adhd bij kinderen joep de jong Joep de Jong heeft verschillende medische opleidingen met succes afgerond (o.a. huisarts, kindergeneeskunde, orthomoleculaire geneeskunde, acupunctuur). Momenteel is hij werkzaam als kinderarts te Heerlen en is hij als docent verbonden aan de NAAS (Nederlandse Artsen Acupunctuur Stichting).
attention deficit hyperactivity disorder is geen vast omlijnd ziektebeeld, maar een cluster van symptomen, waarachter afwijkingen van het zenuwstelsel, het immuunsysteem en de biochemie schuil gaan. adhd ontstaat door een samenspel van invloeden: de hersenontwikkeling, het genoom en omgevingsfactoren. ‘Nature and nurture’ spelen dus ook hier weer een rol. er bestaan jammer genoeg geen specifieke onderzoeksmethoden waarmee adhd is aan te tonen. adhd komt geïsoleerd voor, maar ook gecombineerd met andere afwijkingen zoals autisme, pdd-Nos, asperger en gedragsproblemen en de grenzen tussen deze aandoeningen zijn nogal eens moeilijk te trekken. adhd gaat vaak samen met leerproblemen (dyslexie, dyscalculie) die remedial teaching of speciaal onderwijs noodzakelijk maken.
diagnose
genen
De diagnose ADHD is, voor een ervaren kinderarts of kinderpsychiater,
Sommige ADHD-kinderen waren zelfs in de zwangerschap al drukte-
redelijk eenvoudig te stellen, maar de werkelijke oorzaak achterhalen ligt
makers. Er zijn dan ook families waarin ADHD meer voor komt dan in
veel gecompliceerder. In de dagelijkse praktijk wordt gebruik gemaakt
andere en er is een aantal genen gevonden die bij mensen met ADHD
van de DSM-IV-TR (Diagnostic and statistical manual of mental disor-
afwijkend dan wel meer omgevingsgevoelig zijn.
ders, text revision 2000) criteria. Bij het lichamelijk onderzoek vallen
Dat blijkt ook uit onderzoek bij tweelingen. Eeneiige, identieke twee-
onrust en impulsiviteit meestal meteen op. Bij het neurologisch onder-
lingen hebben in 50-80% van de gevallen allebei ADHD en niet iden-
zoek heeft het kind vaak hoge reflexen en bij motorische opdrachten
tieke tweelingen maar in 0-30%.
vertoont het vaak spiegelbeeldige bijbewegingen met spierschokjes of
Alcoholgebruik, roken en medicijngebruik van moeders tijdens de
spierschokken tot aan tics toe. De motorische onrust kan in lichte mate
zwangerschap en een laag geboortegewicht verhogen de kans op ADHD
optreden, maar kan ook zo hevig zijn, dat de onderzoekruimte in een
bij kinderen. Er is een correlatie gevonden tussen roken in de zwanger-
paar minuten in een racebaan verandert. Sommige kinderen zijn zo
schap en de expressie van genen die het dopaminesysteem beïnvloeden
ontremd dat opdrachten nauwelijks gehoord en uitgevoerd worden. Al
[1]. De regio’s 16p13 en 17p11 bevatten genen die ADHD promoten:
bij het eerste contact is duidelijk of er sprake is van ADHD in een lichte
DRD4, DRD5, DAT, DBH, 5-HTT, HTR1B, SNAP-25, genen, die een
of zeer ernstige mate.
rol spelen in het dopaminemetabolisme [2].
Er bestaan vragenlijsten waarop ouders en leerkrachten hun observa-
gezinsfactoren en scholing
ties kunnen weergeven en die kunnen de diagnostiek ondersteunen.
Afhankelijk van de ernst van de ADHD en de pedagogische vermo-
Bij sommige kinderen staat de aandachtstoornis meer op de voor-
gens van de ouders, treden er vroeger of later problemen op. Sommige
grond, bij andere de hyperactiviteit en er zijn kinderen met een mix
gezinnen ontregelen al, als het kind met ADHD een ‘terrible two’ wordt
van beide. Bij meisjes komt het aandachttekort meer voor, bij jongens
en als een speer door het huis racet. In andere gezinnen kunnen ouders
de hyperactiviteit.
de drukte goed hanteren en treden er pas problemen op in de peuterspeelzaal of de basisschool. ADHD komt meer voor in gezinnen met
12
Veel kinderen met ADHD hebben een moeilijke start gehad. Ze zijn
ouders die psychiatrische problemen hebben, dan in controlegezinnen [3].
prematuur geboren met een laag geboortegewicht, hadden als pasge-
ADHD komt bij ± 5% van de bevolking voor, wat betekent dat er in bijna
borene zuurstofgebrek, infecties of andere problemen en vielen als
elke schoolklas wel een kind met ADHD zit. ADHD is overigens een
zuigeling op door slaapproblemen, moeilijk drinken of overbeweeg-
wereldwijd probleem en komt in alle landen in een frequentie van 5 tot
lijkheid.
8% voor, drie keer zo veel bij jongens als bij meisjes.
Van Nature nr. 7 - 2007
uit de praktijk
ADHD dat niet goed wordt behandeld heeft ernstige consequenties. Kinderen met ADHD worden gemakkelijk ‘drop-outs’. Leerstoornissen, concentratieproblemen en oppositioneel gedrag leiden geregeld tot een verstoorde schoolcarrière, spijbelgedrag, drugsgebruik en op latere leeftijd tot het niet af maken van een studie. Faalangst en verlies van motivatie komen vaak voor. ADHD-kinderen maken nogal eens brokken, zijn meer dan gemiddeld betrokken bij ongevallen en komen gemakkelijk met de politie in aanraking [4]. In tegenstelling tot wat men vroeger dacht gaat ADHD bij het ouder worden niet over. Veel adolescenten en volwassenen hebben wel geleerd beter met hun symptomen om te gaan, maar moeten hun leven toch inrichten naar hun ADHD. 30% van de kinderen met ADHD hebben als volwassene nog serieuze ADHD-klachten. Het behouden van een baan en een relatie kan voor volwassenen met ADHD een groot probleem zijn. ADHD is het gevolg van een onderactiviteit van hersengebieden. Kinderen pogen, zo lijkt het, met hun hyperactiviteit hun hypoactieve brein te prikkelen. Regulier worden dan ook medicamenten aangereikt die hersenen stimuleren.
Methylfenidaat en atomoxetine. Ritalin, ofwel methylfenidaat, een amfetamine dat onder de opiumwet
Naast methylfenidaat bestaat er een ander medicament voor ADHD:
valt, is het bekendste medicijn wat bij ADHD wordt ingezet. Er zijn
atomoxetine, dat niet onder de opiumwet valt. Atomoxetine is een re-
weinig medicamenten in de geneeskunde, die zo spectaculair werken
uptake remmer van noradrenaline, terwijl methylfenidaat meer dopa-
als methylfenidaat. Vaak wordt na één toediening het kind met ADHD
minerg is. Ook atomoxetine heeft bijwerkingen: vermindering van
al rustiger. In een paar weken tijd wordt gezocht naar de optimale dose-
eetlust met buikklachten (>10%), prikkelbaarheid, malaise, duizelingen,
ring. Meestal wordt twee maal daags methylfenidaat gegeven, vlak voor
slaapproblemen (1-10%) en verlaging van de bloeddruk (0,1-1%) [9].
het naar school gaan en tussen de middag. Methylfenidaat werkt slechts 3 tot 4 uur en moet dus meerdere keren per dag gegeven worden. Geeft
Er zijn dus redelijk goede behandelmogelijkheden voor ADHD. De
dat problemen, dan kan Concerta worden voorgeschreven. Concerta is
vraag is dan ook waarom je moeilijk zou gaan doen met diëten, visolie
een lang werkende vorm van methylfenidaat. Op functionele MRI-scans
en meer van die behandelingen, die minder spectaculair werken dan
is het stimulerend effect van methylfenidaat goed te zien:
methylfenidaat en atomoxetine? Het antwoord is dat het steeds duidelijker wordt hoe brein, immuunsysteem en darm met elkaar verknoopt
Methylfenidaat heeft een paar relatief lichte bijwerkingen: verminderen
zijn. Dit biedt andere therapeutische ingangen. Bovendien zijn veel
van eetlust (20-40%) met kans op gewichtsverlies en groei- achterstand
onderzoekers bezorgd over de lange termijn effecten van methylfeni-
problemen bij het in slaap komen (10-20%), buikpijn (20%), hoofdpijn
daat en atomoxetine op een zich ontwikkelend brein, dat bezig is nieuwe
(15%). Moeders die methylfenidaat gebruiken, scheiden het in moeder-
neuronale netwerken aan te leggen.
melk uit, hetgeen een reden kan zijn borstvoeding te ontraden [6]. Methylfenidaat werkt niet bij alle kinderen met ADHD: 20-40% van de kinderen
Neurobiologie
reageert niet of onvoldoende. Aanvankelijk vreesde men dat methylfe-
Bij kinderen met ADHD is een aantal discrete veranderingen van het
nidaat de kans op drugsgebruik in de adolescentie zou vergroten, later
brein aantoonbaar. Er kan een volumereductie van ongeveer 4% te zien
bleek dat juist niet het geval te zijn. Kinderen die methylfeni-
zijn van de frontale cortex, het fronto-striatale systeem, de basale ganglia
daat krijgen, voelen zich rustiger en hebben minder
en het cerebellum. De linker hersenhelft kan minder actief zijn dan de
de neiging te gaan experimenteren met drugs.
rechter, de frontale witte stof kan minder goed doorbloed zijn [10,11]. >>
Methylfenidaat kan echter ook gevaarlijke,
Het cerebraal glucose metabolisme kan bij ADHD-patiënten 8%
doch zeer zeldzame, bijwerkingen hebben; vaatontstekingen in de hersenen met herseninfarcten en ritmestoornissen met hartstilstand [7,8].
het
dossier Van Nature nr. 7 - 2007
13
minder zijn dan bij controles. Dat wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een vermindering van de catecholaminereceptoren op de astrocyten van het brein, waardoor glucose minder goed naar de neuronen getransporteerd kan worden [12]. MRS, magnetic resonance spectroscopy, maakt het mogelijk in vivo de activiteit van neurotransmitters in het brein te meten. Uit recent onderzoek blijkt dat er bij ADHD-patiënten naast een dopaminetekort ook een verstoring bestaat van het glutaminemetabolisme [13,14]. Genetisch onderzoek bij ADHD-patiënten laat zien dat er afwijkingen zijn van de genen die dopaminereceptoren en het dopaminetransport aansturen. Bij ADHD leiden afwijkingen van deze genen tot een verminderde intracellulaire dopamine activiteit. Vandaar dat methylfenidaat, dat de dopamine-activiteit verhoogt, zo’n duidelijke invloed heeft. Omgevingsfactoren hebben echter invloed op de expressie van het dopaminetransportgen DAT1. Moeilijke psychosociale leefomstandigheden kunnen de werking van het DAT1-gen beïnvloeden [15]. Dopaminetekort leidt tot hyperactiviteit en impulsiviteit, terwijl een te grote noradrenaline-activiteit aandachtstoornissen veroorzaakt en een tekort aan serotonine sensatie-zoekgedrag geeft, met agressie en het ontbreken van angst [16]. Pogingen om met fenylalanine en tryptofaan ADHD te behandelen leverden weinig succes op [17]. SAMe biedt wel therapeutische mogelijkheden [18]. Bij kinderen die niet reageren op methylfenidaat of waarvan de ouders niet willen dat zo’n middel wordt ingezet, is SAMe een optie. Het kan gegeven worden in een dosis van 100 mg voor het slapen bij kinderen < 5 jaar, 200 mg voor het slapen bij kinderen van 5-10 jaar en 300-500 mg bij oudere kinderen. Een uur voor het innemen van SAMe moet het kind geen eiwitrijk voedsel consumeren, zodat het goed wordt opgenomen. SAMe is dopaminerg en heeft geen bijwerkingen. Het effect moet in een paar weken duidelijk worden. Zo niet, dan heeft langer voorschrijven geen zin. Carnitine kan ADHD-symptomen en agressie aanzienlijk verminderen [19]. Carnitine is van belang voor de verbranding van vetzuren in de mitochondriën in zenuw- en spiercellen. Het beschermt en verbetert de functie van zenuwen. Vandaar dat het bij ADHD kan worden ingezet [20].
beïnvloeden van neurotransmitters We kunnen op de stofwisseling van dopamine, noradrenaline, gamma-amino-boterzuur (gABA) en serotonine invloed uitoefenen: Fenylalanine tryptofaan glutaminezuur
tyrosine
dopa
5-hydroxytryptofaan
dopamine
noradrenaline
adrenaline
5-hydroxytryptamine (= serotonine)
gABA
S-adenosyl-methionine (SAMe)
dopamine
glutamine en glutaminezuur Glutamine en glutaminezuur vormen een verhaal apart. Glutamine is een aminozuur dat gebruikt wordt bij darmproblemen, wondgenezing en bodybuilding. NH2
H
H
H 2N
H 2N H
Glutamine
14
Van Nature nr. 7 - 2007
H
Afbeelding 1. Glutamine kan bij kinderen met ADHD, die tevens darmproblemen
H
Glutaminezuur
hebben, zonder probleem worden voorgeschreven.
uit de praktijk
Autisme en ADHD Bij autisme is er sprake van een contactstoornis, die zich in de eerste
Een overmaat aan glutaminezuur kan leiden tot overprikkeling van
levensmaanden manifesteert. De emotionele en sociale wederkerig-
neuronen, met als gevolg calciuminflux, apoptose en celdood. Dit
heid en het oogcontact komen niet op gang. Autistische kinderen
wordt wel ook exitotoxiciteit genoemd. Het is dus maar zeer de vraag
zijn vaak op één voorwerp of op één repeterende handeling gefixeerd,
of het verstandig is aan kinderen met een brein in ontwikkeling gluta-
verzetten zich tegen veranderingen in hun omgeving, gaan niet brab-
maten te geven.
belen en niet of zeer laat spreken. Het contact met leeftijdgenootjes komt niet, of zeer gebrekkig op gang. Ze vertonen motorische stereo-
dieet
typieën: fladderen en eindeloos herhalen van handelingen. Ze blijven
Bij kinderen met ADHD komen darmproblemen meer voor dan in
hangen in rituelen. Medemensen worden gebruikt als object, maar
controlegroepen. De samenhang tussen neurotransmitters, immuun-
niet om samen wat leuks te doen. Autistische kinderen functioneren
systeem, voedselallergenen en eetpatroon wordt steeds duidelijker en
vaak op een laag ontwikkelingsniveau en komen meestal terecht in
dat pleit voor de behandeling van ADHD met diëten.
speciaal onderwijs. Sommige autistische kinderen zijn druk en overbeweeglijk en vertonen kenmerken die ook bij ADHD worden gezien.
Bij ADHD-kinderen komen het prikkelbare darmsyndroom, IgA-
Autisme komt bij 2-5 per 1000 kinderen voor.
deficiëntie en een verhoogd IgE frequenter voor dan bij niet-ADHD-
PDD-NOS (Pervasive developmental disorder not otherwise speci-
kinderen. T-cel en Natural Killer-cel functiestoornissen worden meer
fied) is een lichtere vorm van autisme. De diagnose wordt meestal
gevonden bij ADHD-kinderen. In de liquor zijn pro-inflammatoire
pas in de schoolgaande fase gesteld. Kinderen met PDD-NOS gaan
cytokines, zoals IFN-Y en MCP-1, meer aanwezig [22].
praten, maar vaak later dan normale kinderen. Ze vertonen contactstoornissen, waardoor ze in de peuterspeelzaal of op de basisschool
Zowel bij kinderen met ADHD als bij autistische kinderen kunnen in
problemen krijgen. Hun intelligentie kan normaal, zelfs hoog begaafd
de urine afbraakproducten gevonden worden van gluten en caseïne.
zijn. Ze kunnen doorgaans normaal basisonderwijs volgen. Ook
Deze respectievelijk gliadorfines en casomorfines zijn stoffen die een
kinderen met PDD-NOS kunnen ADHD-symptomen hebben. PDD-
opiaatachtig effect hebben op het brein en bij kunnen dragen aan
NOS komt bij 10-15 per 1000 kinderen voor.
concentratieverlies, vermindering van het contact met anderen, intro-
Asperger is een nog lichtere vorm van autisme. De spraakontwikke-
versie, spraakachterstand en een verminderd auditief reactievermogen
ling is normaal, de intelligentie ook, maar sociale vaardigheden, zoals
[23]. Met behulp van een eliminatiedieet is de rol van deze metabo-
situaties aanvoelen, lichaamstaal, humor of sarcasme begrijpen, zijn
lieten vast te stellen.
beperkt. Asperger wordt meestal pas op latere leeftijd vastgesteld. ODD/CD komen in 30-50% van de gevallen samen met ADHD
Er is veel onderzoek gedaan naar effecten van diëten op ADHD [24].
voor. ODD (oppositional defiant disorder) oppositionele, opstandige
De resultaten zijn erg wisselend, maar zeker is dat er kinderen zijn die
gedragsstoornis en CD (conduct disorder) antisociale gedragsstoornis
veel rustiger worden met een bij hen passend dieet [25]. Momenteel
komen respectievelijk bij 3,2 en 2 op de 100 kinderen voor. ODD wordt
staat de eliminatie en de dubbelblinde provocatie met voedingsstoffen
gekenmerkt door vijandig, afwerend, uitdagend gedrag. Kenmerken
volop in de belangstelling. Die is in Nederland echter alleen mogelijk
van CD zijn onder andere voortdurend over grenzen heen gaan,
in een paar universitaire centra en is bewerkelijk en duur. Gezien het
agressie, vandalisme, liegen, stelen en spijbelen.
feit dat ADHD een stoornis is met zeer veel verschillende oorzaken zal het wel nooit zo zijn dat alle kinderen op één dieet reageren. Er is natuurlijk geen enkel bezwaar een paar weken een gezond dieet voor
Glutaminezuur is een neurotransmitter. Glutamaat, het anion van gluta-
te schrijven om te zien of dat verandering geeft. Een haalbaar dieet zou
minezuur, vaak gebruikt als smaakversterker in de Chinese keuken in
het mediterrane dieet kunnen zijn (zie tabel). >>
de vorm van mono-natrium-glutamaat, kan allergische reacties geven en is berucht als de veroorzaker van het Chinese restaurantsyndroom.
het MediterraNe dieet dagelijks:
Verse groenten, salades, olijfolie met kruiden en balsamico-azijn
Fruit
Bonen, noten, kruiden
paar keer per week:
Vis (vette vis)
Eieren
Kip, kalkoen, gevogelte
paar keer per maand:
Vlees (kleine porties)
Zoetigheid
Tabel 1. Het mediterrane dieet.
Brood, rijst, pasta, couscous, aardappels
het
Yoghurt
dossier Van Nature nr. 7 - 2007
15
Neurofeedback Een volkomen andere benadering van ADHD is de neurofeedback. Daarbij wordt het probleem niet biochemisch, maar neurofysiologisch benaderd. Bij neurofeedback wordt een kwantitatief EEG gemeten. Dat wil zeggen dat de computer onder andere uitrekent hoeveel alpha-, bèta-, thetagolven bij het kind of de volwassene in hun EEG aanwezig zijn. Normen voor leeftijd en geslacht zijn bekend, zodat de computer kan aangeven welke EEG-patronen buiten de norm vallen. Bij ADHD-kinderen worden drie patronen gevonden. Een groep met een te lage arousal en een te lage alertheid, een groep met een te hoge arousal met neiging tot driftbuien en agressie en een groep met tekenen van rijpingsachterstand. De groep met lage arousal toont op het EEG frontaal meer theta-activiteit en hun bètagolven nemen af zodra ze een taak moeten uitvoeren. De groep met de te hoge arousal toont meer bètagolven en bij deze groep werkt methylfenidaat nogal eens averechts, omdat de agressie Spelen voedselallergieën een rol dan kunnen IgE-antistoffen soms
erdoor kan toenemen.
helpen die allergieën te identificeren. IgE antistoffen tegen ei, melk,
De groep met vertraagde rijping toont een EEG dat past bij jongere
pinda, soja, tarwe worden frequent gevonden. Mocht er een allergie
kinderen, met veel langzaam frequente golven en weinig snel frequente
bestaan, bijvoorbeeld tegen ei, dan kan het mediterrane dieet gevolgd
golven. Bij hen is er dus niet één specifieke afwijkende golf, maar een
worden, maar dan uiteraard zonder ei.
globaal afwijkend patroon [30].
De rol van IgG-antistoffen staat zeer ter discussie. IgG4-antistoffen
Neurofeedbacktraining houdt in dat één keer per week, gedurende 15
zouden eerder wijzen op tolerantie voor voedingsmiddelen dan op into-
tot 30 weken, een EEG-training wordt gegeven. Daarin leert het kind,
lerantie. IgG2-antistoffen kunnen mogelijk wel passen bij intolerantie.
zijn specifieke afwijkende patroon te veranderen. Is dat eenmaal gelukt,
Ook hier is de gouden standaard de dubbelblinde provocatie-test met
dan blijft het gecorrigeerde patroon gedurende jaren aanwezig. De
voedingsstoffen.
onrust kan afnemen, de alertheid toenemen [31].
In gestructureerde gezinnen is een eliminatiedieet mogelijk. Gedu-
Voor extreem drukke kinderen is neurofeedback niet geschikt, omdat het
rende twee weken eet het kind een zeer beperkt aantal voedingsmid-
kind hiervoor enige tijd stil voor een computer moet kunnen zitten.
delen. De ouders noteren welke veranderingen dat geeft in het gedrag. Zijn de veranderingen gunstig dan lijken dieetfactoren een rol te spelen. Daarna wordt per dag een nieuwe voedingstof ingevoerd en die stoffen die leiden tot ongunstige gedragsveranderingen, worden verder
Ook andere interventies met supplementen kunnen een verbetering
vermeden. Deze methode is minder objectief dan de dubbelblinde
geven van ADHD. Magnesium (6 mg/kg/dg) in combinatie met vita-
provocatie, maar is wel beter betaalbaar en daarmee beter haalbaar.
mine B6 (0,6 mg/kg/dg) kan een duidelijke vermindering geven van overbeweeglijkheid en agressie [27].
overige nutriënten
16
Van omega-3-vetzuren is herhaaldelijk aangetoond dat ze een gunstige
Suppletie met zink kan ADHD-symptomen verminderen [28]. Vlas-
invloed hebben op ADHD-symptomen. Dat is recent, april 2007,
zaadolie kan, bij vegetarische mensen die geen visolie willen nemen,
weer eens bevestigd door een Australisch onderzoek. Bij 40% van de
effect hebben [29].
kinderen verbeterde na 15 weken de aandacht, impulsiviteit en hyperac-
Idealiter zou je eerst bloed willen afnemen en de verschillende nutri-
tiviteit met een standaarddeviatie en bij 50% na 30 weken. Het was een
enten bepalen. Dat is echter niet altijd mogelijk omdat veel verze-
randomised contoled trial met een crossover na 15 weken, waarin een
keringen zulke bepalingen niet vergoeden, zodat het alleen voor
mix van meervoudig onverzadigde vetzuren en onverzadigde vetzuren
kapitaalkrachtige patiënten is weggelegd. Je bent soms gedwongen ‘by
werd gebruikt [26].
trial and error’ uit te zoeken welke combinatie het meest werkzaam is.
Van Nature nr. 7 - 2007
uit de praktijk
kleurstoffen Kleurstoffen zouden in combinaties wel eens veel toxischer kunnen zijn, dan iedere kleurstof apart. In een cellijn van neuroblastoomcellen werd het effect op de uitgroei van neurieten gemeten als aan de cellijn combinaties van kleurstoffen werden toegevoegd. De combinatie van briljantblauw (E133) en mono-natrium-glutamaat (E621) bleek veel meer remming van de uitgroei van neurieten te geven dan beide stoffen apart. Hetzelfde gold voor de combinatie van chinoline geel (E104) en aspartaam (E951) [21]. De oude waarneming dat kleur- en smaakstoffen een rol kunnen spelen in de ernst van ADHD zou dus wel eens een heel goede kunnen zijn.
darmfunctie Een belasting van de darm met gisten en schimmels kan veroorzaken dat alcoholische verbindingen in de darm worden aangemaakt, die via de bloedbaan in de hersenen terecht komen en bij dragen aan concentratieverlies. Het mediterrane dieet, eventueel aangevuld met probiotica, maakt de kans op groei van gisten en schimmels in de darm minder groot. Bij zeer ernstige belasting kunnen antimycotica als Nystatine of Fluconasol uitweg bieden.
7. Schteinschnaider A, Plaghos L, Garbugino S, et al. Cerebral arteritis following methylphenidate use. J Child Neurol 2000; 15: 265-7 8. Langendijk P, Wilde A. Medicatie voor ADHD en het risico op cardiovasculaire mortaliteit. Ned Tijdschr Geneeskunde 2006; 150:1713-4 9. Sangal R, Owens J, Allen A, et al. Effects of atomoxetine and methylphenidate on sleep in children with ADHD. Sleep 2006;29:1573-85 10. Castellanos FX, Lee P, Sharp W. Developmental trajectories of brain volume abnormalities in children and adolescents with ADHD. JAMA 2002; 288: 1740-8 11. Bush G, Valera E, Seidman L. Functional neuroimaging of ADHD disorder: a review and suggested future directions. Biological Psychiatry 2005; 57: 1273-84 12. Zametkin A, Nordahl T, Gross M, et al. Cerebral glucose metabolism in adults with hyperactivity of childhood onset. New Engl J Med 1990; 323: 1361-66 13. Carrey N, Mac Master F, Fogel J, et al. Metabolite changes resulting from treatment in children with ADHD; a 1H-MRS study Clin Neuropharmacol 2003;26:218-21 14. Perlov E, Philipsen A, Hesslinger B, et al. Reduced cingulated glutamate-glutamine to creatine ratios in adult patients with ADHD disorder. A magnet resonance spectroscopy study. J Psychiatr Res 2007, in print. 15. Laucht M, Skowronek M, Becker K, et al. Interacting effects of the dopamine transporter gene and psychosocial adversity on ADHD disorder symptoms among 15 year olds from a high risk community sample. Arch Gen Psychiatr 2007;64:585-90 16. Nieoullon A. Dopamine and the regulation of cognition and attention. Progr neurobiol 2002; 67:53-83 17. Zametkin A, Karoum F, Rapoport J. Treatment of children with D-phenylalanine. Am J
conclusie ADHD komt in lichte, maar ook in zeer ernstige mate voor. ADHD is een symptomencluster met verschillende oorzaken. Die oorzaken kunnen samen hangen met het immuunsysteem, met reacties op voeding, met perinatale beschadiging, met neurologische afwijkingen, met erfelijke factoren en pedagogische problemen. Er is dus nooit maar één oorzaak van ADHD en dus ook nooit maar één oplossing voor ADHD. Mijn ervaring is dat extreem drukke kinderen doorgaans op methylfenidaat of atomoxetine zijn aangewezen. Minder extreem drukke kinderen zijn vaak te helpen met diëten, suppletie, neurofeedback, pedagogische ondersteuning en remedial teaching. Er is natuurlijk geen enkel bezwaar tegen het combineren van complementaire en reguliere therapie. Een gezond dieet met supplementen kan kinderen die Ritalin gebruiken in een betere voedingstoestand brengen en beter laten functioneren. <<
psychiatry 1987; 144:792-4 18. Shekin W, Antun F, Hanna G, et al. S-adenosyl-L-methionine in adults with ADHD. Psychopharmacol bull 1990;26:249-53 19. Oudheusden van LJ, Scholte HR. Efficacy of carnitine in the treatment of children with adhd. Prostaglandind leukot essent fatty acids. 2002;67: 33-8 20. Virmani A, Gaetani F, Binienda Z. Effects of metabolic modifiers such as carnitines, coenzyme Q 10 and PUFA’s against different forms of neurotoxic insults: metabolic inhibitors, MP TP and metamphetamine. Ann NY Acad Sci. 2005; 1053: 183-91 21. Lau K, Mc Lean W, Williams D, et al. Synergistic interactions between commonly used food additives in a developmental neurotoxicity test. Toxicol sci 2006;90:178-87 22. Zelnik N, Pacht A, Obeid R, et al. Range of neurologic disorders in patients with celiac disease. Pediatrics 2004;113:1672-6 23. Kieslich M, Erràzuruz G, Posselt H, et al. Brain white matter lesions in celiac disease: a prospective study of 75 diet treated patients. Pediatrics 2001;108:E21 24. Pelsser L, Buitelaar J. Gunstige invloed van een standaard eliminatie dieet op het gedrag van jonge kinderen met adhd, een verkennend onderzoek. Ned Tijdschr Geneeskunde 2002;146:2543-7 25. Cruz N, Bahna S. Do food or additives cause behavior disorders? Pediatr Ann 2006; 35:748-54
referenties 1. Neuman RJ, Lobos E, Reich W, et al. Prenatal smoking exposure and dopaminergic genotypes interact to cause a severe ADHD subtype. Biological Psychiatry 2007; 61: 1320-8 2. Faraone S, Perlis R, Doyle A. Molecular genetics of ADHD disorder. Biological psychiatry 2005; 57: 1313-23 3. Biederman J, Milberger S, Faraone S. Family environment risk factors for ADHD disorder: a test of Rutter’s indicators of adversity. Arch Gen Psych 1995; 52: 464-70 4. Sourander A, Elonheimo H, Niemela S, et al. Childhood predictors of male criminality: a prospective population-based follow-up study from age 8 to late adolescence. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2006; 45: 578-86 5. Holtkamp K, Peters-Wallraf B, Wüller S, et al. Methylphenidate-related growth impair-
26. Sinn N, Bryan J. Effects of supplementation with Pufa’s and micronutrients on learning and behavior problems associated with child ADHD. J dev behav ped 2007;28:82-91 27. Mousain-Bosc M, Roche M, Polge A, et al. Improvement of neurobehavioral disorders in children supplemented with magnesium-vitamine B6. Magnes. Res. 2006; 19: 46-52 28. Bilici M, Yildirim F, Kandil S, et al. Double blind, placebo controlled study of zink sulfate in the treatment of ADHD. Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry. 2004; 28: 181-90 29. Joshi K, Lad S, Kale M, et al. Supplementation with flax oil and vitamin C improves the outcome of ADHD. Prostaglandins Leukot Essent Fatty Acids. 2006; 74; 17-21 30. Monastra V, Lynn S, Linden M, et al. Electroencephalografic biofeedback in the treatment od ADHD. Applied psychophysiology and biofeedback 2005 ;30:95-111 31. Heinrich H, Gevensleben H, Strehl U. Annotation: Neurofeedback-train your brain to train behavior. J of child psychology and psychiatry 2007;48:3-16.
ment. J Child Adolesc Psychopharmacol. 2002;12:55-61 6. Ilett KF, Hackett LP, Kristensen JH, et al. Transfer of dexamphetamine into breast milk during treatment for attention deficit hyperactivity disorder. Br J Clin Pharmacol 2007;63: 371-5
het
dossier Van Nature nr. 7 - 2007
17