HP StorageWorks Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
Artikelnummer: 400678-331 Eerste editie, september 2005
Kennisgevingen © Copyright 2005 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Dit materiaal wordt zonder garantie verstrekt, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaalde toepassing. Hewlett-Packard Company aanvaardt geen aansprakelijkheid voor fouten in dit document. Ook aanvaardt Hewlett-Packard Company geen aansprakelijkheid voor incidentele schade of voor schade die wordt veroorzaakt door verstrekking, eventuele ondoelmatigheid of gebruik van dit materiaal. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Dit document of een gedeelte hiervan mag niet worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. De informatie in dit document wordt zonder garantie verleend en kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De garanties op HP producten en HP services worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en services. Niets in dit document mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. Microsoft, Windows, Windows NT en Windows XP zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
Inhoudsopgave Informatie over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Doelgroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorwaarden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verwante documentatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conventies en symbolen in dit document . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technische ondersteuning van HP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aanmelden voor Subscriber's Choice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geautoriseerde HP Business of Service Partner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nuttige websites . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. .. .. .. .. .. .. ..
. . . . . . . .
.......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... ..........
5 5 5 6 7 7 7 7
1 Migratie van single-path standalone-systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Stappen voorafgaand aan de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Migratiestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Stappen na de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
2 Migratie van single-path clustersystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Stappen voorafgaand aan de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Migratiestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Stappen na de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
3 Migratie van multi-path standalone-systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Stappen voorafgaand aan de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Migratiestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Stappen na de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
4 Migratie van multi-path clustersystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Stappen voorafgaand aan de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Migratiestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Stappen na de migratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
3
4
Informatie over deze handleiding Deze handleiding bevat informatie die nodig is om bestaande single- en multi-path cluster MSA1500 disk-arrays in Microsoft® Windows®-omgevingen te migreren van actieve/passieve naar actieve/actieve verwerking.
Doelgroep Deze handleiding is bedoeld voor opslag- en netwerkbeheerders en technici.
Voorwaarden Voorwaarden voor het gebruik van dit product zijn onder andere ervaring met: • Microsoft Windows 2000 en Windows Server 2003 (32-bits of 64-bits systemen) • Microsoft Cluster Server (MSCS) • Multi-pathing-software: • HP SecurePath • HP Windows MPIO • HP StorageWorks MSA-productlijn
Verwante documentatie Behalve deze handleiding zijn er andere documenten die u voor dit product kunt raadplegen: • Poster HP StorageWorks Modular Smart Array 1500 cs - Configuratieoverzicht • HP StorageWorks Modular Smart Array 1500 cs - Installatiehandleiding (september 2005 of later) • HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 cs Command Line Interface Gebruikershandleiding (september 2005 of later)
• HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 cs Firmware Upgrade - Handleiding • HP StorageWorks Modular Smart Array 1500 cs - Onderhouds- en servicehandleiding Deze en andere HP-documenten kunt u vinden op de website met HP-documenten: http://www.hp.com/support/.
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
5
Conventies en symbolen in dit document Tabel 1
Documentconventies
Conventie
Element
Blauwe tekst: Afbeelding 1
Koppelingen naar andere gedeelten van het document en e-mailadressen
Blauw, onderstreepte tekst (http://www.hp.com )
Website-adressen
Vetgedrukte tekst
•
Belangrijke namen
•
Tekst die u moet typen in een element van de gebruikersinterface, zoals een vak
•
Elementen van de gebruikersinterface waarop u kunt klikken of die u kunt selecteren, zoals menu- en lijstopties, knoppen en selectievakjes
Cursieve tekst
Benadrukte tekst
Monospace-lettertype
•
Namen van bestanden en directory's
•
Systeemuitvoer
•
Code
•
Tekst die u op de opdrachtregel moet typen
•
Codevariabelen
•
Opdrachtregelvariabelen
Monospace-lettertype, cursief
Monospace-lettertype, vetgedrukt
WAARSCHUWING! levensgevaar.
Nadruk op namen van bestanden en directory's, systeemuitvoer, code en tekst die u op de opdrachtregel moet typen
Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens.
BELANGRIJK:
Na dit kopje vindt u een nadere toelichting of specifieke instructies.
OPMERKING:
Na dit kopje vindt u extra informatie.
TIP:
6
Na dit kopje vindt u tips en snellere manieren om een bewerking uit te voeren.
Informatie over deze handleiding
Technische ondersteuning van HP Informatie over technische ondersteuning vindt u op: http://www.hp.com/support/. Zorg dat u de volgende informatie bij de hand heeft voordat u contact opneemt met de technische ondersteuning: • registratienummer voor technische ondersteuning (indien van toepassing) • serienummer van het product • modelnaam en nummer van het product • eventuele foutberichten • type besturingssysteem en versienummer • gedetailleerde, specifieke vragen In het kader van onze doorlopende kwaliteitsverbetering, bestaat de mogelijkheid dat gesprekken worden vastgelegd of opgenomen.
Aanmelden voor Subscriber's Choice HP raadt klanten ten zeerste aan zich online aan te melden op de Subscriber's Choice-website: http://www.hp.com/go/e-updates. • Als u een abonnement neemt op deze service krijgt u via e-mail bericht over productverbeteringen, nieuwe versies van stuurprogramma's en nieuwe firmwaredocumentatie, alsmede rechtstreekse toegang tot tal van andere hulpbronnen voor het product. • Na aanmelding kunt u snel uw producten vinden door Business support en vervolgens Storage te selecteren onder Product Category.
Geautoriseerde HP Business of Service Partner U kunt ook technische ondersteuning vragen bij een geautoriseerde HP Business of Service Partner. Als u de naam van een geautoriseerde HP Business of Service Partner bij u in de buurt wilt weten, gaat u als volgt te werk: • Bel 0900-1170000. • U kunt ook naar de website van HP gaan: http://www.hp.nl. en klik op Neem contact op met HP om locaties en telefoonnummers te zoeken.
Nuttige websites Raadpleeg voor andere productinformatie de volgende websites van HP: • http://www.hp.com • http://www.hp.com/go/storage • http://www.hp.com/support/ • http://www.docs.hp.com
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
7
8
Informatie over deze handleiding
1
Migratie van single-path standalone-systemen Dit hoofdstuk bevat stapsgewijze aanwijzingen om bestaande single-path standalone MSA1500 disk-arrays in Windows-omgevingen te migreren van actieve/passieve naar actieve/actieve verwerking. OPMERKING: heeft:
Voordat u begint, is het belangrijk te weten dat de upgrade de volgende beperkingen
• Als HP MPIO Manager for MSA Arrays is geïnstalleerd, kan deze niet worden geopend vanuit HP Insight Manager. • Als HP StorageWorks SecurePath for Windows is geïnstalleerd, kan dit geen toegang krijgen tot of beheer voeren over HP StorageWorks actieve/actieve MSA1500 disk-arrays. • HP MPIO Full-Featured DSM for Windows vereist twee afzonderlijke HBA Fibre Channel-paden, anders werkt de multi-pathing-component niet.
VOORZICHTIG: Het is belangrijk eerst een complete back-up van het Windows-besturingssysteem en de gegevensvolumes te maken voordat u de upgradeprocedure begint. HP is niet verantwoordelijk voor verlies van gegevens tijdens de upgradeprocedure.
Stappen voorafgaand aan de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Raadpleeg de volgende documentatie:
F
• HP MPIO Full-Featured DSM for Windows for MSA Disk Arrays release notes • HP MPIO DSM Manager release notes • HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 Support Software CD release notes • Ondersteunde SAN-topologieën voor HP MPIO Full-Featured DSM met de MSA productlijn • Compatibiliteitsmatrix en Quick Specs voor MSA1500 op: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html • MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding op: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html • Handleiding met aanbevelingen voor MSA1000/1500 actieve/actieve controllers 2
Haal de nieuwste cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 op van de MSA1500 website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
F
3
Haal de nieuwste bestanden voor MSA1500 actieve/actieve firmware op van de MSA1500 website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
F
4
Maak een back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes.
F
5
Controleer of de back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes goed is verlopen.
F
6
Controleer de versie van het servicepack van het besturingssysteem:
F
• Voor een Windows 2000 serversysteem: Service Pack 4 of later • Voor een Windows 2003 serversysteem: Service Pack 1 of later
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
9
Migratiestappen Stap
Beschrijving
Oké
1
Isoleer de systeemeenheid van het netwerk:
F
• Waarschuw alle gebruikers dat het systeem tijdelijk offline gaat. • Verbreek de verbinding met alle netwerksessies: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Systeemwerkset>Gedeelde mappen>Sessies. • Klik met de rechtermuisknop in het rechterdeelvenster en selecteer daarna De verbinding met alle sessies verbreken. • Sluit het venster Computerbeheer. • Schakel alle netwerkverbindingen uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding en selecteer Uitschakelen. •
Sluit het venster van het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen.
2
Schakel tijdelijk alle toepassingen op het systeem uit die veel I/O-verkeer hebben op de MSA disk-array.
F
3
(Alleen voor systemen met HP Basic MPIO software)
F
Maak de installatie van HP Basic MPIO software ongedaan: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht appwiz.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Software te starten. • Selecteer het programma HP Basic MPIO en klik daarna op Wijzigen/Verwijderen om de installatie van de software ongedaan te maken. • Klik op OK. De server start opnieuw op. • Sluit het venster Software. • Controleer of het systeem zonder problemen opstart.
10
Migratie van single-path standalone-systemen
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
4
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en stuurprogramma's uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Uitschakelen. • Klik op Ja als de popupwaarschuwing wordt weergegeven. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Klik op Nee als u in een popupvenster wordt gevraagd of u de server opnieuw wilt starten. 5
Plaats de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 in de cd-rom-drive en installeer de vereiste toepassingen en stuurprogramma's van de cd:
F
• Het stuurprogramma Qlogic/Emulex HBA (start de server opnieuw op indien nodig) • Het hulpprogramma Array Configuration (ACU) • Optioneel: het hulpprogramma Array Configuration Utility CLI (ACUCLI) • Optioneel: het hulpprogramma Array Diagnostics Utility (ADU) • Optioneel: HP MPIO Full-Featured DSM for Windows (start de server opnieuw op indien nodig) • Optioneel: HP MPIO DSM Manager 6
Verwijder de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 uit de cd-rom-drive.
F
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
11
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
7
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en -stuurprogramma's in: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services.
12
8
Voer een upgrade uit van de firmware van de HP StorageWorks MSA1500 controller van actief/passief naar actief/actief met behulp van de MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding.
F
9
Zet het serverknooppunt uit als de upgrade van de MSA-firmware is voltooid.
F
10
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de disk-array tijdelijk offline zal zijn.
F
11
Start de disk-array opnieuw op.
F
12
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de array weer online is.
F
Migratie van single-path standalone-systemen
Stappen na de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Start het serverknooppunt opnieuw op.
F
2
Controleer vanuit Apparaatbeheer of de stuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer vanuit het hoofdmenu Weergeven>Verborgen apparaten weergeven. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Schijfstations en selecteer daarna Zoeken naar gewijzigde apparaten. • Selecteer Schijfstations om te controleren of alle schijven goed werken en of het juiste aantal HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig is. (Als bijvoorbeeld de MSA disk-array vier logische-eenheidnummers aangeeft, moeten er vier HP MSA Volume SCSI-schijven zijn.) • Als de HP MPIO Full-Featured DSM is geïnstalleerd, selecteert u SCSI- en RAID-controllers om te controleren of het Multi-Path Support-apparaat is geïnstalleerd. • Selecteer Systeemapparaten om te controleren of het juiste aantal StorageWorks MSA1000/1500-apparaten is geïnstalleerd. (Voor omgevingen met enkelvoudige paden mag er maar één StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat zijn voor elke aangesloten MSA 1500 disk-array.) • Controleer voor elk aanwezig StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat of de juiste versies van de stuurprogramma's zijn geïnstalleerd: • Dubbelklik op het StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te openen. • Klik op de tab Stuurprogramma en klik daarna op Stuurprogrammagegevens om het venster Details van stuurprogrammabestand te openen. • Controleer of het stuurprogramma CPQFCAC.SYS van versie 5.30.0.x of later is. • Klik op OK om het venster Details van stuurprogrammabestand te sluiten. • Klik op OK om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. 3
Schakel de netwerkverbindingen op het systeem in:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding en selecteer daarna Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen.
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
13
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
4
Controleer of de HP MPIO DSM Manager (indien geïnstalleerd) toegang heeft tot de MSA disk-array:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Opslagruimte>HP MPIO DSM Manager. • Controleer of de HP MPIO DSM Manager de MSA disk-array kan vinden en toegang krijgt. • Sluit het venster Computerbeheer.
14
5
Schakel alle toepassingen weer in en controleer of ze goed werken.
F
6
Controleer of alle gebruikers en toepassingen toegang krijgen tot de MSA disk-array.
F
7
Raadpleeg de handleiding met aanbevelingen voor MSA1000/1500 actieve/actieve controllers voor de juiste instellingen voor optimale systeemprestaties en beschikbaarheid.
F
Migratie van single-path standalone-systemen
2
Migratie van single-path clustersystemen Dit hoofdstuk bevat stapsgewijze aanwijzingen om bestaande single-path cluster MSA1500 disk-arrays in Windows-omgevingen te migreren van actieve/passieve naar actieve/actieve verwerking. OPMERKING: heeft:
Voordat u begint is het belangrijk te weten dat de upgrade de volgende beperkingen
• Als HP MPIO Manager for MSA Arrays is geïnstalleerd, kan deze niet worden geopend vanuit HP Insight Manager. • Als HP StorageWorks SecurePath for Windows is geïnstalleerd, kan dit geen toegang krijgen tot of beheer voeren over HP StorageWorks actieve/actieve MSA1500 disk-arrays. • HP MPIO Full-Featured DSM for Windows vereist twee afzonderlijke HBA Fibre Channel-paden, anders werkt de multi-pathing-component niet.
VOORZICHTIG: Het is belangrijk eerst een complete back-up van het Windows-besturingssysteem en de gegevensvolumes te maken voordat u de upgradeprocedure begint. HP is niet verantwoordelijk voor eventueel verlies van gegevens tijdens de upgradeprocedure.
Stappen voorafgaand aan de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Raadpleeg de volgende documentatie:
F
• HP MPIO Full-Featured DSM for Windows for MSA Disk Arrays release notes • HP MPIO DSM Manager release notes • HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 Support Software CD release notes • Ondersteunde SAN-topologieën voor HP MPIO Full-Featured DSM met de MSA productlijn • Compatibiliteitsmatrix en Quick Specs voor MSA1500 op: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html • MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding op: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html • Handleiding met aanbevelingen voor MSA1000/1500 actieve/actieve controllers 2
Haal de nieuwste cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 op van de MSA1500 website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
F
3
Haal de bestanden voor MSA1500 cs actieve/actieve firmware op van de MSA1500 website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
F
4
Maak een back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes op alle serverknooppunten.
F
5
Controleer of de back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes op alle serverknooppunten goed is verlopen.
F
6
Controleer de versie van het servicepack van het besturingssysteem:
F
• Voor een Windows 2000 serversysteem: Service Pack 4 of later • Voor een Windows 2003 serversysteem: Service Pack 1 of later Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
15
Migratiestappen Stap
Beschrijving
Oké
1
Verplaats alle clustergroepen naar één serverknooppunt. Dit mag niet het knooppunt zijn dat wordt gemigreerd.
F
2
Isoleer de systeemeenheid van het netwerk:
F
• Waarschuw alle gebruikers dat het systeem tijdelijk offline gaat. • Verbreek de verbinding met alle netwerksessies: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Systeemwerkset>Gedeelde mappen>Sessies. • Klik met de rechtermuisknop in het rechterdeelvenster en selecteer daarna De verbinding met alle sessies verbreken. • Sluit het venster Computerbeheer. • Schakel alle publieke netwerkverbindingen uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding die naar het openbare netwerk gaat en selecteer Uitschakelen. Opmerking:Schakel geen privé-netwerkverbindingen of gemengde netwerkverbindingen uit. • Sluit het venster van het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen. 3
Schakel tijdelijk alle toepassingen op het systeem uit die veel I/O-verkeer hebben op de MSA disk-array.
F
4
Stop de clusterservice:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht cluadmin. in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Clusterbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op het serverknooppunt dat u wilt bijwerken en selecteer daarna Cluster-service stoppen. • Klik op Ja om alle clustercompatibele toepassingsservices op het serverknooppunt te stoppen. • Klik op OK om een eventueel clusterbeheer-popupvenster te sluiten dat bevestigt dat de cluster offline is. • Sluit het hulpprogramma Clusterbeheer. 5
Schakel de clusterservice uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Cluster-service om het venster Eigenschappen van clusterservice te openen. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services.
16
Migratie van single-path clustersystemen
F
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
6
(Alleen voor systemen met HP Basic MPIO software)
F
Maak de installatie van HP Basic MPIO software ongedaan: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht appwiz.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Software te starten. • Selecteer het programma HP Basic MPIO en klik daarna op Wijzigen/Verwijderen om de installatie van de software ongedaan te maken. • Klik op OK. De server start opnieuw op. • Sluit het venster Software. • Controleer of het systeem zonder problemen opstart. 7
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en stuurprogramma's uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Uitschakelen. • Klik op Ja als de popupwaarschuwing wordt weergegeven. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Klik op Nee als u in een popupvenster wordt gevraagd of u de server opnieuw wilt starten.
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
17
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
8
Plaats de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 in de cd-rom-drive en installeer de vereiste toepassingen en stuurprogramma's van de cd:
F
• Het stuurprogramma Qlogic/Emulex HBA (start de server opnieuw op indien nodig) • Het hulpprogramma Array Configuration (ACU) • Optioneel: het hulpprogramma Array Configuration Utility CLI (ACUCLI) • Optioneel het hulpprogramma Array Diagnostics Utility (ADU) • Optioneel: HP MPIO Full-Featured DSM for Windows (start de server opnieuw op indien nodig) • Optioneel: HP MPIO DSM Manager 9
Verwijder de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 uit de cd-rom-drive.
F
10
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
• Schakel de HP SecurePath-services en -stuurprogramma's in: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. 11
Sluit het serverknooppunt af.
F
Opmerking: Sla deze stap over als dit het enige werkende knooppunt is in de cluster.
18
12
Ga naar migratiestap 1 om alle andere serverknooppunten binnen de cluster te migreren.
F
13
Voer een upgrade uit van de firmware van de HP StorageWorks MSA1500 controller van actief/passief naar actief/actief met behulp van de MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding.
F
14
Sluit het serverknooppunt af als de upgrade van de MSA-firmware is voltooid.
F
Migratie van single-path clustersystemen
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
15
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de disk-array tijdelijk offline zal zijn.
F
16
Start de disk-array opnieuw op.
F
17
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de array weer online is.
F
Stappen na de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Start het serverknooppunt opnieuw op.
F
2
Controleer vanuit Apparaatbeheer of de stuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer vanuit het hoofdmenu Weergeven>Verborgen apparaten weergeven. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Schijfstations en selecteer daarna Zoeken naar gewijzigde apparaten. • Selecteer Schijfstations om te controleren of alle schijven goed werken en of het juiste aantal HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig is. (Als bijvoorbeeld de MSA disk-array vier logische-eenheidnummers aangeeft, moeten er vier HP MSA Volume SCSI-schijven zijn.) • Als de HP MPIO Full-Featured DSM is geïnstalleerd, selecteert u SCSI- en RAID-controllers en controleert u of het Multi-Path Support-apparaat is geïnstalleerd. • Selecteer Systeemapparaten om te controleren of het juiste aantal StorageWorks MSA1000/1500-apparaten is geïnstalleerd. (Voor omgevingen met enkelvoudige paden mag er één StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat zijn voor elke aangesloten MSA 1500 disk-array.) • Controleer voor elk aanwezig StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat of de juiste versies van de stuurprogramma's zijn geïnstalleerd: • Dubbelklik op het StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te openen. • Klik op de tab Stuurprogramma en klik daarna op Stuurprogrammagegevens om het venster Details van stuurprogrammabestand te openen. • Controleer of het stuurprogramma CPQFCAC.SYS van versie 5.30.0.xx of later is. • Klik op OK om het venster Details van stuurprogrammabestand te sluiten. • Klik op OK om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer.
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
19
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
3
Schakel de netwerkverbindingen op het systeem in:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding die naar het openbare netwerk gaat en selecteer Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen. 4
Schakel de clusterservice in:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Cluster-service om het venster Eigenschappen van clusterservice te openen. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. 5
Start de systeemeenheid opnieuw op.
F
6
Controleer of de cluster goed werkt:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht cluadmin. in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Clusterbeheer te starten. • Klik in het rechterdeelvenster op elke clustergroep en selecteer Verplaatsen om elke groep naar dit serverknooppunt te verplaatsen. Opmerking: Sla deze stap over als dit het enige werkende knooppunt is in de cluster. • Controleer of elke clustergroep online is en of dit serverknooppunt de eigenaar ervan is. • Sluit het hulpprogramma Clusterbeheer. 7
Controleer of de HP MPIO DSM Manager (indien geïnstalleerd) toegang heeft tot de MSA disk-array:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Opslagruimte>HP MPIO DSM Manager. • Controleer of de HP MPIO DSM Manager de MSA disk-array kan vinden en toegang krijgt. • Sluit het venster Computerbeheer.
20
8
Controleer of alle standalone en clustercompatibele toepassingen goed werken.
F
9
Controleer of alle gebruikers en toepassingen toegang krijgen tot de MSA disk-array.
F
10
Ga naar stap 1 van "Stappen na de migratie" om deze zelfde procedure te herhalen voor alle andere serverknooppunten binnen de cluster.
F
11
Raadpleeg de handleiding met aanbevelingen voor MSA1000/1500 actieve/actieve controllers voor de juiste instellingen voor optimale systeemprestaties en beschikbaarheid.
F
Migratie van single-path clustersystemen
3
Migratie van multi-path standalone-systemen Dit hoofdstuk bevat stapsgewijze aanwijzingen om bestaande multi-path standalone MSA1500 disk-arrays in Windows-omgevingen te migreren van actieve/passieve naar actieve/actieve verwerking. OPMERKING: heeft:
Voordat u begint is het belangrijk te weten dat de upgrade de volgende beperkingen
• Als HP MPIO Manager for MSA Arrays is geïnstalleerd, kan deze niet worden geopend vanuit HP Insight Manager. • Als HP StorageWorks SecurePath for Windows is geïnstalleerd, kan dit geen toegang krijgen tot of beheer voeren over HP StorageWorks actieve/actieve MSA1500 disk-arrays.
VOORZICHTIG: Het is belangrijk eerst een complete back-up van het Windows-besturingssysteem en de gegevensvolumes te maken voordat u de upgradeprocedure begint. HP is niet verantwoordelijk voor eventueel verlies van gegevens tijdens de upgradeprocedure.
Stappen voorafgaand aan de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Raadpleeg de volgende documentatie:
F
• HP MPIO Full-Featured DSM for Windows for MSA Disk Arrays release notes • HP MPIO DSM Manager release notes • HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 Support Software CD release notes • Ondersteunde SAN-topologieën voor HP MPIO Full-Featured DSM met de MSA productlijn • Compatibiliteitsmatrix en Quick Specs voor MSA1500 op: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html • MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding • Handleiding met aanbevelingen voor HP StorageWorks MSA1000/1500 actieve/actieve controllers 2
Haal de nieuwste cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 op van de MSA1500 cs website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
3
Haal de bestanden voor MSA1500 cs actieve/actieve firmware op van de MSA1500 cs website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
4
Maak een back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes.
F
5
Controleer of de back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes goed is verlopen.
F
6
Controleer de versie van het servicepack van het besturingssysteem:
F
F
• Voor een Windows 2000 serversysteem: Service Pack 4 of later • Voor een Windows 2003 serversysteem: Service Pack 1 of later
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
21
Migratiestappen Stap
Beschrijving
Oké
1
Isoleer de systeemeenheid van het netwerk:
F
• Waarschuw alle gebruikers dat het systeem tijdelijk offline gaat. • Verbreek de verbinding met alle netwerksessies: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Systeemwerkset>Gedeelde mappen>Sessies. • Klik met de rechtermuisknop in het rechterdeelvenster en selecteer daarna De verbinding met alle sessies verbreken. • Sluit het venster Computerbeheer. • Schakel alle netwerkverbindingen uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding en selecteer Uitschakelen. •
Sluit het venster van het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen.
2
Schakel tijdelijk alle toepassingen op het systeem uit die veel I/O-verkeer hebben opde MSA disk-array.
F
3
Koppel aan de achterkant van de systeemeenheid de Fibre Channel-kabel los van de HBA-kaart die is verbonden met de passieve MSA-controller.
F
4
(Alleen voor systemen met HP Basic MPIO software)
F
Maak de installatie van HP Basic MPIO software ongedaan: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht appwiz.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Software te starten. • Selecteer het programma HP Basic MPIO en klik daarna op Wijzigen/Verwijderen om de installatie van de software ongedaan te maken. • Klik op OK. De server start opnieuw op. • Sluit het venster Software. • Controleer of het systeem zonder problemen opstart.
22
Migratie van multi-path standalone-systemen
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
5
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en stuurprogramma's uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Uitschakelen. • Klik op Ja als de popupwaarschuwing wordt weergegeven. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Klik op Nee als u in een popupvenster wordt gevraagd of u de server opnieuw wilt starten. 6
Plaats de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 in de cd-rom-drive en installeer de vereiste toepassingen en stuurprogramma's van de cd:
F
• Het stuurprogramma Qlogic/Emulex HBA (start de server opnieuw op indien nodig) • Het hulpprogramma Array Configuration (ACU) • HP MPIO Full-Featured DSM for Windows (start de server opnieuw op indien nodig) • HP MPIO DSM Manager • Optioneel: het hulpprogramma Array Configuration Utility CLI (ACUCLI) • Optioneel: het hulpprogramma Array Diagnostics Utility (ADU) 7
Verwijder de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 uit de cd-rom-drive.
F
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
23
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
8
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en -stuurprogramma's in: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services.
24
9
Schakel tijdelijk alle toepassingen op het systeem uit die I/O-verkeer hebben op de MSA disk-array.
F
10
Sluit de Fibre Channel-kabel weer aan op de HBA-kaart aan de achterkant van de systeemeenheid.
F
11
Voer een upgrade uit van de firmware van de HP StorageWorks MSA1500 controller van actief/passief naar actief/actief met behulp van de MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding.
F
12
Zet het serverknooppunt uit als de upgrade van de MSA-firmware is voltooid.
F
13
Koppel aan de achterkant van de systeemeenheid de Fibre Channel-kabel los van de HBA-kaart die is verbonden met de passieve MSA-controller.
F
14
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de disk-array tijdelijk offline zal zijn.
F
15
Start de disk-array opnieuw op.
F
16
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de disk-array weer online is.
F
Migratie van multi-path standalone-systemen
Stappen na de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Start het serverknooppunt opnieuw op.
F
2
Controleer vanuit Apparaatbeheer of de stuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer vanuit het hoofdmenu Weergeven>Verborgen apparaten weergeven. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Schijfstations en selecteer daarna Zoeken naar gewijzigde apparaten. • Selecteer Schijfstations om te controleren of alle schijven goed werken en of het juiste aantal HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig is. (Als bijvoorbeeld de MSA disk-array vier logische-eenheidnummers aangeeft, moeten er vier HP MSA Volume SCSI-schijven zijn.) • Selecteer SCSI- en RAID-controllers om te controleren of het Multi-Path Support-apparaat is geïnstalleerd. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. 3
Sluit de Fibre Channel-kabel weer aan op de HBA-kaart aan de achterkant van de systeemeenheid.
F
4
Controleer vanuit Apparaatbeheer of de extra stuurprogramma's van het secundaire pad goed zijn geïnstalleerd:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer vanuit het hoofdmenu Weergeven>Verborgen apparaten weergeven. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Schijfstations en selecteer daarna Zoeken naar gewijzigde apparaten. • Selecteer Schijfstations om te controleren of alle schijven goed werken en of het juiste aantal HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig is. (Als bijvoorbeeld de MSA disk-array vier logische-eenheidnummers aangeeft, moeten er nu acht HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig zijn.) • Selecteer Systeemapparaten om te controleren of het juiste aantal StorageWorks MSA1000/1500-apparaten is geïnstalleerd. (Voor omgevingen met meerdere paden moeten er twee StorageWorks MSA 1000/1500-apparaten zijn voor elke aangesloten MSA 1500 disk-array.) • Controleer voor elk aanwezig StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat of de juiste versies van de stuurprogramma's zijn geïnstalleerd: • Dubbelklik op het StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te openen. • Klik op de tab Stuurprogramma en klik daarna op Stuurprogrammagegevens om het venster Details van stuurprogrammabestand te openen. • Controleer of het stuurprogramma CPQFCAC.SYS van versie 5.30.0.xx of later is. • Klik op OK om het venster Details van stuurprogrammabestand te sluiten. • Klik op OK om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
25
Stap
Beschrijving
Oké
5
Schakel de netwerkverbindingen op het systeem in
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding en selecteer daarna Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen. 6
Start de systeemeenheid opnieuw op.
F
7
Controleer of de HP MPIO DSM Manager toegang heeft tot de MSA disk-array:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Opslagruimte>HP MPIO DSM Manager. • Controleer of de HP MPIO DSM Manager de MSA disk-array kan vinden en toegang krijgt. • Sluit het venster Computerbeheer.
26
8
Schakel alle toepassingen weer in en controleer of ze goed werken.
F
9
Controleer of alle gebruikers en toepassingen toegang krijgen tot de MSA disk-array.
F
10
Raadpleeg de handleiding met aanbevelingen voor MSA1000/1500 actieve/actieve controllers voor de juiste instellingen voor optimale systeemprestaties en beschikbaarheid.
F
Migratie van multi-path standalone-systemen
4
Migratie van multi-path clustersystemen Dit hoofdstuk bevat stapsgewijze aanwijzingen om bestaande multi-path cluster MSA1500 disk-arrays in Windows-omgevingen te migreren van actieve/passieve naar actieve/actieve verwerking. OPMERKING: heeft:
Voordat u begint is het belangrijk te weten dat de upgrade de volgende beperkingen
• Als HP MPIO Manager for MSA Arrays is geïnstalleerd, kan deze niet worden geopend vanuit HP Insight Manager. • Als HP StorageWorks SecurePath for Windows is geïnstalleerd, kan dit geen toegang krijgen tot of beheer voeren over HP StorageWorks actieve/actieve MSA1500 disk-arrays.
VOORZICHTIG: Het is belangrijk eerst een complete back-up van het Windows-besturingssysteem en de gegevensvolumes te maken voordat u de upgradeprocedure begint. HP is niet verantwoordelijk voor eventueel verlies van gegevens tijdens de upgradeprocedure.
Stappen voorafgaand aan de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Raadpleeg de volgende documentatie:
F
• HP MPIO Full-Featured DSM for Windows for MSA Disk Arrays release notes • HP MPIO DSM Manager release notes • HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 Support Software CD release notes • Ondersteunde SAN-topologieën voor HP MPIO Full-Featured DSM met de MSA productlijn • Compatibiliteitsmatrix en Quick Specs voor MSA1500 op: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html • MSA 1000/1500 firmware-upgradehandleiding • Handleiding met aanbevelingen voor HP StorageWorks MSA1000/1500 actieve/actieve controllers 2
Haal de nieuwste cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 op van de MSA1500 cs website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
3
Haal de bestanden voor MSA1500 cs actieve/actieve firmware op van de MSA1500 cs website: http://h18006.www1.hp.com/products/storageworks/msa1500cs/index.html
4
Maak een back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes op alle serverknooppunten.
F
5
Controleer of de back-up van het besturingssysteem en de gegevensvolumes op alle serverknooppunten goed is verlopen.
F
6
Controleer of het besturingssysteem is bijgewerkt met de laatste versie van het servicepack:
F
F
• Voor een Windows 2000 serversysteem: Service Pack 4 of later • Voor een Windows 2003 serversysteem: Service Pack 1 of later
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
27
Migratiestappen Stap
Beschrijving
Oké
1
Verplaats alle clustergroepen naar één serverknooppunt. Dit mag niet het knooppunt zijn dat wordt gemigreerd.
F
2
Isoleer de systeemeenheid van het netwerk:
F
• Waarschuw alle gebruikers dat het systeem tijdelijk offline gaat. • Verbreek de verbinding met alle netwerksessies: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Systeemwerkset>Gedeelde mappen>Sessies. • Klik met de rechtermuisknop in het rechterdeelvenster en selecteer daarna De verbinding met alle sessies verbreken. • Sluit het venster Computerbeheer. • Schakel alle publieke netwerkverbindingen uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding die naar het openbare netwerk gaat en selecteer Uitschakelen. Opmerking:Schakel geen privé-netwerkverbindingen of gemengde netwerkverbindingen uit. •
Sluit het venster van het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen.
3
Schakel tijdelijk alle toepassingen op het systeem uit die veel I/O-verkeer hebben op de MSA disk-array.
F
4
Stop de clusterservice:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht cluadmin. in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Clusterbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op het serverknooppunt dat u wilt bijwerken en selecteer daarna Cluster-service stoppen. • Klik op Ja om alle clustercompatibele toepassingsservices op het serverknooppunt te stoppen. • Klik op OK om een eventueel clusterbeheer-popupvenster te sluiten dat bevestigt dat de cluster offline is op de systeemeenheid. • Sluit het hulpprogramma Clusterbeheer. 5
Schakel de clusterservice uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Cluster-service om het venster Eigenschappen van clusterservice te openen. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services.
28
Migratie van multi-path clustersystemen
F
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
6
Koppel aan de achterkant van de systeemeenheid de Fibre Channel-kabel los uit de HBA-kaart die is verbonden met de passieve MSA-controller.
F
7
(Alleen voor systemen met HP Basic MPIO software)
F
Maak de installatie van HP Basic MPIO software ongedaan: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht appwiz.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Software te starten. • Selecteer het programma HP Basic MPIO en klik daarna op Wijzigen/Verwijderen om de installatie van de software ongedaan te maken. • Klik op OK. De server start opnieuw op. • Sluit het venster Software. • Controleer of het systeem zonder problemen opstart. 8
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en stuurprogramma's uit: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Automatisch in Uitgeschakeld. • Klik op Stoppen om de service te stoppen. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Uitschakelen. • Klik op Ja als de popupwaarschuwing wordt weergegeven. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Klik op Nee als u in een popupvenster wordt gevraagd of u de server opnieuw wilt starten.
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
29
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
9
Plaats de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 in de cd-rom-drive en installeer de vereiste toepassingen en stuurprogramma's van de cd:
F
• Het stuurprogramma Qlogic/Emulex HBA (start de server opnieuw op indien nodig) • De software Array Configuration (ACU) • HP MPIO Full-Featured DSM for Windows (start de server opnieuw op indien nodig) • HP MPIO DSM Manager • Optioneel: het hulpprogramma Array Configuration Utility CLI (ACUCLI) • Optioneel: het hulpprogramma Array Diagnostics Utility (ADU) 10
Verwijder de cd met ondersteunende software voor HP StorageWorks Modular Smart Array 1000/1500 uit de cd-rom-drive.
F
11
(Alleen voor systemen met HP SecurePath MPIO software)
F
Schakel de HP SecurePath-services en -stuurprogramma's in: • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer SCSI- en RAID-controllers, klik met de rechtermuisknop op het apparaat Compaq Secure Path Disk Bus en selecteer daarna Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. • Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Compaq HS_ Service. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Secure Path Agent. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Als de beheersoftware van HP SecurePath is geïnstalleerd, dubbelklikt u op Element Manager for Secure Path in het rechterdeelvenster om het venster Eigenschappen van Element Manager for Secure Path te openen. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. 12
Sluit het serverknooppunt af.
F
Opmerking:Sla deze stap over als dit het enige werkende knooppunt is in de cluster.
30
13
Ga naar migratiestap 1 om alle andere serverknooppunten binnen de cluster te migreren.
F
14
Schakel tijdelijk alle toepassingen op het systeem uit die I/O-verkeer hebben op het MSA disk-array.
F
15
Sluit opnieuw de Fibre Channel-kabel aan op de HBA-kaart aan de achterkant van het serverknooppunt.
F
Migratie van multi-path clustersystemen
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
16
Voer een upgrade uit van de firmware van de HP StorageWorks MSA1500 controller van actief/passief naar actief/actief met behulp van de MSA 1000/1500 firmwar-upgradehandleiding.
F
17
Sluit het serverknooppunt af als de upgrade van de MSA-firmware is voltooid.
F
18
Koppel aan de achterkant van het serverknooppunt de Fibre Channel-kabel los uit de HBA-kaart die is verbonden met de passieve MSA-controller.
F
19
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de disk-array tijdelijk offline zal zijn.
F
20
Start de disk-array opnieuw op.
F
21
Waarschuw alle systeemeenheden die met de MSA disk-array zijn verbonden, dat de disk-array weer online is.
F
Stappen na de migratie Stap
Beschrijving
Oké
1
Start het serverknooppunt opnieuw op.
F
2
Controleer vanuit Apparaatbeheer of de stuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer vanuit het hoofdmenu Weergeven>Verborgen apparaten weergeven. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Schijfstations en selecteer daarna Zoeken naar gewijzigde apparaten. • Selecteer Schijfstations om te controleren of alle schijven goed werken en of het juiste aantal HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig is. (Als bijvoorbeeld de MSA disk-array vier logische-eenheidnummers aangeeft, moeten er vier HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig zijn.) • Selecteer SCSI- en RAID-controllers en controleer of het Multi-Path Support-apparaat is geïnstalleerd. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. 3
Sluit de Fibre Channel-kabel weer aan op de HBA-kaart aan de achterkant van de systeemeenheid.
F
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
31
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
4
Controleer vanuit Apparaatbeheer of de extra stuurprogramma's van het secundaire pad goed zijn geïnstalleerd:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht devmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Apparaatbeheer te starten. • Selecteer vanuit het hoofdmenu Weergeven>Verborgen apparaten weergeven. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Schijfstations en selecteer daarna Zoeken naar gewijzigde apparaten. • Selecteer Schijfstations om te controleren of alle schijven goed werken en of het juiste aantal HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig is. (Als bijvoorbeeld de MSA disk array vier logische-eenheidnummers aangeeft, moeten er acht HP MSA Volume SCSI-schijven aanwezig zijn.) • Selecteer Systeemapparaten om te controleren of het juiste aantal StorageWorks MSA1000/1500 apparaten is geïnstalleerd. (Voor omgevingen met meerdere paden moeten er twee StorageWorks MSA 1000/1500-apparaten zijn voor elke aangesloten MSA 1500 disk-array.) • Controleer voor elk aanwezig StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat of de juiste versies van de stuurprogramma's zijn geïnstalleerd: • Dubbelklik op het StorageWorks MSA 1000/1500-apparaat om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te openen. • Klik op de tab Stuurprogramma en klik daarna op Stuurprogrammagegevens om het venster Details van stuurprogrammabestand te openen. • Controleer of het stuurprogramma CPQFCAC.SYS van versie 5.30.0.32 of later is. • Klik op OK om het venster Details van stuurprogrammabestand te sluiten. • Klik op OK om het venster Eigenschappen van StorageWorks MSA1000/1500 te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Apparaatbeheer. 5
Schakel de netwerkverbindingen op het systeem in:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht ncpa.cpl in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen te starten. • Klik met de rechtermuisknop op elke netwerkverbinding die naar het openbare netwerk gaat en selecteer Inschakelen. • Sluit het hulpprogramma Netwerk (en inbel-) verbindingen. 6
Schakel de clusterservice in:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht services.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Services te starten. • Dubbelklik in het rechterdeelvenster op Cluster-service om het venster Eigenschappen van clusterservice te openen. • Verander het Opstarttype van Uitgeschakeld in Automatisch. • Klik op OK om het venster te sluiten. • Sluit het hulpprogramma Services. 7
32
Start de systeemeenheid opnieuw op.
Migratie van multi-path clustersystemen
F
Stap
Beschrijving (vervolg)
Oké
8
Controleer de juiste werking van de cluster:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht cluadmin. in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Clusterbeheer te starten. • Klik in het rechterdeelvenster op elke clustergroep en selecteer Verplaatsen om elke groep naar dit serverknooppunt te verplaatsen. Opmerking: Sla deze stap over als dit het enige werkende knooppunt is in de cluster. • Controleer of elke clustergroep online is en of dit serverknooppunt de eigenaar ervan is. • Sluit het hulpprogramma Clusterbeheer. 9
Controleer of de HP MPIO DSM Manager toegang heeft tot de MSA disk-array:
F
• Selecteer Start>Uitvoeren vanaf het bureaublad van de serverconsole. • Voer in het venster Uitvoeren de opdracht compmgmt.msc in en klik daarna op OK om het hulpprogramma Computerbeheer te starten. • Klik in het linkerdeelvenster op Computerbeheer>Opslagruimte>HP MPIO DSM Manager. • Controleer of de HP MPIO DSM Manager de MSA disk-array kan vinden en toegang krijgt. • Sluit het venster Computerbeheer. 10
Controleer of alle standalone en clustercompatibele toepassingen goed werken.
F
11
Controleer of alle gebruikers en toepassingen toegang krijgen tot de MSA disk-array.
F
12
Ga naar stap 1 van "Stappen na de migratie" om deze zelfde procedure te herhalen voor alle andere serverknooppunten binnen de cluster.
F
13
Raadpleeg de handleiding met aanbevelingen voor MSA1000/1500 actieve/actieve controllers voor de juiste instellingen voor optimale systeemprestaties en beschikbaarheid.
F
Modular Storage Array 1500 cs toepassingsinformatie - Migratie naar actieve/actieve controllers in Windows-omgevingen
33
34
Migratie van multi-path clustersystemen