Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven en omgeving Het belang van het havenbekken als ‘paai- en opgroeigebied’ – Situatie 2008/2009
Opdrachtgever: NUON Power Generation RWE Power AG
December 2009
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 2
Opdrachgever:
NUON Power Generation RWE Power AG
Titel:
Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven en omgeving Het belang van het havenbekken als ‘paai- en opgroeigebied’ – Situatie 2008/2009
Uitvoerder:
BIOCONSULT Schuchardt & Scholle GbR Reeder-Bischoff-Str. 54 28757 Bremen Tel. 0421 · 620 71 08 Fax 0421 · 620 71 09
Klenkendorf 5 27442 Gnarrenburg Tel. 04764 · 92 10 50 Fax 04764 · 92 10 52
Internet www.bioconsult.de e-mail
[email protected]
Samenstellers:
Sandra Schulze Jörg Scholle Bastian Schuchardt David Kopetsch
Datum:
December 2009
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 3
Inhoud Samenvatting en conclusies............................................................................................. 8 1.
Eems-estuarium ...................................................................................................... 12
2.
Doelstelling, materiaal en methoden ...................................................................... 14 2.1 Basis- en abiotische parameters................................................................................. 15 2.2 Steekproeven naar juveniele en volwassen vissen met het kuilnet ............................... 16 2.3 Steekproeven naar eieren en larven met het bongonet ............................................... 18 2.3.1 Veldonderzoek .............................................................................................. 18 2.3.2 Laboratoriumonderzoek................................................................................. 19 2.4 Literatuuronderzoek.................................................................................................. 19
3.
Validatie vangstmethode (kuilnet) ......................................................................... 20
4.
Resultaten ............................................................................................................... 22 4.1 Standaard en abiotische parameters .......................................................................... 22 4.2 Soortensamenstelling juveniele en volwassen vissen ................................................... 23 4.2.1 Beschermingsstatus ...................................................................................... 23 4.2.2 Aantal soorten (per onderzoeksstation) .......................................................... 24 4.2.2.1 Vergelijking dag- en nachtvangsten ............................................... 25 4.2.3 Aanwezigheid en biomassa ............................................................................ 27 4.2.3.1 Vanuit ruimtelijke aspecten ........................................................... 27 4.2.3.2 Vanuit het seizoen bekeken........................................................... 33 4.2.3.3 Vergelijking dag- en nachtvangsten ............................................... 37 Dominantiestructuren................................................................................................ 40 4.2.5 Verdeling in diverse afmetingen ..................................................................... 42 4.3 Soortenverdeling vislarven ........................................................................................ 44 4.3.1 Aantal soorten .............................................................................................. 45 4.3.2 Aantallen...................................................................................................... 48 4.3.2.1 Seizoenaspecten........................................................................... 48 4.3.2.2 Ruimtelijke aspecten..................................................................... 50 4.4 Factor Dag/Nacht ..................................................................................................... 54
5.
Soorten van de Habitatrichtlijn en Rode Lijst Soorten ........................................... 56 5.1 Fint (Alosa fallax)...................................................................................................... 56 5.2 Rivier- en zeeprik...................................................................................................... 57
6.
Literatuuranalyse .................................................................................................... 58
Literatuur ....................................................................................................................... 59 Bijlagen .......................................................................................................................... 61
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 4
Afbeeldingen en tabellen Afbeelding 1: Overzicht van het Eems-estuarium. Onderzoeksgebied rood omkaderd. Bron: Google Earth..................13 Afbeelding 2: Situering van de onderzoeksstations in de Wilhelminahaven en buiten de haven (Eemsestuarium en Doekegat) in de periode juli 2008 – juni 2009......................................................................15 Afbeelding 3: Onderzoeksinstrument: aangepast kuilnet.................................................................................................17 Afbeelding 4: Bongonet....................................................................................................................................................18 Afbeelding 5: Watertemperatuur (ºC) en Zuurstofgehalte (mg/l) bij de onderzoeksstations (Haven, Eemsestuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 – juni 2009 (gemiddelden). Lijn onderbroken waar geen tussentijdse metingen werden verricht................................................................22 Afbeelding 6: Zoutgehalte (psu) bij de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 – juni 2009 (gemiddelden). ..........................................................................23 Afbeelding 7: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst per maandelijks onderzoek tussen juli 2008 en juni 2009. ................................24 Afbeelding 8: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar dag- en nachtvangsten..............................................................................26 Afbeelding 9: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) gevangen vissen in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................28 Afbeelding 10:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Clupea harengus in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................29 Afbeelding 11:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Merlangius merlangus in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................29 Afbeelding 12:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Osmerus eperlanus in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................30 Afbeelding 13:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Pomatoschistus spp. in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................30 Afbeelding 14:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Sprattus Sprattus. in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................31 Afbeelding 15:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Syngnathus rostellatus. in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). .................................................................................................................................................31 Afbeelding 16:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de Eems voor de minder vaak gevangen vissoorten in de periode juli 2008 – juni 2009, gerekend over alle onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).........................................................................32 Afbeelding 17:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) gevangen vissen in de periode juli 2008 – juni 2009, gemiddelde van de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium, Doekegat)......................34 Afbeelding 18:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de verschillende onderzoeksgebieden Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar maandelijkse vangsten in de periode juli 2008 – juni 2009..............................................................................................35
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 5
Afbeelding 19:Aanwezigheid van haring in de periode juli – november 2008 (X-as, linkerhelft) en februari – juni 2009 (X-as, rechterhelft). Bron: resultaten kuilnetvangst Bioconsult 2008-2009, cijfers hoeveelheden LOG-getransformeerd; Box-plots: bar = gemiddelde. ........................................................36 Afbeelding 20:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de Eems gevangen vissen bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar dag- en nachtvangsten............................................................................................................................................38 Afbeelding 21:Vergelijking van dag- en nachtvangsten op basis van de hoeveelheid (LOG-getransformeerd) aangetroffen Clupea harengus. Resultaten uit september 2008, maart 2009 en mei 2009, uitgesplitst naar onderzoeksgebieden. D = Doekegat, E = Eems-estuarium, H = haven. _d = dagvangsten, _n – nachtvangsten. ............................................................................................................39 Afbeelding 22:Samenhang tussen hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) en biomassa (kg/h/80 m²) voor haring (C. harengus) en sprot (S. Sprattus). Cijferoverzicht van de vangstresultaten tussen juli 2008 en juni 2009 bij de onderzoeksstations haven, Eems en Doekegat. Grondslag van de cijfers: alle in het kader van deze studie vergaarde gegevens..............................................................................41 Afbeelding 23:Dominantiecijfers (%) van meest voorkomende soorten, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems, Doekegat). De verschillen per periode worden duidelijk uit de standaardafwijkingen. ................................................................................................................................42 Afbeelding 24:Verdeling naar lengte en aantallen, op basis van de tellingen per soort, voor 4 vaak voorkomende soorten. Meting: juli 2008 – juni 2009 in alle gebieden. ......................................................43 Afbeelding 25:Hoeveelheid larven [larv./m³] (abundance) van de kleine zeenaald en grondels tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 – juni 2009, onder vermelding van de paaitijden (spawning season). .....................................................................................................................................................49 Afbeelding 26:Hoeveelheid larven [larv./m³] van de clupeida en tong tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 – juni 2009, o.v.v. de paaitijden. .......................................................................................................49 Afbeelding 27:Gemiddelde totale hoeveelheid (larv./m³) van de in de Eems geregistreerde vislarven aan de proefstations: Haven, Eems-Estuarium en Doekegat, gedifferentieerd naar maandelijkse viscampagnes in de periode juli 2008 – juni 2009. ....................................................................................50 Afbeelding 28:Geep (Belone belone), postlarve uit de Eemshaven .................................................................................51 Afbeelding 29:Gemiddelde hoeveelheid larven (larv./m³) in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009 ..........................................52 Afbeelding 30:Gemiddelde hoeveelheid larven (larv./m³) van de meest voorkomende larven in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009 ......................................................................................................................................52 Afbeelding 31:Gemiddelde totale hoeveelheid (larv./m³) van vislarven aan de proefstations Haven, EemsEstuarium en Doekegat, gedifferentieerd naar dag- en nachtbevissing. ...................................................54 Afbeelding 32:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in juli 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat....................................................................................................................................................61 Afbeelding 33:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in augustus 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...............................................................................................................................................62 Afbeelding 34:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in september 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, EemsEstuarium en Doekegat (dagbevissingen). ................................................................................................62 Afbeelding 35:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in september 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, EemsEstuarium en Doekegat (nachtbevissingen). .............................................................................................63
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 6
Afbeelding 36:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in oktober 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...............................................................................................................................................63 Afbeelding 37:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in november 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...............................................................................................................................................64 Afbeelding 38:Hoeveelheid haring (C. harengus) en wijting (M. merlangius) tijdens de periode september – november 2008 in de deelgebieden Doekegat, Eems-Estuarium en Haven. ............................................64 Afbeelding 39:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in februari 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...............................................................................................................................................65 Afbeelding 40:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve antallen [%] van de in maart 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen). ......................................................................................................................65 Afbeelding 41:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in maart 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (nachtbevissingen). ...................................................................................................................66 Afbeelding 42:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in april 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat....................................................................................................................................................66 Afbeelding 43:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 (11.05.09) geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, EemsEstuarium en Doekegat. ............................................................................................................................67 Afbeelding 44:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen). ......................................................................................................................68 Afbeelding 45:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. (nachtbevissingen). ..................................................................................................................68 Afbeelding 46:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in juni 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat....................................................................................................................................................68 Afbeelding 47:Variabiliteit van de taxa-cijfers (vangst-niveau) in de deelgebieden Doekegat (D), EemsEstuarium (E) en Haven (H) in september 2008, maart 2009 en mei (30.5.08), gedifferentieerd naar dag- (_d) en nachtvangsten (_n). ............................................................................69 Afbeelding 48: Varianties van de vangstcijfers van de 6 meest voorkomende soorten, gedifferentieerd naar vanggebied. Bevissingscampagnen juli 08 – juni 09 (zonder nachtbevissingen). Let op de verschillende schalen van de y-assen. ......................................................................................................72
Tabel 1:
Overzicht onderzoeksperioden van juli 2008 tot juni 2009. .......................................................................15
Tabel 2:
Diverse soorten in de Eems, bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, onderzoeksperiode: juli 2008 – juni 2009. .................................................................................................25
Tabel 3:
Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) en biomassa (kg/h/80 m²) voor de onderzoeksperiode juli 2008 tot juni 2009 (inclusief nachtvangsten) voor de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat. ......................................................................27
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 7
Tabel 4:
Resultaten van de variantieanalyses (Kruskal Wallice, post hoc Nemenyi). H = Hafen, E = Eems, D = Doekegat..................................................................................................................................33
Tabel 5:
Gemiddelde hoeveelheid (inclusief standaardafwijkingen) dominante soorten, uitgesplitst naar dag en nacht. H = Haven, E = Eems, D = Doekegat. Cijfers: september 2008, maart 2009 en mei 2009. * = de hoeveelheid was in dit deelgebied ’s nachts, statistisch gezien, significant hoger..........................................................................................................................................................39
Tabel 6:
Verdeling naar leeftijdsklassen van de meest voorkomende soorten (alleen vangsten met kuilnet) bij het onderzoeksstation Haven. Onderzoeksperiode juli 2008 tot juni 2009...............................44
Tabel 7:
Diversiteit soorten vislarven in de Eems bij alle onderzoeksstations: Haven, Eems-estuarium en Doekegat tijdens de periode juli 2008 – juni 2009 (vangsten met bongonet). ......................................45
Tabel 8:
Gemiddelde totale aantallen/vangst van de vislarven (larv. m-³) tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 tot juni 2009 aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. .........................51
Tabel 9:
Gemiddelde larvendichtheid per soort (larv./1000 m³ ) in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009 .....................53
Tabel 10:
Fintenaantallen bij Rysum & Terborg (Bioconsult 2009) en in het gebied Oterdum (mesohalin) & Spijk (polyhalin; Algemene Waterrichtlijn-Monitoring in 2009, Bioconsult 2010 i. Vorb.)........................56
Tabel 11:
Bewijs van rivier- en zeeprik in het onderzoekgebied, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009 ...............................................................................................................................................57
Tabel 12:
Resultaten van de correlatieanalyse (Spearman rank). Data: aantallen juli 2008 - juni 2009, dagvangsten (N = 99 vangsten). Rood: negatieve correlatie tussen aantallen van een soort en vanggebied. Blauw: positieve correlatie tussen aantallen van een soort en vanggebied. ....................70
Tabel 13:
Resultaten van de correlatieanalyse (Spearman rank). Data: aantallen juli 2008 - juni 2009, dagvangsten (N = 99 vangsten). Rood: negatieve correlatie tussen aantallen van een soort en vangdag. Blauw: positieve correlatie tussen aantallen van een soort en vangdag. Mei 09 = 11.5.09, mei 09b = 30.5.09. ....................................................................................................................71
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 8
Samenvatting en conclusies Achtergrond Zowel Nuon Power Generation als RWE zijn van plan aan de Wilhelminahaven (onderdeel van het Eemshavengebied) een elektriciteitscentrale te bouwen. De door Nuon geplande centrale zal 1.200 MWe gaan produceren en per seconde 45 m³ koelwater uit het havenbekken onttrekken. De centrale van RWE heeft 1.600 MWe capaciteit en zal ook koelwater aan de Wilhelminahaven onttrekken: tot 65 m³ per seconde. In totaal zullen beide centrales dus per seconde maximaal 110 m³ koelwater uit de haven onttrekken. Het havengebied van de Eemshaven ligt vlakbij een aantal Natura 2000 gebieden, waarvan vissen een belangrijk beschermd onderdeel vormen. In die gebieden geldt een nadrukkelijke bescherming van de vissoorten zeeprik, rivierprik en fint. Voornaamste doelstelling van deze studie is om de Wilhelminahaven als mogelijk ‘paai- en opgroeigebied’ voor vissen te evalueren. Daarvoor zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd: §
In hoeverre functioneert de Wilhelminahaven als ‘paai- en opgroeigebied’ (*) voor vissen, in vergelijking tot soortgelijke gebieden buiten de haven. Hiervoor was het nodig om onderzoek te doen naar de leeftijdsopbouw van de diverse aanwezige vissensoorten binnen en buiten de haven.
§
Het vastleggen van de samenstellingen en de aantallen van de diverse groepen vissen, alsook de variaties die per seizoen in de haven optreden. Deze gegevens vormen de basis voor het ontwerp van mogelijke maatregelen ter vermindering van de inzuiging van vissen met het koelwater.
§
De focus lag in het onderzoek ook op de Natura 2000-soorten zeeprik, rivierprik en (in het bijzonder) fint. Buro Bakker constateerde in de Passende Beoordeling dat “het onwaarschijnlijk is dat het aantal ingezogen exemplaren een negatief effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van deze soorten”.
(*) Onder ‘paai- en opgroeigebieden’ worden habitats verstaan, die voor de ontwikkeling van de soort van essentieel, dan wel levensbelang zijn. Voor vissen zijn in de zeer gevarieerde leefgebieden van estuaria alle functionaliteiten voorhanden. De bovengenoemde ecologische functies zijn daarbij voor elke soort anders. Estuaria (respectievelijk bepaalde delen) zijn voor estuarische vissen (inclusief trekkende soorten, zoals de spiering en de fint) van groot belang als paai- en opgroeigebied. Voor andere zeedieren (onder andere haring, schol en schar) is het estuarium erg belangrijk als opgroei- en voedingsgebied. Ter ondersteuning van de doelstellingen werd van juli 2008 tot juni 2009 op drie locaties elke maand onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van juveniele vissen, visseneieren en –larven: 1)
in de Wilhelminahaven (in het vervolg ‘haven’ genoemd),
2)
direct voor het havengebied (in het vervolg ‘Eems-estuarium’ genoemd) en
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 9
3)
in het Doekegat (in het vervolg ‘Doekegat’ genoemd).
Voor het vangen van de juveniele vissen en het verzamelen van visseneieren en larven, werden gangbare methoden toegepast. Er werd gebruik gemaakt van een aangepast kuilnet voor juveniele vis en van bongonetten voor viseieren en larven. In totaal werden met elk vangapparaat 14 onderzoeksvangsten gedaan. Elf daarvan vonden overdag plaats, drie ’s nachts. Teneinde de verzamelde resultaten toereikend en adequaat te kunnen analyseren, werd rekening gehouden met extra informatie over de betekenis van open getijdehavens in estuaria voor vissen. Hiervoor is ondermeer een literatuurstudie verricht, waarmee overigens geen relevante nieuwe inzichten werden verkregen. Het belang van de Wilhelminahaven als ‘paai- en opgroeigebied’ Het aantal verschillende soorten vis was in de haven, totaal bezien, kleiner dan buiten de haven. Vanuit kwantitatief oogpunt werden zowel in tijd (per seizoen) als in plaats (deelgebieden) per soort verschillen waargenomen. Zo was met name het voorkomen van haringen (Clupea harengus) in de haven groter dan in de buiten de haven onderzochte gebieden. Daarentegen kwamen Wijting (Merlangius merlangus) en Slakdolf (Liparis liparis) buiten de haven beduidend meer voor dan in de haven. De Waddenzee (inclusief de Buiteneems) is voor veel van de aangetroffen vissen een kraamkamer en/of een belangrijk opgroeigebied. De Wilhelminahaven heeft weliswaar een open verbinding met maar maakt geen deel uit van dit zeer uitgebreide natuurgebied. De resultaten tonen aan dat visseneieren in de haven en ook daarbuiten, niet zijn aangetroffen. Het aantal larven was, in vergelijking met het Eems-estuarium en het Doekegat, lager. Wel werd geconstateerd dat er in het havenbekken wel degelijk vislarven voorkomen en dat hun aantal, afhankelijk van het seizoen, kan oplopen. De gevonden resultaten wijzen er echter in hun totaliteit op, dat de Wilhelminahaven geen noemenswaardige functie als paaigebied heeft. Deze resultaten komen overeen met de conclusie in de Passende Beoordeling van Buro Bakker dat de Wilhelminahaven “met rechte, diepe oevers, geen vegetatie en grote diepte voor de meeste vissoorten niet de ideale plaats zal zijn om te paaien of op te groeien” (Buro Bakker 2007). Wel kan uit de aangetroffen vondsten worden geconcludeerd, dat de Wilhelminahaven een tijdelijke functie als verblijfsgebied voor bepaalde soorten zou kunnen hebben. Opvallend was dat het gebruik van het havenbekken soortspecifiek zeer verschillend was. De haven werd voornamelijk gebruikt door juveniele haring en in beperkte mate ook door de kleine zeenaald. Habitatrichtlijn De vissen die in het Natura 2000 gebied van het Eems-estuarium als beschermde diersoort gelden, te weten de zee- en rivierprik en de fint, werden in de Wilhelminahaven (die buiten het Natura 2000 gebied ligt) niet aangetroffen. Van de zee- en rivierprik werd wel een enkel exemplaar buiten de haven gevonden. Finten echter, kwamen tijdens de onderzoeksperiode ook in de andere gebieden (het Eems-estuarium en het Doekegat) niet voor.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 10
Het is niet aannemelijk, dat volwassen finten op hun weg naar hun potentiële paaiplaatsen in het zoetwatergebied van het aan getijden onderhevige deel van de Eems, doelgericht het havenbekken zullen opzoeken. Onderzoeksresultaten Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste onderzoeksresultaten op grond van het uitgevoerde visonderzoek. I)
Vangsten met het kuilnet (juveniele en volwassen vissen)
In totaal werden tijdens de onderzoeksperiode 27 soorten gevangen, die in 5 verschillende ecologische orden verdeeld konden worden. Drie van de gevonden soorten komen voor op de Nederlandse ‘Rode Lijst’: Aphia minuta (glasgrondel), Pholis gunellus (botervis) en Galeorhinus galeus (ruwe haai). Lampetra fluviatilis (rivierprik) en Petromyzon marinus (zeeprik) zijn belangrijke soorten, die voorkomen op de lijst van de Nederlandse Flora- en Faunawet (Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten) en in de Europese Habitatrichtlijn. Uit de cumulatieve analyse van alle vangsten blijkt, dat in het Doekegatgebied het grootste aantal verschillende soorten werd gevangen (21). Een vergelijkbaar getal (20) zien we voor het onderzoeksstation Eems-estuarium, direct voor de havenmond. In de haven werden beduidend minder verschillende soorten gevangen (14). Zes soorten werden uitsluitend bij het onderzoeksstation Doekegat gevangen; vier alleen bij het station Eems-estuarium. Slechts één soort werd uitsluitend in de haven gevangen. Hoeveelheid en diversiteit varieerden deels heel sterk tijdens de onderzoeksperiode: zowel plaatselijk, tussen de diverse onderzoeksstations, als tijdelijk, tussen de verschillende maanden. Per gebied bekeken, werden in de haven de meeste exemplaren gevangen. De vangsten (herleid naar de standaardeenheid exemplaren/h/80m2) zijn als volgt: haven 9.800 exemplaren/h/80 m², Eems-estuarium 2.800 exemplaren/h/80 m², Doekegat 2.900 exemplaren/h/80 m². Deze bevinding is hoofdzakelijk terug te voeren op de haring. Deze was met afstand de meest voorkomende soort en dus sterk bepalend voor de totaalcijfers. Gemiddeld werden in de haven >9.400 exemplaren/h/80 m² van de haring gevangen. De hoeveelheden in beide andere deelgebieden waren veel geringer: <2.400 exemplaren/h/80 m². De haring was daarmee ook in het Doekegat en bij het onderzoeksstation Eems-estuarium de meest voorkomende soort. Een hele reeks soorten werd buiten de haven vaker aangetroffen. Hiertoe behoorden met name sprot, wijting, grondel, kleine zeenaald en slakdolf. Sprot kwam met name bij het station Eemsestuarium het meest voor: ongeveer 140 exemplaren/h/80 m². Bekeken vanuit de verschillende seizoenen, werden in de zomer van 2008 (augustus, 8.500 exemplaren/h/80 m²) en de herfst van 2008 (19.000 exemplaren/h/80 m²) de grootste aantallen gevangen. In de andere perioden werd, met aantallen (herleid naar de standaardeenheid exemplaren/h/80m2) tussen de 3.300 en 4.700 exemplaren/h/80 m², aanmerkelijk minder gevangen. Tussen april en juni 2009 waren de aantallen het laagst: 83 tot 1.700 exemplaren/h/80 m². Dit seizoenspatroon werd in alle deelgebieden waargenomen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 11
II)
Eieren en larven
In het onderzoeksgebied werden in totaal 14 verschillende larvensoorten aangetroffen. In de haven waren dat er 10. Dit verschilde amper van de andere onderzoeksgebieden (10 en 11). Visseneieren werden niet gevonden. De grootste larvendichtheid (tot 2,7 exemplaren/m3, augustus 2008) en de laagste larvendichtheid (maart tot mei 2009, gemiddeld 0,15 exemplaren/ m3) werden onafhankelijk van de diverse onderzoeksgebieden geconstateerd. In de loop van het onderzoek werd een verwachte, seizoensbepaalde verandering waargenomen in de samenstelling van de groepen larven. Deze verandering had alles te maken met de verschillende paaiperiodes van de diverse soorten. Over de volledige onderzoeksperiode bekeken, werd in de Wilhelminahaven met grote plaatselijke en tijdelijke variabiliteit in totaal de laagste larvendichtheid geconstateerd. Bezien over de totale onderzoekstijd, lagen de aantallen ongeveer de helft lager dan buiten de haven. De in de haven het meest gevangen vislarven behoorden tot de soorten: kleine zeenaald, grondel en diverse exemplaren van de Clupeidae familie (haring en sprot). Geep, tarbot en griet kwamen niet veel voor en werden alleen in de haven gevangen. Op grond van hun sporadische aanwezigheid, zouden we hier van ‘toevalstreffers’ kunnen spreken. In tegenstelling tot bij de andere onderzoeksstations, werd in de haven geen tong gevangen. III)
Dag- en nachtbevissingen
Het onderzoek leverde verschillen op in diversiteit en hoeveelheden bij dag- en nachtbevissingen. In het donker werd, in vergelijking met overdag, duidelijk een grotere diversiteit aangetroffen, bij zowel juveniele als volwassen vissen. De geconstateerde verschillen in hoeveelheid waren, met name doordat er geen regelmaat was in het patroon van dag- en nachtbevissingen, niet eenduidig waar te nemen. Dat geldt met name voor de ‘dichtheid’ van de vislarven. De steekproeven die gedaan zijn bieden niet de mogelijkheid om een eensluidende uitspraak te doen over de verschillen tussen dag- en nachtbevissingen. Wel is duidelijk, dat ’s nachts soms hogere aantallen waar te nemen zijn. Algemeen bezien, overstijgt dit echter niet de aantallen die overdag voorkomen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 12
1. Eems-estuarium Zowel Nuon Power Generation als RWE zijn van plan aan de Wilhelminahaven (onderdeel van het Eemshavengebied) een elektriciteitscentrale te bouwen. De door Nuon geplande centrale zal 1.200 MWe gaan produceren en per seconde 45 m³ koelwater uit het havenbekken onttrekken. De centrale van RWE heeft 1.600 MWe capaciteit en zal ook koelwater aan de Wilhelminahaven onttrekken: tot 65 m³ per seconde. In totaal zullen beide centrales dus per seconde maximaal 110 m³ koelwater uit de haven onttrekken. Het havengebied van de Eemshaven ligt vlakbij een aantal Natura 2000 gebieden, waarvan vissen een belangrijk beschermd onderdeel vormen. In die gebieden geldt een nadrukkelijke bescherming van de vissoorten zeeprik, rivierprik en fint. De monding van de Eems (het Eems-estuarium) is naar ecologische begrippen een overgangszone tussen een zoetwater- en een zoutwatergebied. Kenmerkende eigenschap van zo’n overgangszone is, dat daarin leefgebieden van beide zones voorkomen. Er worden echter ook unieke, alleen in estuare gebieden voorkomende leefgebieden aangetroffen (Witt 2004). De Eems heeft een oppervlakte van ongeveer 500 km². De door het getij beïnvloede zoetwaterzone omvat ongeveer 37 km². Geografisch gezien, zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: een bovenloop die veel gelijkenis vertoont met een rivier, tussen de getijdendam bij Hebrum en Pognum (in de buurt van Emden) en de Dollard (een flauwe bocht, deels afgesloten door de Geisedamm). Vanaf de Dollard strekt zich het middelste, trechtervormige deel uit, dat stroomafwaarts tot de Eemshaven reikt. Vanaf hier gaat het estuarium geleidelijk over in de Waddenzee. Het deel vanaf Papenburg tot aan de monding van het estuarium is officieel ingedeeld in kilometers. Bij Papenburg begint het met kilometer 0. Bij kilometer 13 ligt Hebrum met de zich daar bevindende getijdendam. Tussen kilometer 35 en 53 verbreedt de Dollard zich meer en meer (10 x 10 km). Het eiland Borkum ligt bij kilometer 90. Het Eems-estuarium laat een voor estuaria kenmerkend verloop van het zoutgehalte in het water zien. Dat is het resultaat van de vermenging van zoet en zout water. De hoeveelheden zoet en zout water variëren plaatselijk bijna voortdurend zeer sterk, onder invloed van wind en het getij. In principe zijn, uitgaande van het ‘Venice System’, in de Eems de volgende zoutgehaltezones te onderscheiden (IBL 1997): •
Zoet water: tussen km 9 (Hebrum) en km 20 (Critzum) (zoutgehalte < 0.5 promille)
•
Oligohalien of zwak brak: tussen km 20 en 30 (Oldersum) (zoutgehalte 0.5 – 5 promille)
•
Mesohalien of brak: tussen km 30 en 51 (Knock) (zoutgehalte 5 – 18 promille)
•
Polyhalien of sterk brak: tussen km 51 en km 97 (Borkum) (zoutgehalte 18 – 30 promille)
•
Euhalien of zout: richting zee, vanaf kilometer 97 (Borkum) (zoutgehalte 30 – 35 promille)
Grote delen van het estuarium vallen, door hun hoge ecologische waarde, onder diverse milieubeschermingsmaatregelen. Ze zijn aangewezen als beschermd natuurgebied in het kader van
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 13
Natura 2000, of als Nationaal Park. De Eemshaven zelf valt echter buiten de Natura 2000 gebieden. De Eemshaven en de aangrenzende gebieden, die object van studie waren in dit onderzoek, liggen aan de zeezijde van het buitenste deel van het estuarium, in het polyhalien gebied (Afbeelding 1).
Afbeelding 1:
Overzicht van het Eems-estuarium. Onderzoeksgebied rood omkaderd. Bron: Google Earth.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 14
2. Doelstelling, materiaal en methoden Tussen juli 2008 en juni 2009 werd 14 keer onderzoek gedaan naar zowel de aanwezigheid van juveniele en volwassen vissen als naar de aanwezigheid van viseieren en vislarven: 11 keer overdag en 3 keer ’s nachts (Tabel 1). Voor het vangen van de juveniele vissen en het verzamelen van visseneieren en larven, werden gangbare methoden toegepast. Er werd gebruik gemaakt van een aangepast kuilnet voor juveniele vis en van bongonetten voor viseieren en -larven. In totaal werden met elk vangapparaat 14 onderzoekscampagnes uitgevoerd. Voornaamste doelstelling van deze studie is om de Wilhelminahaven als mogelijk ‘paai- en opgroeigebied1’ voor vissen te evalueren. Daarvoor zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd:
•
In hoeverre functioneert de Wilhelminahaven als ‘paai- en opgroeigebied’ (*1) voor vissen, in vergelijking tot soortgelijke gebieden buiten de haven. Hiervoor was het nodig om onderzoek te doen naar de leeftijdsopbouw van de diverse aanwezige vissensoorten binnen en buiten de haven.
•
Het vastleggen van de samenstellingen en de aantallen van de diverse groepen vissen, alsook de variaties die per seizoen in de haven optreden. Deze gegevens vormen de basis voor het ontwerp van mogelijke maatregelen ter vermindering van de inzuiging van vissen met het koelwater.
•
De focus lag in het onderzoek ook op de Natura 2000-soorten zeeprik, rivierprik en (in het bijzonder) fint. Buro Bakker constateerde in de Passende Beoordeling dat “het onwaarschijnlijk is dat het aantal ingezogen exemplaren een negatief effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van deze soorten”.
Op Afbeelding 2 staan de onderzochte gebieden aangegeven. Voor het station ‘Eems-estuarium’ werd gekozen, omdat daardoor een vergelijking mogelijk zou zijn tussen het havengebied en de aangrenzende Eems. De haven kenmerkt zich met name anders, doordat er praktisch geen stroming staat ten opzichte van de aangrenzende Eems. Het station ‘Doekegat’ deed dienst als verderweg gelegen referentiegebied. Onderzoek werd gedaan vanaf de krabbenkotter ‘Comet’, van eigenaar Ralph van Osten.
*1 Onder ‘paai- en opgroeigebieden’ worden habitats verstaan, die voor de ontwikkeling van de soort van essentieel, dan
wel levensbelang zijn. Voor vissen zijn in de zeer gevarieerde leefgebieden van estuaria alle functionaliteiten voorhanden. De bovengenoemde ecologische functies zijn daarbij voor elke soort anders. Estuaria (respectievelijk bepaalde delen) zijn voor estuarische vissen (inclusief trekkende soorten, zoals de spiering en de fint) van groot belang als paai- en opgroeigebied. Voor andere zeedieren (onder andere haring, schol en schar) is het estuarium erg belangrijk als opgroei- en voedingsgebied.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 15
2.1
Basis- en abiotische parameters
Behalve de resultaten van de gevangen vissen, werden ook andere cijfers vastgelegd, zoals fase van het getij, moment van het uitzetten en inhalen van het net, de actuele waterdiepte, de stroomsnelheid, windrichting en windkracht. Deze cijfers zijn vermeld in Bijlage 3.
Afbeelding 2: Situering van de onderzoeksstations in de Wilhelminahaven en buiten de haven (Eems-estuarium en Doekegat) in de periode juli 2008 – juni 2009.
Tabel 1: Overzicht onderzoeksperioden van juli 2008 tot juni 2009. Month
Stow net by day
Bongo net by day
Juli
07.07.08
08.07.08
August
04.08.08
05.08.08
September
03.09.08
04.09.08
October
13.10.08
14.10.08
November
24.11.08
25.11.08
February
19.02.09
20.02.09
December 2009
Stow net by night
Bongo net by night
03./04.09.08
04./05.09.08
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 16
March
18.03.09
19.09.09
April
20.04.09
21.04.09
May
11.05.09
12.05.09
May/Juni
30.05.09
31.05.09
Juni
22.06.09
23.06.09
18./19.03.09
19./20.03.09
30./31.05.09
31.05./01.06.09
De onderzoekscampagnes vonden in maandelijkse intervals plaats, met deze intervals is het mogelijk seizoensafhankelijke veranderingen, en het voorkomen van larven over het jaar te traceren. Tijdens elke onderzoekscampagne vonden 9 vangsten (3 aan ieder station) met het kuilnet plaats, verdeeld over de gehele getijdecyclus. Met het Bongonet werden tijdens elke campagne 27 onderzoeksvangsten uitgevoerd, waarbij steeds op ieder station 3 parallelle proefvangsten gedaan werden: in de bovenste, de middelste en de onderste waterlaag. (zie ook paragraaf 2.2.1) De metingen van de specifieke fysieke en chemische waarden (watertemperatuur, geleidingsvermogen, zuurstofgehalte en pH-waarde) werden verricht met een multimeetapparaat van de firma Yellow Springs. De actuele waterdiepte werd gemeten met het echolood van het schip. Het watervolume dat werd bevist, werd bepaald met een doorloopmeter van de firma Hydrobios, die werd bevestigd aan het frame van het gebruikte net.
2.2
Steekproeven naar juveniele en volwassen vissen met het kuilnet
Teneinde onderzoek te kunnen doen naar juveniele en volwassen vissen, werd een aangepast kuilnet toegepast (Afbeelding 3), dat bij alle 3 de onderzoeksstations gebruikt kon worden. Optimale vergelijkbaarheid van de cijfers was daardoor gewaarborgd. Het net had een frameoppervlak van 18 m² (3 x 6 m). De maaswijdte was 10 mm. Door de verschillende omstandigheden in de haven (amper getijdestroom) en buiten de haven (Eems-estuarium en Doekegat, met sterke getijdestromen) kon geen gebruikelijk kuilnet ingezet worden, zoals dat ook in de visserij wordt toegepast. Normaal gesproken wordt zo’n net passief in de getijdestroom gehangen. In de haven was het echter nodig om, door het ontbreken van stroming, het net langzaam door het water te slepen, wat met het aangepaste kuilnet mogelijk was. Bij beide andere onderzoeksstations werd het net, zoals een standaard kuilnet, in de getijdestroom gehangen. Bij alle stations werd voor het vissen de diepte aangehouden waarop ook de onttrekking van koelwater zal gaan plaatsvinden (gedetailleerde cijfers over de diepte waarop gevist werd vindt u in Bijlage 3). Het net werd ongeveer 30 minuten uitgezet. Bij elk station werden telkens 3 vangsten gedaan. De resultaten van de vangst met het kuilnet werden meteen genoteerd bij het aan boord brengen van de vis. De vis werd per soort onderverdeeld en de aantallen en het totaalgewicht per soort werden vastgelegd. Voor de Pomatochistus minutus en de P. Iozanoi zijn geen geldige
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 17
onderscheidscriteria voorhanden. Deze twee soorten zijn daarom als één geclassificeerd. Er kan bijna zeker worden aangenomen, dat het hierbij met name gaat om P. minutus omdat deze in het gebied veel vaker voorkomt. Er valt echter niet uit te sluiten dat er enkele exemplaren van P. Iozanoi zijn gevangen. Vervolgens werd de lengte van de vissen bepaald, met een afronding ‘op de centimeter naar beneden’. Bij grote vangstaantallen werd een representatieve steekproef gedaan, waarvan dan vervolgens de resultaten voor de totale vangst gebruikt werden. Om de resultaten van de diverse vangsten met elkaar te kunnen vergelijken, werd een standaard ingesteld van ‘aantallen exemplaren per uur per 80 m² oppervlak van de netopening’. Deze standaard wordt ook binnen de EU-Kaderrichtlijn Water toegepast. Een tabel met de ruwe gegevens treft u aan in Bijlage 6 (aantal exemplaren en biomassa per vangst en station in de gestandaardiseerde eenheid (hoeveelheid / h/80 m²) en aantal exemplaren en biomassa per m³.
Afbeelding 3:
Onderzoeksinstrument: aangepast kuilnet
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 18
2.3
Steekproeven naar eieren en larven met het bongonet
2.3.1 Veldonderzoek Voor het onderzoek naar eieren en vislarven werd op alle 3 de onderzoeksstations gebruik gemaakt van een bongonet. De twee cirkelvormige openingen van het net hadden beide een doorsnee van 0,5 meter. Het net was 2.5 meter lang. De mazen hadden een opening van 500 µm (Afbeelding 4). Al eerder werden met dit net, onder meer bij onderzoek in de Weser en in de Eems (onder andere BIOCONSULT 2006, 2007) goede resultaten behaald. Voor de onderhavige studie werden bij elk onderzoeksstation 3 parallelle proefvangsten gedaan: steeds in de bovenste, de middelste en de onderste waterlaag. In totaal kwamen we daarbij dus uit op 9 vangsten per station. De tijdsduur van één enkele vangst was 3 minuten. De doorstroming werd met een doorstroommeter bepaald. Deze was in het midden van het net aangebracht. De vangst werd telkens meteen na het aan boord brengen uitgezeefd (maaswijdte 500 µm) en geconserveerd in 96% ethanol. De soortindeling van de vislarven werd in het laboratorium gedaan.
Afbeelding 4:
Bongonet
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 19
2.3.2 Laboratoriumonderzoek In het laboratorium werden eerst de vislarven gescheiden van het restmateriaal dat na het zeven nog aanwezig was. Vervolgens werden de larven op taxonomisch niveau ingedeeld: familie, klasse of soort. Voor deze taxonomische onderverdeling werd gebruik gemaakt van: EHRENBAUM (1894, 1964), FRICKE (1987), HALBEISEN (1988), HASS (1969), RUSSELL (1976), SCHEFFEL (1989) en DIEKWISH (1987).
2.4
Literatuuronderzoek
Om goed te kunnen inschatten wat de ecologische betekenis van de haven kan zijn voor de vissen in de Eems, werd aanvullend op de onderzoeken naar de visstand, literatuuronderzoek gedaan. Daarbij werd met name gekeken naar het belang dat open getijdehavens in estuaria kunnen hebben voor vissen. Er is gebruik gemaakt van de databanken van ASFA (Aquatic sciences and fisheries abstracts) en het ISI Web of Knowledge (web of science).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 20
3. Validatie vangstmethode (kuilnet) Algemeen Voor het vangen van de juveniele en volwassen vissen werd, zoals hiervoor al beschreven, geen commercieel visgerei gebruikt. In plaats daarvan werd eigen visgerei gebruikt, dat zowel geschikt was voor de plaatselijke omstandigheden, alsook om aan de doelstellingen van de opdracht te voldoen. Doel was, om pelagische vissen te vangen in de buurt van de geplande koelwaterinname. In de commerciële visvangst worden deze vissen voornamelijk gevangen met kotters voorzien van een kuilnet. De methode wordt ook gebruikt voor de bilaterale (Nederlands-Duitse) ‘fish monitoring of the Water Framework Directive’ (WFD = Kader Richtlijn Water). Het vissen met het kuilnet is een passieve vismethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de getijdestroming. Het schip ligt voor anker en het net wordt in de stroming gehangen, waardoor de waterstroom als het ware gefilterd wordt. Het oppervlak van zo’n kuilnet bedraagt (afhankelijk van de grootte van de kotter) 90 tot 150 m². Omdat in de haven amper mogelijkheden waren om voor anker te gaan en ook omdat de benodigde stroming er ontbrak, was het niet mogelijk om daar een ‘gewoon’ kuilnet te gebruiken. Daarom werd een speciaal, klein kuilnet (stow net) vervaardigd, dat zowel op de conventionele manier (passief, gebruikmakend van de getijdestroom), alsook ‘actief’ kon worden ingezet (namelijk: door het langzaam door het water te slepen en zo de stroming na te bootsen). Op deze manier was gebruik in de haven, ondanks het ontbreken van de getijdestroming, mogelijk. Met inachtneming van enkele beperkingen, is deze aangepaste kuilnetvangstmethode het best te vergelijken met de gebruikelijke methode. Opmerking: als alternatief voor het commerciële kuilnet zou je ook aan de boomkor kunnen denken. De boomkor is echter met name bedoeld voor het vangen van op de bodem levende vissen. Die soorten zijn voor het onderzoek minder belangrijk, omdat de koelwaterinname ongeveer 6 meter boven de bodem zal plaatshebben. De met een boomkor gevangen pelagische vissen geven geen representatief beeld. Test (voor het begin van het onderzoek) Voordat het nieuwe kuilnet daadwerkelijk voor onderzoek werd gebruikt, werden eerst diverse praktijktesten gedaan op toepasbaarheid en vangstresultaat. Die testen gaven aanleiding om enkele optimalisaties aan het net door te voeren. Zo bleek het nodig om het gewicht te verhogen, waardoor het kuilnet beter vertikaal in de stroming gehangen (en gehouden) kon worden en daardoor de vangstresultaten niet ongunstig beïnvloed werden door de stroming. Aanvullend aan het vissen met het net, werden de vangstresultaten vergeleken met het beeld dat tegelijkertijd werd gegeven door het echolood (fishfinder) aan boord van het schip. Deze vergelijkingen vertoonden kwalitatief geen opvallende verschillen. Leverde het kuilnet een grote vangst op, dan toonde het signaal van het echolood ook een hoge visdichtheid aan. Bij mindere vangst toonde ook het echolood minder aanwezigheid van vis. Volgens de resultaten van de testen is onze conlusie, dat het gewijzigde kuilnet geschikt is om de gegevens voor de beantwoording van de doelstelling te genereren.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 21
Verdere validaties Voor het onderzoek werden met het kuilnet, verspreid over diverse gebieden én verdeeld over een lange periode, diverse hoeveelheden vis gevangen (zie Hoofdstuk 4). Om er achter te komen of deze natuurlijke variabiliteit, behalve door de territoriale en tijdgebonden factoren, mogelijk ook door de toegepaste vangsttechniek zou worden beïnvloed, werd gebruik gemaakt van informatie van het LNV (inspectieschip De harder). Die cijfers werden verkregen via hydro-akoestisch onderzoek met echolood, maar werden niet systematisch vastgelegd. Toch kon er een algemene overeenkomst uit worden afgeleid met de variabiliteit aan vis die met het kuilnet in de haven was gevangen. Volgens de gegevens van het LNV komen op sommige dagen tijdelijk grote scholen vis voor in de haven. Een continue hoge visdichtheid in de haven kon uit de cijfers van het LNV niet worden vastgesteld. Als aanvulling op de informatie van LNV werden tijdens de onderzoeksperiode ook enkele eigen echoloodtrajecten gevaren door de hele haven. Daarbij werden gegevens vastgelegd over de verspreiding van de vis per periode en per plaats. De resultaten zorgden voor de volgende inzichten: •
Er kon niet geconcludeerd worden dat vissen een voorkeur hadden voor een bepaald deel van de haven; de waargenomen variabiliteit in de diverse delen van de haven vertoonde geen duidelijk systematisch patroon dat wil zeggen plaatsen met constant buitengewoon veel vis werden niet waargenomen.
•
De betekenis van tijdelijke variabiliteit; Soms kwam er tijdelijk een beduidende variatie in de hoeveelheid vis voor. Zo werd waargenomen dat binnen de relatief korte tijd van 6 uur de signaaldichtheid toenam, doordat blijkbaar vissen de haven binnenkwamen.
•
Over het algemeen bevestigt het resultaat van het varen van het echoloodtraject de met het kuilnet aangetoonde variabiliteit. Er zijn geen bewijzen gevonden van duidelijke afwijkingen (bijvoorbeeld een door het echolood aangetoonde grote hoeveelheid vis, maar een kleine vangst) die tot een onderschatting van de visdichtheid in de haven zou kunnen leiden.
De geconstateerde variabiliteit (die sterk bepaald werd door de in tijd en ruimte wisselende verdeling van de in aantallen sterk dominerende haring; (zie paragraaf 4.2.3) is ons inziens niet het resultaat van de vangstmethode, maar wordt over het algemeen bepaald door seizoensafhankelijke en kortdurende verplaatsingen van vissen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 22
4. Resultaten 4.1
Standaard en abiotische parameters
Hierna treft u een selectie aan van fysische en chemische parameters, die een beeld geven van de algemene omstandigheden waaronder het onderzoek plaatshad. In Bijlage 5 zijn alle gedocumenteerde abiotische parameters in detail vastgelegd. De watertemperatuur wisselde, zoals verwacht, per seizoen. Er werd een verloop waargenomen van zomerse temperaturen van ongeveer 20º C (juli en augustus) tot ongeveer 5º C in november. De laagste temperatuur werd gemeten in februari: 1 tot 2º C. In de loop van het voorjaar liep de temperatuur geleidelijk op tot ongeveer 17º C in de vroege zomer (juni). De verschillen tussen de onderzoeksstations waren minimaal (Afbeelding 5). Tijdens de volledige onderzoeksperiode, van juli 2008 tot juni 2009, werd in totaal een relatief hoog zuurstofgehalte gemeten: > 7 mg/l (geen probleem voor vissen). ’s Zomers werd in de haven een iets hoger zuurstofgehalte gemeten dan bij de andere stations (Afbeelding 5)
Harbour
Ems Estuary
Doekegat
Harbour
Ems Estuary
Doekegat
26,0
13,0 12,0 11,0 10,0
16,0
9,0 11,0
8,0
oxygen [mg/l]
water temperature [°C]
21,0
7,0 6,0 6,0
06 .0 9
05 .0 9
04 .0 9
02 .0 03 9 .0 9d ay tim 03 e .0 9n ig ht tim e
11 .0 8
10 .0 8
5,0
08 .0 09 8 .0 8d ay tim 09 e .0 8n ig ht tim e
07 .0 8
1,0
Afbeelding 5: Watertemperatuur (ºC) en Zuurstofgehalte (mg/l) bij de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 – juni 2009 (gemiddelden). Lijn onderbroken waar geen tussentijdse metingen werden verricht.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 23
Het zoutgehalte van het water liep tijdens het onderzoek uiteen tussen 18 en 29 psu(*). Daarbij was de variabiliteit tijdens de periode juli-november 2008 kleiner dan in het voorjaar 2009. Over het algemeen was het zoutgehalte in de haven iets minder. Tijdens de proefperiode in februari (en met name in maart 2009 - dag en nacht) werd een in verhouding lager zoutgehalte van circa 19 psu (*) gemeten. De reden daarvoor is niet duidelijk. Wellicht leverde de rivier op dat moment bovenstrooms meer water af dan gebruikelijk (Afbeelding 6). *psu= Practical Salinity Unit
Harbour
Ems Estuary
Doekegat
31,00 29,00
salinity [psu]
27,00 25,00 23,00 21,00 19,00 17,00
06 .09
05 .09
04 .09
02 03 .09 .09 da yt 03 im .09 e ni gh tti m e
11 .08
10 .08
08 09 .08 .0 8d ay tim 09 .08 e ni gh tti m e
07 .08
15,00
Afbeelding 6: Zoutgehalte (psu) bij de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 – juni 2009 (gemiddelden).
4.2
Soortensamenstelling juveniele en volwassen vissen
4.2.1 Beschermingsstatus Volgens de lijst van de Nederlandse Flora- en faunawet (Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten) en volgens de Europese Habitatrichtlijn, zijn Lampetra fluviatilis (rivierprik) en Petromyzon marinus (zeeprik) belangrijke soorten. Drie soorten die in het kader van dit onderzoek gevangen werden staan op de Rode Lijst NL vissen. Ze vallen respectievelijk onder de
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 24
categorie ‘ernstig bedreigd’: Aphia minuta (glasgrondel) en de categorie ‘kwetsbaar’: Pholis gunellus (botervis) en Galeorhinus galeus (ruwe haai).
4.2.2 Aantal soorten (per onderzoeksstation) Het aantal per soort varieerde per tijdstip en gebied vaak enorm. Geen van de onderzoeksstations viel in de loop van het onderzoek evenwel op door structureel afwijkende, hogere of lagere cijfers.
Harbour
Ems
Doekegat
9 8 number of species
7 6 5 4 3 2 1 0 July
Aug
Sept
Oct
Nov
Feb
Mar
Apr
May 1 May 2 June
Afbeelding 7: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst per maandelijks onderzoek tussen juli 2008 en juni 2009. Wel lieten de onderzoeksstations ten opzichte van elkaar afwijkende cijfers zien met betrekking tot het aantal verschillende soorten. Uit de cumulatieve analyse van alle vangsten blijkt, dat in het Doekegatgebied het grootste aantal verschillende soorten werd gevangen (21). Een vergelijkbaar aantal (20) zien we voor het onderzoeksstation Eems-estuarium, direct voor de havenmond. In de haven werden beduidend minder verschillende soorten gevangen (14). Zes soorten werden uitsluitend bij het onderzoeksstation Doekegat gevangen; vier alleen bij het station Eemsestuarium. Slechts één soort werd uitsluitend in de haven gevangen.
In kwalitatieve zin werden beperkte plaatselijke verschillen vastgesteld. Lampetra fluviatilis, Gadus morhua, Pholis gunellus, Chelidonichthys lucernus, trisopterus Luscus en de haaiensoort Galerhinus galeus werden bijvoorbeeld alleen maar in het Doekegat gevangen; de soorten Ciliata mustela, Dicentrarchus labrax, Liza ramada en Arnoglossus alleen maar bij het station Eems-estuarium. In de haven kwam maar één soort exclusief voor: Aphia minuta (Tabel 2).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 25
Bij de genoemde soorten die in het Doekegat en in het Eems-estuarium werden aangetroffen ging het om incidentele vangsten. Hetzelfde geldt voor de glasgrondel die in de haven werd gevangen. Deze werd slechts op twee vangdagen gevonden (20 april en 30/31 mei 2009). Van alle 12 soorten die slechts incidenteel zijn gevangen, vond van 5 de vangst ‘s-nachts plaats (zie paragraaf 4.2.3.1).
Tabel 2: Diverse soorten in de Eems, bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, onderzoeksperiode: juli 2008 – juni 2009.
Species Agonus cataphractus Aphia minuta Arnoglossus laterna Chelidonichthys lucernus Ciliata mustela Clupea harengus Dicentrarchus labrax Gadus morhua Galeorhinus galeus Gasterosteus aculeatus Lampetra fluviatilis Limanda limanda Liparis liparis Liza ramada Merlangius merlangus Myoxocephalus scorpius Osmerus eperlanus Petromyzon marinus Pholis gunellus Platichthys flesus Pleuronectes platessa Pomatoschistus spp. Solea solea Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus Trachurus trachurus Trisopterus luscus Total aantaal van soorten
4.2.2.1
Soort Harnasman Glasgrondel Schurftvis Rode Poon Vijfdradige Meun Haring Zeebaars Kabeljauw Ruwe Haai Driedoornige Stekelbaars Rivierprik Schar Slakdolf Dunlipharder Wijting Zeedonderpad Spiering Zeeprik Botervis Bot Schol Grondels Tong Sprot Kleine Zeenaald Horsmakreel Steenbolk
Hafen x x
Eems- estuarium x
Doekegat
x x x
x x x
x x x
x
x
x x
x x x x x x x
x x
x x x x x x
x x x x x x x
14
20
x x x x x x x x x x x x x x x x x 21
Vergelijking dag- en nachtvangsten
Om er achter te komen of (en in hoeverre) de factor ‘tijdstip van de dag’ van invloed was op het aantal soorten en de aantallen per soort, werd tijdens 3 onderzoeksperioden (september 2008, maart 2009 en mei 2009) ook ’s nachts gevist. Die vangsten vonden bij alle drie de
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 26
onderzoeksstations plaats, aansluitend op het vangen overdag. Telkens werden 3 vangsten van elk een half uur doorgevoerd. De bijzondere nadruk lag daarbij met name op het havengebied, omdat daar de koelwaterinname is gepland. Hierna worden de resultaten vergeleken met die van vergelijkbare dagvangsten.
Harbour 12
number of species
10 8
daytime
6
nighttime
4 2 0
Sept 2008
March 2009
May 2009
Ems Estuary 12
number of species
10 8
daytime
6
nighttime 4 2 0
Sept 2008
March 2009
May 2009
Doekegat 12
number of species
10 8
daytime
6
nighttime
4 2 0
Sept 2008
March 2009
May 2009
Afbeelding 8: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar dag- en nachtvangsten. De resultaten laten verschillen zien tussen dag- en nachtvangsten, met name voor de parameter ‘totaal aantal soorten’. Met slechts één uitzondering (september 2008, Doekegat) werd ’s nachts een hoger aantal waargenomen (Afbeelding 8). De resultaten laten zien dat over het algemeen, zowel per plaats als per tijdstip, een sterke variabiliteit optreedt (Afbeelding 47, Bijlage 2). Dat geldt met name voor de dagvangsten in het
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 27
gebied van het Doekegat (Afbeelding 47, D-d, Bijlage 2). De relatieve variatiecoëfficiënt (rvc) bedroeg hier 41,9%. De bilaterale verschillen in het Doekegat vertonen daarmee geen statistisch houdbaar verband (t-Test, p>0,1). Bij beide andere onderzoekstations waren de resultaten enigszins anders. De interne variabiliteit was er minder (rvc voornamelijk < 15%). Het grotere aantal soorten tijdens de nachtvangsten (september 2008, maart 2009 en mei 2009) wijst op een statistisch houdbaar verband: ’s nachts was het aantal soorten groter dan bij gelijksoortige vangsten overdag (t-Test, p<0,05). De hogere getallen waren echter niet terug te voeren op soorten die alleen ’s nachts actief zijn. Daarom speelde bij deze vangsten mogelijk toeval een bepaalde rol. De vaker voorkomende soorten werden zowel overdag als ’s nachts gevangen.
4.2.3 Aanwezigheid en biomassa In het volgende gedeelte behandelen we de parameters ‘aanwezigheid’ en ‘biomassa’. De gevonden resultaten worden daarbij onderverdeeld naar onderzoeksstation en naar periode. Voor de parameter ‘aanwezigheid’ werden, analoog aan ‘soortenaantal’, statistische vergelijkingen uitgevoerd op plaatselijk niveau(deelgebieden) en per periode. Voor de parameter ‘biomassa’ werd geen specifieke test gedaan, omdat deze rechtstreeks in verband staat met de parameter ‘aanwezigheid’. De resultaten komen overeen.
4.2.3.1 Vanuit ruimtelijke aspecten Tijdens het onderzoek, van juli 2008 tot juni 2009, werd de grootste aanwezigheid van vis vastgesteld in de haven. Per gebied bekeken, werden in de haven de meeste exemplaren gevangen. De vangsten (herleid naar de standaardeenheid exemplaren/h/80m2) zijn als volgt: haven 9.800 exemplaren/h/80 m², Eems-estuarium 2.800 exemplaren/h/80 m², Doekegat 2.900 exemplaren/h/80 m². (Tabel 3, Afbeelding 9) Ook wat betreft biomassa was er verschil tussen de gebieden. In totaal lag de gemiddelde biomassa in de haven, met ca. 50 kg/h/80 m² ongeveer een factor 3 hoger dan in de beide andere gebieden. Dat komt rechtstreeks overeen met de aanwezigheidscijfers (Tabel 3).
Tabel 3: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) en biomassa (kg/h/80 m²) voor de onderzoeksperiode juli 2008 tot juni 2009 (inclusief nachtvangsten) voor de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat. Hoeveelheid (Ind*h-1*80-2) Gemiddelde (Totaal)
Haven
Eems- Estuarium
Doekegat
9.777
2.762
2.856
49,82
13,24
17,90
Biomassa (kg*h-1*80-2) Gemiddelde (Totaal)
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 28
July
Aug
Sept
Oct
Nov
Feb
Mar
Apr
May 1
May 2
June
60000
Ind./h/80m²
50000 40000 30000 20000 10000 0
Harbour
Ems
Doekegat
Afbeelding 9: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) gevangen vissen in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). De geconstateerde verschillen werden voornamelijk door 6 veel voorkomende soorten veroorzaakt. Hier moet met name gewezen worden op de haring, die met 93% relatieve aanwezigheid de visstand sterk domineerde. De haring was met afstand de meest voorkomende soort en dus sterk bepalend voor de totaalcijfers. Gemiddeld werden in de haven >9.400 exemplaren/h/80 m² van de haring gevangen. De hoeveelheden in beide andere deelgebieden waren veel geringer: <2.400 exemplaren/h/80 m². De haring was daarmee ook in het Doekegat en bij het onderzoeksstation Eems-estuarium de meest voorkomende soort. Naast de haring kwamen ook de volgende soorten (hoewel in veel kleinere aantallen) relatief veelvuldig voor: sprot (Sprattus Sprattus), grondel (Pomatoschistus spp), kleine zeenaald (Syngnathus rostellatus), spiering (Osmerus eperlanus) en wijting (Marlangius merlangius). De Afbeeldingen 10–15 tonen per seizoen de aanwezigheid van de meest voorkomende soorten in de diverse deelgebieden. Afbeelding 16 geeft een samenvatting van de aanwezigheid van zeldzamere soorten. Let op: voor de duidelijkheid werd voor de diverse soorten een verschillende schaal gehanteerd om het aantal aan te geven.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 29
Clupea harengus Doekegat
Eems
Harbour
mean value [ind./h/80m²]
60000.0 50000.0 40000.0 30000.0 20000.0 10000.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
No ve m be r
O cto be r
Se pt em be r
Au gu st
Ju ly
0.0
Afbeelding 10: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Clupea harengus in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).
Merlangius merlangus Doekegat
Eems
Harbour
400.0
mean value [ind./h/80m²]
350.0 300.0 250.0 200.0 150.0 100.0 50.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
No ve m be r
O ct ob er
Se pt em be r
Au gu st
Ju ly
0.0
Afbeelding 11: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Merlangius merlangus in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 30
Osmerus eperlanus Doekegat
Eems
Harbour
mean value [ind./h/80m²]
250.0
200.0
150.0
100.0
50.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
No ve m be r
Oc tob er
Se pt em be r
Au gu st
Ju ly
0.0
Afbeelding 12: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Osmerus eperlanus in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).
Pomatoschistus spp. Doekegat
Eems
Harbour
mean value [ind./h/80m²]
2500.0
2000.0
1500.0
1000.0
500.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
No ve m be r
Oc tob er
Se pt em be r
Au gu st
Ju ly
0.0
Afbeelding 13: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Pomatoschistus spp. in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 31
Sprattus sprattus Doekegat
Eems
Harbour
mean value [ind./h/80m²]
2500.0
2000.0
1500.0
1000.0
500.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
r
No ve m be r
O cto be
Se pt em be r
Au gu st
Ju ly
0.0
Afbeelding 14: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Sprattus sprattus. in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).
Syngnathus rostellatus Eems
Harbour
600.0 500.0 400.0 300.0 200.0 100.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
Oc tob er No ve m be r
Se pte m be r
Au gu st
0.0 Ju ly
mean value [ind./h/80m²]
Doekegat
Afbeelding 15: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Syngnathus rostellatus. in de Eems in de periode juli 2008 – juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 32
Resterende vissoorten Doekegat
Eems
Harbour
mean value [ind./h/80m²]
120.0 100.0 80.0 60.0 40.0 20.0
Ju ne
M ay
Ap ril
M ar ch
Fe br ua ry
r
N ov em be r
O cto be
Se pt em be r
Au gu st
Ju ly
0.0
Afbeelding 16: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de Eems voor de minder vaak gevangen vissoorten in de periode juli 2008 – juni 2009, gerekend over alle onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). De resultaten laten over het algemeen een zeer uitgesproken variabiliteit zien in de aanwezigheid binnen de verschillende gebieden. (Afbeelding 48, Bijlage 2). Dat is met name het gevolg van de seizoensgebonden veranderingen (zie ook 4.2.3.2). Over het algemeen zijn de ruimtelijke verschillen minder duidelijk. Per soort bekeken, konden deels duidelijkere verschillen worden opgetekend. Voor de veel voorkomende soorten sprot (Sprattus Sprattus), grondel (Pomatoschistus spp), kleine zeenaald (Syngnthus rostellatus), spiering (Osmerus eperlanus) en wijting (Merlangius merlangius) is met een (“eenvoudige variantieanalyse” (H-Test volgens Kruskal-Wallice , Nemenyi Post Hoc) nagegaan. of er systematisch verschillen bestonden tussen de gebieden. Dat leverde de volgende soortspecifieke gegevens op:
•
Haring kwam in de haven beduidend vaker voor dan in de andere gebieden (H-Test, p<0.05).
•
Sprot, eveneens uit de clupeiden familie (haringachtigen) kwam daarentegen vaker voor in het Eems-estuarium dan in de haven (H-Test, p<0.1).
•
Andere veel voorkomende soorten, zoals de spiering, de wijting en de kleine zeenaald, kwamen telkens in minstens één gebied vaker voor dan in de haven, maar statistisch gezien waren de verschillen niet duidelijk (H-Test, p>0.1).
Tabel 4 geeft een samenvatting van de kwantitatieve vergelijkingen, uitgaande van de meest voorkomende soorten.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 33
Tabel 4: Resultaten van de variantieanalyses (Kruskal Wallice, post hoc Nemenyi). H = Hafen, E = Eems, D = Doekegat. Species Abundanz
Area
P
Statistical Significance Kruskall-Wallice
Haring
H > D/E**
P < 0.05
Statistical significant
Sprot
H < E*, H > D
P < 0.1
Statistical significant
Grondels
H < D, H > E
P > 0.1
Statistical not significant
Kleine Zeenaald
H > D, H < E
P > 0.1
Statistical not significant
Spiering
H < D, H > E
P > 0.1
Statistical not significant
Wijting
H < D, H < E
P > 0.1
Statistical not significant
De hierboven beschreven plaatselijke verschillen voor de meest voorkomende soorten, worden verduidelijkt door de resultaten van een correlatieonderzoek. Daarin wordt de relatie uitgedrukt tussen enerzijds de aanwezigheidscijfers per soort (alleen dagvangsten) en anderzijds het betreffende onderzoeksstation. Positieve correlatie (Spearman Rang ) tussen grote aanwezigheid en gebied werd aangetoond voor: •
de haring en de factor ‘Haven’(correlatiecoëfficiënt = 0.2777),
•
de sprot en de factor ‘Eems’ (correlatiecoëfficiënt = 0.163),
•
de wijting en de factor ‘Doekegat’ (correlatiecoëfficiënt = 0.23) en
•
de kleine zeenaald en de factor ‘Eems’(correlatiecoëfficiënt = 0.18).
Negatieve correlatie trad op bij haring en sprot in het Doekegat (correlatiecoëfficiënt = -0.238 en 0.248), net als bij de kleine zeenaald in de haven (correlatiecoëfficiënt = -0.153). Bij het onderzoek naar spiering en grondel kon geen ruimtelijk patroon worden aangetoond. (Tabel 12, Bijlage 2).
4.2.3.2
Vanuit het seizoen bekeken
Ook bij het zichtbaar maken van de seizoensaspecten ligt het focus op de parameter ‘aanwezigheid’ (omdat biomassa een direct verband toonde met aanwezigheid). Op de biomassacijfers wordt in paragraaf 4.2.4 (dominantiestructuren) en in Bijlage 1 dieper ingegaan. Zoals hierboven al vermeld, vormen de cijfers een zeer duidelijke afspiegeling van de variabiliteit zoals die zich per tijdvak en per seizoen voordoet. Over het algemeen bekeken, zijn er aanmerkelijke kwantitatieve verschillen tussen zomer/herfst 2008 en voorjaar 2009. In 2008 waren daarnaast de verschillen tussen de diverse vangdagen relatief groot.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 34
De totale maximale aantallen per vangst varieerden in de periode van augustus tot oktober 2008 tussen de 8500 en 19.000 exemplaren/h/80 m², terwijl in juli en november 2008 beide keren niet meer dan 4000 exemplaren/h/80 m² gevangen werden. Vergelijkbare schommelingen konden in het voorjaar van 2009 worden opgetekend. In februari en maart 2009 lag de totale aanwezigheid op een niveau, gelijk aan dat van juli 2008. Van april tot juni 2009 verminderde dat naar minimale vangsten van minder dan 83 exemplaren/h/80 m² (Afbeelding 17). De schommelingen werden beïnvloed door seizoensgebonden en jaarsafhankelijke effecten. Ze laten zich echter niet precies differentiëren. Toch is het in het algemeen de regel dat in winter en voorjaar geringere aantallen vissen in het onderzochte gebied aanwezig zijn.
20000
mean value ind./h/80m²
16000
12000
8000
4000
0 July
Aug
Sept Sept (day) (night)
Oct
Nov
Feb
Mar Mar April May 1 May 2 May 2 June (day) (night) (day) (night)
Afbeelding 17: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) gevangen vissen in de periode juli 2008 – juni 2009, gemiddelde van de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium, Doekegat). Een soortgelijk resultaat vertonen de verschillende deelgebieden. Zo werden voor het station ‘Eems-estuarium’ zeer duidelijke, seizoensgebonden aanwezigheidswisselingen vastgelegd, variërend van 9 exemplaren/h/80 m² (minimum) tot 12.000 exemplaren/h/80 m² (maximum). Dergelijke, en deels nog grotere verschillen werden gevonden voor het Doekegat en de haven. Bij alle gebieden werden de minimale aantallen geconstateerd tussen april en juni 2009. Opvallend is het hoge aanwezigheidsgetal dat in oktober 2008 uitsluitend in de haven werd aangetoond, met name veroorzaakt door een enorm aantal haringen (Afbeelding 18).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 35
Harbour
Ems
Doekegat
60000
Ind./h/80m²
50000 40000 30000 20000 10000 0 July
Aug
Sept
Oct
Nov
Feb
Mar
Apr
May 1 May 2 June
Afbeelding 18: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de verschillende onderzoeksgebieden Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar maandelijkse vangsten in de periode juli 2008 – juni 2009. De haring is met afstand de vis die in het gebied het meest voorkomt. Daarom worden de seizoensafhankelijke aanwezigheidscijfers ook grotendeels door deze soort bepaald. Dat geldt zowel voor de maxima (herfst) als voor de minima (voorjaar 2009). Daarbij doen zich gedeeltelijk sterke plaatselijke verschillen voor tussen de deelgebieden, omdat de maxima van de betreffende gebieden deels op verschilldende tijden werden vastgesteld. Afbeelding 19 laat de aanwezigheidscijfers van de haring zien, uitgesplitst naar deelgebied. Met name in oktober 2008 kwam deze soort in de haven in zeer grote aantallen voor. Dat gold zowel in absolute cijfers voor de haven zelf, als in vergelijking met andere deelgebieden.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 36
5
LOG (+1) Ind.*h-1* 80 m-2
4
3
2
1
0 Jul. 08
Aug. 08
Sep. 08
Okt. 08
Nov. 08
Feb. 09
Mrz. 09
Apr. 09
Mai. 09
Mai. 09
Jun. 09
Clupea harengus abundance Doekegat 25.09.2009 11:37:56
5
LOG (+1) Ind.*h-1* 80 m-2
4
3
2
1
0 Jul. 08
Aug. 08
Sep. 08
Okt. 08
Nov. 08
Feb. 09
Mrz. 09
Apr. 09
Mai. 09
Mai. 09
Jun. 09
Clupea harengus abundance Eems 25.09.2009 12:24:54 OENAN2.WST
5
LOG (+1) Ind.*h-1* 80 m-2
4
3
2
1
0 Jul. 08
Aug. 08
Sep. 08
Okt. 08
Nov. 08
Feb. 09
Mrz. 09
Apr. 09
Mai. 09
Mai. 09
Jun. 09
Clupea harengus abundance Harbour 25.09.2009 12:26:49 OENAN2.WST
Afbeelding 19: Aanwezigheid van haring in de periode juli – november 2008 (X-as, linkerhelft) en februari – juni 2009 (X-as, rechterhelft). Bron: resultaten kuilnetvangst Bioconsult 2008-2009, cijfers hoeveelheden LOG-getransformeerd; Box-plots: bar = gemiddelde.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 37
De hierboven aangegeven variabiliteit is zeer waarschijnlijk per soort onder invloed van kortstondige locatiewisselingen ontstaan. Ze is ten dele echter ook op seizoensgebonden patronen terug te voeren. Bepaalde aanwijzingen hiervoor zijn af te leiden uit een correlatieanalyse (Spearman Rank). Voor de vaker voorkomende soorten is een statistische samenhang af te leiden tussen moment van vangen en hoge aanwezigheid. Op basis van de cijfers is voor alle soorten voor de periode van augustus tot oktober 2008 een statistisch verband (positieve correlatie) af te leiden. Negatieve correlaties worden in april en mei 2009 waargenomen (betekent ook lagere aanwezigheid). Alleen voor de kleine zeenaald lag de maximale aanwezigheid in de vroege zomer. De resultaten van de statische analyses, op basis van de ter beschikking staande cijfers, wijzen op de volgende seizoensgebonden patronen van voorkomen voor de veelvuldig voorkomende soorten: •
Haring: indicaties van seizoensmaxima in zomer, herfst en deels voorjaar.
•
Sprot: zwakke indicaties van seizoensmaxima in de late zomer en deels in het voorjaar.
•
Spiering: zwakke indicaties van seizoensmaxima in de herfst en deels in het voorjaar.
•
Grondels: indicatie van een seizoensmaximum van de zomer tot in de late herfst.
•
Wijting: indicatie van een seizoensmaximum in de herfst en late herfst.
•
Kleine zeenaald: indicatie van een seizoensmaximum in de zomer.
De resultaten van de diverse analyses kunnen worden nagelezen in Bijlage 2.
4.2.3.3 Vergelijking dag- en nachtvangsten Analoog met het onderzoek naar de soortenaantallen, is ook onderzoek gedaan naar het eventuele verschil in aanwezigheid tussen de diverse soorten gedurende de dag. Tegelijk moet daarbij worden aangetekend, dat dit voor de aanwezigheid een minder duidelijk beeld gaf dan voor het aantal soorten. Er werden weliswaar ’s nachts overwegend meer exemplaren gevangen, maar evengoed zijn, onafhankelijk van vangstgebied en seizoen, ook soms overdag grotere vangsten gedaan (Afbeelding 20).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 38
Harbour
abundance ind./h/80m²
20000 16000 daytime
12000
nighttime
8000 4000 0 Sept 2008
March 2009
May 2009
Ems Estuary
abundance ind./h/80m²
14000
10500 daytime nighttime
7000
3500
0 Sept 2008
March 2009
May 2009
Doekegat area
abundance ind./h/80m²
10000 8000 daytime
6000
nighttime
4000 2000 0 Sept 2008
March 2009
May 2009
Afbeelding 20: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de Eems gevangen vissen bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar dag- en nachtvangsten. Op grond van de aangetoonde variabiliteit, kon – statistisch gezien - uit de dag- en nachtvangsten, in relatie tot de totale aanwezigheid van de diverse soorten, geen systematisch beeld worden afgeleid (p>0.1, Median Test). Zoals hierboven al aangegeven, werd het aangetoonde patroon sterk beïnvloed door de haring, welke veruit de meest voorkomende soort was. In totaal werden er overdag gemiddeld 4427 exemplaren/h/80 m² en ’s nachts gemiddeld 4966 exemplaren/h/80 m² gevangen. Dat patroon was voor alle 3 de onderzoeksstations hetzelfde (Afbeelding 21). De
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 39
5
5
4
4 Log(+1) ind*h*80²
Log(+1) ind*h*80 m²
verschillen in dag- en nachtvangst zijn voor de haringen, statistisch gezien, als ‘toevallig’ aan te merken (Tabel 5).
3 2 1
3 2 1
0 D_n
0
D_d
E_n
Doekegat_ C. harengus
E_d Eems_C. harengus
Log(+1) ind*h*80 m²
5 4 3 2 1 0 H_n
H_d Harbour_C. harengus
Afbeelding 21: Vergelijking van dag- en nachtvangsten op basis van de hoeveelheid (LOG-getransformeerd) aangetroffen Clupea harengus. Resultaten uit september 2008, maart 2009 en mei 2009, uitgesplitst naar onderzoeksgebieden. D = Doekegat, E = Eems-estuarium, H = haven. _d = dagvangsten, _n – nachtvangsten.
Tabel 5: Gemiddelde hoeveelheid (inclusief standaardafwijkingen) dominante soorten, uitgesplitst naar dag en nacht. H = Haven, E = Eems, D = Doekegat. Cijfers: september 2008, maart 2009 en mei 2009. * = de hoeveelheid was in dit deelgebied ’s nachts, statistisch gezien, significant hoger. Soorten hoeveelheid (ind.*h-1 *
80
Nacht (gem. totaal)
Dag (gem. totaal)
P
m-2)
Haring Sprot Pomatoschistus spp. Kleine Zeenaald
U-Test of Mediaan-Test gebied specifiek
4.966.0 +/- 4.233
4.427.3 +/- 2.910
p > 0.1
toeval
22,0 +/- 25,4
47,7 +/- 79,3
p < 0.05
alleen Eems* (D
458,2 +/- 315,1
217,4 +/- 33,0
p < 0.05
alleen Eems* (D
63,8 +/- 57,8
43,6 +/- 23,4
p < 0.1
Eems* (D>N), & Doekegat (D
Spiering
9,2 +/- 8,4
5,4 +/- 3,8
p > 0.1
toeval
Wijting
17,1 +/- 18,6
14,2 +/- 12,2
p > 0.1
toeval
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 40
Ook voor andere veelvoorkomende soorten, zoals sprot, grondel (Pomatoschistus spp), kleine zeenaald, spiering en wijting zijn verschillen aangetoond tussen dag- en nachtvangst (Tabel 5). Per deelgebied liepen de resultaten echter uiteen. Zo werd, bijvoorbeeld, de kleine zeenaald in het gebied Eems vaker overdag gevangen, terwijl dezelfde soort in het Doekegat ’s nachts vaker werd aangetroffen (Tabel 5). Hoewel er, statistisch gezien, ’s nachts en overdag verschillen zijn in de aanwezigheid van diverse soorten, is het toch niet mogelijk om uit de gevonden cijfers de conclusie te trekken, dat de dominerende soorten altijd ’s nachts in grotere aantallen gevangen zullen worden. Het onderzoek leverde verschillen op in diversiteit en hoeveelheden bij dag- en nachtbevissingen. In het donker werd, in vergelijking met overdag, duidelijk een grotere diversiteit aangetroffen, bij zowel juveniele als volwassen vissen. De geconstateerde verschillen in hoeveelheid waren, met name doordat er geen regelmaat was in het patroon van dag- en nachtbevissingen, niet eenduidig waar te nemen. Dat geldt met name voor de ‘dichtheid’ van de vislarven. De steekproeven die gedaan zijn bieden niet de mogelijkheid om een eenduidige uitspraak te doen over de verschillen tussen dag- en nachtbevissingen. Wel is duidelijk, dat ’s nachts soms hogere aantallen waar te nemen zijn. Algemeen bezien, overstijgt dit echter niet de aantallen die overdag voorkomen.
4.2.4 Dominantiestructuren Dominantiestructuren De vorige paragrafen hebben laten zien, dat de vangsten vooral beïnvloed werden door de haring. In het nu volgende deel gaan we daar wat dieper op in. Door een overzicht te tonen van de dominantiestructuren in de vissenpopulaties van de deelgebieden zullen we de zaak verhelderen. Daarbij gaan we uitsluitend uit van de dominantiestructuur op basis van de ‘aanwezigheidscijfers’. Biomassa laten we buiten beschouwing, omdat – zoals reeds eerder aangegeven – de cijfers vrijwel volledig overeenstemmen met die van de aanwezigheid. Die overeenstemming wordt nog eens aangetoond door het hier vastgestelde lineaire verband tussen aanwezigheid en biomassa. Afbeelding 22 laat dit bijvoorbeeld zien voor de soorten haring en sprot. Dezelfde resultaten zien we ook voor andere veel aanwezige soorten, zoals grondel en spiering.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 41
Y = -1,65232 + 5,42702e-03*X 95,0% Vertrauensintervall (Gerade) 95,0% Vertrauensintervall (Daten)
Y = 9,15343e-02 + 1,77487e-03*X 95,0% Vertrauensintervall (Gerade) 95,0% Vertrauensintervall (Daten)
2,0
300
200
100
0
R² = 0.98
biomass_S. sprattus [kg *h-1*80 m-2]
biomass_C. harengus
400
1,5
1,0
0,5
0,0
R² = 0.79 0
0
20000
40000
60000
abundance_C. harengus
200
400
600
800
1000
80000
abundance_S. sprattus [ind.*h-1*80 m-2] all areas
all areas
Afbeelding 22: Samenhang tussen hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) en biomassa (kg/h/80 m²) voor haring (C. harengus) en sprot (S. Sprattus). Cijferoverzicht van de vangstresultaten tussen juli 2008 en juni 2009 bij de onderzoeksstations haven, Eems en Doekegat. Grondslag van de cijfers: alle in het kader van deze studie vergaarde gegevens. De lineaire samenhang wijst erop dat in de loop van het onderzoek blijkbaar geen belangrijke veranderingen zijn waargenomen met betrekking tot het gemiddelde gewicht per exemplaar. Zo’n gewichtstoename zou bijvoorbeeld veroorzaakt kunnen zijn door lichamelijke groei, of door de komst van extra volwassen exemplaren, onder invloed van het seizoen. Beide factoren zijn evenwel, op grond van de gevonden cijfers, niet aan te tonen. Deze conclusie wordt versterkt door de in paragraaf 4.2.5 neergelegde resultaten van de meting naar diverse lengtes. Gedetailleerde cijfers over de dominantiestructuur, op basis van de parameter ‘biomassa’, zijn te vinden in Bijlage 1. Afbeelding 23 toont de dominantiestructuur op basis van de relatieve aantallen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 42
Ems
Harbour
100
100
N = 2,233 ind.*h -1*80 m -
other
strip. seesnail
whiting
herring
other
strip. seesnail
smelt
whiting
0 nil. pipefish
0 sprat
20
gobies
20
nil. pipefish
40
sprat
40
60
gobies
Anteil ind. (%)
60
herring
Anteil ind. (%)
80
2
80
2
smelt
N = 9,707 ind.*h -1*80 m -
Doeke 100 N = 2,793 ind.*h -1*80 m 2
Anteil ind. (%)
80 60 40 20
other
strip. seesnail
smelt
whiting
nil. pipefish
sprat
gobies
herring
0
Afbeelding 23: Dominantiecijfers (%) van meest voorkomende soorten, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems, Doekegat). De verschillen per periode worden duidelijk uit de standaardafwijkingen. De resultaten tonen duidelijk aan dat de haring in alle deelgebieden en bij bijna alle vangsten de vissenpopulatie duidelijk domineerde (Afbeelding 23). Dat geldt met name voor het deelgebied Haven. Daar was de haring met een gemiddelde aanwezigheid van 90% verreweg de dominerende soort. In april en mei 2009 waren wat afwijkende cijfers te zien. Het percentage spiering en kleine zeenaald was toen duidelijk groter (zie Bijlage 1). Daaruit valt echter niet af te leiden dat er meer exemplaren van deze soorten aanwezig waren, maar veel eerder dat in april en mei 2009, in vergelijking tot de zomer en de herfst van 2008, er minder haringen waren. Vergelijkbare resultaten zien we wat dit betreft ook voor de deelgebieden Eems en Doekegat. Ook hier was de haring, met een gemiddelde aanwezigheid van 70%, de dominerende soort. Op bepaalde momenten in het seizoen (bijvoorbeeld voorjaar 2009 – april, mei en juni) nam het percentage van de andere soorten toe. Met name bij grondel, kleine zeenaald, wijting en sprot. Evenals in de haven, waren die hogere percentages met name het gevolg van een afname van het aantal haringen.
4.2.5 Verdeling in diverse afmetingen Om eventuele bewijzen te vinden, of vissen van een bepaalde grootte of leeftijd bij de diverse onderzoeksstations een dominante plaats innamen, werden de meest voorkomende soorten op lengte onderzocht.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 43
Uit de cijfers van de lengte kunnen ook enige conclusies over de leeftijd worden getrokken. Kijken we naar de deelgebieden, dan is weinig verschil te zien in de lengte van de vissen. We kunnen dus niet concluderen dat de vissenpopulaties van de diverse gebieden een verschillende leeftijdsopbouw hebben. Afbeelding 24 laat de aantallen zien per lengteklasse, op basis van uitgevoerde metingen.
40
40
N = 63,455
35
35 30
rel. Frequency (%)
30
rel. Frequency (%)
N = 561
25 20 15
25 20 15
10
10
5
5
0
0 2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
2
4
6
8
length class_C. harengus [cm]
12
14
16
18
20
22
24
26
40
40
N = 354 35
35
30
30
rel. Frequency (%)
rel. Frequency (%)
10
length class_S. sprattus [cm]
25 20 15
25 20 15
10
10
5
5
0
N = 187
0 2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
2
4
6
length class_O eperlanus [cm]
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
length class_M. merlangius [cm]
Afbeelding 24: Verdeling naar lengte en aantallen, op basis van de tellingen per soort, voor 4 vaak voorkomende soorten. Meting: juli 2008 – juni 2009 in alle gebieden. De resultaten laten zien dat in eerste instantie kleinere soorten respectievelijk juvenielen van grotere soorten dominant zijn. Met name bij de haring is de juveniele groep van 7 tot 10 centimeter dominant. Naar alle waarschijnlijkheid is dit de leeftijdsgroep (LG) 0+ (vergelijk paragraaf 4.2.3). Vissen > 11 cm kunnen in de LG 1+ gerubriceerd worden. Haringen van de LG 2+ (ca. 16 – 18 cm) of LG 3+ (> 21 cm) werden slechts sporadisch gevangen. De bevindingen zijn in zoverre plausibel dat de haring tot de groep juveniele zeevissen behoort die in het gebied te gast is. Volgens verwachting is het aantal juveniele haringen dus groot. Op basis van de lengtemetingen, kon 84% van de haringen in leeftijdsgroep 0+ worden ingedeeld. De overige 16% bestond vrijwel volledig uit leeftijdsgroep 1+. Het aandeel van 2+ en 3+ beperkte zich tot enkele promillen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
30
32
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 44
Het in Afbeelding 24 getoonde patroon voor de haring werd in alle deelgebieden aangetroffen. Zoals boven reeds vermeld, werd haring in de haven met afstand het meest aangetroffen. Dat gold, zonder uitzondering, voor alle afmetingen. Vergelijkbare resultaten zien we voor sprot en spiering. Bij beide soorten was het aantal juvenielen (LG 0+) duidelijk waarneembaar. Anders dan bij de haring, waren bij sprot en spiering de aantallen oudere vissen (LG > 2+) wat hoger. Op grond van de groeicriteria ligt de grens van LG 1+ bij de sprot op ongeveer 6-7 cm. Daarop gelet, kon ongeveer 60% van de gevangen vissen als juveniel aangemerkt worden (AG 0+). Spiering < 6 cm werd tot de LG 0+ gerekend. Vissen > 10 cm zijn in de regel ouder dan 2 jaar. Uit het onderzoek is niet af te leiden dat vissen van een bepaalde lengte zich bij voorkeur in één van de verschillende onderzoeksgebieden ophouden. In tegenstelling tot de vorige soorten, waren bij de wijting de aantallen voor juveniele en oudere exemplaren ongeveer gelijk. Vissen tot ongeveer 20 cm (afhankelijk van wanneer ze gevangen werden) kunnen nog tot de LG 0+ gerekend worden. Tot ca. 25 cm vallen ze onder LG 1+ en > 25 cm onder LG 2+. Wijting > 20 cm kwam vooral in de late herfst voor. Exemplaren < 10 cm werden uitsluitend in het voorjaar en de zomer gevangen. Deze lengte werd ook alleen maar buiten het havengebied gevangen. Doordat het aandeel van de kleinere wijtingen slechts gering was, kunnen geen algemene conclusies getrokken worden. Voor de grotere exemplaren kan geen specifiek patroon worden opgesteld voor de gebieden. Over het algemeen kwam de wijting in de haven veel minder voor dan in de andere gebieden. Van de kleine zeenaald en tot op zekere hoogte ook van de grondel werden met name juveniele en LG 1+ exemplaren aangetroffen. Gebiedsvoorkeur van vissen met een bepaalde lengte is uit de cijfers niet af te leiden. Tabel 6 toont bijvoorbeeld, dat in de haven bij de meest voorkomende soorten (met name haring) vooral de juvenielen uit de leeftijdsgroep 0+ vertegenwoordigd zijn.
Tabel 6: Verdeling naar leeftijdsklassen van de meest voorkomende soorten (alleen vangsten met kuilnet) bij het onderzoeksstation Haven. Onderzoeksperiode juli 2008 tot juni 2009. leeftijdsklassen bij het onderzoeksstation Haven juveniel (0+) subadult+adult Soort (%) (%) Haring 84 16 Sprot 60 40 Wijting > 90 < 10 Spiering 50 50 Kleine Zeenaald > 50 < 50 Grondels > 50 < 50
4.3
Soortenverdeling vislarven
Bij het onderzoek met het bongonet hebben we ons met name gericht op de vroege vormen, die onder het ichtyoplankton zijn te rangschikken. Naast deze exemplaren, werden in de vangsten ook juveniele resp. volwassen exemplaren van klein blijvende soorten aangetroffen, zoals die ook met het kuilnet werden gevangen. Deze laatste soorten zijn niet in de hiernavolgende gegevens opgenomen. Wel moet worden opgemerkt, dat van bijvoorbeeld de kleine zeenaald geen echte
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 45
jonge larven zijn aangetroffen. Reden daarvoor is dat deze larven zich in die jongste fase nog in de buidel van het mannetje bevinden. Pas als ze groter zijn komen ze als post-larven in het vrije water. Ook bij de driedoornige stekelbaars en de grondel zijn met name post-larven aangetroffen. Omdat het hier voor alle genoemde soorten nog steeds om heel jonge dieren ging en ze vanwege hun grootte niet met het kuilnet gevangen konden worden, zijn ze hier meegenomen. De gevangen clupeiden (haringachtigen) en platvissen waren echter (bijna) allemaal exemplaren in het vroege larvenstadium. De in de haven het meest gevangen vislarven behoorden tot de soorten: kleine zeenaald, grondel en diverse exemplaren van de Clupeidae familie (haring en sprot). Geep, tarbot en griet kwamen niet veel voor en werden alleen in de haven gevangen. Op grond van hun sporadische aanwezigheid, zouden we hier van ‘toevalstreffers’ kunnen spreken. In tegenstelling tot bij de andere onderzoeksstations, werd in de haven geen tong gevangen.
4.3.1 Aantal soorten In het onderzoeksgebied werden in totaal 14 verschillende larvensoorten aangetroffen. In de haven waren dat er 10. Dit verschilde amper van de andere onderzoeksgebieden (10 en 11). Visseneieren werden niet gevonden. In alle 3 de onderzoeksgebieden werden vergelijkbare aantallen aangetroffen (Tabel 7). De grootste larvendichtheid (tot 2,7 exemplaren/m3, augustus 2008) en de laagste larvendichtheid (maart tot mei 2009, gemiddeld 0,15 exemplaren/ m3) werden onafhankelijk van de diverse onderzoeksgebieden geconstateerd.
Tabel 7: Diversiteit soorten vislarven in de Eems bij alle onderzoeksstations: Haven, Eems-estuarium en Doekegat tijdens de periode juli 2008 – juni 2009 (vangsten met bongonet). Species Agonus cataphractus Aphia minuta Clupea harengus Clupeidae indet. Platichthys flesus/ Pleuronectes platessa Gasterosteus aculeatus Belone belone Liparis liparis Pomatoschistus spp. Ammodytes sp. Solea solea Sprattus Sprattus Psetta maxima / Scophthalmus rhombus Syngnathus rostellatus Sum
December 2009
Soort Harnasman Glasgrondel Haring
Haven
Bot or Schol Driedoornige stekelbaars Geep Slakdolf Grondels Zandspiering Tong Sprot Tarbot or Griet Kleine Zeenaald 14
x x x x x x x
x x x 10
BIOCONSULT
Eems x x x x x
Doekegat
x x x x x
x x
x 11
x 10
x x x x x
x x
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 46
Extra informatie: paaitijd en aanwezigheid van vislarven langs de Noordzeekust Om ervoor te zorgen dat de gegevens over de larven, met name gekoppeld aan het seizoen, beter beoordeeld en geordend kunnen worden, wordt hier eerst per soort een algemeen overzicht gegeven van de paaitijd en de aanwezigheid. De volgende gegevens zijn onder meer afkomstig uit MUUS & NIELSEN 1994, EHRENBAUM 1964 en FRICKE 1987. Harnasman (Agonus cataphractus) paait van januari tot april. Na een zeer lange ontwikkelingstijd (10 tot 11 maanden) komen de 6 tot 8 mm grote larven tussen eind december en begin mei uit het ei en leven ze, tot ze ongeveer 2 cm groot zijn, pelagisch. Exemplaren harnasman werden in de onderzoeken vanaf 31 mei 2009 aangetroffen. Haring (Clupea harengus) bestaat uit diverse populaties of rassen. De rassen verschillen wat betreft grootte, snelheid van groeien, manier van rondtrekken, meristische kenmerken en paaitijd. Wat betreft het laatste, is voor de Noordzee onderscheid gemaakt tussen voorjaarspaaiers en najaarspaaiers. De larven van de haring worden vanaf de paaiplaatsen met de heersende stroming meegevoerd langs de Nederlandse, Duitse en Deense kust. Daar verblijven ze het eerste jaar van hun leven. Waarschijnlijk door lokale en rasafhankelijke verschillen in paaitijd, werden gedurende de hele periode van het onderzoek telkens weer jonge haringlarven aangetroffen. Sprot (Sprattus Sprattus) paait van januari tot juli. Na ongeveer 7 dagen komen de larven uit het ei en drijven ze, net zoals de haringlarven, op de stroom langs de kust. Na een jaar zijn ze ongeveer 10 cm lang. Sprotlarven werden met name in de maanden februari, maart, mei en juli in het onderzoeksgebied aangetroffen. De paaitijd van de kleine zeenaald (Syngnathus rostellatus) valt in de zomer. Na een relatief lange ontwikkelingstijd van ongeveer 4 weken komen de jongen uit het ei. Ze blijven daarna nog enige tijd in de beschutting van de buidel op de buik van het mannetje en komen als 13 tot 14 mm lange postlarven in het vrije water. Postlarven werden vooral in juli en augustus, maar ook nog in september en oktober aangetroffen. Voor het onderzoek werden zowel zeenaalden met larven in de buidel als al ‘vrije’ postlarven gevangen. Postlarven werden met name vanaf eind mei aangetroffen. Tot juli werden echter ook nog steeds mannetjes met larven in de buidel gevonden. De geep (Belone belone) paait van april tot augustus in ondiep water. Er wordt aangenomen, dat de geep meerdere keren per jaar paait. De eieren worden met 20 mm lange kleefdraden aan stenen, uitsteeksels en planten vastgemaakt. Na ca. 3 tot 5 weken komen de 13 mm lange larven uit het ei. Op dat moment zijn hun kaken nog niet uitgegroeid. In mei en juni werden de geeplarven in de haven dicht bij het wateroppervlak gevangen. De haven was de enige vangplaats van geeplarven. De paaitijd van de tong (Solea solea) valt in de maanden april tot augustus. Na ongeveer 10 dagen komen de 3,5 mm grote larven uit het ei. 4 tot 6 weken later begint bij een lengte van 12-14 mm de lichamelijke verandering en de jonge vissen dalen af naar de bodem. De Waddenzee kan als opgroeigebied van de tong worden aangemerkt. Tijdens de onderzoeksvangsten werd de tong al vanaf april tot in juni aangetroffen. In mei werden in het onderzoeksgebied ook dooierzaklarven gevonden.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 47
Tussen februari en april werden ook sporen van platvissen gevonden, die niet in verband gebracht konden worden met tong, griet of tarbot en waarvan de soortbepaling niet eenduidig gemaakt kon worden. Het zou kunnen gaan om schol, schar of bot. Schol (Pleuronectus platessa) paait in de Noordzee van januari tot aanvang juni. Na 10 dagen komen de larven, met een lengte van 6 tot 7,5 mm uit het ei. Na 1 tot 2 maanden, als de larven zo’n 10 mm groot zijn, begint de lichamelijke omvorming. Als ze 12 tot 14 mm groot zijn vertrekken de larven uit het diepere water en gaan ze leven op de bodem van de ondiepe kustwateren. De Waddenzee is ook voor deze soort de ‘kinderkamer’ te noemen. Ongeveer 70% groeit op in de Waddenzee, voor de kust van Nederland, Duitsland en Denemarken. In mei worden in het Zuidoostelijke deel van de Noordzee de meeste schollen in diverse ontwikkelingsstadia aangetroffen. Dat bij het onderzoek een schollarve is aangetroffen is mogelijk, maar lijkt vrij onwaarschijnlijk. De paaitijd van de schar (Limanda limanda) valt in vergelijking met die van de schol iets later: van eind januari tot midden juli. Soms duurt de paaitijd zelfs tot in augustus en september. De ontwikkelingstijd van ei naar larve is ongeveer 10 dagen. Pas nadat ze, ongeveer 14 mm groot, beginnen met hun lichamelijke omvorming, gaan ze over op het leven op de bodem. Omdat de schar meestal pas eind juni en juli in grote aantallen langs de kust te vangen is, is deze soort bijna uit te sluiten. De voortplanting van de bot (Platichthys flesus) gebeurt van eind januari tot eind april op redelijke afstand van de kust. De jonge vissen leven in zeer ondiep water. Ze hebben een voorkeur voor brak water, zodat ze veelvuldig voorkomen in de buurt van riviermondingen en baaien. Ze kunnen zelfs overleven in volledig zoet water. Binnen een week komen de larven uit het ei. De lichamelijke omvorming start bij 7 tot 10 mm lengte. De gunstigste tijd om botlarven aan te treffen voor de Noordzeekust zijn de maanden maart tot mei. Van begin tot midden juni verdwijnen de jonge botjes uit het plankton (ook van de kustwateren en de onderstromen van de rivieren). Al met al is het daarom het meest waarschijnlijk dat de aangetroffen larven botlarven zijn. De paaitijd van de slakdolf (Liparis liparis) is van november tot februari. De larven komen meestal in december tot april uit het ei. Van januari tot eind april kunnen oudere larven en jonge vissen in het plankton worden aangetroffen. Tijdens het onderzoek werden in de maanden februari tot april slakdolflarven gevonden. In de Noordzee paait de tarbot (Psetta maxima) van april tot augustus. Al na 7 tot 9 dagen komen de larven uit het ei en leven ze een tijd in dieper water. Pas als ze 25 mm lang zijn schakelen ze over naar leven op de bodem. De griet (Scophthalmus rhombus) paait iets vroeger dan de tarbot: maart tot augustus. De eerste tijd wordt, net als bij de tarbot, in dieper water (pelagisch) doorgebracht. Bij 10 tot 20 mm lengte wordt overgegaan naar leven op de bodem. Jongere vissen leven 1 tot 2 jaar in ondiep water. Tijdens het onderzoek werden alleen in de maanden mei en juni en uitsluitend in de haven een paar griet- en tarbotlarven gevonden.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 48
In maart werd een zandspiering aangetroffen. Uitgaande van de paaitijd, was het waarschijnlijk een kleine zandspiering (Ammodytes tobianus). Een smelt (Hyperoplus) kon het niet zijn, omdat daarvan de paaitijd pas in april tot september is. Ook de Noorse zandspiering paait pas later, van mei tot juli en augustus. De kleine zandspiering paait daarentegen in de herfstmaanden. Een aantal larven komt al diezelfde maanden uit het ei; de meeste wachten echter tot januari-maart. Tussen de gevonden grondels zaten naar alle waarschijnlijkheid dikkopjes (Pomatoschistus minutus) en eventueel ook brakwatergrondel (Pomatoschistus microps) en Lozano’s grondel (Pomatoschistus lozano). Dikkopjes paaien van april tot augustus. De larven vertonen zich veelal vanaf de tweede helft van mei; op veel plaatsen echter ook al in april. Tijdens het onderzoek dook de eerste larve eind april op. Grote aantallen werden pas vanaf mei waargenomen. De paaitijd van de driedoornige stekelbaars (Gasterossteus aculeatus) valt in de maanden mei en juni en heeft voornamelijk plaats in zoet water. De larven komen na 8 tot 10 dagen uit het ei. In mei werden tijdens het onderzoek ook een paar oudere larven en zeer jonge juveniele driedoornige stekelbaarsjes gevonden.
4.3.2 Aantallen 4.3.2.1
Seizoenaspecten
In de loop van het onderzoek werd een verwachte, seizoensbepaalde verandering waargenomen in de samenstelling van de groepen larven. Deze verandering had alles te maken met de verschillende paaiperiodes van de diverse soorten. Wat de verschillende seizoenen betreft kwam het grootste aantal larven in de zomermaanden voor. Vanaf het voorjaar (maart) was er een duidelijke toename van het totaal aantal larven vast te stellen. In het voorjaar in de tijd van maart tot begin mei 2009 was de larvendichtheid nog betrekkelijk gering (in doorsnee 0,15 larv. m-³), terwijl vanaf eind mei en juni een stijging geregistreerd werd (0,75 larv. m-³). In de zomer (2008) was de larvendichtheid met 2,03 larv. m-³ (juli) resp. 2,76 larv. m-³ (augustus) 3 tot 4 keer groter dan in het voorjaar. In september (1.59 ind. m-³) werd de dichtheid weer minder. In november resp. februari (<0,02 larv. m-³) werden nauwelijks vislarven in het onderzochte gebied gevonden. Het blijkt dus een duidelijk seizoenpatroon te zijn dat ook in de andere deelgebieden geregistreerd werd (vgl. Afbeelding 27. ). In de loop van de onderzoekperiode werd zoals verwacht, als gevolg van de seizoenwisseling en de verschillende paaitijden van de soorten, een verandering in de samenstelling van de soortengemeenschap geregistreerd. Het resultaat wordt hier aan de hand van de kleine zeenaald, grondels, clupeidae en tong nader toegelicht (Afbeelding 25, Afbeelding 26).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 49
2,00
Nilsson`s pipefish
1,80
Gobies
Abundance [ind./m³]
1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20
Ju n
(n igh t)
(d ay )
M ay 2
M ay 1
M ay 2
Ap r
Fe b M ar (d ay ) M ar (n igh t)
No v
Ok t
(ni gh t)
(d ay )
Se p
Au g
Se p
Ju l
0,00
Spawning season
Afbeelding 25: Hoeveelheid larven [larv./m³] (abundance) van de kleine zeenaald en grondels tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 – juni 2009, onder vermelding van de paaitijden (spawning season).
0,18
Clupeidae
0,16
Sole
Abundance [ind./m³]
0,14 0,12 0,10 0,08 0,06 0,04 0,02
Ju n
(n igh t)
(d ay )
M ay 2
M ay 1
M ay 2
Ap r
Fe b M ar (d ay ) M ar (n igh t)
No v
Ok t
(ni gh t)
(d ay )
Se p
Au g
Se p
Ju l
0,00
Spawning season
Afbeelding 26: Hoeveelheid larven [larv./m³] van de clupeida en tong tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 – juni 2009, o.v.v. de paaitijd voor tong. In de zomer kwamen grondels (1,82 larv. m-³, juli) en iets later de kleine zeenaald (1,61 larv. m-³, augustus) in grote dichtheid voor. Hoewel vanaf september grondels nauwelijks nog als larven geregistreerd werden, werden tot november nog postlarven van de kleine zeenaald gevonden (Afbeelding 25). Haringachtigen (clupeidae) kwamen, anders als bij grondels en zeenaalden, in de zomer (2008) nauwelijks voor. Hun grootste aantal (0,16 larv. m-3) lag in het vroege voorjaar (maart), een tweede kleinere piek (0,07 ind. m-3) werd in juni (2009) vastgesteld. In vergelijking daarmee kwamen tonglarven alleen in mei (2009) vaker voor (0,02 larv. m-3, Afbeelding 26). In vergelijking met grondels en kleine zeenaald lag de larvendichtheid van haring en tong echter op een duidelijk lager niveau.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 50
4.3.2.2
Ruimtelijke aspecten
Verschillen tussen de deelgebieden M.b.t. de larvendichtheid werden de verschillen tussen de 3 deelgebieden bepaald. Zoals reeds hierboven beschreven, komen naargelang van het seizoen in alle deelgebieden maximum en minimum aantallen voor. Deze zijn gebiedspecifiek ten dele op verschillend niveau (Afbeelding 27). B.v. werd er in de haven (juli 2008) een gemiddelde larvendichtheid van slechts 0,16 larv. m-³ gevonden, terwijl deze in de gebieden Eems en Doekegat in dezelfde tijd 20 keer zo hoog was (‚Eems-Estuarium: 3,33 larv. m-³, ‚Doekegat’ 2,59 larv. m-³). Deze hoge larvendichtheid kwam vooral door grondellarven, die op dat tijdpunt alleen maar buiten de havens geregistreerd werden. Een omgekeerd resultaat werd in september 2008 (nachtvangst) ontdekt, toen in de haven een maximum aantal van 2,81 larv. m-³ (dominante soort: kleine zeenaald) gevonden werd; in vergelijking hiermee waren de aantallen in de beide andere gebieden met 0,39 larv. m-³ (EemsEstuarium) en 1,07 larv. m-³ (Doekegat) (Afbeelding 27) geringer.
4
Harbour Ems
fish larvae [ind./m³] mean value
3,5
Doekegat 3 2,5 2 1,5 1 0,5
Ju n
(n igh t)
(d ay )
M ay 2
M ay 1
M ay 2
Ap r
Fe b M ar (d ay ) M ar (n igh t)
No v
Ok t
(ni gh t)
(d ay )
Se p
Au g
Se p
Ju l
0
Afbeelding 27: Gemiddelde totale hoeveelheid (larv./m³) van de in de Eems geregistreerde vislarven aan de proefstations: Haven, Eems-Estuarium en Doekegat, gedifferentieerd naar maandelijkse viscampagnes in de periode juli 2008 – juni 2009.
Wanneer men alle vangstgegevens van de totale onderzoekperiode gedifferentieerd naar deelgebieden samenvat, blijkt dat de gemiddelde larvendichtheid in het gebied haven slechts half zo hoog was als in de gebieden Eems-Estuarium en Doekegat (Tabel 8). Dit geldt ook wanneer men de verschillende tijdsintervallen (zonder nachtvangsten) met elkaar vergelijkt. Over de volledige onderzoeksperiode bekeken, werd in de Wilhelminahaven met grote plaatselijke en tijdelijke variabiliteit in totaal de laagste larvendichtheid geconstateerd. De larvendichtheden waren zowel in de periode van juli - september 2008 als ook van maart - juni 2009 in de Wilhelminahaven statistisch gezien duidelijk geringer (p<0.05, H-Test).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 51
Tabel 8: Gemiddelde totale aantallen/vangst van de vislarven (larv. m-³) tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 tot juni 2009 aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. Aantal vislarven gemiddeld/vangst (ind. m-3) Standaardafwijking
Haven
Eems- Estuarium
Doekegat
0,49 0,85
0,87 1,09
1,00 1,19
Wat de soorten betreft overheersten tijdens elke onderzoekperiode in alle deelgebieden de kleine zeenaald, grondels en clupeidae (haring en sprot). Tong, die in de gebieden Eems en Doekegat in de zomer in hogere aantallen te vinden was, kon daarentegen in de haven niet worden gevangen. Opvallend is de aanwezigheid van zowel geep als ook tarbot (eventueel griet). Deze beide soorten konden uitsluitend in de haven worden aangetoond, zijn echter alleen maar als enkeling geregistreerd.
Afbeelding 28:
Geep (Belone belone), postlarve uit de Eemshaven
Verschillen tussen de waterlagen waarvan een proef genomen is Bij gedifferentieerde beschouwing van de larvenaantallen in de verschillende waterlagen wordt duidelijk dat de larvendichtheid laag bij de grond overwegend het hoogste was. Afbeelding 29 maakt deze samenhang duidelijk voor alle larven die in de haven geregistreerd zijn. Afbeelding 30 differentieert naar de meest voorkomende soorten. In Tabel 9 zijn alle soorten genoemd waarvan de larven of vroegste juveniele fase in de haven geregistreerd werden. De lagen van de waterzuilen, waarvan een proef genomen is, zijn naar Boven, Middel en Beneden gedifferentieerd.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 52
Eemshaven mean density of fish larvae 6 5
Ind/m³
4 Top 3
Middle Bottom
2 1 0 Jul
Aug Sep Oct
Nov Dec Jan
Feb Mar
Apr May Jun
Afbeelding 29: Gemiddelde hoeveelheid larven (larv./m³) in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009
Afbeelding 30: Gemiddelde hoeveelheid larven (larv./m³) van de meest voorkomende larven in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 53
Tabel 9: Gemiddelde larvendichtheid per soort (larv./1000 m³ ) in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni 2009 Midden van de waterkolom (Middle) Maand Jul
Kleine Zee- Grondels Sprot naald 59,6
Haring
Dried. Clupeidae Bot of Slakdolf Stekelspec. Schol baars
Geep
Griet of Tarbot
11,9
Totaal 71,5
Aug
60,12
9,5
69,6
Sep
1.971,1
11,8
1982,9
Oct
79,35
79,3
Nov Feb
57,2
Mar
57,2 125,8
125,8
Apr May Jun
74,1 15,68
74,1
739,0
19,7
774,4
Waterkolom dichtbij het wateroppervlak (Top) Maand
Kleine Zee- Grondels Sprot naald
Jul
Haring
Dried. Clupeidae Bot of Slakdolf Stekelspec. Schol baars
Geep
Griet of Tarbot
32,5
Totaal 32,5
Aug
41,71
41,7
Sep
1.378,99
1379,0
Oct
119,29
119,3
Nov
60,71
60,7
Feb
21,9
Mar
10,9 73,8
32,8
22,4
96,2
Apr May Jun
121,5 8,93
264,2
13,1 4,2
19,2
13,4
148,0
7,8
304,4
Griet of Tarbot
Totaal
Waterkolom dichtbij de grond (Bottom) Maand
Kleine Zee- Grondels Sprot naald
Haring
Dried. Clupeidae Bot of Slakdolf Stekelspec. Schol baars
Geep
Jul
206,4
161,1
367,5
Aug
5.940,6
49,6
5990,3
Sep
1.049,5
55,9
1105,4
Oct
24,2
24,2
Nov Feb
19,9
Mar
19,9 163,5
21,2
184,7
Apr May
3,6
185,3
Jun
11,2
421,9
December 2009
188,9 3,4
7,8
3,4
BIOCONSULT
447,7
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 54
4.4
Factor Dag/Nacht
Soortenaantal Omdat het aantal verschillende soorten tijdens de 3 onderzoekperiodes met nachtbevissing door de seizoenwisseling nogal gering was, en daardoor dus niet van grote zeggingskracht, wordt hier geen vergelijking gemaakt tussen dag- en nachtvangsten van de verschillende soorten. Larvendichtheid De dag-nacht-vergelijking van de larvendichtheden geeft.over het geheel geen homogeen beeld. Het wordt echter duidelijk dat het verdelingspatroon in de haven in zoverre van de meetstations Eems en Doekegat verschilt, dat alleen in de haven op elk onderzoektijdstip ´s nachts hogere larvendichtheden geregistreerd werden(Afbeelding 31).
Harbour 3,0
fsh larvae/m³
2,5 2,0 daytime
1,5
nighttime 1,0 0,5 0,0 Sept 2008
March 2009
May 2009
Ems Estuary 2,5
fsh larvae/m³
2,0
1,5 daytime nighttime
1,0
0,5
0,0 Sept 2008
March 2009
May 2009
Doekegat area 3,5 3,0
fsh larvae/m³
2,5 2,0
daytime nighttime
1,5 1,0 0,5 0,0 Sept 2008
March 2009
May 2009
Afbeelding 31: Gemiddelde totale hoeveelheid (larv./m³) van vislarven aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat, gedifferentieerd naar dag- en nachtbevissing.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 55
Bijzonder duidelijk waren de dag-nacht-verschillen in september 2008. Dit geldt weliswaar voor alle deelgebieden, maar dan met verschillende verhoudingen. Op dat tijdstip was de larvendichtheid ´s nachts (ca. 2,8 larv/m³) in de haven ongeveer 14 keer hoger dan de daarmee corresponderende dagwaarde (ca. 0,2 larv./m³). Dergelijke verschillen werden ook aan de meetstations Doekegat en Eems-Estuarium genoteerd. Hier waren echter de dagwaardes (ca. 2,1 larv./ m³ resp. 3 larv./m³) duidelijk hoger dan de nachtwaardes (ca. 0,4 larv./m³ bzw. 1 larv./ m³). Tijdens de overige onderzoekperiodes (maart 09, mei 09) waren de dag-nacht-verschillen in alle deelgebieden lang niet zo groot (Afbeelding 31). In totaal verduidelijkt ook een statistische, alle seizoenen omvattende benadering het ruimtelijk zeer uiteenlopende dag-nacht-patroon: •
in de haven werden ´s nachts hogere larvendichtheden gevonden dan overdag (p<0.1, niet parametrische U-test)
•
in het gebied Eems was de larvendichtheid overdag duidelijk hoger (p<0.05, niet parametrische U-test)
•
in het gebied Doekegat waren de verschillen het kleinst en statistisch gezien als ,toevallig´ te classificeren (p>0.1, niet parametrische U-test).
De gebiedspecifiek verschillende resultaten kunnen niet worden verklaard op basis van een mogelijke soortspecifieke voorkeur voor één van de gebieden. De tegengestelde resultaten werden door de identieke soorten (september: kleine zeenaald; maart: clupeidae; mei: grondels) veroorzaakt. Op basis van de genomen steekproeven is een algemene verklaring over de bestaande dag-nacht-verschillen niet mogelijk.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 56
5. Soorten van de Habitatrichtlijn en Rode Lijst Soorten 5.1
Fint (Alosa fallax)
De fint is een haringvis en behoort tot de groep van anadrome trekvissen, die als adulten de kustregio´s bevolken en voor het paaien naar de rivieren trekken. Op de leeftijd van ongeveer 2 4 jaar trekt deze soort in het voorjaar voor het paaien in scholen naar de benedenloop van de rivieren. Het begin van de paaitrektocht wordt o.a. door de watertemperatuur bepaald (>12 °C) (MAITLAND & HATTAN-ELLIS 2003). De hoofdpaaitijd loopt van begin mei tot ongeveer half juni. De paaiplaatsen bevinden zich overwegend in zoetwatergebieden, gedeeltelijk ook wel in de bovenste oligohaline zone van de waddenzeeestuaria, waar het zoutgehalte van het water lager is. Huidige situatie van de finten in de Eems Hoewel in de Weser en de Elbe in de laatste jaren vergeleken met de jaren 60 weer een stijging van de fintenpopulatie werd geconstateerd (BIOCONSULT 2006a), is dit bij de Eems tot nu toe niet het geval. Er werden in het kader van verschillende recentere onderzoeken (Lfv 2003, BIOCONSULT 2006b, 2007a) alleen maar een klein aantal adulte finten in meso- resp. polyhaline gedeeltes (uitsluitend in het Eems-estuarium) en enkele exemplaren in het verder stroomopwaartse gedeelte van de Eems geregistreerd. In de herfst van het jaar 2006 werd ten dele een groter aantal jonge finten in het meso- tot polyhaline gedeelte gevonden. Daarbij is het niet waarschijnlijk dat dit ,Eems-eigen´dieren waren. Deze veronderstelling wordt ondersteund door de resultaten van een onderzoek over het bestaan van vislarven in de Beneden-Eems (BIOCONSULT 2007b). Uit dit onderzoek blijkt dat in 2006 alleen maar een heel gering aantal paairijpe finten de Beneden-Eems opgezocht had en daardoor ook maar heel weinig eieren werden gelegd. In 2009 werden in het kader van andere onderzoeken finten in de Eems geregistreerd. Daarbij ging het echter om maar enkele dieren (Tabel 10). In totaal kan men het fintenbestand in de Eems in de zin van de KRW (Kaderrichtlijn Water) momenteel als ‚onbevredigend´ beschouwen (Bioconsult 2009 i. Vorb.). De redenen hiervoor zijn ongunstige randvoorwaarden in het gebied van hun potentiele paaiplaatsen stroomopwaarts van Leer. Door de vooral in dit gedeelte in het voorjaar resp. vroege zomer terugkerende grote zuurstoftekorten en de hoge gehaltes aan zwevend stof wordt het voortplantingsresultaat duidelijk minder (vgl. Bioconsult 2007b). Tabel 10: Fintenaantallen bij Rysum & Terborg (Bioconsult 2009) en in het gebied Oterdum (mesohalin) & Spijk (polyhalin; Algemene Waterrichtlijn-Monitoring in 2009, Bioconsult 2010 i. Vorb.) Datum 22/04/2009 23/04/2009 14/05/2009 21/05/2009 21/05/2009 22/05/2009 22/05/2009 23/05/2009 23/05/2009
Station Rysum Rysum Rysum Terborg Terborg Oterdum Oterdum Spijk Spijk
December 2009
Ind./vangst 2 1 1 20 2 5 5 16 1
Ind./h/ 80m² 3,56 1,62 1,48 3,29 0,61 0,85 0,91 3,79 0,30
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 57
Resultaten van de beschikbare bevissingen 2008 - 2009 Zoals reeds in hoofdstuk 3 vermeld, sluit de vangmethodiek voor de juveniele en adulte vissen grotendeels aan bij de vangmethodiek zoals vastgelegd in het kader van de bilaterale (NederlandsDuits) vismonitoring van de algemene waterrichtlijn (WFD) (BIOCONSULT 2007a), en is zodoende dus voor het registreren van juveniele en adulte vissen geschikt. Bovendien werden ook bestanden van viseieren en –larven onderzocht. Tijdens de periode juli – oktober 2008 en van februari – juni 2009 vonden in 3 deelgebieden (Haven, Eems-Estuarium, Doekegat) elk 14 onderzoeken plaats. Uit de resultaten blijkt dat bij een grote tijdelijke en ruimtelijke variabiliteit vissen en vislarven over het algemeen ook in het havenbekken voorkwamen (vgl. paragraaf 4.3). De volgens de Habitatrichtlijn belangrijke fint (inkl. larven) werd in de bovengenoemde periode niet in het havenbekken gevonden. Dit geldt echter ook voor de beide andere deelgebieden buiten de haven. De afwezigheid van finten in de vangsten is toe te schrijven aan de reeds genoemde algemene ongunstige bestandsituatie van de fintpopulatie in de Eems. Het is niet aannemelijk, dat volwassen finten op hun weg naar hun potentiële paaiplaatsen in het zoetwatergebied van het aan getijden onderhevige deel van de Eems, doelgericht het havenbekken zullen opzoeken.
5.2
Rivier- en zeeprik
Behalve fint komen ook rivier- en zeeprik in de Eems voor. Beide soorten, die de estuaria vooral als doorgangsweg naar hun paaiplaatsen in de bovenloop van de rivieren gebruiken, zijn in het havenbekken niet te verwachten en werden in het kader van de onderzoeken daar ook niet geregistreerd. In de proeven buiten het havenbekken konden enkele exemplaren van deze soorten worden geregistreerd. In totaal gaat het om één exemplaar van de rivierprik, gevangen op 03.09.08 in het Doekegat, alsmede om in totaal 3 exemplaren van de zeeprik, waarvan 2 aan het Eems-Estuarium-station werden gevangen, één op 24.11.08 en één in de nacht van 18 op 19.03.09. In het Doekegat werd op 20.04.09 een zeeprik geregistreerd (Tabel 11).
Tabel 11: 2009
Bewijs van rivier- en zeeprik in het onderzoekgebied, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni
Datum 03/09/08 24/11/08 18./19.03.09 20/04/09
Station Doekegat Ems- Äst. Ems- Äst. Doekegat
December 2009
Soort Rivierprik Zeeprik Zeeprik Zeeprik
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 58
6. Literatuuranalyse Om te kunnen beoordelen welke ecologische ,waarde´de haven voor de plaatselijke visfauna van de Eems zou kunnen hebben, werd naast de onderzoeken van de visbestanden een literatuurrecherche m.b.t. de betekenis van getijdenopen havens aan estuaria voor vissen uitgevoerd, met bijzondere nadruk op de functie van havens als paai- en opgroeigebied. Het resultaat van deze recherche toont dat er geen specifieke vakliteratuur m.b.t. dit thema bestaat. Uit de geraadpleegde literatuur zijn dan ook geen nieuwe inzichten verkregen. In Bijlage 7 wordt literatuur genoemd die nog wel gedeeltelijk betrekking op de eigenlijke vraagstelling heeft. Hier vindt men informatie over kunstmatige habitatstructuren en het gebruik ervan door vissen, ook als paaihabitat. Eén studie gaat over de juveniele visfauna van een Zuidafrikaans, subtropisch estuarium met verbinding naar de Richards Bay Haven (Cyrus & Forbes 1996). Het rapport bericht over de verschillen in het gebruik van de deelhabitats van het estuarium en de haven, beide dienen als “opgroeigebied” voor vissen. Het rapport doet echter geen uitspraken die men voor de Eemshaven zou kunnen gebruiken. Dit rapport en ook andere literatuur toont wel aan dat havens als deelgebieden van opgroeigebieden in aanmerking komen. Uit de literatuurstudie zijn overigens geen relevante nieuwe inzichten verkregen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 59
Literatuur BIOCONSULT, 2006: Untersuchungen zur Reproduktion der Finte (Alosa fallax fallax, Lacépède, 1803) in der Unterweser, - Endbericht, Bericht im Auftrag des WSA Bremerhaven, 94 S. BIOCONSULT, 2007: Situation of the Spiering (Osmerus eperlanus) in the Eems- Ästuar with regard to the aspects of spawning grounds und recruitment. - Bericht im Auftrag von RWS Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS-RIKZ) Netherlands, 84 S. BIOCONSULT, 2009 (draft): Stow net fishery Ems 2009. Fish fauna study within the framework of water status monitoring in accordance with WFD. Bericht im Auftrag von RWS Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS-RIKZ) Netherlands BIOCONSULT, 2010 (i. Vorb.): Situation der Finte in den Wattenmeerästuaren. Bioconsult-Bericht BURO BAKKER, 2006: Passende boordeling in het kader van het MER in verband met de aanleg van een kolencentrale in de Eemshaven Buro Bakker adviesburo voor ecologie B.V., Assen, im Auftrag von KEMA, Arnhem. DIEKWISCH, B., 1987: Die Verteilung der Fischbrut in der Unterelbe 1985. - Diplomarbeit Universität Kiel, o.S. EHRENBAUM, E., 1894: Beiträge zur Naturgeschichte einiger Elbfische (Osmerus eperlanus L., Clupea finta Cuv., Acerina cernua L., Acipenser sturio L.). - Wiss. Meersunters. Abt. Helgolund 1: 54-63. EHRENBAUM, E., 1964: Eier und Larven von Fischen. - In: (Hrsg.) Nordisches Plankton. Zoologischer Teil. Verlag von Lispsius & Tischer, Kiel und Leipzig: 361-375. ELLIOTT, M. & F. DEWAILLY, 1995: The structure und components of European estuarine fish assemblages. - Netherlunds Journal of Aquatic Ecology 29(3-4): 397-417. FRICKE, R., 1987: Deutsche Meeresfische. - Bestimmungsbuch, Deutscher Jugendbund für Naturbeobachtung. Hamburg: 219 S. HALBEISEN, H.-W., 1988: Bestimmungsschlüssel für Fischlarven der Nordsee und angrenzender Gebiete. – Berichte aus dem Institut für Meereskunde an der Christian-AlbrechtsUniversität, Kiel, 76 S. HASS, H., 1969: Unterscheidungsmerkmale dottersackloser Larven von Clupeiformes aus der Unterelbe. - Archiv für Fischereiwissenschaft 20: 22-25. IBL, 1997: UVS zum Antrag auf Planfeststellung für die Errichtung eines Eemssperrwerks zwischen Gundersum und Nendorp bei Strom-km 32,2.- Studie im Auftrag der Bezirksregierung Weser-Eems - Projektteam „Bau eines Eemssperrwerks“, Oldenburg, unveröffentlicht, o.S. LFV WESER-EMS, 2003: Fauna der unteren Ems, Untersuchungsbericht Oktober 2001 – Oktober 2002, Landesfischereiverband Weser-Ems e.V.. MUUS , B.J. & J.G. NIELSEN, 1994: Die Meeresfische Europas in Nordsee, Ostsee und Atlantik. Kosmos Naturführer, 336 S.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 60
RUSSELL, F. S., 1976: The eggs und planktonic stages of British marine fishes. - Academic Press, London, New York, San Francisco: 534 S. SCHEFFEL, H. J., 1989: Bestimmungsschlüssel für Fischlarven in der Unterweser. Diplomarbeit Universität Bremen, o.S. WITT, J., 2004: Analysing brackish benthic communities of the Weser estuary: spatial distribution, variability und sensitivity of estuarine invertebrates. - (Dissertation) Universität Bremen Fachbereich Biologie/Chemie: 159 S.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 61
Bijlagen Bijlage 1: Dominantiestructuren Hierna wordt de dominantiestructuur op basis van de biomassa- en frequentieverdeling beschreven, gedifferentieerd naar vangmaand en vanggebied. De volgende figuren geven de dominatiestructuren per maand weer. De tussen de maanden vastgestelde, ten dele sterke, schommelingen zijn gedeeltelijk het gevolg van seizoensinvloeden en zijn in enige mate ook het gevolg van kortdurende verplaatsingen van de vissen. Daarnaast spelen ook de soms geringe aantallen gevangen vissen een rol bij het variëren van de dominatiestructuren. In juli 2008 werd de biomassa in de haven en in het Eems-Estuarium extreem door de haring gedomineerd, daarnaast maakten nog een paar andere soorten een noemenswaardig deel uit van de biomassa. Dit waren sprot en schol met een aandeel van 7% resp. 17%. De kleine zeenaald bereikte plaatselijk een percentage van hooguit 10%. De resultaten in het Doekegat toonden op dat tijdstip duidelijk andere toestanden aan. Hier was de wijting de meest overheersende soort met een gewichtsaandeel van 57% - 89%. De haring kwam aan het Doekegat-station plaatselijk in ongeveer dezelfde frequentie als aan de stations Haven en Eems-Estuarium voor. Tong en slakdolf bereikten in het Doekegat samen een biomassa-aandeel van ca. 10%. Vergeleken met de biomassa-resultaten bereikten de kleinere, en dus lichtere soorten uitgedrukt in relatieve aantallen (Häufigkeitsanteile) hogere aandelen (Afbeelding 32).
07.07.08
07.07.08 100%
100%
Sprattus sprattus 60%
Solea solea Pleuronectes platessa
40%
Merlangius merlangus Liparis liparis
20%
Clupea harengus
0%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
Syngnathus rostellatus
80%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
60%
Solea solea Pleuronectes platessa
40%
Merlangius merlangus Liparis liparis
20%
Clupea harengus
0% 1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8 Doekegat
9
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 32: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in juli 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. In augustus en september 2008 domineerde de haring met >90% de biomassa in alle gebieden waar proeven werden genomen (Afbeelding 33, Afbeelding 35, linkerkant). Behalve de haring bereikten alleen de horsmakreel en de wijting aandelen van >3% (overwegend augustus) in het Eems-Estuarium en Doekegat-gebied. Uitgedrukt in relatieve aantallen bereikten de kleinere, lichte soorten, zoals reeds eerder in de periode daarvoor, hogere waardes. Het betreft hier grondels,
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 62
sprot en kleine zeenaald, waarvan het relatieve aantal in augustus ca. 18% en in september ca. 30% bedroeg (Afbeelding 33, Afbeelding 35, rechterkant). Noemenswaardig voor het Doekegat-gebied is het verschijnen van de ruwe haai (Galeorhinus galeus) in augustus. Door de grootte van de beide gevangen exemplaren bereikte deze soort een gewichtsaandeel van 4,5%.
04.08.08
04.08.08 100%
100% Other Trachurus trachurus Sprattus sprattus
60%
Pomatoschistus spp. Merlangius merlangus
40%
Galeorhinus galeus Clupea harengus
20%
80% Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
0%
Other Trachurus trachurus
60%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
40%
Pomatoschistus spp. Osmerus eperlanus
20%
Clupea harengus
0%
1
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
1
Doekegat
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
Doekegat
Afbeelding 33: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in augustus 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. In september 2008 werden extra-bevissingen in het donker uitgevoerd. Daarbij bereikten grondels in sommige gevallen, vergeleken met de dagbevissingen, duidelijk hogere aantallen en biomassa-aandelen. (Afbeelding 35, rechterkant). Ook de wijting bereikte ´s nachts hogere biomassa-aandelen dan overdag, dit geldt vooral voor het Eems-Estuarium-station. In tegenstelling tot de grondels is het hoge biomassa-aandeel echter niet het gevolg van hogere aantallen, maar ontstaat door het optreden van grotere en dus zwaardere exemplaren.
03.09.08
03.09.08 100%
100%
Trachurus trachurus 60%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
40%
Pomatoschistus spp. Merlangius merlangus
20%
Clupea harengus
0%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
Other
80%
Other Trachurus trachurus
60%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
40%
Pomatoschistus spp. Clupea harengus
20%
0%
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
1
2
Harbour
3
4
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 34: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in september 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 63
03./04.09.08
03./04.09.08 100%
100%
80%
Other
60%
Pomatoschistus spp. Merlangius merlangus
40%
Clupea harengus 20%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
0%
Other 60%
Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp.
40%
Merlangius merlangus Clupea harengus
20% 0%
1
2
3
4
5
Harbour
6
7
8
Ems
9
1
Doekegat
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
Doekegat
Afbeelding 35: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in september 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (nachtbevissingen). In oktober 2008 was de dominantieverdeling in het station ‘Doekegat´vergeleken met de maanden daarvoor iets anders. De gewichtsaandelen van de haring waren hier plaatselijk ten dele duidelijk geringer, zodat soorten als b.v. wijting, slakdolf, grondels afhankelijk van de vangst samen ca. 50% van de totale biomassa bereikten (Afbeelding 36). Het hogere biomassa-aandeel van de genoemde soorten is echter niet het gevolg van gelijktijdig hogere aantallen, maar van in vergelijking geringere haringaantallen.In de beide andere deelgebieden stemde de dominantiestructuur (aantallen en biomassa) grotendeels overeen met de structuren van de voorafgaande maanden. 13.10.08
13.10.08 100%
100% Other Syngnathus rostellatus 60%
Sprattus sprattus Pomatoschistus spp.
40%
Merlangius merlangus Liparis liparis
20%
Clupea harengus
Other
80%
Biomasseanteile
Häufigkeitsanteile
80%
Pomatoschistus spp. 60%
Myoxocephalus scorpius Merlangius merlangus
40%
Liparis liparis Clupea harengus
20%
Agonus cataphractus
0%
0% 1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 36: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in oktober 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. De reeds in oktober opkomende verandering in het Doekegat-gebied zette zich in november 2008 voort en betrof nu ook het gebied Eems-Estuarium. De haring speelde op dat moment geen belangrijke rol meer, omdat de totale biomassa vooral door de wijting (65 – 94% gewichtsaandeel) en iets minder duidelijk door de slakdolf (<10 - ca. 23%) gedomineerd werd. De resultaten zijn het gevolg van een zeer sterke afname (ongeveer factor 30) van de haringaantallen en een duidelijke toename van de wijtingaantallen (vgl. Afbeelding 38). Hoewel ook de grondels gedeeltelijk in hogere aantallen voorkwamen en aandelen van maximum 40% bereikten, waren ze m.b.t. de biomassa niet van betekenis (Afbeelding 37).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 64
24.11.08
24.11.08
100%
Other Sprattus sprattus
80%
Pleuronectes platessa
60%
Osmerus eperlanus Merlangius merlangus
40%
Liparis liparis Limanda limanda
20%
Other
80%
Pomatoschistus spp.
Biomasseanteile
Häufigkeitsanteile
100%
Pomatoschistus spp. Petromyzon marinus
60%
Merlangius merlangus Liparis liparis
40%
Limanda limanda Clupea harengus
20%
Gasterosteus aculeatus Clupea harengus
0% 1
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
Doekegat
Ciliata mustela 0% 1
2 Harbour
3
4
5
6
Ems
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 37: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in november 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. Hoewel de gemeenschap in november buiten de haven duidelijk geherstructureerd was, werd deze wat biomassa en aantallen betreft, in de haven nog steeds door de haring overheerst en toonde tegenover de voorafgaande maanden slechts kleine verschillen. Anders dan in de gebieden Doekegat en Eems bereikte de wijting in november in het gebied haven een biomassa-aandeel van slechts ca. 5%; de slakdolf werd op dat moment helemaal niet in de haven gevonden (Afbeelding 37).
Merlangius merlangius 5,0
4,5
4,5
LOG (+1) ind.*h-1*80 m-2
LOG (+1) ind.*h-1*80 m-2
Clupea harengus 5,0 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5
4,0 3,5 3,0
Doeke
2,5
Eems
2,0
Harbour
1,5 1,0 0,5 0,0
0,0 Sep 08
Oct 08
Nov. 08
Sep 08
Oct 08
Nov. 08
sampling date
sampling date
Afbeelding 38: Hoeveelheid haring (C. harengus) en wijting (M. merlangius) tijdens de periode september – november 2008 in de deelgebieden Doekegat, Eems-Estuarium en Haven. Het onderzoek werd in februari 2009 voortgezet. Op dat moment domineerde de haring weer de totale biomassa en de totale aantallen van alle deelgebieden. Bij ruimtelijke verschillen bereikten ook de sprotten met maximaal 20% een iets hogere gewichts- (=biomassa-) en aantalsfractie ( = Häufigkeitsanteil). Alleen in het deelgebied Eems-Estuarium waren de sprotten niet zo van betekenis (Afbeelding 39).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 65
19.02.09
19.02.09
100%
100%
80%
Sprattus sprattus 60%
Osmerus eperlanus Merlangius merlangus
40%
Gasterosteus aculeatus Clupea harengus
20%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
0%
Sprattus sprattus 60%
Osmerus eperlanus Merlangius merlangus
40%
Gasterosteus aculeatus Clupea harengus
20%
0%
1
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
1
Doekegat
2
3
4
Harbour
5
6
7
8
Ems
9
Doekegat
Afbeelding 39: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in februari 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. Net zoals in september 2008 vonden ook in maart 2009 extra nachtbevissingen plaats. Het aantal soorten (3 – 5) was op basis van de dagbevissingen in totaal zeer gering. Kwantitatief domineerde de haring volledig alle deelgebieden (hoeveelheids-, biomassa-aandelen >98%, Afbeelding 40).
18.03.09 100%
80%
80%
60%
Others Clupea harengus
40% 20%
0%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
18.03.09 100%
60%
Other Clupea harengus
40% 20%
0%
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 40: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve antallen [%] van de in maart 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen). Een in principe overeenkomstig resultaat werd ook tijdens de nacht geregistreerd (Afbeelding 41). Maar de aandelen van andere soorten (tong max. 22%, sprot max. 4%) waren plaatselijk iets hoger. Vooral in het Doekegat bereikte ook de kabeljauw hoge biomassa-aandelen (80%). Deze waren echter niet het gevolg van een hoger aantal van deze soort – m.b.t. de aantallen was de kabeljauw onbeduidend (Afbeelding 41, rechts) -, maar het gevolg van één groot exemplaar (3,5 kg, 70 cm). Wanneer men de kabeljauw, als toevallige vangst, buiten beschouwing laat, is ook in het Doekegat de haring de overheersende soort.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 66
18./19.03.09
18./19.03.09
100%
100%
Other Sprattus sprattus
60%
Solea solea Merlangius merlangus
40%
Gadus morhua Clupea harengus
20%
80% Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
0%
Other 60%
Sprattus sprattus Pomatoschistus spp.
40%
Liparis liparis Clupea harengus
20%
0%
1
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
1
Doekegat
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
Doekegat
Afbeelding 41: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in maart 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (nachtbevissingen). In april 2009 kwamen er enkele veranderingen, hoewel de haring nog steeds met 46 – 100% gewichtsaandeel de belangrijke biomassadrager en de meest voorkomende soort bleef (Afbeelding 42). In het deelgebied haven bereikten ook de spiering en wijting gedeeltelijk hogere aandelen (11 en 34% resp. 12%). Voor soorten als harnasman (Agonus cataphractus) en grondels werden in totaal alleen maar geringe biomassa-aandelen van <3% vastgesteld. In het deelgebied ,Eems-Estuarium´ leverde behalve de haring alleen nog bot (12%) een noemenswaardig aandeel in de totale biomassa. In het Doekegat waren het de schar (12 en 35%), bot (7%) en spiering (12%). Een iets meer gedifferentieerd, maar in principe gelijksoortig, resultaat verduidelijkt met de dominantie van de haring ook de op aantallen gebaseerde dominantiestructuur (Afbeelding 42, rechts). Zoals reeds meermaals vermeld spelen kleinere soorten (grondels) of juvenielen van grotere soorten vanuit biomassa-gezichtspunt normaal geen grote rol, zelfs niet wanneer ze hogere aantalsfracties bereiken.
20.04.09
20.04.09 100%
100% Other
Pomatoschistus spp. 60%
Platichthys flesus Osmerus eperlanus
40%
Merlangius merlangus Limanda limanda
20%
Clupea harengus
Other
80%
Sprattus sprattus Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
60%
Pomatoschistus spp. Platichthys flesus
40%
Osmerus eperlanus Liparis liparis
20%
Clupea harengus
Agonus cataphractus 0%
0%
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 42: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in april 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat Een maand later (mei 2009, 11.5.) werden er in totaal maar enkele soorten in verhoudingsgewijs geringe aantallen geregistreerd, vooral in het deelgebied Eems lag de totale hoeveelheid bij <10 ind./h/80 m². In zoverre zegt dus de aangegeven dominantiestructuur op basis van de biomassa en aantallen niet zo veel. Zo´n duidelijk minimum werd in de andere gebieden niet geregistreerd, maar ook hier waren de aantallen in vergelijking met voorafgaande bevissingscampagnes gering. In het Doekegat-gebied kwamen plaatselijk haring of spiering het meest voor, terwijl in de haven uitsluitend de haring dominant was (Afbeelding 43).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 67
11.05.09
11.05.09 100%
100%
80%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
60%
Pleuronectes platessa Osmerus eperlanus
40%
Merlangius merlangus Gasterosteus aculeatus
20%
Clupea harengus
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
60%
Pleuronectes platessa Osmerus eperlanus
40%
Merlangius merlangus Gasterosteus aculeatus
20%
Clupea harengus
0%
0% 1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
1
2 Harbour
3
4
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 43: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 (11.05.09) geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. Eind mei 2009 werden voor de derde keer behalve dagbevissingen ook nachbevissingen uitgevoerd. Net zoals half mei werden ook eind mei in totaal maar enkele exemplaren geregistreerd, in zoverre zeggen de uitslagen over de dominantieverdeling niet zo veel. Haring en kleine zeenaald hadden op dat moment de hoogste biomassa-aandelen (Afbeelding 44). Daarentegen lagen de nachtvangsthoeveelheden in het donker in de haven zeer veel hoger. Hier domineerde echter vooral de haring met 92 – 99% biomassa-aandeel. Sprot, spiering en grondels bereikten ongeveer 2 – 3% (Afbeelding 45). Aan het station „Eems-Estuarium“ kwamen behalve haring (>60%) ook wijting (15 – 29%), spiering (8%) en kleine zeenaald (1 – 4%) met hogere gewichtsaandelen voor. Hoewel de laatstgenoemde soort als biomassadrager slechts een ondergeschikte rol speelde, bereikte deze met maximum 42% ten dele hoge aantalsfracties (Afbeelding 44). Ook ´s nachts was de haring dominant (78 en 92%), hoewel plaatselijk ook bot de biomassa domineerde (Afbeelding 45). Slakdolf speelde als biomassadrager geen rol, maar bereikte plaatselijk wel hogere aantalsfracties (39%). Voor de rest was de haring veruit de dominerende soort. In tegenstelling tot de andere gebieden was de dominantie van de haring in het Doekegat niet zo duidelijk. Hier bereikten overdag behalve de haring ook de spiering (max. 60%), wijting (max. 24%) of grondels (max. 9%) noemenswaardige biomassa- en/of aantalsfracties (Afbeelding 44). In vergelijking met overdag werden ´s nachts iets andere resultaten gevonden, maar het aantal gevangen exemplaren was zeer gering zodat de bewijskracht van de gevonden dominantieverdelingen beperkt is. Dominant waren behalve de haring op dat moment plaatselijk ook bot (max. 63%), schol (max. 22%) en rode poon (max. 30%) (Afbeelding 45).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 68
30.05.09
30.05.09 100%
100%
Biomasseanteile
Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp.
60%
Pleuronectes platessa Osmerus eperlanus
40%
Merlangius merlangus Clupea harengus
20%
Häufigkeitsanteile
80%
80%
Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp.
60%
Pleuronectes platessa Osmerus eperlanus
40%
Merlangius merlangus Clupea harengus
20%
0%
0% 1
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
1
9
2
3
4
Harbour
Doekegat
5
6
7
8
Ems
9
Doekegat
Afbeelding 44: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen).
30./31.05.09
30./31.05.09 100%
100%
80%
Sprattus sprattus Pleuronectes platessa
60%
Platichthys f lesus Osmerus eperlanus
40%
Liparis liparis Clupea harengus
20%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
80%
Other Trisopterus luscus
Other
Chelidonichthys lucernus
Sprattus sprattus Pomatoschistus spp.
60%
Pleuronectes platessa Platichthys flesus
40%
Osmerus eperlanus Merlangius merlangus
20%
Liparis liparis Clupea harengus
0%
0%
1
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
Chelidonichthys lucernus 1
Doekegat
2
3
4
Harbour
5
6
7
Ems
8
9
Doekegat
Afbeelding 45: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. (nachtbevissingen). Tijdens de laatste bevissingscampagne in juni 2009 werden slechts 3 soorten gevonden: haring, kleine zeenaald en sprot. Net als bij de meeste voorafgaande bevissingen was de haring de dominante soort. Plaatselijk bereikte echter de sprot ook hoge biomassa-aandelen (79%). In de gebieden ,Eems-Estuarium´ en Doekegat was de haring (75 – 92%) weer de belangrijkste biomassadrager. Daarnaast werd ook voor de kleine zeenaald (8 – 22%) een hoger biomassaaandeel vastgesteld. De aantalsfracties van de laatstgenoemde soort waren op dat moment zelfs hoger dan die van de haring (Afbeelding 46, rechts).
22.06.09 100%
80%
80%
60%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
40%
Clupea harengus
20%
0%
Häufigkeitsanteile
Biomasseanteile
22.06.09 100%
60%
Syngnathus rostellatus Sprattus sprattus
40%
Clupea harengus
20%
0%
1
2
3
4
Harbour
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
1
2 Harbour
3
4
5 Ems
6
7
8
9
Doekegat
Afbeelding 46: Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in juni 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 69
Bijlage 2: Parametrische test (t-test), variabiliteit van de Taxa-getallen in de deelgebieden
14 12
number taxa
10 8 6 4 2 0 D_n
D-d
E_n
E-d
H_n
H-d
sampling area (night_day) 02.10.2009 18:41:30
Afbeelding 47: Variabiliteit van de taxa-cijfers (vangst-niveau) in de deelgebieden Doekegat (D), Eems-Estuarium (E) en Haven (H) in september 2008, maart 2009 en mei (30.5.08), gedifferentieerd naar dag- (_d) en nachtvangsten (_n).
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 70
Bijlage 2: Spearman Rank, ruimtelijk
Tabel 12: Resultaten van de correlatieanalyse (Spearman rank). Data: aantallen juli 2008 - juni 2009, dagvangsten (N = 99 vangsten). Rood: negatieve correlatie tussen aantallen van een soort en vanggebied. Blauw: positieve correlatie tussen aantallen van een soort en vanggebied.
Species C lup harengus
S p ra sprattus
O s m e p e rlanus
P o m a toschistus spp.
M e rl m e rla n g i u s
S y n r o s t e lla t u s
Doeke
Eem s
Harbour
c o rre la tion-coefficient
s tatistics
-0,23849
-0,03899
0,27749
no. cases s i g n ificance, unilateral
99 0,00872
99 0,35076
99 0,00271
c o rre la tion-coefficient
-0,24841
0,16335
0,08506
no. cases s i g n ificance, unilateral
99 0,00658
99 0,05309
99 0,20126
c o rre la tion-coefficient
0,10151
-0,22939
0,12788
99
99
99
s i g n ificance, unilateral
0,1587
0,01118
0,10357
c o rre la tion-coefficient
0,04063
-0,16204
0,12141
99
99
99
s i g n ificance, unilateral
0,34483
0,05452
0,11561
c o rre la tion-coefficient
0,22355
-0,126
-0,09754
no. cases s i g n ificance, unilateral
99 0,01306
99 0,10698
99 0,16838
c o rre la tion-coefficient
-0,02799
0,18095
-0,15296
99
99
99
0,39163
0,03652
0,06532
no. cases
no. cases
no. cases s i g n i c a n c e , u n ila teral
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 71
Bijlage 2: Spearman Rank, tijdelijk
Tabel 13: Resultaten van de correlatieanalyse (Spearman rank). Data: aantallen juli 2008 - juni 2009, dagvangsten (N = 99 vangsten). Rood: negatieve correlatie tussen aantallen van een soort en vangdag. Blauw: positieve correlatie tussen aantallen van een soort en vangdag. Mei 09 = 11.5.09, mei 09b = 30.5.09. Species
statistics correlation-coefficient
Clup harengus
Spra sprattus
Osm eperlanus
Pomatoschistus spp.
Merl merlangius
Syn rostellatus
no. cases
Jul 08
Aug08
Sep 08
Oct 08
Nov08
Feb09
Mar09
Apr 09
May09
May09b
Jun 09
0,08485
0,25764
0,24596
0,22566
-0,21583
0,19553
0,20599
-0,09039
-0,34741
-0,29453
-0,26748
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
significance, unilateral
0,20183
0,00501
0,00706
0,01235
0,01595
0,02621
0,0204
0,18679
2,13E-04
0,00154
0,00371
correlation-coefficient
-0,06245
0,1138
0,16585
0,05135
-0,12074
0,49131
-0,19846
0,00485
-0,16932
-0,24982
-0,02636
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
significance, unilateral
0,26956
0,13101
0,05043
0,30685
0,11692
1,21E-07
0,02446
0,48097
0,04692
0,00631
0,39778
correlation-coefficient
-0,22699
0,09295
-0,00576
-0,12034
0,30986
0,23347
-0,04251
0,06197
0,04467
-0,12034
-0,22699
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
significance, unilateral
0,01192
0,18005
0,47741
0,11771
9,01E-04
0,01001
0,33802
0,27113
0,33028
0,11771
0,01192
correlation-coefficient
-0,19047
0,34411
0,13717
0,20066
0,46168
-0,19047
-0,06192
-0,12933
-0,19047
-0,19047
-0,19047
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
significance, unilateral
0,02948
2,44E-04
0,08787
0,02321
7,55E-07
0,02948
0,27129
0,10099
0,02948
0,02948
0,02948
correlation-coefficient
-0,02591
0,06516
0,02888
0,1718
0,5443
-0,15699
-0,21328
-0,15699
-0,15699
0,1133
-0,21328
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
significance, unilateral
0,39949
0,2608
0,38829
0,04452
2,88E-09
0,06034
0,01701
0,06034
0,06034
0,13207
0,01701
correlation-coefficient
0,13772
0,28541
0,37989
0,00532
-0,28142
-0,28142
-0,15767
-0,09913
-0,14171
-0,0785
0,23152
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
0,08701
0,00209
5,26E-05
0,47915
0,00238
0,00238
0,05953
0,16447
0,08087
0,21993
0,01055
no. cases
no. cases
no. cases
no. cases
no. cases signicance, unilateral
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 72
Bijlage 2: Varianties van de vangstcijfers
Afbeelding 48: Varianties van de vangstcijfers van de 6 meest voorkomende soorten, gedifferentieerd naar vanggebied. Bevissingscampagnen juli 08 – juni 09 (zonder nachtbevissingen). Let op de verschillende schalen van de y-assen.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 73
Bijlage 3: Begeleidingsdata m.b.t. de vangsten
Station
Catch
Tide
Date
Starting time
Position beginning Position end
End
Weather
Cloudiness
Wind
Water Water Filtered depth depth Volume at start at end [m³]
Harbour
1 Flood
7.7.08 53°26.725 6°49.953 53°27.104 6°50.193
12:25 12:55 cloudy
7/8
SW 5
11.5
12
19953
Harbour
2 Flood
7.7.08 53°26.746 6°50.183 53°27.297 6°50.401
13:35 14:05 cloudy
7/8
SW 5
12
7
12101
Harbour
3 Flood
7.7.08 53°26.936 6°50.023 53°27.522 6°50.276
14:18 14:48 cloudy
8/8
SW 5
13
12
12695
Ems
4 Slack water
7.7.08 53°27.868 6°49.967 53°27.435 6°51.239
15:00 15:30 cloudy
7/8
SW 5
22
17
10049
Ems
5 Ebb
7.7.08 53°28.000 6°49.560 53°27:686 6°50.993
15:45 16:15 cloudy
7/8
SW 5
15
16.5
22248
Ems
6 Ebb
7.7.08 53°27.731 6°51.167 53°28.265 6°50.010
16:25 16:55 cloudy
8/8
SW 5
16
13.5
15514
Doekegat
7 Ebb
7.7.08 53°26.930 6°52.510 53°27.744 6°51.149
17:25 17:55 cloudy
8/8
SW 5
12.5
15
14580
Doekegat
8 Ebb
7.7.08 53°27.020 6°52.588 53°27.904 6°51.186
18:15 18:45 cloudy
8/8
SW 5
16
15
9288
Doekegat
9 Ebb
7.7.08 53°27.244 6°53.370 53°28.361 6°51.638
19:25 19:55 cloudy
8/8
SW 5
13.5
13
12420
Harbour
1 Flood
4.8.08 53°26.700 6°49.823 53°27.128 6°50.253
11:20 11:50 cloudy
7/8
WNW 6
12
13
10260
Harbour
2 Flood
4.8.08 53°26.774 6°49.836 53°27.280 6°50.347
12:10 12:40 cloudy
7/8
WNW 6
12.5
12
9828
Harbour
3 Flood
4.8.08 53°26.850 6°49.837 53°27.397 6°50.287
12:45 13:15 cloudy
7/8
WNW 6
11
13
10562
Ems
4 Flood
4.8.08 53°27.694 6°50.590 53°27.791 6°50.410
13:35 14:05 fair-cloudy
6/8
WNW 6
23.5
23.5
21573
Ems
5 Flood
4.8.08 53°27.783 6°50.418 53°27.910 6°50.080
14:13 14:43 fair-cloudy
6/8
WNW 6
24
22
33566
Ems
6 Slack water
4.8.08 53°27.710 6°50.532 53°27.938 6°50.124
14:50 15:20 fair-cloudy
6/8
WNW 6
23
23.5
19008
Doekegat
7 Ebb
4.8.08 53°27.430 6°51.287 53°27.300 6°51.740
15:45 16:15 fair-cloudy
5/8
NNW 6
16.5
16
17890
Doekegat
8 Ebb
4.8.08 53°27.326 6°51.599 53°27.328 6°51.652
16:20 16:50 fair-cloudy
5/8
NNW 6
14
15
9461
Doekegat
9 Ebb
4.8.08 53°27.450 6°51.434 53°27.498 6°51.303
17:02 17:32 fair-cloudy
5/8
NNW 6
15
15.5
10341
Harbour
1 Flood
3.9.08 53°26.712 6°49.782 53°27.109 6°50.155
11:10 11:40 cloudy
8/8
SW5
9.5
12.5
14764
Harbour
2 Flood
3.9.08 53°26.809 6°49.918 53°27.197 6°50.272
11:50 12:20 cloudy
8/8
SW5
11
12.5
15039
Harbour
3 Flood
3.9.08 53°26.848 6°50.012 53°27.230 6°50.338
12:30 13:00 cloudy
8/8
SW6
11.5
13
11761
Ems
4 Flood
3.9.08 53°27.860 6°50.130 53°27.841 6°50.334
13:10 13:40 cloudy
8/8
SW6
24
25
12728
Ems
5 Flood
3.9.08 53°27.785 6°50.330 53°27.842 6°50.540
13:50 14:20 cloudy
8/8
SW6
24.5
17.5
19910
Ems
6 Slack water
3.9.08 53°27.699 6°50.550 53°27.519 6°51.129
14:30 15:00 cloudy
8/8
SW6
25
18
11216
Doekegat
7 Ebb
3.9.08 53°27.197 6°51.930 53°27.942 6°52.690
15:20 15:50 cloudy
8/8
SW6
17
15
16756
Doekegat
8 Ebb
3.9.08 53°27.295 6°51.920 53°27.213 6°52.141
16:00 16:30 cloudy
8/8
SW6
14
16
20358
Doekegat
9 Ebb
3.9.08 53°27.162 6°51.838 53°27.181 6°51.880
16:34 17:04 cloudy
8/8
SW6
13
13.5
17037
Harbour
1 Flood
03 /04.09.08 53°26.725 6°48.810 53°27.155 6°50.182
21:50 22:20 starlit
-
SW5
10
11
15336
Harbour
2 Flood
03 /04.09.08 53°26.777 6°49.900 53°27.273 6°50.277
22:30 23:00 starlit
-
SW5
10.5
11.5
21665
Harbour
3 Flood
03 /04.09.08 53°26.776 6°49.990 53°27.333 6°50.350
23:10 23:40 starlit
-
SW5
11
11.5
16880
Ems
4 Flood
03 /04.09.08 53°27.861 6°50.151 53°27.750 6°50.388
23:50 00:20 starlit
-
SW5
22
23
31444
Ems
5 Flood
03 /04.09.08 53°27.821 6°50.314 53°27.757 6°50.540
00:35 01:05 starlit
-
SW5-6
23.5
23
19786
Ems
6 Flood
03 /04.09.08 53°27.722 6°50.545 53°27.767 6°50.520
01:10 01:40 starlit
-
SW6
23
23
28123
Doekegat
7 Flood
03 /04.09.08 53°27.027 6°52.315 53°27.125 6°52.048
01:50 02:20 starlit
-
SW6
14.5
16.5
28026
Doekegat
8 Slack water
03 /04.09.08 53°27.112 6°52.061 53°27.280 6°51.760
02:25 02:55 starlit
-
SW5-6
16
17
31963
Doekegat
9 Slack water
03 /04.09.08 53°27.187 6°52.070 53°27.439 6°51.744
03:00 03:30 starlit
-
SW6
16
15.5
25240
Harbour
1 Flood
13.10.08 53°26.774 6°49.824 53°27.138 6°50.160
09:45 10:15 cloudy
8/8
SW4
12
12
10368
Harbour
2 Flood
13.10.08 53°26.709 6°49.864 53°27.208 6°50.215
10:30 11:00 cloudy
8/8
SW4
13
13
19818
Harbour
3 Slack water
13.10.08 53°26.671 6°49.962 53°27.199 6°50.284
11:00 11:30 cloudy
8/8
SW4
12
13
13349
Ems
4 Ebb
13.10.08 53°27.820 6°50.345 53°27.727 6°50.727
11:50 12:20 cloudy
8/8
SW4
24
20
8845
Ems
5 Ebb
13.10.08 53°27.874 6°49.956 53°27.828 6°50.142
12:20 12:50 cloudy
8/8
SW4
22
22
25947
Ems
6 Ebb
13.10.08 53°27.702 6°50.496 53°27.843 6°50.251
13:05 13:35 cloudy
8/8
SW4
22
22.5
32157
Doekegat
7 Ebb
13.10.08 53°27.141 6°52.154 53°27.342 6°51.707
14:00 14:30 cloudy
7/8
SW4
15.5
14.5
28966
Doekegat
8 Ebb
13.10.08 53°27.156 6°52.330 53°27.397 6°51.754
14:40 15:10 cloudy
7/8
SW4
15.5
14.5
25623
Doekegat
9 Ebb
13.10.08 53°27.080 6°52.138 53°27.233 6°51.753
15:00 15:30 cloudy
7/8
SW4
14
14
21838
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 74
Bijlage 3: Begeleidingsdata m.b.t. de vangsten
Station
Catch
Tide
Date
Starting time
Position beginning Position end
End
Weather
Cloudiness
Wind
Water Water Filtered depth depth Volume at start at end [m³]
Harbour
1 Ebb
24.11.08 53°27.289 6°50.349 53°26.779 6°50.113
09:51 10:21 fair
2/8
ONO3
12
13
24570
Harbour
2 Ebb
24.11.08 53°27.252 6°50.321 53°26.743 6°49.957
10:33 11:03 fair
2/8
ONO3
13
12
11470
Harbour
3 Ebb
24.11.08 53°27.305 6°50.280 53°26.768 6°49.885
11:15 11:45 fair
2/8
ONO3
12
11.5
21200
Ems
4 Ebb
24.11.08 53°27.785 6°50.432 53°27.918 6°50.138
12:00 12:30 fair
3/8
N4
23
23
40586
Ems
5 Ebb
24.11.08 53°27.786 6°50.472 53°27.867 6°50.046
12:38 13:08 fair
3/8
N4
22.5
22.5
33026
Ems
6 Ebb
24.11.08 53°27.845 6°50.520 53°27.946 6°50.127
13:51 13:51 fair
3/8
N4
16
21
20120
Doekegat
7 Ebb
24.11.08 53°27.127 6°52.181 53°27.082 6°52.329
14:13 14:43 fair
3/8
NW3
14.5
14
31477
Doekegat
8 Ebb
24.11.08 53°27.248 6°52.084 53°27.064 6°52.198
14:48 15:18 fair
3/8
NW3
14.5
15
31482
Doekegat
9 Slack water
24.11.08 53°27.278 6°51.769 53°26.894 6°52.686
15:27 15:57 fair
3/8
NW3
15
12
26773
Harbour
1 Ebb
19.2.09 53°27.282 6°50.265 53°26.733 6°50.027
10:43 11:13 cloudy
8/8
W4
11
11
22334
Harbour
2 Ebb
19.2.09 53°27.288 6°50.279 53°26.717 6°49.837
11:23 11:53 cloudy
8/8
W4
10.5
11
23177
Harbour
3 Slack water
19.2.09 53°26,750 6°49.882 53°27.356 6°50.313
11:56 12:26 cloudy
8/8
W4
10
11
24840
Ems
4 Flood
19.2.09 53°27.781 6°50.344 53°28.002 6°49.811
12:36 13:06 cloudy
8/8
W4
23
14
21751
Ems
5 Flood
19.2.09 53°27.718 6°50.564 53°27.812 6°50.266
13:15 13:45 cloudy
8/8
W4
22
22
24570
Ems
6 Flood
19.2.09 53°27.726 6°50.519 53°27.761 6°50.461
13:50 14:20 cloudy
8/8
W4
22.5
22.5
32038
Doekegat
7 Flood
19.2.09 53°27.138 6°52.029 53°27.148 6°52.060
14:31 15:01 cloudy
8/8
W4
16
16
32022
Doekegat
8 Flood
19.2.09 53°27.080 6°52.301 53°27.087 6°52.296
15:06 15:36 cloudy
8/8
W4
15.5
15.5
31520
Doekegat
9 Flood
19.2.09 53°26.967 6°52.464 53°27.027 6°52.491
15:42 16:12 cloudy
8/8
W4
14
15.5
31444
Harbour
1 Flood
18.3.09 53°26.727 6°49.817 53°27.280 6°50.240
11:43 12:13 fair-cloudy
5/8
W3
11
12
26962
Harbour
2 Flood
18.3.09 53°26.704 6°49.907 53°27.361 6°50.284
12:23 12:53 fair-cloudy
5/8
W3
12
12
27535
Harbour
3 Flood
18.3.09 53°26.680 6°49.994 53°27.344 6°50.344
13:03 13:33 fair-cloudy
5/8
W3
12
12
27124
Ems
4 Flood
18.3.09 53°27.864 6°50.252 53°27.904 6°50.057
13:43 14:13 fair-cloudy
5/8
W3
24
23.5
22383
Ems
5 Flood
18.3.09 53°27.787 6°50.459 53°27.811 6°50.165
14:19 14:49 fair-cloudy
5/8
W3
25
21
20342
Ems
6 Flood
18.3.09 53°27.686 6°50.682 53°27.839 6°50.244
14:55 15:25 fair-cloudy
5/8
W3
22
25
16675
Doekegat
7 Slack water
18.3.09 53°26.902 6°52.810 53°27.136 6°52.081
15:44 16:14 fair-cloudy
5/8
W3
17
16.5
19251
Doekegat
8 Ebb
18.3.09 53°27.296 6°51.880 53°27.101 6°52.353
16:35 17:05 fair-cloudy
5/8
W3
14
16.5
22691
Doekegat
9 Ebb
18.3.09 53°27.217 6°51.980 53°27.084 6°52.154
17:11 17:41 fair-cloudy
5/8
W3
15.5
15
27124
Harbour
1 Slack water
18./19.03.09 53°27.311 6°50.297 53°26.677 6°50.029
22:10 22:40 starlit
-
NW2
10
10
18365
Harbour
2 Flood
18./19.03.09 53°26.701 6°49.927 53°27.301 6°50.249
22:45 23:15 starlit
-
NW2
9.5
10.5
25580
Harbour
3 Flood
18./19.03.09 53°26.715 6°49.867 53°27.311 6°50.271
23:25 23:55 starlit
-
NW2
11
11
29646
Ems
4 Flood
18./19.03.09 53°27.853 6°50.295 53°27.812 6°50.422
00:05 00:35 starlit
-
NW2
22.5
24.5
39042
Ems
5 Flood
18./19.03.09 53°27.907 6°50.180 53°27.795 6°50.555
00:45 01:15 starlit
-
NW2
22
21.5
28636
Ems
6 Flood
18./19.03.09 53°27.836 6°50.436 53°27.700 6°50.638
01:20 01:50 starlit
-
NW2
23.5
24
17507
Doekegat
7 Flood
18./19.03.09 53°27.127 6°52.133 53°27.073 6°52.251
02:00 02:30 starlit
-
NW2
16.5
16
21881
Doekegat
8 Flood
18./19.03.09 53°26.998 6°52.516 53°27.102 6°52.301
02:35 03:05 starlit
-
NW2
15
16
24943
Doekegat
9 Flood
18./19.03.09 53°27.049 6°52.339 53°27.242 6°51.964
03:10 03:40 starlit
-
NW2
15.5
16.5
24170
Harbour
1 Ebb
20.4.09 53°27.335 6°50.290 53°26.730 6°49.817
10:39 11:09 fair
0/8
SO 1
11
11.5
28642
Harbour
2 Ebb
20.4.09 53°27.405 6°50.337 53°26.749 6°49.925
11:20 11:50 fair
0/8
SO 1
11
11.5
26433
Harbour
3 Ebb
20.4.09 53°27.359 6°50.318 53°26.715 6°49.990
12:02 12:32 fair
0/8
SO 1
10.5
10
25358
Ems
4 Ebb
20.4.09 53°27.845 6°50.240 53°27.814 6°50.346
12:50 13:20 fair
0/8
SO 1
22
21.5
27367
Ems
5 Ebb
20.4.09 53°27.865 6°50.276 53°27.754 6°50.522
13:24 13:54 fair
0/8
SO 1
23
21
23695
Ems
6 Slack water
20.4.09 53°27.892 6°50.032 53°27.737 6°50.589
14:00 14:30 fair
0/8
NO 1-2
22
21
24646
Doekegat
7 Flood
20.4.09 53°26.951 6°52.647 53°27.171 6°51.873
14:53 15:23 fair
0/8
NO 1
13
14.5
24970
Doekegat
8 Flood
20.4.09 53°27.034 6°52.456 53°27.059 6°52.253
15:32 16:02 fair
0/8
N3
13.5
14
23312
Doekegat
9 Flood
20.4.09 53°27.157 6°52.304 53°26.964 6°52.600
16:45 17:15 fair
0/8
N3
14.5
14.5
25720
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 75
Bijlage 3: Begeleidingsdata m.b.t. de vangsten
Station
Catch
Tide
Date
Starting time
Position beginning Position end
End
Weather
Cloudiness
Wind
Water Water Filtered depth depth Volume at start at end [m³]
Harbour
1 Flood
11.5.09 53°26.722 6°49.848 53°27.248 6°50.209
11:00 11:30 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
12
13
20736
Harbour
2 Flood
11.5.09 53°26.703 6°49.922 53°27.235 6°50.272
11:40 12:10 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
11.5
13
22140
Harbour
3 Flood
11.5.09 53°26.730 6°49.382 53°26.674 6°50.559
12:25 12:55 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
11
15
23236
Ems
4 Flood
11.5.09 53°27.746 6°50.473 53°27.890 6°50.026
13:15 13:45 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
23
24
26730
Ems
5 Slack water
11.5.09 53°27.891 6°49.983 53°27.763 6°50.589
13:50 14:20 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
24
22.5
13414
Ems
6 Ebb
11.5.09 53°28.029 6°50.026 53°28.060 6°49.915
15:50 16:05 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
21
16
19235
Doekegat
7 Ebb
11.5.09 53°27.228 6°52.194 53°27.276 6°52.130
16:30 16:45 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
14.5
14
23306
Doekegat
8 Ebb
11.5.09 53°27.179 6°52.341 53°27.183 6°52.347
17:00 17:30 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
14.5
14
48805
Doekegat
9 Ebb
11.5.09 53°27.264 6°52.067 53°27.243 6°52.077
17:40 18:10 fair-cloudy
2/8
N/NO 6
14.5
14
55069
Doekegat
1 Flood
30.5.09 53°27.111 6°52.225 53°27.092 6°52.300
13:55 14:25 fair-cloudy
2/8
NO 5
16
16
33734
Doekegat
2 Flood
30.5.09 53°27.083 6°52.395 53°27.146 6°52.260
14:35 15:05 fair-cloudy
2/8
NO 5
16
16
35138
Doekegat
3 Flood
30.5.09 53°27.041 6°52.406 53°27.117 6°52.187
15:10 15:40 fair-cloudy
2/8
NO 5
16
16.5
26822
Ems
4 Flood
30.5.09 53°27.732 6°50.671 53°27.842 6°50.370
16:00 16:30 fair-cloudy
2/8
NO 5
21
24.5
21816
Ems
5 Flood
30.5.09 53°27.800 6°50.510 53°27.903 6°49.918
16:35 17:05 fair-cloudy
2/8
NO 5
22
22.5
20768
Ems
6 Slack water
30.5.09 53°27.941 6°49.727 53°27.722 6°50.530
17:15 17:45 fair-cloudy
2/8
NO 5
20
23
20245
Harbour
7 Ebb
30.5.09 53°27.385 6°50.342 53°26.708 6°49.867
17:50 18:20 fair-cloudy
2/8
NO 5
12.5
12.5
23042
Harbour
8 Ebb
30.5.09 53°27.362 6°50.341 53°26.695 6°50.010
18:30 19:00 fair-cloudy
2/8
NO 5
11.5
11
31622
Harbour
9 Ebb
30.5.09 53°26.667 6°50.593 53°26.735 6°49.340
19:08 19:38 fair-cloudy
2/8
NO 5
15
11
27670
Harbour
1 Ebb
30./31.05.09 53°27.438 6°50.314 53°26.715 6°49.918
22:20 22:50 starlit
-
NO 4
10
10
26309
Harbour
2 Ebb
30./31.05.09 53°27.404 6°50.336 53°26.685 6°49.995
23:00 23:30 starlit
-
NO 4
9.5
9
25148
Harbour
3 Slack water
30./31.05.09 53°26.750 6°49.318 53°26.710 6°50.443
23:40 00:10 starlit
-
NO 4
8.5
12
23668
Ems
4 Flood
30./31.05.09 53°27.801 6°50.433 53°27.879 6°50.154
00:20 00:50 starlit
-
NO 4
22
20
22189
Ems
5 Flood
30./31.05.09 53°27.828 6°50.339 53°27.825 6°50.348
00:55 01:25 starlit
-
NO 4
22
22.5
35111
Ems
6 Flood
30./31.05.09 53°27.763 6°50.612 53°27.801 6°50.529
01:30 02:00 starlit
-
NO 4
20.5
21
36418
Doekegat
7 Flood
30./31.05.09 53°27.080 6°52.363 53°27.128 6°52.206
02:10 02:40 starlit
-
NO 4
15.5
16
40532
Doekegat
8 Flood
30./31.05.09 53°27.044 6°52.461 53°27.119 6°52.257
02:50 03:20 starlit
-
NO 4
14.5
15.5
42250
Doekegat
9 Flood
30./31.05.09 53°27.065 6°52.314 53°27.140 6°52.103
03:30 04:00 starlit
-
NO 4
15
16
36725
Doekegat
1 Flood
22.6.09 53°27.004 6°52.482 53°27.162 6°51.933
11:20 11:50 fair-cloudy
3/8
N4
15
16
23603
Doekegat
2 Slack water
22.6.09 53°27.032 6°52.620 53°27.252 6°51.761
12:00 12:30 fair-cloudy
3/8
N4
16
17
17464
Doekegat
3 Ebb
22.6.09 53°27.295 6°51.734 53°27.043 6°52.350
12:40 13:10 fair-cloudy
3/8
N4
17
15
30947
Ems
4 Ebb
22.6.09 53°27.884 6°50.029 53°27.868 6°50.276
13:20 13:50 fair-cloudy
3/8
N4
23.5
24
36164
Ems
5 Ebb
22.6.09 53°27.930 6°50.081 53°27.922 6°50.050
13:55 14:25 fair-cloudy
3/8
N4
18
21
47623
Ems
6 Ebb
22.6.09 53°27.854 6°50.358 53°27.870 6°50.310
14:30 15:00 fair-cloudy
3/8
N4
23.5
22
48082
Harbour
7 Ebb
22.6.09 53°27.409 6°50.345 53°26.725 6°50.065
15:10 15:40 fair-cloudy
3/8
N4
11
10
28625
Harbour
8 Ebb
22.6.09 53°27.401 6°50.312 53°26.737 6°49.913
15:50 16:20 fair-cloudy
3/8
N4
10.5
10
26644
Harbour
9 Ebb
22.6.09 53°26.674 6°50.530 53°26.735 6°49.320
16:30 17:00 fair-cloudy
3/8
N4
14
8
25612
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 76
Bijlage 4: Dag-nacht-bevissing Soortentabel Kwalitatieve vergelijking van het soortenspektrum tussen dag- en nachtvangsten. Geel: alleen overdag of ´s nachts geregistreerd. Groen: alleen tijdens de nachtfase in het deelgebied haven geregistreerd.
Fish species Soort Aphia minuta Glasgrondel Arnoglossus laterna Schurftvis Chelidonichthys lucernusRode poon Clupea harengus Haring Gadus morhua Kabeljauw Gasterosteus aculeatus Driedornige stekelbaars Lampetra fluviatilis Rivierprik Liparis liparis Slakdolf Merlangius merlangus Wijting Osmerus eperlanus Spiering Petromyzon marinus Zeeprik Pholis gunellus Botervis Platichthys flesus Bot Pleuronectes platessa Schol Pomatoschistus spp. Grondels Solea solea Tong Sprattus sprattus Sprot Syngnathus rostellatus Kleine zeenaald Trachurus trachurus Horsmakreel Trisopterus luscus Steenbolk
December 2009
Harbour daytime nighttime x x
Ems Estuary daytime nighttime
Doekegat area daytime nighttime
x x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x x x
x x x
x x x x
x x
x x x
x x
x x x
x x x
x x x x x x
x
x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 77
Bijlage 5: Abiotische parameters, gemeten aan het wateroppervlak; *= niet gemeten Date
Time
Station
Temperature [°C]
Conductivity [µS/cm]
07.07.08 08.07.08 *
18:45 Doekegat Harbour
08.07.08
10:30 Ems
19,32
38750
28,07
7,18
92,8
8,08 *
08.07.08
11:45 Doekegat
19,26
38730
28,08
7,44
96,3
8,29 *
04.08.08
13:00 Harbour
04.08.08 04.08.08
15:30 Ems 17:00 Doekegat Harbour 14:20 Ems 13:00 Doekegat
03.09.08 *
41050 *
7,24 7,26
29,7 *
95,3 95,5
7,13 *
8 * 8,15 *
93,2 *
*
7,86 * *
20,5
43633
28,19
8,34
109,4
7,53
5,9
20,41 20,4
45789 45780
29,72 29,68
7,35 7,5
97,1 100,1
7,89 7,8
10,8 10,9
*
* 20,19 20,39
* 43434 45181
* 28,04 29,28
* 7,3 6,84
* 93,9 90,1
* 8,01 7,81
0 11,2
17,61
43310
27,95
8,56
101
7,82
13,3
14:30 Ems
17,69
45127
29,27
8,15
101
8,02
1,5
03.09.08 03./04.09.08
16:00 Doekegat 22:50 Harbour
17,73 17,4
45375 42228
29,44 27,2
8,25 7,43
98,6 91
8 * 7,81
3,2
03./04.09.08
01:00 Ems
17,48
44710
28,93
7,1
89
7,82
7,6
03./04.09.08
02:45 Doekegat
17,5
44933
29,13
7,19
89,3
7,16
7,82
03.09.08
Harbour
19,63 *
28,64 29,6
Turbidity [NTU ]
pH
14:10 Harbour 16:45 Ems
05.08.08 05.08.08
39940 41160
O2 [mg/l] O2 [%]
07.07.08 07.07.08
05.08.08 *
19,87 19,64
Salinity [psu]
04.09.08
13:27 Harbour
17,5
44138
28,54
8,43
106,3
7,79
-3,6
04.09.08
14:50 Ems
17,19
44637
28,89
8,1
101,2
7,85
10,3
04.09.08
16:00 Doekegat
17,06
45410
29,46
7,67
94,6
7,84
0,2
04./05.09.08
22:30 Harbour
17,46
44366
28,71
7,95
94,4
7,81
-3,7
04./05.09.08
23:45 Ems
17,14
44295
28,65
8,42
98,3
7,83
13,5
04./05.09.08
01:00 Doekegat
17,15
44696
28,94
7,11
86,9
7,82
17,9
13.10.08
09:45 Harbour
12,63
33120
27,93
8,58
96,1
8,4 *
13.10.08
12:30 Ems
12,65
34400
29,11
8,42
95,1
8,58 *
13.10.08
15:00 Doekegat
12,78
33180
27,88
8,56
96,2
8,17 *
14.10.08
09:15 Harbour
12,83
32660
27,34
8,05
90
8,31 *
14.10.08
11:00 Ems
12,78
34720
29,27
8,42
95,3
8,47 *
14.10.08
12:00 Doekegat
12,88
35140
29,6
7,88
89
8,33 *
24.11.08
11:15 Harbour
5,74
40844
25,72
10,98
99,1
7,38
9,1
24.11.08
11:16 Harbour
5,72
44032
27,93
11,03
100,4
7,53
14,8
24.11.08
13:09 Ems
5,46
40696
25,59
10,51
98,7
7,66
60,3
24.11.08
13:09 Ems
5,53
41216
25,95
10,85
102,3
7,65
82,9
24.11.08
15:24 Doekegat
4,77
34628
24,39
11,17
100,3
7,95
33,0
24.11.08 25.11.08
15:25 Doekegat 10:07 Harbour
5,27 5,20
38633 39503
24,15 24,74
11,60 12,34
107,4 114,6
7,85 7,56
98,2 9,0
25.11.08
10:08 Harbour
6,51
42766
27,12
11,80
114,8
7,53
7,3
25.11.08 25.11.08
11:14 Ems 11:16 Ems
5,51 5,57
42950 43903
27,16 27,82
11,99 12,44
113,9 118,9
7,72 7,64
10,6 36,0
25.11.08
12:31 Doekegat
5,53
40786
25,66
12,58
118,4
7,78
46,0
25.11.08
12:31 Doekegat
5,41
41511
26,14
12,70
119,6
7,72
45,4
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 78
Bijlage 5: Abiotische parameters, gemeten aan het wateroppervlak; *= niet gemeten Date
Time
Station
Temperature [°C]
Conductivity [µS/cm]
Salinity [psu]
O2 [mg/l] O2 [%]
Turbidity [NTU ]
pH
19.02.09 19.02.09
10:45 Harbour 12:50 Ems
1,55 1,64
38349,0 37906,0
23,54 23,24
8,07 7,76
69,2 66,1
7,57 8,00
2,2 13,2
19.02.09
15:00 Doekegat
1,59
39509
24,32
8,75
74,1
8,05
9,1
20.02.09
09:44 Harbour
1,83
39247
24,17
6,91
59,6
7,54
2,2
20.02.09
10:19 Ems
1,95
40917
25,33
9,34
80
7,83
5,8
20.02.09
11:22 Doekegat
2,57
38128
23,45
8,09
77
7,98
15,3
18.03.09
13:17 Harbour
6,66
21730
20,79 *
*
10,17 *
18.03.09 18.03.09
14:05 Ems 15:45 Doekegat
6,32 6,44
21640 21120
20,83 * 20,38 *
* *
7,85 * 9,75 *
18./19.03.09
23:07 Harbour
6,61
18230
17,12 *
*
9,73 *
18./19.03.09 18./19.03.09
01:30 Ems 02:20 Doekegat
6,28 6,32
20830 20770
20,01 * 19,89 *
* *
9,81 * 9,85 *
19.03.09
12:40 Harbour
6,56
19460
18,46 *
*
8,87 *
19.03.09
13:40 Ems
6,47
20900
20,03 *
*
9,41 *
19.03.09 19/20.03.09
14:49 Doekegat 23:04 Harbour
6,56 6,7
20770 19380
19,82 * 18,28 *
* *
8,7 * 8,98 *
19/20.03.09
23:56 Ems
6,71
16980
15,55 *
*
9,11 *
19/20.03.09
00:45 Doekegat
6,91
17270
15,98 *
*
8,49 *
20.04.09
11:20 Harbour
13,22
39066
24,85
13,22
145,3
8,63
10
20.04.09
13:34 Ems
13,39
39612
25,25
9,98
100,9
8,49
21,8
20.04.09
15:34 Doekegat
13,7
36930
23,45
10,56
118,1
8,53
16,7
21.04.09 21.04.09
09:30 Harbour 10:40 Ems
12,83 12,18
39350 43577
25,1 28,06
9,54 9,76
108,9 107,9
8,56 8,59
3,9 2,5
21.04.09
12:20 Doekegat
13,34
40315
25,77
9,54
105,9
8,64
21
11.05.09
11:40 Harbour
13,68
42670
27,49 *
*
8,47 *
11.05.09
14:28 Ems
13,59
44950
29,03 *
*
8,67 *
11.05.09 12.05.09
17:45 Doekegat 10:53 Harbour
14,21 13,64
41180 41490
26,83 * 26,71 *
* *
8,71 * 9,1 *
12.05.09
12:30 Ems
13,56
45340
29,39 *
*
8,62 *
12.05.09
13:57 Doekegat
13,62
45290
29,3 *
*
7,78 *
22.06.09 22.06.09
11:30 Doekegat 13:58 Ems
16,63 17,14
41292 40854
26,5 26,15
8,3 8,66
100,1 105,9
7,89 8,03
1,5 7,8
22.06.09
15:50 Harbour
17,34
39273
25,08
8,79
106,4
7,84
1
23.06.09 23.06.09
09:00 Harbour 10:11 Ems
17,34 16,86
38748 41094
24,73 26,36
8,5 8,21
102,7 99,4
7,86 7,94
1 11,1
23.06.09
11:25 Doekegat
17,01
40916
26,24
8,33
101,1
7,9
2,9
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 79
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08 07.07.08
Tide Catch location flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour slack water 4 Ems slack water 4 Ems slack water 4 Ems slack water 4 Ems ebb 5 Ems ebb 5 Ems ebb 5 Ems ebb 5 Ems ebb 5 Ems ebb 6 Ems ebb 6 Ems ebb 6 Ems ebb 6 Ems ebb 6 Ems ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus sum Total number of species Clupea harengus Pleuronectes platessa sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Merlangius merlangus Liparis liparis Solea solea sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Solea solea sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 0,280 60 2,489 533,33 0,028 60 2,489 533,33 1 1,440 300 12,800 2666,67 0,080 10 0,711 88,89 1,520 310 13,511 2755,56 2 1,200 230 10,667 2044,44 0,005 10 0,044 88,89 1,205 240 10,711 2133,33 2 1,560 590 13,867 5244,44 0,005 10 0,044 88,89 1,565 600 13,911 5333,33 2 6,260 2260 55,644 20088,89 0,480 390 4,267 3466,67 0,020 100 0,178 888,89 6,760 2750 60,089 24444,44 3 0,440 160 3,911 1422,22 0,100 70 0,889 622,22 0,060 60 0,533 533,33 0,600 290 5,333 2577,78 3 0,180 40 1,600 355,56 0,005 10 0,044 88,89 0,185 50 1,644 444,44 2 0,820 50 7,289 444,44 0,040 10 0,356 88,89 0,060 10 0,533 88,89 0,920 70 8,178 622,22 3 0,300 70 2,667 622,22 0,520 30 4,622 266,67 0,040 10 0,356 88,89 0,060 10 0,533 88,89 0,920 120 8,178 1066,67 4
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 1,4E-05 1,4E-06
Abundance [ind.]/m³ 0,003007067 0,003007067
0,000119 0,02479052 6,61E-06 0,000826351 0,000126 0,025616871 9,45E-05 0,018116798 3,94E-07 0,000787687 9,49E-05 0,018904485 0,000155 0,058709973 4,98E-07 0,000995084 0,000156 0,059705057 0,000281 2,16E-05 8,99E-07 0,000304
0,101582165 0,017529666 0,004494786 0,123606616
2,84E-05 6,45E-06 3,87E-06 3,87E-05
0,010313132 0,004511995 0,003867425 0,018692553
1,23E-05 0,002743484 3,43E-07 0,000685871 1,27E-05 0,003429355 8,83E-05 0,00538329 4,31E-06 0,001076658 6,46E-06 0,001076658 9,91E-05 0,007536606 2,42E-05 4,19E-05 3,22E-06 4,83E-06 7,41E-05
0,005636071 0,002415459 0,000805153 0,000805153 0,009661836
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 80
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08 04.08.08
Tide Catch location flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus Merlangius merlangus Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus Liparis liparis Trachurus trachurus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Trachurus trachurus sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus Syngnathus rostellatus Trachurus trachurus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Trachurus trachurus Solea solea Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Galeorhinus galeus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Trachurus trachurus Solea solea Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Galeorhinus galeus sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 6,400 1390 56,889 12355,56 0,006 1 0,053 8,89 0,003 12 0,027 106,67 0,002 1 0,018 8,89 6,411 1404 56,987 12480,00 4 3,220 635 28,622 5644,44 0,006 3 0,053 26,67 0,010 5 0,089 44,44 0,002 5 0,018 44,44 0,006 12 0,053 106,67 3,244 660 28,836 5866,67 5 6,500 1340 57,778 11911,11 0,002 1 0,018 8,89 0,020 38 0,178 337,78 0,008 12 0,071 106,67 6,530 1391 58,044 12364,44 4 0,480 104 4,267 924,44 0,022 16 0,196 142,22 0,004 5 0,036 44,44 0,003 1 0,027 8,89 0,016 14 0,142 124,44 0,002 1 0,018 8,89 0,527 141 4,684 1253,33 6 0,134 30 1,191 266,67 0,004 1 0,036 8,89 0,138 31 1,227 275,56 2 0,388 92 3,449 817,78 0,003 1 0,027 8,89 0,008 1 0,071 8,89 0,002 1 0,018 8,89 0,001 3 0,009 26,67 0,004 2 0,036 17,78 0,406 100 3,609 888,89 6 0,540 122 4,800 1084,44 0,002 1 0,018 8,89 0,001 1 0,009 8,89 0,007 6 0,062 53,33 0,550 130 4,889 1155,56 4 19,710 3431 175,200 30497,78 0,002 1 0,018 8,89 0,282 9 2,507 80,00 0,009 1 0,080 8,89 0,014 9 0,124 80,00 0,018 20 0,160 177,78 0,084 6 0,747 53,33 0,036 36 0,320 320,00 0,006 15 0,053 133,33 0,310 1 2,756 8,89 20,471 3529 181,964 31368,89 10 11,965 1579 106,356 14035,56 0,004 1 0,036 8,89 0,400 17 3,556 151,11 0,008 2 0,071 17,78 0,086 63 0,764 560,00 0,066 69 0,587 613,33 0,046 4 0,409 35,56 0,368 400 3,271 3555,56 0,016 32 0,142 284,44 0,402 1 3,573 8,89 13,361 2168 118,764 19271,11 10
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 0,000624 5,85E-07 2,92E-07 1,95E-07 0,000625
Abundance [ind.]/m³ 0,135477583 9,74659E-05 0,001169591 9,74659E-05 0,136842105
0,000328 6,11E-07 1,02E-06 2,04E-07 6,11E-07 0,00033
0,064611315 0,00030525 0,000508751 0,000508751 0,001221001 0,067155067
0,000615 1,89E-07 1,89E-06 7,57E-07 0,000618
0,126865106 9,46755E-05 0,003597667 0,001136105 0,131693554
2,23E-05 1,02E-06 1,85E-07 1,39E-07 7,42E-07 9,27E-08 2,44E-05
0,004820841 0,000741668 0,000231771 4,63542E-05 0,000648959 4,63542E-05 0,006535948
3,99E-06 0,000893751 1,19E-07 2,97917E-05 4,11E-06 0,000923543 2,04E-05 1,58E-07 4,21E-07 1,05E-07 5,26E-08 2,1E-07 2,14E-05
0,004840067 5,26094E-05 5,26094E-05 5,26094E-05 0,000157828 0,000105219 0,005260943
3,02E-05 0,006819376 1,12E-07 5,58965E-05 5,59E-08 5,58965E-05 3,91E-07 0,000335379 3,07E-05 0,007266548 0,002083 2,11E-07 2,98E-05 9,51E-07 1,48E-06 1,9E-06 8,88E-06 3,81E-06 6,34E-07 3,28E-05 0,002164
0,362654321 0,000105699 0,000951294 0,000105699 0,000951294 0,002113986 0,000634196 0,003805175 0,00158549 0,000105699 0,373012853
0,001157 3,87E-07 3,87E-05 7,74E-07 8,32E-06 6,38E-06 4,45E-06 3,56E-05 1,55E-06 3,89E-05 0,001292
0,152693163 9,67024E-05 0,001643942 0,000193405 0,006092254 0,006672469 0,00038681 0,038680979 0,003094478 9,67024E-05 0,209650904
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 81
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08 03.09.08
Tide Catch location flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems slack water 6 Ems ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Pleuronectes platessa Syngnathus rostellatus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus Trachurus trachurus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus Trachurus trachurus sum Total number of species Clupea harengus Clupea harengus groß Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Pleuronectes platessa Lampetra fluviatilis Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Pholis gunellus Solea solea sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 5,302 1209 47,129 10745,39 0,124 57 1,102 506,67 0,110 3 0,978 26,67 0,001 2 0,009 17,78 0,003 22 0,027 195,56 5,540 1293 49,244 11492,05 5 11,190 2272 99,467 20191,73 0,003 3 0,027 26,67 0,184 76 1,636 675,56 0,270 8 2,400 71,11 0,002 1 0,018 8,89 0,010 44 0,089 391,11 0,084 37 0,747 328,89 11,743 2441 104,382 21693,96 7 7,610 1576 67,644 14012,06 0,023 8 0,204 71,11 0,020 1 0,178 8,89 0,002 4 0,018 35,56 0,001 4 0,009 35,56 7,656 1593 68,053 14163,17 5 0,886 207 7,876 1840,00 0,003 1 0,027 8,89 0,003 13 0,027 115,56 0,892 221 7,929 1964,44 3 0,300 85 2,667 755,56 0,002 1 0,018 8,89 0,001 10 0,009 88,89 0,002 1 0,018 8,89 0,305 97 2,711 862,22 4 0,230 64 2,044 568,89 0,001 2 0,009 17,78 0,231 66 2,053 586,67 2 0,205 59 1,822 524,44 0,001 6 0,009 53,33 0,206 65 1,831 577,78 2 0,100 27 0,889 240,00 0,002 12 0,018 106,67 0,002 1 0,018 8,89 0,104 40 0,924 355,56 3 12,289 2163 109,237 19225,77 0,040 1 0,356 8,89 0,994 22 8,836 195,56 0,044 6 0,391 53,33 0,016 5 0,144 47,91 0,022 2 0,196 17,78 0,025 1 0,222 8,89 1,423 614 12,649 5461,87 0,005 5 0,048 47,91 0,015 1 0,133 8,89 0,015 2 0,133 17,78 14,889 2823 132,344 25094,57 10
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 0,000359 8,4E-06 7,45E-06 6,77E-08 2,03E-07 0,000375
Abundance [ind.]/m³ 0,081880842 0,003860847 0,000203202 0,000135468 0,001490151 0,087570511
0,000744 1,99E-07 1,22E-05 1,8E-05 1,33E-07 6,65E-07 5,59E-06 0,000781
0,151045282 0,000199481 0,005053527 0,00053195 6,64938E-05 0,002925726 0,00246027 0,162282732
0,000647 1,96E-06 1,7E-06 1,7E-07 8,5E-08 0,000651
0,134030298 0,000680203 8,50253E-05 0,000340101 0,000340101 0,135475729
6,96E-05 0,016263612 2,36E-07 7,85682E-05 2,36E-07 0,001021386 7,01E-05 0,017363566 1,51E-05 0,004269254 1E-07 5,02265E-05 5,02E-08 0,000502265 1E-07 5,02265E-05 1,53E-05 0,004871973 2,05E-05 0,005706236 8,92E-08 0,00017832 2,06E-05 0,005884556 1,22E-05 0,003521085 5,97E-08 0,000358076 1,23E-05 0,003879161 4,91E-06 0,00132626 9,82E-08 0,000589449 9,82E-08 4,91207E-05 5,11E-06 0,00196483 0,000721 2,35E-06 5,83E-05 2,58E-06 9,49E-07 1,29E-06 1,47E-06 8,35E-05 3,16E-07 8,8E-07 8,8E-07 0,000874
0,126953055 5,86958E-05 0,001291307 0,000352175 0,00031637 0,000117392 5,86958E-05 0,036066209 0,00031637 5,86958E-05 0,000117392 0,165706357
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 82
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08 03/04.09.08
Tide Catch location flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat ebb 7 Doekegat slack water 8 Doekegat slack water 8 Doekegat slack water 8 Doekegat slack water 8 Doekegat slack water 8 Doekegat slack water 8 Doekegat slack water 9 Doekegat slack water 9 Doekegat slack water 9 Doekegat slack water 9 Doekegat slack water 9 Doekegat slack water 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus Sprattus sprattus Liparis liparis Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Liparis liparis Clupea harengus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Platichthys flesus Pleuronectes platessa Trachurus trachurus sum Total number of species Merlangius merlangus Liparis liparis Pleuronectes platessa Clupea harengus Sprattus sprattus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Platichthys flesus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus Clupea harengus groß sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Pleuronectes platessa Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Liparis liparis Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 7,120 1302 63,289 11572,83 0,020 9 0,178 80,00 0,003 1 0,027 8,89 0,002 1 0,018 8,89 0,048 26 0,427 231,11 0,005 29 0,044 257,78 7,198 1368 63,982 12159,49 6 5,880 1250 52,267 11111,11 0,012 8 0,107 71,11 0,019 1 0,169 8,89 0,068 11 0,604 97,78 0,108 61 0,960 542,22 0,034 63 0,302 560,00 6,121 1394 54,409 12391,11 6 0,010 2 0,089 17,78 15,526 3229 138,011 28706,19 0,767 468 6,821 4156,30 0,006 24 0,053 213,14 0,008 1 0,071 8,89 0,012 1 0,107 8,89 0,016 1 0,142 8,89 16,345 3726 145,293 33120,08 7 0,368 9 3,271 80,00 0,010 2 0,089 17,78 0,001 1 0,009 8,89 7,790 1846 69,249 16406,59 0,006 3 0,053 26,63 0,006 3 0,053 26,63 0,246 162 2,184 1438,24 0,012 48 0,107 426,15 0,003 3 0,027 26,63 8,442 2076 75,041 18457,54 9 4,430 908 39,378 8073,86 0,815 17 7,244 151,11 0,010 1 0,089 8,89 0,536 268 4,764 2382,22 0,002 9 0,018 80,00 0,075 1 0,667 8,89 5,868 1204 52,160 10704,97 5 2,470 512 21,956 4554,80 0,004 2 0,036 17,78 0,427 11 3,796 97,78 0,010 1 0,089 8,89 0,444 266 3,947 2368,00 0,006 16 0,053 142,22 3,361 809 29,876 7189,47 6 5,235 1027 46,533 9127,69 0,002 1 0,018 8,89 0,163 4 1,449 35,56 0,003 1 0,027 8,89 0,024 12 0,213 106,67 0,001 1 0,009 8,89 5,428 1046 48,249 9296,58 6 3,660 760 32,533 6755,56 0,107 2 0,951 17,78 0,002 1 0,018 8,89 0,130 59 1,156 524,44 3,899 822 34,658 7306,67 4 2,226 501 19,787 4456,46 0,081 3 0,720 26,67 0,058 30 0,516 266,67 0,001 1 0,009 8,89 2,366 535 21,031 4758,68 4
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 0,000464 1,3E-06 1,96E-07 1,3E-07 3,13E-06 3,26E-07 0,000469
Abundance [ind.]/m³ 0,084894553 0,000586854 6,52061E-05 6,52061E-05 0,001695357 0,001890975 0,089198152
0,000271 5,54E-07 8,77E-07 3,14E-06 4,99E-06 1,57E-06 0,000283
0,057697279 0,000369263 4,61578E-05 0,000507736 0,002815627 0,002907943 0,064344005
5,92E-07 0,00092 4,55E-05 3,55E-07 4,74E-07 7,11E-07 9,48E-07 0,000968
0,000118481 0,191313406 0,027699818 0,001420503 5,92403E-05 5,92403E-05 5,92403E-05 0,220729929
1,17E-05 3,18E-07 3,18E-08 0,000248 1,91E-07 1,91E-07 7,81E-06 3,81E-07 9,53E-08 0,000268
0,000286221 6,36047E-05 3,18024E-05 0,058698944 9,52905E-05 9,52905E-05 0,005145687 0,001524648 9,52905E-05 0,066036778
0,000224 4,12E-05 5,05E-07 2,71E-05 1,01E-07 3,79E-06 0,000297
0,045907597 0,000859211 5,05418E-05 0,013545205 0,000454876 5,05418E-05 0,060867972
8,78E-05 1,42E-07 1,52E-05 3,56E-07 1,58E-05 2,13E-07 0,00012
0,018220363 7,11157E-05 0,000391136 3,55578E-05 0,009472606 0,000568925 0,028759704
0,000187 7,14E-08 5,82E-06 1,07E-07 8,56E-07 3,57E-08 0,000194
0,036639741 3,56812E-05 0,000142725 3,56812E-05 0,000428174 3,56812E-05 0,037317683
0,000115 0,02377779 3,35E-06 6,25731E-05 6,26E-08 3,12866E-05 4,07E-06 0,001845907 0,000122 0,025717557 8,82E-05 0,019863681 3,21E-06 0,000118861 2,3E-06 0,001188608 3,96E-08 3,96203E-05 9,37E-05 0,02121077
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 83
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08 13.10.08
Tide flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb
Catch 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9
December 2009
location Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat
Fish species Clupea harengus Limanda limanda sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Osmerus eperlanus Pleuronectes platessa Syngnathus rostellatus Agonus cataphractus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Myoxocephalus scorpius Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Limanda limanda Pomatoschistus spp. Synganthus rostellatus sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 43,328 7929 385,138 70480,21 0,152 1 1,351 8,89 43,480 7930 386,489 70489,10 2 50,192 8934 446,151 79414,90 0,003 1 0,027 8,89 0,024 1 0,213 8,89 0,001 4 0,009 35,56 50,220 8940 446,400 79468,23 4 8,724 1586 77,547 14096,86 0,030 10 0,267 88,89 0,485 6 4,311 53,33 0,030 2 0,267 17,78 0,002 1 0,018 8,89 0,041 21 0,364 186,67 0,002 15 0,018 133,33 9,314 1641 82,791 14585,75 7 0,200 41 1,778 364,44 0,002 1 0,018 8,89 0,050 1 0,444 8,89 0,001 1 0,009 8,89 0,253 44 2,249 391,11 4 1,894 515 16,836 4574,88 0,005 2 0,044 17,78 0,006 1 0,053 8,89 0,003 1 0,027 8,89 0,001 5 0,009 44,44 0,066 2 0,587 17,78 1,975 526 17,556 4672,66 6 1,468 336 13,049 2985,16 0,002 1 0,018 8,89 1,470 337 13,067 2994,05 2 0,514 104 4,569 924,44 0,220 2 1,956 17,78 0,023 1 0,204 8,89 0,009 6 0,080 53,33 0,001 1 0,009 8,89 0,767 114 6,818 1013,33 5 0,220 44 1,956 391,11 0,233 3 2,071 26,67 0,018 1 0,160 8,89 0,053 1 0,471 8,89 0,010 5 0,089 44,44 0,001 1 0,009 8,89 0,535 55 4,756 488,89 6 0,314 76 2,791 675,56 0,075 1 0,667 8,89 0,140 7 1,244 62,22 0,001 1 0,009 8,89 0,114 64 1,013 568,89 0,001 9 0,009 80,00 0,645 158 5,733 1404,44 6
BIOCONSULT
Biomass Abundance [kg]/m³ [ind.]/m³ 0,004179 0,764759259 1,47E-05 9,64506E-05 0,004194 0,76485571 0,002533 0,450811182 1,51E-07 5,04592E-05 1,21E-06 5,04592E-05 5,05E-08 0,000201837 0,002534 0,451113937 0,000654 2,25E-06 3,63E-05 2,25E-06 1,5E-07 3,07E-06 1,5E-07 0,000698
0,118804484 0,000749131 0,000449479 0,000149826 7,49131E-05 0,001573175 0,001123697 0,122924705
2,26E-05 2,26E-07 5,65E-06 1,13E-07 2,86E-05
0,004635282 0,000113056 0,000113056 0,000113056 0,004974449
7,3E-05 0,019835585 1,93E-07 7,70802E-05 2,31E-07 3,85401E-05 1,16E-07 3,85401E-05 3,85E-08 0,000192701 2,54E-06 7,70802E-05 7,61E-05 0,020259526 4,57E-05 0,010443454 6,22E-08 3,10974E-05 4,57E-05 0,010474551 1,77E-05 0,003590466 7,6E-06 6,90474E-05 7,94E-07 3,45237E-05 3,11E-07 0,000207142 3,45E-08 3,45237E-05 2,65E-05 0,003935703 8,59E-06 9,09E-06 7,02E-07 2,07E-06 3,9E-07 3,9E-08 2,09E-05
0,001717207 0,000117082 3,90274E-05 3,90274E-05 0,000195137 3,90274E-05 0,002146509
1,44E-05 3,43E-06 6,41E-06 4,58E-08 5,22E-06 4,58E-08 2,95E-05
0,003480236 4,57926E-05 0,000320548 4,57926E-05 0,002930725 0,000412133 0,007235227
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 84
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08 24.11.08
Tide ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb slack slack slack slack slack slack
water water water water water water
Catch 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9
December 2009
location Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat
Fish species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Platichthys flesus Limanda limanda Liza ramada Ciliata mustela sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Gasterosteus aculeatus Limanda limanda Petromyzon marinus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Pomatoschistus spp. Dicentrarchus labrax Limanda limanda Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Pleuronectes platessa sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. Pleuronectes platessa sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Liparis liparis Pomatoschistus spp. sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 4,140 802 36,800 7127,27 0,020 2 0,178 17,78 0,234 3 2,080 26,67 0,004 2 0,036 17,78 0,010 4 0,089 35,56 4,408 813 39,182 7225,05 5 5,530 1024 49,156 9097,85 0,462 6 4,107 53,33 0,046 4 0,409 35,56 6,038 1034 53,671 9186,74 3 6,025 1204 53,556 10700,46 0,320 3 2,844 26,67 0,022 5 0,196 44,44 0,232 109 2,062 968,89 6,599 1321 58,658 11740,46 4 0,094 19 0,836 168,89 0,003 2 0,027 17,78 3,260 36 28,978 320,00 0,030 1 0,267 8,89 0,012 4 0,107 35,56 0,015 10 0,133 88,89 0,016 1 0,142 8,89 0,038 2 0,338 17,78 0,024 1 0,213 8,89 0,074 1 0,658 8,89 3,566 77 31,698 684,44 10 0,060 12 0,533 106,67 5,134 50 45,636 444,44 0,006 2 0,053 17,78 0,037 24 0,329 213,33 0,003 1 0,027 8,89 0,156 2 1,387 17,78 0,094 1 0,836 8,89 5,490 92 48,800 817,78 7 0,013 4 0,116 35,56 1,850 20 16,444 177,78 0,820 2 7,289 17,78 0,018 12 0,160 106,67 0,012 1 0,107 8,89 0,132 1 1,173 8,89 0,003 1 0,027 8,89 2,848 41 25,316 364,44 7 1,280 14 11,378 124,44 0,079 2 0,702 17,78 0,006 3 0,053 26,67 0,018 13 0,160 115,56 0,008 1 0,071 8,89 1,391 33 12,364 293,33 5 0,004 2 0,036 17,78 2,070 21 18,400 186,67 0,126 3 1,120 26,67 0,002 2 0,018 17,78 0,005 5 0,044 44,44 0,002 1 0,018 8,89 2,209 34 19,636 302,22 6 0,028 6 0,249 53,33 2,700 22 24,000 195,56 0,136 4 1,209 35,56 0,016 10 0,142 88,89 2,880 42 25,600 373,33 4
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 0,000168 8,14E-07 9,52E-06 1,63E-07 4,07E-07 0,000179
Abundance [ind.]/m³ 0,032634033 8,14001E-05 0,0001221 8,14001E-05 0,0001628 0,033089133
0,000482 4,03E-05 4,01E-06 0,000526
0,089236616 0,000523122 0,000348748 0,090108486
0,000284 1,51E-05 1,04E-06 1,09E-05 0,000311
0,056782051 0,000141507 0,000235845 0,005141412 0,062300814
2,32E-06 7,39E-08 8,03E-05 7,39E-07 2,96E-07 3,7E-07 3,94E-07 9,36E-07 5,91E-07 1,82E-06 8,79E-05
0,000468137 4,92776E-05 0,000886997 2,46388E-05 9,85552E-05 0,000246388 2,46388E-05 4,92776E-05 2,46388E-05 2,46388E-05 0,001897187
1,82E-06 0,000363346 0,000155 0,00151394 1,82E-07 6,05576E-05 1,12E-06 0,000726691 9,08E-08 3,02788E-05 4,72E-06 6,05576E-05 2,85E-06 3,02788E-05 0,000166 0,00278565 6,46E-07 0,000198803 9,19E-05 0,000994016 4,08E-05 9,94016E-05 8,95E-07 0,00059641 5,96E-07 4,97008E-05 6,56E-06 4,97008E-05 1,49E-07 4,97008E-05 0,000142 0,002037733 4,07E-05 0,000444775 2,51E-06 6,35393E-05 1,91E-07 9,53089E-05 5,72E-07 0,000413005 2,54E-07 3,17696E-05 4,42E-05 0,001048398 1,27E-07 6,35284E-05 6,58E-05 0,000667048 4E-06 9,52925E-05 6,35E-08 6,35284E-05 1,59E-07 0,000158821 6,35E-08 3,17642E-05 7,02E-05 0,001079982 1,05E-06 0,000101 5,08E-06 5,98E-07 0,000108
0,000224105 0,000821717 0,000149403 0,000373508 0,001568733
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 85
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09 19.02.09
Tide Catch location ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Merlangius merlangus Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 0,512 148 4,551 1316 0,079 46 0,702 409 0,004 1 0,036 9 0,022 3 0,196 27 0,617 198 5,484 1760 4 1,032 270 9,173 2400 0,186 115 1,653 1022 0,006 2 0,053 18 0,008 2 0,071 18 1,232 389 10,951 3458 4 2,924 522 25,991 4640 0,096 24 0,853 213 0,010 2 0,089 18 0,060 11 0,533 98 3,090 559 27,467 4969 4 1,536 265 13,653 2356 0,075 10 0,667 89 0,102 1 0,907 9 0,008 4 0,071 36 0,011 2 0,098 18 1,732 282 15,396 2507 5 1,976 387 17,564 3440 0,051 8 0,453 71 0,014 5 0,124 44 0,012 3 0,107 27 2,053 403 18,249 3582 4 3,838 854 34,116 7591 0,058 7 0,516 62 0,012 4 0,107 36 3,908 865 34,738 7689 3 0,422 85 3,751 756 0,052 6 0,462 53 0,010 3 0,089 27 0,484 94 4,302 836 3 0,714 132 6,347 1173 0,054 11 0,480 98 0,012 3 0,107 27 0,014 3 0,124 27 0,794 149 7,058 1324 4 0,198 45 1,760 400 0,064 7 0,569 62 0,004 2 0,036 18 0,266 54 2,364 480 3
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 2,29E-05 3,54E-06 1,79E-07 9,85E-07 2,76E-05
Abundance [ind.]/m³ 0,006626549 0,002059603 4,4774E-05 0,000134322 0,008865248
4,45E-05 0,011649581 8,03E-06 0,004961858 2,59E-07 8,62932E-05 3,45E-07 8,62932E-05 5,32E-05 0,016784025 0,000118 3,86E-06 4,03E-07 2,42E-06 0,000124
0,021014493 0,000966184 8,05153E-05 0,000442834 0,022504026
7,06E-05 3,45E-06 4,69E-06 3,68E-07 5,06E-07 7,96E-05
0,012183236 0,000459745 4,59745E-05 0,000183898 9,19489E-05 0,012964802
8,04E-05 0,015750916 2,08E-06 0,0003256 5,7E-07 0,0002035 4,88E-07 0,0001221 8,36E-05 0,016402116 0,00012 0,02665568 1,81E-06 0,000218489 3,75E-07 0,000124851 0,000122 0,02699902 1,32E-05 0,002654425 1,62E-06 0,000187371 3,12E-07 9,36856E-05 1,51E-05 0,002935482 2,27E-05 0,004187844 1,71E-06 0,000348987 3,81E-07 9,51783E-05 4,44E-07 9,51783E-05 2,52E-05 0,004727187 6,3E-06 0,001431107 2,04E-06 0,000222617 1,27E-07 6,36047E-05 8,46E-06 0,001717328
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 86
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09 18.03.09
Tide Catch location flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 1 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems slack water 7 Doekegat slack water 7 Doekegat slack water 7 Doekegat slack water 7 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 8 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat ebb 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus sum Total number of species Clupea harengus Pomatoschistus spp. Clupea harengus-Larvae Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Clupea harengus-Larvae Pomatoschistus spp. Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Clupea harengus-Larvae Gasterosteus aculeatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Clupea harengus-Larvae Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Clupea harengus-Larvae Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus sum Total number of species Clupea harengus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus Clupea harengus-Larvae sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 6,550 1150 58,222 10222 6,550 1150 58,222 10222 1 6,460 1010 57,422 8978 0,002 2 0,018 18 0,002 10 0,018 89 0,008 1 0,071 9 6,472 1023 57,529 9093 3 8,020 1260 71,289 11200 0,002 7 0,018 62 0,006 1 0,053 9 0,016 3 0,142 27 8,044 1271 71,502 11298 3 1,018 163 9,049 1449 0,005 32 0,044 284 0,002 1 0,018 9 0,005 1 0,044 9 1,030 197 9,156 1751 3 1,028 167 9,138 1484 0,001 2 0,009 18 0,002 1 0,018 9 1,031 170 9,164 1511 2 2,630 577 23,378 5129 0,001 2 0,009 18 0,002 1 0,018 9 2,633 580 23,404 5156 2 0,944 201 8,391 1787 0,002 1 0,018 9 0,946 202 8,409 1796 2 0,406 86 3,609 764 0,406 86 3,609 764 1 0,320 55 2,844 489 0,001 1 0,009 9 0,001 3 0,009 27 0,322 59 2,862 524 2
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 0,000243 0,000243
Abundance [ind.]/m³ 0,042652306 0,042652306
0,000235 0,036681121 7,26E-08 7,26359E-05 7,26E-08 0,000363179 2,91E-07 3,63179E-05 0,000235 0,037153254 0,000296 7,37E-08 2,21E-07 5,9E-07 0,000297
0,046452983 0,000258072 3,68674E-05 0,000110602 0,046858525
4,55E-05 0,007282312 2,23E-07 0,001429656 8,94E-08 4,46768E-05 2,23E-07 4,46768E-05 4,6E-05 0,008801322 5,05E-05 0,008209696 4,92E-08 9,83197E-05 9,83E-08 4,91599E-05 5,07E-05 0,008357176 0,000158 0,034602284 6E-08 0,000119939 1,2E-07 5,99693E-05 0,000158 0,034782192 4,9E-05 0,010441016 1,04E-07 5,19454E-05 4,91E-05 0,010492961 1,79E-05 0,003790082 1,79E-05 0,003790082 1,18E-05 0,00202771 3,69E-08 3,68674E-05 3,69E-08 0,000110602 1,19E-05 0,002175179
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 87
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09 18./19.03.09
Tide Catch location slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour slack water 1 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 2 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus Sprattus sprattus Clupea harengus-Larvae Syngnathus rostellatus Osmerus eperlanus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Liparis liparis Osmerus eperlanus Clupea harengus-Larvae Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Clupea harengus-Larvae Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Clupea harengus-Larvae Gasterosteus aculeatus Liparis liparis sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Arnoglossus laterna Clupea harengus-Larvae Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Petromyzon marinus Clupea harengus-Larvae Solea solea Pomatoschistus spp. Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Clupea harengus-Larve Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Gasterosteus aculeatus Clupea harengus-Larve sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Gasterosteus aculeatus Gadus morhua Clupea harengus-Larve Pomatoschistus spp. sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² 1,940 431 17,244 3831 0,040 13 0,356 116 0,038 86 0,338 764 0,001 1 0,009 9 0,012 3 0,107 27 0,005 7 0,044 62 2,036 541 18,098 4809 5 2,744 831 24,391 7387 0,022 8 0,196 71 0,002 1 0,018 9 0,001 2 0,009 18 0,004 1 0,036 9 0,030 85 0,267 756 0,018 16 0,160 142 2,821 944 25,076 8391 6 2,754 516 24,480 4587 0,090 10 0,800 89 0,022 62 0,196 551 0,016 8 0,142 71 2,882 596 25,618 5298 3 0,450 104 4,000 924 0,018 3 0,160 27 0,002 8 0,018 71 0,001 1 0,009 9 0,001 2 0,009 18 0,472 118 4,196 1049 4 0,800 236 7,111 2098 0,002 1 0,018 9 0,002 1 0,018 9 0,008 1 0,071 9 0,002 11 0,018 98 0,001 1 0,009 9 0,815 251 7,244 2231 5 0,962 212 8,551 1884 0,002 1 0,018 9 0,004 12 0,036 107 0,274 1 2,436 9 0,008 7 0,071 62 0,001 1 0,009 9 1,251 234 11,120 2080 5 0,918 172 8,160 1529 0,180 1 1,600 9 0,002 6 0,018 53 0,006 2 0,053 18 1,106 181 9,831 1609 3 1,070 252 9,511 2240 0,110 1 0,978 9 0,002 1 0,018 9 0,001 4 0,009 36 1,183 258 10,516 2293 3 0,850 218 7,556 1938 0,001 1 0,009 9 0,002 1 0,018 9 3,560 1 31,644 9 0,001 7 0,009 62 0,001 1 0,009 9 4,415 229 39,244 2036 5
BIOCONSULT
Biomass [kg]/m³ 0,000106 2,18E-06 2,07E-06 5,45E-08 6,53E-07 2,72E-07 0,000111
Abundance [ind.]/m³ 0,023468043 0,000707853 0,004682719 5,44502E-05 0,000163351 0,000381152 0,029457567
0,000107 8,6E-07 7,82E-08 3,91E-08 1,56E-07 1,17E-06 7,04E-07 0,00011
0,032486571 0,000312747 3,90933E-05 7,81867E-05 3,90933E-05 0,003322935 0,000625494 0,03690412
9,29E-05 3,04E-06 7,42E-07 5,4E-07 9,72E-05
0,017405384 0,000337314 0,002091345 0,000269851 0,020103893
1,15E-05 0,002663798 4,61E-07 7,68403E-05 5,12E-08 0,000204908 2,56E-08 2,56134E-05 2,56E-08 5,12269E-05 1,21E-05 0,003022386 2,79E-05 0,008241317 6,98E-08 3,49208E-05 6,98E-08 3,49208E-05 2,79E-07 3,49208E-05 6,98E-08 0,000384129 3,49E-08 3,49208E-05 2,85E-05 0,008765129 5,5E-05 0,01210958 1,14E-07 5,71207E-05 2,28E-07 0,000685448 1,57E-05 5,71207E-05 4,57E-07 0,000399845 5,71E-08 5,71207E-05 7,15E-05 0,013366235 4,2E-05 0,007860773 8,23E-06 4,57022E-05 9,14E-08 0,000274213 2,74E-07 9,14043E-05 5,05E-05 0,008272092 4,29E-05 0,010103197 4,41E-06 4,00921E-05 8,02E-08 4,00921E-05 4,01E-08 0,000160368 4,74E-05 0,010343749 3,52E-05 0,009019296 4,14E-08 4,13729E-05 8,27E-08 4,13729E-05 0,000147 4,13729E-05 4,14E-08 0,00028961 4,14E-08 4,13729E-05 0,000183 0,009474398
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 88
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 20.04.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09 11.05.09
Tide ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb slack slack slack slack slack slack slack flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood
water water water water water water water
Catch 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 9
location Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat
Fish species Clupea harengus Pomatoschistus spp. sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus Pomatoschistus minutus Aphia minuta sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pleuronectes platessa Agonus cataphractus Pomatoschistus minutus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Liparis liparis Platichthys flesus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Liparis liparis Syngnathus rostellatus Gasterosteus aculeatus Pomatoschistus minutus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Liparis liparis Myoxocephalus scorpius Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus Platichthys flesus Limanda limanda sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Petromyzon marinus Liparis liparis Pleuronectes platessa Limanda limanda Syngnathus rostellatus sum Total number of species
1 1 1 2 2 2 3 3 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9
Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Harbour Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Ems Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat Doekegat
Clupea harengus sum Total number of species Clupea harengus sum Total number of species Clupea harengus Gasterosteus aculeatus Sprattus sprattus sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Syngnathus rostellatus sum Total number of species sum Total number of species Clupea harengus Syngnathus rostellatus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Osmerus eperlanus sum Total number of species Clupea harengus Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pleuronectes platessa sum Total number of species
flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood flood slack water slack water slack water ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb ebb
December 2009
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance Biomass Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² [kg]/m³ [ind.]/m³ 0,038 6 0,338 53 1,33E-06 0,000209486 0,001 1 0,009 9 3,49E-08 3,49143E-05 0,039 7 0,347 62 1,36E-06 0,0002444 2 0,352 31 3,129 276 1,33E-05 0,001172776 0,185 3 1,644 27 7E-06 0,000113494 0,002 2 0,018 18 7,57E-08 7,5663E-05 0,001 1 0,009 9 3,78E-08 3,78315E-05 0,540 37 4,800 329 2,04E-05 0,001399765 4 0,650 85 5,778 756 2,56E-05 0,003351946 0,104 1 0,924 9 4,1E-06 3,94347E-05 0,096 6 0,853 53 3,79E-06 0,000236608 0,005 1 0,044 9 1,97E-07 3,94347E-05 0,024 1 0,213 9 9,46E-07 3,94347E-05 0,018 8 0,160 71 7,1E-07 0,000315477 0,897 102 7,973 907 3,54E-05 0,004022336 6 0,845 86 7,511 764 3,09E-05 0,003142448 0,004 1 0,036 9 1,46E-07 3,65401E-05 0,002 1 0,018 9 7,31E-08 3,65401E-05 0,111 1 0,987 9 4,06E-06 3,65401E-05 0,001 2 0,009 18 3,65E-08 7,30802E-05 0,963 91 8,560 809 3,52E-05 0,003325148 5 0,240 40 2,133 356 1,01E-05 0,001688106 0,006 3 0,053 27 2,53E-07 0,000126608 0,002 1 0,018 9 8,44E-08 4,22026E-05 0,002 5 0,018 44 8,44E-08 0,000211013 0,003 1 0,027 9 1,27E-07 4,22026E-05 0,001 1 0,009 9 4,22E-08 4,22026E-05 0,254 51 2,258 453 1,07E-05 0,002152335 6 0,420 42 3,733 373 1,7E-05 0,001704158 0,006 2 0,053 18 2,43E-07 8,11504E-05 0,003 2 0,027 18 1,22E-07 8,11504E-05 0,001 1 0,009 9 4,06E-08 4,05752E-05 0,002 6 0,018 53 8,12E-08 0,000243451 0,432 53 3,840 471 1,75E-05 0,002150485 5 0,105 16 0,933 142 4,21E-06 0,000640779 0,028 2 0,249 18 1,12E-06 8,00974E-05 0,015 1 0,133 9 6,01E-07 4,00487E-05 0,080 1 0,711 9 3,2E-06 4,00487E-05 0,228 20 2,027 178 9,13E-06 0,000800974 4 0,094 16 0,836 142 4,03E-06 0,000686348 0,014 1 0,124 9 6,01E-07 4,28967E-05 0,001 1 0,009 9 4,29E-08 4,28967E-05 0,109 18 0,969 160 4,68E-06 0,000772141 3 0,730 74 6,489 658 2,84E-05 0,002877116 0,008 3 0,071 27 3,11E-07 0,00011664 0,010 1 0,089 9 3,89E-07 3,88799E-05 0,001 1 0,009 9 3,89E-08 3,88799E-05 0,003 1 0,027 9 1,17E-07 3,88799E-05 0,104 1 0,924 9 4,04E-06 3,88799E-05 0,001 1 0,009 9 3,89E-08 3,88799E-05 0,857 82 7,618 729 3,33E-05 0,003188156 7 0,012 0,012 0,020 0,020 0,440 0,003 0,030 0,473 0,010 0,001 0,011 0,001 0,001 0,000 0,001 0,001 0,010 0,012 0,270 0,040 0,310 0,354 0,068 0,020 0,015 0,457
2 2 1 2 2 1 169 1 9 179 3 1 1 2 2 1 1 1 0 0 1 2 1 4 3 17 4 21 2 36 1 2 2 41 4
BIOCONSULT
0,107 0,107
18 18
5,79E-07 5,79E-07
9,64506E-05 9,64506E-05
0,178 0,178
18 18
9,03E-07 9,03E-07
9,03342E-05 9,03342E-05
3,911 0,027 0,267 4,204
1502 9 80 1591
1,89E-05 1,29E-07 1,29E-06 2,04E-05
0,007273134 4,30363E-05 0,000387327 0,007703497
0,089 0,009 0,098
9 9 18
3,74E-07 3,74E-08 4,12E-07
3,74111E-05 3,74111E-05 7,48223E-05
0,009 0,009
9 9
7,46E-08 7,46E-08
7,45512E-05 7,45512E-05
0,000
0
0
0
0,018 0,018 0,178 0,213
18 36 18 71
4,29E-08 4,29E-08 4,29E-07 5,15E-07
4,29067E-05 8,58133E-05 4,29067E-05 0,000171627
2,400 0,356 2,756
151 36 187
5,53E-06 8,2E-07 6,35E-06
0,000348324 8,19585E-05 0,000430282
3,147 0,604 0,178 0,133 4,062
320 9 18 18 364
6,43E-06 1,23E-06 3,63E-07 2,72E-07 8,3E-06
0,000653723 1,8159E-05 3,63179E-05 3,63179E-05 0,000744518
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 89
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09 30.05.09
Tide Catch location Fish species flood 1 Doekegat Osmerus eperlanus flood 1 Doekegat Pomatoschistus minutus flood 1 Doekegat Clupea harengus flood 1 Doekegat Merlangius merlangus flood 1 Doekegat sum flood 1 Doekegat Total number of species flood 2 Doekegat Osmerus eperlanus flood 2 Doekegat Clupea harengus flood 2 Doekegat Merlangius merlangus flood 2 Doekegat sum flood 2 Doekegat Total number of species flood 3 Doekegat Clupea harengus flood 3 Doekegat Merlangius merlangus flood 3 Doekegat Pomatoschistus minutus flood 3 Doekegat sum flood 3 Doekegat Total number of species flood 4 Ems Clupea harengus flood 4 Ems Merlangius merlangus flood 4 Ems Syngnathus rostellatus flood 4 Ems sum flood 4 Ems Total number of species flood 5 Ems Clupea harengus flood 5 Ems Merlangius merlangus flood 5 Ems Syngnathus rostellatus flood 5 Ems sum flood 5 Ems Total number of species slack water 6 Ems Osmerus eperlanus slack water 6 Ems Clupea harengus slack water 6 Ems Syngnathus rostellatus slack water 6 Ems sum slack water 6 Ems Total number of species ebb 7 Harbour Clupea harengus ebb 7 Harbour Pleuronectes platessa ebb 7 Harbour sum ebb 7 Harbour Total number of species ebb 8 Harbour Syngnathus rostellatus ebb 8 Harbour sum ebb 8 Harbour Total number of species ebb 9 Harbour sum ebb 9 Harbour Total number of species
December 2009
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance Biomass Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² [kg]/m³ [ind.]/m³ 0,070 1 0,622 9 2,08E-06 2,96439E-05 0,003 1 0,027 9 8,89E-08 2,96439E-05 0,030 6 0,267 53 8,89E-07 0,000177863 0,008 2 0,071 18 2,37E-07 5,92877E-05 0,111 10 0,987 89 3,29E-06 0,000296439 4 0,007 1 0,062 9 1,99E-07 2,84594E-05 0,043 10 0,382 89 1,22E-06 0,000284594 0,004 1 0,036 9 1,14E-07 2,84594E-05 0,054 12 0,480 107 1,54E-06 0,000341513 3 0,022 5 0,196 44 8,2E-07 0,000186416 0,008 3 0,071 27 2,98E-07 0,000111849 0,003 1 0,027 9 1,12E-07 3,72831E-05 0,033 9 0,293 80 1,23E-06 0,000335548 3 0,019 5 0,169 44 8,71E-07 0,00022919 0,008 2 0,071 18 3,67E-07 9,16758E-05 0,001 5 0,009 44 4,58E-08 0,00022919 0,028 12 0,249 107 1,28E-06 0,000550055 3 0,054 11 0,480 98 2,6E-06 0,000529651 0,010 2 0,089 18 4,82E-07 9,63001E-05 0,001 1 0,009 9 4,82E-08 4,81501E-05 0,065 14 0,578 124 3,13E-06 0,000674101 3 0,006 1 0,053 9 2,96E-07 4,93959E-05 0,072 18 0,640 160 3,56E-06 0,000889126 0,001 4 0,009 36 4,94E-08 0,000197584 0,079 23 0,702 204 3,9E-06 0,001136105 3 0,020 5 0,178 44 8,68E-07 0,000216997 0,002 1 0,018 9 8,68E-08 4,33994E-05 0,022 6 0,196 53 9,55E-07 0,000260396 2 0,001 1 0,009 9 3,16E-08 3,16232E-05 0,001 1 0,009 9 3,16E-08 3,16232E-05 1 0,000 0 0,000 0 0 0 0
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 90
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09 30./31.05.09
Tide Catch location ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 1 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour ebb 2 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour slack water 3 Harbour flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 4 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 5 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 6 Ems flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 7 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 8 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat flood 9 Doekegat
December 2009
Fish species Clupea harengus Osmerus eperlanus Pomatoschistus minutus sum Total number of species Clupea harengus Pomatoschistus minutus Aphia minuta Gasterosteus aculeatus sum Total number of species Clupea harengus Pomatoschistus minutus Osmerus eperlanus Sprattus sprattus Syngnathus rostellatus sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Pomatoschistus minutus Liparis liparis sum Total number of species Clupea harengus Sprattus sprattus Liparis liparis Osmerus eperlanus sum Total number of species Pleuronectes platessa Platichthys flesus Clupea harengus Liparis liparis Merlangius merlangus Osmerus eperlanus Pomatoschistus minutus sum Total number of species Platichthys flesus Clupea harengus Pleuronectes platessa Sprattus sprattus Osmerus eperlanus Merlangius merlangus sum Total number of species Chelidonichthys lucernus Clupea harengus Pomatoschistus minutus Pleuronectes platessa Platichthys flesus Sprattus sprattus sum Total number of species Pleuronectes platessa Clupea harengus Trisopterus luscus Osmerus eperlanus sum Total number of species
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance Biomass Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² [kg]/m³ [ind.]/m³ 3,952 1104 35,129 9813 0,00015 0,041963145 0,032 2 0,284 18 1,22E-06 7,60202E-05 0,002 1 0,018 9 7,6E-08 3,80101E-05 3,986 1107 35,431 9840 0,000152 0,042077176 3 1,174 348 10,436 3093 4,67E-05 0,013838189 0,002 1 0,018 9 7,95E-08 3,97649E-05 0,002 1 0,018 9 7,95E-08 3,97649E-05 0,003 1 0,027 9 1,19E-07 3,97649E-05 1,181 351 10,498 3120 4,7E-05 0,013957483 4 0,480 122 4,267 1084 2,03E-05 0,005154596 0,009 3 0,080 27 3,8E-07 0,000126752 0,014 1 0,124 9 5,92E-07 4,22508E-05 0,018 4 0,160 36 7,61E-07 0,000169003 0,001 1 0,009 9 4,23E-08 4,22508E-05 0,522 131 4,640 1164 2,21E-05 0,005534853 5 0,148 25 1,316 222 6,67E-06 0,001126705 0,006 2 0,053 18 2,7E-07 9,01364E-05 0,004 2 0,036 18 1,8E-07 9,01364E-05 0,004 1 0,036 9 1,8E-07 4,50682E-05 0,162 30 1,440 267 7,3E-06 0,001352046 4 0,126 19 1,120 169 3,59E-06 0,000541144 0,004 1 0,036 9 1,14E-07 2,84813E-05 0,003 1 0,027 9 8,54E-08 2,84813E-05 0,029 2 0,258 18 8,26E-07 5,69625E-05 0,162 23 1,440 204 4,61E-06 0,000655069 4 0,003 1 0,027 9 8,24E-08 2,74593E-05 0,247 2 2,196 18 6,78E-06 5,49185E-05 0,028 5 0,249 44 7,69E-07 0,000137296 0,032 7 0,284 62 8,79E-07 0,000192215 0,004 1 0,036 9 1,1E-07 2,74593E-05 0,010 1 0,089 9 2,75E-07 2,74593E-05 0,003 1 0,027 9 8,24E-08 2,74593E-05 0,327 18 2,907 160 8,98E-06 0,000494267 7 0,201 1 1,787 9 4,96E-06 2,46716E-05 0,093 15 0,827 133 2,29E-06 0,000370074 0,003 1 0,027 9 7,4E-08 2,46716E-05 0,004 1 0,036 9 9,87E-08 2,46716E-05 0,012 1 0,107 9 2,96E-07 2,46716E-05 0,005 2 0,044 18 1,23E-07 4,93432E-05 0,318 21 2,827 187 7,85E-06 0,000518104 6 0,048 1 0,427 9 1,14E-06 2,36689E-05 0,047 5 0,418 44 1,11E-06 0,000118344 0,001 1 0,009 9 2,37E-08 2,36689E-05 0,002 1 0,018 9 4,73E-08 2,36689E-05 0,058 2 0,516 18 1,37E-06 4,73377E-05 0,004 1 0,036 9 9,47E-08 2,36689E-05 0,160 11 1,422 98 3,79E-06 0,000260357 6 0,030 1 0,267 9 8,17E-07 2,72291E-05 0,098 16 0,871 142 2,67E-06 0,000435666 0,004 1 0,036 9 1,09E-07 2,72291E-05 0,004 1 0,036 9 1,09E-07 2,72291E-05 0,136 19 1,209 169 3,7E-06 0,000517353 4
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 91
Bijlage 6: Ruwe data per soort
Date 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09 22.06.09
Tide Catch location Fish species flood 1 Doekegat Clupea harengus flood 1 Doekegat Sprattus sprattus flood 1 Doekegat Syngnathus rostellatus flood 1 Doekegat sum flood 1 Doekegat Total number of species slack water 2 Doekegat Syngnathus rostellatus slack water 2 Doekegat Clupea harengus slack water 2 Doekegat sum slack water 2 Doekegat Total number of species ebb 3 Doekegat Syngnathus rostellatus ebb 3 Doekegat Clupea harengus ebb 3 Doekegat sum ebb 3 Doekegat Total number of species ebb 4 Ems Clupea harengus ebb 4 Ems Sprattus sprattus ebb 4 Ems Syngnathus rostellatus ebb 4 Ems sum ebb 4 Ems Total number of species ebb 5 Ems Syngnathus rostellatus ebb 5 Ems Clupea harengus ebb 5 Ems sum ebb 5 Ems Total number of species ebb 6 Ems Clupea harengus ebb 6 Ems Syngnathus rostellatus ebb 6 Ems sum ebb 6 Ems Total number of species ebb 7 Harbour Clupea harengus ebb 7 Harbour Syngnathus rostellatus ebb 7 Harbour sum ebb 7 Harbour Total number of species ebb 8 Harbour Clupea harengus ebb 8 Harbour Sprattus sprattus ebb 8 Harbour sum ebb 8 Harbour Total number of species ebb 9 Harbour Clupea harengus ebb 9 Harbour Sprattus sprattus ebb 9 Harbour sum ebb 9 Harbour Total number of species
December 2009
Biomass Abundance Biomass/h/ Abundance Biomass Abundance /Catch [kg] /Catch [ind.] 80m² [kg] Ind./h/80m² [kg]/m³ [ind.]/m³ 0,060 15 0,533 133 2,54E-06 0,000635502 0,006 1 0,053 9 2,54E-07 4,23668E-05 0,001 3 0,009 27 4,24E-08 0,0001271 0,067 19 0,596 169 2,84E-06 0,000804969 3 0,002 7 0,018 62 1,15E-07 0,000400834 0,022 6 0,196 53 1,26E-06 0,000343572 0,024 13 0,213 116 1,37E-06 0,000744406 2 0,021 35 0,187 311 6,79E-07 0,001130951 0,027 7 0,240 62 8,72E-07 0,00022619 0,048 42 0,427 373 1,55E-06 0,001357141 2 0,076 16 0,676 142 2,1E-06 0,000442431 0,004 1 0,036 9 1,11E-07 2,7652E-05 0,022 22 0,196 196 6,08E-07 0,000608343 0,102 39 0,907 347 2,82E-06 0,001078426 3 0,022 25 0,196 222 4,62E-07 0,000524961 0,257 52 2,284 462 5,4E-06 0,001091919 0,279 77 2,480 684 5,86E-06 0,001616879 2 0,051 10 0,453 89 1,06E-06 0,00020798 0,008 9 0,071 80 1,66E-07 0,000187182 0,059 19 0,524 169 1,23E-06 0,000395162 2 0,052 19 0,462 169 1,82E-06 0,000663746 0,001 2 0,009 18 3,49E-08 6,9868E-05 0,053 21 0,471 187 1,85E-06 0,000733614 2 0,030 17 0,267 151 1,13E-06 0,000638052 0,008 1 0,071 9 3E-07 3,75325E-05 0,038 18 0,338 160 1,43E-06 0,000675584 2 0,004 1 0,036 9 1,56E-07 3,90439E-05 0,015 3 0,133 27 5,86E-07 0,000117132 0,019 4 0,169 36 7,42E-07 0,000156176 2
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 92
Bijlage 7: Resultaten literatuurrecherche ecologische betekenis van havens voor vissen Databank: ASFA (Aquatic sciences and fisheries abstracts) en ISI Web of Knowledge (web of science) Zoekwoorden en combinaties: •
fish, harbour
•
fish, spawning, harbour
•
fish, nursery harbour
•
fish, habitat, harbour
•
fish, harbour, relevance
•
fish, harbour, estuary
• de dichstbijkomende resultaten: BURYKIN, Y.B.; KUBLIK, E.A., 1991: Ichthyoplankton of the Bab'e Sea (Kandalaksha Bay of the White Sea). Voprosy ikhtiologii [VOPR. IKHTIOL./J. ICHTHYOL.]. Vol. 31, no. 6, pp. 910916. 1991. CLYNICK, B.G., 2008: Characteristics of an urban fish assemblage: distribution of fish associated with coastal marinas. Marine environmental research [Mar. Environ. Res.]. Vol. 65, no. 1, pp. 18-33. 2008. CLYNICK, B.G.; CHAPMAN, M.G.; UNDERWOOD, A.J., 2007: Effects of epibiota on assemblages of fish associated with urban structures. Marine Ecology Progress Series [Mar. Ecol. Prog. Ser.]. Vol. 332, pp. 201-210. 2007. CYRUS, D.P.; FORBES, A.T., 1996: Preliminary results on the role of KwaZulu-Natal harbours as nursery grounds for juveniles of selected marine organisms which utilize estuaries. South African Journal of Wildlife Research [S. AFR. J. WILDL. RES.]. Vol. 26, no. 1, pp. 26-31. 1996. FREDRICH, F., 2003: Long-term investigations of migratory behaviour of asp (Aspius aspius L.) in the middle part of the Elbe River, Germany. Journal of applied ichthyology/Zeitschrift für angewandte Ichthyologie [J. Appl. Ichthyol./Z. Angew. Ichthyol.]. Vol. 19 (Spec. Iss.), no. 5, pp. 294-302. 2003. HARRIS, S.A.; CYRUS, D.P. , 1997: Composition, abundance and seasonality of larval fish in Richards Bay Harbour, Kwazulu-Natal, South Africa. South. Afr. J. Aquat. Sci. Vol. 23, no. 1, pp. 56-78. 1997.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle
NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 93
MAKSIMOV J.; LABANAUSKAS, V.; OLENIN, S., 1996: Baltic herring reproduction and bottom communities studies in the area Klaipeda-Palanga (the Baltic Sea Lithuanian coast). LITHUANIAN SOCIETY OF HYDROBIOLOGISTS, VILNIUS (LITHUANIA). pp. 143-154. Nov 1996. PICKETT, G.D.; BROWN, M.; HARLEY, B.; DUNN, M.R., 2002: Surveying fish populations in the Solent and adjacent harbours using the CEFAS bass trawl. Science series technical report. Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science [Sci. Ser. Tech. Rep. Cent. Environ. Fish. Aquac. Sci.]. Vol. 118, 16 pp. 2002.
December 2009
BIOCONSULT
Schuchardt & Scholle