Inhoudsopgave: Achtergrondinformatie ........................................................................................................... 3 Historie .............................................................................................................................. 3 Algemene .......................................................................................................................... 3 informatie .......................................................................................................................... 3 Productiviteit.......................................................................................................................... 4 Groeikracht............................................................................................................................ 5 Vruchtgrootte......................................................................................................................... 5 Economische vergelijking ...................................................................................................... 6 Aanleg perceel .................................................................................................................. 6 Aanleg kosten.................................................................................................................... 6 Arbeid:............................................................................................................................... 6 Afzet: ................................................................................................................................. 6 Impressie............................................................................................................................... 7 Teeltadvies............................................................................................................................ 8 Perceelskeuze................................................................................................................... 8 Bodem en bemesting......................................................................................................... 8 Plantmateriaal en boomvorm ............................................................................................. 8 Plantsysteem en plantafstand............................................................................................ 8 2.2. Bij het aanplanten .................................................................................................. 9 Gebruik potgrond........................................................................................................... 9 Planthoogte ................................................................................................................... 9 Stimuleren weggroei ...................................................................................................... 9 Boombehandeling.......................................................................................................... 9 en snoeiwijze ................................................................................................................. 9 2.3 Gedurende de teelt ................................................................................................ 9 Bodem en bemesting..................................................................................................... 9 Boombehandeling.........................................................................................................10 en snoeiwijze ................................................................................................................10 Gewasbescherming ......................................................................................................10 2.4 Aandachtspunten ..................................................................................................11 Regulatie vruchtdracht..................................................................................................11 Vruchtkwaliteit ..............................................................................................................11 Rassen en bestuiving ...................................................................................................11 Artikelen ...............................................................................................................................12 Bronvermelding: ...................................................................................................................15
Info VVA-1
Achtergrondinformatie Kruising:
(P. tomentosa x P. cerasifera).
Historie
Maart Lente Herfst Lente Lente Lente
1996 1999 2000 2002 2003 2005 2006
Eerste contact met professor dr. Wertheim Eerste contact met Professor Eremin Eerste 600 onderstammen geplant Eerste pruimenbomen op VVA-1 geleverd 23.000 onderstammen geplant 66.000 onderstammen geplant Eerste gecertificeerde virusvrije winterstekken geplant
Algemene informatie
VVA-1 KRYMSK - De onderstam voor intensieve pruimenteelt Voor een rendabele teelt van pruimen is het belangrijk om de boom klein te houden. Dat beperkt de kosten van snoei en pluk. Belangrijk is wel dat deze zwakke groei niet ten koste gaat van de productiviteit van de boom en de grootte van de vrucht. De nieuwe onderstam VVA-1 Krymsk® voldoet aan deze eisen. De bomen op deze onderstam groeien rustig, leveren een hoge productie en vergroeien uitstekend. Soort
Plum P. tomentosa x P. cerasifera
Herkomst
K. B. S., Rusland
Sanitaire status
Virus vrij: PNRSV, PDV, PPV, grond gebonden virussen
Groeikracht
Zwak; ± 40% zwakker dan gebruikelijke onderstammen als St.Julien A
Verenigbaarheid
Goede verenigbaarheid met pruim en abrikoos
Resistentie
Vorstresistent
Overig
Vroege en hoge productie, verankerd goed en geen root suckering
Kwekersrecht
Aangevraagd in 2002, Nr. 20020762
Merkenrecht
Aangevraagd in 2004
Bron: www.botden.com
Pagina 3 van 15
Info VVA-1
Productiviteit Uit meerdere proeven is inmiddels gebleken dat de VVA-1 een veelbelovende onderstam is. Een zwaarwegend voordeel t.o.v. de bestaande onderstammen is de vroeg intredende vruchtdracht. Deze start reeds vanaf het tweede groei-jaar. Uit proeven is gebleken dat de producties in de eerste jaren ruim twee maal zo hoog liggen in vergelijking met St. Juliën A. Op deze wijze kan de investering in nieuw plantmateriaal snel worden terugverdiend. Ook op latere leeftijd worden hoge producties gerealiseerd. (www.botden.com)
Bron: Perceel Ruud Klay: Victoria VVA-1 2e groeijaar
Pagina 4 van 15
Info VVA-1
Groeikracht Bomen op onderstam VVA-1 groeien rustig. In vergelijking met de St. Julien A is een verschil van ruim 40 procent waarneembaar. Dit betekent dat bomen op onderstam VVA-1 uitermate geschikt zijn voor een intensieve aanplant.
Groeiremmende maatregelen als wortelsnoei en inzagen zijn dan ook niet noodzakelijk. Dit kan gezien worden als een groot voordeel vanwege de negatieve invloed op de vruchtmaat die beide maatregelen teweegbrengen. (www.botden.com)
Vruchtgrootte Groeikracht en vruchtgrootte zijn twee zaken die nauw met elkaar in verbinding staan. Een daling in groeikracht betekent vaak ook een kleinere vruchtmaat. De onderstam Pixy is hiervan een duidelijk voorbeeld geweest. Met de onderstam VVA-1 realiseert men echter een omgekeerd beeld. Ondanks de hogere producties is het gemiddeld vruchtgewicht gelijk of hoger dan dat van St. Julien A. (Bron: www.botden.com)
(Bron: PPO)
Pagina 5 van 15
Info VVA-1
Economische vergelijking Op de kennisdagen 2007 in Wageningen is door Wouter van Teefelen en Gerard Poldervaart onderzoek gedaan naar het economisch vergelijk tussen St. Julian A. en VVA-1. Hieruit is naar voren gekomen dat de VVA-1 ook op economisch gebied zeer positief is bevonden. Aanleg perceel
Plantafstand Bomen/Ha Aanleg Levensduur
St-Juliën A. 4*2 1250 80 uur 18 jaar
VVA-1 3,5 * 1,25 2450 120 uur 18 jaar
St-Juliën A. € 4,50 € 2,20 € 2.500
VVA-1 € 6,75 € 2,20 € 2.500
Aanleg kosten
Boomprijs Ondersteuning Fertigatie Arbeid:
Dunnen (uur/ha) Uurloon Pluk Sorteren
St. Juliën A. 200 € 11,00 35 kg/uur 70 kg/uur
VVA-1 180 € 11,00 40 kg/uur 70 kg/uur
St-Juliën A. € 1,10 97% 4,5% € 0,06
VVA-1 € 1,10 97% 4,5% € 0,06
Afzet:
Prijs Leverbaar Provisie Verpakking
Productieniveau Reine Victoria: St-Juliën A: 22,5 t/ha VVA-1: 29,4t/ha Productieniveau Opal: St-Juliën A: 22,5 t/ha VVA-1: 27 t/ha
In de berekeningen is geen rekening gehouden met: -
Betere prijs door betere kwaliteit (Betere belichting en kleuring) Vroegere rijping (Opal)
Pagina 6 van 15
Info VVA-1
-
Minder gom bij R. Victoria Niet toegerekende kosten Productieverlies door te zwakke groei VVA-1
(Bron: (Economisch) vergelijk pruimenonderstammen, door ‘Gerard Poldervaart’
Impressie
Victoria op VVA-1 2e jaar
Victoria op St. Juliën A. 2e jaar
Vgl stam Opal VVA-1 en Ferlenain f2
Aanplant R. Klay VVA-1 2e jaar
Pagina 7 van 15
Info VVA-1
Teeltadvies Perceelskeuze
Bij de keuze van een voor VVA-1 geschikt perceel spelen een aantal aandachtspunten een rol. Steenfruit in het algemeen en VVA-1 in het bijzonder kan slecht tegen wateroverlast. Bodemstructuur, het gehalte organische stof en een goede ontwatering (o.a. drainage) moeten aandacht krijgen. Om een regelmatige en goede oogst zeker te stellen verdient de keuze van een niet-vorstgevoelig perceel sterk de voorkeur. Ook een sterk wisselende grondwaterstand kan nadelig werken op de bodemgesteldheid. Als sprake is van herinplant op grootfruit kan door het gebruik van bodemherbiciden in het verleden de groeikracht verzwakt worden. Probeer om dit te voorkomen niet terug te planten op de voormalige bomenrij. Om de eventuele risico’s van bodemschimmels te beperken verdient bij VVA-1 verse grond de voorkeur boven herinplant. Door een bodemanalyse uit te (laten) voeren vóór aanplant wordt inzicht verkregen in de bodemgesteldheid. Neem hiervoor contact op met uw voorlichter. Bodem en bemesting
Om de afvoer van water in de bodem te bevorderen dienen storende bodemlagen voor aanplant hersteld te worden. Eventuele sterke wisselingen in de bodem dienen genivelleerd te worden en dichte lagen kunnen waar mogelijk gebroken worden. Voor de laatste bodembewerking bestaat de mogelijkheid voedingselementen (en organische bodemverbeteraars) toe te dienen aan de bodem. Voedingselementen welke zich moeizaam verdelen in de bodem zoals onder andere calcium (Ca), fosfaat (P), magnesium (Mg) en kalium (K) kunnen in de bovenste bodemlaag (circa 30-40 cm) ingebracht en goed verdeeld worden. Ook de zuurgraad (pH) van de bodem kan voor aanplant door bijvoorbeeld een ‘bekalking’ op niveau gebracht worden (pH 5.5-6.5).
Plantmateriaal en boomvorm
Ten behoeve van een intensief teeltsysteem wordt als boomvorm een zogenaamde ‘slanke spil’ nagestreefd. De stammen van de (goed afgerijpte) pruimenbomen dienen een voldoende omvang en bij voorkeur over de gehele lengte van de boom lichte, vlakke vertakking. In de praktijk worden over het algemeen licht geveerde of gespoorde éénjarige bomen afgeleverd. Hierbij bestaan rasverschillen. De boom en het wortelgestel dient vrij te zijn van aantastingen. Controleer de bomen zorgvuldig bij binnenkomst van de kwekerij.
Plantsysteem en plantafstand
Zoals aangeven is bij het opstellen van het teeltadvies uit gegaan van een intensieve pruimenaanplant met als boomvorm ‘slanke spil’. Een zogenaamde ‘haag-aanplant’ aan draden of stokken waarbij een ondersteuning van de harttak mogelijk is tot circa 2.50 à 3.00 meter is aan te raden. Omdat pruimen géén dominante harttak kennen moet in het intensieve teeltsysteem het scheef zakken en daardoor ongewenste groeireacties voorkomen worden. Als plantafstand kan uitgegaan worden van 3.00 tot 3.50 meter tussen de rijen en op de rij 1.00 à 1.50 meter. De variatie kan bepaald worden door de verwachte groeikracht van het perceel en de beschikbare boomkwaliteit. Het totaal aantal bomen komt bij dit gekozen systeem uit tussen 1.900 tot 3.000 bomen per hectare.
Pagina 8 van 15
Info VVA-1 2.2.
Bij het aanplanten
Gebruik potgrond
Op met name zware gronden (> 55-60% afslipbaar) bevordert het gebruik van een hoeveelheid potgrond in het plantgat (circa 5 tot 10 liter per plantgat), doorgewerkt met de bestaande grond het aanslaan van de bomen. Op lichtere gronden kan bij een goede bodemstructuur én planting in het najaar overwogen worden rechtstreeks in de grond te planten. Extra aandacht voor ongediertebestrijding, het voorkomen van muizenschade en de watergift is bij de toepassing van potgrond noodzakelijk. Planthoogte
Als hoogte van de veredeling van de bomen boven de grond dient maximaal 10 centimeter aangehouden de worden. Er dient dus in tegenstelling tot veel andere fruitsoorten voldoende diep geplant te worden. Stimuleren weggroei
Naast bovengenoemde aspecten kunnen, om de weggroei van de geplante bomen te stimuleren ook onderstaande zaken positief werken. Planten in het najaar onder goede weersomstandigheden heeft voordelen voor het aanslaan van de bomen. Bij een stijgende bodemtemperatuur in het voorjaar kunnen jonge haarwortels snel (toegediende) voedingsstoffen opnemen. Naast wateroverlast moeten ook watertekorten in het groeiseizoen voorkomen worden. Een tijdelijk watertekort in de zomer kan de groei van de scheuten vroeg doen stoppen. Door middel van fertigatie (of bovengrondse beregening) kan adequaat water gegeven worden. Het controleren en sturen van de watergift kan met behulp van zogenaamde tensio-meters (o.a. Watermark) uitgevoerd worden.
Boombehandeling en snoeiwijze
Snoei volgens de regels van ‘Zahn’ moeten resulteren in een evenwichtige, gezonde en productieve boom. Kort na planten kunnen eventuele gebroken takken weggenomen worden. Hierbij dient de tak niet vlak langs de harttak verwijderd te worden maar op een ‘stompje’ van enkele centimeters geknipt te worden. Beschadigingen aan de boom kunnen vóór of na het planten met een bespuiting afgedekt worden om infecties van schimmels en bacteriën tegen te gaan. Over het algemeen moet snoei van de bomen pas opgestart worden na het eerste groei-jaar. Zorg bij een tijdelijke opslag van de bomen voor een goede bescherming tegen koude, wind en ongedierte. 2.3
Gedurende de teelt
Bodem en bemesting
Pruimen op VVA-1 vertonen in de praktijk vaak een iets lichtere bladstand. Onderzoek heeft aangetoond dat het gehalte aan hoofd- en sporenelementen in bladeren van pruimen op VVA-1 over het algemeen lager is dan bij de standaard gebruikte onderstam St. Juliën-A. Het blijkt dat met name de in de bodem minder ‘mobiele’ voedingselementen, zoals bijvoorbeeld fosfaat (P) en magnesium (Mg) hierbij de grootste verschillen geven. Het (extra) toedienen van beschikbare voedingsstoffen nabij het wortelstelsel kan tekorten in het gewas voorkomen. Hoofdelementen kunnen bij voorkeur via fertigatie (en/of het ‘aanstrooien’) bij de bomen gedurende het groeiseizoen toegediend worden. Voor een aantal voedingselementen
Pagina 9 van 15
Info VVA-1 zoals magnesium (Mg), borium (B), mangaan (Mn) en zink (Zn) is het verstandig (ook) bemesting door middel van ‘bladvoeding’ toe te passen gedurende het groeiseizoen. In de bijlage vindt u de resultaten terug van een in 2005 door de CAF uitgevoerd bemestingonderzoek (zie bijlage 1) bij pruimen op VVA-1 en gelijksoortige bomen op de sterker groeiende St. Juliën-A onderstam. Door de ervaringen op het gebied van bemesting is het jaarlijks uitvoeren van bodem- en bladanalyses bij VVA-1 van groot belang. Neem voor de verschillende mogelijkheden van analyses en voor gerichte bemestingsschema’s contact op met uw voorlichter. Gedurende de teelt heeft het afdekken van de zwartstrook met organische meststoffen of bodemverbeteraars een positieve invloed op bodemstructuur, vochthoudend vermogen, bodemleven en de beschikbaarheid van voedingsstoffen. Met behulp van het jaarlijks in het najaar op de zwartstrook toedienen van natuur- of groencompost zal (op termijn) de kwaliteit van de bodem en het gewas verder verbeterd worden. Hierbij dient uiteraard de wet- en regelgeving over het gebruik van meststoffen in acht genomen te worden. Boombehandeling en snoeiwijze
Een consequente snoeiwijze volgens de regels van ‘Zahn’ moet resulteren in een evenwichtige, gezonde boom en een goede, evenwichtige productie. Na het eerste groei-jaar dient d.m.v. de snoeiwijze een boomvorm nagestreefd te worden waarbij korte productieve scheuten over de gehele hoogte/lengte van de boom ‘vlak’ (horizontaal) ingeplant zijn. Overheersende en steil ingeplante takken dikker dan de helft van de harttak worden hierbij teruggesnoeid tot op een stomp van 5 tot 15 centimeter. Door deze maatregel en door de snoei in het voorjaar (tijdens droog weer) uit te voeren moet door de actieve sapstroom voorkomen worden dat schimmels en bacteriën infecteren. Voor meer informatie over de (Zahn-) snoei van pruimen op VVA-1 neemt u contact op met uw voorlichter. Gewasbescherming
Voor een goede bladkwaliteit, bloemknopsterkte en vruchtkwaliteit is een efficiënte gewasbescherming tegen ziekten en plagen op VVA-1 van groot belang. Een duurzame bestrijding van ‘pruimenroest’ is door de reguliere toelating van ‘Folicur’ bijvoorbeeld weer mogelijk. Vroegtijdige bladval kan door een gerichte inzet voorkomen worden. Ook voor de bestrijding van de melige pruimenluis zijn door de toelating van ‘Calypso’ meer mogelijkheden. Start met de inzet van deze (en andere) middelen vroegtijdig, zorg dus voor goede regelmatige waarnemingen in het gewas. Bacteriekanker (Pseudomonas) en loodglans zijn in pruimen moeilijk te bestrijden. Het voorkomen van deze ziekten door de snoei in het voorjaar uit te voeren, indien mogelijk (grove) snoeiwonden te behandelen met een wond-afdekmiddel en stammen te beschermen tegen wisselende temperaturen verdient de aandacht. Om gewasschade te voorkomen dient de onkruidbestrijding, zeker de eerste groei-jaren alleen met contactmiddelen zoals ‘Actor’ uitgevoerd te worden. Een gezond en voldoende groeikrachtig gewas resulteert in minder gevoeligheid voor ziekten en plagen. Door een efficiënte gewasbescherming en een evenwichtige voedings- en vochtvoorziening kan dit nagestreefd worden. Meer informatie over de bestrijding van ziekten en plagen in pruimen met het beschikbare en actuele middelenpakket kunt u verkrijgen bij de Centrale Adviesdienst voor de Fruitteelt (CAF).
Pagina 10 van 15
Info VVA-1 2.4
Aandachtspunten
Naast de in dit hoofdstuk weergegeven aandachtspunten zal de komende jaren meer aandacht nodig zijn voor onderstaande zaken bij de teelt van pruimen op VVA-1. Regulatie vruchtdracht
Met name het tijdstip van en de weersomstandigheden tijdens chemische bloemdunning (met bijvoorbeeld spuitzwavel of ATS) zijn van groot belang voor een goed eindresultaat. Op percelen met verschillende onderstammen en rassen zal hiervoor extra aandacht nodig zijn. Vruchtkwaliteit
Naast vruchtmaat en het voorkomen van innerlijke kwaliteitsproblemen zal (in de toekomst) ook vruchtsmaak meer aandacht vragen. Naast rassenkeuze, vruchtbehang en voldoende (zon-) licht zal wellicht ook met een gerichte meststoffengift de smaak van vruchten verder kunnen verbeteren. Meer onderzoek naar de optimale gehaltes aan voedingselementen in blad én vruchten is hiervoor noodzakelijk. Rassen en bestuiving
Op het gebied van het rassenassortiment en bestuiving zijn de komende jaren nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Naast Opal en Reine Victoria is de hoop gevestigd op goede (nieuwe) rassen welke kunnen zorgen voor een verlenging van het teelt- en afzetseizoen. Ook de groei van deze rassen op VVA-1 en mogelijke andere nieuwe onderstammen zal nauwlettend gevolgd (moeten) worden. (Bron: Teelthandleiding VVA-1 (CAF))
Pagina 11 van 15
Info VVA-1
Artikelen
Pagina 12 van 15
Info VVA-1
Pagina 13 van 15
Info VVA-1
Pagina 14 van 15
Info VVA-1
Bronvermelding: -
www.botden.com PPO Onderzoekscentrum Blad “Fruitteelt” Gerard Poldervaart (Kennisconsulent NFO en PT) CAF (Centrale Adviesdienst Fruitteelt)
Pagina 15 van 15