Studieplan voor de training en/of bijscholing tot
HSP/ADD en ADHD- begeleider of –coach en onderdeel van de beroepsopleiding tot Gevoelsdeskundige
Pagina 1
Inhoudsopgave:
Pag. 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding 4. Inhoud van de training 5. Eindcriteria 6. Aanbevolen literatuurlijst 7. Gegevens over de training 8. Kerncompetenties
Pagina 2
Inleiding In een hedendaagse analyse van de bevolking is te zien dat minstens één op de vijf personen Hoogsensitief of een High Sensitive Persons (HSP’s) is. Ook de term ADD of /ADHD wordt steeds vaker genoemd. Het blijkt dat het percentage onder de jongeren hoger ligt en dus aan te nemen is dat wij in de toekomst te maken krijgen met een groter aantal personen die zich anders voelen en met andere maatstaven leven als de gemiddelde Nederlander. In de Westerse cultuur geeft men voorkeur aan een stoere houding. Hoogsensitiviteit wordt gezien als een eigenschap die moeilijk is om mee te leven, iets wat “genezen” moet worden. Terwijl HSP’s voornamelijk anders zijn door hun sensitieve verwerking van subtiele stimuli; een gegeven wat erfelijk en niet te genezen is. Hoogsensitiviteit is dus geen ziekte of stoornis, het is een karaktereigenschap die jammer genoeg in onze stressvolle maatschappij niet ideaal is. De eigenschap hooggevoeligheid ontstaat doordat een hooggevoelig persoon een verfijnd zenuwstelsel heeft. De zenuwen en zintuigen vangen subtiele signalen op die in de hersenen verwerkt worden, m.a.w. verloopt het proces van prikkelverwerking bij een HSP uitgebreider en gecompliceerder. Hooggevoelige personen bestuderen, bezinnen en overwegen de informatie grondig. De HSP heeft dit nodig om grondig te reflecteren op de dingen die hij meemaakt. Kortom de ene mens is hoogbegaafd, de andere is super atletisch, en de HSP heeft een aangeboren verfijnd zenuwstelsel. HSP’s, ADD’s en ADHD’s voelen zich vaak belemmerd in het dagelijkse bestaan omdat zij dus anders in het leven staan als de “normaal of minder gevoelige” personen. Vaak voelen zij zich niet gezien en niet erkend en de daartoe behorende kenmerken als zijnde “hoogsensitief, dromerig of heel druk” worden door buitenstaanders veelvuldig met “onbegrip” gewaardeerd. Het verschil tussen HSP, ADD en ADHD is voor velen niet duidelijk. Regelmatig worden verkeerde diagnoses gesteld en verkeerde “etiketjes geplakt”. Het aantal personen met ADD en ADHD ligt in vergelijk met HPS’s lager, beneden de één op zeventien personen. Deze doelgroepen moeten leren omgaan met de vele prikkels en hun plek in de maatschappij. Het gevoelsleven en emoties op de juiste manier beleven en leren zien is eveneens een belangrijk onderdeel van deze training. Ze leren op de juiste manier om te gaan met stress en spanningen en assertiever te handelen. Belangrijk is ook dat bv de HSP’s leren inzien dat hun hooggevoeligheid vele kwaliteiten in zich heeft en een gave is. Zij kunnen daarvan waardevol gebruik maken mits zij grip hebben op hun leven.
Docent en begeleider van deze training
Elisabeth Slomp Gevoelsdeskundige
Pagina 3
Training Een praktische/theoretische training in 10 dagen voor
therapeuten en docenten in omgang met HSP’s, ADD’s en ADHD’s mensen die hooggevoelig zijn voor prikkels personen met burnout, stress en/of afgrenzingproblemen .
Inhoud training Iedere dag van deze training draagt een eigen thema in zowel het theoretische deel (ochtenden) als de daarop gebaseerde oefeningen (na de lunch). De eerste vijf dagen van deze training bestaat uit het verkrijgen van inzichten over de persoonlijke belevingswereld van de doelgroeppersonen zelf. De laatste trainingsdagen zijn gericht op het integreren van de verkregen inzichten in het dagelijkse leven. De basis van de methodiek waarop de HSP’s grip krijgen op hun leven wijkt niet groot af van de basis van de training voor ADD’s en ADHD’s. In deze opleiding wordt het programma van de training voor HSP’s daarom als basis gebruikt en de training voor ADD’s en ADHS’s hiervan afgeleid en mee vergeleken. Eerste trainingsdagen wordt gebruik gemaakt van/ betekent het leren om gaan met
zowel een cognitieve als een zintuiglijke testmethode. theoretische kennis over de kenmerken van de HSP’s, ADD’s en ADHD’s. afgrenzingmethodieken, zowel in theorie als praktijk. emotionele processen en conflictsituaties, in theorie en praktijk. oefeningen om te ontspannen en te centreren. structureren en agenderen. bewust worden van preventieve maatregelen. gezonde voeding en voedingspatronen. omgevingsfactoren (werk, familie, vrienden). de juiste talenten en kwaliteiten.
Het tweede deel van deze training bestaat uit methodieken die nodig zijn om het geleerde toe te kunnen passen, door
het integreren van de het verkregen inzicht over bovengenoemde punten. het benutten van effectieve communicatie (ruis, assertiviteit, feedback, zelfreflectie). inzicht te hebben over de rol van de therapeut voor deze kwetsbare doelgroep. het goed kunnen leiden van een coachingsgesprek. het adequaat kunnen begeleiden van de doelgroep.
Pagina 4
Eindcriteria De deelnemer heeft /kan/wordt
grip op eigen leven. is bewust van zijn eigen verantwoordelijkheid en kan daarna handelen. op de juiste manier met emoties omgaan. rustiger. goed omgaan met stressmomenten. structuur aangebracht in leven. meer zelfvertrouwen gekregen. een beter zelfbeeld/beschikt over meer zelfinzicht. met storende of te veel aan prikkels /factoren beter omgaan. inzicht over passend werk (-omgeving).
De deelnemer als therapeut kan/weet
te begeleiden door het krijgen van het juiste inzicht. het verschil te maken tussen HSP/ADD en ADHD en kan hiernaar handelen . het geleerde toepassen bij derden met dezelfde problematiek.
Pagina 5
Literatuurlijst Pedagogische adviezen voor speciale kinderen Een praktisch handboek voor professionele opvoeders, begeleiders en leerkrachten Auteur: Trix van Lieshout Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum / Houten ISBN 978 90 313 62837
Pagina 6
Gegevens over de training
Doelgroep:
Therapeuten, docenten, personen met HSP / ADD / ADHD of Personen met burnout, stress en/of afgrenzingproblemen
Aantal deelnemers:
min. 6 / max. 12
Duur:
10 dagen á 6 klokuren
Directe contacturen:
60 h
Thuisstudie:
27 h
Totaal
87 h
Toelatingseisen voor therapeuten: HAVO of gelijkwaardig diploma evt. met EVC’s. Locatie:
Enschede / Denekamp
Bijscholing:
Jaarlijks, in vorm van een terugkomdag.
Pagina 7
Kerncompetenties
HBO Kerncompetenties: I. Brede professionalisering II. Multidisciplinaire integratie
I. Brede professionalisering De student wordt aantoonbaar toegerust met actuele kennis die aansluit bij recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, alsmede aan de in het beroepsprofiel geschetste (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld, teneinde zich te kwalificeren voor: het zelfstandig kunnen uitvoeren van de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar het functioneren binnen een arbeidsorganisatie de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c. q. het beroep
1. De student is in staat een vertrouwensband met de cliënt op te bouwen en te onderhouden. 1.1. Is zich bewust van zijn taak als therapeut. 1.2. Zorgt voor een veilige omgeving voor de cliënt. 1.3. Zorgt dat de cliënt zich veilig en op zijn gemak voelt. 2. De student is in staat een dossier van cliënt aan te leggen en bij te houden. 2.1. Is in staat een goede anamnese op te nemen. 2.2. Hanteert de juiste vraagstelling. 2.3. Is in staat de cliënt inzicht te geven in zijn visie. 2.4. Gaat zorgvuldig met de gegevens van de cliënt om. 3. De student hanteert de beroepsethiek van de alternatieve therapeut. 3.1. Is zich bewust en handelt volgens de ethische waarden en normen tegenover de cliënt. 4. De student heeft het juiste inzicht in persoonlijkheidsstructuren . 4.1. Herkent oude en overgeleverde patronen van de cliënt. 4.2. Kan oorzaak en gevolg van bepaalde gedragingen onderscheiden en behandelen. 4.3. Kan de cliënt inzicht geven in zijn gedragspatronen. 4.4. Verschaft de cliënt een helder beeld over zijn gedragingen. 5. De student beheerst verschillende technieken en therapieën. (doel) 5.1. Maakt gebruik van verschillende vormen van coaching. Pagina 8
5.2. Kan de cliënt rustiger en evenwichtiger maken. 5.3. Kan omgaan met emotioneel en gevoelsmatig handelen.
6. De student kan structuur en balans aanbrengen. 6.1. Heeft inzicht in het plannen en agenderen en kan het overbrengen op de cliënt. 6.2. Kan de cliënt inzicht geven en leren zijn grenzen te bewaken. 6.3. Leert de cliënt op de juiste manier met gevoelens en emoties om te gaan. 6.4. Reikt tools aan om dit in (blijvend) in praktijk te brengen. 7. De student beschikt over ondersteunende wetenschappelijke kennis om de praktische uitvoering mogelijk te maken. 7.1. Gevoelskunde / omgaan met gevoelens en emoties. 7.1.1. Heeft kennis van gedragsstoornissen: HSP, ADD, ADHD 7.1.2. Leert de cliënt zijn grenzen te bewaken en balans houden: bv na burn-out.
II. Multidisciplinaire integratie De integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden vanuit het perspectief van beroepsmatig handelen. 1. De student integreert de kennis en vaardigheden alvorens deze toe te passen op de cliënt. 1.1. Onderzoekt en herkent de aangeboden disciplines onafhankelijk van elkaar. 1.2. Heeft de verworven kennis en vaardigheden geïntegreerd. 1.3. Kan de verworden kennis en vaardigheden toepassen binnen praktijksituaties. 2. De student werkt met meerdere disciplines. 2.1. Heeft inzicht in werking en resultaat van verschillende soorten disciplines en is in staat om deze gericht toe te passen in praktijksituaties. 2.2. Kan verschillende disciplines met elkaar combineren. 2.3. Kan combinaties van disciplines toepassen binnen praktijksituaties.
Elisabeth Slomp Borneostraat 18 7512 AK Enschede Tel. 053 – 434 96 25 Mob.06-45 29 33 44 www.les-werk.nl
Pagina 9