Public Health Forum. Boekpresentatie en debat: Nieuwspoort, Den Haag, 17 maart 2011. Aanbieding van het boek: Economie van de Volksgezondheid: zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart, redactie Henny van Lienden en Jan Maarten Boot aan prof. dr. Marianne Donker, Directeur Publieke Gezondheid, Ministerie van VWS. Aansluitend het debat over ´Health is Wealth en ´Leefstijl als afweging van kosten en baten´. Met medewerking van woordvoerders volksgezondheid Tweede Kamer en onder leiding van Godelieve van Heteren. Inleiding, Godelieve van Heteren Namens Public Health Forum heet Van Heteren de aanwezigen welkom en licht het doel van deze bijeenkomst toe, namelijk het lanceren van het boek Economie van de Volksgezondheid, volgens van Heteren een tekst-, leer- en avonturenboek, aangevuld met literaire uitstapjes. Public Health heeft deze gelegenheid aangegrepen om het thema ‘de kosten van de zorg’ naar voren te brengen. Het boek gaat over de economie van de volksgezondheid. De uitdaging is om rond dit thema een scherp debat te voeren. Namens de SP is Renske Leijten aanwezig, namens de VVD is Anne Mulder aanwezig. Introductie prof. dr. Johan Polder (UvT) Polder toont statistieken over zorguitgaven van 1972 tot 2009. Hij voegt toe dat het opvallend is dat over gezondheid door Den Haag vaak wordt gedacht in termen van zorguitgaven en kostenontwikkeling. In de afgelopen jaren hebben belangrijke bewindspersonen en belangrijke beleidsmaatregelen weinig invloed kunnen uitoefenen op de kostencurve. De introductie van de budgettering in 1983 heeft slechts een rimpeling in de curve teweeg gebracht. Wanneer bereiken de zorguitgaven de kritische grens als het gaat om het percentage van het BBP? Daarbij komt de oplopende levensverwachting en de babyboomers die nu de oudere leeftijd bereiken. De Kamp noemt de zorguitgaven een koekoeksjong dat alles opeet. Maar krijgen wij voor zorguitgaven ook iets terug. Op Prinsjesdag 2010 bleek dat zorg de grootste uitgaven is op de rijksbegroting, het inkomen is kleiner dan de uitgaven. Dat leidt tot allerlei bezuinigingen en volgens Tom Jansen (Dagblad Trouw) zitten we nu pas aan het voorgerecht. In preventie en gezond leven lijkt de oplossing voor alle zorguitgaven te liggen. Maar nog steeds rookt 30% van de Nederlanders en heeft 10% ernstig overgewicht; dat veroorzaakt ziektekosten. In het boek wordt aangegeven wat daartoe aan preventie wordt gedaan. Esther de Bekker en Rani Slobbe geven aan dat aan gezondheidsbevordering 3% van het totale bedrag wordt uitgegeven en 80% aan gezondheidsbescherming. En wat zal die 3% volgend jaar zijn? Er moet ook worden gekeken wat we terugkrijgen voor preventie. Sinds 1970 vallen er door preventieve beveiligingsmaatregelen 16.000 doden minder (op een totaal van 140.000 sterfgevallen). De vraag is of er meer successen te behalen zijn. Bij psychische stoornissen en hart- en vaatziekten valt nog veel te winnen door preventie. Naar aanleiding van het Pieter´s principe (Pieter van Baal) presenteert Polder drie cohorten à 1.000 20-jarige gezond levende personen. Hij concludeert dat preventie tot hogere zorgkosten leidt, omdat, volgens Els Borst, dementie voortkomt op de leeftijd die rokers en dikkerds niet bereiken. Mensen gaan niet gezond leven om zorgkosten te besparen maar om langer en beter te kunnen leven. Volgens Robert Fogel, Nobelprijswinnaar Gezondheid, is 30% van de economische groei sinds 1989 te wijten aan betere voeding en betere gezondheid. Volgens de getoonde curve is de levensverwachting in 1960 73 jaar en het BBP $ 12.000 (volgens de $-koers van 2005). In 2007 is de levensverwachting met 7 jaar gestegen en het BBP verdrievoudigd. De hogere levensverwachting is te danken aan betere preventie en betere zorg. Gezondheid levert baat, maar niet in termen van kosten. Een andere baat is wellicht onderwijs en daaraan gekoppeld schoolprestaties. Volgens onderzoek van Heleen van Agt komen er door screening van kinderen op taalontwikkelingsstoornissen minder kinderen in het bijzonder onderwijs terecht; dat scheelt jaarlijks € 7,5 miljoen. Baten zitten dus in onderwijs, maar ook in het bedrijfsleven (arbeidsverzuim, arbeidsproductiviteit, maatschappelijke participatie, vrijwilligerswerk door ouderen). We leven langer en we leven langer in goede gezondheid en kunnen dus ook langer iets betekenen voor de samenleving. Gezondheidszorg heeft dus ook baten.
PH Forum, Zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart Den Haag, 17 maart 2011
1
Investering in gezondheid werkt door in de economie. De zorgsector heeft geholpen om de recessie te dempen. Men zou de stelling kunnen verdedigen dat welvaart in Nederland deels op AWBZ is gebaseerd. Door met name ouderenzorg kunnen lager opgeleide vrouwen aan de slag om daarmee hoger opgeleide vrouwen vrij te spelen. Adam Smit verzette zich in 1776 tegen de fysiocraten die ervan uitgingen dat zonder landbouw de hele economie zou instorten. Tegenwoordig heeft landbouw alleen nog toekomst als zorgboerderij. En als het gaat om immateriële baten is iedereen blij dat hij/zij in Nederland een beroep kan doen op actuele gezondheidskennis. Dat geeft het basisvertrouwen dat we in een ontwikkeld land wonen. Health is dus ook wealth. Volgens Vogel hoeft het geen probleem te zijn dat de zorguitgaven oplopen en Pomp heeft dat omschreven als: de zorg levert meer dan dat zij kost. Bij preventie gaat het niet alleen om gezond leven, ook om het geluksgevoel (roltrapgevoel, verheven worden zonder dat het één calorie kost). En dat is volgens Polder toch een prachtige kosteneffectiviteitsanalyse. Introductie Werner Brouwer (EUR) Volgens Brouwer zijn hogere kostenuitgaven in principe geen probleem, ook niet voor economen. Politici kunnen er wel last van hebben. Hogere zorgopbrengsten zijn geen rechtvaardiging om door te gaan. Het gaat om het belang tussen kosten en effecten, tussen investering en resultaten. Dat heet doelmatigheid, waarin rechtvaardiging wordt verweven. De regel is dat zolang baten hoger zijn dan kosten een welvaartsverhogend effect van de interventie uitgaat. Dat is op maatschappelijk niveau een besliscriterium. Economen geloven dat iedereen alles doet om zo gelukkig mogelijk te zijn en dat iedereen dat doet door elke keer een afweging te maken tussen kosten en baten, tussen kosten en verwachte opbrengst. Dat is de beslisregel op lager niveau, op het niveau van het individu om dingen te doen. De kosten moeten in verhouding staan tot wat het individu ermee wint. Op maatschappelijk niveau wordt een afwegingskader voor interventies gehanteerd (de trechter van Dunning) die aan een drietal criteria voor zorg in het basispakket moet voldoen: 1. noodzaak, effectiviteit en doelmatigheid. In hetzelfde kader kan ook preventie worden bezien. Aspecten die daarvoor nodig zijn zijn de eigen bijdrage en het basispakket. Voor de uiteindelijke bepaling van het basispakket – waar heeft iedereen recht op - moet een grens worden getrokken, en wie gaat dat doen? De RVZ heeft daartoe een moedige poging ondernomen maar is hard terug gefloten. Het is, hoe spijtig ook, onhoudbaar als er individueel of collectief geen grenzen zijn. Belangrijk voor preventie is het hanteren van de huidige methodologie. Hoe bepalen we de noodzakelijkheid van preventie, want preventie speelt niet in op iets acuuts. Dat betekent dat preventie een laag noodzakelijkheidgewicht krijgt en moet voldoen aan strenge normen van doelmatigheid. Toch kan preventie een vrij doelmatige manier zijn om gezondheid te winnen. Preventie hoeft niet kostenbesparend te zijn, ook al wordt dit idee bij overgewicht en roken vaak gewekt, maar dient gezondheid op te leveren. De discussie moet niet worden verschrompeld met inconsistente redeneringen over eigen verantwoordelijkheid, er moet een open discussie zijn over wat eigen verantwoordelijkheid in deze context inhoudt. En als wij vinden dat preventie de beste oplossing is, wie gaat het dan doen? Welke prikkels hebben verzekeraars om tot preventie over te gaan. De huidige prikkel is dat de verzekerde elk jaar van verzekeraar kan wisselen. Een andere vreemde paradox is dat we willen dat verzekeraars tot risicoselectie overgaan, daartoe is er een geavanceerd risico vereveningssysteem. De prikkels die voor de verzekeraar overblijven zijn € 25 jaarlijks voor de roker en € 100 voor overgewicht. Naarmate het risico vereveningssysteem wordt verfijnd zullen die prikkels verminderen. Dus moeten we nadenken over prikkels voor de verzekeraar om iets te doen aan preventie. De afweging op individueel niveau is er een van kosten en baten, het idee van het individu is dat gezondheid allerlei baten oplevert. De eigen subjectieve verwachting van de toekomst in relatie tot het effect van gezond leven ontbreekt. Mensen hebben een negatief en verkeerd beeld van kwalitatief leven op leeftijd, oud worden wordt geassocieerd met bijzonder gebrekkig. Veel mensen hechten veel waarde aan hier en nu en bijzonder weinig aan later en dat zal mensen beïnvloeden om gezond te leven en het leefpatroon te veranderen. Een ander punt is de spanning die met name economen voelen tussen individuele vrijheid en paternalisme. Van roken vinden de meeste mensen dat dat aan banden moet worden gelegd. De nieuwe epidemie is overgewicht, maar mag de overheid een vettax invoeren. Skiën op een gevaarlijke berghelling levert de gezondheid weinig op, maar mag de overheid dat ook verbieden? Hoever mag de overheid ingrijpen? Gezondheid is absoluut welvaart. Maar tot hoever mag de overheid ingrijpen om mensen tot gezond leven aan te zetten? Economie en volksgezondheid komen steeds meer hand in hand, zij kunnen elkaar versterken en van elkaar leren. Inbreng van economen binnen gezondheidszorg kan bijdragen aan een betere gezondheid.
PH Forum, Zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart Den Haag, 17 maart 2011
2
Aanbieding van het boek: Economie van de Volksgezondheid: zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart door Jan Maarten Boot aan Marianne Donker, Directeur Publieke Gezondheid, Ministerie van VWS. Boot spreekt de hoop uit dat het boek Donker wapent om de discussie op VWS over economie en volksgezondheid nog beter aan te gaan dan tot nu toe het geval is. Donker is van mening dat de indringende presentaties en de economische invalshoeken op gezondheid de nodige scherpte in het gezondheidsdebat aanbrengen. In de komende jaren wil zij de blik in de discussie verruimen naar andere sectoren, omdat daar gezondheidswinst behaald kan worden. Gezondheidsverschillen moeten niet alleen door de zorgsector worden opgelost. Economisch vraagstuk daarbij zal zijn dat investering in de ene sector kan renderen voor de andere sector. Daar ligt de beleidsmatige en economische uitdaging voor de komende jaren. Debat over ‘Health is wealth’ en ‘Leefstijl als afweging van kosten en baten’ Van Heteren vraagt wat de deelnemers in de introducties als meest boeiend hebben ervaren. Een deelnemer (senior opleider Arts, Maatschappij en Gezondheid) vindt het boeiend dat de gedachte health wealth algemeen wordt geaccepteerd en als investering wordt gezien. Volgens de NIGZ moet de winst van de volksgezondheid in andere sectoren teruggevonden worden, moet het debat breder worden gevoerd dan alleen over het terugbrengen van de zorgkosten door preventie. NIGZ draagt hieraan bij door in eigen publiciteit preventie breder neer te zetten en door andere sectoren te betrekken. Volgens Severent kijkt de Commissie Farmaceutische Hulp, die adviseert over geneesmiddelen, naar doelmatigheid en werkzaamheid, toepassing van een soortgelijke methodologie op preventie lijkt zinvol. Hij is benieuwd naar de vergelijking preventie en gezondheidszorginvestering. Van Es vindt het boeiend dat preventiekosten benoemd blijven. Vanuit de eerstelijns gezondheidszorg moet meer de link naar bedrijven worden gelegd. Zijn instituut zoekt voor vooral laagopgeleiden. de koppeling tussen re-integratiebedrijven en huisartsenpraktijken. Leijten (SP) is op haar hoede als economen over gezondheidszorg praten, er moet meer naar de opbrengst van de zorg worden gekeken. In het recente verleden heeft de overheid collectief fouten erkend bij onderwijs, dat door het Cultureel Planbureau altijd als kostenpost is gezien waarop bezuinigd moest worden. Toen door werkgevers en leerlingen de noodklok werd geluid heeft de parlementaire commissie vastgesteld dat ramingen onjuist waren. Ditzelfde gevoel heeft Leijten over gezondheidszorg. Milieubeleid bijvoorbeeld heeft ook veel opgeleverd voor de volksgezondheid. Er moet meer gekeken worden naar de opbrengst van gezondheidsinterventies voor de samenleving als geheel. Zij pleit ervoor dat economen niet alleen naar de zorgbudgetten maar ook verder kijken. Brouwer is in zijn presentatie ingegaan op wat € 1 moet opleveren, maar de politiek gaat volgens Leijten deze discussie uit de weg. Volgens Mulder (VVD) zijn de economische budgetten waardevol voor de zorg. Elk VVD-fractielid is bezig met een visieontwikkeling op het eigen beleidsterrein, zelf maakt hij graag gebruik van de wetenschap om de trends te kennen en om daarna vanuit zijn liberaal gedachtegoed een mening te vormen. Wat hij vanmiddag heeft gehoord over preventie, of dat in termen van zorguitgaven iets oplevert, het verschuiven van preventie en kosten naar later zijn voor hem eyeopeners. Preventie lijkt dus niet de oplossing voor de stijgende zorguitgaven. Het zou de discussie in de Tweede Kamer verdiepen als de minister bij deze bijeenkomst aanwezig was geweest. Leijten (SP) antwoordt op Mulder dat iedereen een visie op gezondheid schrijft, niet alleen de VVD, en uiteraard, zeker als het gaat over een visie op collectiviteit, vanuit ieders eigen politieke basisideologie. Zij vindt de preventielijn van het kabinet zorgelijk. Er is veel aan preventie gedaan, toch zijn de sociaal economische gezondheidsverschillen toegenomen. De huidige zorgkosten hebben te maken met de kosten voor chronisch zieken, met diabetes en hartfalen. Die ziekten moeten meer worden voorkomen, maar daarover is nog geen politiek debat gevoerd. Van Heteren concludeert dat er duidelijk politieke verschillen zijn en vraagt wat de deelnemers zouden kunnen meegeven aan de politici als het gaat om de relatie volksgezondheid en economie. Ministerie VWS, Directie Meva zegt over de sociaal economische gezondheidsverschillen in relatie tot public health preventie het volgende. Veel van de winst van de public health preventie is, bezien over een langere periode, bij de lagere sociaal economische groepen terechtgekomen. Maar politici maken zich zorgen over de stijgende gezondheidsverschillen. De vraag aan de onderzoekers is wat het niveau moet zijn van gezondheidsverschillen, rekeninghoudend met het feit dat er toch verschillen
PH Forum, Zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart Den Haag, 17 maart 2011
3
zijn, zeker in een kapitalistisch systeem. Wat is, gegeven de verschillen in de maatschappij, het meest haalbare. Nu is er eigenlijk geen goede norm. Van Baal (onderzoeker) vindt dat in de loop van de tijd aan alle kanten winst is geboekt. Preventiemaatregelen hebben de verschillen doen stijgen, bijvoorbeeld omdat preventie-interventies succesvol zijn voor hoger opgeleiden / hogere inkomens. Bij screeningsprogramma’s is de opkomst van hogere inkomens hoger. Er zit volgens Van Baal een prijskaartje aan om de verschillen te verkleinen. Leijten (SP) vindt het zorgelijk dat genoemde preventiemaatregelen meer terechtkomen bij hoger opgeleiden, iedereen zou moeten meeprofiteren van de algemene gezondheidswinst. Er wordt nog onvoldoende bezien hoe lager opgeleiden worden meegenomen in de projecten. Bij doorrekening van de opbrengsten van de zorgpremies betalen lagere inkomens percentueel meer over de zorgkosten voor een steeds kleiner zorgpakket. Zij zouden daarom ook evenredig voordeel moeten hebben van de preventies. Mensen die minder te besteden hebben krijgen nu minder toegang. Brouwer gaat in op de vraag naar normen. Bij een normatief ethisch principe zal het verschil nul moeten zijn. Bij het uitrollen van preventie zullen de mensen die het gemakkelijk oppikken - en dat zijn de hoog opgeleiden – het meest profiteren. Om laag opgeleiden te bereiken moet onevenredig tijd en geld worden geïnvesteerd, geld dat elders, binnen of buiten de zorg, vandaan moet worden gehaald. De normatieve uitgangspunten ten opzichte van sociaal economische gezondheidsverschillen zullen bepalen in hoeverre je gezondheid elders opoffert om voor specifieke groepen gezondheidswinst te winnen. Dat is geen vraag die met onderzoek kan worden beantwoord. De Vries (GGD) vindt uit ervaring dat populatiegenerieke maatregelen het meest effectief zijn, zoals Mackenbach ook heeft aangetoond. Hij verwijst naar het public health congres dat onlangs in Rotterdam is gehouden. De neiging ontstaat om die maatregelen op particulier niveau uit te voeren. Mulder (VVD) vindt dat ook met het bedrijfsleven een convenant moet worden gesloten over bijvoorbeeld het verwerken van zout en vet in voedsel. Het bedrijfsleven, dat helaas niet op het Rotterdamse congres aanwezig was, moet voedsel gezonder maken. Wat bij de discussie over roken zou helpen is jongeren weerbaar te maken tegen deze verleiding, dat geldt ook voor alcohol en seks. e Na hun 18 hebben mensen recht op hun eigen leefstijl. Leijten (SP) vraagt zich af of het over collectieve of individuele verantwoordelijkheid gaat. Zoals Mulder het stelt lijkt het over dat laatste te gaan, terwijl zorgpremies wel collectief worden opgebracht. Er bestaat een discrepantie tussen individuele kennis en collectieve opbrengst van de zorgkosten. Het bedrijfsleven zal pas zelfregulerend werken als de overheid regels oplegt, zoals bij de regels over verstrekken van alcohol aan de balie, lozen van fabrieksafval. Als het aan de sector zelf wordt overgelaten is het een doodlopende weg. Volgens Leijten is dat het belangrijke verschil. Van Heteren vraagt wat de politieke woordvoerder kan met het thema van Donker. Leijten (SP) verwijst naar het terugbrengen van de sociaal economische verschillen. Deze lage economische groepen missen gezondheidsvaardigheden omdat ze onvoldoende kunnen rekenen en lezen om zelf de verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Daar moet dus worden ingegrepen. Ook over arbeid moet met deze groepen beter worden gecommuniceerd. Er moeten lage maatregelen en interventies worden uitgevoerd. Op dit terrein zijn er in de afgelopen 10 à 15 jaar onvoldoende verbeteringen geweest. Bij screeningsprogramma’s blijven mensen weg omdat zij de uitnodiging niet begrijpen. De overheid is gefaald in de preventieprogramma’s, er is te veel naar het gemiddelde gekeken en te weinig naar groepen die bereikt moeten worden. Mulder (VVD) vraagt zich af hoe die groepen bereikt kunnen worden. Het zal een kunst zijn om op die groepen interventies te maken die ook effectief zijn. Deelname aan het arbeidsproces helpt ook. Gedragsverandering is bij iedereen moeilijk, zeker bij de lage sociaal economische klasse. Leijten (SP) wil mevrouw Donker vragen te stimuleren dat er een uitgebreide reactie komt op de gouden eieren van de gezondheidszorg. Het verbaast Leijten dat de rekening van preventie iedere keer over de schutting wordt gegooid, zodat die rekening niet bij de overheid terechtkomt. Zowel Rijk, gemeenten als zorgverzekeraars schuiven af. Mensen hebben medische zorg nodig, maar de overheid verdoet haar tijd met discussies over wie de rekening krijgt gepresenteerd. Ook veel mensen in de uitvoering verdoen hun tijd met afschuiven. Het zijn fragmentatieschotten waarin iedereen zichzelf opsluit. Mulder (VVD) stelt dat er in het huidige kabinet juist minder ministers zijn teneinde schotten te laten verdwijnen. Je mag dus verwachten dat het beleid meer eenheid zou zijn. Maar de vraag is ook of mensen bereid zijn ziektekosten te betalen. Volgens Mulder weten mensen niet wat de zorg kost, zij voelen geen relatie tussen kosten en wat zij betalen. Zorguitgaven kunnen nu eenmaal niet worden terugverdiend. Uiteindelijk zullen buiten de zorg maatregelen moeten worden gevonden. Als mensen gezonder worden wordt het onvermijdelijk dat zij langer kunnen werken. Zorgkosten stijgen en daar
PH Forum, Zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart Den Haag, 17 maart 2011
4
staan baten tegenover, de arbeidsproductiviteit kan omhoog. In veel sectoren kan een oplossing worden gevonden voor zorgproblemen, denk bijvoorbeeld aan roken en onderwijs. Politiek vertaald zal de kostenstijging de discussie domineren, dat is niet te voorkomen. De boodschap van Mulder is te laten zien dat zorguitgaven gaan stijgen en dat mensen zich daarvan bewust moeten worden en moeten accepteren dat zij dat moeten betalen. Leijten (SP) vindt dat in deze nog te voeren politieke discussie ook de vraag aan de orde moet komen of de rekening wordt afgewenteld op de mensen met de laagste inkomens. Als de discussie wordt gevoerd zoals afgelopen jaar, zullen de sociaal economische verschillen stijgen en wordt de last neergelegd in de arbeidsproductiviteit van deze groepen. Interessant en nieuw was de rem op de recessie, dat lager opgeleiden kunnen deelnemen aan het arbeidsproces in de zorg. Dat is een belangrijk element, belangrijker dan een miljard korten op AWBZ. De zorg moet ook als toekomst voor de arbeidsmarkt worden gezien. Het ministerie moet dit element laten meewegen. Wat kan het kabinet hieraan doen? Donker denkt dat het kabinet daar niet veel aan kan doen, maar dat dit moet gebeuren door partijen uit de samenleving. Het Rijk kan wel de voorwaarden scheppen en faciliteren. Het ministersstandpunt zal moeten zijn om verbinding te leggen tussen sectoren, zeker de eerstelijnszorg, verbindingen met sport, met welzijnszorg met ruimtelijke ordening. In het land zijn al dergelijke experimenten over gezondheidsproblematiek in de buurt en het daarop maatwerk leveren. Met alle partijen, breder dan de zorgsector, zullen oplossingen moeten worden gevonden voor de verkokering in de financiering en regelgeving. Dat betekent dat investering misschien niet leidt tot baten bij dezelfde verzekeraar. Leijten (SP) vindt dat de NMa niet moet ingrijpen als er wordt samengewerkt, zoals nu wel het geval is. Zonder samenwerking kan op verschillende plaatsen gezondheidszorg niet overeind worden gehouden. Van Heteren vraagt naar een reactie. Van Kasteren (gemeente Leidschendam/Voorburg) ziet dat gemeenten moeten bezuinigingen. Er komen besluiten op de gemeenten af die de kosten voor de gemeente doen stijgen. Het onderwerp gezondheid komt niet aan bod, terwijl de gemeente allerlei taken op zich krijgt zonder bijbehorend budget en zonder visie. Van Kasteren vindt dat de gemeente meer moet worden gefaciliteerd. Een deelnemer wijst erop dat de landelijke nota richtinggevend lijkt voor de lokale uitvoering. Zij zou graag de landelijke nota willen laten aansluiten op wat er lokaal gebeurt en mogelijk is. Het zou helpen als de financiering die nu in ZonMw is verankerd naar alle gemeenten gaat, zodat niet alleen een selectie van gemeenten daar profijt van heeft. Dijkstra( IEM): om economische effecten van gezondheidszorg te kunnen beoordelen moeten die effecten worden geplaatst in het kader van de totale infrastructuur. Het is een probleem dat wensen niet zijn gedefinieerd, want alleen met een definiëring kunnen mensen op kwaliteit en kwantiteit worden aangesproken. Dat vereist een maatschappelijke discussie over het beoogde resultaat. Leijten (SP) geeft als laatste wens dat in de VVD-visie meer preventie wordt opgenomen. Afronding, Jan Maarten Boot Duidelijk is dat moet worden doorgegaan om tot verstandig kosteneffectief beleid te komen. Public Health Forum heeft geprobeerd de (gezondheids)economische wetenschap dichter bij het beleid te brengen en een verbinding tussen die wetenschap en de praktijk van public health professionals tot stand te brengen. Hij hoopt dat NSPOH die lijn kan vervolgen in het onderwijs aan public health professionals, maar ook dat in het HBO-onderwijs gezondheidszorg aandacht besteed gaat worden aan Economie van de Volksgezondheid.. Hiermee wordt de bijeenkomst gesloten.
PH Forum, Zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart Den Haag, 17 maart 2011
5