Activiteitenplan

Activiteitenplan 2012-2013.

In dit activiteitenplan worden de activiteiten beschreven bij de gestelde /overeengekomen kerntaken van het budgetcontract 2012-2013. De activiteiten staan niet op zichzelf, de opbouw en onderbouwing van de activiteiten kunt terugvinden in de plannen “kwaliteit als basis”, “kwaliteit als basis, we gaan verder”, “een voorschools aanbod” en de nota “peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie”.

Kerntaak 1. Het aanbieden van peuterspeelzaalwerk volgens het plan “kwaliteit als basis” en de nota “peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie” a. De SPMD biedt peuterspeelzaalwerk aan op - De SPMD biedt peuterspeelzaalwerk aan op 10 locaties met in totaal 24 groepen op ambitieniveau 1,5 en conform de gestelde ambitieniveau 1,5. eisen in de wet OKE Op basis van de bedrijfsmatige structuur op niveau 1 [één leidster per groep met ondersteuning van een vaste vrijwilliger] en inhoudelijk op niveau 2 [voor spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen]. Het keuze van werken met één leidster en een vaste vrijwillige groepshulp is tweeledig; enerzijds ontvangt de SPMD geen structurele subsidie voor uitbreiding van personeel in loondienst, anderzijds is de inzet van vrijwillige functies waardevol en tevens een kerntaak van de SPMD. In overleg met de gemeente wijkt SPMD hiermee af van de gestelde voorwaardelijke beroepskracht-kind–ratio 1:8 in de wet OKE. - De beroepskrachten op de groepen in dienst bij SPMD zijn op minimaal MBO nivo gediplomeerd. - Het aanbod peuterspeelzaalwerk is beschikbaar voor alle peuters in Midden Drenthe. Het is een voorziening in de woon/leefomgeving [ zie ook kerntaak 2b.]

| 0593565393 | [email protected] | www.spmd.nl | bank 3694.60.979 | KvK 01133136 | activiteitenplan | 1 van 15 |


b. Er wordt gebruik gemaakt van het peutervolgsysteem voor zorgpeuters

- Peuter volgsysteem /voor doelgroepkinderen Het basistakenpakketi van SPMD wordt voor alle peuters geboden. Daarnaast wordt gewerkt met een peuter volgsysteem voor zorgpeuters. Met behulp van het ontwikkelde observatie-instrument ‘de kijklijst SPMD’, wordt de ontwikkeling van zorgkinderen door middel van observatie en registratie gevolgd. Tevens vindt er afstemming met de ouders plaats en dient het als basis voor de overdracht naar de basisschool. Indien er uit de observaties kinderen opvallen en verdieping nodig is, kan de zorgleidster gebruik maken van een meer specifieke observatie. [mbt de gehele spelontwikkeling: de Pedagogisch Didactische Observatie (PDO), mbt taal de Cito]. De zorgleidster bespreekt de overdracht van een peuter met een zorgvraag met de ouders en draagt dit warm over naar de leerkracht van groep1. Tijdens de peutergebonden uren is er geen tijd voor een op één kind gerichte observatie. Met de komst van een zorgleidster wordt een moment van twee professionele krachten op een groep gecreëerd, hierdoor ontstaat tijd voor de gerichte observatie, notatie en afstemming [ meer tijd, aandacht in de vorm van gerichte begeleiding van het doelgroepkind en ondersteuning van de ouder]. SPMD biedt door deze wijze van organiseren een oplossing die efficiënt is en veel goedkoper is dan het inzetten van 2 beroepskrachten op een groep. Op basis van de gegevens uit het evaluatieoverzicht peuterspeelzalen onderwijskansenbeleid gemeente Midden Drenthe, schooljaar 2003/2004 kan geconcludeerd worden dat 1 op de 13 kinderen die een peuterspeelzaal bezocht als zorgpeuter is aangemerkt. In het overzicht van 2009 heeft 36% van de in dat jaar deelnemende peuters een zorgvraag. Hiervan is 25% taal gerelateerd.



De mate en duur van de zorgvraag verschilt. - Derde dagdeel voor zorgkinderen SPMD beidt een derde dagdeel per 2007-2008 voor de zorgkinderen in Beilen. De positieve ervaring van het intensiveren en daarmee effectiever maken van het aanbod voor doelgroepkinderen heeft ertoe geleidt dat per 2011 alle peuterspeelzalen een 3 e dagdeel bieden voor doelgroeppeuters. Hiermee gaat SPMD in op de eisen van onderwijsachterstandenbeleid [op voordracht OCW , WJZ/2006/…(2635] en de bepalingen in de wet OKE [ aug 2010]. - Peuters die naast elkaar spelen observeren en imiteren elkaar en leren hier veel van. Door het 3e dagdeel te organiseren binnen een bestaande groep wordt segregatie voorkomen en het lerend effect optimaal benut. In locaties met twee of meer groepen wordt één kindplek per groep vrijgehouden voor dit doel, dit zijn per groep twee 3e dagdeelplaatsen. Voor de locaties waar één groep geboden wordt kan dit niet en wordt een 3e dagdeel voor de hele groep georganiseerd.

- SPMD gebruikt ‘de kijklijst’ als observatiemethode /volgsysteem. Veel ontwikkelingsgebieden staan hierin opgenomen. SPMD heeft deze methode aangevuld om het welbevinden van de peuter te kunnen observeren. De ‘Kijklijst SPMD’ wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld vanuit de ervaringen. De observatiepunten in de ‘Kijklijst SPMD’ omvatten de ontwikkelingsgebieden sociaal emotionele ontwikkeling, redzaamheid/weerbaarheid, motoriek, taalontwikkeling, spelontwikkeling. | 0593565393 | [email protected] | www.spmd.nl | bank 3694.60.979 | KvK 01133136 | activiteitenplan | 3 van 15 |


- De methode ‘Doe meer met Bas’ is de grondlegger van het methodisch werken¹ binnen SPMD. Deze methode wordt door ons praktisch vertaald naar een planboek, waarin hetzelfde kader van ontwikkelingsgebieden in opgenomen is. In het methodisch aanbod van het peuterspeelzaalwerk worden gevarieerde activiteiten vanuit een methodisch aanbod dusdanig geboden, dat de verschillende ontwikkelingsgebieden gestimuleerd worden. - De extra observaties / ondersteunende activiteiten voor peuters met een zorgvraag sluiten hier eveneens bij aan. Er wordt gewerkt vanuit de driehoek peuter- ouder/verzorger- peuter/zorgleidster. De peuterleidster biedt een aanbod voor de groep, de zorgleidster sluit aan indien een peuter met een zorgvraag extra ondersteuning nodig heeft. De ouder sluit hier bij aan door thuis met het kind te lezen/spelen. Als de ouder [nog] niet openstaat voor de zorg, wordt deze werkwijze gehanteerd vanuit een tweehoek. Dit is een blijvend traject van leren, evalueren en bijsturen en implementeren. Een boeiend proces waarbij de vve-coördinator de peuterleidsters coacht en ondersteund. ¹ Op gestructureerde en samenhangende wijze wordt de ontwikkeling gestimuleerd op het gebied van taal, ontluikende rekenvaardigheid, motoriek, sociaal emotionele ontwikkeling. Omdat een welbevinden bepalend is voor de mate van [aan]leren/ spel in de groep, wordt dit altijd aspect meegenomen bij het observeren. Komt een kind niet tot spel wordt gezocht naar een passend aanbod waarbij het kind zich veilig voelt en wel tot spel kan komen. c. Er vindt jaarlijks minimaal 1 oudergesprek per peuter plaats

-Tijdens de brengen haalmomenten is er gelegenheid om bijzonderheden uit te wisselen; - Indien er behoefte bij de ouder en zorg-/peuterleidster is voor een gesprek wordt een



afspraak gemaakt; - Bij de overdracht van het kind naar de basisschool wordt de ouder uitgenodigd voor een gesprek; - In geval van een peuter met een zorgvraag wordt er altijd een eindgesprek gepland; - Eén- tot tweemaal per jaar per groep wordt een meeloopmoment voor de ouders / verzorgers georganiseerd. d. Er worden minimaal 2 keer jaar peutergegevens voor de Drentse onderwijsmonitor aangeleverd.

SPMD geeft de bezettinggegevens per april en oktober van het jaar door aan de leerplichtambtenaar.

Kerntaak 2. Het aanbieden van voorschoolse educatie volgens het plan “een voorschools aanbod” en de nota “peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie” a. De SPMD biedt voorschoolse educatie aan - Methodisch aanbod met behulp van ‘Doe meer met Bas’ conform de gestelde eisen in de wet OKE. Op de peuterspeelzalen wordt met een jaarcyclus gewerkt. Er is gewerkt aan een planboek, die als basis gehanteerd wordt voor een aanbod met behulp van thema’s. Deze thema’s worden minimaal 3x per jaar volledig uitgewerkt, bijvoorbeeld wonen, vervoer, de boerderij etc.. Per thema worden activiteiten gekozen, voorlezen, knutselen, ontdekken, rollenspel/drama, denkspel, bewegen, opzegversje. Per activiteit wordt nagedacht welk doel er | 0593565393 | [email protected] | www.spmd.nl | bank 3694.60.979 | KvK 01133136 | activiteitenplan | 5 van 15 |


met de activiteit nagestreefd wordt, welke werkvorm gekozen wordt, welk materiaal nodig is, welke observatiepunten [ waar wil men opletten]. Het thema sluit aan bij de stimulering van bepaalde ontwikkelingsgebieden bij de peuters, de sociaal emotioneel, redzaamheid, weerbaarheid, motoriek, taal ontwikkeling. - De beroepskrachten op de groepen in dienst bij SPMD doorlopen een verplicht VVE scholingstraject methodisch werken m.b.v. ‘doe meer meer met Bas’. - SPMD gaat uit van eenzelfde kwalitatief aanbod voor alle peuters in Midden Drenthe. Om deze reden zijn alle beroepskrachten op de groepen evenredig geschoold en daarmee op alle groepen inzetbaar. b. Eind 2012 hebben 105 doelgroepkinderen (tenzij het kind uitstroomt naar school, verhuisd of andere van belang zijn redenen) een VVE plek binnen de SPMD en nemen deel aan het VVE programma van 10 uur per week.

- Ouders/ verzorgers van peuters in Midden Drenthe kunnen nabij hun woon/leefomgeving gebruik maken van een peuterspeelzaalaanbod. In alle peuterspeelzalen is het voor peuters met een zorgvraag [de doelgroepkinderen] mogelijk om 10 uur gebruik te maken van het aanbod peuterspeelzaalwerk. Het methodisch werken m.b.v. ‘Doe meer met Bas’ wordt aan alle peuters geboden. Peuters met een zorgvraag kunnen extra ondersteuning krijgen, door het vaker deelnemen aan de peuterspeelzaal, wordt het aanbod voor hen inhoudelijk herhaald en daardoor geïntensiveerd. - In de peuterspeelzalen met meer dan één groep is in iedere groep 1 kindplaats voor dit doel beschikbaar . In de peuterspeelzalen met één groep wordt een 3 e dagdeel voor de hele groep geboden.



c. De SPMD intensiveert de samenwerking met de basisscholen ten einde de doorlopende lijn en de effecten van voorschoolse educatie te optimaliseren.

- Tweemaal per jaar nodigen de peuterleidsters de collega’s van groep 1 van de basisscholen uit. De basisscholen waar de peuters uit een bepaalde peuterspeelzaal naar doorstromen worden betrokken in het overleg. - De lokale kinderopvang [0-4 jarigen] wordt uitgenodigd/ geïnformeerd. - De intentie is om de uitnodiging, agenda, verzorging van het overleg te laten rouleren tussen de betrokkenen. De peuterleidsters hebben 2x per jaar een overleg in planning met de leerkrachten van groep1 van de basisscho[o]l[en] in het dorp/gebied. De thema’s worden bij voorkeur samen met de basisscholen [en indien aanwezig met de kov] afgesproken. De intentie is om met de betrokkenen 2x per jaar een gezamenlijk thema te bieden. Waar mogelijk wordt gezocht naar een gedeeltelijke gezamenlijke invulling van dit thema. Het onderwerp en de periode worden vastgelegd. De ouders ontvangen een themabrief met daarin wat liedjes en woordjes die tijdens de thema aan bod komen. Als de themabrief gezamenlijk met de basisschool uitgaat [ voorkeur] dan staat de informatie van de peuterspeelzaal en die van de basisscho[o]l[en] in de themabrief. Als een thema gericht is op aspecten binnen het ontwikkelingsgebied redzaamheid/weerbaarheid en een peuter met een zorgvraag heeft extra ondersteuning nodig met taal, kan de zorgleidster aansluiten bij het thema met een gerichte aanvullend aanbod taal.



- De peuters worden overgedragen naar de basisscholen van de keuze van de ouders. In geval van zorg wordt is er sprake van een ‘warme’ overdracht. Zo nodig wordt de overdracht gedaan naar een basisschool buiten de gemeentegrenzen . -SPMD stelt zich als doel de startachterstand op PO te verlagen. Hierbij streven de stichtingen naar meetbare doelstellingen. Het vraagt nadere afstemming en onderzoek of een 0-meting bijvoorbeeld op taalniveau van bijna 4 jarigen het effect van de impuls vanuit het peuterspeelzaal-aanbod zichtbaar kan maken.

d. De SPMD intensiveert de samenwerking met overige partners, de jeugdgezondheidszorg (CJG), kinderopvangorganisaties, logopedie en bibliotheken, om ervoor te zorgen dat het bereik van het aantal doelgroepkinderen omhoog gaat.

CJG 0-4 -Voor de beroepskrachten kan het CJG een vraagbaak/ sparpartner zijn. De contacten tussen de wijkverpleegkundigen en de peuterspeelzalen vinden op deze basis plaats. - Voor de ouders / verzorgers kan het CJG een vraagbaak zijn. -Het peuterspeelzaalwerk maakt deel uit van het CJG, ondersteuning bij opvoedkundige vragen maken deel uit van het aanbod peuterspeelzaalwerk -In alle groepen wordt een inloopspreekuur met wijkverpleegkundige gerealiseerd. De wijkverpleegkundige wordt hierdoor een bekend gezicht voor de ouders/verzorgers, de wijkverpleegkundige kan de peuters zien [in hun spel] in een andere omgeving. Onderzocht wordt of de frequentie van deze inloopspreekuren verhoogd kan worden.



De kinderopvang 0-4 - De KOV’s wordt uitgenodigd voor de overleggen met de CJG werkgroep 0-4, om gezamenlijk tot een zorgstructuur voor de 0-4 jarigen in Midden Drenthe te komen. - zie 2c. Logopedie - In de informatie naar ouders wordt de bereikbaarheid van logopisten aangereikt, de keuze is aan de ouders zelf [ SPMD houdt rekening met een mogelijk onderling concurrentiebeding] . De logopedisten bieden ouders van peuters een eerste vrijblijvende screening indien de ouder/verzorger dit wenst; - De SPMD onderhoudt contacten met logopedisten [indien gewenst] in Midden Drenthe. i.v.m. ondersteuning van logopedische oefeningen van de peuter, uitwisseling van deskundigheid op hoofdlijnen, bereiken van ouders [ igv logopedist tevens klanten]. De bibliotheek -levert copij over peuterboekjes die in de informatiebrief van SPMD opgenomen wordt; - een [vrijwillig] medewerker van de bibliotheek bezoekt de peuterspeelzalen met een voorleesvoorstelling gekoppeld aan de nationale voorleesdagen; - in geval van activiteiten voor peuters door de bibliotheek kunnen de ouders/verzorgers via de peuterspeelzaal geïnformeerd worden. Noot: De bibliotheek heeft een deel van haar service in een abonnementaanbod gewijzigd. Hierdoor is dat deel van het aanbod [bijvoorbeeld thematische boekenkisten] buiten het gebruik voor de peuterspeelzalen komen te liggen. | 0593565393 | [email protected] | www.spmd.nl | bank 3694.60.979 | KvK 01133136 | activiteitenplan | 9 van 15 |


De opbouw van thematisch materiaal wordt nu door de SPMD zelf gerealiseerd. Met de 10 peuterspeelzalen werken we toe naar een soort ‘depot’ van themamaterialen, waaronder boeken.

e. Wat betreft het bereik van doelgroepkinderen is het volgende richtinggevend: jaarlijks gaat het bereik omhoog met minimaal 10% wat overeenkomt met 12 kinderen per jaar naar minimaal 141 doelgroepkinderen in totaal aan het eind van 2013.

- De SPMD heeft het bereik van alle peuters in Midden Drenthe als doel. - Er zijn per jaar 105 derde dagdeel kindplaatsen voor doelgroepkinderen beschikbaar. Een peuter bezoekt de peuterspeelzaal gemiddeld 1½ jaar. Peuters met een zorgvraag[doelgroepkinderen] kan op indicatie [sociaal e/o medisch] aangemeld worden. Peuters kunnen tijdens de peuterspeelzaalperiode opvallen, waarna de zorgvraag verduidelijkt wordt. Het deelnemen aan een 3e dagdeel is mede afhankelijk van de toestemming van ouders. In de peuterspeelzalen die één groep en drie dagdelen bieden is er geen onderscheid tussen deelnemende peuters. In de peuterspeelzalen met meer groepen en een derde dagdeel ten behoeve van extra deelname voor peuters met een zorgvraag, ligt het soms wat gevoeliger voor ouders. Het open contact met ouders/ verzorgers speelt hierbij een belangrijke rol. Ook de vanzelfsprekende samenwerking [CJG] tussen de beroepskrachten van de peuterspeelzalen en het consultatiebureau werkt hier positief.



Kerntaak 3. Overleg a. Er zijn jaarlijks minimaal 2 contactmomenten met het basisonderwijs b. Er is deelname aan overlegstructuren rondom jeugd(zorg) - De intensivering van de samenwerking met de overige partners, zoals in kerntaak 2 genoemd, uit zich in elk geval door 1 overleg in de budgetperiode. c. Er is jaarlijks minimaal 1 keer een bestuurlijk overleg met de gemeente Midden-Drenthe

Kerntaak 4. Vrijwilligers a. Het aantal vrijwilligers blijft behouden en gemotiveerd.

Zie 2c.

Zie 2d.

Ja.

Binnen de SPMD zijn veel mensen op vrijwillige basis actief en betrokken. SPMD is een non-profit organisatie met een zeer beperkte financiële exploitatie. Om deze reden



ontvangen de mensen die zich vrijwillig inzetten binnen SPMD geen of een minimale vergoeding. SPMD is zich terdege bewust van het belang, zo niet de noodzaak, van de inzet van deze vrijwilligers. Feitelijk zal de organisatie van ons peuterspeelzaalwerk veel moeizamer worden als dit zou verdwijnen. Een belangrijke vraag is dan ook, hoe houden we ons vrijwilligerswerk aantrekkelijk? Vrijwilliger stellen zich dienstbaar op aan het doel van de SPMD. In beginsel bieden we de vrijwilligers gelijke kansen. In de praktijk wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en capaciteit van de vrijwilliger. De functies die op vrijwillige basis worden ingevuld zijn die van de bestuursleden, de oudercommissieleden en de groepshulp. b. De SPMD stimuleert actief deelname van vrijwilligers vanuit re-integratietrajecten.

-De vacatures voor vrijwillige functies meldt de SPMD bij ‘Meedoen Midden Drenthe”, het gemeentelijk steunpunt voor vrijwilligers. Inwoners uit de gemeente kunnen , al dan niet vanuit ‘maatwerk’, reageren op een vacature. Men zet zich voor langere tijd in t.b.v. de SPMD. - Voor onderhoud en reparatie is regelmatig voor korte duur hulp nodig. Wellicht kan er met inzet door mensen die zich, al dan niet vanuit re-integratietrajecten, alleen voor korte duur of op onregelmatige basis een soort ‘depot’ opgezet worden. Dit kan ook realiseerbaar zijn voor mensen die nog niet kunnen voldoen aan bepaalde basisvaardigheden van op tijd komen, er reepresentabel uitzien, e.d. De SPMD onderzoekt de mogelijkheden, in overleg met “meedoen Midden Drenthe”, andere [welzijns]organisaties met vergelijkbare praktische hulpvragen voor korte duur.



Kerntaak 5. Minima a. De SPMD voert de minimaregeling uit zoals afgesproken met de gemeente, waarbij de nota Armoedebeleid richtinggevend is.

Kerntaak 6. Leefbaarheid kleine kernen a. Ten behoeve van de leefbaarheid kleine kernen biedt de SPMD peuterspeelzaalwerk met een door het college goedgekeurde verlaagde ondergrens aan.

- Ouders / verzorgers worden door SPMD en indien nodig door de wijkverpleegkundige geïnformeerd. - Deelname aan de peuterspeelzaal is laagdrempelig. Mensen met een inkomen tot 120% van het minimumloon kunnen voor € 15,00 per maand hun peuter laten deelnemen aan de peuterspeelzaal. Hiermee wordt sociale uitsluiting/ minder maatschappelijke participatie voorkomen. In veel gezinnen staat armoede meestal niet op zichzelf, naast armoede/ door armoede is de thuisomgeving minder effectief. Deelname van het kind in een taalrijke omgeving is in de eerste vijf levensjaren van essentieel belang. Deelname van het kind aan een peuterspeelzaal kan bijdragen om de startkwalificatie op de basisschool te verbeteren.

De SPMD hanteert een pedagogische ² ondergrens van een minimale groepsgrootte van 7 peuters. Het peuterspeelzaalaanbod maakt ‘gebruik van’ de groepscohesie, kinderen leren van elkaar. ²Spelen is iets natuurlijks voor kinderen, het ontstaat uit het niets. Maar spelen is ook iets heel belangrijks. Kinderen leren op verschillende vlakken enorm veel van spelen. Spelen is goed voor de ontwikkeling van de motoriek, goed voor de cognitieve ontwikkeling [het kunnen opnemen en



verwerken van kennis en informatie] en goed voor de sociale ontwikkeling. Spelen lijkt dus heel vanzelf te ontstaan en te verlopen, maar dat is niet helemaal waar. Er komt ontzettend veel bij kijken dat het kind moet leren. Het spelen met andere kinderen is ook iets dat de meeste kinderen echt moeten leren, dit gaat over het algemeen niet vanzelf. b. Indien sprake is van afname van het aantal peuters in een peuterspeelzaalgroep in één van de kleine dorpen dan vindt afweging van de mogelijkheden plaats binnen de stuurgroep onderwijs - leefbaarheid.

Kerntaak 7. Ontwikkeling - De SPMD speelt, binnen haar mogelijkheden, in op maatschappelijke ontwikkelingen waaronder de vraag naar ruimere brengen haaltijden.

Het peuterspeelzaalaanbod beweegt mee met de vraag. Omdat het aantal geboorten en daarmee het aantal peuters 2-4 jaar in de gemeente teruglopen is de deelname capaciteit minder groot. Om het aanbod peuterspeelzaalwerk zo laagdrempelig mogelijk te behouden, zal een dorpsvoorziening de voorkeur van SPMD blijven hebben. Rekening houdende met de genoemde ondergrens bij punt 6a, is ook het financiële aspect van belang. In redelijkheid zal de haalbaarheid van het aanbod gewogen moeten worden.

- Verlengd open De openingstijden van de peuterspeelzalen SPMD sluiten aan bij die van basisscholen. Dit is een verzoek van veel ouders die meer efficiëntie willen in het combineren van brengen en halen van peuters en schoolgaande kinderen. Voor SPMD is het daarnaast noodzakelijk om een frequentie van het VVE aanbod te realiseren. [Wet OKE, 20 aug 2010/ 4 dagdelen of 10 uur per week]. Ouders betalen uurtarief en de openingsuren worden met de ouders verrekend. Peuters met een



zorgvraag [doelgroeppeuters] kunnen gebruik van het 3e dagdeel en komen dan minimaal 10 uur per week.

i

Per groep per week 5 uur peutergebonden tijd, ¼ uur klaarzetten, ¼uur opruimen Per persoon per jaar 12 uur leidstersoverleg, 16 uur tbv organisatie [activiteitenhulp, bestellingen, materiaal,speelgoedbeheer] Per persoon per groep per jaar 7½ uur ouderbijeenkomst 2x p.j., 16 uur tbv organisatie [activiteitenhulp, bestellingen, materiaal,speelgoedbeheer], 18 uur tbv dagactiviteiten algemeen. Per locatie per jaar 56 uur overleg oudercommissies, opruimen, schoonmaak, grote schoonmaak, en administratie, de was, de container, de boodschappen, etc.


Activiteitenplan

Recommend Documents