Aanpak en Convenant Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken
April 2006
Inhoudsopgave Aanpak Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken
5
Inleiding
5
Betrokken partijen
7
Aanpak
7
Inzet van de betrokken instellingen en organisaties
7
Taken en bevoegdheden van het regionaal cošrdinatieteam
9
Uitwisseling gegevens
9
Deskundigheidsbevordering
9
Kenmerken van kleinschalige incidenten en zedenzaken
10
Stroomschema
11
Participerende instellingen
12
Convenant uitwisseling gegevens Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken Rotterdam en omstreken
13
Ondertekenden
13
Artikels
14
Ondertekening
16
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Aanpak Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken Cošrdinatie van psychosociale opvang, voorlichting en hulpverlening bij incidenten van beperkte omvang en zedenzaken met maatschappelijke onrust, in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en omstreken en de GGD Nieuwe Waterweg Noord.
Inleiding De afgelopen jaren zijn we in Nederland geconfronteerd met enkele grote rampen. Zo zal iedereen zich de vuurwerkramp in Enschede of de cafŽbrand in Volendam herinneren. Naast deze grote rampen vinden er jaarlijks vele kleinere rampen plaats. We spreken in dergelijke situaties van een kleinschalig incident. De moord op de leraar van het Terra College in Den Haag is hier een voorbeeld van. De ervaring heeft geleerd dat bij de bovengenoemde rampen of kleinschalige incidenten naast medische opvang, psychosociale opvang zeer belangrijk is. Een tijdige en goede opvang, erkenning en aandacht en indien nodig ook materi‘le en economische steun, blijken een positieve invloed te hebben op herstel van het psychisch evenwicht (J. Eland, C. de Roos, R. Kleber) . In het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en omstreken en GGD Nieuwe Waterweg Noord valt de zorg bij rampen, in de zin van de Wet Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR), waarop de systematiek van gemeentelijke rampenplannen van toepassing is, onder de verantwoordelijkheid van de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF) van de GHOR. Voor de psychosociale hulpverlening na ongevallen en rampen wordt daarom verwezen naar het Crisisbeheersingsplan van de betreffende gemeente. Voor deze ongevallen en rampen wordt een zekere schaalgrootte gehanteerd, die verloopt via de zogenaamde Gripprocedure. De cošrdinatie van psychosociale hulp bij kleinschalige incidenten en zedenzaken, (die niet onder de Gripprocedure van de GHOR vallen), valt in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en omstreken en GGD Nieuwe Waterweg Noord onder de verantwoordelijkheid van de GGD en de uitvoering vindt plaats door het regionaal cošrdinatieteam. Het doel van dit team is om door middel van samenwerking en cošrdinatie van de hulpverlening bij kleinschalige incidenten en zedenzaken een bijdrage te leveren aan: ¥ vermindering van de maatschappelijke onrust ; ¥ vermindering van de met het kleinschalig incident of zedenzaak samenhangende psychosociale klachten/gezondheidsproblemen. Gezien de verantwoordelijkheid van de GGD voor psychosociale opvang bij ingrijpende gebeurtenissen van collectieve aard is, is een vertegenwoordiger van de GGD aangewezen als cošrdinator kleinschalige incidenten en zedenzaken (KIZ) van dit regionaal cošrdinatieteam. Ter ondersteuning van dit convenant is het onderstaande materiaal ontwikkeld: Leidraad Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken Stappenplan voor de cošrdinatie van de psychosociale opvang, de voorlichting en de hulpverlening bij kleinschalige incidenten en zedenzaken, met maatschappelijke onrust, in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en GGD Nieuwe waterweg Noord. Protocollen Naast de leidraad zijn vijf protocollen opgenomen waarin het stappenplan is uitgewerkt
Bij een ramp is sprake van veel slachtoffers en veel betrokkenen. Bij een kleinschalig incident zijn er weinig slachtoffers maar veel betrokkenen en is er sprake van veel maatschappelijke onrust. ÔKind en traumaÕ een opvangprogramma, J. Eland, C. de Roos & R. Kleber, Zwets & Zeitlinger, Lisse 2000. We spreken in deze context van maatschappelijke onrust indien er sprake is van negatieve reacties en gevoelens van onveiligheid bij omstanders ten gevolge van een onvoorspelbaar en bedreigend incident in een publieke ruimte.
5
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
¥ ¥ ¥ ¥ ¥
Zedenzaken, geweldsdelicten en incidenten met dodelijke afloop Incidenten op afstand Brand Infectieziekten Milieu-incidenten
Aanvullende Informatie Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken Achtergrondinformatie en voorbeeldmateriaal t.b.v. psychosociale opvang, voorlichting en hulpverlening bij kleinschalige incidenten, met maatschappelijke onrust in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en omstreken en GGD Nieuwe Waterweg Noord. De leidraad en de bovengenoemde protocollen zijn ontwikkeld ter ondersteuning van het cošrdinatieproces van de psychosociale hulpverlening en de aanvullende informatie ter ondersteuning van de inhoud.
6
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
De betrokken partijen ¥ ¥ ¥ ¥ ¥ ¥ ¥ ¥ ¥ ¥ ¥
GGD Rotterdam en omstreken; GGD Nieuwe Waterweg Noord Centrum voor Dienstverlening; Bureau Jeugdzorg; Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; GGZ Groep Europoort; Bavo RNO Groep; GGZ Delfland; Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg; Politie Rotterdam Rijnmond; Slachtofferhulp Nederland;
sluiten een convenant ter uitvoering van de aanpak van kleinschalige incidenten en zedenzaken in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en omstreken en GGD Nieuwe Waterweg Noord. Het verzorgingsgebied bestaat uit: Rotterdam, Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan de IJssel, Krimpen aan de IJssel, Ridderkerk, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Schiedam, Vaardingen en Maasluis. In het convenant onderschrijven zij de aanpak en garanderen zij hun inzet tijdens een kleinschalig incident/zedenzaak. Aanpak De gestandaardiseerde aanpak bestaat uit het werken volgens een leidraad. Dit is een in algemene termen geschetste opzet van een protocol. Per incident is een protocol opgesteld. De volgende protocollen worden onderscheiden: 1. Protocol Zedenzaken, geweldsdelicten en incidenten met dodelijke afloop in de openbare ruimte 2. Protocol Brand 3. Protocol Incident op afstand 4. Protocol Infectieziekten 5. Protocol Milieu-incidenten De protocollen treden in werking door de melding van een kleinschalig incident of zedenzaak, waarbij maatschappelijke onrust ontstaat. Politie en gemeente komen hiermee in eerste instantie in aanraking. De gemeente, (burgemeester/voorzitter van de deelgemeente) beslist in overleg met de politie (bij zedenzaken overleg met het OM) over het activeren van het cošrdinatieteam kleinschalige incidenten en zedenzaken (KIZ). Besluit de gemeente daartoe, dan neemt de burgemeester/voorzitter van de deelgemeente contact op met de GGD. Binnen de GGD is een cošrdinator KIZ bereikbaar, die het cošrdinatieteam bijeenroept en de bijeenkomst voorzit. Het cošrdinatieteam neemt het besluit om zonodig nog andere instellingen en organisaties dan degene die in het cošrdinatieteam zitting hebben om inzet te vragen in de aanpak van het incident. Na afhandeling van het incident stelt de cošrdinator KIZ een rapport op over het incident en biedt dat aan de gemeente en de betrokken instellingen en organisaties aan. Inzet van de betrokken instellingen en organisaties De betrokken instellingen en organisaties zijn te onderscheiden in een aantal die bij elk kleinschalig incident opgeroepen worden voor het cošrdinatieteam en een aantal die zonodig worden opgeroepen. Het systeem van de aanpak van kleinschalige incidenten en zedenzaken wordt zodanig opgezet dat er met gebruik van bestaand hulpaanbod en bestaande capaciteit een adequate aanpak wordt gerealiseerd. Daaronder vallen de volgende activiteiten: ¥ De GGD realiseert een systeem van alarmering waar de meldingen van kleinschalige incidenten en zedenzaken binnen kantooruren kunnen binnenkomen. ¥ Er zijn duidelijke afspraken tussen de GGD en het Centrum voor Dienstverlening (CVD) over de bereikbaarheid buiten kantooruren door het CVD .
7
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
¥ EŽn telefoonnummer. ¥ De cošrdinator KIZ roept het cošrdinatieteam bijeen en zit de bijeenkomst voor. Bij afsluiting van het incident wordt door de cošrdinator een rapport opgesteld. ¥ Het onderhoud van het systeem. De instellingen en organisaties die genoemd worden als degenen die bij elk kleinschalig incident deel uitmaken van het cošrdinatieteam, leveren hun inzet uit hun bestaande formatie. De financi‘le vergoeding van de inzet komt uit hun eigen financiering.
8
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Taken en bevoegdheden van het regionaal cošrdinatieteam Taken Het cošrdinatieteam heeft de volgende taken: ¥ Treffen van maatregelen om het hoofd te kunnen bieden aan het ontstaan van maatschappelijke onrust als gevolg van een kleinschalig incident of zedenzaak. Hierbij is sprake van een ernstige verstoring van de algemene veiligheid, waarbij het leven en de gezondheid van personen wordt bedreigd. ¥ Cošrdineren en afstemmen van de hulpverlening van de betrokken uitvoerende organisaties en eventuele andere overheidsdiensten en Ðinstanties, teneinde de oorzaak van het kleinschalig incident/zedenzaak zo adequaat mogelijk te bestrijden. ¥ Zorgdragen dat na de be‘indiging van het kleinschalig incident/zedenzaak het normale maatschappelijke proces zo spoedig mogelijk wordt gecontinueerd. Specifieke taken ¥ Strategie bepalen (ofwel: scenario toepassen) ¥ Beleidsmatige cošrdinatie ¥ Besluitvorming ¥ Leiding en controle / overall rapportage Bevoegdheden Het cošrdinatieteam heeft de volgende bevoegdheden: ¥ Analyseren van binnen gekomen berichten. ¥ Inspelen op beeldvorming bij publieksgroepen en bestrijding van geruchten. ¥ Openen van gratis informatienummer ¥ Informatie verschaffen d.m.v. situatierapporten over het verloop van het kleinschalig incident/zedenzaak. ¥ Het bij het incident passend scenario uitvoeren. ¥ Intern en extern overleg plegen over de aanpak en inzet van externe hulpverlenende instanties ¥ Nemen van preventieve maatregelen ter voorkoming van kleinschalige incidenten/zedenzaken in de toekomst.
Uitwisseling gegevens Hierbij wordt verwezen naar het convenant uitwisseling gegevens Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken. Geldigheid Het convenant heeft een looptijd van 1 jaar en wordt telkens stilzwijgend met een jaar verlengd.
Deskundigheidsbevordering Voor het op peil houden van de deskundigheid op het gebied van het opstellen van een plan van aanpak en de samenwerking binnen het cošrdinatieteam, dient regelmatig geoefend te worden. Dit gebeurt automatisch indien er kleinschalige incidenten of zedenzaken zijn waarbij het cošrdinatieteam in actie komt. Het kan echter voorkomen, dat er lange tijd geen kleinschalige incidenten of zedenzaken plaatsvinden waarbij het cošrdinatieteam betrokken is. In die situaties komt het cošrdinatieteam minstens ŽŽn keer per jaar bij elkaar voor deskundigheidsbevordering, evaluatie en eventuele afsluiting van lopende zaken. De GGD is verantwoordelijk voor het organiseren van deze bijeenkomsten.
9
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Kenmerken van kleinschalige incidenten en zedenzaken Kenmerken van kleinschalige incidenten Bij kleinschalige incidenten gaat het om zaken als: ¥ ernstig geweld op school of op straat; ¥ moord of suicide; ¥ een ernstig ongeval dat veel onrust veroorzaakt; ¥ een zedenzaak binnen school/vereniging/wijk; ¥ klein milieu-incident; ¥ beperkte uitbraak infectieziekte. Doorgaans zal er sprake zijn van acute situaties. Deze kunnen leiden tot ontwrichting in het normale patroon en de sociale structuur van een gemeenschap. In de eerste fase zal men merken dat de reacties van de betrokkenen na de schokkende gebeurtenissen onderling sterk van elkaar kunnen verschillen. Bij bepaalde kwetsbare groepen (zoals bijvoorbeeld jeugdigen, verstandelijk gehandicapten, mensen met psychische problematiek) is er een verhoogd risico op ontwrichting en langdurige psychische klachten. Zij kunnen de gebeurtenissen vaak moeilijker relativeren en hebben veelal niet genoeg steun vanuit de eigen omgeving. Er zal met name bij deze groep rekening gehouden moeten worden met verdere escalaties. Bij jeugdigen is er sprake van een extra complicerende factor, omdat er vaak sprake is van meerdere netwerken die behoefte hebben aan advies en bijstand (familie, vrienden, buurt, school, clubs). Kenmerken van zedenzaken Bij zedenzaken gaat het om zaken als: ¥ een zedenzaak op een school, kinderdagverblijf, vereniging, etc; ¥ (een vermoeden van) een zedenzaak in de wijk. Seksueel misbruik is iedere interactie waarin iemand ertoe wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan of uit te voeren. De dwang kan vari‘ren van psychologische druk of chantage tot fysiek geweld. Seksueel misbruik kent vele verschijningsvormen zoals: ¥ exhibitionisme; ¥ voyeurisme; ¥ gedwongen streling; ¥ betasten van de geslachtsdelen; ¥ verkrachting / groepsverkrachting; ¥ pornografie. Aandachtspunten aan de hand waarvan de ernst van het misbruik kan worden ingeschat zijn: ¥ de leeftijd van het slachtoffer; ¥ het leeftijdsverschil tussen dader en slachtoffer; ¥ de relatie tussen dader en slachtoffer; ¥ de frequentie; ¥ de mate van geweld of dreiging hiermee; ¥ de mate van dwang; ¥ de mate van geheimhouding en/of chantage.
10
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Stroomschema: Stappen Kleinschalige incidenten / zedenzaken
11
AANPAK KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Namen participerende instellingen GGD Rotterdam en omstreken Schiedamsedijk 95 Postbus 70032 3000 LP Rotterdam GGD Nieuwe Waterweg Noord v. Hogendorplaan 501 3135 BP Vlaardingen Politie Rotterdam Rijnmond Doelwater 5 3011 AH Rotterdam Bureau Jeugdzorg Calandstraat 58 3016 CD Rotterdam Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Glashaven 66 3011 XK Rotterdam GGZ Groep Europoort London 4 2993 LA Barendrecht Bavo-RNO Groep K.P. van der Mandelelaan 10-20 3062 MB Rotterdam Postbus 4450 3006 AL Rotterdam GGZ Delfland Reinier de Graafweg 7a 2625 AD Delft Postbus 396 2600 AJ Delft Locatie de Gravin reinier de graaf weg 3 de Postbus 396 2600AJ Delft Slachtofferhulp Nederland Westersingel 18 3014 GP Rotterdam Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg Parallelweg 2 3131 DG Vlaardingen Centrum voor Dienstverlening Glashaven 42 Postbus 208 3000 AE Rotterdam
12
CONVENANT UITWISSELING GEGEVENS KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Convenant uitwisseling gegevens Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken Rotterdam en omstreken In de aanpak van kleinschalige incidenten en zedenzaken, waarbij maatschappelijke onrust ontstaat, (KIZ) in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en het Nieuwe Waterweggebied, is cošrdinatie van psychosociale opvang, voorlichting en hulpverlening van groot belang. Hierbij spelen de onderstaande organisaties een rol. Om de activiteiten terzake af te stemmen is een cošrdinatieteam in het leven geroepen waarin de betrokken uitvoerders van deze organisaties hun activiteiten afstemmen in het geval zich een kleinschalig incident of zedenzaak zich voordoet. Om deze afstemming goed te laten verlopen kan het noodzakelijk zijn om persoonsgegevens uit te wisselen. Hiertoe wordt het volgende convenant afgesloten.
Ondergetekenden 1. De regiopolitie Rotterdam Rijnmond, gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam aan het Doelwater 5, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de korpschef, A. J. Meijboom; 2. De GGD Rotterdam en omstreken, gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam aan de Schiedamsedijk 95, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door het hoofd mevrouw prof. dr M.C.H. Donker; 3. De GGD Nieuwe Waterweg Noord, gevestigd en kantoorhoudend te Vlaardingen aan Van Hogendorplaan 501, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw A.C.S. Atzema, directeur; 4. Het Centrum voor Dienstverlening, gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam aan de Glashaven 42, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.R.M. Windey, voorzitter Raad van Bestuur; 5. Stichting Slachtofferhulp Nederland, regio Rotterdam-Rijnmond / Zuid-Holland Zuid, gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam, aan de Westersingel 18, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw mr B.A. Pleysier, regiodirecteur; 6. Bureau Jeugdzorg stadsregio Rotterdam, gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam aan de Calandstraat 58, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.J.G. Bovens, lid van de Raad van Bestuur; 7. GGZ Groep Europoort, gevestigd en kantoorhoudend te Barendrecht aan de Londen 4, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G. de Redelijkheid, directeur; 8. Bavo RNO Groep, gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam aan de Westersingel 93, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs H.H.W. de Veen MHA, voorzitter Raad van Bestuur; 9. GGZ Delfland, gevestigd en kantoorhoudend te Delft aan de Reinier de Graafweg 7a, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw MBA M.A.H. Mulders, directeur; 10. Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg, gevestigd en kantoorhoudend te Vlaardingen aan de Parallelweg 2, te dezen vertegenwoordigd door de heer F.A.M. Bongaerts, directeur/bestuurder. Overwegende dat het doel van de werkzaamheden van het cošrdinatieteam KIZ is het verminderen van: ¥ de maatschappelijke onrust die bij omstanders ontstaat door een kleinschalig incident of zedenzaak, ¥ de psychosociale klachten en gezondheidsproblemen die daardoor bij betrokkenen ontstaan; dat dit doel onder andere wordt bereikt door: ¥ het op verzoek van de burgemeester, dan wel van de voorzitter van de deelgemeenteraad, op initiatief van de GGD, in werking stellen van het cošrdinatieteam om te bezien op welke wijze de ontstane maatschappelijke onrust kan worden verminderd en op welke wijze de met het kleinschalige 13
CONVENANT UITWISSELING GEGEVENS KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
incident of de zedenzaak samenhangende psychosociale klachten of gezondheidsproblemen kunnen worden verminderd, ¥ het, indien noodzakelijk, informeren van direct belanghebbenden of betrokkenen, dat het voor het verwezenlijken van het doel van het KIZ noodzakelijk is dat er: ¥ binnen het cošrdinatieteam en door de in de aanhef genoemde instellingen persoonsgegevens worden uitgewisseld over de rechtstreeks betrokkenen bij het incident, ¥ door of vanwege het cošrdinatieteam informatie aan rechtstreeks betrokkenen bij het incident wordt verstrekt.
komen het volgende overeen Artikel 1 Doel Dit convenant heeft tot doel de gegevensuitwisseling tussen participanten mogelijk te maken voor zover het betreft: ¥ het verminderen of wegnemen van maatschappelijke onrust die door een kleinschalig incident of een zedenzaak die bij omstanders is ontstaan en ¥ het verminderen van psychosociale klachten en gezondheidsproblemen die bij omstanders zijn ontstaan door het incident of door de onrust.
Artikel 2 Toepassingsgebied 1. Dit convenant is van toepassing op de uitwisseling van persoonsgegevens door het cošrdinatieteam in het kader van de KIZ-aanpak in het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam en omstreken en de GGD Nieuwe Waterweg Noord, te weten de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek, Bleiswijk, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Schiedam, Vlaardingen, Rotterdam. 2. Dit convenant betreft iedere vorm van uitwisseling van de in lid 1 bedoelde persoonsgegevens, ongeacht of deze gegevens mondeling, op papier, digitaal of door middel van foto, video of audio worden uitgewisseld.
Artikel 3 De uitwisseling van gegevens tussen partijen 1. Tussen partijen vindt informatie-uitwisseling en overleg plaats in het kader van kleinschalige incidenten en zedenzaken waarbij maatschappelijke onrust ontstaat; 2. Hierbij kunnen persoonsgegevens worden uitgewisseld van personen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij deze kleinschalige incidenten en zedenzaken; 3. Vertegenwoordigers van participanten brengen, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, relevante en ter zake dienende informatie in het overleg in; 4. Vertegenwoordigers van participanten kunnen een voorbehoud maken over de aard, omvang en inhoud van de informatie die zij per situatie inbrengen. 5. Beroepskrachten, in dienst van partijen, zijn bij de toepassing van dit convenant gehouden aan de bepalingen van het privacyreglement en andere regelgeving van de eigen instelling.
Artikel 4 Geheimhouding De uitgewisselde informatie heeft een vertrouwelijk karakter, waarbij in verband met de privacy van personen een geheimhoudingsplicht geldt.
Artikel 5: Verslaglegging Er vindt tijdens het overleg geen verslaglegging plaats die in strijd is met de geldende wet- en regelgeving. 14
CONVENANT UITWISSELING GEGEVENS KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Artikel 6 Het uitwisselen van strafrechtelijke en medische persoonsgegevens 1. Gegevensuitwisseling vindt plaats in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving voor zover dit noodzakelijk is in het kader van in het artikel 1 vermelde doel. 2. Alvorens persoonsgegevens uit te wisselen maakt het Regionaal Politiekorps Rotterdam Rijnmond eerst een afweging ex artikel 30 lid 1 van de Wet Politieregisters. 3. Indien het Regionaal Politiekorps Rotterdam Rijnmond gegevens uitwisselt overeenkomstig het tweede lid, verstrekt zij niet meer gegevens dan noodzakelijk voor het in artikel 1 genoemde doel en wordt voorts informatie verstrekt op een wijze die het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen het minst schaadt. 4. De Regiopolitie Rotterdam Rijnmond verstrekt voorts in incidentele situaties aanvullende informatie , indien dit noodzakelijk is in het kader van een goede uitvoering van de politietaak en verstrekking van deze gegevens tevens noodzakelijk is in het kader van de doeleinden van dit convenant. 5. Verstrekking van informatie over cli‘nten door de GGD, de GGZ Groep Europoort, Bavo RNO Groep en de GGZ Delfland vindt plaats in overeenstemming met de bepalingen betreffende de overeenkomst inzake de geneeskundige behandeling, zoals vermeld in afdeling 5 boek 7 van het Burgerlijk wetboek. 6. Alvorens persoonsgegevens uit te wisselen maken de in lid 5 genoemde instellingen eerst een afweging ex artikel 9 juncto artikel 43 onder b en c van de Wet bescherming persoonsgegevens. 7. De door participanten uitgewisselde informatie wordt, conform wettelijk voorschrift, na gebruik voor analyse en uitwisseling volledig vernietigd. Persoonsgegevens worden bewaard, voor zover dit noodzakelijk is in het kader van het doel van het convenant, daarbij rekening houdend met de voor de participerende instelling van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Artikel 7 Verstrekking van informatie aan rechtstreeks betrokkenen: Verstrekking van informatie aan rechtstreeks betrokkenen bij het incident vindt plaats overeenkomstig de in het cošrdinatieteam gemaakte afspraken en voorzover noodzakelijk voor de doelen genoemd in art. 1eerste en tweede gedachtestreepje. Daarbij mogen geen bijzondere persoonsgegevens over derden worden versterkt als bedoeld in art 6, tenzij dit in verband met een zorgvuldige opvang van de rechtstreeks betrokkenen volstrekt noodzakelijk is. In dat geval wordt deze informatie verstrekt op een wijze die de persoonlijke levenssfeer van de derde het minst schaadt.
Artikel 8 Evaluatie Eenmaal per kalenderjaar zullen partijen zorgdragen voor een evaluatie van dit convenant. De GGD Rotterdam en omstreken neemt hiertoe het initiatief en is verantwoordelijk voor deze evaluatie. Wijzigingen en bijstellingen in het convenant vinden slechts plaats, indien partijen gezamenlijk hiermee instemmen. Wijzigingen in de doeleinden van de gegevensverwerking als bedoeld in dit convenant en wijzigingen in het gebruik en de wijze van verkrijging van de persoonsgegevens , dienen te leiden tot wijziging dan wel aanvulling van dit convenant. De wijziging in de gegevensverwerking die hieruit voortvloeit dient te worden gemeld aan het College Bescherming Persoonsgegevens.
Artikel 9 Looptijd Dit convenant heeft een looptijd van een jaar en wordt telkens stilzwijgend met een jaar verlengd.
Artikel 10 Geschillen Partijen zullen in geval van problemen of geschillen bij de uitleg of de uitvoering van deze overeenkomst zich tot het uiterste inspannen om in goed overleg tot overeenstemming terzake te komen.
Artikel 11 Dit convenant kan worden aangehaald als "Convenant uitwisseling gegevens Kleinschalige incidenten en Zedenzaken Rotterdam en omstreken" 15
CONVENANT UITWISSELING GEGEVENS KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Dit convenant is overeengekomen en ondertekend te Rotterdam op 24 april 2006. Namens de Regiopolitie Rotterdam Rijnmond
Gemachtigde: de heer A.J. Meijboom, korpschef
Namens de GGD Rotterdam en omstreken
Gemachtigde: mevrouw prof. dr M.C.H. Donker, Hoofd van Dienst
Namens de GGD Nieuwe Waterweg Noord
Gemachtigde: mevrouw A.C.S. Atzema, directeur
Namens het Centrum Voor Dienstverlening
Gemachtigde: de heer J.R.M. Windey, voorzitter Raad van Bestuur 16
CONVENANT UITWISSELING GEGEVENS KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Namens Stichting Slachtofferhulp Nederland, regio Rotterdam-Rijnmond / Zuid-Holland Zuid
Gemachtigde: mevrouw mr B.A. Pleysier, regiodirecteur
Namens Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam
Gemachtigde: de heer J.J.G. Bovens, lid Raad van Bestuur
Namens GGZ Groep Europoort
Gemachtigde: de heer G. de Redelijkheid, directeur
Namens Bavo RNO Groep
Gemachtigde: de heer drs H.H.W. de Veen MHA, voorzitter Raad van Bestuur
17
CONVENANT UITWISSELING GEGEVENS KLEINSCHALIGE INCIDENTEN EN ZEDENZAKEN
Namens GGZ Delfland
Gemachtigde: mevrouw MBA M.A.H. Mulders, directeur
Namens Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg
Gemachtigde: de heer F.A.M. Bongaerts, directeur/bestuurder
18