ACTIVITEITENPLAN 2013-2016 TONEELGROEP OOSTPOOL
inleiding Toneelgroep Oostpool (TgO) in Arnhem vraagt als ‘grote instelling’ in de culturele basisinfrastructuur voor theater 2,5 miljoen subsidie van het rijk. Het gezelschap claimt die positie omdat het: - een groot gezelschap is - een uniek profiel heeft - aan de criteria voldoet - zowel Gelderland als Overijssel bedient. Die provincies beslaan bijna een kwart van het oppervlak van Nederland. Er wonen ruim 3 miljoen mensen. Terwijl in het Noorden, Zuiden en de Randstad meerdere gezelschappen actief zijn heeft Oost-Nederland alleen TgO. Het gezelschap werd in 1953 opgericht als Toneelgroep Theater, later Theater van het Oosten, en bestaat in 2013 zestig jaar. In 2001 werd een doorstart gemaakt als Toneelgroep Oostpool en bespeelde het gezelschap vooral de vlakke-vloertheaters in het land. In 2009 ging het o.l.v. artistiek directeur/intendant Rob Klinkenberg ook voor de grote zaal werken en repertoire spelen. Marcus Azzini en Erik Whien traden aan als huisregisseurs samen met een jonge groep acteurs. De interne benoeming per 1 augustus 2012 van Marcus Azzini als artistiek leider van het gezelschap luidt een nieuwe fase in. Hij betrekt de jonge regisseur/schrijver Joeri Vos en het makersduo Boogaerdt en Van der Schoot in zijn artistieke team. Rob Klinkenberg wordt weer huisdramaturg van het gezelschap. Erik Whien ontwikkelt zich na acht jaar Arnhem verder buiten het gezelschap. Timothy de Gilde blijft aan als jongerenregisseur en Ruud van Meijel als zakelijk directeur. De vernieuwde leiding continueert het in 2009 in gang gezette beleid en richt zich op: - diversiteit in het aanbod - vernieuwing van het genre - ontwikkeling van talent - verjonging van het publiek. Nieuw is de alliantie die TgO aangaat met het jeugdtheatergezelschap Sonnevanck in Enschede. Beide gezelschappen gaan in coproductie voorstellingen voor jongeren maken en elkaars huis bespelen en verbinden zo de beide kernpunten voor podiumkunsten in Overijssel en Gelderland.
1
2.1 Wat zijn de missie, visie en hoofddoelstelling van de instelling? missie TgO wil met jonge, talentvolle makers theater creëren dat via interactie met de toeschouwer aanzet tot reflectie op de samenleving en die stimuleert. Het wil een breed publiek aanspreken en vooral ook jonge mensen voor theater interesseren. visie TgO is een vitale en geëngageerde samenscholing van jonge, zich nog volop ontwikkelende theatermakers, die hun persoonlijke thema’s in relatie brengen met grote gebeurtenissen in een complexe wereld. Zij spelen niet de krant, maar de verhalen erachter. Dat doen ze op een uitgesproken artistieke manier, die door de kwaliteit van de voorstellingen en de voortdurende zoektocht naar vernieuwing van het genre, de inzet van publieke middelen rechtvaardigt. De makers van TgO proberen hun verhalen zo persoonlijk en open mogelijk te tonen, zodat ze breed aanspreken. In een maatschappij die wordt gedomineerd door massamedia gelooft TgO in de kracht van de levende rechtstreekse ontmoeting die theater biedt en in de aanspraak die het doet op de verbeelding. kernwaarden - energiek en eigentijds - jong en talentvol - onderzoekend en ondernemend - verbonden met de wereld hoofddoelstelling Theater maken voor een publiek vanaf 15 jaar. TgO wil daarin zowel artistiek als zakelijk succesvol zijn. Het gezelschap streeft naar een optimale zaalbezetting en een groei naar gemiddeld 50.000 bezoekers in 2013-2016.
2
2.2 Waarom is het aanbod, de activiteit of de collectie van uw instelling van nationaal en/of internationaal belang? keten TgO is een groot, landelijk opererend theatergezelschap met publiek in heel Nederland. Het gezelschap werkt vanuit Arnhem, één van de slechts vier kernpunten in het land waar een volwaardige keten van opleiding, ontwikkeling, productie en presentatie aanwezig is. jong volwassenen Het gezelschap onderscheidt zich doordat het een nieuwe generatie theatermakers aan het woord laat, die er in slaagt naast een algemeen toneelpubliek een nieuw en jonger publiek voor zich te interesseren. Uniek is de manier waarop bij TgO talentontwikkeling geïntegreerd is in de algehele werking. Het gezelschap profileert zich met nieuwe vormen van theater die naast taal en repertoire sterk inzetten op beweging en beeld. Voor de voorstellingen die TgO wil creëren heeft het met Marcus Azzini, Joeri Vos, Bianca van de Schoot en Suzan Boogaerdt de best denkbare makers in huis. bekroond en geroemd Voorstellingen en spelers van TgO werden afgelopen jaren meermaals bekroond. Het gezelschap wordt door de (landelijke) pers op de voet gevolgd. In de dagbladoverzichten van de beste voorstellingen van het seizoen is TgO altijd opgenomen, maar niet alleen de kwaliteit valt op: Op 5 maart 2010 schreef Hein Janssen in De Volkskrant een artikel over actieve en inactieve theatergroepen: “Als er op dit moment een gouden medaille moest worden uitgereikt aan de actiefste theatergroep in Nederland, zou die zonder concurrentie naar Toneelgroep Oostpool in Arnhem gaan …Ook belangrijk: Oostpool spreekt een tamelijk jong publiek aan. “ Simon van de Berg op 2 december 2011 in Het Parool: “Oostpool is een van de weinige regionale theatergroepen die zo enthousiast blijft experimenteren en zoveel mogelijk vanuit een artistieke impuls opereren, waar anderen kiezen voor toegankelijke formats en doelbewuste versimpeling.” Kester Freriks in de NRC van 3 december 2011: “Jeugdig elan, dat is kenmerkend voor de voorstellingen van Toneelgroep Oostpool. Met energiek spel en een frisse regie kregen repertoirestukken als Shakespeares Hamlet, De Misantroop van Molière, Orlando naar de roman van Virginia Woolf en Zomergasten van Gorki een nieuw leven. Ook maakt Oostpool eigen, nieuwe voorstellingen. Dat elan is niet verrassend: Het Arnhemse gezelschap bestaat uit twintigers en dertigers. Het maakt Oostpool een relatief jong gezelschap in het Nederlandse theaterbestel.”
3
2.3 Welke activiteiten zal de instelling in de periode 2013-2016 uitvoeren? Toneelgroep Oostpool gaat de komende periode elk jaar ten minste het volgende maken: -
grote zaal Drie voorstellingen met een capaciteit van minimaal vierhonderd bezoekers per uitvoering, waarvan twee voor schouwburgen en één voor op locatie. Ten opzichte van 2009-2012 is dit één groot gemonteerde voorstelling per jaar extra. Deze voorstellingen gaan in première in de Stadsschouwburg Arnhem (770 stoelen), spelen in Oost-Nederland en de rest van het land. De voorstelling op locatie speelt in Arnhem en/of op (zomer)festivals als Oerol en Theaterfestival Boulevard.
-
vlakke-vloer Net als in 2009-2012 drie voorstellingen, waarvan twee voor de vlakkevloerzalen en één voor zomerfestivals. Deze voorstellingen spelen in Huis Oostpool (200 stoelen) in Arnhem, het eigen theater van het gezelschap, en ze reizen door het Oosten en de rest van het land. Die voor de zomer speelt in Arnhem en op de locaties van de Parade.
-
reprise Bij gebleken succes gaan voorstellingen in reprise. In elk geval altijd in Huis Oostpool of de Stadsschouwburg in Arnhem.
-
jongeren TgO maakt jaarlijks twee coproducties met Sonnevanck die spelen in de tot theater verbouwde vrachtwagentrailer van het gezelschap, zie 2.5.
-
onderzoek In eigen huis maakt en speelt het gezelschap onderzoeksvoorstellingen met een klein aantal speelbeurten.
-
educatie en talent Het realiseert activiteiten in het kader van educatie en talentontwikkeling die altijd publiekelijk toegankelijk zijn, zie bij 2.5 en 2.6.
Marcus Azzini In 2009 kwam in Arnhem een nieuwe team aan het woord dat zich collectief maar ook individueel sterk heeft ontwikkeld. Dat geldt zeker voor Marcus Azzini die zich ontpopte als de nieuwe artistieke eerste man van TgO. Precies volgens plan van Rob Klinkenberg om na vier jaar het stokje over te dragen aan een uitvoerend artistiek leider en bijvoorkeur één uit eigen gelederen. Marcus Azzini kan die rol aan. Artistiek gezien staat hij voor een uitgesproken signatuur: Zijn voorstellingen ademen zijn passie voor taal, beeld en fysiek spel. In de grote zaalvoorstellingen Orlando (2009) en Hamlet (2010) liet Marcus Azzini zien hoe hij klassieke teksten eigentijds en toegankelijk kan maken. Hij zette de verbeelding van de toeschouwer gepassioneerd en toch subtiel aan het werk. Deze Braziliaanse emigrant beschikt over een romantische en troostrijke intuïtie. Zijn voorliefde voor beeld- en lichaamstaal vormt soms de hoofdmoot van zijn werk, zoals in Wat het lichaam niet vergeet (2009) en LIstEn&See (2011) i.s.m. choreograaf Ann Van Den Broek. 4
Als artistiek leider van TgO regisseert Marcus Azzini vooral repertoirevoorstellingen voor de grote zaal: -
najaar 2012: Tramlijn Begeerte van Tennesse Willams in een nieuwe vertaling van Rob Klinkenberg.
-
2013: Het Proces van Franz Kafka. Deze roman wordt bewerkt door Joeri Vos.
-
zomer 2014: Een maand op het land van Ivan Toergenjew, een groot gemonteerde voorstelling in de tuin van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem.
-
2015: Een soort Hades van Lars Norén. Deze marathon-voorstelling speelt exclusief in de Arnhemse Stadsschouwburg.
Erik Whien Blijft tot de zomer van 2013 vast en daarna op incidentele basis verbonden aan TgO. Hij speelt o.a. in de voorstelling Burgers van Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot: -
2013: Tsjechov, een voorstelling voor het vlakke-vloercircuit over de eenakters, de brieven en het leven van deze Russische toneelschrijver.
-
2013: reprise van Wachten op Godot. Deze succesvolle voorstelling speelde in 2009 op de vlakke-vloer en wordt nu in de grote zalen getoond.
Joeri Vos regisseert, schrijft en speelt. In 2009-2012 was hij als schrijver/bewerker bij Orlando en Hamlet van TgO betrokken. Hij is een aanstormend multi-talent. Hij was de voorman van TG42 en maakte voorstellingen bij o.a. Generale Oost, Keesen&Co en Mightysociety. Zijn werk heeft een maatschappelijke invalshoek en hij is begiftigd met een ironisch oog. Joeri Vos gaat bij TgO nieuw repertoire schrijven, acteren en zich ontwikkelen tot regisseur voor de grote zaal. -
2013: voor de herdenking van de Slag om Arnhem bewerkt en regisseert hij Post Mortem van Noel Coward. Studenten van de ArtEZ toneelschool spelen mee in deze groot gemonteerde locatievoorstelling.
-
2014: Beschuit met muisjes van Herman Heijermans, de eerste grote zaal van Joeri Vos over Hollandse hebberigheid en opportunisme.
-
2014 t/m 2016: hij werkt aan een trilogie van maatschappelijk geëngageerde satires: De Ivoren Toren, De Onrendabelen en De Nieuwe Goden. Te zien in Huis Oostpool en het circuit van vlakke-vloeren.
-
2016: hij bewerkt en regisseert een stuk van Shakespeare voor de grote zaal. 5
Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot speelden in 2009-2012 diverse keren in voorstellingen bij TgO en waren als makers medeverantwoordelijk voor de coproductie Tweede Natuur. Sinds 2000 maken zij als Boogaerdt/VanderSchoot voorstellingen. Hun werk is beeldend, bewegelijk en brutaal en vindt zijn oorsprong in de mime. Het (on)vermogen van het lichaam is hun uitgangspunt. Daarin vinden zij aansluiting bij het beeldende werk van Marcus Azzini. -
2013: zomerfestivalvoorstelling Spectaculaire Voorstelling. Een onewomanshow verandert langzaam in een mimografie voor tribunebouwers bestaande uit het publiek zelf.
-
najaar 2013: Loss Leaders in gastregie van Susanne Kennedy. Een voorstelling over vrouwelijke iconen in een tijdperk waarin ouderdom wordt ontkend en de dood onzichtbaar is.
-
2014: Burgers. Een interactieve voorstelling over het (on)gelijk van de mondige burger in onze moderne mediacratie.
-
zomer 2015: Nana Dada. In deze grootschalige voorstelling voor zomerfestivals pogen zij de absurditeit van de wereld te relativeren.
-
2013-2016: meerdere Proeftuinen in Huis Oostpool. Het artistieke team van TgO en gasten toetsen bronnen en werkmethoden.
ensemble TgO blijft in 2013-2016 investeren in een talentvolle, jonge acteursgroep die met regelmaat terugkeren in de voorstellingen van het gezelschap: Maria Kraakman, Kirsten Mulder, Joep van der Geest, Stefan Rokebrand, Bram van der Heijden, Janneke Remmers, Bas van Rijnsoever en Bram Coopmans. Ook Suzan Boogaerdt, Bianca van der Schoot en Joeri Vos spelen mee in voorstellingen. Met de acteurs worden langdurige afspraken gemaakt om de artistieke continuïteit te waarborgen. werkwijze Regisseurs en acteurs vormen samen het gezelschap en zijn sterkhouders van de eerder genoemde kernwaarden. Zij werken met elkaar als een ‘circusfamilie’ waarbij iedereen zijn eigen specialiteit inbrengt en daar voluit het podium voor krijgt, maar zich ook inzet voor de anderen. Zo kan Marcus Azzini de eindregie doen bij een productie van Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot, spelen zij op hun beurt in een voorstelling die Joeri Vos regisseert of schrijft hij de tekst voor een jongerenvoorstelling in regie van Timothy de Gilde. En iedereen scheurt de kaartjes! Deze aanpak leidt tot artistieke kruisbestuiving, ontwikkeling van vaardigheden en talent en is bovendien efficiënt.
6
huisvesting Sinds 2003 houdt TgO kantoor en repeteert en speelt het in Huis Oostpool in het centrum van Arnhem. Dit theater werd indertijd ontwikkeld voor de schaal van het toenmalige gezelschap dat vooral voor de vlakke-vloer werkte. Naast een theaterzaal is er alleen een, te kleine, studio om te repeteren. De aard en omvang van de activiteiten sinds 2009 maakt dat het gezelschap toenemende nood heeft aan geschikte repetitiefaciliteiten. Inmiddels heeft het groen licht van de gemeente Arnhem om op een braakliggende kavel om de hoek bij Huis Oostpool een semipermanent gebouw met twee lokalen neer te zetten. Dit in afwachting van de komst van een nieuwe schouwburg tegenover Huis Oostpool waarin het gezelschap eigen repetitieruimte krijgt. De gemeente Arnhem en de provincie Gelderland participeren in het plan van het tijdelijke repetitiegebouw waarvan de oplevering na de zomer van 2012 is voorzien. partners Schouwburgen, theaters en festival zijn de belangrijkste samenwerkingspartners van TgO. Het gezelschap investeert in de continue relatie met deze podia. Jaarlijks is er een bijeenkomst in Huis Oostpool van de directie van het gezelschap met die van schouwburgen en theaters uit Oost-Nederland. Ook is er geregeld afstemming over vraag en aanbod met de Samenwerkende Oostelijke Schouwburgen en met het Overleg Kleine Theaters Overijssel. Zoals onder 2.7 omschreven zoekt het gezelschap met de zalen naar nieuwe samenwerkingsvormen om tot een betere bezetting te komen. Het overlegt ook in N.A.P.K.-verband, waarbinnen de zakelijk directeur van TgO bestuurslid en voorzitter van de sector theater is.
7
2.4 Wat is de visie van de instelling op (publieks)bereik en wat zijn de doelstellingen op dit gebied. strategie TgO trok in 2009-2011 gemiddeld 40.000 bezoekers per jaar. Dat zijn er jaarlijks 5.000 meer dan begroot. Voor 2013-2016 zet het in op 50.000 bezoekers gemiddeld. Deze groei wil het realiseren met een gecombineerde strategie van marktdifferentiatie en marktpenetratie. Enerzijds biedt het meer soorten voorstellingen (klassiekers, nieuw repertoire, beeldend, jongeren etc) aan op een brede range aan podia - markten - die elk hun eigen achterban hebben (schouwburgen, vlakke vloer, festivals, op locatie, eigen huis, scholen etc). Anderzijds wil het op die markten zowel nieuwe bezoekers vinden als de bezoekfrequentie van bestaand publiek verhogen. TgO wil dit bereiken door het merkbeleid te versterken en door een rechtstreekse communicatie met het publiek. Met de diversiteit in combinaties van producten en markten spreidt TgO de risico’s die het op individuele voorstellingen loopt qua publieksopkomst en recette-inkomsten. merkbeleid Het merk TgO wordt vooral geladen door een constante stroom voorstellingen met een herkenbaar karakter. Die herkenning zit in de signatuur van de voorstellingen en de vaste acteursgroep. In 2013-2016 gaat TgO hun gezichten nog sterker in de communicatie naar voren schuiven. Niet alleen letterlijk via fotografie in drukwerk en op de website, maar ook door hen een rol te geven in de publieksbenadering met brieven en e-mailingen, bij telefonische campagnes of via Facebook en Twitter. Binnen het merkenbeleid wil TgO het publiek meer bij het gezelschap betrekken via de methodiek van ‘Concepting’. Dat houdt in dat het gedachtegoed van het gezelschap gedeeld wordt met het publiek. Door de grotere betrokkenheid die wordt gestimuleerd hoeft TgO minder zwaar in te zetten op marketing op voorstellingsniveau. Minder affiches, flyers en advertenties, maar regelmatiger één-op-één contact via brieven, e-mailingen, social media etc en zelfs via persoonlijke verkoop (TgO doet tegenwoordig aan verkoop van kaarten op straat en heeft daar goede ervaringen mee). rechtstreekse communicatie Direct contact leggen is het eenvoudigst met het publiek dat voorstellingen in Huis Oostpool bezoekt. Met een aantal schouwburgen en theaters zijn afspraken over het gebruik van (e-mail)adressen van bezoekers aan de TgO-voorstellingen. Het gezelschap heeft een bestand van 20.000 post- en 10.000 e-mailadressen. Het heeft ook duizenden vrienden en volgers op de social media. Via analyses heeft TgO goede kijk op de profielen van de bezoekers van de verschillende soorten voorstellingen en is in staat relatief eenvoudig publieksgroepen die daarbij aansluiten te identificeren en te benaderen. Die benadering is ‘event-driven’ en gaat uit van de life-style van het publiek.
8
jong publiek Een kwart van de bezoekers van TgO is jonger dan achttien jaar, de helft is onder de dertig. De overeenkomst in leeftijd maakt het voor een jong publiek eenvoudiger zich te vereenzelvigen met de personages die de acteurs spelen. Het gezelschap bespeelt festivals en vlakke-vloertheaters, die een relatief jong publiek trekken. Het communiceert aan hen ook de TgO-voorstellingen die in de schouwburgen staan geprogrammeerd. In het Oosten speelt het gezelschap voorstellingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. In het materiaal bij die voorstellingen wordt informatie gegeven over Club Oostpool , de Coming-of-Age-voorstellingen en over het reguliere aanbod van TgO. Participanten in de Coming-of-Age-voorstellingen bezoeken collectief andere voorstellingen van het gezelschap als onderdeel van het maakproces. Door de samenwerking met Theater Sonnevanck ontstaat er nu een doorgaande lijn in het Oost-Nederlandse theateraanbod waarin alle leeftijden aangesproken worden.
9
2.5 Wat is de visie van de instelling op educatieve activiteiten voor schoolgaande kinderen en wat zijn de doelstellingen op dit gebied? vanaf 15 jaar Jaarlijks speelt TgO voor schoolklassen in Overijssel en Gelderland, meest in de tot theater verbouwde vrachtwagentrailer van het gezelschap. Het bereikt daarmee per jaar 7.200 jongeren in de leeftijd van 15-18 jaar. Ook worden de voorstellingen i.s.m. kleine zalen en festivals in de regio aan een algemeen publiek getoond. Timothy de Gilde heeft de regie over deze jongerenvoorstellingen en het educatiebeleid in het algemeen. Daarin ligt de nadruk op letterlijk ‘meemaken’. Actief participeren en ervaren wat theater is, maakt een blijvender indruk dan er kennis van nemen via uitleg of er vanaf een afstandje naar kijken. De artistieke kernwaarden van TgO zijn onverkort van toepassing op het educatiebeleid. De voorstellingen dompelen niet alleen onder in theater, ze gaan ook over levensvragen die jongeren bezighouden. Doel is inzichten te verschaffen en hen te helpen bij het zelf vinden van antwoorden, zoals dat ook bij theater voor volwassenen gaat. Theater Sonnevanck Deze insteek maakt samenwerking met het jeugdtheatergezelschap Sonnevanck in 2013-2016 vanzelfsprekend. De verworvenheden van beide gezelschappen worden samengebald tot een nieuw sterk geheel. Vooralsnog wordt samengewerkt in de vorm van coproducties. De expertise van Sonnevanck ligt vooral op het werken voor de leeftijd van 6 tot 12 jaar. Die van TgO op die van 15 jaar en ouder. De artistieke samenkomst wordt het sterkst op de tussenliggende leeftijdsgroep. Op langere termijn is verdergaande integratie het doel (zie ook de aanvraag van Sonnevanck). Die ontwikkeling wordt in gang gezet door ook in Enschede coming-of-age-voorstellingen op te zetten, door zaalvoorstellingen van Sonnevanck ook in Huis Oostpool te tonen en door jaarlijks een Club Oostpool in Enschede te organiseren. Als de plannen rond de Fabrieksschool in Enschede doorgaan zal TgO daar ook zijn vlakke-vloervoorstellingen spelen en er regelmatig in première gaan. Sonnevanck en TgO smeden zo een band tussen de kernsteden voor podiumkunsten, Arnhem en Enschede, en de beide provincies, Overijssel en Gelderland, en bevestigen de gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid van de betrokken overheden voor theater in Oost-Nederland. 15-18 jaar Gespeeld wordt in de vrachtwagentrailer waarin zestig toeschouwers kunnen. In dit theatertje zit je met je neus boven op het spel en kan je de acteurs letterlijk aanraken: -
2013: Harde Snoepje naar de film ‘Hard Candy’ waarin een veertienjarig meisje wraak neemt op een man die haar via internet verleidt.
-
2014: Het lijden van de jonge Werther naar de roman Goethe. 10
-
2015: voorstelling op basis van het boek Axolotl Roadkill van Helene Hegemann.
12-15 jaar Voor jongeren van deze leeftijd maken Sonnevanck en TgO samen (muziek)theater dat eveneens in de vrachtwagentrailer speelt. De verkoop van deze voorstellingen is net als die voor de oudere groep in handen van TgO, dat een zorgvuldig opgebouwd netwerk heeft binnen het Voortgezet Onderwijs in Oost-Nederland. -
In 2013: Victor, of de kinderen aan de macht. Toneelstuk van Roger Vitrac over een gezin waarin de kinderen opstaan tegen hun ouders.
-
In 2014: Caliban, muziektheater over de fatale combinatie van domheid en macht rond het monsterlijke wezen uit De Storm van Shakespeare.
Coming-of-Age-voorstelling Jaarlijks maakt TgO een productie met veertig jongeren die zich verhouden tot een thema dat van belang is voor hun levensfase. Ze leren samenwerken, zich aan afspraken houden en op tijd komen: deel uitmaken van iets dat groter is dan zijzelf. Er wordt gewerkt o.l.v. Timothy de Gilde en stagiairs van verschillende deelopleidingen van ArtEZ (muziek, dans, theater, beeldend). Acteurs van TgO zijn betrokken bij de audities en het maakproces. In de voorjaarsvakantie worden Huis Oostpool zes uitvoeringen gegeven. -
2013: Choreograaf Adriaan Luteijn van Introdans voor de Jeugd en Timothy de Gilde gaan aan de slag met het ballet Giselle.
-
In 2014: Lord of the Flies naar William Golding. Een groep jongens moet na een ongeluk zien te overleven op een onbewoond eiland.
TgO onderzoekt of het een variant op de formule van de Coming-of-Age-voorstellingen kan uitrollen richting bedrijven en instellingen in Arnhem. Idee is met medewerkers van zo’n organisatie in een kort tijdsbestek een voorstelling te maken die aansluit bij hun activiteiten. Naast enthousiasmeren voor theater is het vinden van doelgroepen en draagvlak uitgangspunt. Club Oostpool Drie keer per jaar wordt Huis Oostpool, Club Oostpool. Aanstormend talent - muzikanten, dichters, acteurs, dansers en beeldend kunstenaars - uit Oost-Nederland presenteert zich samen met acteurs van het gezelschap aan het publiek. In 2013-2016 gaat TgO de clubavonden ook buiten het eigen huis organiseren o.a. in Musis Sacrum en op locatie in de openlucht. De capaciteit wordt zo vergroot (nu altijd uitverkocht) en de drempel verder verlaagd. Ieder jaar gaat er ook een Club Oostpool in Enschede door.
11
Kwatta In Gelderland is ook jeugdtheatergroep Kwatta actief. In de voorbereiding op 2013-2016 is het niet mogelijk gebleken een constructieve dialoog met dit gezelschap aan te gaan, ondanks actieve bemoeienis van de beide Oostelijke provincies. In het belang van het theater in OostNederland staan Sonnevanck en TgO nog steeds open voor afstemming en samenwerking.
12
2.6. Ziet de instelling een specifieke taak op het gebied van professionele talentontwikkeling? Zo ja, wat zijn de visie en de doelstelling op dit gebied. geborgd in de organisatie TgO onderscheidt zich doordat talentontwikkeling geïntegreerd is in de algehele werking van het gezelschap. Ook is het nauw verbonden met de Oost-Nederlandse kraamkamers van talent: De toneelschool van ArtEZ en productiehuis De nieuwe Oost (voorheen Theaterproductiehuis Generale Oost), beide in Arnhem. TgO werkt met een team van jong maar reeds bewezen talent dat kan doorgroeien naar grootschalig theater, zoals is gebeurd met Marcus Azzini en Erik Whien en voor de toekomst met Joeri Vos en Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot. Met een eigen vlakkevloertheater heeft het een interessant platform om nieuwe vormen te ontwikkelen. Alles wat TgO maakt wordt onder één merknaam gepresenteerd: talentontwikkeling is bij TgO geen ‘annex’. De afgelopen jaren maakten de beide huisregisseurs, de jongerenregisseur en de spelers met elkaar een belangrijke groei door. De ontwikkeling gaat door: de constellatie verandert en er stromen nieuwe makers in voor vier jaar. De afgelopen jaren waren zij al bij het gezelschap betrokken geraakt. Dat natuurlijke groeiproces zet zich in 2013-2016 voort. ArtEZ - Jaarlijks wordt met het derde jaar van de toneelschool een voorstelling gemaakt. Voor de studenten is het een eerste kennismaking met het spelen van een compleet stuk in een professionele productie o.l.v. één van de regisseurs van het gezelschap. De voorstellingen wordt meerdere malen gespeeld in Huis Oostpool voor een algemeen publiek. -
TgO krijgt zo een goed zicht op de verschillende studenten wat leidt tot uitnodigingen om stage te lopen of te komen werken. In de periode 2009-2012 konden 47 ArtEZ-studenten bij TgO aan de slag. Voor 2013-2016 wordt op eenzelfde aantal ingezet.
-
De voorstellingen in Huis Oostpool zijn gratis voor de studenten van ArtEZ, niet alleen die van de toneelschool, maar ook die van de dansopleiding en van de opleiding tot theaterdocent.
-
Regisseurs en acteurs van TgO geven les bij ArtEZ, de artistiek directeur maakt deel uit van de afstudeercommissie.
alumni TgO biedt ook werk na de opleiding aan ArtEZ: Bram van der Heijden heeft vier keer bij het gezelschap gespeeld en maakt inmiddels deel uit van het ensemble. Joeri Vos schreef drie keer voor het gezelschap en stroomt nu in. Phi Nguyen, Hanne Struyf, Tobias Nierop, Anne Harbers en Judith van den Berg speelden na hun afstuderen bij TgO. 13
TgO heeft ook contacten met de Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam. In 2009-2012 stelde het 4 stageplaatsen ter beschikking aan studenten van de toneelschool. In 2012 maakt Marcus Azzini een voorstelling voor De Parade met 8 afstudeerders van de mimeopleiding. Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot geven les op deze opleiding en zullen ook in 20132016 stagiairs ervan betrekken.
14
2.7. Welk verdienmodel wordt door de instelling gehanteerd en wat zijn de doelstellingen op het gebied van ondernemerschap. ondernemerschap TgO houdt er ook zakelijk een onderzoekende en ondernemende mentaliteit op na en past eigentijdse management- en marketingmethodieken toe. Het gezelschap is een culturele instellingen die op een financieel gezonde manier waarde toevoegt aan de maatschappij. Zo sorteert TgO en de exploitatie van een eigen theaterzaal in Arnhem effecten op het mentale klimaat, de economie, de sociale cohesie en bijvoorbeeld de veiligheid van de buurt rond Huis Oostpool. 30 % eigen inkomsten Met 123 activiteiten meer dan begroot over 2009-2011, met 15.748 bezoekers boven de begroting over die periode en met het wegwerken binnen drie jaar van een negatief eigen vermogen van 5 ton, heeft het gezelschap aangetoond goed ondernemerschap in huis te hebben. Het aandeel eigen inkomsten bedroeg in 2009 - 23,2 %, in 2010 - 25,2 % en in 2011 ruim 35 %. Voor 2013-2016 is het streven om gemiddeld 30 % te halen. investering door lokale overheden Naast subsidie van het rijk investeren de provincies Gelderland en Overijssel en de gemeente Arnhem in het gezelschap. In 2009-2012 4 ton per jaar. De rijkssubsidie over deze periode was voor TgO 2 ton lager dan die voor de collega’s in het Noorden en Zuiden van het land. Deze korting werd toegepast omdat TgO ook subsidies ontvangt van lokale overheden. Bij de besluitvorming in 2008 was dit niet of veel minder het geval bij het Zuidelijk Toneel en het Noord Nederlands Toneel. Deze gang van zaken leidt er nu toe dat de lokale overheden aangeven TgO in 2013-2016 te zullen steunen, maar eerst het rijksbesluit af te wachten vooraleer zij de hoogte van hun bijdrage vaststellen. inkomsten uit kaartverkoop Het gezelschap zet de komende subsidieperiode de strategie voort om via een grotere publieksopkomst de eigen inkomsten te verhogen, zie onder 2.4. Publiek, spelers en schouwburgen worden blij van meer mensen in de zaal. Het heeft positieve effecten op de kwaliteit en appreciatie van de voorstelling en op de kassa. Bij een constant aanbod van geslaagde voorstellingen zal meer publiek ook weer tot meer publiek leiden. Het is de enige weg om structureel minder afhankelijk te zijn van overheidssubsidies. jongerenvoorstellingen TgO heeft in 2009-2012 ruim 4 ton ontvangen aan incidentele bijdragen van publieke en particuliere fondsen voor de educatieve activiteiten en voorstellingen voor jongeren. Vanuit de Overijsselse jeugdzorg werd twee jaar achtereen 1,5 ton bijgedragen, die vervolgens met tweemaal € 60.000 werd gematcht door het VSBfonds. Het educatie- en jongerenbeleid van het gezelschap geldt als vernieuwend en is een niet weg te denken element in het verdienmodel van TgO. 15
funding Het gezelschap heeft oog voor de mogelijkheden die particulier mecenaat en sponsorwerving bieden. Vanwege de huidige economische omstandigheden werkt het met het bedrijfsleven vooral samen in de vorm van ‘joint promoties’ met als doel nieuwe bezoekers te bereiken. Uit reguliere sponsorwerving heeft het gezelschap nu jaarlijks zo’n € 25.000 aan inkomsten. Passend in het streven naar meer en een grotere betrokkenheid met het publiek wil TgO met hen ‘vrienden’ worden. Net als op Facebook biedt het gezelschap die vriendschap gratis aan om pas nadat een band is ontstaan om donaties en bijdragen te vragen. Huis Oostpool Naast de voorstellingen die TgO er speelt worden de theaterzaal en de foyer van Huis Oostpool regelmatig verhuurd aan derden. Het gezelschap werkt sinds 2011 samen met de Arnhemse vestiging van de horecaketen Dudok, die ook de publiekscatering rond voorstellingen verzorgt. Om de theaterzaal meer beschikbaar te krijgen voor voorstellingen en verhuringen werkt het gezelschap aan de realisatie van een nieuw repetitiegebouw om de hoek. De verhuringen leidden in 2011 nog tot een omzet van € 30.000. Voor 2016 wordt het dubbele begroot. projecten Het gezelschap genereert ook eigen inkomsten uit de ondersteuning van incidentele, culturele projecten van instellingen en overheden in Oost-Nederland. In 2011 werd met deze activiteit circa € 75.000 aan omzet ingeboekt. TgO blijft deze dienstverlening aan derden aanbieden en bouwt die waar mogelijk uit.
16
2.8 Hoe brengt de instelling haar activiteiten onder de aandacht van het publiek? Met andere woorden, wat is de marketingmix van de instelling? professionals TgO investeert stevig in de marketing, zo’n 10 % van de exploitatie. Het heeft een afdeling met drie marketingprofessionals. In het voorjaar van 2012 komt daar om de slagkracht te vergroten een functionaris bij. Doordat TgO een eigen theaterzaal exploiteert heeft het ook goed zicht op de moeilijkheden die schouwburgen ervaren bij de kaartverkoop en kan daarop inspelen. Doel van de marketinginspanningen is meer kaartjes verkopen en bezoekers vergaand aan TgO te binden. marketingmix Voor het spelen in eigen huis geldt dat het gezelschap met de komst van het nieuwe repetitiegebouw meer kan flexibiliseren. Er ontstaat ruimte om succesvolle voorstellingen langer door te spelen en er kan met andere aanvangstijden, vroeger, later, lunchvoorstellingen e.d. worden geëxperimenteerd. Het gezelschap past nu al prijsdifferentiatie toe tussen voorstelling op doordeweekse dagen en in het weekeinde en voor verschillende publieksgroepen mede op basis van leeftijd. TgO stimuleert vroegboeken met lagere prijzen en jaagt via social media op het laatste moment de kaartverkoop aan. Rond voorstellingen ontwikkelt TgO crossmediale campagnes waarbij de website van het gezelschap centraal staat. Daar is in aanloop op de premières steeds meer inhoudelijke informatie te vinden, o.a. in de vorm van foto’s en trailers over het repetitieproces en blogs van acteurs. De website geeft toegang tot de kaartverkoop, ook voor de zalen waar het gezelschap op tournee speelt. Na bezoek wordt het publiek uitgenodigd een reactie achter te laten, waarmee het gezelschap goed zicht heeft op de appreciatie van het aanbod. schouwburgen en theaters Het beleid van rechtstreekse communicatie met het publiek wil TgO in het land uitrollen door in andere financiële verhoudingen met schouwburgen en theaters te werken. Het gezelschap neemt het risico van de kaartverkoop op zich in ruil voor harde afspraken over o.a. gezamenlijke mailingen aan het toneelpubliek, het kunnen verzenden van een zogenaamde ‘service-mail’ na bezoek en het verkrijgen van adresgegevens van het publiek bij de TgO-voorstellingen. Deze aanpak is een antwoord op de ontwikkeling bij schouwburgen die zichzelf steeds meer zien als warenhuizen en daarom minder over individuele voorstellingen communiceren met hun publiek. Het gezelschap laadt deze nieuwe samenwerkingsvorm eerst in Oost-Nederland en voert die na evaluatie en bijstelling gefaseerd in de rest van het land in. Met de vlakke-vloertheaters waar het gezelschap veelvuldig speelt wordt ingezet op langere speelperioden. Het kostbare en arbeidsintensieve reizen wordt zo beperkt. Het meerdere dagen op één plek spelen maakt grotere marketinginvesteringen verantwoord. Ook voor deze zalen wordt de strategie van marktpenetratie en directe communicatie uitgebouwd.
17
2.9 Hoe zijn de kwaliteit van en de beleidsdoelstellingen van de instelling geborgd in de organisatie? raad van toezicht-model De organisatie van TgO is ondergebracht in een stichting. De dagelijkse leiding is in handen van de artistiek directeur en de zakelijk directeur, die samen het bestuur van de stichting vormen. Zij bepalen het beleid. Een raad van toezicht treedt op als hun werkgever. Deze raad toetst vooraf de beleidsvoornemens van het bestuur op haalbaarheid en risico en houdt toezicht op de uitvoering ervan. In de raad zitten leden met competenties en ervaring op het gebied van theater, bedrijfsvoering, financiën, marketing en politiek. functioneren Naast statuten kent de stichting reglementen voor zowel raad als bestuur, daarin zijn de onderlinge verhoudingen en bevoegdheden en verantwoordelijkheden geregeld. Tevens zijn er functieomschrijvingen voor de beide directeuren en profielschetsen voor leden van de raad. Er zijn jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprekken tussen raad en de directieleden. Het functioneren van de raad wordt elk jaar geëvalueerd waarbij wordt gekeken of het besturingsmodel nog voldoet. overleg Raad en bestuur vergaderen jaarlijks minimaal vier keer. Vastgelegd is wanneer en wat op tafel komt. Altijd wordt verslag gedaan van de artistieke voortgang en wordt de financiële gang van zaken aan de hand van tussentijdse cijfers besproken. De directeuren vergaderen één maal per week. Van deze vergaderingen worden verslagen gemaakt. Ook komen de directie en afdelingshoofden één keer per week in vergadering bijeen. Ook deze bijeenkomsten worden genotuleerd. Er zijn afdelingvergaderingen, artistiek overleg en is er regelmatig werkoverleg over de voortgang van producties. Tweemaal per jaar is er een personeelsvergadering. Het gezelschap kent geen OR of personeelsvertegenwoordiging. organisatie Medewerkers worden conform de CAO Theater gehonoreerd. Ze hebben functieomschrijvingen en er worden periodiek functionerings- en beoordelingsgesprekken met hen gevoerd. In een aantal gevallen worden met medewerkers, vooral die op de marketingafdeling, prestatienormen afgesproken. Er is een informele maar doelgerichte arbeidscultuur. De kernorganisatie is klein met een platte structuur en korte communicatielijnen. Op jaarbasis worden acteurs, makers en technici betrokken via tijdelijk contracten, als freelancer of ondernemer. De organisatie is flexibel, het personeelsbestand jong en het ziekteverzuim met 3 % laag.
18