11e jaargang | oktober 2008 | nummer 3
infra actie
Bouwen op een postzegel 6 CO2-emissie in aanbestedingen 12 Van vuilstort naar bedrijventerrein 14 Bouwen aan energie 16 Veiligheid op de werkvloer 18
3 | Infra Actie
inhoud
BAM Rail in Berlijn
3
Raakvlakken voor samenwerking
4
MEGA-project voor spoorvernieuwing
6
Bouwen op een postzegel
8
Ruimte voor innovatieve ideeën
Van 23 tot 26 september jl. vond Innotrans plaats, de belangrijkste internationale vakbeurs in de railsector. BAM Rail ontbrak niet op de beursvloer in Berlijn en liet bezoekers kennismaken met de laatste ontwikkelingen binnen het bedrijf, waaronder de videoschouwtrein en de mobiele werkplaats. Ook werd de samenwerking met de buitenlandse zusterbedrijven Ascon, Nuttall, Betonac, CEI De Meyer, Wayss & Freytag en Galère benadrukt. BAM Rail heeft de afgelopen tijd alleen én samen met deze partijen grote projecten uitgevoerd in Nederland en in het buitenland, waaronder MEGA1 en de uitbreiding van het Red Cow depot in Ierland. De komende jaren bouwt BAM Rail onder meer aan een nieuwe tramlijn in Edinburgh in Schotland.
10
Verglazing van Nederland gaat verder
Golfbrekers in eigen huis getest
12
CO2-emissie in aanbestedingen
14
Van vuilstort naar bedrijventerrein
16
Bouwen aan energie
18
Veiligheid op de werkvloer
BAM Infraconsult heeft sinds juli 2008 de beschikking over een eigen hydraulisch laboratorium om modelproeven uit te voeren. Het laboratorium is uitgerust met een golfgoot, waarin onder meer de werking van golfbrekers getest wordt. De golfgoot bestaat uit een lange constructie van glas en staal van 25 meter lang, zestig centimeter breed en een meter diep en een generator die golven opwekt. In de golfgoot voert BAM Infraconsult onder meer proeven uit met het in eigen huis ontwikkelde golfbrekerblok Xbloc.
4
Nieuwe directievoorzitters voor BAM Infraconsult en BAM Rail
Meer raakvlakken voor samenwerking Per 1 april 2008 heeft de raad van bestuur van Koninklijke BAM Groep William van Niekerk benoemd tot directievoorzitter van BAM Infraconsult. Op 1 augustus 2008 volgde de benoeming van Sebald van Royen tot directievoorzitter van BAM Rail.
W
illiam van Niekerk: ‘Ik ben sinds mei 2007 werkzaam bij BAM, waar ik in eerste instantie als regiodirecteur bij BAM Woningbouw werkte. Toen mijn voorganger Hans Ramler overstapte naar BAM Wegen, heb ik zijn functie bij BAM Infraconsult overgenomen. De belangrijkste taak die ik nu heb, is BAM Infraconsult verder vorm te geven.’ Sebald van Royen: ‘Ik ben vanuit de civiele tak overgestapt naar BAM Rail. Daar heb ik eerst vier jaar leiding gegeven aan het project Infraspeed. Anderhalf jaar geleden ben ik mededirecteur van BAM Rail geworden en nu ga ik als directievoorzitter aan de slag.’
Gecompliceerd
6 Schone gietijzeren leidingen
14 Colofon Infra Actie informeert vier keer per jaar over de projecten van BAM Infra op het gebied van civiele beton- en industriebouw en boven- en ondergrondse infrastructuur. In BAM Infra zijn de volgende bedrijven gebundeld: BAM Civiel, BAM Infratechniek, BAM Rail, BAM Wegen en BAM Infraconsult. Redactie en vormgeving Redactieleden Fotografie/illustraties Drukwerk Contactadres ISSN 1574-9568
Triad Take Five, Amersfoort Kathleen Banga-Davis, Inge van Daalen-van Oers, Jeroen Kleijn, Henk Kuipers, William van Niekerk, Karin van der Tas-Pennin, Nico de Vries, Willem Weeda Rob Melchior, de Beeldredaktie Van Amerongen, Amersfoort. BAM Infra, Postbus 2419, 3500 GK Utrecht, telefoon (030) 287 68 76, fax (030) 287 68 09
Gietijzeren drinkwaterleidingen hebben als nadeel dat stoffen als ijzer en mangaan zich gemakkelijk afzetten tegen de binnenzijde van de buiswand. Dit kan bruin water en een verminderde capaciteit tot gevolg hebben. BAM Infratechniek Noordoost heeft met de WaterPipeMaestro een nieuwe reinigingstechniek in huis om dit probleem aan te pakken en de leidingen in de oude staat te herstellen. De techniek is onlangs naar volle tevredenheid als pilotproject uitgevoerd bij Waterleidingmaatschappij Drenthe.
Verhuizing Redubel Redubel, onderdeel van BAM Wegen, is verhuisd. Bezoekadres: De Ooyen 5a, 4191 PB Geldermalsen Postadres: Postbus 177, 4190 CD Geldermalsen Telefoon (0345) 58 85 00, fax (0345) 58 85 99
‘Ik houd me vooral bezig met het stroomlijnen van processen die voortkomen uit de verschillende bedrijven waaruit wij tot vorig jaar bestonden’, vertelt William van Niekerk. ‘Het doel is tot een integrale manier van werken te komen. Opdrachtgevers komen met steeds complexere vragen en alleen met een integrale werkwijze kunnen we ze goed als één bedrijf bedienen.’ Sebald van Royen: ‘Ik ben juist iemand die graag hands on in projecten en techniek wil zitten. Daar probeer ik tijd voor in te ruimen, zeker als het om grote, gecompliceerde tenders gaat. Een van die tenders die nu loopt, is een aanbieding voor een metrosysteem in Dublin.’
Innovaties Sebald van Royen: ‘Naast het bouwen van nieuw spoor richten we ons op het onderhoud dat in toenemende mate openbaar wordt aanbesteed. Dat betekent ook dat we voortdurend streven naar verbeteringen van de werkmethodes en -omstandigheden van onze mensen. Een mooi voorbeeld daarvan is de videoschouwtrein, waarbij het schouwen van het spoor gebeurt met camera’s die onder een trein gemonteerd zijn. Daardoor hoeven medewerkers niet meer te voet langs het spoor.’ William van Niekerk: ‘Door de aard van recente projecten moeten ook wij blijven zoeken naar innovaties. Voorbeelden zijn het Xbloc dat inmiddels wereldwijd wordt toegepast en de oplossing die wij samen met de TU Delft hebben ontwikkeld voor het bestrijden van fijn stof. Zulke
William van Niekerk (links) en Sebald van Royen.
vindingen hebben een sterke aantrekkingskracht. We krijgen vaak open sollicitaties van heel goede mensen en ook onze klanten benaderen ons juist vanwege dit soort innovaties.’
Samenwerking ‘Steeds vaker geven we ontwerpen voor railsystemen vorm in samenwerking met BAM Infraconsult,’ zegt Sebald van Royen. ‘Bijvoorbeeld het betonspoor dat we met BAM Infraconsult en BAM Civiel hebben ontwikkeld voor de HSL. Daarnaast werken we met BAM Infraconsult intensief samen op het gebied van risicomanagement en risicobeheersing.’ William van Niekerk sluit af: ‘Een concreet raakvlak is bovendien dat we sinds 1 oktober buren zijn en met een aantal medewerkers van BAM Infraconsult zijn verhuisd naar het kantorencomplex van BAM Rail en BAM Civiel Zuidwest in Breda. Dicht bij elkaar zitten versterkt het samenwerken nog meer.’
4 | Infra Actie
5 | Infra Actie
Geïntegreerde aanpak voor optimale benutting van het spoor
MEGA-project voor grootschalige spoorvernieuwing De komende vier jaar worden grote delen van het spoor in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland vernieuwd. ProRail besloot deze grootschalige spoorvernieuwing te bundelen in het project MEGA1 (Meerjarig En Geïntegreerd Aanbesteden). BAM Rail voert het project uit. Het project ging van start in Limburg, waarna een omvangrijke spoorvernieuwing volgde aan de Zeeuwse lijn. Daarbij werd in 31 dagen tijd vijftig kilometer spoor vernieuwd.
H
et project MEGA1 loopt van 2008 tot en met 2011. Waar de werkzaamheden voor de jaren 2008 en 2009 al vastliggen, zijn de werkpakketten voor 2010 en 2011 slechts globaal gedefinieerd. ProRail, BAM Rail en de vervoerders bepalen voor die periode gezamenlijk wanneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Theo Winter, directeur Projecten bij BAM Rail, legt uit: ‘Het is een unieke situatie dat wij zelf invloed kunnen uitoefenen op de tijdkaders waarbinnen het werk uitgevoerd wordt en buitendienststellingen met de vervoerders regelen. Normaliter ligt dat al vast als we aan een project beginnen.’
Voordelen Met de geïntegreerde aanpak kan de capaciteit van het spoor optimaal benut worden, vertelt Theo Winter. ‘Omdat we lang van tevoren weten wat op de trajecten moet gebeuren, kunnen we werkzaamheden combineren. Daardoor kunnen we slimmer omgaan met buitendienststellingen.’ De nieuwe werkwijze biedt bovendien veel voordelen voor de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Theo Winter: ‘Door de duur van het project is er
31 aaneengesloten dagen aan te pakken. In die periode is het spoor compleet buitendienstgesteld voor personenvervoer. Wat het werk bemoeilijkte, was dat we het spoor elke nacht moesten teruggeven aan het goederenvervoer. Bovendien ging het niet om een aaneengesloten traject van vijftig kilometer lang en werden vele werkzaamheden tegelijkertijd uitgevoerd. Daardoor was het een enorme logistieke puzzel om alle medewerkers en machines op de juiste tijd op de juiste plek te krijgen.’
Positief tussentijds meer ruimte om de werkzaamheden en de samenwerking te evalueren en vervolgens te verbeteren. Dat komt de verstandhouding zeker ten goede. Iedereen is daarbij gebaat, want er wordt vier jaar lang intensief samengewerkt.’
Omvangrijk Het grootste werkpakket van het project MEGA1 was de spoorvernieuwing aan de Zeeuwse lijn, tussen Bergen op Zoom en Vlissingen. Tussen 22 maart en 22 april 2008 werd daar vijftig van de zeventig kilometer spoor vernieuwd. In totaal is 200.000 ton ballast vervangen, hebben 40.000 houten dwarsliggers plaatsgemaakt voor betonnen dwarsliggers en zijn 24 van de 35 spoorwegover gangen vernieuwd. In het kader van geluidsbeperkende maatregelen zijn bovendien 27.500 raildempers geplaatst. Theo Winter: ‘Normaliter zou een project van deze omvang in een groot aantal weekenden met langere buitendienststellingen achter elkaar zijn uitgevoerd. Nu is er voor gekozen het traject in
‘Het is de eerste keer dat ProRail een buitendienststelling van deze omvang heeft gerealiseerd’, zegt Theo Winter. ‘ProRail heeft zaken als vervangend vervoer heel goed geregeld, heeft veel geïnvesteerd in de communicatie en heeft intensief overlegd met de omgeving. Vanuit BAM Rail zijn we daar nauw bij betrokken geweest, onder meer door de werkzaamheden toe te lichten op inloopavonden. Daardoor hebben ook de gebruikers de werkzaamheden als positief ervaren.’
Scope Hoewel de andere werkpakketten in het MEGA-project van een beperkter omvang zijn, staan er nog voldoende werkzaamheden op het programma. ‘Dit najaar hebben we nog een flinke piek qua werkzaamheden’, licht Theo Winter toe. ‘In Limburg voeren we bijvoorbeeld veel werk uit aan de bovenleiding en staat een aantal spoorvernieuwingen op de agenda. In 2009 gaan
we een aantal weekenden in Zeeland aan het werk, waarvoor losse buitendienststellingen zijn gepland. We zijn nu aan het kijken of we die werkzaamheden wellicht ook aaneengesloten kunnen uitvoeren. We zien dat ProRail openstaat voor deze ideeën. Los van alle uitvoeringstechnische werkzaamheden richten we ons ook al op de scope voor 2010 en 2011. We kijken wat de effecten op langere termijn zijn wanneer we bepaalde werkzaamheden vervroegen of juist doorschuiven. Maar bovenal zoeken we naar manieren om de beschikbaarheid van het spoor te waarborgen.’
Blik verder vooruit Jan Prins, directeur van BAM Rail, ziet de komst van langer lopende contracten als een positieve ontwikkeling: ‘Als aannemer zijn we er erg trots op dat we dit enorme project mogen uitvoeren. De traditionele bestekken van ProRail hadden vaak een doorlooptijd van maximaal een jaar. Als we een werk in januari aannamen, was het in december afgerond en moesten we voor het jaar daarop maar afwachten welke projecten er zouden komen. Dankzij het project MEGA1 kunnen we onze blik verder vooruit richten. Voor de continuïteit van ons bedrijf is dat erg prettig, omdat we investeringen in personeel en materieel nu op langere termijn kunnen bekijken. De langduriger en intensievere samenwerking zorgt bovendien voor een beter begrip tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Samen werken we zo aan een betere benutting van het spoor.’
6 | Infra Actie
7 | Infra Actie
Joop Postma (links) en Joop Jansen.
BAM Civiel benut elke centimeter bij aanleg nieuwe Weenatunnel
Bouwen op een postzegel In het hart van Rotterdam wordt druk gewerkt aan een nieuwe terminal voor openbaar vervoer. Tegelijkertijd ondergaat het hele gebied rond het station een ware metamorfose. Een onderdeel vormt de verdubbeling van de capaciteit van de Weenatunnel, de belangrijkste oost-westverbinding in de stad. BAM Civiel is verantwoordelijk voor de bouw van twee nieuwe tunnelbuizen met elk twee rijstroken. Een klus die door de zeer beperkte werkruimte en de vele betrokken partijen om de nodige vindingrijkheid vraagt.
J
oop Jansen, omgevingsmanager in het project Rotterdam Centraal, vertelt: ‘De Weenatunnel is een onderdeel van het grote project Rotterdam Centraal. Om de capaciteit van de 350 meter lange tunnel te verdubbelen, moet de oude tunnel met twee rijbanen ruimte maken voor een nieuwe tunnel van 2x2 rijbanen. De doorrijhoogte wordt verhoogd van 3,60 naar 4,20 meter, zodat straks ook vrachtverkeer van de tunnel gebruik kan maken. Bovengronds blijft daardoor alleen nog bestemmingsverkeer over, waardoor voetgangers volgens de nieuwe stedenbouwkundige invulling ongestoord doorgang kunnen vinden naar de binnenstad.’
Stripverhaal ‘Alle werkzaamheden in het project Rotterdam Centraal zijn in aparte bestekken op de markt gezet, waardoor vele
partijen gelijktijdig in het gebied actief zijn. Dat maakt het werk erg complex’, legt Joop Jansen uit. ‘Om de werkzaamheden op het zeer beperkte werkoppervlak goed uit te kunnen voeren, moeten we onder meer delen van de trambaan, diverse bushaltes en de winkeltjes bij het station een aantal keren verplaatsen. De hele fasering van al die onderdelen is als een stripverhaal vervat in het plan van aanpak en we hebben voor de tijdelijke maatregelen zelfs een aparte projectleider aangesteld. Als bij een bepaald deelproject iets wijzigt, heeft dat effect op alle andere onderdelen van het project. Wat het project nog eens extra bemoeilijkt, is dat treinen, metro’s, trams en auto’s ondertussen gewoon blijven rijden en de overlast voor fietsers en voetgangers beperkt moet blijven. Dat maakt het werk erg lastig en vraagt vooral veel aandacht op het gebied van veiligheid en logistiek.’
Logistiek
Gezamenlijke investering
Joop Postma, projectleider bij BAM Civiel Projecten: ‘Opslagcapaciteit op het terrein is er niet, dus we kunnen maar een heel beperkte hoeveelheid materialen tegelijk laten leveren. Wat het logistiek gezien extra ingewikkeld maakt, is dat het verkeer ondertussen gewoon doorrijdt en dat over het bouwterrein een voetgangerspad en een trambaan lopen. Vrachtwagens kunnen daardoor niet zomaar stil blijven staan om te lossen. Dat maakt het bijna onmogelijk om bijvoorbeeld damwanden van 26 meter lang op de bouwlocatie te krijgen. We proberen hier zo slim mogelijk invulling aan te geven, bijvoorbeeld door de materialen al voor zes uur ’s ochtends op het werk af te leveren. Buiten de logistieke complicaties zijn ook qua geluid strenge beperkingen opgelegd. In verband met het naastgelegen vijfsterren hotel mogen we bijvoorbeeld pas na acht uur ’s ochtends heien. De mensen in het hotel verwachten immers een bepaalde mate van comfort. Als opdrachtnemer moeten we met die eisen rekening houden.’
Op maandag 16 juni jl. is de zuidelijke buis opgeleverd en is een nieuwe fase van het project begonnen. Joop Postma: ‘Het project Weenatunnel is in vier fases verdeeld. Door omstandigheden hebben we in de eerste twee fases van het werk drie maanden vertraging opgelopen. De laatste fase van het project dreigde daardoor pas in juli 2010 afgesloten te kunnen worden, terwijl dat eigenlijk oktober 2009 moest zijn. We hebben met de opdrachtgever overlegd en zijn tot een gezamenlijke investering gekomen om het project toch binnen een acceptabele termijn te kunnen opleveren. Besloten is fase drie en vier nu gelijktijdig uit te voeren, waardoor we weer tijdwinst kunnen boeken. We verwachten het project op 1 januari 2010 op te leveren.’ Joop Jansen: ‘We hebben begrip voor de situatie van de opdrachtnemer in dit unieke project, waarbij hij te maken heeft met een zeer beperkte werkruimte en een krappe planning. Eventuele wijzigingen in de situatie bespreken we onderling en dat werkt heel prettig. We denken nu alle risico’s te hebben ingeschat, maar we weten natuurlijk nooit helemaal zeker wat we nog in de grond tegenkomen. Voor de oorlog bevond zich de dierentuin van Rotterdam op de plek waar we nu aan het werk zijn. Toen het gebied bebouwd werd, zijn de vijvers van de dierentuin gedempt met puin uit de Tweede Wereldoorlog. Dat zorgt af en toe voor vreemde vondsten van een bijzonder stukje geschiedenis van Rotterdam. En dat terwijl we nu weer geschiedenis schrijven.’
Omgeving Joop Jansen vult aan: ‘Gezien de ligging van het werk gaat veel aandacht uit naar de omgeving. Ik heb als omgevingsmanager de taak om de werkzaamheden bespreekbaar te maken en te luisteren naar de wensen van de omgeving, zodat we klachten zoveel mogelijk kunnen voorkomen. In een zaal in de directe omgeving van het werk vond onlangs bijvoorbeeld een diploma-uitreiking plaats. We hebben er toen in overleg voor gezorgd dat het werk een half uur werd stilgelegd, zodat die uitreiking ongestoord kon plaatsvinden.’
8 | Infra Actie
9 | Infra Actie
Prijswinnaars BAM Infra Innovatieprijs 2008 bekend
Ruimte voor innovatieve ideeën Dit jaar organiseerde BAM Infra voor het vijfde achtereenvolgende jaar de BAM Infra Innovatieprijs. Net als in voorgaande jaren dienden veel medewerkers hun innovatieve product- en procesoplossingen in. Op 25 juni jl. maakte bestuurslid Nico de Vries de prijswinnaars bekend. Naast prijzen in de categorieën Product, Productieproces en Bedrijfsproces werden dit jaar ook twee aanmoedigingsprijzen uitgereikt.
I
n de categorie Product ging de prijs naar de kleine lasmof voor glasvezelkabels. Sjaak de Graas, project leider bij Van den Berg Infrastructuren (onderdeel van BAM Infratechniek) diende het idee in en licht toe: ‘Voor het doorlassen en het repareren van schade bij glasvezelkabels zijn lasmoffen nodig. De huidige glasvezelmoffen zijn groot van omvang, arbeidsintensief om te prepareren en duur. Bovendien zijn ze niet overal toepasbaar. Daarom hebben we in samenwerking met Zweva, de producent van de lasmoffen, en leverancier ISN een kleinere lasmof ontwikkeld die simpel en goedkoop te fabriceren is. We hebben de lasmof al in de praktijk ingezet, onder meer
bij een project in Amsterdam. Uit de enthousiaste reacties van andere aannemers blijkt dat er veel behoefte aan dit product is.’
Ballast ontgraven De jury koos de Ballast Ontgraaf Machine als beste idee in de categorie Productieproces. Cor Broekhuizen, adviseur uitvoering projecten bij BAM Rail, bedacht deze innovatie samen met zijn collega Toon de Kroon, hoofd Technology bij BAM Rail. Cor Broekhuizen: ‘Als het ballastbed in het spoor na een aantal jaren vervuild raakt, moet het ontgraven worden. Daarvoor werden altijd grote spoorgebonden machines
gehuurd. Binnen BAM Rail ontstond daardoor de vraag om een andere werkmethode te zoeken. We hebben ons idee gebaseerd op een samenspel van meerdere machines, waaronder de Ballast Ontgraaf Machine. Nadat het spoor is verwijderd, wordt de ballast als het ware losgewoeld door een groot wiel dat aan de voorkant van de machine is geplaatst. Met dit wiel en een tweetal roterende schoepen wordt de ballast via een transportband naar de achterzijde van de machine getransporteerd, waar het direct in een mobiele zeefmachine of in wagons terechtkomt. De machine kan in een continu proces 600 ton ballast per uur verwerken. Bij het ontwikkelen van de machine hebben we extra aandacht besteed aan de veiligheid en arbeidsomstandigheden van de medewerkers, onder meer door de machine te voorzien van stopknoppen, stofkappen en een stofvrije cabine voor de machinist. Door vooral slijtvast materiaal toe te passen, heeft de machine bovendien een lange levensduur.’
Bio-olie In de categorie Bedrijfsproces werd de bio-olie gestookte asfaltinstallatie tot prijswinnaar uitgeroepen. Het idee komt van Ernst Demmink, bedrijfsleider Technisch bureau asfaltinstallaties bij BAM Wegen Materieel. Hij vertelt: ‘Voor
het verwarmen van asfaltinstallaties wordt gebruikgemaakt van stookolie of gas. We hebben daarvoor nu een alternatieve brandstof gevonden: bio-olie. Het idee is niet alleen bedacht vanuit milieuoogpunt, maar ook omdat we door de sterke toename van olie- en gasprijzen op zoek zijn naar alternatieve brandstoffen. Sinds begin dit jaar heeft onze asfaltcentrale in Breda als proef deels op bio-olie gedraaid in plaats van stookolie. De proef is zo goed verlopen, dat we de centrale hebben aangepast om volledig op deze pure plantaardige olie te draaien. We zouden het liefst ook de andere asfaltcentrales ombouwen, maar door de huidige vergunningen mogen de meeste centrales alleen op gas werken. Om dat te wijzigen moeten eerst vergunningen aangevraagd worden en dat is een lastig en tijdrovend traject. Bij nieuwbouwplannen nemen we de optie van bio-olie al wel in een vroeg stadium mee.’
Aanmoediging Twee inzendingen voor de BAM Infra Innovatieprijs werden beloond met een aanmoedigingsprijs: de Technovoeg en de magneetpen voor het verwijderen van spoorstaafrollen. De Technovoeg werd bedacht door Bart van der Woerd, Martin Potter en Gor Luijkx van BAM Betontechnieken (onderdeel van BAM Civiel). Het is een nieuwe, flexibele prefab voegovergangconstructie die sneller kan worden aangebracht en bovendien stiller en duurzamer is dan gangbare voegovergangen. Marinus Kerkdijk van BAM Rail bedacht de flexibele magneetpen. Daarmee kunnen de rolletjes onder de spoorstaaf, die geplaatst worden wanneer het spoor verlengd wordt, sneller en veiliger worden verwijderd. Omdat dit niet langer met de hand hoeft te gebeuren, neemt het risico dat een hand bekneld raakt af en hoeven werknemers niet continu in een gebogen houding te werken.
Aandacht
V.l.n.r.: bovenste rij: N. de Vries (Koninklijke BAM Groep), R. Keesom (BAM Infraconsult), S. de Graas (Van den Berg Infrastructuren), H.J. Berkhoff (BAM Infraconsult); 2e rij: K. den Uil (BAM Wegen), M. Potter (BAM Betontechnieken), B. van der Woerd (BAM Betontechnieken); 3e rij: S. Kruijt (BAM Rail), T. de Kroon (BAM Rail); onderste rij: J. Vissers (nam de eervolle vermelding in ontvangst namens M. Kerkdijk van BAM Rail), E. Demmink (BAM Wegen Materieel), J. Jansen (nam de nominatie in ontvangst namens A. de Haan van BAM Rail) en C. Broekhuizen (BAM Rail).
De prijswinnaars zijn blij met hun prijs. Cor Broekhuizen: ‘Ik had totaal niet verwacht dat ik zou winnen en ging eigenlijk alleen naar de prijsuitreiking toe om te horen welke innovatieve ideeën er dit jaar waren. De prijs is een blijk van waardering. Het geeft aan dat er naar onze ideeën geluisterd wordt en dat onze inbreng telt. Op die manier blijft het kriebelen om op zoek te gaan naar vernieuwing.’ Ook Sjaak de Graas had niet verwacht met een prijs naar huis te gaan: ‘Ik ben altijd op zoek naar innovatieve oplossingen die het werk en het bedrijf ten goede komen. Eerder paste ik wat ik bedacht vooral zelf toe. Het voordeel van de BAM Infra Innovatieprijs is dat de ideeën meer aandacht krijgen en daardoor breder ingezet kunnen worden.’ Ook de innovatie van Ernst Demmink heeft dankzij de BAM Infra Innovatieprijs meer aandacht gekregen. ‘We hebben een aanzet kunnen geven om de zaak in beweging te krijgen. Veel mensen lopen wel met een idee rond. De Innovatieprijs stimuleert om daar verder over na te denken en er daadwerkelijk iets mee te doen. Binnen BAM Wegen Materieel zijn we al druk aan het bedenken met welk idee we volgend jaar gaan meedoen.’
10 | Infra Actie
Marco Westenberg (links) en Harry van Gunst.
Steeds meer woningen voorzien van Fiber to the Home
Verglazing van Nederland gaat verder Internet en digitale communicatie zijn niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij. Moderne glasvezelnetwerken zorgen ervoor dat grote stromen aan informatie getransporteerd kunnen worden. Het realiseren van deze netwerken vraagt om een jarenlange en arbeidsintensieve inspanning. Een periode waarin de pioniers van toen zich inmiddels hebben ontwikkeld tot doorgewinterde specialisten in hun vakgebied.
Citynet. Zij blijken dit soort projecten probleemloos aan te kunnen. Vroeger werd gedacht dat het aanleggen van glasvezelkabels veel verstoringen in het openbare leven zou opleveren. Een stad moet immers letterlijk open gegraven worden. In de praktijk blijkt dit enorm mee te vallen. Als Van den Berg Infrastructuren ’s morgens in een wijk begint met graven, is de stoep ’s middags alweer netjes dicht.’
Inspanning
E
en bedrijf dat zich specifiek richt op de aanleg en exploitatie van openbare glasvezelnetwerken voor consumenten is Reggefiber, onderdeel van investeringsmaatschappij Reggeborgh. De zakelijke markt wordt bediend door Eurofiber, een zelfstandig onderdeel van Reggeborgh. Regiomanager Marco Westenberg van Reggefiber licht toe: ‘Het grote verschil met het zakelijke netwerk is dat het netwerk voor consumenten heel vertakt is. Het gaat om netwerken in een stad of dorp waarbij iedere woning een eigen verbinding met het netwerk krijgt.’ Deze zogenoemde ‘Fiber to the Home’netwerken zijn bekend terrein voor BAM Infratechniek. Dochtermaatschappij Van den Berg Infrastructuren is sinds de start betrokken bij glasvezeltechnologie en richt zich op het ontwerp, de installatie en het onderhoud van de verbindingen. Harry van Gunst, commercieel manager bij Van den Berg Infrastructuren: ‘De eerste ideeën voor glasvezelverbindingen tot bij de mensen thuis ontstonden eind jaren tachtig. Langzaamaan zijn de plannen om deze netwerken te realiseren verder uitgedacht. In Nuenen hebben we destijds in samenwerking met Ons Net Nuenen, onderdeel van Reggefiber, het eerste glasvezel-
netwerk in Nederland aangelegd; een project dat mocht rekenen op wereldwijde belangstelling.’
Probleemloos ‘Glasvezel is beter en solider dan bestaande netwerken en staat voor degelijkheid en betrouwbaarheid’, vertelt Marco Westenberg. ‘De bestaande koper- en kabelnetwerken zijn eigenlijk nooit voor internet bedoeld. Het kopernetwerk is destijds aangelegd voor telefonie en is omgebouwd toen iedereen een internetverbinding wilde. Kabelmaatschappijen konden niet achterblijven en besloten hun netwerken, die oorspronkelijk bedoeld waren voor televisie, ook geschikt te maken voor internet. Met glasvezel komen we met een netwerk dat specifiek bedoeld is voor internet en waar bovendien televisie, telefonie en andere diensten overheen kunnen. Voor de aanleg doen we een beroep op spelers die thuis zijn in de wereld van glasvezel. Een belangrijke partner is Van den Berg Infrastructuren, die vanaf de pioniersfase bij de ontwikkelingen op het gebied van glasvezel betrokken is. De meeste glasvezelprojecten in Nederland dragen hun stempel, zoals het Amsterdamse glasvezelnetwerk
Reggefiber en BAM Infratechniek zullen ook voor toekomstige projecten nauw blijven samenwerken. Harry van Gunst: ‘De samenwerking met Reggefiber op grote verglazingsprojecten zal zich verder uitbreiden. Daarnaast voeren we projecten uit voor diverse andere opdrachtgevers. Om aan alle verwachtingen te voldoen, bundelen we onze krachten met de andere zusterbedrijven van BAM Infratechniek. BAM Infratechniek Noordoost realiseert bijvoorbeeld een glasvezelproject in Elburg en BAM Infratechniek Zuid werkt aan projecten in de omgeving van Eindhoven. We organiseren intern regelmatig trainingen en presentaties om ervoor te zorgen dat alle partijen op de hoogte zijn van de meest recente ontwikkelingen.’
Diensten ‘Met alleen de aanleg van het netwerk zijn we er niet’, vult Marco Westenberg aan. ‘We zorgen ervoor dat klanten ook goede diensten krijgen aangeboden over het netwerk. Wij hebben bijvoorbeeld zelf de dienst AltijdThuis ontwikkeld, waarmee iemand zijn huis op afstand kan bewaken via de mobiele telefoon. We willen de markt met goede diensten en een betrouwbare service overtuigen
dat glasvezelnetwerken zinvol zijn. We geloven in wat we aan het doen zijn en zijn trots op wat we tot nu toe bereikt hebben. Onlangs is KPN medeaandeelhouder van Reggefiber geworden voor de niet-zakelijke markt; een bewijs dat we als serieuze speler gezien worden.’
Verglazen Het zal nog zeker tien tot vijftien jaar duren voordat alle zeven miljoen Nederlandse huishoudens zijn aangesloten op een glasvezelnetwerk. Harry van Gunst: ‘Het is een feit dat dit dunne vezeltje ook in de toekomst een belangrijke rol zal blijven spelen. Een taak die nu voor ons is weggelegd, is om de bestaande producten te vereenvoudigen en de aanleg minder arbeidsintensief te maken. We kijken onder meer naar de mogelijkheden om glasvezel aan te leggen zonder te graven, bijvoorbeeld door te onderzoeken of glasvezel in rioleringsbuizen gelegd kan worden. We gaan niet alleen de dialoog aan met leveranciers en opdrachtgevers om producten en aanlegmethoden verder te verbeteren, maar zijn ook intern constant op zoek naar innovaties.’ ‘Het is een gegeven dat er een flink aantal jaren nodig is voor het verglazen van Nederland, want het gaat om kapitaal- en arbeidsintensieve projecten’, sluit Marco Westenberg af. ‘We leggen doorlopend nieuwe netwerken aan en realiseren bijvoorbeeld alleen in het zuiden al 1.000 aansluitingen per week. Ondanks deze enorme aantallen zullen er jaren overheen gaan om het glasvezelnetwerk landelijk door te voeren. Maar ik twijfel er niet aan dat uiteindelijk alle huishoudens in Nederland van glasvezel voorzien zijn.’
11 | Infra Actie
12 | Infra Actie
13 | Infra Actie
ProRail opent dialoog om CO2-emissie op te nemen in aanbestedingen
CO2-emissie als onderdeel van selectie- en gunningcriteria De reductie van CO2-emissie staat bij veel bedrijven hoog op de agenda. Koninklijke BAM Groep organiseerde op 24 juni jl. een symposium over het onderwerp. Ook ProRail wil de emissie van CO2 zoveel mogelijk terugdringen. Samen met Koninklijke BAM Groep verkent ProRail daarom de mogelijkheden om CO2-emissie op te nemen in de selectie- en gunningcriteria van aanbestedingen.
K
oninklijke BAM Groep presenteerde tijdens het symposium ‘Reductie CO2-emissie’ een reken model om inzicht te krijgen in de eigen CO2emissie, de zogeheten carbon footprint. ‘Ongeveer een half jaar geleden is ook ProRail gestart om inzichtelijk te maken hoeveel CO2-emissie wij produceren’, vertelt Ger van der Wal, hoofd AKI (Aanbestedingszaken, Kostenmanagement en Inkoop) bij ProRail. ‘Om de carbon footprint te berekenen heeft BAM een onderverdeling gemaakt tussen het CO2-effect van alles wat we inkopen, van wat we zelf produceren en van de opgeleverde producten in de gebruiksfase. Bij ons als opdrachtgever is met name het inkoopdeel erg omvangrijk. We willen bouw ondernemingen daarom een prikkel geven om iets te doen aan de reductie van hun CO2-emissie, bijvoorbeeld door
voor de selectie op bedrijfsniveau als bij de gunning op projectniveau. Omdat BAM met het symposium duidelijk heeft gemaakt serieus met het onderwerp bezig te zijn, besloten we met hen in gesprek te gaan om het idee handen en voeten te geven en in de eerste plaats op zoek te gaan naar geschikte meetmethoden bij selectie en gunning.’
Vergelijking een bedrijf dat daar serieus aan werkt een streepje voor te geven bij gunningen.’
Graadmeters Het idee van ProRail sluit nauw aan bij het voorstel dat BAM in 2006 deed om maatschappelijke thema’s op te nemen in de selectie- en gunningcriteria in het aanbestedingsproces. Door de reductie van CO2-emissie voortaan in gunningcriteria mee te nemen, worden bedrijven uitgedaagd meer aandacht te besteden aan het onderwerp. ‘Een probleem is echter dat lastig te bepalen is wanneer iemand gemeend aan de reductie van CO2emissie werkt’, legt Ger van der Wal uit. ‘We hebben een objectieve graadmeter nodig om te kunnen beoordelen wat een bedrijf daadwerkelijk doet op dat gebied. Zowel
‘De ontwikkelingen op het gebied van CO2-reductie zijn vergelijkbaar met wat een aantal jaren geleden met veiligheid gebeurde’, constateert Ger van der Wal. ’Er was toen erg weinig bekend over veiligheid en statistieken over het aantal ongelukken waren er niet. De aandacht voor veiligheid begon met alle gegevens in kaart brengen, zoals BAM nu het initiatief heeft genomen om de carbon footprint te berekenen. Veiligheid is in de bouwsector inmiddels een standaard geworden. Bedrijven kunnen aantonen dat zij veilig werken met het VCAsysteem, de Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers. Zoiets zouden we ook willen ontwikkelen voor bedrijven die serieus werken aan de reductie van CO2-emissie. In samenwerking met BAM willen we daar verdere invulling aan geven.’
Duurzaamheid Dat ProRail de reductie van CO2-emissie belangrijk vindt, blijkt mede uit het feit dat de jaarlijkse ProRail Prijsvraag zich volledig op dit onderwerp richt. ‘We dagen de markt uit om hun innovatieve ideeën aan te dragen om te komen tot een CO2-neutraal spoor’, licht Ger van der Wal toe. ‘Duurzaamheid staat bij ProRail prominent op de agenda. We bekijken momenteel onder meer hoe station Utrecht Centraal volledig CO2-neutraal ingericht kan worden. Daarnaast hebben we duurzaamheid opgenomen als gunningcriterium in de aanbesteding voor de bovenbouw van de Hanzelijn, de spoorverbinding tussen Lelystad en Zwolle. Bedrijven worden beloond als zij bijvoorbeeld kiezen voor duurzame materialen.’
Standaard Ger van der Wal sluit af: ‘In aanbestedingen zal de prijs altijd redelijk dominant blijven, maar andere zaken tellen steeds vaker mee. BAM heeft met het symposium de reductie van CO2-emissie breed op de kaart gezet. Een goed initiatief waarop wij in onze aanbestedingen willen inhaken. Zodra we een geschikte meetmethode hebben gevonden, kunnen we de reductie van CO2 invoeren als selectie- en gunningcriterium.’
BAM CO2-desk
BAM heeft gelijktijdig met het symposium ‘Reductie CO 2 -emissie’ de BAM CO 2 -desk opgericht. Met de BAM CO 2 -desk stelt BAM de kennis rond de reductie van CO 2 -emissie en het verminderen van energieverbruik die in het bedrijf aanwezig is beschikbaar voor alle partners in het bouwproces. Via de website www.bamco2desk.nl kunnen toeleveranciers en opdrachtgevers in de bouw hun vraagstuk voorleggen aan de specialisten van BAM. Zij hebben specifieke kennis van en ervaring met de reductie van CO 2 -emissie.
Ger van der Wal.
14 | Infra Actie
15 | Infra Actie
Eigen Initiatief BAM Wegen voor transformatie terrein
Van vuilstort naar bedrijventerrein In Deventer heeft de voormalige vuilstort Westfalenstraat plaatsgemaakt voor een nieuw, uitgeefbaar bedrijventerrein. BAM Wegen Regio Oost nam het initiatief voor dit bijzondere project en wist de gemeente Deventer te overtuigen van de kansen die de locatie bood.
P
eter Staats, bedrijfsleider bij BAM Wegen Regio Oost, is vanaf het begin bij het Eigen Initiatief betrokken. Hij vertelt: ‘Het voortraject van dit project startte al in 2000. In Deventer was behoefte aan meer bedrijventerreinen, maar er was weerstand om die ten koste van weilanden en bossen aan te leggen. In die tijd werden ook thema’s als hergebruik en duurzaamheid actueel. Om ruimte te maken voor een nieuw bedrijventerrein moesten we op zoek naar mogelijkheden in bestaand gebied. We hebben vele niet alledaagse locaties in de omgeving gescand, zoals stortplaatsen. Na die inventarisatie zagen we mogelijkheden in de voormalige vuilstort Westfalenstraat, een terrein van zeven hectare. De gemeente Deventer wilde als ontwikkelaar bij het project betrokken zijn als wij konden aantonen dat het project haalbaar was. Daarom zijn we met een haalbaarheidsstudie aan de slag gegaan.’
Scenario’s Jan Koolenbrander haakte in 2002 bij het project aan als adviseur van ingenieurs- en adviesbureau Tauw: ‘De locatie is
als stortplaats gebruikt voor onder andere bedrijfsafvalstoffen. Daarnaast deed het verhaal de ronde dat er illegaal afval vaatjes gedumpt waren. De exacte omvang van de verontreiniging was echter niet duidelijk.’ Peter Staats vult aan: ‘Een traditionele aanpak zou zijn geweest om het hele terrein te onderzoeken en de precieze mate van vervuiling in kaart te brengen. In dit project hebben we besloten andersom te werken. We zijn gestart met het benoemen van het gewenste eindresultaat en het uiteindelijke gebruiksdoel van de locatie. Aan de hand daarvan hebben we bepaald welke onderzoeken noodzakelijk waren om de haalbaarheid van het project aan te tonen. Daarbij hebben we eerst gekeken welke informatie elders al voor handen was. Alle informatie is verwerkt in scenario’s waarin de mogelijke risico’s geanalyseerd zijn.’ Jan Koolenbrander: ‘De studie toonde aan dat het initiatief economisch haalbaar was, maar vanwege de milieuwetgeving zag iedereen beren op de weg in plaats van kansen. Mijn taak was om een weg te vinden in de regels en procedures en aan te tonen dat het project ook
op dat gebied haalbaar was. Daarvan moesten we de bevoegde overheden, waaronder de gemeente Deventer, zien te overtuigen.’
Ontwerpproces In een volgende stap werd de omgeving bij het traject betrokken. Peter Staats: ‘De voormalige vuilstort was in de loop der jaren begroeid met groen, waardoor het gebied oogde als een park. In de beleving van de bewoners van de naastgelegen woonwijk was het feit dat er een bedrijventerrein zou komen erger dan dat zij naast een vervuilde stortplaats woonden. Er is veel energie in de communicatie gestoken om de plannen uit te leggen. In het ontwerpproces is bovendien rekening gehouden met de wensen van de bewoners, waaronder de aanleg van een hoogwaardige groene zone om het terrein heen die als een geluidswal fungeert.’
Grondwerk In 2006 ging het licht voor de verwezenlijking van het project definitief op groen. Peter Staats: ‘In bouwteamverband met de gemeente Deventer en Tauw hebben we het technisch ontwerp gemaakt. In februari 2008 zijn we samen met BAM Milieu, onderdeel van BAM Wegen, gestart met de realisatie. De uitvoering bestond met name uit grondwerk. Daarom hebben we ook een beroep gedaan op BAM Grondtechniek, onderdeel van BAM Civiel. Daarnaast is een deel van het werk uitgevoerd door Dusseldorp,
een aannemer die is gevestigd op het aangrenzende bedrijventerrein. Naast het grondwerk is ook de aansluitende weg opnieuw ingericht, is het riool vernieuwd, zijn kabels en leidingen omgelegd en is het profiel van de weg aangepast.’ Jan Koolenbrander: ‘Omdat we niet vooraf de hele stortplaats hadden getest en onderzocht, konden we veel details pas in de uitvoeringsfase invullen. We wisten immers niet wat we in de grond zouden tegenkomen en welk risicoscenario bewaarheid zou worden. Een eis binnen het project was dat de grond binnen het gebied moest blijven. De grond is telkens ter plaatse onderzocht en vervolgens over het terrein verschoven. Hoe zwaarder de verontreiniging, hoe verder weg van de oppervlakte die grond moest komen te liggen.’
Complex Op 1 september jl. zijn de werkzaamheden afgerond. De betrokken partijen kijken tevreden terug op de gekozen aanpak. Peter Staats: ‘We wisten vooraf dat er dingen zouden gebeuren die we niet konden voorzien. Het project staat of valt dan met de technische bekwaamheid van mensen en kan alleen in teamverband gerealiseerd worden. Het is sociaal te complex en er zijn te veel invloeden om het alleen te kunnen doen. Samenwerken is het toverwoord.’ Jan Koolenbrander: ‘Met een traditionele benadering was dit project nooit van de grond gekomen. Ik zou de gekozen werkwijze graag nog eens herhalen bij toekomstige projecten.’
16 | Infra Actie
17 | Infra Actie
Ferry de Bruin (links) en Jan van der Meer.
Realisatie nieuwe afvalverbrandingsinstallatie in Roosendaal
Bouwen aan energie In Roosendaal realiseert een consortium van BAM Civiel en Von Roll INOVA in opdracht van SITA ReEnergy een nieuwe Energie Uit Afval-installatie. Dat gebeurt onder begeleiding van BAM Energie, dat zich specifiek richt op de groeiende energiemarkt.
B
‘
AVIRO, de BedrijfsAfvalVerbrandingsInstallatie Roosendaal, wordt met de modernste technieken uitgerust’, vertelt Jan van der Meer, business unit directeur van SITA ReEnergy. ‘De nieuwe installatie voldoet straks niet alleen volledig aan de strenge Nederlandse regelgeving op het gebied van afvalverwerking, maar zorgt er ook voor dat 70.000 huishoudens van energie worden voorzien. De installatie is samengesteld uit twee lijnen en zal per jaar 291.000 ton afval verwerken en 275.000 MWh aan elektriciteit opwekken.’
Vertrouwen Voor de realisatie van de moderne installatie ging SITA ReEnergy eerst op zoek naar een geschikte partij om het project uit te voeren. Jan van der Meer: ‘Hoewel we heel goed wisten wat we wilden, hebben we eerst onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van het project. We hebben met diverse partijen in de markt gesproken om een indruk te krijgen van de investeringskosten. Toen we op basis daarvan met een behoorlijke zekerheid konden
het oog op dit specifieke project en eventueel volgende projecten gekozen voor een strategische samenwerking met GTI Fabricon, een dochteronderneming van de Suez Groep waartoe ook SITA ReEnergy behoort. Het project wordt ontworpen en uitgevoerd onder de regie van BAM Energie en haar partner Von Roll INOVA.’
Projectteam vaststellen dat het project haalbaar was, zijn we het vervolgtraject ingegaan door middel van een Europese aanbestedingsprocedure. We waren op zoek naar technische bedrijven die een dergelijk project aankunnen. In het consortium BAM Civiel/Von Roll INOVA hebben we een partij gevonden waarin we alle vertrouwen hebben.’
Regie Het consortium is in het design- & constructcontract volledig verantwoordelijk voor het ontwerp, de realisatie, het functioneren van de installatie en het onderhoud gedurende de garantieperiode van twee jaar. Ferry de Bruin, manager bij BAM Energie, licht toe: ‘Von Roll INOVA verzorgt de procesinstallatie, waaronder de ketel, de installatie voor de reiniging van rookgas, de elektrische installatie en de meet- en regeltechniek. BAM Civiel Projecten verzorgt het civiele ontwerp, de gebouwgebonden installaties en het energieopwekkingdeel, het zogenoemde Balance Of Plant. Voor dat laatste hebben we binnen het consortium met
Recente projecten waarbij BAM Energie betrokken was, zijn het ontwerp en de realisatie van de derde lijn van afvalverbrandingsinstallatie Twence in Hengelo en, in samenwerking met Von Roll INOVA, van de vierde lijn van Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) in Moerdijk. Daarnaast was BAM Energie onder meer actief bij het ontwerp en de bouw van de vierde lijn van Huisvuilcentrale Noord-Holland in Alkmaar. Ook kolen- en gasgestookte elektriciteitscentrales, convertorstations en LNG terminals behoren tot de expertise van BAM Energie. Ferry de Bruin: ‘Bij het project in Roosendaal begeleidt BAM Energie het hele proces, van ontwerp tot realisatie. We maken net als bij eerdere, soortgelijke projecten gebruik van alle disciplines die binnen Koninklijke BAM Groep aanwezig zijn. BAM Civiel Projecten, BAM Leidingen & Industrie, BAM Techniek en Tebodin vormen vaak de basis voor een projectteam. Maar ook andere werkmaatschappijen van BAM en externe partijen worden bij gelegenheid gevraagd deel te nemen. We stellen altijd een projectteam samen dat berekend is op de omvang en complexiteit van de opdracht. Dat hebben we ook gedaan voor BAVIRO.
BAM Energie is ook betrokken bij de vierde lijn van AZN Moerdijk.
Met Von Roll INOVA hebben we een samenwerkingsverband van meer dan achttien jaar.’
Hergebruik Jan van der Meer sluit af: ‘We kijken uit naar juli 2011, wanneer de installatie operationeel moet zijn. Al het afval dat niet herbruikbaar is, kunnen we dan verbranden. Dat levert energie op in de vorm van elektriciteit die we aan het openbare net leveren. Verder voorzien we een naastgelegen kweker van tropische planten van warm water voor de verwarming van zijn kassen. In de oven resteert na het verbrandingsproces een aantal restproducten, waaronder verbrandingsslakken. De metalen die daar nog in zitten worden eruit gehaald en gaan de hoogovens in. De restanten van de verbrandingsslakken worden tot kleine deeltjes verpulverd en worden gebruikt als fundering in de wegenbouw. Verder wordt tijdens het verbrandingsproces vliegas afgevangen dat als vulstof naar de asfaltindustrie gaat. De rookgassen worden gereinigd met chemicaliën. Het restproduct dat hierbij ontstaat, wordt verantwoord toegepast in Duitse zoutmijnen als opvulmateriaal. Het gehele verbrandingsproces is bovendien zo ingericht dat zelfs al ons regenwater wordt opgevangen en hergebruikt. Daar waar wij alles van afvalverwerking weten, weet BAM Energie alles over het ontwerp en de realisatie van de afvalverbrandingsinstallatie. Daarom laten we de coördinatie van dit project graag aan deze partij over.’
18 | Infra Actie
19 | Infra Actie
Aandacht voor veiligheid op alle niveaus binnen BAM Infra
Veiligheid op de werkvloer Actuele cijfers tonen aan dat het binnen BAM Infra steeds beter gaat met veiligheid op de werkvloer. Veilig werken blijft een belangrijk aandachtspunt. Niet alleen op beleidsniveau wordt actief aandacht besteed aan het onderwerp. Juist ook op de werkvloer groeit het veiligheidsbewustzijn en worden steeds meer initiatieven genomen om de veiligheid in de dagelijkse praktijk te verbeteren.
N
ico den Breejen houdt als terreinbeheerder toezicht op de naleving van veiligheid op de werf van BAM Wegen Regio Midden. Hij licht toe: ‘Qua veiligheid zijn we heel precies en zorgen we dat alles goed geregeld is. Ik controleer bijvoorbeeld altijd of de machines waarmee gewerkt wordt wel gekeurd en gecertificeerd zijn. Laatst zag ik dat een opslagruimte van gevaarlijke stoffen niet goed geventileerd werd. Als ik zoiets zie, geef ik dat direct door en wordt er niet doorgewerkt totdat alles goed geregeld is.’ Veiligheid is daarnaast vooral ook een kwestie van elkaar aanspreken op gedrag, vindt Nico den Breejen. ‘De veiligheidsregels lijken simpel, maar blijken niet altijd nageleefd te worden. Zo blijkt toch niet iedereen die de bouwlocatie opkomt veiligheidskleding en -schoenen te dragen. Ik spreek mensen daarop aan en zie collega’s
onderling dat ook steeds meer doen. Het is daarbij belangrijk om niet alleen te roepen wat wel en niet mag, maar vooral ook uit te leggen waarom iets niet goed is en te adviseren hoe het beter zou kunnen. Daardoor zien steeds meer mensen het belang in van veilig werken.’
Strikt Veilig werken krijgt ook bij BAM Rail continue aandacht, onder meer tijdens de dagelijkse werkzaamheden van Frans van Doremalen, senior hoofdmonteur baan in Den Bosch. ‘Waar het om veiligheid gaat, ben ik heel streng en strikt’, vertelt hij. ‘Ik waarschuw mijn collega’s voor bepaalde gevaren en attendeer mensen erop als zij niet de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, zoals een helm of een veiligheidsbril. Zij mogen hun werkzaamheden ook
pas hervatten als alles goed geregeld is.’ Het gedrag van Frans van Doremalen en zijn ploeg wisselslijpers ging niet onopgemerkt voorbij aan de medewerker op het gebied van kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu (KAM) die een handhavinginspectie op het werk verrichtte. Hij beloonde het goede gedrag met een groene kaart, een teken dat Frans van Doremalen en zijn team zich aan alle veiligheidsregels houden. ‘Ik ben al mijn hele leven preventief bezig met veiligheid. Dat moet ook wel met de gevaren die werken op het spoor met zich meebrengt. Vroeger werkten we gewoon tussen de treinbewegingen door en moesten we tijdens het werk altijd goed opletten. De jongere medewerkers zijn gewend om tijdens buitendienststellingen te werken. Het is belangrijk hen op de gevaren te wijzen en er samen voor te zorgen dat we scherp blijven.’
Materieel Ook tijdens de werkzaamheden van Cees van der Sar, chef werkplaats bij BAM Infratechniek Midden-West, staat veiligheid centraal. Hij vertelt: ‘In onze werkplaats onderhouden en repareren we alle materieel, van klein tot groot. We zorgen er onder meer voor dat de apparaten en machines gekeurd worden en aan alle veiligheidsrichtlijnen blijven voldoen. Elke nieuwe machine wordt door de fabrikant standaard met een CE-norm afgeleverd. Op het moment dat we als materieeldienst ingrijpende aanpassingen aan een machine doen, zijn wij feitelijk fabrikant.’ Cees van der Sar heeft een cursus bij NEN gevolgd waardoor de materieeldienst zelf de aangepaste machines van een geldige CE-norm kan voorzien. ‘Naast deze controlerende taak voor veilige machines hebben we vooral een adviserende rol naar collega’s toe. Ook worden binnen de diverse afdelingen van de materieeldienst
kruiselingse werkplekinspecties uitgevoerd die in de praktijk een beter resultaat geven dan alleen de eigen afdeling inspecteren. Op die manier gaat het onderwerp leven en wordt veiligheid iets van ons allemaal.’
PARTnerPlan BAM Civiel bracht onlangs een heel concreet initiatief op het gebied van veiligheid in de praktijk: het PARTnerPlan (Planmatige Aanpak Risicovolle Taken). Bij de vervanging van de Julianabrug in Zaandam paste BAM Civiel Noordwest het PARTnerPlan voor de eerste keer toe. Het plan heeft tot doel de veiligheid op het werk en de betrokkenheid van medewerkers te verhogen. Daartoe beantwoorden de uitvoerder en zijn ploeg specifieke vragen: Wat zijn de gevaren? Hoe verkleinen we het risico en wat hebben we daarvoor nodig? De antwoorden worden goed zichtbaar opgehangen in de keet. ‘Een goede ontwikkeling’, vindt timmerman Johan Vink. ‘Bij het invullen van het PARTnerPlan komen de verschillen tussen tekening en praktijk boven water. Zo kunnen we onze specifieke kennis en de ervaring van de werkvloer optimaal benutten. Bovendien heb je alle gemaakte afspraken zwart op wit.’ Ook uitvoerder Jeroen Schutter is enthousiast: ‘Ik heb het idee dat het PARTnerPlan leeft. We moesten ter ondersteuning van de hulpbrug damwandplanken nabij een zinker plaatsen, waar onder andere een 50KV kabel lag. Dat luisterde nauw, vooral omdat we vanaf het water werkten. Door het invullen van het PARTnerPlan heeft onze ploeg alle zaken goed op een rijtje gezet. Dat was heel verhelderend. Het PARTnerPlan zorgde voor extra veiligheid, meer efficiency en een grotere betrokkenheid.’
Binnen BAM Infra gaat de aandacht breed uit naar een veilige werksituatie. Zo is het Project Managementsysteem Infra (PMI) in ontwikkeling, een uniform managementsysteem dat ondersteuning biedt bij het managen en beheersen van multidisciplinaire, infrastructurele projecten. Daarnaast maakt veiligheid integraal onderdeel uit van de onlangs verschenen SE-wijzer (Systems Engineering), een handleiding voor de bedrijven binnen BAM Infra voor het praktisch toepassen van de Leidraad voor Systems Engineering. Hiermee kunnen oplossingsvrije specificaties worden vertaald naar praktische ontwerpen. De raad van bestuur van de BAM Groep hecht grote waarde aan veilig werken. Sinds lange tijd kent de Groep een BAM Veiligheidsrichtlijn. Elke werkmaatschappij, zowel nationaal als internationaal, is verplicht binnen het kader van de richtlijn haar beleid en managementsysteem verder te ontwikkelen en te handhaven. Om na te gaan in hoeverre elke werkmaatschappij voldoet aan het door de raad van bestuur vastgelegde kader worden Safety Awareness Audits (SAA) uitgevoerd. Hierbij beoordelen veiligheidskundigen van verschillende werkmaatschappijen elkaars organisatie op het gebied van veiligheid aan de hand van 90 vragen. Tijdens dit interne onderzoek wordt met name gekeken naar de beleving op het gebied van veiligheid. Deze audits leveren niet alleen mogelijke verbeteracties op, maar zorgen ook voor meer kruisbestuiving.
Bijzonder geschenk van BAM Betontechnieken Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van BAM Betontechnieken (onderdeel van BAM Civiel) in Schiedam is een bijzonder, betonnen speelkunstobject aangeboden aan Amerpoort te Baarn, een instelling voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Het geschenk van BAM Betontechnieken is het eerste object van de nieuwe kunstroute die op het terrein van Amerpoort is aangelegd. Het is een bijzonder kunstwerk dat de mogelijk heden van vrije vormen weergeeft in beton en holle en bolle vlakken vloeiend in elkaar laat overgaan. De organische vorm is verkregen met behulp van harmonicagaas, ballonnen en spuitbeton. Bewoners van Amerpoort hebben het object beschilderd. Het kunstwerk is op 15 september jl. onthuld.
Uniforme aanpak Systems Engineering Om op een eenduidige manier invulling te geven aan Systems Engineering, heeft BAM Infra met ondersteuning van CROW de SE-wijzer (Systems Engineering wijzer) opgesteld. De handleiding is een praktische uitwerking van de branchegerichte Leidraad voor Systems Engineering binnen de GWW-sector die door ProRail en Rijkswaterstaat is opgesteld. Met de SE-wijzer is er nu een handreiking beschikbaar voor de vertaling van oplossingsvrije specificaties naar praktische ontwerpen en kunnen de BAM Infrabedrijven Systems Engineering naar een hoger plan tillen. De SE-wijzer zal op verzoek ook beschikbaar worden gesteld aan alle geïnteresseerde marktpartijen. Hiermee wil BAM Infra de ontwikkeling van Systems Engineering in de sector ondersteunen.