Activiteit 3: aan de slag met de waterfoodprint Doelstellingen
• De leerlingen kunnen voor een menu berekenen wat de water- en ecologische voetafdruk is van de ingrediënten. • De leerlingen kunnen voor een ingrediënt met een hoge water- en ecologische voetafdruk met behulp van de calculator ‘waterfoodprint’ een alternatief zoeken. • De leerlingen weten voor een aantal veel gebuikte ingrediënten hoe die scoren voor de water- en ecologische voetafdruk.
Duur • 1 lesuur (50 minuten) • Meerdere lesuren als een menu wordt uitgewerkt en klaargemaakt.
Materiaal
• Beschikbaar op www.watervoetafdruk.be: - calculator waterfoodprint+ handleiding bij de waterfoodprint - infofiches per productgroep • Kopieën van de werkbladen voor de leerlingen • 1 computer per 2 à 3 personen met de calculator waterfoodprint (online te gebruiken of te downloaden) • Computer met beamer
Lesverloop
De calculator ‘waterfoodprint’ is zeer gebruiksvriendelijk en ermee werken is dan ook niet moeilijk. Je kunt de beknopte ‘Handleiding bij de waterfoodprint’ lezen alvorens er mee aan de slag te gaan. In de ‘infofiches per productgroep’ vind je extra informatie en telkens ook enkele lekkere recepten. Hoe werkt het? Door samen met de leerlingen de oefening ‘Hoe werkt het?’ te doorlopen leren ze met de waterfoodprint te werken. Tegelijkertijd worden de belangrijkste principes voor een ecologische voeding aangehaald.
• Bij de zetmeelproducten (graanproducten en aardappelen) kies je bij menu 1 aardappelen en bij menu 2 rijst. De hoeveelheid staat standaard op 1 kg, die kun je zo laten staan. → In dit geval zijn aardappelen de beste keuze voor een maaltijd met een lage water- en ecologische voetafdruk. • Dan vervang je in menu 1 de aardappelen door tarwe, om tarwe met rijst te vergelijken. → In dit geval is tarwe de beste keuze voor een maaltijd met een lage water- en ecologische voetafdruk. • Bij ‘Wat is wat?’ stellen we minder bekende ingrediënten voor met behulp van foto’s. Het is nog beter als je deze ingrediënten kunt meenemen naar de klas zodat de leerlingen ze echt kunnen ontdekken. En waarom niet een recept van op de infofiche uitproberen? → A. Quinoa, B. Bulgur, C. Boekweit, D. Gerst • Bij de eiwitproducten (melk, vlees, vis en vervangproducten) kies je bij menu 1 rundvlees en bij menu 2 kip. De hoeveelheid staat standaard op 1 kg, die kan je zo laten staan. → In dit geval is kip de beste keuze voor een maaltijd met een lage water- en ecologische voetafdruk. • Dan vervang je in menu 1 het rundvlees door tofoe, om tofoe met kip te vergelijken. → In dit geval is tofoe de beste keuze voor een maaltijd met een lage water- en ecologische voetafdruk • Bij ‘Wat is wat?’ stellen we minder bekende ingrediënten voor met behulp van foto’s. Het is nog beter als je deze ingrediënten kunt meenemen naar de klas, zodat de leerlingen ze echt kunnen ontdekken. En waarom niet een recept van op de infofiche uitproberen? → A. Linzen, B. Kikkererwten, C. Seitan, D. Tofoe
Demonstreer hoe de waterfoodprint werkt door deze oefening voor te doen op een computer die met de beamer is aangesloten, zodat de leerlingen op het grote scherm kunnen volgen. De leerlingen vullen intussen hun werkblad in.
Watervoetafdruk
1
• Bij de groenten kies je bij menu 1 bloemkool en bij menu 2 ook bloemkool, maar daar klik je ook het vakje ‘bio’ aan. De hoeveelheid staat standaard op 1 kg, die kun je zo laten staan. → In dit geval is een biobloemkool de beste keuze voor een maaltijd met een lage water- en ecologische voetafdruk • Dan kies je bij menu 1 tomaten en bij menu 2 ook tomaten, maar daar klik je ook het vakje ‘seizoen’ en ‘lokaal’ aan. De hoeveelheid staat standaard op 1 kg, die kun je zo laten staan. → In dit geval zijn tomaten van lokale oorsprong en van het seizoen de beste keuze voor een maaltijd met een lage wateren ecologische voetafdruk • Bij ‘Van het seizoen’ wordt dieper ingegaan op de kennis van de leerlingen van de seizoensgroenten. Laat ze indien nodig de fruit- en groentekalender van Velt raadplegen op www.groentekalender.be. → Witlof is een echte zomergroente, in de maanden juni, juli en augustus is het volop verkrijgbaar. Fout: witlof is een typische wintergroente. → Asperges zijn maar een korte periode beschikbaar, namelijk in de maanden mei en juni. Juist. → Rode- en wittekool kun je heel het jaar oogsten in België. Fout: kolen kunnen inderdaad geoogst worden tot diep in de winter, maar toch niet het hele jaar door. → Veldsla is er de hele winter door. Juist: in tegenstelling tot kropsla die je in de lente en zomer vindt, is veldsla voornamelijk een wintergroente. Veldsla kan tegen koude temperaturen en kropsla helemaal niet. Een overzichtelijke affiche met een eenvoudige groente- en fruitkalender kun je downloaden op www.biometklasse.be > Secundair onderwijs > De lesmap > Aanvullend lesmateriaal. Een voorbeeld Laat de leerlingen voor het voorgestelde gerecht nagaan of er milieuvriendelijker alternatieven zijn. Laat ze daarvoor in groepjes werken en zelf gebruik maken van de waterfoodprint.
Watervoetafdruk
2
Werkblad: aan de slag met de waterfoodprint Hoe werkt het?
Welke ingrediënten ga je kiezen als je een maaltijd met een lage voetafdruk wilt maken? Vul de waterfoodprint in en omcirkel het juiste antwoord. • Voor de zetmeelproducten (graanproducten en aardappelen)
Aardappelen of rijst?
Rijst of tarwe? Haal je zetmeel bij voorkeur uit voedsel dat je in Europa kunt telen: aardappelen en graansoorten zoals tarwe. Bulgur is voorgekookte, gebroken tarwe en een goed alternatief voor rijst. Ook couscous is een tarweproduct. Benieuwd? Kijk op de bijbehorende fiche voor een lekker recept! Rijst, quinoa en gierst zijn hoofdvoedsel in tropische landen. Gebruik deze tropische lekkernijen als afwisseling.
Wat is wat? Zet de juiste naam bij de juiste foto: boekweit, bulgur, quinoa en gerst
© Alisha Vargas
A.
© Kirrily Robert
B. © ll Simon 53
C.
© Simon Whitehead
D.
Watervoetafdruk
3
• Voor de eiwitproducten (melk, vlees, vis en vervangproducten)
Rundvlees of kip?
Kip of tofoe? Je kunt eiwitten uit plantaardig en uit dierlijk voedsel halen. Houd er wel rekening mee dat vlees en vis een grote impact hebben op het milieu. Allemaal vegetarisch dan? Dat is nu ook weer niet nodig, maar vervang je steak eens wat vaker door kip of kalkoen. Als je voor steak kiest, geef dan de voorkeur aan een lokaal gekweekte en – eventueel – biologische steak. Peulvruchten in gedroogde vorm, zoals bonen en kikkererwten, zijn rijk aan eiwitten. Je gebruikt ze in stoofpotjes, in een (tomaten)saus, gemixt en gekruid als broodbeleg (origineel broodbeleg vind je op www.ecosmos.be > recepten). Durf experimenteren! En voor de durvers zijn er vleesvervangers zoals tempé, tofoe en seitan. Meer uitleg en recepten ontdek je op de bijbehorende fiche.
Wat is wat? Zet de juiste naam bij de juiste foto: tofoe, kikkererwten, seitan en linzen.
© Nick Mote
A.
© Raúl Hernandez Gonzales
B. © Vegan Baking
C.
© Robin
D.
Watervoetafdruk
4
• Voor de groenten:
‘Gewone’ bloemkool of biobloemkool?
‘Gewone’ tomaten of tomaten in het seizoen en van lokale oorsprong? Groenten hebben van alle voedingsgroepen de laagste watervoetafdruk. In een gezonde en milieuvriendelijke maaltijd krijgen ze dus een ereplaats. Ga voor groenten van het seizoen en van lokale oorsprong. Ze verbruiken weinig transportkilometers en worden niet geteeld in een verwarmde serre. Dat zal je ook voelen in je portemonnee. Producten uit de biologische teelt hebben een lagere milieu-impact en dus ook een lagere voetafdruk.
Van het seizoen? Is de volgende info juist of fout? Verbeter indien fout.
Witlof is een echte zomergroente, in de maanden juni, juli en augustus is het volop verkrijgbaar. Juist / Fout
Asperges zijn maar een korte periode beschikbaar, namelijk in de maanden mei en juni. Juist / Fout
Rode- en wittekool kun je heel het jaar oogsten in België. Juist / Fout
Veldsla is er de hele winter door. Juist / Fout
Om te weten wanneer het het juiste seizoen is voor welke groenten kun je gebruik maken van de groente- en fruitkalender. Neem een kijkje op www.groentekalender.be. Wat met fair trade? Kiezen voor lokale producten is niet altijd eenvoudig, bijv. als je graag eens koffie drinkt, of chocolade of een banaan eet … In dat geval kun je kiezen voor producten die afkomstig zijn uit de eerlijke handel. Ze garanderen niet alleen dat de producenten een eerlijk vergoeding krijgen, maar stellen ook hogere eisen wat milieuvriendelijkheid betreft. Fair trade herken je o.a. aan het Max Havelaar-logo.
Watervoetafdruk
5
Een voorbeeld
Een maaltijd voor 4 personen: 250 g lamsvlees, 300 g asperges (van buiten Europa, want het is geen aspergeseizoen in België) 250 g aardappelen. Bereken de voetafdruk van deze maaltijd door de ingrediënten in te geven in ‘menu 1’. Watervoetafdruk menu 1:
l
Ecologische voetafdruk menu 1:
m²
Heb je suggesties om deze maaltijd ‘voetafdrukvriendelijker’ te maken? Let er ook op dat je alternatief lekker is! Het alternatieve menu kun je ingeven in ‘menu 2’.
Stel zelf een ‘voetafdrukvriendelijk’ menu op (soep of voorgerecht / hoofdgerecht / dessert).
Watervoetafdruk
6