Milieufederatie Zuid-Holland Goudsesingel 6 3011 KA Rotterdam 010-4765355
[email protected] www.milieufederatie.nl
Activiteitenplan 2012 Provinciale Subsidieaanvraag
September 2011
1
1.
Inleiding
3
2.
Netwerkondersteuning
4
3.
Strategische Thema´s
6
3.1.
Groene Boeren
7
3.2.
Groene Haaglanden
10
3.3.
Het Groene Hart: de beleving van stiltegebieden
13
3.4.
Klimaatbestendig en duurzaam ruimtegebruik van de Kust
16
3.5.
Energie Transitie Haven en Industrie
18
3.6.
Energie Transitie in de Zuid-Hollandse Regio´s
20
3.7.
Duurzame Bedrijvigheid
22
3.8.
Duurzame Mobiliteit
25
4.
Gebiedscoördinatie en gebiedsontwikkeling
26
5.
Innoveren en agenderen
27
5.1.
Provinciale JongerenRaad voor de Leefomgeving
27
5.2.
Green Economic Forum
29
5.3.
Nacht van de Nacht
30
6.
Subsidieaanvraag Activiteitenplan 2012
31
7.
Bijlagen
32
7.1.
Manifest
32
7.2.
Interactiematrix Groene Agenda 2012
35
2
1. Inleiding Voor u ligt de subsidieaanvraag 2012 van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH). Aangezien het provinciale subsidiebeleid voor de komende jaren ingrijpend wordt herzien en in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken om 12,5 miljoen euro op de subsidies te bezuinigen. Is er minder geld beschikbaar voor netwerk en natuur- en milieuorganisaties als de NMZH. Een ontwikkeling die ons zorgen baart, maar ook aanspoort om naast de provinciale bijdrage verder te zoeken naar cofinanciering en sponsoring. Ook gaan we op zoek naar strategische allianties met maatschappelijke partners en het bedrijfsleven om zo onze financiële basis voor de toekomst verder te verbreden. De samenleving is als gevolg van de financiële crisis weer volop in beweging en de uitdagingen voor natuur en milieu zijn voor onze provincie ongekend groot. De Rijksoverheid zet in op vergaande decentralisering van rijkstaken en bevoegdheden in combinatie met forse bezuinigingen. Het Rijk kijkt momenteel anders naar klimaatdoelstellingen en de verduurzaming van onze samenleving dan een aantal jaren geleden. Met minder middelen krijgen de provincies binnen de beleidsterreinen ruimtelijke ordening en natuur en milieu een steeds grotere verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd legt een terugtredende overheid ook steeds meer verantwoordelijkheid en initiatief bij de samenleving zelf. Oorspronkelijke natuur en landschapsdoelen worden hierdoor onzeker en de bedreigingen voor de leefomgeving en leefbaarheid nemen toe. Het wordt ook steeds belangrijke dat maatschappelijke organisatie en het bedrijfsleven meer samenwerken om polarisatie en juridisering van het ruimtelijke ontwikkelingsproces te voorkomen. Dit stelt eisen aan de manier waarop wij ons werk organiseren en vraagt tevens een grote mate van creativiteit en flexibiliteit om vanuit onze doelstelling een antwoord te geven op deze veranderende maatschappelijke context. De oorsprong van de NMZH ligt, net als vele andere milieuorganisaties in het begin van de zeventiger jaren. Anno 2011 is dit uitgegroeid tot een actief natuur- en milieunetwerk waarbij zo´n 300 organisaties en initiatieven zijn aangesloten. In 25 jaar is veel kennis en ervaring opgebouwd en steeds ingespeeld op veranderingen en trends binnen onze samenleving. Ook nu zullen wij gericht in moeten spelen op de veranderende context. Met als doel om ook op middellange termijn te kunnen blijven werken aan een mooi en duurzaam Zuid-Holland. Hiervoor hebben wij in 2011 de relatie met ons ZuidHollands natuur- en milieunetwerk herijkt. In een Manifest, opgenomen in de bijlagen, is de rol en taak van de milieufederatie en de samenwerking in het netwerk opnieuw richting gegeven. Ook zijn alle activiteiten binnen het ZuidHollandse natuur- en milieunetwerk voor 2012 vastgelegd in een Groene Agenda. Onze ambities en doelen voor de komende vier jaar zijn vastgelegd in het Meerjarenbeleidplan 2011- 2015 ´Netwerken Versterken!´. De strategische keuzes zijn gemaakt en de koers is uitgezet. Samen met alle organisaties en initiatieven en de vele actieve vrijwilligers binnen het netwerk gaan wij de Groene Agenda voor 2012 realiseren. In het activiteitenplan 2012 zijn hiervoor nu de eerste uitvoeringsprojecten opgenomen inclusief de samenwerkingsprojecten met de Stichting Duinbehoud en Stichting Groene Hart als belangrijke partners bij de uitvoering. Het Activiteitenplan 2012 maakt voor iedereen binnen en buiten de organisatie duidelijk waar wij als NMZH aan willen werken. Vanuit onze doelstelling zoeken wij aansluiting bij het provinciaal hoofdlijnenakkoord en hebben wij de eigen organisatie zo ingericht dat medewerkers in een sterk veranderende context met enthousiasme kunnen blijven werken aan een mooie en duurzame provincie Zuid- Holland. Voor de uitvoering van de verschillende projecten in dit activiteitenplan 2012 vragen wij met deze subsidieaanvraag om een provinciale financiële ondersteuning. Wij gaan er vanuit dat wij hiermee een bijdrage leveren aan de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord. Graag gaan wij met u in overleg over de verdere uitvoering van ons Activiteitenplan 2012. Paul Zeef, voorzitter Alex Ouwehand, directeur
3
2. Netwerkondersteuning De achterban van de NMZH is groot en veelzijdig. Zij bestaat uit ongeveer 300 lokale en regionale groepen die variëren van enkele vrijwilligers tot semiprofessionele organisaties. Omdat een aantal van deze groepen zich bezig houdt met thema’s die op onze strategische agenda staan, ligt intensieve samenwerking voor de hand. Met andere groepen is die samenwerking, simpelweg omdat de lokale vraagstukken waar zij mee bezig zijn niet zo hoog op onze strategische agenda staan, minder intensief. Veel van deze groepen hebben wel behoefte aan ondersteuning vanuit de NMZH. Dat is dan ook waar de NMZH voor staat: het faciliteren van deze groepen zodat zij hun werkzaamheden op lokaal niveau zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. Dit gebeurt op de volgende manieren:
Ondersteuning: het beantwoorde van vragen, (strategische) advisering, juridische ondersteuning, etc. Deze taak wordt voor een gedeelte door de regionale steunpunten uitgevoerd wanneer het om lokale onderwerpen gaat. Verbinden en zichtbaar maken: door inzichtelijk te maken waar lokale groepen mee bezig zijn, weten zij waar zij elkaar kunnen versterken. Twee weten immers meer dan een. Door in een netwerk te werken kan op een efficiëntere manier meer resultaat behaald worden. Professionalisering: door het aanbieden van cursussen en het organiseren van bijeenkomsten gericht op kennisuitwisseling en verdieping kunnen lokale groepen met meer kennis en op professionelere wijze opereren.
Voor de algemene netwerkondersteuning voeren wij in 2012 de volgende activiteiten uit: Activiteit Doorlopend beantwoorden van vragen van de achterban. Doorlopend adviseren van de achterban. Verbinden achterban/achterbannetwerk. Door middel van netwerkkaart op website, website algemeen, sociale media, nieuwsbrieven, persoonlijke contacten. Jaarlijkse monitoring/evaluatie wensen en tevredenheid van de achterban over de NMZH. Juridische cursusavonden (CH-wet, omgevingswetgeving etc.).
Afronding WABO cursus 2011. Informatie/debatavonden voor achterban en andere belangstellenden. De hele achterban wordt uitgenodigd op locatie (die bij voorkeur gekoppeld wordt aan inhoudelijk project). Doelen zijn netwerken, contacten aanhalen, informatie uitwisseling en een leuke/gezellige dag. Werkbezoek op locatie aan regionaal of boven-lokaal initiatief.
Op te leveren producten in 2012 FAQ op website. Een toegankelijkere website. Netwerkkaart op website. Nieuwsbrief (ieder kwartaal). Jaarrapportage. Organiseren van drie avonden en opleveren drie boekjes en/of publicatie over de behandelde juridische thema´s. Opleveren boekje over WABO cursus. Organiseren van twee avonden. Organiseren van een jaarlijkse Achterbandag.
Organiseren van vier werkbezoeken.
Verder is de netwerkondersteuning in gekoppeld aan de uitvoering van de strategische thema’s.
4
Voor de ondersteuning van de samenwerkingscoalitie in Midden-Delfland e.o. voeren wij in 2012 de volgende activiteiten uit: Activiteit Samenwerking met de achterban in het Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) dossier. In 2011 is begonnen met de netwerkopbouw en coalitievorming. Er is een gezamenlijke website opgezet (www.vitaalmiddendelfland.nl). In 2012 zal de structuurvisie NWO ter inzage worden gelegd. In samenwerking met de achterban zullen op deze visie zienswijzen worden ingediend. Activiteiten bestaan daarnaast uit informatievoorziening, publiciteit generen, het netwerk verder uitbouwen en een intensievere lobby vanuit de samenwerking. Samenwerking met de achterban bij monitoren van de aanleg van de A4 Delft-Schiedam en flankerende projecten. In 2009 is het samenwerkingsverband ‘Hoezo Midden-Delfland snelweg’ opgezet. Deze samenwerking bestond uit groeperingen die de aanleg van een A4 door Midden Delfland niet nuttig en niet noodzakelijk achtten. Nu de Raad van State beslist heeft dat de A4 aangelegd mag worden, zal het samenwerkingsverband herijkt worden en zich gaan richten op het monitoren en bewaken van de afspraken rondom de inpassing van de A4 en flankerende IODS kwaliteitsprojecten in het gebied.
Op te leveren producten in 2012 Coördineren en faciliteren van de samenwerking. Opstellen zienswijze op structuurvisie NWO. Actueel houden van de website www.vitaalmiddendelfland.nl.
Coördineren en faciliteren van de al opgezette samenwerking. Aanpassen en actueel houden van de website www.hoezomiddendelflandsnelweg.nl.
Voor de uitvoering van de netwerkondersteuning is nodig: Personeelskosten 0,6 fte € 82.935 Projectkosten € 5.000 Co-financiering/Eigen bijdrage Aanvraag PZH € 87.935
5
3. Strategische Thema´s Vanuit onze doelstelling willen wij gericht werken aan een mooi en duurzaam Zuid-Holland. Daarbij zoeken we aansluiting bij de onderwerpen op de provinciale agenda. Beïnvloeding van standpunten en op de besluitvorming heeft dan het meeste effect. In het meerjarenbeleidplan 2011-2015 hebben wij de keuze gemaakt om te werken aan een drietal strategische thema´s. Een duidelijke keuze om onze beperkte middelen zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten. De drie strategische thema’s en de visie daarachter zijn de volgende: 1) Ruimtelijke ontwikkeling: zorgvuldige evenwicht tussen stad en land Voor de NMZH hangt de ruimtelijke ontwikkeling van het landelijke en stedelijke gebied sterk met elkaar samen. De kwaliteit van de leefomgeving en de duurzame inrichting is daarbij van groot belang. Binnen steden is behoefte aan meer stadsgroen en aan ruimte voor water, zodat een aantrekkelijke leefomgeving ontstaat voor wonen en werken. In het landelijk gebied zijn binnen de groene gebieden de functies recreatie, natuur, water en landbouw sterk bepalend voor de kwaliteit van de leefomgeving. Dit geldt zowel voor de inwoners van het landelijk gebied als voor de stedeling. De behoefte aan groene recreatie in de nabijheid van steden is groot en moet verder worden ingevuld omdat deze nu ontoereikend is. Om de soortenrijkdom te vergroten is een sterke groene netwerkstructuur nodig in combinatie met het tegengaan van de achteruitgang van de biodiversiteit. De realisatie van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) inclusief Groene Ruggengraat is hierbij, naast het stellen van eisen aan de kwaliteit van de groene gebieden en het beheer in combinatie met het verbinden van natuurgebieden, een vereiste. 2) Economische ontwikkeling: duurzaam en verantwoord Duurzaamheid en een sterke economie kunnen en moeten hand in hand gaan. Bedrijven en hun productieketens moeten een kleiner beslag leggen op de grondstoffen en daarbij ook rekening houden met de ecologische en sociale omstandigheden in de verschillende delen van de keten. De achtergrond hiervan is dat de huidige klimaat-, milieu-, voedsel- en economische crisis en grondstoffenschaarste nauw samenhangen met de wijze waarop onze economie is ingericht en functioneert. Deze crises bieden ons de kans om de noodzakelijke koerswijziging naar een duurzame economie versneld door te zetten. Als NMZH willen wij hieraan bijdragen en bereiken dat bedrijven meer rekening gaan houden met de vorming van een eerlijke en groene economie. Dankzij het door ons georganiseerde Green Economic Forum (GEF) is gebleken dat ook veel ondernemers het belang van deze koerswijziging inzien. Zij staan welwillend tegenover de transitie naar een duurzame economie. De NMZH kan hen bij die verandering helpen. 3) Mobiliteit: naar een duurzame bereikbaarheid Het optimaliseren van mobiliteit en bereikbaarheid moet op een duurzame wijze gebeuren. Inwoners zijn fysiek, sociaal en virtueel minder gebonden aan dorp of stad en verplaatsen zich meer. Goederenvervoer, ook vanuit de Rotterdamse haven, neemt toe en vraagt om een efficiënte logistiek. Maar de aanleg van meer wegen leidt tot grotere versnippering van het landschap, geluidsoverlast, klimaatverandering en uiteindelijk tot nog meer autogebruik met nog meer files. Voor het vervoer van personen dient het gebruik van het openbaar vervoer en fiets zo veel mogelijk te worden gestimuleerd. Voor goederenvervoer kunnen onze vaarwegen en het spoorwegnet meer en beter worden benut. De NMZH zet in op alternatieven voor de automobiliteit en stimuleert de verdere ontwikkeling van een fijnmazig, betaalbaar, schoon en kwalitatief netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer. Samen met het Zuid-Hollandse natuur- en milieunetwerk willen wij ons inspannen voor de verdere ontwikkeling van de Groene Deltametropool die is opgezet door Milieudefensie. Voor deze drie strategische thema´s zijn uitvoeringsprojecten voor 2012 uitgewerkt. In het activiteitenplan 2012 zijn de projectplannen niet integraal opgenomen, maar zijn de projecten in hoofdlijn en met het beoogde resultaat voor 2012 weergegeven.
6
3.1.
Groene Boeren
Boeren voor natuur en landschap in het Groene Hart Het Groene Hart is van groot belang voor het behoud van de biodiversiteit in Zuid-Holland. Een groot deel van de natuurwaarden is hier te vinden. De natuur in het agrarisch gebied staat onder grote druk en gaat de biodiversiteit hard achteruit. Decennia lang agrarisch natuurbeheer blijt geen effect te hebben om deze achteruitgang te keren.. Zo is de kwaliteit van het leefgebied van de weidevogels onvoldoende voor het behoud van een duurzame populatie. Ook is de botanische soortenrijkdom nauwelijks nog aanwezig. Een verdere intensivering van de landbouw en nivellering van het landschap ligt in het verschiet. Terwijl volgens het nieuwe Rijksbeleid en provinciaal beleid voor de groenblauwe dooradering, het agrarisch gebied juist een grotere functie moet gaan vervullen in ecologische structuren zoals de EHS. Om de bescherming van de natuur in het landelijke gebied te versterken willen we samen met boeren en natuurorganisaties in het project ‘Groene Boeren’ de ontwikkeling in gang zetten van een nieuwe vorm van agrarisch landschap in het Groene Hart. Er is een omslag nodig in de ruimtelijke ontwikkeling van het agrarisch gebied. De NMZH zet daarbij in op natuurgebieden in het agrarisch gebied waar voldoende ruimte is voor herstel en ontwikkeling van natuur en landschap op agrarische bedrijven. Agrarisch natuurbeheer is niet voldoende. Het vraagt om een andere bedrijfsvoering op agrarische bedrijven en ook om een hoge mate van samenwerking tussen boeren en andere gebiedspartijen. In dit vernieuwde agrarische landschap zijn de karakteristieke natuurwaarden zoals de weidevogels, de botanische waarden maar ook natte natuur goed ontwikkeld en duurzaam beschermd. De boeren spelen in deze streek een grote rol als beheerder van gebieden, maar ook als ontwikkelaar van natuur en landschap. Tegelijk ontstaat er voor de landbouwsector een nieuwe, duurzamere toekomst in een vernieuwde vorm. Ook biedt deze ontwikkeling nieuwe kansen om het waardevolle karakteristieke cultuurlandschap van het Nationaal Landschap Groene Hart in stand te houden en zo bij te dragen aan een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving en een hoogwaardig vestigingsklimaat in onze provincie.. We benaderen in het project Groene Boeren de ontwikkeling van het landschap zowel op bedrijfsniveau als op gebiedsniveau. We maken een ontwikkeling naar duurzame agrarisch natuurgebieden in het Groene Hart mogelijk. Dit doen we samen met een aantal agrarische ondernemingen. Op bedrijfsniveau werken we een bedrijfsconcept uit dat in een te ontwikkelen agrarisch natuurgebied in het Groene Hart goed kan functioneren en voor de boer een duurzame rendabele bedrijfsvoering oplevert. We sluiten daarbij aan bij bestaande initiatieven als ‘Boeren voor Natuur’ (Alterra) en ‘Weidevogelboerderijen’ (Vogelbescherming). Ook besteden wij aandacht aan de oorzaken van de huidige achteruitgang en de slechte resultaten van het agrarisch natuurbeheer, om gezamenlijk te kunnen bedenken hoe het anders kan. Op gebiedsniveau werken we een gebiedsplan uit voor een pilotgebied in het Groene Hart. Dit wordt een plan voor de inrichting, uitvoering en het beheer, waarin een aantal landbouwbedrijven in een nieuwe vorm volgens het uitgewerkte bedrijfsconcept worden ingepast. Het eindresultaat van het project Groene Boeren is een in het Groene Hart goed toepasbaar bedrijfsconcept en het in gang zetten van de ontwikkeling van het pilotgebied naar een eerste agrarisch natuurgebied in het Groene Hart. De resultaten van dit project kunnen als voorbeeld dienen voor de nieuwe ontwikkelingen elders in het Groene Hart. Om dit te kunnen bereiken zetten we samen met de Stichting Groene Hart (SGH) een netwerk van geïnteresseerde boeren en organisaties op. Zo kunnen deze boeren gezamenlijk verder werken aan de ontwikkeling van agrarische natuurgebieden in het Groene Hart en dragen zij tegelijkertijd bij aan een duurzaam voortbestaan van het karakteristieke natuurrijke landschap van dit mooie stuk Zuid-Holland.
7
Het project Groene Boeren heeft een looptijd van twee jaar. In 2012 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Er wordt een netwerk opgezet van boeren en agrarische natuurverenigingen met interesse in de ontwikkeling van natuurgerichte landbouw in het Groene Hart. Dit netwerk is bedoeld voor promotie van de natuur in het agrarisch gebied en de natuurgerichte landbouwbedrijven en kennisuitwisseling. Daarnaast zal het meer betrokkenheid en deelname bij de totstandkoming van natuurgerichte landbouw en agrarische natuurgebieden genereren. Ook moet het netwerk een functie vervullen in de samenwerking bij projectactiviteiten. Het netwerk wordt opgezet en beheerd in samenwerking met de SGH. Er wordt een werkgroep samengesteld met als doel de gezamenlijke ontwikkeling van natuurgerichte landbouwbedrijven in het Groene Hart in gang te zetten. Behalve de uitvoerende projectpartijen worden hierin deelnemers betrokken die kennis en ervaring kunnen inbrengen (o.a. vanuit bestaande initiatieven) en/of een belang hebben bij de ontwikkeling van agrarisch natuurbeheer. Ook worden een aantal agrarische natuurverenigingen betrokken. Zij kunnen zorgen voor de samenwerking met boeren in de projectactiviteiten. Met de gevormde werkgroep natuurgerichte landbouw voeren we een brede verkenning uit naar wat de beste mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van natuurgerichte landbouwbedrijven in het Groene Hart. We doen dit om de kennis over en bekendheid met natuurgerichte landbouw te vergroten, en een grotere betrokkenheid bij de ontwikkeling van diezelfde landbouw te bewerkstelligen
Op te leveren producten in 2012 Opzetten van een netwerk van groene boeren in het Groene Hart.
Opzetten van een werkgroep natuurgerichte landbouw.
Opleveren van een studieresultaat natuurgerichte landbouw.
Samenwerking binnen het project: Het projectteam zal bestaan uit NMZH, Stichting Groene Hart en het Zuid-Hollands Landschap. In de werkgroep natuurgerichte landbouw wordt samengewerkt tussen NMZH, ZHL, SGH, Vogelbescherming, LTO, Alterra, CLM, LBZH en drie Agrarische natuurverenigingen. In 2013 zullen bij de projectgroep pilot Agrarische Natuurbeheer de volgende partijen worden betrokken: AVN, HRS, PZH, NMZH, ZHL, LBZH, LTO en Rabobank Nederland (voor de uitwerking van de bedrijfsconcepten). Voor de uitvoering van Groene Boeren is nodig: Personeelskosten 0,4 fte € 55.290 Projectkosten € 17.500 Co-financiering/Eigen bijdrage € 25.000 Aanvraag PZH € 47.790
8
In 2013 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Activiteit Met de werkgroep natuurgerichte landbouw werken we een bedrijfsconcept uit voor natuurgerichte landbouwbedrijven in het Groene Hart. We sluiten hiermee aan bij bestaande concepten als Boeren voor Natuur en Weidevogelboerderijen. We ontwikkelen een bedrijfsconcept waarin met agrarische bedrijven natuur- en landschapsdoelen voor het Groene Hart kunnen worden gerealiseerd en dit volwaardige bedrijfsdoelen zijn. Daarnaast is het met dit bedrijfsconcept mogelijk dat boeren voldoende inkomen verdienen, onder andere uit het beheer van natuur en landschap en daaraan gerelateerde nieuwe producten. Onderdeel van het concept zijn mogelijkheden voor duurzame financieringsstromen. In werkgroepverband en met betrokkenheid van het netwerk Groene Boeren wordt een geschikt pilotgebied geselecteerd en een projectgroep voor dit gebied opgezet. Samen met deze projectgroep gaan we werken aan de ontwikkeling van een agrarisch natuurgebied volgens het ontwikkelde bedrijfsconcept. We werken hiertoe een uitvoerbaar, haalbaar en betaalbaar plan de uit.projectgroep die is gevormd voor het pilotgebied Met werken we eerst een ontwikkelingsplan uit voor het gebied; een agrarisch natuurgebiedsplan. In dit plan werken we het volgende uit: a. Natuurdoelen; weidevogels, botanisch en natte verbindingen; b. Inrichtingsplan, w.o. waterbeheer, landschap, groenblauwe dooradering; c. Beheersplan; d. Duurzame financiering van inrichting, beheer en bedrijfsvoering; e. Bedrijfsplannen op basis van het ontwikkelde bedrijfsconcept (doelen, producten, beheer, financiën).
Op te leveren producten in 2013 Uitwerken van een haalbaar bedrijfsconcept voor nieuwe agrarische bedrijven in het Groene Hart.
Selecteren van een pilotgebied in het Groene Hart voor de ontwikkeling van een agrarisch natuurgebied.
Uitwerken en opleveren van een agrarisch Natuurgebiedsplan.
De activiteiten voor 2013 zullen onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag 2013.
9
3.2.
Groene Haaglanden
Samen werken aan een groene omgeving voor de Haagse agglomeratie In de regio Haaglanden is langs de randen van de stad veel groen te vinden. De stadsrandgebieden bestaan hier uit afwisselende streken met veel verschillende natuurwaarden. Hoewel delen ervan planologisch een functie hebben als groen gebied is het overgangsgebied tussen stad en platteland vaak een wat verrommeld terrein. Dit komt voornamelijk omdat er geen eenduidige invulling voor (gedeeltes van) de stadsranden is. Er vindt in de stadsrandgebieden vaak veel stedelijke ontwikkeling en ontwikkeling van infrastructuur plaats. De natuurwaarden en het landschap in de stadsrandgebieden staan daardoor onder druk. Dit terwijl er onder stedelingen juist een grote behoefte is aan een gezonde en aantrekkelijke groene leefomgeving en ruimte voor recreatie. De bedreiging van verstedelijking en verrommeling wordt, in de huidige situatie van decentralisatie van het ruimtelijke ordeningsbeleid en door afname van middelen en aandacht vanuit de overheid voor groen in de stedelijke omgeving, steeds nijpender. Diverse plannen en ontwikkelingen gaan bovendien langs elkaar heen en werken elkaar soms zelfs tegen. Sturing op landschappelijke en ecologische kwaliteit wordt dan een lastige opgave. Om al deze problemen en bedreigingen het hoofd te kunnen bieden, is er een meer integrale ontwikkeling van stadsrandgebieden nodig. Hierbij is een grotere inzet voor een groene leefomgeving vanuit de samenleving in de stad nodig. Dit is wat wij beogen met het project ‘Groene Haaglanden.’ Er is nog veel te verbeteren aan de betrokkenheid van omwonenden en potentiële gebruikers van de verschillende stadsrandgebieden. Er bestaat onder deze mensen een grote behoefte aan een groene en gezonde leefomgeving. Bewoners zijn echter vaak weinig bekend met de natuur- en landschappelijke waarden die voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving zorgen. Er is onvoldoende kennis en ervaring met wat groene gebieden de bewoners te bieden hebben. Ook zijn delen van de stadsranden weinig toegankelijk. En hoewel mensen steeds meer betrokken raken bij hun directe leefomgeving lukt het niet vaak om aantasting van het groen te voorkomen. Vaak zijn plannen en ontwikkelingen al te ver gevorderd om deze nog effectief te kunnen beïnvloeden. Daarnaast is er nog weinig samenhang in de bescherming van verschillende gebieden in de stadsranden. Al met al genoeg problemen om ons als NMZH met deze stadsrandgebieden bezig te gaan houden. De NMZH staat een duurzame ontwikkeling van groene standsranden voor. De ontwikkeling van stadsrandgebieden is veranderd van enkel een ruimtelijke scheiding tussen stad en land naar groene schakels in stedelijke netwerken. Stadsrandgebieden moeten voorzien in een duidelijke relatie tussen stad en land. Dat vraagt om een integrale ontwikkeling. Het groen en de natuur in de stadsranden heeft hierin een cruciale functie voor de kwaliteit en de belevingswaarde van de leefomgeving voor de stadsbewoners. Het doel waarvoor de NMZH zich op de lange termijn inzet is de ontwikkeling van een groen overgangsgebied tussen stad en land in het westelijke deel van de Randstad. Dit doel sluit naadloos aan bij het concept van de Zuidvleugelgroenstructuur. Dit groene overgangsgebied weerstaat enerzijds het opdringen van de stad en anderzijds vergroot deze het contact tussen stad en landelijk gebied. We zien er een verweving van stedelijke en landelijke functies die leidt tot een landschap van hoge ecologische en landschappelijke kwaliteit met een belangrijke waarde en functie voor de bewoners van de omringende stedelijke gebieden. Met het project Groene Haaglanden zet de NMZH in op een vernieuwende, integrale aanpak van onderaf van de ontwikkeling van groene stadsrandgebieden op een regionaal niveau. Met het versterken van de natuur en de maatschappelijke waarde van het groen in de stadsrandgebieden willen we bijdragen aan verbetering van de leefbaarheid in het weefsel van stad en groen. Tegelijk is er een verandering nodig in het gebiedsontwikkelingsproces in stadsranden waarbij de samenleving meer moet worden betrokken. Samen met lokale groene organisaties en bewonersorganisaties in de gemeenten binnen de regio Haaglanden zorgen we voor een betere bescherming en ontwikkeling van het groen en de natuur rondom de stad. Daarbij zetten we in op het belang en de waarde van het groen voor de bewoners van de stad en het vergroten van de betrokkenheid van de stadsbewoners bij hun leefomgeving.
10
Met al bestaande organisaties en actieve lokale en bovenlokale groepen organiseren we een platform voor de ontwikkeling van het project ‘Groene Haaglanden’. Dit zal leiden tot een samenhangend geheel van waardevolle groengebieden in de vorm van een hoefijzer rondom het stedelijk gebied van de Haagse agglomeratie. Vanuit het nieuwe platform brengen we de natuur en het groen dat we willen beschermen in kaart. Ook verkennen we de mogelijkheden en kansen voor het vergroten van de maatschappelijke waarde van het groen en bedenken we een plan voor de ontwikkeling van de Groene Haaglanden. Vervolgens werken wij een strategie uit om de Groene Haaglanden werkelijkheid te laten worden en zo de waardevolle groengebieden en de biodiversiteit daarin duurzaam te kunnen behouden. Het concept van de Groene Haaglanden zal - door de vergroting van de maatschappelijke waarde en functionaliteit van het groen en door de betrokkenheid, draagvlak en sterke organisatie onder de groene organisaties en stadsbewoners - een sterke positie verwerven als een instrument in het ruimtelijke beleid. Het project Groene Haaglanden heeft een looptijd van twee jaar. In 2012 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit De NMZH zet een platform op voor de ontwikkeling en bescherming van een samenhangend geheel van natuur en groen rondom de Haagse agglomeratie. Het platform wordt een netwerk van lokale en bovenlokale groepen en groene organisaties binnen de regio Haaglanden. De NMZH organiseert een aantal bijeenkomsten in deelgebieden (City Duinpark, Haagse Hout, Duivenvoordse en Veenzijdse Polder, Duivenvoorde corridor, Vlietrandzone, Stadslandschap Rijswijk, Westlandse Zoom, Westduinen)om de lokale betrokkenheid (verder) te vergroten en de samenwerking te organiseren. We sluiten daarbij aan bij resultaten uit het project Groene Stadsranden van de NMZH uit 2011 en bij projecten van het HMC (o.a.City Duinpark, Vlietrandzone en Kijkduin). Alle beschikbare gebiedsinformatie wordt verzameld. We sluiten aan bij het Haags Milieu Centrum (HMC) project voor de verzameling van gegevens, bij bestaande inventarisatiewerkzaamheden van de Haagse Vogelbescherming, KNNV en de AVN en bij bestaande maatschappelijke initiatieven in gebiedsontwikkelingsprocessen.
Op te leveren producten in 2012 Opzetten en organiseren van de samenwerking binnen het Platform Groene Haaglanden.
De resultaten van de gebiedsinventarisatie, de kaart en de database zullen ook worden gebruikt om een brochure in de vorm van een natuurkaart te maken. Hiermee wordt de bekendheid van het groen, de waardevolle en bijzondere gebiedjes en landschapselementen, onder de stadsbewoners in de regio verder vergroot.
Ontwerpen brochure natuurkaart Groene Haaglanden.
Organiseren bijeenkomsten deelgebieden.
Opstellen inventarisatie groen in kaart. Organiseren workshops en veldexcursies. Alle verzamelde informatie wordt verwerkt in een GIS. Met deze database wordt een interactieve natuurkaart gemaakt voor de website. Op basis van deze informatie wordt een monitoringsplan gemaakt.
Samenwerking binnen het project: Bij de uitvoering van het project wordt nauw samengewerkt met het Haags Milieucentrum, Algemene Vereniging Natuurbescherming in Den Haag e.o., Haagse Vogelbescherming, KNNV afdeling Den Haag en Delfland, Staatsbosbeheer, Zuid-Hollands Landschap en Natuurmonumenten. Daarnaast wordt gekeken op welke wijze recreatieve organisaties betrokken kunnen worden. Voor de uitvoering van Groene Haaglanden is nodig: Personeelskosten 0,4 fte € 55.290 Projectkosten € 17.500 Co-financiering/Eigen bijdrage € 25.000 Aanvraag PZH € 47.790
11
In 2013 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Activiteit Samen met het platform en de bewoners zal een studie naar het nut van de groene gebieden in de stadsrand uitgevoerd worden. Ook de mogelijkheden die groene stadsranden te bieden hebben worden onderzocht. Een gezamenlijk plan uitwerken voor een groenstructuur rondom de Haagse agglomeratie: de ‘Groene Haaglanden’. Waarin alle waardevolle en kansrijke gebieden en landschappelijke elementen geïnventariseerd zijn. Hierbij wordt aangesloten op het bestaande groenbeleid van gemeenten (gemeentelijke groenstructuren), Haaglanden en Provincie (PEHS). Ook worden binnen de groenstructuur vernieuwende ideeën opgenomen voor functies en voorzieningen in groengebieden die het belang van deze gebieden verder vergroten. Hiervoor worden de resultaten van ´kansen voor groen´ gebruikt. Voor de bescherming van de natuur en het groen in de stadsranden, een duurzame ontwikkeling van groene stadsrandgebieden en een sterke belangenvertegenwoordiging zijn samenwerking, kennis van het groen in stadsrandgebieden en een duidelijk gezamenlijk doel belangrijk. Vervolgens is het van belang om een gezamenlijke strategie af te spreken. Op die manier kan worden gezorgd voor de beïnvloeding van het ruimtelijk beleid. Die beïnvloeding gebeurt op basis van het uitgewerkte plan voor de Groene Haaglanden. Het plan voor de Groene Haaglanden wordt gepresenteerd aan het dagelijks bestuur van de Haaglanden, de betrokken gemeentebesturen en aan GS van de provincie Zuid-Holland. Vervolgens zorgen we voor (ambtelijke) betrokkenheid vanuit het Stadsgewest Haaglanden en de betrokken gemeenten. Ook de ecologische beheerders vanuit de afdelingen Ruimtelijke Ordening worden bij ons plan en de uit te werken strategie betrokken. Deze betrokkenheid organiseren we in een ‘beleidsgroep’.
Op te leveren producten in 2013 Studie naar functionaliteit stadsrandgebieden. NMZH en HMC leggen de resultaten van de studie vast in een aansprekende rapportage. Opstellen plan voor Groene Haaglanden. Het plan wordt uitgedacht in een aantal workshops in de vorm van een interactief ontwerpatelier en vervolgens verder uitgewerkt door het projectteam. Voor de uitvoering van het ontwerpatelier (en ondersteuning in de planuitwerking) wordt de inzet van een landschapsarchitect gezocht. De NMZH en HMC werken, met ondersteuning van de landschapsarchitect, het plan uit in een aansprekend document. Opstellen van een strategie voor de Groene Haaglanden.
Presentatie van het plan Groene Haaglanden. Organiseren van een ambtelijke beleidsgroep.
De activiteiten voor 2013 zullen onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag 2013.
12
3.3.
Het Groene Hart: de beleving van stiltegebieden
In de provincie Zuid-Holland liggen zestien stiltegebieden. Vier van zulke gebieden zorgen ervoor dat het oostelijk deel van Zuid-Holland grotendeels uit stiltegebieden bestaat. Hier liggen de Nieuwkoopse Plassen, de Reeuwijkse Plassen, de Krimpenerwaard en de Alblasserwaard. De kernkwaliteiten van de stiltegebieden zijn: natuur, open ruimten, rust en stilte. Het hier beschreven project is erop gericht om deze kernkwaliteiten meer bekendheid te geven bij de inwoners van de Randstad. De meeste inwoners van Zuid-Holland weten namelijk niet dat er in de oostelijke rand van de provincie een keten van stiltegebieden ligt. Zo is de Reeuwijkse Hout vooral bekend bij inwoners van de regio als wandel- en hondenuitlaatgebied, startpunt voor fietstochten en als plek om een kopje koffie te drinken. Bij inwoners van de grote steden in de Randstad – Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer – is de Reeuwijkse Hout nauwelijks bekend. De bekendheid van de andere gebieden is niet veel groter. Met het project ‘Het Groene Hart: de beleving van Stiltegebieden’ willen wij nadrukkelijk aansluiten bij het provinciale stiltebeleid en de campagne ‘Beleef de Stilte’. De zestien door de provincie aangewezen stiltegebieden verlenen de inwoners van Zuid-Holland de gelegenheid te ontspannen en te ontsnappen aan de drukte van het alledaagse bestaan. Deze stiltegebieden leveren zo een zeer belangrijke leefomgevingskwaliteit: namelijk het beleven van stilte en ruimte. Want bij aanwezigheid van stilte worden namelijk ook de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden hoger gewaardeerd. Al die kwaliteiten versterken elkaar. Kortom: het zijn plekken in het Groene Hart waar de Randstedeling de kernkwaliteiten van het Groene Hart – natuur, rust en ruimte – kan beleven. Ook de provincie kiest voor een aantrekkelijke leefomgeving en blijft investeren in groen en recreatie om de stad. Hierbij wil de provincie recreatie, toerisme, cultuur(historie), landschap, water en natuur meer met elkaar verbinden. Vooral wanneer oplossingen op een slimme manier met elkaar kunnen worden gecombineerd, biedt dat interessante kansen voor de vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van de provincie. Met dit project willen wij actief op deze benadering inspelen, door het stiltebeleid meer bekendheid te geven en recreatief te vermarkten. Want stiltegebieden zijn niet interessant als er helemaal niemand komt om deze stilte te ervaren. De afgelopen jaren hebben de Groene Hart provincies het stiltebeleid ontwikkeld. Maar het stiltebeleid van de verschillende provincies sluit niet op elkaar aan. Zo is het Zuid-Hollandse deel van het Nieuwkoopse Plassengebied wel beschermd als stiltegebied en het Utrechtse gedeelte niet. Ook is het moeilijk om stiltebeleid effectief te handhaven. Omdat er onvoldoende handhavend kan worden opgetreden, doen er zich steeds meer stilteverstoringen voor. Meer burgerparticipatie zou hier verandering in kunnen brengen. Met dit project willen wij het provinciale stiltebeleid meer draagvlak geven. Daarbij kunnen in het bijzonder de bezoekerscentra die grote aantallen bezoekers trekken van grote betekenis zijn. Een ander doel van het stilteproject is het stiltebeleid van de provincie(s) te evalueren, dat beleid te ‘verbreden’ en ideeën te ontwikkelen hoe meer mensen van ‘stilte en ruimte’ kunnen genieten. Ook bij dit doel kunnen bezoekerscentra een belangrijke rol spelen. Het project ‘Het Groene Hart: de beleving van stiltegebieden’ heeft een looptijd van twee jaar.
13
In 2012 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Het stiltebeleid in zowel het Zuid-Hollandse als het Utrechtse deel van het Groene Hart wordt geëvalueerd. Dit gebeurt aan de hand van gesprekken met organisaties en deskundigen die zich bezig houden met natuur, milieu, landschap en/of recreatie uit het Groene Hart en de Randstad. De uitkomsten van deze activiteiten worden ingebracht bij beleidsmakers van de provincies, natuur en recreatieschappen, gemeenten en het grote publiek door middel van rapportages en publicaties.
Op te leveren producten in 2012 Evaluatie van het stiltebeleid. Opleveren rapportage/publicatie.
Ook de bereikbaarheid van de verschillende gebieden wordt geëvalueerd. Deze evaluatie wordt uitgevoerd aan de hand van gesprekken met organisaties (bijv. IVN, KNNV) en deskundigen uit vooral de Randstad. Daarbij moet antwoord komen op de vraag of de stiltegebieden voldoende bekend en bereikbaar zijn. Onderdeel van de evaluatie en uitkomst kan zijn dat er ‘poorten’ of ‘transferia’ moeten komen en waar de beste plekken daarvoor zijn. De uitkomsten van deze activiteiten zijn in te brengen bij bestuurders en beleidsmakers van de provincies en de direct betrokken gemeenten.
Evaluatie van de bereikbaarheid van de stiltegebieden. Opleveren rapportage/publicatie.
De NMZH wil erachter komen wat de mooiste stiltegebieden zijn. Hoe kunnen deze worden gepromoot, hoe ziet het biodiversiteitsnetwerk eruit, met routes voor wandel- fiets- en kanoroutes en met hotspots, waar bijzondere natuurwaarden kunnen worden beleefd (een goed voorbeeld staat op www.mijnleefomgeving.zuid-holland.nl).
Verbeteren bekendheid stiltegebieden door het organiseren van:
Einddoel is om de inwoners van het Groene Hart en de Randstad door burgerparticipatie actiever bij het stiltebeleid te betrekken. Dit kan zich uiten door bijvoorbeeld te komen met voorstellen voor nieuwe stiltegebieden of betere bescherming. Het provinciaal beleid is gericht op aanwijzing, bescherming en handhaving van de stiltegebieden. Voor dit beleid is publiek draagvlak en ondersteuning hard nodig. De SGH wil individuele burgers, burgercomités/ wijkgroepen of andere locale groepen inschakelen bij de bescherming van stiltegebieden. Als voorbeeld gelden de bewoners en instellingen in het Reeuwijkse plassengebied. Zij werken actief mee bij de handhaving van het stiltebeleid door verstoringen te signaleren.
a. een mobiele expositie, die langs bezoekerscentra, bibliotheken en gemeentehuizen rouleert met als doel: bezoekers van de stiltegebieden te trekken (minimaal vijf locaties in 2012). b. een activiteitenprogramma om bezoekers actiever bij de stiltegebieden te betrekken, bijvoorbeeld door excursies en stilteconcerten(minimaal zes activiteiten in 2012). c. een publiekscampagne rond het thema stilte, met activiteiten zoals de ‘Nacht van de Nacht’, een geluidenquiz en een fotowedstrijd rond het thema stilte (minimaal drie campagne-activiteiten). d. samenwerkingsactiviteiten van de bezoekerscentra in o.m. de Alblasserwaard, de Krimpenerwaard, de Reeuwijkse Hout, Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop bij het promoten en beleven van de kernkwaliteiten va de stiltegebieden (minimaal twee samenwerkingsactiviteiten). Vergroten van de betrokkenheid van de bevolking bij stiltegebieden en stiltebeleid
14
Voor de uitvoering van de netwerkondersteuning is nodig: Personeelskosten € 20.000 Projectkosten € 14.500 Co-financiering/Eigen bijdrage Aanvraag PZH € 34.500 Het project wordt uitgevoerd door de Stichting Groene Hart. Bij de realisatie van het project werkt de Stichting Groene Hart nauw samen met de NMZH en worden de volgende organisaties betrokken: NRRP, GZH, PZH, gemeenten en bibliotheken en de bezoekers- en informatiecentra in het Zuid-Hollandse deel van het Groene Hart (Groene Hart Centrum Fort Wierickerschans (beide in Bodegraven/Reeuwijk), De Hartloper (de Reeuwijkse Hout), IVN-centrum De Veenweiden in Alphen aan den Rijn, Bezoekerscentrum Natuurmonumenten in Nieuwkoop, Bezoekerscentrum De Schaapskooi in Schoonrewoerd en Streeknatuurcentrum Alblasserwaard (Papendrecht) en de Programmaraad Hartloper (waarin een aantal Reeuwijkse groepen samenwerken), Platform Hart voor Reeuwijk-Bodegraven, Staatsbosbeheer, Zuid-Hollands Landschaps Beheer, ISMH/scholenproject, ondernemers Bodegraven/Reeuwijk. In 2013 zal verder gewerkt worden aan de voortzetting van de publiekscampagne,en de samenwerkingsactiviteiten met de bezoekers- en informatiecentra en het vergroten van de publieksparticipatie bij het stiltebeleid.
15
3.4.
Klimaatbestendig en duurzaam ruimtegebruik van de Kust
Klimaatadaptatie, duurzame oplossingen voor de stikstofproblematiek en aanpak verdroging De kust is van groot belang voor het vestigingsklimaat van bewoners en ondernemers in Zuid-Holland. De zee, het strand, de duingebieden en de ecologische verbindingen met het achterland dragen voor een belangrijk deel bij aan de aantrekkelijkheid van de leefomgeving. In het door de Provincie opgestelde Hoofdlijnenakkoord is aangegeven dat er gestreefd wordt naar een uitstekend vestigingsklimaat door te investeren in recreatie en natuur voor bewoners en bezoekers. Dit streven zal in belangrijke mate ook op de kust van toepassing zijn. De kwaliteit van de natuur in de duinen staat momenteel echter onder druk. De oorzaken daarvan zijn onder andere stikstofdepositie, klimaatverandering en verdroging. Maar tegelijkertijd bieden recente ontwikkelingen op het gebied van dynamisch kustbeheer kansen voor verbetering van de leefomgeving. De provincie wil de duurzame natuurlijke kustversterking en de versterking van zwakke schakels onverminderd voortzetten. Dit is nodig om de waterveiligheid ook op de lange termijn te garanderen bij een veranderend klimaat, de zeespiegelrijzing en de bodemdaling. In verband met Waterveiligheid op lange termijn wordt op Rijksniveau gewerkt aan een Nationale Visie Kust, waaraan de provincie Zuid-Holland via haar Strategische Agenda Kust input levert. Daarbij wordt een duidelijk verband gelegd tussen korte termijn maatregelen en de lange termijn visie. Een duurzame natuurlijke kustverdediging waarbij gesuppleerd zand de zeereep en de achterliggende duinen inwaait en daar het kustfundament versterkt door de duinen te verhogen, biedt grote kansen voor herstel van natuurwaarden en voor de recreatieve beleving van een spectaculaire dynamische kust. Een dergelijk dynamisch beheer van de kust maakt het probleem van de stikstofdepositie in de duinen bovendien minder urgent. Voor de Zuid-Hollandse kust is een zandmotor ingezet als innovatieve manier om de kust te beschermen. Daarnaast draagt de zandmotor bij aan natuur en recreatie en is het een pilot om te onderzoeken of deze techniek ook op andere plaatsen ingezet kan worden in het kustonderhoud. Dit is nodig, want het duinlandschap is ingrijpend aan het veranderen. Het voor Zuid-Holland kenmerkende open duinlandschap dreigt te verdwijnen als gevolg van vergrassing en verstruiking. Dit is nadelig voor de kwaliteit van de leefomgeving. Een belangrijke oorzaak van deze dreigende verdwijning is de stikstofdepositie, naast het gebrek aan natuurlijke dynamiek en een lage konijnenstand als gevolg van ziekten. Stikstofdepositie heeft zijn oorsprong in luchtverontreiniging op verschillende geografische schaalniveaus. Om daar verbetering in te brengen zonder de economische ontwikkelingen te belemmeren, wordt nu gewerkt aan de Programmatische Aanpak Stikstof, waarin de provincie een belangrijke rol vervult. Deze aanpak wordt gekoppeld aan de Natura 2000 beheerplannen, waarin ook wordt ingezet op het bestrijden van de effecten van stikstofdepositie door middel van beheermaatregelen. Maar ook door verdroging in de duinen staat de kwaliteit van de leefomgeving onder druk. Het Hoofdlijnenakkoord spreekt uit dat de verdroging voor het eind van 2015 is opgelost. In de Nota ‘Verdrogingsbeleid Zuid-Holland’ is al geconstateerd dat hiervoor grotendeels aangesloten kan worden bij de Natura 2000 beheerplannen. Maatregelen om verdroging te bestrijden kunnen aan de binnenduinrand voor grondwateroverlast zorgen. Om die overlast te voorkomen moeten integrale benaderingen worden gekozen, waarbij gebruik gemaakt kan worden van hydrologische bufferzones of grondwaterschermen. De provincie heeft een integrale opgave om een aantrekkelijke leefomgeving aan de kust te behouden, een uitstekend vestigingsklimaat te creëren en de waterveiligheid duurzaam te garanderen. Daarbij zijn de milieuaspecten klimaatverandering, zeespiegelrijzing, bodemdaling, stikstofdepositie en verdroging van belang. Ook de recreatie, het toerisme, de bedrijvigheid, de ruimtelijke ordening en de waterveiligheid zijn van belang voor het vestigingsklimaat. Met het project ´Klimaatbestendig en duurzaam ruimtegebruik van de Kust´ wil de NMZH de provincie ondersteunen en meedenken bij het realiseren van een aantrekkelijke leefomgeving in combinatie met de aanpassing aan de klimaatverandering. Een integrale aanpak is de beste manier om op
16
effectieve wijze de kust te beschermen tegen de zeespiegelstijging en tegelijkertijd de unieke ruimtelijke kwaliteit van de kust van Zuid-Holland te behouden en zelfs te versterken. Hierbij gaat het voornamelijk om verschillende (sectorale) ontwikkelingen in samenhang uit te werken en om functionele en ruimtelijke relaties tussen kust en achterland vorm te geven. Onderdeel van dit project is om ook de (Zuid-Hollandse) bevolking te betrekken bij de opgave om de kust klimaatbestendig te maken. Daarmee sluiten we aan bij het project Groene Haaglanden.
In 2012 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Actieve participatie in regionale, provinciale en nationale overlegstructuren met betrekking tot klimaataanpassing, de daaraan verbonden ruimtelijke opgaven en oplossingen voor de stikstofproblematiek en de verdroging aan de Zuid-Hollandse Kust. Het actief benaderen van de overheidsinstanties (zoals gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat) en natuurbeheerders in de kustzone.
Inbreng en advies ten aanzien van ruimtelijke plannen, ruimtelijke procedures, vergunningprocedures etc. in de kustzone. Deze inbreng zal bijdragen aan een effectief, klimaatbestendig en duurzaam ruimtegebruik van de kust. Het informeren van een breed publiek over ontwikkelingen aan de Zuid-Hollandse kust. Het informeren van de leden van de Provinciale Staten over onze visie op een effectief, klimaatbestendig en duurzaam ruimtegebruik van de kust.
Op te leveren producten in 2012 Deelname aan de volgende overlegstructuren: Begeleidingsgroep Duincompensatie, Delflandse Kust, Gebruikersoverleg en evaluatie Zandmotor, Adviesgroepen Natura 2000 beheerplannen, Deltaprogramma Kust, Strategische Agenda Kust en Tafel van de Borging (PMR/Visie en Vertrouwen). Opzetten van een lobby voor een groter areaal duingebied met een “dynamisch kustbeheer” als onderdeel van klimaatadaptatie en als bijdrage aan de oplossing van de stikstofproblematiek en voor oplossingen voor verdroging. Het leveren van inbreng voor het Integraal Ruimtelijk Project Kust.
Door het uitgeven van persberichten, en het deelnemen aan publieksbijeenkomsten en informatiemarkten.
Voor de uitvoering van de netwerkondersteuning is nodig: Projectkosten € 34.000 Co-financiering/Eigen bijdrage Aanvraag PZH € 34.000 Het project wordt uitgevoerd door de Stichting Duinbehoud. Bij de realisatie van het project werkt de Stichting Duinbehoud nauw samen met de Vereniging Kust en Zee en de NMZH.
17
3.5.
Energie Transitie Haven en Industrie
Rotterdam heeft zich in de afgelopen eeuw ontwikkeld tot een van de grootste op- en overslaghavens voor (energie)grondstoffen en goederen ter wereld. De ‘open’ ligging aan zee en het karakter van Nederland als handelsland met de daarbij behorende achterlandverbindingen via weg, water en spoor (Mainport Rotterdam) zijn voor die ontwikkeling belangrijk geweest. Daaraan gekoppeld heeft de totstandkoming van de petrochemie (raffinaderijen), chemische industrie, elektriciteitsproductie en afval/recyclingindustrie plaatsgevonden. Ondanks de inzet op energiebesparing en efficiënt gebruik is het energiegebruik, ook in de Rotterdamse haven, in de afgelopen decennia fors toegenomen. Daarbij is de inzet van fossiele energiebronnen (zoals olie, gas en kolen) ondanks de introductie van hernieuwbare en niet-fossiele energiebronnen (zoals biomassa en wind) in het afgelopen decennium, nog zeer groot. De gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen – zoals klimaatverandering en aantasting van de milieukwaliteit -, de uitputting van diezelfde brandstoffen en de economische en geopolitieke beschikbaarheid van deze fossiele energiebronnen liggen aan de basis van het energie- en klimaatbeleid op wereldschaal, Europees niveau en landelijk en regionaal niveau. In het Haven en Industrieel Complex (HIC) is de afgelopen decennia gewerkt aan maatregelen waarbij de groei van de productie kan worden gecombineerd met het verbeteren van de (milieu)kwaliteit van de leefomgeving en het zuiniger omgaan met energie en grondstoffen. Het programma ROM Rijnmond (1992-2007) heeft hierin een rol gehad met het definiëren en uitvoeren van deze dubbele doelstelling. Aan dit programma namen overheidspartijen, het Havenbedrijf Rotterdam (HbR), Deltalinqs en individuele bedrijven deel. Uiteindelijk werd een convenant opgesteld door deze partijen. De NMZH heeft hierin een rol gespeeld als gespreks- en counterpartner, waarbij de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte (MV2) als onderdeel van het project Mainport Rotterdam (PMR) vanaf 1996 een belangrijke insteek is geweest voor de NMZH bij de duurzame ontwikkeling in het gehele havengebied. Vanaf medio 2007 is de uitvoering van het energie- en klimaatprogramma in de Rotterdamse haven en stad overgenomen door het Rotterdam Climate Initiative (RCI). In het RCI werken nu HbR, Deltalinqs, gemeente Rotterdam en de DCMR Milieudienst Rijnmond samen. Om haar doelstelling van vijftig procent CO2-reductie in 2025 te halen is voortgegaan op een aantal trajecten die met name te maken hebben met clustering en ketenwinst (CO2-hergebruik; inzet biomassa en biobased economy; onderlinge levering van warmte en stoom in de industrie; levering van industriële restwarmte aan woningen via Warmtebedrijf). De activiteiten met betrekking tot energiebesparing in bedrijven is gekoppeld aan diverse trajecten van Wet milieubeheer (nu: omgevingsvergunning), Meerjarenafspraken, Benchmarking en CO2-emissiehandel. Nieuw in het RCI-programma is vanaf 2007 de forse inzet op de afvang en opslag van CO2, waarbij een sterk verband ligt met de komst van twee nieuwe kolen/biomassacentrales op de Maasvlakte. Diverse elementen uit het bovenstaand energie- en klimaatbeleid zijn terug te vinden in de (ontwerp)Havenvisie 2030 van het HbR, dat in mei 2011 verscheen. Voorbeelden hiervan zijn de transitie van de industrie via diversificatie, de verduurzaming van de energieopwekking, Carbon Capture Storage (CCS), ontwikkeling van biobased chemie en clustervorming. Het probleem van deze visie is dat de weg ernaar toe slechts heel globaal en met veel mooie woorden is aangegeven. Een veel betere uitwerking is gewenst, zodat de transitie ook daadwerkelijk een succes kan worden. Gelukkig wordt vanuit verschillende hoeken benadrukt dat een transitie van de haven echt noodzakelijk is, zoals onlangs nog in het FD- artikel ‘Voorbij het tijdperk van olie en kolen’ (TNO, 1-8-2011). Hierin wordt gesteld dat gemeente, provincie en havenbedrijf het voortouw moeten nemen om met het hernieuwd elan in het RCI te werken aan Rotterdam als de meest slimme en meest duurzame haven ter wereld. De NMZH wil dat er echte doorbraken plaatsvinden in het verduurzamen van de energiebehoefte in de haven en industrie in Rijnmond. De grootte van het energiegebruik en daaraan gerelateerde CO2 is de belangrijkste insteek voor dit streven. Er vindt momenteel al veel plaats, maar er kunnen vraagtekens gezet worden of hierbij de juiste keuzes gemaakt worden. De NMZH wil haar steentje bijdragen om tot de goede keuzes te komen.
18
Met dit project willen wij, in samenwerking met CE Delft, een energievisie ontwikkelen die ons beter in staat stelt om als aanjager aan de slag te kunnen. Die aanjagersrol spelen we binnen de transitie van fossiel naar duurzaam en in de richting van overheden en bedrijven.
In 2012 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Het maken van een energievisie HIC Rijnmond e.o., met focus op duurzame energie- en grondstoffenvoorziening (duurzaamheidsvisie). Het maken van een (eigen) beoordelingskader. Dit wordt gebaseerd op de energievisie, van de huidige ontwikkelingen (o.a. Energie- efficiency; restwarmte; CCS; biomassa/biobased; procesinnovatie) binnen het beleid van het Havenbedrijf Rotterdam en andere RCI-deelnemers. In juni 2012 wordt de energievisie en beoordelingskader gezamenlijk gepresenteerd tijdens een symposium over ’duurzame resultaten van energietransitie in haven en industrie’ (werktitel). Daarbij wordt de focus gelegd op de beslissers in de politiek en het management van het bedrijfsleven. Organisatie van het symposium vindt plaats door de NMZH, met inhoudelijke samenwerking met CE Delft.
Op te leveren producten in 2012 Opstellen van een Energievisie.
Opstellen van een beoordelingskader energietransitie.
Presentatie en symposium Energievisie en beoordelingskader energietransitie. Er wordt door de NMZH een publicatie samengesteld, op basis waarvan ook een nieuwsbrief en een website wordt gemaakt.
Samenwerking binnen het project: Bij de uitvoering van het project wordt samengewerkt met CE Delft. Voor de uitvoering van Energie Transitie Haven en Industrie is nodig: Personeelskosten 0,4 fte € 55.290 Projectkosten € 5.000 Co-financiering/Eigen bijdrage € 13.109 Aanvraag PZH € 47.181 In 2012 wordt aanvullende financiering gezocht voor het opstellen en bediscussiëren van een werkprogramma (lobby, aanjager), op basis van de energievisie en beoordelingskader. Dit werkprogramma heeft als doel om de gewenste ontwikkelingen verder te kunnen stimuleren (vestigingsbeleid HbR; ruimtelijke planning HbR en provincie Zuid-Holland; vergunningverlening DCMR/provincie Zuid-Holland; economische instrumenten/investeringen). Hiervoor wordt in aansluiting op het symposium een opzet gemaakt en besproken met actoren in het RCI-netwerk en in het eigen netwerk en achterban. Medio september 2012 wordt hieruit de inzet voor het NMZH-activiteitenplan na 2012 gehaald. Daarbij gaat de NMZH op zoek naar bedrijven die belang hebben bij de door ons gewenste transities en daarin een koplopersrol vervullen. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld Eneco, HVC en Vopak. In het nog op te stellen werkprogramma wordt hiervoor al een aanzet gegeven en worden contacten gelegd om deze bedrijven bij onze visievorming te betrekken en mogelijke samenwerking te bespreken. Hierbij wordt ook gekeken naar voorbeelden van andere natuur- en milieuorganisaties (bijvoorbeeld de relatie tussen MFG en Vopak of WNF en Eneco). Getracht wordt de eerste resultaten van deze zoektocht tijdens het symposium in juni te presenteren.
19
3.6.
Energie Transitie in de Zuid-Hollandse Regio´s
Het gebruik van fossiele energiebronnen zorgt voor aanzienlijke problemen op zowel wereldschaal als regionale schaal. Hierbij valt te denken aan klimaatverandering, uitputting van bronnen en milieuschade door winning en gebruik. Deze problemen maken duidelijk dat fossiele energiebronnen niet duurzaam zijn. Om een duurzame samenleving te bereiken moeten we een forse inzet leveren om het gebruik van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk terug te brengen.. Er is een transitie nodig naar een energievoorziening die gebaseerd is op een efficiënte inzet op hernieuwbare energiebronnen en een veel lager energiegebruik van wonen, werken en vervoeren. Daarbij is de uitwerking op regionaal niveau van groot belang omdat de schaal van uitvoering om duurzame energieopwekking en energiebesparing te realiseren kleinschalig is. Ook wordt de uitwerking sterk bepaald door de ruimtelijke mogelijkheden in een gebied en het draagvlak bij inwoners, bedrijven en gemeenten. Om het energiegebruik omlaag te krijgen, is het met bouwkundige en installatietechnische maatregen aanpassen van de bestaande woning- en gebouwenvoorraad een goede eerste stap. Tevens is de inzet nodig van gebouwgebonden maatregelen voor de warmte/koude (opslag), zonne-energie en meer van dergelijke oplossingen. De noodzaak om te beginnen aan deze transitie is groot: “Alle woningen klaar maken voor de toekomst. Nu investeren in energie besparen, anders over 25 jaar failliet”. Woningcorporaties zijn belangrijke spelers voor het zetten van een forse stap in de goede richting. De koepel van woningcorporaties, Aedes, heeft met Woonbond (een koepel van huurders) en de Rijksoverheid een ‘Convenant Energiebesparing Corporatiesector’ getekend over doelen en middelen voor energiebesparing en woonlasten. Hieruit is een groot project van de Woonbond voortgekomen (zie onder). Daarnaast zijn voor de woningsector nog twee convenanten afgesloten. Er is het convenant ’Meer met Minder,’ een initiatief van Platform EnergieTransitie Gebouwde Omgeving/PeGO en de energie-, bouw- en installatiebranche. ’Meer met Minder’ is gericht op de bestaande woning- en gebouwenvoorraad, en geeft zoveel mogelijk voorlichting. Het tweede convenant is het ’Lente-akkoord,’ gesloten door de Rijksoverheid, NEPROM, NVB en Bouwend Nederland. Dit akkoord gaat over verduurzaming en energiebesparing in de nieuwbouw. In een aantal steden in Zuid-Holland, zoals in Rotterdam, Den Haag, Delft en Dordrecht, zijn samenwerkingsafspraken gemaakt om energiebesparing en gebruik van duurzame energie te bevorderen. Er is echter ook forse kritiek op de vorderingen van woningcorporaties bij de energiebesparing bij hun woningvoorraad. Onder andere Jan Rotmans, initiatiefnemer van Urgenda/DRIFT-EUR, uitte zijn ongenoegen. Dit deed hij tijdens het GEF van 25 mei 2011 met een lezing over “waarom de energietransitie van de woningsector niet opschiet.” Daarnaast kunnen bijvoorbeeld convenanten op weinig vertrouwen rekenen, getuige een artikel uit Milieu: “Uit interviews blijkt een beperkt vertrouwen in de effectiviteit van zachte instrumenten (als convenanten, energielabel, energieprestatieadvies, subsidies, voorlichting en energiebesparingspakketten)”. De verduurzaming van het vastgoed is sterk in ontwikkeling, met name waar het gaat om het energiegebruik in bestaande gebouwen. Gemeenten hebben eigen gebouwen en geven, via regionale milieudiensten, vergunningen waar energiebesparing onderdeel van is af voor diverse ‘bedrijfstakken’ (onder andere scholen, kantoren, supermarkten, zorginstellingen). Van belang is een slimme, integrale aanpak in combinatie met nieuwe financieringsvormen. DCMR heeft, met het advies van CE, een uitwerking voor energie gemaakt. Onderzocht moet worden of deze resultaten ook toepasbaar zijn bij andere milieudiensten in Zuid-Holland. Speciaal voor provincies heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) een nationale Routekaart Restwarmte ontwikkeld. Daaruit bleek dat Zuid-Holland het grootste aanbod van restwarmte heeft. Ook heeft Zuid-Holland een groot woningbestand en heeft het van alle provincies ook het grootste aantal woningen dat al is aangesloten op een warmtenet. In onze provincie wordt al langere tijd gesproken over een koppeling van de diverse warmtenetten en om nog meer woningen aan te sluiten op het warmtenet. Momenteel wordt gewerkt met een benadering met een meer bottom-up gehalte. Daarnaast werken de provincie, het Rijk, de gemeenten en de woningcorporaties aan een ‘green deal’ voor de restwarmte. Binnen dit restwarmteproject ziet de NMZH voor zichzelf een belangrijke rol bij de verduurzaming van de energievoorziening op regionaal niveau. Dit vraagt om een mix van maatregelen en mogelijke ruimtelijke inpassing waar draagvlak voor nodig is. De focus op regionale gebiedsontwikkeling in relatie tot duurzame ontwikkeling is een kernactiviteit van de NMZH. Dit doen we in combinatie met het zoeken van samenwerking tussen onze eigen achterban, nieuwe energie-initiatieven,
20
bedrijven en gemeenten. Die samenwerking geeft een meerwaarde bij het inhoud geven aan de wenselijke mix en het invullen van de daadwerkelijke uitvoering van dit project. Dat is ondermeer terug te zien in ons landelijke project ’We Generate’ van de gezamenlijke Natuur en Milieufederaties. In 2012 willen wij de volgende activiteiten uitvoeren: Activiteit Stimuleren en ondersteunen lokale en regionale energieinitiatieven.
Met kracht inzetten op verduurzaming van de bestaande woningvoorraad.
Stimuleren van energiebesparing bij bedrijven en instellingen door regionale uitvoeringsdiensten en gemeenten. Inventarisatie toepassing energiebesparing bij de vergunningverlening in de diverse bedrijfstakken. Vergelijking met voorbeeld DCMR.
Op te leveren producten in 2012 Uitvoeren project `We Generate` Samen met achterban per regio inzet bepalen. Hoeksche Waard (Duurzaam HW), GoerreeOverflakkee (Deltawind), AlblasserwaardVijheerenlanden (Den Haneker; Duurzaam AWVHL). Intensieve samenwerking zoeken en vastleggen met Provincie ZH (Stroomversneller), Waterschappen (´De Energiefabriek’, Waterzuivering Energieneutraal) en LTO als onderdeel van de regionale benadering. Ontwikkeling van een handelingsperspectief duurzame energie voor consumenten (link Milieu Centraal, en anderen). Een inventarisatie en analyse van de bestaande woningvoorraad in beheer bij woningcorporaties, de maatregelen die al gepland of genomen zijn. Aanzet geven om te komen tot een Provinciaal Pact waarin alle lokale, regionale en provinciale initiatieven en samenwerkingsverbanden de krachten bundelen voor de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Het organiseren van een workshop “instrumenten om energiebesparing te stimuleren”. Het opzetten van een lobby bij gemeenten en regionale uitvoeringsdiensten om fors in te zetten op energiebesparing bij (eigen) gebouwen en bedrijven.
Samenwerking binnen het project: Actieve energiebedrijven met duurzame werkwijze als Eneco en HVC zijn interessante partners voor verdere samenwerking bij de uitvoering van dit project. Voor de uitvoering van Energie Transitie in de Regio´s van Zuid-Holland is nodig: Personeelskosten 0,4 fte € 55.290 Projectkosten € 2.500 Co-financiering/Eigen bijdrage € 13.109 Aanvraag PZH € 44.681
21
3.7.
Duurzame Bedrijvigheid
Stimuleren van duurzame ontwikkeling van bedrijven en bedrijventerreinen De economische ontwikkeling van Nederland en onze provincie staat sinds de financiële crisis onder druk. Hoewel de teruggang in groei in eerste instantie heftig leek te zijn, herstelde met name de transportsector zich snel. Maar in andere sectoren, waaronder de bouw, is een verbetering nog niet in zicht. Sterker, nu op de beurzen de aandelenkoersen verder dalen en in de Eurozone zich een ernstige financierings- en bankencrises manifesteert, dreigt de economische groei terug te vallen tot onder de 1 % per jaar. Voor de bedrijvigheid in de provincie betekent dit, dat de toekomst steeds onzekerder wordt en dat economisch groei niet langer vanzelfsprekend is. Het hoofd boven water houden wordt des te belangrijker. Dit geldt niet alleen voor bedrijven, maar ook voor overheden. Die zijn immers genoodzaakt een grote bezuinigingsoperatie door te voeren. Bij de provincie Zuid-Holland zijn met de komst van het nieuwe college, naast de economische ontwikkelingen, ook bestuurlijke wijzigingen gaande. Zo is de provincie zich aan het concentreren op de taken des provincies en laat zij herstructurering en revitalisering van bedrijventerreinen – mede gezien de afgeslankte begrotingsruimte – meer dan voorheen over aan de gemeenten. Het convenant ‘Op Weg naar Duurzame Bedrijventerreinen Zuid-Holland,’ dat in 2010 door partijen, regiobesturen, de vorige Gedeputeerde en ook de Milieufederatie Zuid-Holland is ondertekend, blijft echter onverminderd van kracht. Dat neemt niet weg dat subsidiegelden voor de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen nog maar zeer beperkt beschikbaar zijn. Daarbij leggen bestuurders en bedrijven de nadruk meer op het gezond houden van de bedrijvigheid, dan op langere termijn perspectieven die de transitie naar een duurzame samenleving beogen. De NMZH heeft oog voor de knellende financiële situatie waarin wij ons vandaag de dag bevinden. Maar we hebben tevens oog voor de toekomst en willen te allen tijden voorkomen, dat er nu beslissingen worden genomen die onomkeerbaar zijn en voor latere generaties verlies zullen betekenen. Bijvoorbeeld verlies aan open, groene ruimte. De ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen gaat meestal ten koste van die open, groene ruimte, waardoor de randen van bijvoorbeeld het Groene Hart beetje bij beetje worden afgeknabbeld. Vanuit het bedrijfsleven is de vraag naar nieuwe vestigingsplaatsen ondanks de recessie onverminderd aanwezig. In het collegeakkoord is echter afgesproken dat de nulgroei op nieuwe bedrijventerreinen gehandhaafd blijft. De noodzaak van herstructurering van bestaande terreinen wordt hierdoor groter. Maar omdat er geen subsidiegeld meer beschikbaar is, wordt die herstructurering tegelijkertijd moeizamer. De NMZH wil vanuit haar visie op een duurzame samenleving, bijdragen aan ontwikkelingen waarbij een gelijkwaardige afweging plaatsvindt van economische, ecologische en sociale aspecten. Vanuit die positie willen we meewerken aan de economische ontwikkeling van de provincie. De NMZH wil bij herstructureringsprojecten kwaliteitsverbetering nastreven en parkmanagement helpen invoeren. Zo kan het gebruik van bestaande terreinen geoptimaliseerd worden en blijft het voor ondernemers aantrekkelijk om zich op die terreinen te vestigen. De praktijk leert dat het herstructureren en verduurzamen van bedrijventerreinen vaak jarenlange trajecten zijn, waarvoor een lange adem is vereist. Maar de NMZH deinst daar niet voor terug. Wij zien hierin een uitdaging om jarenlang mee aan de slag te gaan. Verder zou de NMZH bij de ontwikkeling van nieuwe terreinen, indien dit onvermijdelijk is zoals in de Rijerwaard, een bijdrage kunnen leveren om milieumaatregelen te implementeren, en parkmanagement of collectieve energievoorziening tot stand te brengen. Voorts noemt het collegeakkoord het uitgangspunt dat terreinen bedrijven moeten huisvesten van categorieën waarvoor het terrein is bedoeld. De NMZH wil in dit verband ten behoeve van efficiënt ruimtegebruik werken aan het doorontwikkelen van de SER-ladder, zoals in het convenant afgesproken is. Er is gesignaleerd dat het voor gemeenten bij het behandelen van vestigingsverzoeken van bedrijven op (nieuwe) bedrijventerreinen moeilijk is om
22
overeenkomstig de SER-systematiek te beslissen. Het vasthouden aan het beleid om bedrijven van zwaardere categorie op speciaal daartoe aangewezen terreinen te huisvesten wordt vaak doorkruist door de wens om de grond te verkopen of een gebrek aan instrumentarium om tegen te houden. Gevolg is dat bedrijven van lagere categorieën die schaarsere plaatsen in nemen terwijl die beter binnen de bebouwde kom zouden moeten blijven, o.a. om levendigheid in (binnen-)steden te behouden. De NMZH wil in samenwerking met de convenantspartners werken aan de ontwikkeling van een instrumentarium, waarmee gemeenten hun vestigingsbeleid beter kunnen uitvoeren en de vraag naar nieuw te ontwikkelen terreinen bevriest. In 2012 zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Uitvoering convenant ‘Op weg naar Duurzame Bedrijventerreinen’.
Op te leveren producten in 2012 Bijdragen aan de uitvoeringsactiviteiten.
In een door een regio of gemeente geleid herstructurerings- of ontwikkelingsproject inbreng leveren vanuit de milieucomponent van duurzaamheid, zodat op het desbetreffende bedrijventerrein samenwerking tussen ondernemers tot stand komt en/of maatregelen worden getroffen waardoor de milieubelasting door de plaatselijke bedrijvigheid verminderd.
-
-
-
De SER-ladder moet worden doorontwikkeld tot een praktisch hulpmiddel voor duurzaam ruimtegebruik. Er is gesignaleerd dat het voor gemeenten bij het behandelen van vestigingsverzoeken van bedrijven op (nieuwe) bedrijventerreinen moeilijk is om op basis van de SERsystematiek te beslissen. Het vasthouden aan het beleid om bedrijven van lagere categorieën binnen de bebouwde kom te behouden om de levendigheid in (binnen-)steden te behouden en de vraag naar nieuwe locaties te beperken, is ook vaak problematisch. Dit komt doordat een instrumentarium ontbreekt. De NMZH wil in samenwerking met de convenantspartners werken aan de ontwikkeling van een werkend instrumentarium, zodat gemeenten hun vestigingsbeleid beter kunnen uitvoeren. Zo neemt de druk op nieuw te ontwikkelen terreinen af.
Procesbegeleiding op een bedrijventerrein waar de gemeente duurzaamheid wil bevorderen. Contacten met ondernemers, workshop/presentatie(s) ten behoeve van stimuleren en enthousiasmeren voor duurzaamheid, kennisuitwisseling; nader onderzoek bij enthousiaste ondernemers, inventarisatie van kansen voor samenwerking; uitvoeringsprogramma; afspraken over samenwerking; begeleiding van uitvoering. Begeleiding van en advies aan bedrijven die duurzaam willen ondernemen en/of bemiddeling richting specialisten zoals de Stichting Stimular of een energieadviseur.
Handreiking ten behoeve van gronduitgifte door gemeenten ter beperking van de vestiging van bedrijven op nieuwe terreinen, c.q. het stimuleren van vestiging in de bebouwde (woon-)omgeving.
Samenwerking binnen het project: Bij de uitvoering van het project wordt samengewerkt met de kamers van Koophandel, VNO/NCW West, PZH, gemeenten en regiobesturen en ondernemersverenigingen. Voor de uitvoering van Duurzame Bedrijvigheid is nodig: Personeelskosten 0,3 fte € 41.468 Projectkosten € 5.000 Co-financiering/Eigen bijdrage € 11.200 Aanvraag PZH € 35.268
23
Tenslotte zal het in 2011 gestarte werk met betrekking tot de ontsluiting van kennis over duurzame bedrijventerreinen naar de toekomst worden doorgeschoven. Tijdens het tien jaren lopende Stimuleringsprogramma ‘Duurzame Bedrijventerreinen’ is onder andere door SenterNovem op dit terrein veel ervaring opgedaan. De opgebouwde kennis is echter nooit gebundeld, geanalyseerd, noch publiek gemaakt. Bij de Erasmusuniversiteit wordt momenteel onderzoek uitgevoerd naar de ontsluiting van deze kennis. NMZH heeft in 2011 een sleutelpositie ingenomen en een verbinding gelegd tussen de EUR, Provincie Zuid-Holland, Technische Universiteit Delft, Kamer van Koophandel Rijnmond en de pas opgerichte Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN). Op dit moment is een projectplan in wording t.b.v. de technische kant van de kennisontsluiting; PZH stelt (voorlopig) echter geen budget ter beschikking. De NMZH zal het stimuleren en faciliteren van de samenwerking tussen de partijen wellicht later weer oppakken om te bewerkstelligen dat de door promovendi bij EUR vergaarde kennis via internet breed beschikbaar komt.
24
3.8.
Duurzame Mobiliteit
Van automobilist naar Flexibilist Een duurzaam verkeer- en vervoersbeleid dat mobiliteit op de lange termijn wil faciliteren is gericht op het vergroten van het aanbod en de aanleg van hoogwaardig openbaar vervoer en veilige fietspaden. Om zo’n beleid gedragen te krijgen, is het nodig om de algemene publieke opinie positiever richting openbaar vervoer en fiets te doen stemmen en de vraag naar deze vervoersmiddelen te doen stijgen. Een campagne die gericht is op het verminderen van autogebruik is gericht op het bevorderen van een duurzamere en gezondere levensstijl. Als milieuorganisatie willen we niet alleen hameren op de slechte dingen, geen doemdenken preken en niet met het morele vingertje wijzen. Toch willen we de ontwikkeling naar steeds meer wegen en auto’s zien om te buigen. In dit project willen wij vanuit een campagne de positieve kanten van het OV en het gebruik van de fiets centraal neerzetten. Ook de positieve effecten op de (volks)gezondheid van meer bewegen in combinatie met minder autorijden zal in onze campagne ruim aan bod komen. Het project van automobilist naar Flexibilist is een positieve gedragscampagne om de autorijder bewust te maken van de voordelen van het “zijn” van een Flexibilist: iemand die naast de auto gewend is ook de fiets en het OV te gebruiken o zich van woning naar werk te begeven. Een Flexibilist is zich bewust van de positieve effecten van deze andere vervoersmiddelen op de eigen gezondheid en die van anderen. Het project beoogt vanuit een persoonlijke benadering en door te appelleren op de eigen keuze de vraag naar kwalitatief goed OV in de Stadsregio Rotterdam te vergroten. Een campagne met een knipoog naar de Flexibilist. Voor 2012 willen wij de volgende activiteiten ondernemen: Activiteit Het ontwikkelen en uitzetten van een prijsvraag voor marketingbureaus als basisuitwerking van de campagne voor de Flexibilist. Samen met de winnaar van de prijsvraag een campagneplan ontwikkelen en uitrollen Kansen verkennen, succes- en faalfactoren verzamelen/bepalen en stakeholderanalyse uitvoeren. Ook de verschillende partijen (Stadsregio Rotterdam, Kamer van Koophandel, Verkeersonderneming Rotterdam, Fietsersbond, ANWB, RMC, Rover, Reizigersplatform Rotterdam, Twijstra & Gudde, Connexxion, RET) worden opgezocht en gemotiveerd om mee te doen. Inzetten van een Groene Peiler (NPL) om de mening van het publiek over een campagne voor de Flexibilist te meten
Op te leveren producten in 2012 Prijsvraag.
Een groot Rotterdams bedrijf verleiden om in het kader van het vervoersmanagement samen met de NMZH en Marketingbureau prikkels te ontwikkelen om het personeel te verleiden tot Flexibilist.
Uitvoering pilot.
Campagneplan en financiering. Samenwerkingsverband in de regio.
Beeld van de publieke opinie.
Voor de uitvoering van Duurzame Mobiliteit is nodig: Personeelskosten 0,25 fte € 34.556 Projectkosten € 5.000 Co-financiering/Eigen bijdrage € 11.115 Aanvraag PZH € 28.441
25
4. Gebiedscoördinatie en gebiedsontwikkeling De groei van de bevolking, de economie, de bedrijvigheid en de mobiliteit legt voortdurend beslag op de open en groene ruimte. Dit gaat gepaard met een groeiende belasting op het milieu en verlies aan natuur en landschapskwaliteit. De problemen gelden zeker voor Zuid-Holland, de dichtstbevolkte provincie en de economische motor van Nederland. Door deze ontwikkelingen staan de leefbaarheid en leefomgeving onder constante druk. Om dat in het oog te houden zal bij gebiedsontwikkeling, structuurvisies en ruimtelijke plannen altijd gezocht moeten worden naar een optimale balans tussen ecologie en economie. In onze provincie mogen waardevolle cultuur(historische) landschappen en natuurwaarden niet verloren gaan en de milieubelasting van de leefomgeving mag niet verder toenemen. De NMZH kiest ervoor om bij gebiedsontwikkeling als strategische partner aan tafel te zitten en zo pro-actief bij te dragen aan de duurzame inrichting van Zuid-Holland. Vanuit het natuur en milieubelang brengen wij standpunten en ideeën naar voren om zo het beleid en de ruimtelijke plannen milieu-inclusief te maken. Ook geven wij gevraagd en ongevraagd advies bij provinciale en regionale ruimtelijke plannen. Daarnaast reageert de NMZH opvragen vanuit de bevolking en het Zuid-Hollandse natuur- en milieunetwerk. Het uiteindelijke doel is om vanuit de samenleving noodzakelijke plannen zodanig te helpen ontwikkelen dat de belangen van natuur, milieu, landschap en open ruimte een volwaardige plaats krijgen bij de duurzame inrichting van Zuid-Holland. Bij de uitvoering in 2012 zullen we ons bezighouden met ruimtelijke ordeningsplannen en gebiedsontwikkelingsprojecten. Voorbeelden van zulk soort projecten zijn:
Provinciale en Rijksstructuurvisie; Deltri-programma; Zuid-Westelijke Delta; Deltaprogramma, onderdelen Rijnmond-Drechtsteden en Kustzone; Havenvisie 2030; Ecologische Hoofdstructuur; Stadhavens; Provinciale landschappen en stadsrandgebieden.
Activiteit Verdiepen in aanleiding, studies, onderzoeken, beleid en visie´s. Krachtenveldanalyse en inventariseren standpunten natuur en milieunetwerk. Standpuntvorming en eventueel bedenken van alternatieven. Deelname overleggen, bilaterale gesprekken met bestuurders, ambtenaren en politici. Communiceren over het beleid, plannen en de positieve en/of negatieve gevolgen. Directe beïnvloeding.
Op te leveren producten in 2012 Inventariseren van gevolgen en consequenties. Stakeholderanalyse en inzicht betrokkenheid natuur en milieunetwerk. Standpunt bepalen en indien nodig alternatief bedenken. Informatie uitwisselen bij planvorming en besluitvormingsprocessen. Persberichten, website, (sociale) media en bijeenkomsten. Lobby voor standpunt of alternatief.
Voor de uitvoering van de gebiedscoördinatie en gebiedsontwikkeling is nodig: Personeelskosten 0,3 fte € 41.468 Projectkosten Co-financiering/Eigen bijdrage Aanvraag PZH € 41.468 Bij de gebiedscoördinatie en gebiedsontwikkeling ligt er een directe koppeling met de strategische thema’s. Veel van ons projecten spelen direct en indirect in op gebiedsontwikkeling. Ook zijn door het teruglopen van het werkbudget over 2012 minder middelen beschikbaar voor grote gebiedontwikkelingsprojecten en ruimtelijke ordeningsplannen.
26
5. Innoveren en agenderen Naast het werken aan strategische thema´s gaan we in 2012 ook op zoek naar leuke en verrassende activiteiten die op een andere manier aandacht vragen voor een mooi en duurzaam Zuid-Holland. Deze activiteiten moeten ons in staat stellen om andere dan de traditionele doelgroepen in het natuur- en milieunetwerk aan ons te binden. Voor deze activiteiten willen wij aanvullende financiering vinden in de vorm van co-financiering en sponsoring. Ook zal in een campagnevorm in de (sociale) media aandacht voor deze activiteiten worden gevraagd en belangrijke private en publieke partijen bij de uitvoering betrokken worden. Het succesvol uitvoeren van deze activiteiten staat of valt met het vinden van de benodigde financiering.
5.1.
Provinciale JongerenRaad voor de Leefomgeving
Zaken op provinciaal niveau die de leefomgeving betreffen, worden door bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren behandeld. Zij zoeken oplossingen voor problemen, lossen kwesties en vraagstukken op en proberen tot een zo goed mogelijk beleid te komen. Maar soms kan het echter zeer zinvol zijn als er vanuit een ander perspectief naar een vraagstuk wordt gekeken. Jongeren hebben een frisse blik, zitten nog niet vastgeroest in bestuurlijke processen en kijken vanuit hun belevingswereld anders tegen opgaven aan. Zij kunnen daardoor een waardevolle bijdrage leveren door te adviseren over vraagstukken. Voorbeelden waar dit succesvol is toegepast zijn bijvoorbeeld de Jonge Deltacommssie, de Nationale Denktank en de Rotterdamse Jongerenraad. Het doel van dit project is om een provinciale jongeren denktank voor de leefomgeving op te zetten; de Provinciale JongerenRaad voor de Leefomgeving (PJRL). Deze jongeren denken mee over provinciale vraagstukken die de leefomgeving (inclusief duurzaamheid) aangaan en geven gevraagd en ongevraagd advies. De PJRL zal bestaan uit acht jongeren van hogescholen en universiteiten in Zuid-Holland met een leeftijd van circa 18 tot 26 jaar. De bezetting van de PJRL zal jaarlijks gaan rouleren. De eerste maanden van 2012 zullen gebruikt worden voor het maken van richtlijnen voor de opzet die antwoord geven op in ieder geval de volgende vragen: -
Welke disciplines en vaardigheiden moet erin vertegenwoordigd zijn? Hoe wordt de diversiteit gewaarborgd? Hoe vaak komt de PJRL bijeen? Hoe vrijblijvend is deelname aan de PJRL?
Bij de beantwoording van deze vragen wordt vanzelfsprekend gekeken hoe dit in al bestaande soortgelijke verbanden is geregeld en wordt het advies van deskundigen ingewonnen. Vervolgens moeten jongeren worden geworven. Hiertoe worden contacten gelegd met hoge scholen en universiteiten. Als de PJRL eenmaal van start is gegaan, wordt gestreefd naar het uitbrengen van twee adviezen in 2012 en het organiseren van een jongerensymposium voor de leefomgeving.
27
In 2012 zullen bij voldoende financiering de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Opstellen plan van aanpak PJRL in de vorm van een aantrekkelijke brochure. In de brochure staan onder andere richtlijnen, ‘spelregels’ en een profielschets van de deelnemers Hierbij wordt gekeken naar bestaande gelijksoortige verbanden en wordt advies ingewonnen Werven van jongeren aan de hand van een profiel en het leggen van contacten met hogescholen/universiteiten. Oproepen in de media, op de eigen website, in social media, en in de richting van andere organisaties. Grote bedrijven uit bijvoorbeeld de industrie of weg- en waterbouw kunnen (afhankelijk van de gekozen onderwerpen voor adviezen) als partner/financier dienen. Voor het aantrekken van jongeren worden contacten gelegd met universiteiten (Tu Delft, (via Karel Mulder), Universiteit Leiden, Erasmus (Drift, via Jan Rotmans)) en hogescholen in Zuid-Holland.
Op te leveren producten in 2012 Het maken van een brochure PJRL.
Bedenken vraagstukken en opstellen adviezen. Publiceren adviezen. Voor één van de adviezen wordt een jongerensymposium georganiseerd van, voor en door jongeren. De hogescholen en universiteiten worden bij het symposium betrokken
Uitbrengen en publiceren van twee adviezen. Overhandiging adviezen aan gedeputeerde. Organiseren jongerensymposium leefomgeving.
Werven jongeren en installatie PJRL. Aftrap door de gedeputeerde.
Bij de uitvoering van het project zal samenwerking gezocht worden met kennisinstellingen, provincie Zuid-Holland en het bedrijfsleven. Voor de uitvoering van Provinciale JongerenRaad voor de Leefomgeving is nodig: Personeelskosten 0,25 fte € 34.556 Projectkosten € 8.000 Co-financiering/Eigen bijdrage Aanvraag PZH € 42.556
28
5.2.
Green Economic Forum
Het Green Economic Forum - een initiatief van de NMZH in samenwerking met Flevum Forum Netwerk– heeft als doel om een brug te slaan tussen bedrijven, overheid en de natuur- en milieubeweging ten aanzien van duurzame ontwikkeling. Het is een doorlopend debat op inhoudelijk en strategisch niveau over de verhouding tussen planet (groene vraagstukken), profit (economische oplossingen) en people (sociale belangen). Het schetst een palet aan initiatieven om te komen tot succesvolle duurzaamheidstrategieën en draagt daarmee bij aan het ontwikkelen van nieuwe concepten die passen bij Nederland. Tijdens het Green Economic Forum dat op 25 mei 2011 plaatsvond in Nyenrode Business University, kwamen meer dan tweehonderd genodigden uit het bedrijfsleven, de overheid, kennisstellingen en de milieubeweging bijeen. Zij hadden een gemeenschappelijk doel: het uitwisselen van ideeën en kennis die bijdragen aan een duurzame samenleving. Er zijn veel contacten gelegd, ideeën uitgewisseld, successen toegelicht en kansen benoemd. Wil het echter tot resultaten leiden voor onze en toekomstige generaties, dan zullen de ideeën moeten worden omgezet in concrete initiatieven. Plannen zijn mooi, maar het gaat om mensen die het voortouw nemen. De NMZH ondersteunt daarbij waar mogelijk de initiatieven. In 2012 zullen bij voldoende financiering de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Activiteit Organiseren van een vervolg op de Green Economic Forum in juni 2012 in Zuid-Holland. Inventariseren van samenwerkingsmogelijkheden, onderwerpen en thema´s, sprekers en presentaties. In 2012 is afgesproken om voor een structurele debatplaats en kennisuitwisseling een LinkedIn Online Community op te zetten.
Op te leveren producten in 2012 Organiseren van een Green Economic Forum op 6 juni 2012.
Een van de ideeën uit 2012 is om te onderzoeken of een ECO experience of Green Economic Experience als zelfstandige activiteit een bijdrage kan leveren aan het zichtbaar maken van duurzaamheidsinitiatieven bij Zuid-Hollandse bedrijven. Dit wordt gekoppeld aan een conferentie.
Onderzoeken van draagvlak en enthousiasme voor het organiseren van een Zuid-Hollandse Green Economic Experience vanuit het bedrijfsleven en de NMZH.
Opzetten Online Community Green Economic Forum.
Samenwerking bij de uitvoering van het project: Bij de uitvoering van dit project zal samengewerkt worden met Kamer van Koophandels Zuid-Holland, VNO-NCW West, Flevum, MKB, SGH en de Provincie Zuid-Holland. Voor de uitvoering van het Green Economic Forum is nodig: Personeelskosten 0,25 fte € 34.556 Projectkosten Co-financiering/Eigen bijdrage Aanvraag PZH € 34.556 NB voor de financiering van de directe projectkosten van € 25.000 zullen wij aanvullende financiering moeten vinden bij de samenwerkingspartners.
29
5.3.
Nacht van de Nacht
Nederland is één van de meest verlichte landen van Europa. De belangrijkste toepassingen van verlichting zijn assimilatiebelichting in kassen, licht bij sportvelden en openbare verlichting. Uit onderzoek in 2008 in opdracht van De Natuur en Milieufederaties en Natuur & Milieu (N&M) blijkt dat driekwart van de Nederlanders een donkerdere nacht wil en dat lichtvervuiling aan bijna de helft van de Nederlanders het zicht op de sterrenhemel ontneemt. De Nederlander stoort zich, zo bleek uit het onderzoek, vooral aan de verlichting van bedrijven. Reclameverlichting, binnenverlichting van kantoren, verlichting van kassen en laserlichten van discotheken zijn mensen een doorn in het oog. Respectievelijk 82% (reclameverlichting), 78% (binnenverlichting van kantoren), 75% (beter afschermen van kassen) en 62% (laserlichten) van de mensen wil na 23:00 uur deze lichten uit of beter afschermen (zoals ondertussen in kassen gebeurt). Ruim de helft van de mensen wil dat bedrijven hiervoor maatregelen nemen. De lichtvervuiling op de afbeelding hiernaast is in kaart gebracht via Amerikaanse satellieten. Hoe roder de kleur, hoe meer licht er per hectare omhoog wordt gestraald. Ieder jaar op de laatste dag van de zomertijd organiseren De Natuur- en Milieufederaties en Natuur & Milieu de Nacht van de Nacht. Een succesvol evenement waar we nachtelijke activiteiten voor publiek organiseren en bedrijven en overheden oproepen hun lichten te doven. Wij willen duisternis in Nederland terugkrijgen en onnodige lichthinder en energieverspilling tegengaan. Natuurlijk is licht ook belangrijk en leuk. Maar er kan veel slimmer en zuiniger verlicht worden zonder dat de veiligheid of de sfeer in het geding is. Het bedrijfsleven wordt steeds nadrukkelijker bij de Nacht van de Nacht betrokken. We wijzen hen er onder meer op dat het doven van de lichten niet alleen energiebesparend is, maar een bedrijf ook veel geld kan besparen. Samenwerking bij de uitvoering van het project: Overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in Zuid-Holland (zie: nachtvandenacht.nl). Voor de uitvoering van de Nacht van de Nacht is nodig: Personeelskosten 0,1 fte € 13.823 Projectkosten Co-financiering/Eigen bijdrage € 13.823 Aanvraag PZH
30
6. Subsidieaanvraag Activiteitenplan 2012 Projecten 2012
Netwerkondersteuning Gebiedsontwikkeling Groene Boeren Groene Haaglanden Het Groene Hart: de beleving van stiltegebieden Klimaatbestendig en duurzaam ruimte gebuik van de kust
Energie Transitie Haven en Industrie Energie Transitie in de Regio Duurzame Bedrijvigheid Duurzame Mobiliteit Green Economic Forum Nacht van de Nacht/Laat het Donker, Donker Provinciale JongerenRaad voor de Leefomgeving Samenwerking TBO’s
Totale Co-financiering Subsidie PZH Projectkosten in eigen bijdrage in euro’s euro’s in euro’s 87.935 87.935 41.468 41.468 72.790 25.000 47.790 72.790 25.000 47.790 34.500 34.500 34.000 34.000 60.290 13.109 47.181 57.790 13.109 44.681 46.468 11.200 35.268 39.556 11.115 28.441 34.556 34.556 13.823 13.823 42.556 42.556 27.644 27.644
Totalen
666.166
Totale Project uitgaven Totale co-financiering en eigen bijdrage Subsidieaanvraag PZH
666.166 140.000 526.166
140.000
526.166
31
7.
Bijlagen
7.1.
Manifest
Nieuwe start voor Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland Afgelopen maanden heeft de Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) de achterban geraadpleegd. Aanleiding was kritiek op de koers van de NMZH en de resultaten die geleverd werden. De positie van de NMZH is ook onder druk komen te staan door het voorgenomen besluit van de provincie om de subsidie te schrappen. Er zijn regiobijeenkomsten georganiseerd voor alle achterbanorganisaties en er is een onderzoek ingesteld door de landelijke Natuur en Milieufederaties. Daarbij zijn ook de landelijke terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Zuid-Hollands Landschap) alsmede andere instellingen betrokken, waaronder IVN. De gesprekken en onderzoeken hebben de volgende uitkomsten opgeleverd:
De afgelopen jaren heeft de NMZH niet naar tevredenheid van de achterban gefunctioneerd sinds eind 2010 is de weg van herstel van vertrouwen echter met volle overgave ingezet.
Alle organisaties vinden het belangrijk dat er een provinciale milieufederatie is en blijft. Een duidelijk signaal is dat er een nieuwe start gemaakt moet worden.
De naam dient te veranderen in Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat niet alleen milieu, maar ook natuur en landschap centraal staan bij de Federatie.
De Federatie dient zich te richten op de volgende functies en rollen; Netwerken versterken: coördineren van het overleg met provinciale natuur- en llandschapsorganisaties en andere op duurzaamheid gerichte organisaties; het ondersteunen van en samenwerken met locale en regionale organisaties. Belangenbehartiging: behartigen van natuur, landschap, milieu en duurzaamheid op provinciaal niveau; coördinatie van deze belangenbehartiging; gesprekspartner van provincie en gemeenten bij het in uitvoering krijgen en uitvoeren van beleid. Projecten: signaleren, uitvoeren en agenderen Het volgen van het beleid en ontwikkelingen in de provincie met name voor en vanuit haar netwerk en achterban.
Het uitbouwen van het NMZH netwerk draagt bij aan en is voorwaarde voor het kunnen vervullen van de twee andere functies, namelijk het invullen van de gesprekspartnerrol voor overheden of bedrijfsleven alsmede de signaal- en agenderingsrol. Per onderwerp wordt er een onderlinge werkverdeling gemaakt.
Belangenbehartiging richt zich veelal op gebiedsgerichte kwesties en opgaven, vaak maar niet uitsluitend nauw gelieerd aan provinciale beleidsontwikkelingen rond mobiliteit, ruimtegebruik, natuurbeheer, of duurzame (economische) ontwikkeling.
Onder de vleugels van de Federatie zijn meer dan 300 locale organisaties actief voor natuur, milieu en landschap. Deze worden gebundeld in een viertal regio’s, te weten: a) Kust en Duinstreek; b) Hoeksche Waard; c) Groene Hart; d) Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Regionale steunpunten zullen voor sommige van die kwesties de trekker zijn. Samen kunnen oplossingen worden geboden waarbij duidelijk wordt aangeven wie het aanspreekpunt is.
32
Met de stedelijke milieucentra in Rotterdam ( RMC) en Den Haag (HMC) wordt als collega-organisaties afgestemd en samengewerkt. Dat geldt eveneens voor de terreinbeherende organisaties zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Zuid-Hollands Landschap.
De vernieuwde Federatie heeft een vaste kern van deskundige, ervaren medewerkers. Zowel medewerkers die kennis en ervaring hebben op het gebied van natuur en milieubeleid, als medewerkers die locale organisaties ondersteunen en samenwerking stimuleren, aangevuld met medewerkers in de regionale steunpunten. De regionale steunpunten, o.a. in Kust/Duinstreek, Groene Hart en Hoeksche Waard moeten de locale organisaties zoveel mogelijk ondersteunen.
De NMZH is een netwerk van aangesloten organisaties. Dit betekent dat deze organisaties ook een plek krijgen in het Algemeen Bestuur van de NMZH.
Er komt een Adviesraad met een brede vertegenwoordiging van kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven.
De nieuwe Federatie gaat samen met de regionale, stads- en lokale organisaties activiteiten ontwikkelen. Een voorbeeld is het project Green Economic Forum, dat verder zal worden ontwikkeld in samenspraak met de regionale en locale organisaties.
De hier genoemde partijen zijn van mening dat bovengenoemde functies en taken in aanmerking komen voor subsidie van de provincie. Met als doel meer betrokkenheid van burgers bij het natuur- en milieubeleid en bijdrage aan het verduurzamen van de samenleving.
Alle onderstaande partijen onderschrijven de noodzaak voor Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland en onderschrijven dat met bovenstaande punten een basis is gelegd voor een nieuwe start
Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland Dhr. A.P. (Alex) Ouwehand
Vereniging Kust en Zee Dhr. A. (Albert) Salman
Stichting Duinbehoud Dhr. B. (Ben) ter Haar
Hoekschewaards Landschap Dhr. D. (Dick) Bussing
Groene Stichting Hart Dhr. J.A. (Ron) Gast
33
Natuur- Vogelwacht Alblasserwaard Vijfheerenlanden Dhr. J. (Jacques) Verhagen
Haags Milieucentrum Dhr. F. (Frans) van der Steen
Rotterdams Milieucentrum Dhr. P. (Patrick) van Klink
Natuur- en Milieufederaties Mw. R. (Rita) Kwakkestein
34
7.2.
Interactiematrix Groene Agenda 2012
met reflectie op de thema’s van het Zuid-Hollands Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 en taakverdeling regio’s (definitief ALV 13 september 2011) Hoofdpunten Meest betrokken Insteek NMZH (incl. regionale Door NMZH (regio’s) te Primair Ook sterk betrokken regio’s steunpunten) behalen resultaat i.r.t. betrokken Hoofdlijnenakkoord (indicatief) RO en Wonen Bevorderen vitaal Groene Hart, De bescherming van de Ontwikkelingen volgen, SGH, N&V locale groepen, Alblassewaardopenheid van het Hollands synergie zoeken en Alblas, HWL en bedrijfsleven platteland 1 coalitievorming. strategisch Vijfheerenlanden, landschap, het tegengaan van Hoeksche Waard verstedelijking en het behoud NMZH van veenweiden en akkerlandschap als vitaal cultuurlandschap. As Katwijk-Leiden Kust en Duinstreek Bij ontwikkeling belang natuur, Realisatie ecologische K&Z/SDB en MODB (Nieuw Valkenburg) leefbaarheid en duurzaamheid verbinding Maaldrift en strategisch inbrengen bufferzone Mientkant NMZH Mobiliteit Openbaar Vervoer alle Vergroten draagvlak OV Flexi Mobilist in combinatie NMZH Vervoersregio’s met een Autovrije doordeweekse dag. Alternatieve ontwikkelen in trakjecten en systemen (fiets en ketenmobiliteit) A4 Midden Delfland Haaglanden, Rijnmond Behoud vitaal en leefbaar Participatie en uitvoering NMZH HMC, MiddenMidden-Delfland met IODS afspraken, monitoring Delfland, NM, Milieudefensie voldoende waarborgen voor uitvoering. NMZH voert natuur landschap, recreatie, secretariaat coalitie. agrarische functie en de leefbaarheid Westelijke Haaglanden, Rijnmond Behouden vitaal en leefbaar Participatie in het NWO NMZH RMC, MiddenOeververbinding Midden-Delfland met proces. Delfland, NM, voldoende waarborgen voor NMZH voert secretariaat Milieudefensie, Rota, 1
Met strategisch wordt bedoeld de inzet van NMZH bij beleids- en investeringsprogramma PZH
natuur landschap, recreatie, agrarische functie en leefbaarheid Ontwikkelingen volgen en anticiperen op besluitvorming Conflictoplossing zoeken voor belang leefbaarheid & milieu. Ontwikkelingen volgen en anticiperen op besluitvorming Conflictoplossing zoeken o.b.v. belang leefbaarheid & milieu
coalitie.
A13-A16
Rijnmond
N206-N208
Kust en Duinstreek
Rijnlandroute en “nieuwe RGL”
Kust en Duinstreek, Groene Hart
Luchtvaart: Schiphol
Kust en Duinstreek
Conflictoplossing zoeken o.b.v. belang leefbaarheid
Vermindering geluidsoverlast in regio
Milieu Duurzame economisch ontwikkeling
Alle
Maatschappelijke prikkels organiseren om duurzame ontwikkeling verder te stimuleren
Kust en Duinstreek (Bollenstreek) en andere Greenports
Verder terugdringen gebruik bestrijdingsmiddelen. Coalitievorming en organiseren maatschappelijke prikkels
Diverse stadsregio’s.
Groene Hart (Wijk en Woude) en Kust (Duin,
Beperking gebruik bestrijdingsmiddelen
Natuur en recreatie Recreatieve groenprojecten “om de stad”, Groene Stadsranden.
Stad en land verbonden (6 Provinciale
KNNV
Ondersteunen netwerk en coalitievorming Ondersteunen netwerk en coalitievorming
NMZH
RMC, lokale groepen
K&Z/SDB, NMZH
MODB
Betere bereikbaarheid kust met optimale inpassing
K&Z/SDb, strategisch NMZH K&Z/SDb
SGH
Coalitievorming, organiseren Green Economic Form waarbij lokale en regionale initiatieven worden betrokken. Winst uit Natuur. Reductie bestrijdingsmiddelen gebruik in de Greenports. Verbeteren biodiversiteit en kwaliteit oppervlakte water en waterbodems
NMZH
NMZH
Gemeenten, VNO NCW-West, MKB, WLTO en maatschappelijke organisaties K&Z, SGH en MODB
Komen tot een effectief stadsrandenbeleid en stimuleren van functiecombinaties)o.a. recreatie’ om verdere verrommeling en versnippering tegen te gaan.
Bundelen van kracht en coalitievorming. Maken stadsrand natuur en recreatiekaart. Realiseren pilot in Haaglanden
NMZH, HMC
RMC, ZHL, NM SBB
Coalitievorming
Realisatie dichterbij brengen in PZH
SGH en K&Z/SDB,
ZHL, SBB en NM
MODB
Landschappen)
Horst en Heide)
Natuurontwikkeling i.r.t. Kierbesluit (Deltanatuur)
Kust en Duinstreek/ZW-Delta
EHS en prov. Structuurvisie
Alle
Recreatie en Toerisme Kust
Kust & Duinstreek
Recreatie platteland, waterrecreatie en openlucht recreatie
Groene Hart, AlblasserwaardVijfheerenlanden, Hoeksche Waard
Landschap en landbouw Groene Hart
Uitvoering geven aan Kierbesluit in combinatie met het benutten van kansen voor natuurontwikkeling Bijdrage leveren in de realisatie van de EHS. Synergie zoeken o.b.v. belang natuur, landschap & duurzaamheid aansluiting zoeken bij thema “Vitaal Platteland”
Groene Hart, AlblasserwaardVijfheerenlanden
Herijking beleid. Hergroepering samenwerking groene organisaties. Vanuit coalitievorming een nieuwe impuls geven aan het Groen Hartbeleid.
Natuurboeren
Groene Hart, AlblasserwaardVijfheerenlanden, Hoeksche Waard
Bij de realisatie van de EHS wordt het accent verlegd naar een grotere betrokkenheid van de landbouw bij het natuurbeheer en de natuurontwikkeling.
Zilte teelten
Kust (ZW Delta), Groene Hart?
Synergie zoeken o.b.v. belang natuur & duurzaamheid
Realisatie Deltanatuur en het creëren van nieuwe natuurontwikkelingsprojecte n in coalitieverband Ontwikkelingen volgen en waarnodig bijdrage leveren voor de realisatie EHS Vergroten recreatiemogelijkheden met winst van natuur
strategisch NMZH K&Z, stratgeisch NMZH
ZHL, SBB, NM, lokale partners
NMZH
Alle regio’s
K&Z/SDb
HWL, SBB, NM, ZHL
SGH, N&V Alblas, HWL en strategisch NMZH
SBB, ZHL, NM
Evaluatie ruimtelijke ontwikkelingen Groene Hart, ontwikkelen gemeenschappelijke groene visie. Optimaliseren monitoringsysteem en organiseren workshops en uitwerking groene visie. Zonder de doelstelling van de EHS los te laten onderzoeken hoe de landbouw die rol kan vervullen. Modelontwikkeling voor het Groene Hart met biodiversiteitseisen. Creëren van een forum (Hoe doe je het goed en Best Practise).
SGH, N&V Alblas en NMZH
Andere lokale groepen
NMZH, SGH
HWL, N&V Alblas, WLTO, lokale agrarische verenigingen, Vogelbescherming Nederland
Duurzame zilte teelten realiseren, aansluiting zoeken bij programma ZMF
K&Z/SDB, NMZH
SGH, ZMF, WLTO
Natuurontwikkeling bij Zoet-Zout overgangen
Natuurvriendelijke oevers en bescherming Veenweide gebieden Natuurlijke Plaagonderdrukking
Functionele Agrobiodiversiteit
Voorne, Haringvliet, Goerree-Overflakkee, Grevelingen, Kust en Duinstreek Groene Hart, AlblasserwaardVijfheerenlanden, Hoeksche Waard Hoeksche Waard
Aansluiting zoeken bij deltaprogramma, vitaal platteland en deltanatuur
Meer aandacht voor de mogelijkheden van natuurontwikkeling bij zoetzout overgangen
K&Z/SDB, NMZH
SGH, ZMF
SGH, N&V Alblas, HWL
ZHL
Stimuleren biologische landbouw en verbeteren biodiversiteit. Alternatieve ontwikkelen voor verdrijven ganzen. Opzetten pilotproject in Hoeksche Waard. Resultaten toepasbaar maken voor overige gebieden PZH Modelontwikkeling voor de Hoeksche Waard creëren van een forum (Hoe doe je het goed en Best Practise). Resultaten toepasbaar maken voor overige gebieden PZH
HWL, strategisch NMZH
ZHL, NM, PZH, IM
HWL, strategisch NMZH
Locale partners HWL, agrarische initiatieven
Verbeteren kwaliteit oppervlakte water.
NMZH
SGH, N&V Alblas, HWL, NM, ZHL, SBB e.a.
Aandacht voor zoet-zout overgangen en de ontwikkeling van de natuur en landschapswaarde
NMZH
NM, ZHL
NMZH
ZHL, SBB, NM
aansluiting bij thema “Vitaal Platteland”
Coalitievorming en pilotproject ontwikkelen
Hoeksche Waard
Coalitievorming en pilotproject ontwikkelen
Water en Kust Kwaliteit oppervlaktewater
Alle
Zoet water voor landbouw
Goeree-Overflakkee (Kust & Duinstreek)
Synergie zoeken o.b.v. belang natuur, milieu (ook voor kustwater en duininfiltratie) en leefbaarheid (recreatie en toerisme) Synergie zoeken o.b.v. belang natuur (vismigratie), milieu (getijde-energie)
Waterberging
alle
Synergie zoeken o.b.v. belang natuur, milieu, leefbaarheid (recreatie) en landbouw
Kustversterking, zwakke schakels, zandmotor, strandsuppleties Plan Katwijkse zeehaven
Kust & Duinstreek
Deltaprogramma: Zoet water overleg West-NL Rivieren (Delta-Rijn) ZW-Delta Kust Rijnmond-Drechtsteden
alle
Duurzame Gietwatervoorziening
Regionale economie Bedrijventerreinen
Synergie zoeken o.b.v. belang natuur, milieu en leefbaarheid (recreatie) Conflictoplossing zoeken o.b.v. belang natuur, landschap, leefbaarheid (verkeer) en toerisme Binnen de focus op waterveiligheid en klimaatadaptatie aandacht vragen voor geïntegreerde gebiedsontwikkeling t.b.v. Natuur, waterkwaliteit en duurzaamheid.
Betere veiligheid met winst voor natuur
K&Z/SDb
NMZH, NM
Alleen een zeehaven bij winst voor natuur
K&Z/SDb
NMZH, NM
Integrale benadering binnen de inhoudelijke programma’s en gebiedsprogramma’s. Deelname Klankbordgroep Rijn-West, Maasstroomgebied.
NMZH
K&Z/SDB
alle
Verminderen belasting ondergrond en innovatie gietwatersystemen (duurzaam en collectief)
Bijdrage leveren in provinciale uitwerking
NMZH
Drechtsteden
Uitvoering geven aan de afspraken van het convenant. Focus ligt daarbij op de Drechtsteden. Ervaringen toepasbaar maken voor de andere PZH regio’s. SER-ladder verduurzamen. Ondernemers stimuleren en draagvlak creëren om door te kunnen groeien naar duurzaam ondernemerschap en parkmanagement Meedenken over de verdere ontwikkeling van de
Voorkomen extra druk op de groene ruimte door betere benutting van bestaande bedrijfsterreinen.
NMZH
Drechtsteden, Alblassewaard en Vijfheerenlanden
Kennis ontsluiten, Best Practise/Succesfactoren toepasbaar maken. Vergroten van draagvlak voor parkmanagement. Dubbele doelstelling. Cositing, betere benutting
NMZH
NVO/NCW, MKB en regionale samenwerkingsverban den.
NMZH / RMC
RMC, HBR, DCMR, Stad Rotterdam
Kust & Duinstreek
Bevorderen duurzaam ondernemen en co-siting
Alle
Mainport Rotterdam
Rijmond en omgeving
Rotterdamse haven. Gericht op verduurzaming van de exploitatie en havenketen en het verbeteren van de leefomgeving en luchtkwaliteit in de Regio Rijmond
Mainport Rotterdam: Maasvlakte
Kust & Duinstreek
Inrichting Maasvlakte 2, monitoring en natuurcompensatie
Greenport Bollenstreek
Kust & Duinstreek
Greenports WestlandOostland
Haaglanden
Synergie zoeken o.b.v. belang natuur, landschap & duurzaamheid Herstructurering o.b.v. belang natuur, landschap & duurzaamheid. Verbeteren waterhuishouding, groenblauwe dooradering
Energie Duurzame Energie Nieuwe windmolens
Alle Hoeksche Waard
Biomassa
Hoeksche Waard
synergy (o.a. restwarmte en CO2) bij gronduitgifte. Meer aandacht voor de ecologie in de Rotterdamse haven. Extra aandacht voor groene randen. Verduurzamen van de havenketen, met een voortrekkers en voorbeeld functie voor het HBR. Tijdige en maximale realisatie natuurcompensatie en duurzame ontwikkeling en inrichting Vitale economie met winst voor open landschap (ook voor recreatie en toerisme) Concentratiebeleid en optimalisatie gericht op duurzaamheid en innovatie (wkk, led, geothermi, drijvende kas).
K&Z/SDB, strategisch NMZH
K&Z/SDb
MODB, HMC
NMZH, HMC, SGH
Lokale groepen
NMF, NPL
“We Generate” Synergie zoeken o.b.v. belang natuur, landschap & duurzaamheid. Locatie en realisatie afhankelijk van locatiekeuze en synergie Grondstoffen oogsten van groen-blauwe dooradering voor de opwekking van energie
Uitvoering projectplan Realisatie pilot kleine windmolenparken Hoeksche Waard. Ervaringen benutten voor PZH.
NMZH HWL, SGH, K&Z/SDB en strategisch NMZH
Proefproject uitwerken in de Hoeksche Waard. Ervaringen benutten voor PZH.
HWL, strategisch NMZH
Klimaatadaptatie, zoetzoutovergangen, dynamiek in de Delta, functiecombinatie
Visievorming, bijdrage leveren in totstandkoming uitvoeringsprogramma’s en
NMZH
Lopende strategische projecten en oriëntatie Deltaprogramma’s
Kust en Duinstreek, ZW- Delta
K&Z/SDB
met natuur en recreatie Verbeteren ruimtelijke kwaliteit, meer aandacht voor natuurontwikkeling, balans economie en ecologie
de ontwikkelingen monitoren Visievorming
Zuidvleugel/Structuurvisi e PZH
alle
Deltriprogramma
Rotterdam, HbR, Drechtsteden, Westbrabant
ZW-Delta
Zuid-Hollandse Eilanden en Drechtsteden
ZeeBrAnt
Zeeland, Brabant en Antwerpen
Structuurvisie I & R
Landelijk
Visievorming
Havenvisie 2030
Rijnmond en omgeving
Groene Hart
Groene Hart, Alblassewaard en Vijfheerenlanden, Hoeksche Waard
Visievorming, bijdrage leveren in totstandkoming uitvoeringsprogramma’s en de ontwikkelingen monitoren Visievorming, bijdrage leveren in totstandkoming uitvoeringsprogramma’s en de ontwikkelingen monitoren
Deelname overleggen NMZH
frequentie
Visievorming, bijdrage leveren in totstandkoming uitvoeringsprogramma’s en de ontwikkelingen monitoren Visievorming, bijdrage leveren in totstandkoming uitvoeringsprogramma’s en de ontwikkelingen monitoren Visievorming, bijdrage leveren in totstandkoming uitvoeringsprogramma’s en de ontwikkelingen monitoren
Planologische bescherming natuurwaarden en openheid landschap. Vervangende functie vrijkomende agrarische bebouwing. Inzet NMZH
NMZH
NMZH
BMF
NMZH
BMF/ZMF
NMZH, vanuit de Rotterdamse situatie en de ontwikkelingen ten zuiden van Rotterdam NMZH, deel PZH NMZH
BMF/ZMF en Belgische partners
NMZH
SGH, HWL, N+V Alblas
Adviesplatform Tuindersvereniging Zuidplaspolder Klankbordgroep RijnWest, Regionaal Bestuurlijk Overleg RijnWest
2 x per jaar
Stimuleren innovatieve duurzame glastuinbouw.
NMZH
2x per jaar
NMZH
Klankbordgroep Maasstroomgebied, Pegionaal Bestuurlijk Overleg Maasstroomgebied
2x per jaar
Volkerak-Zoommeer Klankbordgroepen waterkwaliteit en waterberging
Delta Overleg
Bestuurlijk overleg, planstudie waterkwaliteit VZM, RWS Ruimte voor de rivier, projectbureau waterberging VZM 4 x per jaar
Wateroverleg
2 x per jaar
Bestuurlijk Overleg account Natuur HHRijnland Waterkader Haaglanden (Adviesraad) Stadsgewest Haaglanden Zandmotor, Beheers en Gebruikersoverleg PZH
2 x per jaar
Verbeteren waterkwaliteit in combinatie met natuurontwikkeling via uitvoering KRW. Kierbesluit en aandacht voor zoet-zout overgangen Verbeteren waterkwaliteit in combinatie met natuurontwikkeling via uitvoering KRW. Kierbesluit en aandacht voor zoet-zout overgangen Verbeteren waterkwaliteit in combinatie met natuurontwikkeling via uitvoering KRW. Kierbesluit en aandacht voor zoet-zout overgangen Afstemming tussen natuur en milieuorganisaties en actieve groepen in de Delta Afstemming projecten en expertise NMF’s Duurzaam waterbeheer en borging waterkwaliteit t.b.v. natuur en biodiversiteit Stimuleren innovatie en onderzoek bij water en klimaatadaptatie Kustveiligheid combineren met natuurontwikkeling en duurzame recreatie
3 x per jaar
Beheeroverleg 5 x per jaar Gebruikersoverleg 3 x per jaar
NMZH
NMZH
NMZH
NMZH NMZH
NMZH
NMZH, SDB
POK PZH
Nauwelijks actief
Kustveiligheid en Kusttoerisme combineren met natuurontwikkeling en duurzame recreatie Duurzame visserij
NMZH
Alliantie Duurzame Visserij in de Delta en Bluepoort Oosterschelde Klankbordgroep Warmte Koude Opslag (WKO) grondwater/ondergrond . Overleg Samenwerkingsprogram ma IM en Agentschap NL Overleg Convenant Bedrijfsterreinen Warmtenet Rijnmond
Alliantie in ontwikkeling. Overleg lokale visserijgroepen 3 x per jaar
Stimuleren bodemenergiesystemen zonder aantasting grondwatersysteem
NMZH
4 x per jaar
Uitvoeringsoverleg convenant
NMZH
3 x per jaar
NMZH
4 x per jaar
Verder tot ontwikkeling brengen Kennis delen
Industrial Ecology TU Delft Kennisontsluiting Duurzame Bedrijfsterreinen NWO Coördinatieoverleg
3 x per jaar
Kennis delen
NMZH
12 x per jaar
Afstemmingsoverleg coalitie NWO Afstemmingsoverleg natuur en milieunetwerk PZH Afstemmingsoverleg en aanspreekpunt PZH
NMZH
Werkoverleg regionale achterban Regio Spinner Urgenda
4 x per jaar in 4 regio’s 4 x per jaar
Faciliteren en ondersteunen netwerk door NMZH
NMZH
NMZH
NMZH NMZH
Ondersteunen en faciliteren van het natuur- en milieunetwerk. Door het aanbieden van kennisuitwisseling, coaching, training en het organiseren van regionale bijeenkomsten. Maar ook door het beschikbaar stellen van planologische en juridische kennis. Waar coalitievorming mogelijk is krijgen basisgroepen vanuit deze coalitie ondersteuning. (gebieds- en beleidsontwikkeling).