2009 blijkt uit onderzoeken dat het resultaat van deze aanpak onbevredigend is. De gekozen studie is vaak anders dan studenten denken. Eenderde van de uitval valt te voorkomen met betere voorlichting. Naar aanleiding hiervan komt er geld. Schoolbesturen bedenken van alles, maar de uitvoering blijft moeizaam. Op een school is de decaan ver-
ST R I P
‘every major’s terrible’. Deze strip is gemaakt door de Amerikaanse fysicus Randall Munroe (xkcd.com) met de tekst van een door het studentenkoor van de Canadese Simon Fraser University gezongen lied. Every major’s terrible (iedere major (hoofdrichting in college) is verschrikkelijk) wordt gezongen op de toon van I Am the Very Model of a Modern Major General uit de Pirates of Penzance van Gilbert and Sullivan (1879). Zie de video ook via www.nrc.nl.
antwoordelijk voor LOB. De honderden leerlingen krijgt hij niet verwerkt. Dat moeten leraren doen. Zij voeren gesprekken aan de hand van belangstellingstesten en studiekeuzeactiviteiten. Hun expertise op dit gebied is nul. Ondertussen verleiden honderden opleidingen met prachtige websites. Op basis van dat materiaal gaan aanstaande studenten naar open dagen. Soms studeren ze op proef. De charme van de grote stad vervangt voor één dag de sleur van het schoolrooster. Een eerlijk beeld van inhoud, eisen en werkwijze komt niet tot stand. En misschien hoeft dat ook niet. Zeker in het eerste studiejaar is niet de belangstelling, maar de succeservaring de motor achter motivatie. De student die tentamens haalt gaat door. Stop daarom met soul searching. Leer kinderen liever hard werken op school. Maak ze intellectueel weerbaar. En precies daar valt een wereld te winnen. Kijk naar de realitysoap De School. BNN volgde een havo-voorexamenklas. Omgang met kennis, intens en met plezier, het is niet te zien. In plaats daarvan herrie in de klas en gesprekken over particulier welbevinden. Een leraar zegt op camera: „Iemand die kennis wil overdragen, heeft het hier zwaar.” Kortom, dit is geen school, maar een jeugdhonk. Een kweekvijver voor kanonnenvoer in het hoger onderwijs. De onderwijsinspectie constateert dat op havo een op de drie lessen zo is. Dit is maatschappelijk onaanvaardbaar. Studenten lenen voor hun studie. Volgens het weekblad Intermediair is vanaf 2030 meer dan de helft van de bevolking hoogopgeleid. Het gemiddeld loon zal door een toename van hoogopgeleid arbeidsaanbod dalen. Een schuldenlast, weinig geleerd in het funderend onderwijs en onzekerheid over toekomstig inkomen maken de student die geen geld van thuis meeneemt uiterst kwetsbaar. Een paar maanden geleden liep ik Kees in een café tegen het lijf. Hij is weer geswitcht. Deze keer naar bedrijfskunde. Dat gaat ooit lukken. Maar het traject-Kees is op weg naar het einde. Omdat het onbetaalbaar is. Nu maar hopen dat ouders, leerlingen en leraren dat onderhand ook eens beseffen. Ton van Haperen is leraar economie, lerarenopleider en publicist.
O&D6 Opinie & Debat
NRCWEEKEND ZATERDAG 25 JANUARI & ZONDAG 26 JANUARI 2014
O&D7
DE RECHTSSTAAT FOLKERT JENSMA
De rechter verliest terrein op het bestuur Aanhangers overdrijven door economie een ‘ellendige wetenschap’ te noemen;
Dat ‘ellendige’ is prima - het is de ‘wetenschap’ waarover ze apert liegen.
Als het gaat over keuzes, dan denk ik dat alleen die van Sophie vergelijkbaar was,
zet bij mij maar ‘geen keuze’ – elke major is verschrikkelijk!
Met een algemene studie blijf je juist flexibel Technologie leidt straks tot minder werkgelegenheid. Beroepen verdwijnen. Het wordt vaak hosselen, ploeteren en sparen. Er zijn ook voordelen: meer tijd voor zorg en lokaal bestuur, voorspelt Adjiedj Bakas.
I
n naoorlogs Europa zijn we gewend aan permanente economische groei, gekoppeld aan sociale stijging. Nooit eerder in de geschiedenis klommen zoveel mensen uit de arbeidersklasse omhoog naar de middenklasse, wat ook zorgde voor een stabiel politiek klimaat. Steeds hogere lonen werden de norm en woningen stegen in waarde. Die langdurige trend is nu voorbij. Lonen stijgen niet meer. De komende jaren verliezen velen hun baan, waardoor ze uit de middenklasse terugvallen in de arbeidersklasse. Steeds meer deskundigen stellen dat de werkloosheid niet zozeer te wijten is aan de crisis, maar aan de opkomst van ICT en internet. MIT-professor Erik Brynjolfsson voorziet een verdere terugloop in de werkgelegenheid binnen veel sectoren. In de Nederlandse financiële sector gaan volgens Reinier Castelein, voorzitter van vakbond De Unie, de komende drie jaar 50.000 banen verloren. Dat is vooral te wijten aan nieuwe softwareprogramma’s. Ook werkzaamheden waarvan we ons nu nog niet kunnen voorstellen dat die door machines worden gedaan, zoals die bijvoorbeeld te vinden zijn in sectoren als rechtspraak, onderwijs en geneeskunde, zullen over niet al te lange tijd door computers en robots worden uitgevoerd. Brynjolfsson, die jarenlang de loftrompet stak over de heilzame werking van ICT op onze economie, heeft nu zijn bedenkingen: „Het is de grote paradox van onze tijd. Onze productiviteit ligt op recordniveau, innovatie ging nog nooit zo snel, maar tegelijkertijd hebben we te maken met een stagnatie in de groei van de middeninkomens en met structureel teruglopende werkgelegenheid.” Technologische vernieuwing vormt al eeuwen lang het vliegwiel achter economische groei, want machines zorgen ervoor dat de productie efficiënter en goedkoper wordt, waardoor er meer welvaart wordt gecreëerd. Toegenomen welvaart zorgt
Adjiedj Bakas is trendwatcher. Dit artikel is afgeleid van een speech die hij hield voor de Partijraad van de SP.
uiteindelijk voor nieuwe banen – zo was het historisch gezien tenminste altijd. De fabriekseigenaar ten tijde van de Industriële Revolutie liet van zijn nieuw vergaarde kapitaal een groter huis bouwen door lokale bouwvakkers en nam huishoudelijk personeel in dienst. Kijken we echter naar de belangrijke economische indicatoren van vandaag de dag, dan lijken we anno 2014 af te wijken van dat patroon. De werkloosheid neemt toe, lonen stagneren en prijzen dalen, terwijl de productiviteit en de bedrijfswinsten blijven stijgen. Deze onevenwichtigheid is enerzijds te wijten aan de snelheid waarmee de huidige technologische revolutie plaatsvindt en de moeite die onze samenleving heeft om zich aan de nieuwe situatie aan te passen. ICT ontwikkelt zich nu eenmaal exponentieel, en het beroep waarvoor je vandaag wordt opgeleid, kan morgen uitgestorven zijn. Nog steeds worden jongeren opgeleid voor administratieve beroepen die er straks niet meer zijn. Er valt iets te zeggen voor het kiezen van een algemene studie in plaats van een specifieke, omdat zo’n algemene studie je flexibel houdt en de mogelijkheid laat om je kennis en vaardigheden later via nascholing bij te sturen. Een andere oorzaak voor de werkloosheid is het gedrag van grote delen van de elite die nieuw gecreëerde welvaart niet meer investeert in de samenleving maar systematisch afroomt en wegsluist. Zwitserse bunkers herbergen nu al meer Picasso’s dan alle musea ter wereld samen. Op de korte termijn betekent dit dat velen buiten de boot gaan vallen. Met name de huidige middenklasse zal krimpen. In Duitsland kromp de middenklasse volgens het Rode Kruis de afgelopen tien jaar al met 5 miljoen mensen. Er komt een periode waarin er niet genoeg betaald werk zal zijn voor iedereen, ondanks de vergrijzing. Dat betekent dat er een radicale herverdeling van arbeid nodig is. Voor een deel van de mensen blijft fulltime werken de dagelijkse realiteit. Naar getalenteerd hoogopgeleid personeel blijft altijd vraag, bijvoorbeeld in nieuwe sectoren als de biobased economy en e-commerce. Voor ondernemende types breekt eveneens een tijd vol mogelijkheden aan, want nooit was het gemakkelijker om een nieuw product in de markt te zetten en wereldwijd te verkopen. Ook blijft er behoefte aan ongeschoold personeel dat werk uit-
voert dat niet te automatiseren valt, zoals vuilnis ophalen, vakkenvullen of schoonmaakwerk. Ambachten, mits gemoderniseerd, hebben eveneens toekomst. Maar veel administratieve beroepen, die nu emplooi bieden aan de middenklasse, verdwijnen. Een deel van deze aanstaand werklozen wordt omgeschoold naar nieuwe high-end-banen, of ze gaan ongeschoold werk of ambachtswerk doen, en accepteren sociale daling. Anderen gaan in deeltijd werken als freelancer of zelfstandig professional, wat meestal geen vetpot is. Zelfstandigen zijn nu al vaak de nieuwe armen. Men zal ook steeds vaker meerdere baantjes naast elkaar hebben – Surinamers noemen dat ‘hosselen’.
W
anneer ik het heb over de herverdeling van werk, dan zal er behalve naar betaald werk ook naar onbetaald werk gekeken moeten worden. Als velen straks nog 28 uur per week
Om een radicale tweedeling te voorkomen, lijkt een basisinkomen me logisch werken, kunnen ze de extra vrije tijd invullen door overheidstaken over te nemen. De overheid schuift via financiële maatregelen nu al steeds meer taken terug op het bordje van de burger. Was het vroeger Vadertje Staat dat zorgde voor mindervaliden en de ouden van dagen, tegenwoordig loont het om je oude moeder of mindervalide zoon zelf in huis te nemen en te verzorgen. Hetzelfde gaat op voor kinderopvang. De zorgsector kan zo tot wel 70 procent goedkoper worden, en door burgerrechtspraak kan de rechtsstaat eveneens tientallen procenten goedkoper worden. Wordt het land opgedeeld in 10.000 mini-gemeenten met burgerzelfbestuur, naar Zwitsers model, dan kan de overheid ook minimaal de helft goedkoper werken. De burgers zullen meer onbetaald werk doen in onder andere lokaal bestuur, lokale rechtspraak en zorg. De transitie van big government naar big society is dan een feit. De leisuremarkt zal fors groeien: het volk heeft behoefte aan brood en spelen en dan immers meer vrije tijd. Nu uit veel onderzoek blijkt dat we chronisch moe zijn
en te weinig slapen, kunnen we straks weer 10 in plaats van 8 uur per etmaal slapen. Aangezien een op de vier Nederlanders zich eenzaam noemt, kunnen we de extra vrije tijd invullen met intimiteit. Velen zullen zich de komende jaren niet alleen richten op geld verdienen, maar ook en misschien wel vooral op geld uitsparen. De nieuwe tijd biedt allerhande manieren om goedkoop te leven. Mede dankzij dalende gasprijzen en doorbraakinnovaties op het gebied van zonnecellen is energie in zelfvoorzienende huishoudens straks spotgoedkoop. We gaan ook meer delen, bijvoorbeeld de auto. We zetten gezamenlijk zorgcoöperaties en energiecoöperaties op, en ruilen producten en diensten zonder dat er geld aan te pas komt. Een eigen moestuin spaart boodschappen uit, en zo zijn er nog meer creatieve manieren om rond te komen. Toch is er meer nodig dan besparen alleen. Om een radicale tweedeling in de samenleving, met alle bijkomende armoede en sociale onrust, te voorkomen, lijkt het me logisch dat de overheid een ieder een basisinkomen gaat verstrekken, zoals in Zwitserland nu al bediscussieerd wordt. Basisinkomen plus hosselen en kosten drukken, dat is dan voor veel Nederlanders de nieuwe ‘levensmix’. Mensen met schaars talent zullen zich nog steeds dik laten betalen, maar de inkomens van de mensen met gemiddeld talent zullen dalen. Het wordt echter ook makkelijker om rond te komen van weinig, want ook de prijzen zullen de komende jaren blijven dalen – we krijgen te maken met een periode van deflatie. Uit recent onderzoek blijken veel jongeren al een voorschot te nemen op de nieuwe tijd. Zij ambiëren geen rijkdom en roem, gaan niet voor de flitsende carrière, maar kiezen voor een gelukkig gezinsleven. Het zijn met name kinderen uit de blanke middenklassen die deze houding aannemen. Kinderen van immigranten of uit de onderklasse zijn doorgaans ambitieuzer, en maken dan ook meer kans om door te stromen naar de toekomstige elite. U vraagt zich af waar de Staat straks het basisinkomen van gaat betalen? Uit nieuw te creëren belastingheffingen op robots, supercomputers, arbeidsbesparende softwareprogramma’s en andere IT-gerelateerde productiemethoden. Deze nieuwe belastingen moeten de opvolger van de verzorgingsstaat financieren.
O
nlangs was ik gelegenheidsspreker in een zaaltje met nette mensen die voor hun Nieuwjaarsbijeenkomst ‘de Rechtsstaat’ uitgelegd wilden krijgen. Liefst in combinatie met ‘de Journalistiek’. Dat betekent dus jezelf een aantal basale vragen stellen. En uitleggen wat ik ‘eigenlijk’ doe. Dat is nog het moeilijkste. Wacht lopen tussen de vrije burger en de almachtige staat, zeg ik dan. En op tijd ‘ho’ roepen, of ‘terug’! Daarbij zwaai ik veel met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, waar het allemaal in staat. De kern van de democratische rechtsstaat is dat ook de overheid is gebonden aan het recht. Het EVRM is de laatste stok achter de deur. De wet is er dus niet (alleen) voor om de burger binnen de perken te houden. Dankzij die grondrechten is de burger ook beschermd tegen willekeur, ongelijkheid, inbreuken op zijn lijf, zijn privacy, zijn huis etc. Al die fundamentele rechten uit de grondwet en het verdrag waar de overheid gewoon niet aan mag komen. Wat ons tot vrij mens maakt, ultimo gegarandeerd door de onafhankelijke rechter. Over de rechter als noodrem, als waarborg, als last man standing tegen de macht – daar kan ik dan wel vrij lyrisch over worden. Laatst was er nog een magistraat die het recht om anoniem en vrij te mogen parkeren garandeerde – zonder eerst je nummerbord in te moeten tikken. Daar word ik blij van. Niet dat we een onverstandig parlement hebben. Alleen, veel rechtstatelijk vuur voel ik daar niet. Op een enkele liberale partij na is het daar één en al handhaven en onderdrukken. Iedere burger als potentiële normschender of profiteur. De liefde voor de staat is zo algemeen, dat het NSA-schandaal mij goed uitkwam. De Boeman leeft en nog wel in ons democratische voorbeeldland, de VS. Daar hebben ze dus een soort meeluisterende Stasi voor de wereldbevolking georganiseerd.
Maar dan vraagt in zo’n zaaltje toch iemand hoe ik dan exact weet wanneer hier de rechtsstaat wordt bedreigd? Nederland ziet er immers uit als een soort modelboerderij waar, op de digitale parkeerautomaten na, alles wel klopt. Dat is inderdaad niet zo eenvoudig. Rechtsstaatpatrouille is geen natuurkunde. Ik wil bovendien geen bovenmeester spelen die altijd maar aan de rem hangt, terwijl de criminaliteit oprukt, de fraude, het misbruik, het geweld, de onveiligheid etc. Dat is weliswaar, zó algemeen gesteld niet waar, maar het wordt wel breed aangenomen. Dus speelt zo’n frame politiek een rol en daarmee ook in zaaltjes met bedachtzame mensen, die onrustig worden van de krant. Ook van deze. Zelf krijg ik dan weer lichte jeuk van juristen die bij ieder nieuw kabinetsplan zeker weten dat dit totaal in strijd is met de mensenrechten en dus een zoveelste blijk van de ongeschiktheid van de twee bewindspersonen. De ‘rechtsstaat’ als retorische voorhamer waarmee ieder gesprek meteen is beëindigd. Vorige week gebeurde dat bij het plan van staatssecretaris Teeven om de weigeringsgronden voor de Verklaring omtrent het Gedrag te versoepelen. Belastende politie-informatie, dus zónder veroordeling door de rechter, zou voortaan al voldoende kunnen zijn. Waarna die baan, stageplek of vergunning de burger wordt geweigerd. Zo wordt een fundament van de rechtsstaat weg geschoffeld, zeiden verontwaardigde critici: het onschuldbeginsel wordt geschrapt. Nieuwe macht voor de staat dus en inperking van de vrijheid. Datzelfde kennen we van de wet Bibob, waar gemeenten uit vertrouwelijke informatie keiharde conclusies trekken. Of iemand een cafévergunning krijgt, of ergens mag bouwen of zelfs wonen.
A
lle aanleiding dus om ‘ho’ te roepen, of ‘stop’. Ik sluit me dan voor het tegenwicht braaf aan bij de critici, maar vraag me ook af of ik wel alles weet. De maatstaf moet altijd zijn of de overheidsreactie binnen redelij-
ke proporties blijft en controleerbaar is, in het licht van de feiten. Maar ken ik die wel? Als een strafblad ontbreekt en een VOG dus gegeven moet worden, vind ik een weigering best toelaatbaar als de hoofdofficier of de rechter-commissaris de bezwarende informatie toetst op ernst. Met bezwaarmogelijkheid voor de burger. De rechtsstaat is niet altijd meteen verloren. Om te controleren of we als krant niet dezelfde zonde begaan en ‘de rechtsstaat’ als sjibbolet gebruiken, liep ik een paar maanden NRC-commentaren na. Uiteraard kwam het tevoorschijn bij het NSA-afluisterschandaal, maar ook bij het illegale vuurwerk. De overheid organiseerde een ‘Poolse’ nepwinkel op het web en lokte zo overtredingen van kopers uit. Maar overtrad tegelijk Europese handelsregels. Ook in de kwestie van de suïcidale Russische asielzoeker die verkommerde in een Rotterdamse cel, was de rechtsstaat evident in het geding. Net als bij de bezuinigingen op de rechtsbijstand en het aldus beperken van de armslag van de strafadvocaat. De staat maakt zo toegang tot de rechter moeilijker en verzwakt tegelijk het strafproces. De scherpste kritiek gold echter steeds plannen waarin de strafrechter werd beperkt of buitenspel gezet. In specifieke gevallen is het de strafrechter al onmogelijk gemaakt een taakstraf op te leggen. Vorig jaar stelde het kabinet voor om celstraffen korter dan een half jaar als thuisarrest uit te voeren, met een digitale enkelband. Weer een ingreep in het assortiment van de rechter. Dat past in een breder beeld: de overheid trekt sanctiemacht naar zich toe en wordt daarin steeds harder. Dat is ook goed te zien in de sociale zekerheid. Daar buitelen de sancties en verplichtingen in zo’n tempo over elkaar heen dat inmiddels de term ‘repressieve verzorgingsstaat’ in zwang is. De rechter verliest dus marktaandeel en levert handelingsvrijheid in. De staat stelt zich minder controleerbaar op. En daar maak ik me zorgen over. De auteur is juridisch redacteur
OPKLARINGEN MARC CHAVANNES
O
ver het algemeen wordt aangenomen dat Nederland vier grote banken heeft. Alle vier hebben de laatste jaren hun glans verloren. Drie zijn overeind gehouden met publieke miljarden. Twee zijn staatseigendom. En dan hebben we het nog niet over de DSB bank. Of over Icesave. De Nederlandsche Bank hield al die jaren toezicht op het bankwezen. Onder toezicht – op afstand – van het ministerie van Financiën. Het rapport over de bijna-ondergang van SNS Reaal biedt een helder beeld van de werkwijze en aanpak van beide overheidsinstellingen. Na te hebben vastgesteld dat de toenmalige leiding van SNS incompetent en hardnekkig ziende blind was. Om de boevenpot van een van die andere gerespecteerde banken, ABN Amro, over te nemen moet je behalve je huiswerk niet hebben gedaan ook weinig oren op de grond hebben gehad, zoals de Britten dat noemen. Zolang bedrijven hun eigen financiers plezieren of teleurstellen en het grote publiek niet bedriegen, hoeft de overheid niet op het puntje van haar stoel te zitten. Dat verandert als een bedrijf belangrijk is voor het welzijn van de samenleving en zeker als zo’n bedrijf overeind moet worden gehouden met publieke middelen. De steun aan ING mag met rente zijn terugbetaald, bij ABN Amro en SNS Reaal wordt de kans klein geacht dat al het geld terugkomt. De wijze mannen Rein Jan Hoekstra en Jean Frijns laten in hun SNS-rapport onontkoombaar duidelijk zien dat de twee instanties die namens ons geroepen zijn om de gezondheid en betrouwbaarheid van het financiële stelsel te bewaken daarin zijn tekortgeschoten. De Nederlandsche Bank waarschuwde in het algemeen voor dubieuze onroerendgoedinvesteringen, maar miste de kennis en/of alertheid om die wetenschap toe te passen op de aankoop door SNS Reaal van Property Finance. DNB had trouwens ook verkoper ABN Amro eerder kunnen aanspo-
Toezicht op bank vergt deskundige overheid
ren die rotte portefeuille door de wasstraat te halen. De cultuur was er niet naar. De Nederlandsche Bank worstelde steeds met wat wordt genoemd het ‘toezichtdilemma’: als we nu bij SNS Reaal hard ingrijpen dan lokken we een bankrun uit. Door in het overlegmoeras met Financiën als zachte heelmeester op te treden kon DNB dat uiteindelijk niet voorkomen. Het is een reëel probleem. Met de kennis van nu kan men zeggen dat eerder, pinniger toezien de enige oplossing was geweest. Met de kennis van toen was het een tijdbom die niet bij een afdeling kon blijven liggen. De commissie van twee adviseert De Nederlandsche Bank weer door één persoon, de president, te laten vertegenwoordigen. Sinds de wisseling van de wacht – Klaas Knot verving Nout Wellink midden 2011 – is de president vooral de ECB-man die in eigen land ‘het stelsel’ bewaakt, terwijl Jan Sijbrand als directeur toezicht de politieman is. Na twee jaar afzijdigheid werd minister De Jager daadkrachtig met die splitsing, die de commissie nu ongedaan wil maken. Daar tegenin zeggen sommigen dat toen Wellink nog de opperbaas was, ook van alles is misgelopen. Klopt. Structuur voorkomt geen missers. Het komt neer op de mensen, hun deskundigheid en hun karakter. En de kwaliteit van hun medewerkers.
D
at laatste is wat het meest opvalt in dit eminente onderzoeksrapport, zeker over de rol van Financiën. Onder minister Wouter Bos zijn onvoldoende strikte voorwaarden gesteld toen SNS Reaal in 2008 met 750 miljoen overheidsgeld overeind werd gehouden. Zagen zijn ambtenaren voldoende scherp dat die bank toen al een wankelende aspirant reus was, bezig zich te overeten aan junkfood? Misschien hadden zij het druk met ING, maar als je driekwart miljard uitleent zonder door te vragen en voorwaarden te stellen dan ben je op z’n minst onderbemand. En de minister overbelast? Wat dacht hij, wist hij genoeg voor het bedrag?
Of laat het rapport zien dat met al dat gepraat over een slanke rijksdienst en de als een tol roulerende ‘topmanagementgroep’ ook op het ministerie van Financiën deskundigheid ontbreekt, in dit geval om de markten, ingewikkelde financiële producten en de humbug van zo’n SNS-directie te doorgronden? Heeft Financiën zich net zo beet laten nemen als De Nederlandsche Bank? Ambtenaartjes naast de geldjongens. Het is een veeg teken dat beide hoog op de apenrots bivakkerende overheidsinstellingen in de beschreven crisissituaties een waaier aan zakenbanken en advocatenkantoren in de arm namen, met bijbehorende pakken en declaratieusances. Op enig moment waren er zoveel adviesmiljonairs in het ministerie van Financiën samengestroomd dat er in het betreffende zaaltje maar één stoel per adviesfirma beschikbaar was. De overheid overgenomen. Niet alleen worden de redeneringen van die circuits daarmee sluipenderwijs dominant in de afwegingen die ambtenaren en politieke leiding maken, hun adviezen geven een vals gevoel van zekerheid. Zie ook de omstreden waarderingskwesties bij de ABN Amro-Fortis-overname waar de parlementaire commissie-De Wit haar tanden in zette. Als het fout loopt, zijn de adviseurs ver te zoeken en kunnen de ministers weinig anders meer doen dan de rekening presenteren aan het volk. Dat volk begrijpt veel. Wat moet dat moet. Maar als de daartoe geroepenen, zoals bij de Scheringabank, de overname van ABN Amro en de uitgerekte redding van SNS Reaal, nalieten tijdig en effectief hun verantwoordelijkheid te nemen, dan begrijpt het volk dat niet. Politieke moed is van alle tijden. Die redt het niet zonder deskundige ondersteuning. De deskundige overheid is te lang verdacht gemaakt en ontmanteld. Dat illustreert het SNS-verhaal. reacties:
[email protected]; twitter: @marcchavannes
O&D8 Opinie & Debat
NRCWEEKEND ZATERDAG 25 JANUARI & ZONDAG 26 JANUARI 2014
Essaywedstrijd
Tunesië
Nieuwe grondwet is een mijlpaal Van Langendonck schrijft terecht dat de nieuwe Tunesische grondwet het woord ‘sharia’ niet noemt, de Tunesische staat expliciet civiel is en de rol van de islam beperkt is tot de ‘religie van Tunesië’ (NRC, 21 jan). Maar men moet dit in de Tunesische context zien: de genoemde artikelen zijn gewoon overgenomen uit de vorige grondwet (1959). Dit geeft aan hoe klein de stap eigenlijk is die de Constitutionele Assemblee heeft gezet. Ten tweede kan het ‘seculiere’ karakter van de pre-revolutionaire Tunesische staat niet los worden gezien van het vorige autoritaire regime. De onderdrukking was immers toen voornamelijk gericht tegen mensen die ‘te islamitisch’ waren. (Mannen met een
baard werden opgepakt voor verhoor, moskeeën werden gesurveilleerd om degenen die ze ‘te vaak’ bezochten te arresteren, etc.) Veel Tunesische voorstanders van de beperkte rol van de islam in de grondwet zijn ook voorstander van verdere onderdrukking van ‘islamisten’, dus van beperking van godsdienstvrijheid. Waarom moet er zo op de islam gehamerd worden ? De nieuwe grondwet, die de basisrechten van de Tunesiërs beschermt, is een mijlpaal in de democratische transitie en in het achter zich laten van een repressief regime. Dr. Maaike Voorhoeve is onderzoeker bij Forum Transregionale Studien, Wissenschaftskolleg zu Berlin en Humboldt Universiteit
De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en NRC Handelsblad schrijven dit jaar voor de vijfde keer samen een essaywedstrijd uit. Lezers mogen een suggestie doen voor de wetenschappelijke vraag waar het essay over moet gaan. De winnende inzender krijgt een zilveren medaille. De uiterste datum is 21 februari. Inzendingen: Spaarne 17, 2011 CD Haarlem of
[email protected]
Borghouts
Dit kunnen we doen
Onjuistheden rechtgezet
Ilse Arkesteijn vraagt zich af wat zij als gewone burger kan doen voor Syrië (NRC, 21 jan). Ze wil wel, maar weet niet hoe. Het Syrische Comité en De Nieuwe Liefde organiseerden kort geleden de avond ‘De stilte rond Syrië’ (15 jan). Centraal stond de vraag waarom er zo weinig aandacht is voor de grootste humanitaire ramp van deze eeuw en wat we kunnen doen om die stilte te doorbreken. Een keur aan (kleinschalige) initiatieven presenteerden zich tijdens de bijeenkomst. Hierbij een aantal suggesties voor mevrouw Arkesteijn, en hopelijk voor velen met haar: • Like de FB-pagina van Adopt a Revolution, een initiatief van IKV Pax Christi, en adopteer een project van een van de vredesactivisten ter plaatse. • Doe mee aan een schrijfactie van Amnesty, bijvoorbeeld voor politiek activist Anas al-Shogre (1988), die op 14 mei 2011 werd opgepakt en sindsdien zonder contact met de buitenwereld vastzit. • Meld je als ervaren musicus, workshopleider of gemotiveerde professional aan bij Syrious Mission, een initiatief van componist Merlijn Twaalfhoven, en help Syrische vluchtelingen in Jordanië door samen muzikale activiteiten te ondernemen. • Koop of doneer een efficiënte solar powered WakaWaka-lamp en geef een gevlucht Syrisch gezin de mogelijkheid tot contact met de familie en om ’s avonds met licht te koken, lezen, converseren en veilig naar buiten te gaan. • Kom naar de volgende bijeenkomst van Het Syrische Comité en De Nieuwe Liefde . Houd de agenda’s in de gaten. Désanne van Brederode is bestuurslid van Het Syrische Comité Vanessa Verhoeff is hoofd programmering bij De Nieuwe Liefde
In het interview met de voormalige commissaris van de koningin in Noord-Holland, Harry Borghouts (NRC, 18 jan) staan drie onnauwkeurigheden, die ik niet onopgemerkt kan laten, omdat zij de ambtelijke organisatie in een verkeerd daglicht stellen. Ik was van 2000 tot 2011 eindverantwoordelijk voor die organisatie en als zodanig nauw betrokken bij de beschreven gebeurtenissen. Ten eerste mag het waar zijn dat in de overdrachtsgesprekken van Borghouts met Van Kemenade niet over integriteitsschendingen op het provinciehuis is gesproken, maar in gesprekken van Borghouts met mijzelf en de toenmalige directieleden is het onderwerp wel degelijk aan de orde gesteld. Ten tweede beweert Borghouts dat hij nooit een signaal van misstanden op het provinciehuis heeft gehad. Dit is onjuist. Ik weet zeker, dat zowel via directieleden als rechtstreeks door ambtelijke medewerkers (vermeende) misstanden aan Borghouts zijn gemeld. Ten slotte verklaart Harry Borghouts ‘geschrokken’ te zijn geweest toen hij vernam dat Moens als gedeputeerde in het college spil was in een corruptieaffaire. Hier lijkt het alsof Borghouts pas onlangs van deze kwestie heeft vernomen. Dit is onjuist. Enerzijds omdat ook in deze kwestie vroegtijdig door een ambtenaar aan de bel is getrokken. Anderzijds omdat de belangenverstrengeling in de verhouding van de gedeputeerde Moens met Darwind c.q. E-concern ook toentertijd in het college van GS bekend raakte en al snel tot het vertrek van de gedeputeerde heeft geleid. H.W.M. Oppenhuis de Jong Haarlem
NRC OMBUDSMAN SJOERD DE JONG
Illustratie Cyprian Koscielniak
Oproep
Syrië
Energie
Wiegel zelf schuldig aan potverteren Volgens Hans Wiegel is Nederland bezig met potverteren door het subsidiëren van windmolens en elektrische auto’s (NRC, 15 jan). Hij bekritiseert daarmee het kabinet-Rutte dat gekozen heeft om aan energieconsumenten opcenten te vragen voor de financiering van de nu nog onrendabele hernieuwbare energievoorziening en miskent het verkiezingsprogramma van de VVD. Het klopt dat de partij af wil van subsidies op energieopwekking, maar dan ook alle vormen van opwekking! Wiegel gaat eraan voorbij dat ook voor fossiele energieopwekking tal van subsidiestromen en fiscale voordelen van kracht zijn, de maatschappelijke kosten van fossiel verbranden dan nog
niet meegerekend. De risico’s en kosten die het gevolg zijn van klimaatverandering door het opstoken van fossiele brandstoffen laat hij ook buiten beschouwing. Nederland verbruikt jaarlijks haar inkomsten uit gasreserve, zonder daar een nieuwe energievoorziening mee te financieren. De afgelopen zestig jaar is veel te weinig gedaan aan energie-efficiëntie, waarmee we jaarlijks tot wel 15 miljard m3 kunnen besparen. In het tijdperk van Wiegel heeft Nederland met haar gasvoorraden enorm ‘gepotverteerd’, dat mag hij zich allereerst aantrekken! Gijs Dröge en Gerd-Jan Otten zijn oprichter en moderator van de denktank Liberaal Groen en actief lid van de VVD.
Advertentie
Geldig op 25 en 26 januari 2014
Groningen
NAM is wel degelijk aansprakelijk
Bekroonde topwijn
5ko0%
Wijnglazen 4 5% ko
rting
rting
8
Domaine La Baquière Cuvée Massia AOP Corbières
glazen
6
flessen
De overheid en NAM focussen zich vooral op feitelijke en zichtbare schades van aardbevingen. Waardevermindering van huizen door geringere aantrekkelijkheid, minder woongenot door angst en door een verzwakte constructie komen nauwelijks aan bod. Veel Groningers hebben ons uitgelegd ontevreden te zijn over de schadeafhandeling door de NAM, omdat de procedure niet transparant is en de NAM niet onafhankelijk is. Taxateurs constateren dat schade misschien het gevolg is van achterstallig onderhoud. De burger moet dan het tegendeel bewijzen, wat ingewikkeld of vrijwel onmogelijk is. Burgers zouden dus een juridisch kader aangereikt moeten krijgen. Volgens artikel 114 lid 2(d) Mijnbouwwet kunnen burgers advies krijgen van de Technische Commissie Bodembeweging en ingevolge artikel
6,66 per fles
59,95
6 flessen nu voor
39,99
Gratis verzending!
Nu voor
6:177 lid 1 Burgerlijke Wetboek is de NAM aansprakelijk voor de schade. De burger zou de schuld van de NAM niet hoeven bewijzen. Eric Meijer is directeur van de Johan van Oldenbarnevelt Stichting
Ook per 4 glazen te bestellen
Bestel nu op: www.onedayonly.nl
32,95
Redding voor psychiatrisch patiënten In ‘Religieuze critici kregen gelijk over euthanasie’ melden Reerink en The (NRC,18 jan) tegen euthanasie te zijn omdat zij deze ingreep uitsluitend aanvaardbaar achten als er ‘geen spoor van twijfel’ bestaat. Een illusie omdat de beoordelende arts in de praktijk geen honderd procent zekerheid heeft. Om euthanasie bij ne-
Een onontwarbare kluwen van geruchten en feiten
M
et lange tanden, misschien, maar toch meer dan welkom. Dat was de slotsom van NRC Handelsblad woensdag over het bevel van het hof in Arnhem om alsnog beschuldigingen van verkrachting aan het adres van oud-secretaris-generaal van Justitie Joris Demmink te onderzoeken. Dat is een moment om even bij stil te staan, want rondom de oud-topambtenaar Demmink woedt al ruim tien jaar een geruchtencampagne. Deels komen de beschuldigingen aan zijn adres van advocaten, deels van een curieus netwerk van activisten en complotdenkers die hem zien als representant van een verrot, decadent establishment. Zij brengen hem in verband met van alles wat loos is, tot en met de moord op Marianne Vaatstra, en nog net niet met Abu Ghraib of de gefingeerde maanlanding. Nu komt er dus alsnog een zaak. Hebben de ‘gevestigde media’ zitten slapen? De campagne op internet en in andere media was natuurlijk lezers van deze krant niet ontgaan. Geregeld vroeg een lezer waarom de krant niets aan ‘de zaakDemmink’ deed. Of waarom zo klein. Nauwelijks verholen argwaan: wordt hier iets weggemoffeld? Eerst de feiten – toch al een schaars goedje in de hele zaak. Ik telde vanaf 2002, toen Demmink aantrad als secretaris-generaal (en de campagne tegen hem op stoom begon te komen), in NRC Handelsblad 13 stukken over de ‘affaire’, waarvan 8 de afgelopen twee jaar. Ter vergelijking: bij de Volkskrant telde ik in die periode 15 stukken,
Krant volgde de campagne tegen Demmink op afstand, maar vond geen bewijzen
Euthanasie
79,99
O&D9
gen psychiatrische patiënten na 286 verzoeken daartoe als slippery slope te betitelen is disproportioneel. Temeer daar er zich uiteraard onder de 1.700 mensen die per jaar zelfdoding plegen heel wat psychiatrische patiënten bevinden die aan hun afschuwelijk lot worden overgelaten. H.W.H.Weeda Leiden
waarvan 13 de laatste twee jaar. Ongeveer vergelijkbare aandacht, dus. Inderdaad, de eerste jaren berichtten de kranten er nauwelijks over. Ook niet zo gek, want veel feiten waren er niet. Dat veranderde in 2007, toen nieuwe beschuldigingen aan het adres van Demmink werden geuit door de veroordeelde Turkse drugshandelaar Huseyin Baybasin. Die waren in NRC Handelsblad aanleiding voor een portret (1.895 woorden) van Demmink (Een sterke ambtenaar met veel vijanden, 18 juni 2007) door verslaggevers Jan Meeus en Jos Verlaan. In dat stuk werden de beschuldigingen genoemd: pedofilie en het manipuleren van de strafzaak tegen Baybasin. Maar, noteerden de verslaggevers: „Harde bewijzen ontbreken” En: „Feit is dat Demmink tot op heden alle beschuldigingen heeft weten te weerleggen.” Demmink zelf wilde de krant niet te woord staan. Wel werd in het stuk gewag gemaakt van zijn homoseksualiteit. Een volgend moment kwam pas in 2012, met nieuwe, anonieme, beschuldigingen afkomstig uit de Haagse onderwereld in het Algemeen Dagblad (dat door Demmink werd aangeklaagd). Twee ex-gevangenisdirecteuren deponeerden belastende verklaringen bij de notaris. En afgelopen september dook een document op dat Demminks verweer ondermijnde tegen twee Turkse mannen die hem van misbruik beschuldigen.
Dat laatste was uiteindelijk voor de krant reden op te schalen. Verslaggever Marcel Haenen, in de jaren negentig al justitieverslaggever, schreef een verhelderend stuk (Wending in affaire-Demmink, 28 september, 894 woorden) en kort daarop nog een (Demmink heeft zijn agenda gevonden, 14 december, 1.123 woorden). Haenen had afgelopen dinsdag ook de primeur dat het Openbaar Ministerie was opgedragen de zaak tegen Demmink alsnog strafrechtelijk te onderzoeken. Daarna volgde weer een langer stuk (Met lange tanden begint OM onderzoek Demmink, 22 januari). En nu kwam er ook een hoofdredactioneel commentaar van de krant (Bevel om zaak-Demmink uit te zoeken is meer dan welkom). Kreet vanuit de coulissen: had de krant dat zelf niet eerder kunnen doen? Nou, de krant hééft dus wel degelijk over de zaak geschreven, vanaf 2007 – maar inderdaad volgend, niet agenderend. Dat is ook niet zo gek, want het ging om een baaierd van geruchten en anonieme beschuldigingen, versus herhaalde ontkenningen en onderzoek dat niets opleverde. Dan valt er weinig te melden, tenzij nieuwe feiten opduiken of de zaak – zoals nu is gebeurd – in een stroomversnelling raakt. Lezers zijn wel gevoelig voor het ‘verzwijgen’ van duistere zaken door de media, maar óók voor het opzetten van journalistieke ‘hetzes’. Overigens is de jongste wending in de zaak opmerkelijk, maar ook nog wel beperkt: het gaat om Demminks alibi in de ‘Turkse zaak’; maar de campagne tegen hem is veel breder. Aan de affaire klitten allerlei aspecten die de concrete aantijgingen die nu ter discussie staan verre te buiten gaan; voor sommige bloggers is Demmink de personificatie van een corrupte politiek-juridisch orde; of is zijn affaire een symbool van de krachtmeting tussen ‘nieuwe’, rebellerende, en ‘oude’ afdekkende media. Overigens waren het ook juist sommige van die laatste media, kranten en tv-zenders, die de zaak de afgelopen jaren aanjoegen. Zo doemt hier dus nog wel een ander mediaverhaal op, nog los van de rechtsgang en het bewijs tegen Demmink. Namelijk een verhaal over de vraag hoe de aanhoudende beschuldigingen aan zijn adres georganiseerd en gefinancierd zijn, en hoe de telkens opduikende aantijgingen precies tot stand zijn gekomen. Volgens Haenen sparen betrokkenen „al jaren kosten noch moeite om Demmink voor de rechter te krijgen omdat ze een groot justitieel complot vermoeden”.Ten slotte: ook de aard van de beschuldiging, pedofilie, en de aangescherpte aandacht daarvoor, speelt ongetwijfeld een rol. De Volkskrant bracht vorig jaar al eens een portret van de lobby tegen Demmink, „een bont gezelschap van advocaten, voormalige rechercheurs en zelfbenoemde idealisten”. Over die laatste typering kun je twisten (zijn er ook door anderen benoemde idealisten?) Maar dat stuk gaf tenminste al enig inzicht in de labyrintische, soms troebele wereld áchter de jarenlange campagne. Een mooi onderwerp voor een promovendus in de mediastudies, ooit – maar toch ook voor de krant. In zo’n kwestie wil je niet alleen graag feiten hebben over de kop van Jut, maar ook over de vaste klanten en kermisgangers die met de hamer slaan. Reacties:
[email protected]
De lezer schrijft... Waar is het colofon gebleven? Het was een goede gewoonte een overzicht van redacteuren, hun functies en standplaatsen in de krant af te drukken. Ik heb het al lang niet meer gezien. Als oud-redacteur van de krant stel ik het op prijs om bij tijd en wijle, op een herkenbare en vaste plaats, geïnformeerd te worden over de samenstelling van de redactie. Voor alle lezers is het naar mijn mening van belang functies en namen van de redacteuren periodiek te kunnen volgen. Dat draagt bij aan de hechting van lezers aan ‘hun’ krant. Roel Janssen, Den Haag
...de krant antwoordt het is permanent te lezen op de site... Inderdaad, lezers hechten aan auteurs en willen dan ook zien bij welke redactie van de krant zij horen. Het colofon van NRC Handelsblad en nrc.next is daarom permanent te raadplegen op de site nrc.nl (http://www.nrc.nl/colofon). Dat overzicht wordt periodiek bijgewerkt. Dat is al enige tijd zo. De hoofdredactie blijft dit verkiezen boven een incidentele opname van het volledige colofon in de papieren krant. Dat zou overigens (met ongeveer 200 redacteuren) aanzienlijke ruimte in beslag nemen.
geldig van zaterdag 25 januari t/m zaterdag 8 februari
TOT
O O P U I V E R K T
WEL
80
%
KORTING
80,00
29,97
De Nieuwe Nederlandse Cinema 5 films
34,95
Klinkende Namen
Moord in Italië
Vijf legendarische Italiaanse films 3 dvd’s
pakket van 4 boeken
Africanon
12
50
8 fraaie romans
20,-
34,95
Oscar Peterson
1750
OP=OP
2095
Debut: The Clef/Mercury Duo Recordings 3 cd’s + boekwerk
59,95
25,De smaak van de ziel 4 documentaires
24,95
15,-
Rotterdams Philharmonisch Orkest Russische Componisten 10 cd’s
The Buddha & Seven Wonders of the Buddhist World + Life of Muhammad & 7 wonders of the muslim world
Beatles - Stereo Boxset 17 disc’s
4 dvd’s
235,00 34,95
34,95
Fashion Icons
25,-
1995
4 documentaires
Het mooiste uit 400 jaar opera L’Orfeo, La Bohéme, Don Giovanni, Damnation de Faust, Tristan en Isolde Per deel
180,-
24,95
1495
24,95
5,-
Extra: het album Tchaikovsky Pathéthique
North Sea Jazz Festival Testament 2
Next Generation 5 cd’s + 1 extra cd
Bijbelverhalen in muzikale vorm
29,95
29,95
8
50
8,5 films
83,99
40,-
34,95
El Cine
De Wijnatlas editie 6 400 pagina’s
1750
Thrillerpakket 4 boeken
29,90
10,-
De Hongerspelen box met 3 gebonden boeken
49,99
2999 The Story of Maths, Music of the Primes, The Code 3 boeiende en verhelderende documentaires 4 dvd’s
NRC Handelsblad Klassieke Iconen Von Karajan (9 cd’s), Callas (5 cd’s + 3 dvd’s) & Bernstein (10 cd’s) Per deel
29,95 24,95
1995
1250
Lekker lang luisteren op de achterbank 43 verhaaltjes, liedjes en versjes die nooit vervelen 5 cd’s
19,95
10,Kijk voor meer aanbiedingen op nrclux.nl/uitverkoop
nrclux.nl/uitverkoop
O&D12 Opinie & Debat
NRCWEEKEND ZATERDAG 25 JANUARI & ZONDAG 26 JANUARI 2014
HET NABESTAAN
Hij hielp me een leven zonder hem op te bouwen Naam: Marjan Beijer (1968) Woont: in Heemskerk (N-H) Is: administratiespecialist in de gezondheidszorg Vertelt over: haar leven na de dood van haar partner Rogier (1960-2013)
„Toen hij in 2011 hoorde dat zijn ziekte ongeneeslijk was, zei hij: ‘Dat is vervelend voor mij en klote voor de rest.’ Hij dacht aan zijn dochters, toen 21 en 23 jaar oud; elf jaar eerder hadden zij al hun moeder, zijn vrouw, verloren. Hij dacht aan zijn ouders, die twee zonen hadden; zijn jongere broer was in 2006 overleden, 42 jaar nog maar, plotseling gestorven tijdens een weekje vakantie met zijn ouders. Hij dacht aan mij; we hadden elkaar in 2002 leren kennen en sindsdien waren we onafscheidelijk geweest. Hij dacht aan zijn kleindochter, toen net twee jaar. „Half januari vorig jaar was ik opeens weduwe: 44 jaar, en oma van een kleindochter – samen met twee kinderloze ouders en twee ouderloze kinderen, rouwend om Rogier. „Hij heeft er alles aan gedaan ons allemaal zo goed mogelijk voor te bereiden op zijn dood. Hij had zelf zijn vrouw verloren. Nu zou zijn tweede vrouw haar man verliezen. Hij zei tegen mij: ‘Eerst zul je misschien het gevoel hebben dat je nooit meer gelukkig kunt worden, maar heus, jouw leven komt in een nieuwe fase, waarin je vast weer iemand ontmoet met wie je je leven wilt delen, met wie je samen gelukkig kunt zijn.’ Zo had hij dat zelf, als weduwnaar, ook ervaren, hield hij me voor. „Wij hadden samen niet zo’n druk sociaal leven gehad: we werkten hard, in ons eigen bedrijf. We hadden een kliniek voor de behandeling van mensen met ziekmakend overgewicht. Verder waren we het liefst samen thuis, of op reis. Verjaarsfeestjes hielden we zo veel mogelijk af. Rogier kon daar heel eerlijk in zijn, hij zei gewoon dat hij niet zo goed was in oppervlakkige gesprekjes in grote groepen. Zelf voel ik me ook veel meer op m’n gemak bij ontmoetingen één-op-één dan op borrels en recepties. „Maar toen Rogier besefte dat zijn laatste levensfase was aangebroken, heeft hij me gestimuleerd oude vriendschapsbanden weer aan te halen. Daar was hij heel bewust mee bezig: bel die ’s op, spreek ’s af met die. Als ik dan thuiskwam, vroeg hij: ‘En, hoe was het? Was er een klik? Was er belangstelling voor jouw verhaal, of moest je eindeloos verhalen aanhoren? Kreeg je er energie van?’ „Rogier heeft me gecoacht in het opbouwen van een leven zonder hem. Ik was me daarvan toen niet zo bewust, maar met terugwerkende kracht zeg ik: mijn rouwperiode lag deels al in de maanden vóór zijn dood en hij heeft me begeleid, hij was – bij
(Boven) „Rogier met kleindochter.” (Links) „Wij zijn niet getrouwd, hebben geen trouwfoto’s. Daarom hebben we kort voor zijn dood met de zelfontspanner een serie van ons samen gemaakt.” (Rechts) „Rogier in Duitsland, als enthousiast amateur-geoloog in 2011. De week erna werd hij geopereerd; toen bleek dat hij ongeneeslijk ziek was.
wijze van spreken – mijn rouwtherapeut. Daar ben ik hem zó dankbaar voor. „Behalve met de meiden en mijn schoonouders heb ik in het afgelopen jaar intensief contact gehad met een stuk of vijf, zes vriendinnen en vrienden die ik eerder niet zo vaak zag. Eén van hen was een vriendinnetje van de lagere school in de Betuwe, waar ik ben opgegroeid. We troffen elkaar weer in ons geboortedorp, waar ik de afgelopen jaren vaker kwam; mijn vader en haar moeder waren ernstig ziek. „Zo bijzonder: je hebt elkaar tientallen jaren niet of nauwelijks gezien, en opeens
gaat het contact verder alsof je gisteren nog druk in gesprek was met elkaar. Je hebt een gemeenschappelijke basis, het voelt vertrouwd. Dat heb ik ook met een vriendin van de middelbare school, die ik zomaar opeens ergens tegenkwam en die hier niet zo ver vandaan bleek te wonen. „Rogier had gezegd: ‘Je hebt mensen nodig bij wie jij straks je verhaal kwijt kunt.’ Die heb ik, gelukkig. Hij zei ook: ‘Nodig de mensen in het begin vooral hier thuis uit, want niets is zo deprimerend voor een weduwe of weduwnaar als na een gezellige avond alléén thuiskomen in een leeg en
donker huis.’ Dat wist hij uit eigen ervaring: dat zijn de momenten waarop je je verdriet en gemis het scherpst voelt. „Vorige week was het precies een jaar geleden dat Rogier overleed. Dat is zo’n moment waarop je even stilstaat en terugkijkt. Het is mooi en wonderlijk om te zien hoe alles toch weer op z’n plek is gevallen. „De eerste maanden na zijn dood werd ik vooral geleefd door allerlei bezoekjes en regeldingen. Ik had op dat moment geen werk dat me afleiding bood. Rogier en ik hadden onze zaak in 2011 verkocht. Hij zou een boek gaan schrijven, ik zou als zzp’er een praktijk opbouwen als administratief specialist in de zorg. Door Rogiers ziekte was het er niet echt van gekomen. „Als ik terugdenk aan begin vorig jaar, dan voel ik vooral: wat was het leeg, wat was het stil toen – een enorm contrast met de maanden waarin we toeleefden naar Rogiers overlijden, met alle verdriet en zorg en pijn die erbij kwam. „De zomer was loeizwaar, wat ook te maken had met een ander probleem dat speelde in de familie, waarbij we de wijsheid en de steun van Rogier enorm gemist hebben. In het najaar merkte ik opeens: hé, ik krijg weer meer energie. „Ik ben altijd een fietser geweest, maar Rogier hield daar niet zo van. Ik dacht eerst: ik ga het fietsen weer oppakken, maar ik kon me er niet toe zetten. In de nazomer heb ik toch de knoop kunnen doorhakken. Ik heb een groepsreis geboekt: fietsvakantie op Majorca. Het was een fijne ervaring, ook een beetje een overwinning op mezelf. „Na terugkomst van die vakantie dacht ik opeens: nu moet ik ophouden het gesprek steeds maar op mijzelf te laten uitkomen, ik heb het verhaal over mijn verdriet nu wel vaak genoeg verteld. Ik wilde me weer openstellen voor verhalen van anderen, mijn blikveld breder maken. „Ik ben op zoek gegaan naar een vaste baan. Alleen zijn en dan ook nog alleen werken als zzp’er leek me geen fijne combinatie. Ik wilde weer collega’s om me heen hebben, structuur, een werkplek buitenshuis. En dat is me gelukt: precies de baan die bij me past, bij een grote zorgverzekeraar. Ik begin 1 februari – een nieuwe start in vele opzichten.” Gijsbert van Es Reacties via nrc.nl/hetnabestaan Twitter: #nrc #hetnabestaan
OVERLEDEN
Naam: Loes Bijnen (1937-2013) Geboren: Veldhoven Was: Mensenrechtenspecialist
V
anuit haar kamertje in de ambassade in Teheran bouwde Loes Bijnen in zes jaar tijd een enorm netwerk op van Iraanse dissidenten. „Ze kende werkelijk iedereen; ze kwamen allemaal bij haar langs”, zegt NRC-correspondent Thomas Erdbrink. „Ze was op haar terrein ook een vraagbaak voor andere ambassades en internationale organisaties. Daarom was ze een belangrijk doorgeefluik naar de wereld. Via haar kregen sommige dissidenten belangrijke internationale mensenrechtenprijzen.” Bijnen was een bijzondere, bescheiden en warme vrouw. Ze werkte ruim veertig jaar in dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Teheran werd in 1999 haar achttiende standplaats. In 2004 ging ze op 67-jarige leeftijd met pensioen. Toen ze 65
werd, was zelfs het ministerie ervan overtuigd dat voor Loes Bijnen geen opvolger beschikbaar was en werd haar bij hoge uitzondering gevraagd nog twee jaar na te dienen, vertelt Ronald Mollinger, die in die tijd ambassadeur in Teheran was. Hij noemt haar „het kloppend hart van de emigratieafdeling van de ambassade”. „Loes wist altijd de echte dissidenten te vinden”, zegt Erdbrink, „niet degenen die de oppositie als mogelijkheid zagen om carrière te maken. Ze had hart voor ‘haar’ dissidenten, mensen die hun nek uitstaken, ze wilde hen helpen.” „Ze was een levende encyclopedie op het gebied van mensenrechten in Iran. Ongelooflijk wat er in haar hoofd zat”, zegt Marcel van der Heijden van de ontwikkelingsorganisatie HIVOS. Ze verliet Iran met pijn in het hart. Maar
FOTO TRIGGER BV
Vraagbaak met een hart voor ‘haar’ Iraanse dissidenten
ze bleef in Nederland actief bezig met de mensenrechten. Ze schreef onder andere opinie-artikelen waarin ze wees op misstanden zoals de vervolging van de Baha’iminderheid in Iran. „Ze kwam vrijwel altijd op debatten en evenementen die wij organiseerden”, zegt Van der Heijden.
„Op allerlei fora was zij altijd bijzonder goed voorbereid en scherp. Ze deelde zeer bruikbare informatie die haar werd toevertrouwd door activisten uit Iran”, zegt Boris van Westering, die haar leerde kennen op de ambassade in Teheran.„Ze was heel bescheiden. Ze begreep soms niet waarom zij werd gevraagd als Iran-expert –die schijnwerpers waren toch niet voor haar bedoeld? Dan haalde ze een papiertje uit haar zak, las haar voordracht voor en kreeg de zaal stil.” Haar laatste jaren waren moeilijk, met name na het overlijden van haar man. Ze hield op met de debatten, en trok zich steeds meer terug. Ze overleed op 28 december nadat ze een half jaar eerder bij een val haar heup had gebroken. Carolien Roelants