Agendapunt 7.1 Aansluiting bij Instituut Sportrechtspraak Aanleiding Per 1 januari 2013 moeten de bij NOC*NSF aangesloten sportbonden, om voor Lottofinanciering in aanmerking te komen, voldoen aan de zogenaamde minimale kwaliteitseisen voor tuchtrechtspraak inzake seksuele intimidatie. Daartoe zijn nieuwe regels opgesteld die binnen de bonden moeten worden toegevoegd aan het Tuchtreglement. Omdat tuchtrechtspraak op het terrein van seksuele intimidatie specifieke deskundigheid vereist en die in Tuchtcommissies bij bonden veelal niet voorhanden is, adviseert NOC*NSF bonden hiertoe aan te sluiten bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR). Daarbij wordt tevens aanbevolen dit te doen voor de Dopingrechtspraak. Het bestuur heeft dit advies overgenomen en stelt de Jaarvergadering voor aan te sluiten bij het ISR voor de tuchtrechtspaak inzake seksuele intimidatie en doping. Hieronder wordt een uitleg gegeven over het ISR. In bijlage 1 zijn enkele vragen en antwoorden opgenomen over de gevolgen van de aansluiting bij het ISR. In bijlage 2 is informatie van NOC*NSF opgenomen over de minimale kwaliteitseisen voor tuchtrechtspraak inzake seksuele intimidatie. Bij de agendapunten 9.1, 9.2 en 9.3 worden de noodzakelijke wijzigingen in Statuten, Algemeen Reglement en Tuchtreglement behandeld.
Het Instituut Sportrechtspraak Het ISR is door sportbonden belast met de uitvoering van hun tuchtrechtspraak. Dit gebeurt door de tuchtcommissie en in beroep door de commissie van beroep. Aan het hoofd van beide commissies staat een algemeen voorzitter. De tuchtcommissie en de commissie van beroep worden bijgestaan door een ambtelijk secretaris en een juridisch secretaris. Bij de ambtelijk secretaris worden tuchtzaken en het beroep aanhangig gemaakt. De juridisch secretaris begeleidt de zaak juridisch. De bij de tuchtrechtspraak van het ISR betrokken personen worden benoemd door het bestuur van de Stichting Tuchtrechtspraak en functioneren onafhankelijk van de sportbond. De tuchtcommissie en de commissie van beroep bestaan uit kamers van drie personen die met de behandeling van een zaak zijn belast. De voorzitter van een kamer is een jurist. Voor de behandeling van dopingzaken is er een gespecialiseerde kamer. Wat is tuchtrechtspraak? Tuchtrechtspraak betreft de bestraffing van overtredingen in verenigingsverband. Een sportbond is een vereniging. Van een overtreding is sprake wanneer gehandeld wordt in strijd met de statuten, reglementen of een besluit van de sportbond en soms ook van de betreffende internationale sportbond. Daarnaast kan er sprake zijn van een overtreding
wanneer een lid de belangen van de bond schaadt of zich tegenover een medelid niet gedraagt zoals deze zich zou behoren te gedragen. Het verenigingsrecht biedt een sportbond de mogelijkheid om overtredingen te bestraffen en speciale commissies daarmee te belasten. In dit geval: de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut. De tuchtrechtspraak gebeurt volgens vaste regels die vermeld zijn in de Tuchtreglementen van het ISR. Op wie is de tuchtrechtspraak van het Instituut van toepassing? De tuchtrechtspraak is van toepassing op alle leden van de sportbonden die hun tuchtrechtspraak aan het ISR hebben opgedragen. Elk lid van die sportbond kan bij een overtreding met het ISR te maken krijgen. Hetzij als aangever van een overtreding, hetzij als betrokkene tegen wie aangifte is gedaan, maar wellicht ook als getuige of als deskundige. Aansluiting De sportbonden die hun tuchtrechtspraak aan het Instituut opdragen, sluiten daartoe een overeenkomst met de stichting. Deze sportbonden moeten aan een aantal juridische voorwaarden voldoen om te kunnen worden toegelaten. De behandeling van tuchtzaken door het ISR komt geheel voor rekening van de desbetreffende sportbonden. Per zaak worden de aan die zaak verbonden kosten aan de sportbond in rekening gebracht. Daartoe behoren onder andere de eventuele zaalhuur ten behoeve van de mondeling behandeling, de kosten van de juridisch secretaris en de aan de tuchtrechter toe te kennen onkostenvergoeding. Er wordt naar gestreefd de zittingen in of rondom Utrecht te doen plaatsvinden. Tevens wordt gestreefd zoveel mogelijk nationale sportbonden, die lid zijn van NOC*NSF, te laten aansluiten bij het ISR. Inmiddels zijn er 37 sportbonden aangesloten.
Bijlage 1
Vragen over aansluiting bij het ISR
NOC*NSF heeft ten behoeve van de aansluiting bij het ISR jurist Fred Kollen ingeschakeld. Fred Kollen is een belangrijke kenner van sportrecht en verenigingsrecht en is een van de grondleggers van het ISR. Op 6 november 2012 heeft een overleg tussen Reglementscommissie en Fred Kollen plaatsgevonden waarin de gevolgen van de aansluiting zijn besproken. Hieronder worden de meest relevante besproken vragen en antwoorden vermeld. 1. Wat zijn de kosten van een tuchtzaak bij het ISR? Antwoord Fred Kollen: - Het ISR betaalt alleen reiskosten en dinervergoeding aan de rechters. Voorts worden secretariaatskosten in rekening gebracht. - De afhandeling van een zaak zal tussen de 500-1500 euro bedragen. - De verliezende partij betaalt in beginsel de kosten. - Eenvoudige zaken zullen goedkoper zijn. 2. Is de kennis van het ISR over de specifieke bond niet te klein? Antwoord Fred Kollen: - De bond mag personen voordragen, mits zij aan bepaalde eisen voldoen: voorzitters moeten jurist zijn, terwijl bijzitters juridisch gevoel moeten hebben en de bond kennen (“cultuur”). - Advies voor het aanleveren van leden voor de Tuchtcommissie: meer feitgericht; advies voor het aanleveren van leden voor de Commissie van Beroep leden: meer beschouwend gericht. - Het is niet mogelijkheid zelf personen te benoemen in de kamers Doping en Seksuele Intimidatie. 3. Hoe is aansprakelijkheid van de bond geregeld? Antwoord Fred Kollen: - De bond is aansprakelijk, het ISR niet. Dat is hetzelfde als in de huidige situatie het geval is. - De borging is dat de tuchtrechters van het ISR deskundiger zijn dan binnen bonden gebruikelijk. - Bij tuchtspraak inzake Doping is er een zwaar bewijsvoeringsregime; bij tuchtspraak inzake Seksuele Intimidatie een licht bewijsvoeringsregime. - Degene die bij het ISR is veroordeeld, maar door de strafrechter is vrijgesproken, zal moeten bewijzen dat hij onbehoorlijk is behandeld door het ISR. 4. Zijn de termijnen van het ISR vergelijkbaar met die van de bond? Antwoord Fred Kollen: - De termijnen zijn vergelijkbaar, maar er bestaan geen spoedprocedures. - De bond neemt de tuchtreglementen inzake Doping en Seksuele intimidatie van het ISR over als zijnde zijn eigen reglementen. De ISR-reglementen kunnen niet door de bond worden gewijzigd. 5. Moeten er nieuwe statuten worden opgesteld? Antwoord Fred Kollen:
-
Ja, de wijzigingen in statuten en enkele reglementen van de aansluitende bond worden dwingend voorgeschreven om een juiste procedurele en inhoudelijke rechtspraak te kunnen waarmaken.
6. Hoe ziet de concrete aansluiting eruit? Antwoord Fred Kollen: - Er zal een toevoeging van circa 3 pagina’s aan de statuten worden gemaakt. - Er dient een overeenkomst met het ISR te worden gesloten. - Er wordt een sessie belegd met Tuchtcommissie en Commissie van Beroep van de bond.
Bijlage 2
Tuchtrecht seksuele intimidatie in de sport
Seksuele intimidatie in de sport Ook binnen de sport is regelmatig sprake van grensoverschrijdend gedrag zoals seksuele intimidatie. Thans gaat het om gemiddeld 60 telefonische meldingen per jaar bij 47 verschillende sportbonden, waaruit jaarlijks 40 zaken van seksuele intimidatie voortkomen. Deze meldingen variëren van o.a. verbale seksuele intimidatie, ongewenste aanrakingen en voyeurisme tot aanranding, verkrachting en langdurig misbruik. Een derde van de meldingen betreft deze laatste drie ernstige vormen van seksueel misbruik, waarvoor ook bijna alle plegers zijn veroordeeld (tuchtrechtelijk en/of strafrechtelijk). In de Algemene Vergadering van NOC*NSF (hierna: “AV”) van 20 mei 1997 hebben de sportbonden zich reeds gecommitteerd aan de ‘Gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie in de sport’ en een intentieverklaring ondertekend voor het actief voeren van beleid tegen seksuele intimidatie in de sport. Om adequaat te kunnen optreden in gevallen van seksuele intimidatie en om de omgeving waar dergelijke gevallen zich voordoen zo veilig mogelijk te maken, is het noodzakelijk gebleken te komen tot goede procedures en regelgeving, maar ook tot registratie van veroordeelde plegers van seksuele intimidatie in de sport. Doel van deze registratie is dat de plegers niet bij andere verenigingen en sportbonden of andere takken van sport weer aan de slag kunnen gaan. In de AV van 13 mei 2008 hebben de sportbonden ingestemd met het instellen van een centraal registratiesysteem van plegers van seksuele intimidatie (‘zwarte lijst’). Inmiddels is samen met enkele sportbonden een dergelijk registratiesysteem ontwikkeld, waarin veroordeelde plegers vanaf 16 jaar worden geregistreerd, van wie is vastgesteld dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan een of meerdere vormen van seksuele intimidatie en strafbare seksuele gedragingen binnen de sport(organisatie). Voor het invoeren van dit registratiesysteem is vanwege de bescherming van persoonsgegevens goedkeuring noodzakelijk van het College Bescherming Persoonsgegevens (hierna “CBP”). Het CBP heeft op 3 juli 2008 een rechtmatigheidsverklaring afgegeven
Voorwaarden van het CBP voor de invoering van een registratiesysteem in de sport Het CBP acht de verwerking van persoonsgegevens in het registratiesysteem in de sport alleen rechtmatig als de verwerking behoorlijk en zorgvuldig is. Bij haar beslissing heeft het CBP het ‘Protocol registratiesysteem in de sport’ betrokken 1 waarin staat opgenomen dat er een door NOC*NSF beschreven en akkoord verklaarde tuchtrechtprocedure binnen de sport wordt gehanteerd, waaraan de klacht over seksuele intimidatie tegen betrokkene ten grondslag ligt. Daarbij dient de sanctionering tot stand te zijn gekomen door het sanctiesysteem seksuele intimidatie in de sport dat voor alle sportbonden moet gelden. In 1
Besluit van het CBP d.d. 3 juli 2008.
het sanctiesysteem dient daarom eenduidig en helder beschreven te staan om welk gedrag het gaat en welke sanctie kan worden opgelegd. Om deze eenduidigheid te bewerkstelligen is in overleg met sportbonden, mede op basis van de beslissingen ten aanzien van de aanpak van seksuele intimidatie in de AV van 13 mei 2008, deze ‘Blauwdruk tuchtrecht seksuele intimidatie in de sport’ ontwikkeld, waarin staat beschreven welke vereisten en richtlijnen die de sportbonden in acht moeten nemen bij het opstellen van een Tuchtreglement seksuele intimidatie (hierna ook “Tuchtreglement”).
Eenduidig Tuchtreglement seksuele intimidatie (Blauwdruk) Er zijn drie mogelijkheden om ervoor te zorgen dat sportbonden een eenduidig Tuchtreglement seksuele intimidatie hebben die de toets ten behoeve van het registratiesysteem kan doorstaan. 1. Sportbonden maken een eigen Tuchtreglement seksuele intimidatie gebaseerd op de blauwdruk. 2. Sportbonden sluiten zich aan bij het ISR en maken hierdoor gebruik van het Tuchtreglement seksuele intimidatie en de tuchtprocedure van het ISR, hetgeen de voorkeur heeft van NOC*NSF. 3. Sportbonden nemen het Tuchtreglement seksuele intimidatie van het ISR integraal over, maar sluiten zich niet aan bij het ISR. Indien noodzakelijk zijn aanpassingen van dit reglement mogelijk ten behoeve van de uitvoering van de eigen tuchtcommissie/tuchtprocedure. Het meest recente tuchtreglement seksuele intimidatie van het ISR kan worden geraadpleegd op de website van het ISR en komt op de website van NOC*NSF (www.nocnsf.nl). Voor alle genoemde mogelijkheden geldt dat alvorens hiertoe wordt overgegaan een besluit van de Algemene Ledenvergadering van de sportbond noodzakelijk is, evenals veelal een wijziging van de Statuten waarin een verwijzing moet komen te staan naar de toepasselijkheid van het Tuchtreglement.