AANMERKELIJKE MARKTMACHT INTERNATIONALE HUURLIJNEN Marktafbakening en AMM-analyse
AANMERKELIJKE MARKTMACHT INTERNATIONALE HUURLIJNEN Marktafbakening en AMM-analyse
Lucas Korsten (VKA), Ron Kemp (EIM), Piet Hein Minnecré (VKA), Paul van der Zeijden (EIM) 17 oktober 2003 status Eindrapport
OPENBAAR
versie 1.0 interne toets Joost Beukers
Copyright © 2003 Verdonck, Klooster & Associates B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende.
i
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Inhoudsopgave 1
2
3
4
Inleiding
5
1.1
Aanleiding
5
1.2
Doel van dit document
5
1.3
Doelgroep
5
1.4
Afbakening en scope
6
1.5
Aanpak en opzet
6
1.6
Verloop van het onderzoek
7
1.7
Leeswijzer
7
Theoretisch kader
8
2.1
Inleiding
8
2.2
Marktafbakening vanuit theoretisch perspectief
9
2.3
Marktafbakening in netwerksectoren
11
2.4
Ervaringen en praktijk van andere toezichthouders
14
2.5
Marktafbakening voor het onderzoek
15
2.6
Conclusie marktafbakening
20
2.7
Uitgangspunten ten aanzien van het marktonderzoek
21
2.8
Afsluiting
23
Marktaandelen internationale huurlijnen < 2 Mb
24
3.1
Inleiding
24
3.2
Omvang van de markt
24
3.3
Marktaandelen per relevante markt
26
3.4
Conclusie marktaandelen internationale huurlijnen < 2 Mb
32
Uitzonderingscriteria huurlijnen < 2 Mb
33
4.1
Inleiding
33
4.2
Het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden
33
4.3
Aantal concurrenten in de markt
33
4.4
Aanbodconcentratie
36
4.5
Vraagconcentratie
38
4.6
Toetredingsbarrières
39
4.7
Uittredingsbarrières
39
4.8
Overstapdrempels
40
4.9
Verticale integratie
42
4.10
Diversificatie
42
4.11
Productdifferentiatie
43
4.12
Prijsvorming
43
4.13
Overige uitzonderingscriteria
49
4.14
Omvang aanbieders ten opzichte van de markt
49
4.15
Toegang tot eindgebruikers
50
4.16
Toegang tot financiële middelen
51
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
2
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
5
6
7
A
4.17
Ervaring
53
4.18
Beoordeling op basis van uitzonderingscriteria
53
Marktaandelen internationale huurlijnen 2 Mb
54
5.1
Inleiding
54
5.2
Omvang van de markt
54
5.3
Marktaandelen per relevante markt
56
5.4
Conclusie marktaandelen internationale huurlijnen van 2 Mb
61
Uitzonderingscriteria huurlijnen 2 Mb
63
6.1
Inleiding
63
6.2
Het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden
63
6.3
Aantal concurrenten in de markt voor huurlijnen
63
6.4
Aanbodconcentratie
66
6.5
Vraagconcentratie
68
6.6
Toetredingsbarrières
69
6.7
Uittredingsbarrières
70
6.8
Overstapdrempels
70
6.9
Verticale integratie
72
6.10
Diversificatie
72
6.11
Productdifferentiatie
73
6.12
Prijsvorming
73
6.13
Overige uitzonderingscriteria
79
6.14
Omvang aanbieders ten opzichte van de markt
79
6.15
Toegang tot eindgebruikers
80
6.16
Toegang tot financiële middelen
81
6.17
Ervaring
83
6.18
Beoordeling op basis van uitzonderingscriteria
83
Overzicht van bevindingen
84
7.1
Internationale huurlijnen <2 Mb
84
7.2
Internationale huurlijnen 2 Mb
86
Vragenlijst AMM Aanbieders van internationale digitale huurlijnen van kleiner dan en gelijk aan 2 Mb
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
89
3
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Inhoudsopgave tabellen en figuren Tabel 3.1:
Internationale huurlijnen < 2 Mb, marktomvang (in €) en concentratie-index per relevante
markt per kwartaal................................................................................................................................... 25 Tabel 3.3:
Marktaandeel internationale huurlijnen < 2 Mb per markt, 2002Q4 (in omzet) .................... 30
Tabel 3.5:
Marktaandelen internationale huurlijnen < 2 Mb, 2002Q4 (in aantallen) ............................. 31
Tabel 4.1:
Aanbieders die actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb...................... 35
Tabel 4.3:
Aanbieders die potentieel actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb ..... 36
Tabel 4.5:
Beoordeling criterium concentratie internationale huurlijnen < 2 Mb ................................... 38
Tabel 4.7:
Maandtarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen < 2 Mb .............................. 46
Tabel 4.9:
Aansluittarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen van 64 Kb ....................... 47
Tabel 4.11:
Gerealiseerde omzet in € per huurlijn, 2002Q4 .................................................................. 48
Tabel 4.13:
Omvang marktpartijen ......................................................................................................... 49
Tabel 4.15:
Omvang markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb.......................................................... 50
Tabel 4.17:
Creditratings van de aanbieders van huurlijnen van <2 Mb, volgens Standard & Poor’s en e
Moody’s (1 helft van 2003)..................................................................................................................... 52 Tabel 5.1:
Internationale huurlijnen van 2 Mb, marktomvang (in €) en concentratie-index per relevante
markt per kwartaal................................................................................................................................... 56 Tabel 5.3:
Marktaandeel internationale huurlijnen 2 Mb per markt, 2002Q4 ........................................ 59
Tabel 5.4:
Marktaandelen internationale huurlijnen van 2 Mb, 2002Q4 (in aantallen).......................... 61
Tabel 6.1
Aanbieders die actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen 2 Mb......................... 65
Tabel 6.3
Bedrijven die potentieel actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen 2 Mb............ 66
Tabel 6.5
wegingswaardering van criterium concentratie internationale huurlijnen van 2 Mb ............. 68
Tabel 6.6
Maandtarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen van 2 Mb ......................... 76
Tabel 6.8
Aansluittarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen van 2 Mb........................ 76
Tabel 6.10
Gerealiseerde omzet per huurlijn in €, 2002Q4 ................................................................... 78
Tabel 6.12
Omvang marktpartijen ......................................................................................................... 79
Tabel 6.14
Omvang markt voor internationale huurlijnen 2 Mb ............................................................. 80
Tabel 6.16
Creditratings van de aanbieders van huurlijnen van 2 Mb, volgens Standard & Poor’s en
Moody’s (1e helft van 2003) .................................................................................................................... 82 Tabel 7.1:
Internationale huurlijnen < 2 Mb .......................................................................................... 86
Tabel 7.2:
Internationale huurlijnen 2 Mb ............................................................................................. 87
Figuur 3.1:
Internationale huurlijnen < 2 Mb, omvang regio’s in 2002 ...................................................26
Figuur 4.1:
HHI (omzet) per relevante markt ......................................................................................... 37
Figuur 5.1:
Internationale huurlijnen van 2 Mb, omvang regio’s in 2002 ............................................... 55
Figuur 6.1:
HHI (in omzet) per relevante markt ..................................................................................... 67
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
4
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
1
Inleiding
1.1
Aanleiding Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) evalueert jaarlijks de aanwijzingen inzake Aanmerkelijke Macht op de Markt (hierna: AMM). Voor wat betreft de aanwijzing van KPN als aanbieder met AMM op de markt van huurlijnen (op basis van artikel 7.2 TW) heeft KPN bezwaar aangetekend bij het college. Tevens heeft de bestuursrechter uitspraak gedaan in deze zaak. Naar aanleiding van het bezwaar van KPN, en rekening houdend met de rechterlijke uitspraak, heeft het college Verdonck Klooster en Associates (VKA), met EIM als onderaannemer, opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft betrekking op de voornaamste bezwaargrond van KPN, die ook door de rechter is geadresseerd, namelijk dat het college ten onrechte de huurlijnenmarkt niet aan de geografische kant (en de productkant) heeft gedifferentieerd. Meer specifiek vraagt het college in dit kader VKA/EIM de geografische afbakening van de internationale markten voor digitale huurlijnen tot en met 2 Mb/s nader te onderzoeken.
1.2
Doel van dit document In dit document worden de onderzoeksresultaten beschreven. De resultaten vallen grofweg uiteen in drie onderdelen: •
Een marktafbakening (en daarop gebaseerde vragenlijsten).
•
Een (met name) kwantitatieve AMM-analyse op basis van de marktaandelen van de verschillende aanbieders van internationale huurlijnen op de onderscheiden relevante markten.
•
Een meer kwalitatief getinte analyse van de markt, waarin o.a. de uitzonderingscriteria en de visie van afnemers van internationale huurlijnen aan de orde komen.
Dit document bevat vertrouwelijke gegevens, zowel in de vorm van cijfers (omzet, aantallen huurlijnen) als kwalitatieve informatie.
1.3
Doelgroep Dit onderzoeksrapport is bedoeld voor de heer drs. K. Noorlag, hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt, de heer drs. E. Haverkamp, en de heren drs. F.W. van Berkel en ir. H. de Kleijn, die het onderzoek vanuit diezelfde afdeling begeleiden.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
5
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
1.4
Afbakening en scope Het onderzoek heeft betrekking op de geografische afbakening van de markt van internationale digitale huurlijnen tot en met 2 Mb/s, uitgesplitst naar huurlijnen van kleiner dan 2 Mb/s (hierna <2 Mb) en huurlijnen van 2 Mb (hierna 2 Mb). Ten aanzien van de omschrijving van ‘huurlijn’ wordt 1 aangesloten bij de definitie die in de Telecommunicatiewet gehanteerd wordt . Een internationale
huurlijn is een huurlijn met een eindpunt in Nederland en het andere eindpunt buiten Nederland. Hoofdstuk 2, het theoretisch kader, zoals dat na overleg met OPTA tot stand is gekomen, gaat nader in op de beschrijving van de in dit onderzoek geadresseerde huurlijnenmarkten. Een afbakening van productmarkten en nader onderzoek naar mogelijke productsubstitutie tussen de afgebakende geografische markten maken geen onderdeel uit van de door OPTA geformuleerde opdracht. OPTA heeft desgevraagd aangegeven dat het huidige wettelijk kader als uitgangspunt dient voor dit onderzoek. Dat betekent concreet dat in dit onderzoek niet vooruit wordt gelopen op eventuele wijzigingen in het wettelijke kader inzake AMM zoals die door de Europese Commissie zijn aangekondigd en momenteel in nationale regelgeving worden neergelegd. Voor wat betreft de omvang van de in het onderzoek betrokken aanbieders en afnemers van internationale huurlijnen, geldt het volgende. In het onderzoek worden alle aanbieders van internationale huurlijnen in Nederland meegenomen die door OPTA zijn genoemd (mede omdat ze betrokken waren in eerdere AMM-onderzoeken vanuit OPTA), aangevuld met door KPN genoemde aanbieders. Daarnaast is in het onderzoek een aantal afnemers van internationale huurlijnen en een vertegenwoordigend orgaan van afnemers (BTG) betrokken. Deze zijn geselecteerd op basis van het inzicht dat zij kunnen verschaffen in aspecten als vraagsubstitutie, alternatieven en gedragingen van aanbieders.
1.5
Aanpak en opzet In chronologische volgorde zijn voor dit onderzoek de volgende stappen doorlopen: •
Selectie van in het onderzoek te betrekken aanbieders én afnemers van internationale huurlijnen.
•
Opstellen van een theoretisch kader.
•
Opstellen van vragenlijst.
•
Informatievergaring.
•
AMM-analyse.
•
Eindrapportage.
1
Artikel 1.1, onder i, Telecommunicatiewet: “Aan het publiek ter beschikking stellen van transparante transmissiecapaciteit tussen twee netwerkaansluitpunten van een telecommunicatienetwerk, zonder routeringsfuncties waarover gebruikers kunnen beschikken als onderdeel van de geleverde huurlijn.”
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
6
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
1.6
Verloop van het onderzoek De voor dit onderzoek benodigde informatie en gegevens is verkregen door middel van vragenlijsten (voor de aanbieders van internationale huurlijnen) en interviews met enkele (3) grote afnemers van internationale huurlijnen. Ten aanzien van de vragenlijsten is gebleken dat de reactie van aanbieders op de vragenlijst in het algemeen lang op zich liet wachten en dat de verkregen gegevens veelal niet compleet waren. Door navragen en appelleren, zowel door VKA als in tweede instantie door OPTA, is de respons compleet gemaakt. Van een aantal aangeschreven aanbieders is gebleken dat zij geen huurlijnen aanbieden in de betekenis zoals de Telecommunicatiewet die aan een huurlijn geeft. Deze aanbieders zijn dan ook niet meegenomen in dit onderzoek. De onderzoeksresultaten hebben betrekking op (de vier kwartalen van) het jaar 2002. Hoewel wel gegevens zijn gevraagd over het eerste kwartaal van 2003, waren deze gegevens op het moment van uitsturen van de vragenlijsten bij het merendeel van de aanbieders nog niet beschikbaar.
1.7
Leeswijzer De resultaten van alle in de vorige paragraaf beschreven stappen komen in dit rapport terug. In het tweede hoofdstuk wordt het theoretisch kader beschreven; de op grond van dit kader opgestelde vragenlijst, is opgenomen in bijlage A. De in het onderzoek betrokken aanbieders van huurlijnen <2 Mb worden, met hun marktaandelen, gepresenteerd in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 worden de uitzonderingscriteria voor huurlijnen <2 Mb doorgelopen. Voor huurlijnen van 2 Mb geldt eenzelfde systematiek: aanbieders en hun marktaandelen in hoofdstuk 5, in hoofdstuk 6 staan de uitzonderingscriteria. Als uitgangspunt bij de weergave van de onderzoeksresultaten geldt dat: •
Er is uitgegaan van de gegevens zoals die zijn verstrekt door de aanbieders. Indien nodig zijn aanvullende berekeningen en aannames gemaakt. Dit wordt aangegeven in de tekst.
•
De resultaten in principe op het niveau van de afzonderlijke landen wordt weergegeven, tenzij er enkel meer geaggregeerde informatie voorhanden is.
•
De analyse van de uitzonderingscriteria plaatsvindt per deelmarkt (<2 Mb en 2 Mb), behalve daar waar de aangeleverde gegevens zowel betrekking hebben op < 2 Mb als op 2 Mb huurlijnen. Dit betekent dat in de hoofdstukken 4 en 6 op beperkte schaal overeenkomstige teksten voorkomen. Omwille van de zelfstandige leesbaarheid van de hoofdstukken is gekozen voor duplicering van de betreffende teksten.
In hoofdstuk 7 volgt tenslotte een overzicht van de bevindingen, op basis waarvan het college van OPTA kan besluiten tot het al dan niet aanwijzen van een of meer aanbieders van internationale huurlijnen als partij met AMM.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
7
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
2
Theoretisch kader
2.1
Inleiding In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader uitgeschreven voor de geografische afbakening van de markt voor internationale huurlijnen. Voor wat betreft de afbakening van productmarkten wordt uitgegaan van de onderbouwde afbakening zoals OPTA die – mede na afstemming met de DG 2 3 NMa - bij voorgaande aanwijzingen voor de markt van huurlijnen gehanteerd heeft . Het hier
voorliggende theoretische kader kan aldus beschouwd worden als een uitbreiding van het bestaande kader voor de huurlijnenmarkt, specifiek gericht op de geografische afbakening van mogelijke internationale deelmarkten. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd. Allereerst wordt in paragraaf 2.2 marktafbakening vanuit een theoretisch perspectief besproken. Hierbij wordt aandacht besteed aan de relevante productmarkt, de relevante geografische markt en eventuele ketensubstitutie. Er wordt tevens ingegaan op mogelijke aanbod- en vraagsubstitutie. In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op specifieke kenmerken van netwerksectoren en de gevolgen daarvan voor de afbakening van de relevante markt. Bij netwerksectoren heeft een product geografische aspecten. Daardoor wordt de marktafbakening lastiger. Er wordt aangegeven hoe de marktafbakening plaatsvindt in een andere netwerksector, namelijk de luchtvaart. Tevens worden lessen getrokken voor de afbakening van de markt voor internationale huurlijnen. Een belangrijke conclusie is dat er gekeken moet worden op routeniveau en dat het mechanisme van (geografische) vraagsubstitutie niet speelt bij de afbakening van de relevante geografische markt voor internationale huurlijnen. In paragraaf 2.4 worden de ervaringen van buitenlandse toezichthouders en de Europese Commissie besproken. Voor zover bekend hebben alleen Oftel en ART de markt voor internationale huurlijnen verder geografisch opgedeeld.
2
Het college van OPTA heeft de directeur-generaal van de NMa geconsulteerd over het theoretisch kader. Op 8 januari 2003 heeft de NMa aangegeven akkoord te zijn met de uitgangspunten en opzet van het theoretisch kader. Enkele inhoudelijke opmerkingen van de NMa zijn aangepast in het kader. Een meer principieel punt van de NMa was de constatering dat de geografische marktafbakening in theorie niet los kan worden gezien van een productmarktafbakening. Evenwel ligt de focus van dit onderzoek op verzoek van OPTA volledig op de geografische component; ten aanzien van de afbakening van productmarkten wordt aangesloten bij de in alle eerdere onderzoek van/namens OPTA gekozen afbakening (zie hiervoor ook voetnoot 3). Er is geen aanleiding gevonden om van de reeds voorhanden zijnde produktmarkt-afbakening af te wijken. Overigens is de NMa tevens door OPTA geconsulteerd over de op basis van het theoretisch kader opgestelde vragenlijst voor aanbieders van internationale huurlijnen (bijlage A). De NMa heeft aangegeven in te stemmen met deze lijst. 3 Op basis van de AMM-richtsnoeren van het college van OPTA (12 oktober 2001) zijn voor de aanwijzing op basis van artikel 7.2 Tw de volgende (en sindsdien ook gehanteerde) productmarkten van toepassing: analoog, <2 Mb, 2 Mb, >2 Mb en PVC’s.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
8
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
In paragraaf 2.5 wordt de afbakening van de relevante geografische markt voor dit onderzoek besproken. Er wordt daarbij gestart vanuit de kleinst mogelijke relevante geografische markt, de individuele huurlijn (route). Aan de hand van aanbodsubstitutie wordt gekeken of er aanbieders (nog niet actief in de geografische markt) op korte termijn kunnen toetreden indien de prijs stijgt (5-10%) in de onderzochte geografische markt (een kwalitatieve invulling van de SSNIP-test). Deze aanpak leidt er toe dat de relevante geografische markten als paren van landen (of groepen van landen) wordt afgebakend waarbij Nederland steeds een punt in dat paar, c.q. binnen de groep, is. Paragraaf 2.6 tenslotte gaat nog nader in op een aantal andere uitgangspunten van het onderhavige onderzoek.
2.2
Marktafbakening vanuit theoretisch perspectief De afbakening van de relevante markt is een essentieel onderdeel bij mededingings- en marktreguleringvraagstukken. De afbakening van de relevante markt omvat een beschrijving van de producten en/of diensten die deze markt omvat en de beoordeling van de geografische omvang van die markt. De relevante markt geeft aan welke bedrijven met elkaar concurreren en elkaars concurrentievrijheid beperken.
2.2.1
Relevante productmarkt 4 Vanuit theoretisch opzicht omvat de relevante productmarkt alle producten en diensten die op
grond van hun kenmerken, prijzen en het gebruik waarvoor ze bestemd zijn door de afnemers als 5 onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd . Producten die slechts in beperkte
of relatief beperkte mate substitueerbaar zijn, behoren niet tot de relevante productmarkt. Om de relevante productmarkt af te bakenen voor mededingingsvraagstukken wordt door mededingingsautoriteiten gekeken naar de vraag- en aanbodsubstitutie. Een derde bron die 6 mogelijk meegenomen zou moeten worden, zijn potentiële toetreders .
Bij vraagsubstitutie wordt gekeken naar de mogelijkheden en bereidheid van afnemers om over te stappen naar alternatieve aanbieders die dezelfde of vergelijkbare producten/diensten leveren. Aanbodsubstitutie en potentiële toetreding gaan in op de mogelijkheden en bereidheid van bestaande en nieuwe aanbieders om producten/diensten aan te bieden om aan de vraag van de afnemers te voldoen.
4
Zie voetnoten 2 en 3 Europese Commissie (1997), Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijk mededingingsrecht, PB C 372 van 9.12.1997: p 5. In het kader van dit onderzoek is gekeken naar mogelijke substituten, bijvoorbeeld IP-VPN en satellietcommunicatie. Op basis echter van de definitie van een huurlijn (zie voetnoot 1) zijn deze substituten niet in dit onderzoek betrokken. 6 Het al dan niet bestaan van potentiële toetreders is met name van belang bij de beoordeling of er sprake is van effectieve concurrentie indien een bedrijf aanzienlijke marktmacht heeft en is van minder belang voor de marktafbakening (Europese Commissie (2001), Draft guidelines on market analysis and the calculation of significant market power, Com (2001)175 van 28.3.2001: p 9). Bij de beoordeling van het mogelijke disciplinerende effect van potentiële toetreders moet gekeken worden in hoeverre de benodigde investeringen onomkeerbaar zijn (sunk costs). Indien deze kosten laag zijn, dan kan de potentiële aanbieder een disciplinerende werking hebben. 5
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
9
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Om de markt af te bakenen, wordt veelal uitgegaan van de hypothetische monopolist (SSNIP-test). De vraag die gesteld wordt, is: “Wat gebeurt er indien een aanbieder een prijsstijging doorvoert van 5-10%?”. Indien afnemers overstappen naar een alternatief, waardoor de prijsstijging niet winstgevend is, maakt dit alternatief onderdeel uit van de relevante markt. In de praktijk wordt er veelal een kwalitatieve analyse gemaakt van de functionele substitueerbaarheid en de prijs. 2.2.2
Relevante geografische markt De relevante geografische markt is het gebied waarbinnen de betrokken aanbieders een rol spelen in de vraag naar en aanbod van producten en/of diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat 7 daar duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen . Er hoeft geen sprake te zijn van
perfecte homogeniteit. Het is voldoende als er sprake is van vergelijkbare of voldoende homogeniteit. Bij de beoordeling van de relevante geografische markt kan ook de SSNIP test worden gehanteerd (vraag- en aanbodsubstitutie). Bij de vraagsubstitutie moet met name gekeken worden naar de preferenties van de afnemers en de huidige geografische aspecten van de inkoop. Bij aanbodsubstitutie moet gekeken worden of aanbieders die nog niet actief zijn in een bepaalde markt, op korte termijn zullen toetreden tot deze markt indien de prijs stijgt. Indien deze aanbieders 8 zullen toetreden, dan moeten ze meegenomen worden in de relevante markt . In de
telecommunicatiesector wordt de geografische scope van de relevante markt bepaald aan de hand van het criterium dekking van een netwerk (de mate van geografische vertakking van een netwerk, c.q. de mate van uitrol van een netwerk) en het bestaan van wettelijke of andere regulerende 9 instrumenten . Soms dient de geografische markt afgebakend te worden op het niveau van routes
(bijvoorbeeld een paar van landen of een paar van steden). Mogelijk moeten verschillende steden of landen worden samengenomen indien re-routing effectief werkt als aanbodsubstitutie. Zo kan een huurlijn Amsterdam-Neurenberg net zo makkelijk via München lopen als een directe huurlijn. De prijs van een huurlijn Amsterdam – Neurenberg wordt dus beïnvloed door de prijsstelling op de route Amsterdam – München – Neurenberg. Neurenberg en München kunnen in zo’n situatie samen worden genomen in een relevante geografische markt. 2.2.3
Ketensubstitutie Er zijn situaties mogelijk waar de grenzen van de relevante markt uitgebreid moeten worden omdat er sprake is van ketensubstitutie. Deze ketensubstitutie treedt op indien product A en C geen directe substituten van elkaar zijn en dat product B zowel een substituut is voor product A als voor product C. Product A en C maken deel uit van een relevante productmarkt omdat het prijsbeleid beperkt wordt door de substitutiemogelijkheden van product B. Vanuit een geografisch perspectief kan er
7
Europese Commissie (1997), Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijk mededingingsrecht, PB C 372 van 9.12.1997. 8 Europese Commissie (2001), Draft guidelines on market analysis and the calculation of significant market power, Com(2001)175 van 28.3.2001. 9 Europese Commissie (2001), Draft guidelines on market analysis and the calculation of significant market power, Com(2001)175 van 28.3.2001.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
10
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
sprake zijn van een overlap in bedieningsgebied van twee producten. Aanbieders kunnen in het overlappende deel worden beperkt in hun mogelijkheden om de prijs vast te stellen. Ketensubstitutie gaat dus zo wel op voor de productmarkt afbakening als de geografische marktafbakening. Bij deze redenering geldt als voorwaarde dat de prijsniveaus aan de uiterste punten van de substitutieketen van dezelfde orde van grootte zijn en dat er ondersteunend bewijs is bijvoorbeeld ten aanzien van de onderlinge afhankelijkheid op prijsgebied aan de punten van de substitutieketen.
2.3
Marktafbakening in netwerksectoren De marktafbakening in netwerksectoren (waaronder telecom en luchtvaart) is gecompliceerd omdat 10 de productmarkt en geografische markt veelal samenvallen . De huidige marktafbakeningspraktijk
zou mogelijk aangepast moeten worden aan de specifieke kenmerken van netwerksectoren. Dit heeft te maken met het feit dat een product in een netwerksector geografisch gebonden is. Zo omvat het product huurlijnen communicatie/datatransport van één locatie naar een andere locatie. Dit betekent dat er geen geografische marktafbakening is zoals die doorgaans in andere sectoren wordt gehanteerd, behalve als er sprake is van nationale regulering (bijvoorbeeld licenties). Een belangrijk vertrekpunt bij de marktafbakening in netwerksectoren is de basis waarop concurrentie plaatsvindt: op basis van routes of op basis van netwerk (dekking). Dit beïnvloedt het vertrekpunt van het onderzoek. Binnen de mededingingspraktijk is nog relatief weinig ervaring opgedaan bij de afbakening van de relevante (geografische) markt voor internationale huurlijnen. Daarom is het nuttig om te kijken naar een netwerksector die overeenkomsten vertoont met de markt voor internationale huurlijnen, namelijk de markt voor lijnvluchten. Op zowel internationaal als nationaal niveau zijn onderzoeken 11 uitgevoerd waarbij de afbakening van de relevante markt een onderdeel uitmaakte . Zowel voor
lijnvluchten als voor huurlijnen geldt dat een benadering op basis van routes het vertrekpunt is. Hieronder wordt eerst ingegaan op de ervaringen binnen de luchtvaartsector, vervolgens op de markt voor internationale huurlijnen. 2.3.1
Ervaring in de luchtvaartindustrie Binnen de luchtvaartindustrie is ervaring opgedaan met het afbakenen van de relevante markt 12 waarbij de dienst een belangrijk geografisch element heeft . Een consument wil van bestemming A
vliegen naar bestemming B. Om de relevante markt te bepalen, moet gekeken worden of een bepaalde lijnvlucht op een bepaalde route onderscheiden kan worden van mogelijke alternatieven op basis van een aantal specifieke kenmerken. Als de lijnvlucht niet onderling uitwisselbaar is met zijn alternatieven en alleen in beperkte mate concurrentiedruk voelt van deze alternatieven, dan is er sprake van een aparte relevante markt die alleen deze lijnvlucht omvat. De economische macht van 10
Larouche, P. (2000), Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1. Baarsma en Theeuwes (2002), De afbakening van de relevante markt: Is de huidige benadering aan herziening toe?, Onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. 11 Zie bijvoorbeeld Europese Commissie (1999), Beschikking van de Commissie van 11 augustus 1999, KLM/Alitalia, M/JV-19, en NMa (2001), Zaaknummer 11/Shiva vs KLM, 8 oktober 2001. 12 Zie bijvoorbeeld Frontier Economics (Schiphol Airport: Market definition Study: a report prepared for NMa, December 2000, hoofdstuk 4) voor een overzicht van verschillende uitspraken van de Europese Commissie inzake de luchtvaartsector en de gevolgen voor de marktafbakening.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
11
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
een bepaalde aanbieder op een bepaalde route wordt bepaald door de concurrentiepositie van andere aanbieders die actief zijn op dezelfde route of op een route die geschikt is om als alternatief te dienen. In verschillende uitspraken van de Europese Commissie komt naar voren dat op korte routes de geografische component van het product zeer belangrijk is. Een consument die van Londen naar Parijs wil vliegen heeft niets aan een vlucht van Berlijn naar Rome. Ook een vlucht van Londen naar Amsterdam en vervolgens naar Parijs is veelal geen alternatief. Soms kunnen alternatieven voor lijnvluchten in de relevante markt worden opgenomen (chartervlucht of hoge snelheidstrein). Voor lange afstand vluchten neemt het aantal alternatieven toe. Voor een vlucht van Parijs naar New York kan een vlucht van Parijs via Amsterdam of Londen naar New York als substituut dienen. Een vlucht van Parijs naar Tel Aviv is echter duidelijk geen substituut. Een relevante markt in termen van begin- en eindpunt kan dus bestaan uit een route of een bundel van routes bestaande uit: • •
Directe vluchten tussen begin- en eindpunt. Directe vluchten tussen vliegvelden waarvan de bedieningsgebieden aanzienlijk overlappen (zowel aan begin- als eindpunt).
•
Indirecte vluchten tussen de vliegvelden voorzover deze indirecte vluchten een substituut zijn voor de directe vlucht. Dit hangt onder andere af van factoren als de vliegtijd en de frequentie.
Bij de bepaling van de bedieningsgebieden kijkt de Europese Commissie naar de kilometer radius. Zo wordt voor regionale vluchten gekeken naar een radius van 100 kilometer rondom een vliegveld, bij internationale vluchten (direct intercontinentaal) een radius van 300 kilometer en bij indirecte 13 vluchten wordt gekeken naar luchthavens op een afstand van 2 uur vliegen .
Daarnaast wordt bij de afbakening vaak een onderscheid gemaakt tussen tijdsgevoelige consumenten (bijvoorbeeld zakelijke klanten, vaak ook minder prijsgevoelig) en minder tijdsgevoelige consumenten (vaak ook prijsgevoeliger). De uiteindelijke relevante markt bestaat uit alle routes die gezien worden als (nagenoeg) gelijkwaardig door de consument. Alle andere routes zijn producten buiten de relevante markt. 2.3.2
Lessen voor de marktafbakening van de markt voor huurlijnen De telecommunicatiemarkt en in het bijzonder de markt voor internationale huurlijnen vertoont grote 14 overeenkomst met de markt voor lijnvluchten . De routebenadering is in beide markten het
vertrekpunt. Beide markten hebben een vast begin- en eindpunt. Deze eindpunten kunnen direct, dan wel indirect met elkaar verbonden worden. Er dient echter wel ook rekening te worden gehouden met de verschillen tussen beide sectoren. Zo zijn in de telecommunicatiesector meer substitutiepatronen mogelijk door alternatieve technologieën. Het gevolg is dat aanbodsubstitutie waarschijnlijk een belangrijkere rol speelt in de markt voor internationale huurlijnen. Daarnaast heeft het geografische aspect een iets andere dimensie. Naast specifieke routes kan ook de dekking van het netwerk van belang zijn, afhankelijk
13
Frontier Economics (2000), Schiphol Airport: Market definition Study: a report prepared for NMa, December 2000, p. 28. 14 Larouche, P. (2000), Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1, pp. 407-445
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
12
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
van het type dienst. Het punt van de dekking gaat waarschijnlijk niet op voor huurlijnen waarbij de specifieke route van groot belang is. Echter, in tegenstelling tot lijnvluchten, kunnen alternatieve routes voor telecommunicatiediensten (zoals huurlijnen) zelfs voor korte afstanden als substituut 15 dienen . De geleverde kwaliteit en prijs zijn belangrijker dan hoe de locaties fysiek met elkaar zijn
verbonden. Larouche stelt dat het de klant niet zal uitmaken of de huurlijn tussen Berlijn en Amsterdam direct tussen beide steden ligt of dat de huurlijn indirect via Brussel loopt, tenzij de kwaliteit en prijs aanzienlijk verschilt. Hij stelt verder dat onder de huidige technologische stand van zaken en de veronderstelling dat de markt correct werkt, er geen significante prijsverschillen aanwezig zouden mogen zijn (de zogenaamde “death of distance”). Hij voegt er echter aan toe dat in de huidige situatie de directe lijn waarschijnlijk goedkoper zal zijn dan de indirecte lijn aangezien de markt nog niet perfect werkt. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door de beperkte capaciteit. Een ander verschil tussen de markt van huurlijn en die van lijnvluchten is het aspect van het bedieningsgebied van vliegvelden. Hierbij wordt uitgegaan van het feit dat de consument naar het vliegveld toe gaat. Er is dus een beperkt aantal locaties (vliegvelden) die als begin- en eindpunt kunnen optreden. Bij huurlijnen betreft het begin- en eindpunt de locatie van de afnemer. Het aantal locaties neemt dus aanzienlijk toe. Echter hier geldt dat het stuk tussen de locatie van de afnemer en het netwerk van de aanbieder daadwerkelijk moet worden aangelegd (de afnemer overbrugt niet zelf de afstand naar het punt van de aanbieder (POP)). Dit stuk kan eventueel gerealiseerd worden door dit ‘aansluitstuk’ (local loop) te huren van een andere aanbieder. Mogelijk moet / kan de markt voor huurlijnen vanuit theoretisch oogpunt ook opgedeeld worden op basis van de klanteisen en moet de markt voor huurlijnen van 2 Mb opgedeeld worden in meerdere 16 relevante productmarkten . Sommige klanten stellen hoge kwaliteitseisen ten aanzien van het
product/dienst. Indien geldt dat de kwaliteit van een huurlijn beter te waarborgen is als de gehele huurlijn door een aanbieder wordt verzorgd (dus geen inkoop van delen van de huurlijn bij andere aanbieders) dan kan dit tot gevolg hebben dat het aantal substituten en alternatieve aanbieders afneemt. Er kan ook gedacht worden aan klanten die huurlijnen kopen als onderdeel van een totaal pakket van telecommunicatiediensten terwijl andere klanten alleen een individuele huurlijn willen afnemen. In de interviews met de afnemers zijn deze aspecten aan bod komen. Gebleken is dat huurlijnen veelal afzonderlijk worden aangeschaft en niet in een bundel.
15
Larouche, P. (2000), Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1, p 420. 16 De mogelijkheid van opdeling in relevante productmarkten is een theoretische optie. Op basis van de definitie van een huurlijn uit de Telecommunicatiewet en daarop gebaseerde wetsuitleg van OPTA, vallen bijvoorbeeld satellietcommunicatie en IP-VPN niet onder de definitie van huurlijn (er is namelijk bij deze twee voorbeelden geen sprake van transparante transmissiecapaciteit). Er zal derhalve geen sprake zijn van een nadere opdeling van productmarkten anders dan de reeds onderkende huurlijnenmarkten (op basis van capaciteit).
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
13
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
2.4
Ervaringen en praktijk van andere toezichthouders
2.4.1
De Europese Commissie Bij het onderdeel ‘merger regulation control’ van de Europese Commissie gaan de meeste zaken 17 over internationale voice telefonie . Er wordt daarbij steeds meer vanuit de afnemer gekeken bij de
afbakening van de relevante markt. Veelal wordt de markt in deze situatie afgebakend als een landenpaar. In het document “Draft guidelines on market analysis and the calculation of significant market power” geeft de Europese Commissie aan dat in bepaalde situaties de geografische markt misschien gedefinieerd dient te worden op een route-bij-route basis. Met name bij internationale diensten kan het nodig zijn om te kijken naar landenparen of zelfs stedenparen. 18 Vanaf 1999 voert de Europese Commissie een sectoronderzoek uit naar de markt voor huurlijnen .
In dit onderzoek wordt de relevante geografische markt voor internationale huurlijnen gedefinieerd als ten minste Europa-breed en mogelijk globaal. Er wordt echter aangegeven dat een verdere geografische opdeling nodig kan blijken gezien de grote verschillen in tarieven voor internationale huurlijnen, die samenhangen met de plaats van oorsprong. Een van de bevindingen van het onderzoek
19
is dat de prijs van huurlijnen niet gedragen wordt door de afstand maar meer door de
20 dichtheid (van het aanbod) . Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de prijs voor
internationale huurlijnen aanzienlijk is gedaald (wholesale gedeelte). Echter, retail prijzen zijn minder duidelijk gedaald, zeker als de incumbent niet in staat is om wholesale diensten aan te bieden in de vorm van korte-afstands huurlijnen (bijvoorbeeld om de local loop tot de eindgebruiker te overbruggen). 21
In een persbericht van 11 december 2002 geeft de Europese Commissie
aan dat het
sectoronderzoek ten aanzien van internationale huurlijnen wordt stopgezet gezien de aanzienlijke daling van de prijs, gemiddeld zo’n 30% tot 40%. Echter, de prijs berekend door incumbents kan per land sterk verschillen. In het onderzoek is naar voren gekomen dat naast de prijs ook andere aspecten van belang zijn, zoals de beschikbaarheid van het laatste gedeelte naar de klant en de levering en onderhoud van de lijnen. De meeste van deze aspecten zouden ondervangen kunnen worden met de huidige sectorspecifieke regulering voor de telecommunicatiesector. 22
Ook in een andere publicatie van de EC
wordt aandacht besteed aan de markt voor internationale
huurlijnen. In deze studie wordt gekeken naar drie typen internationale huurlijnen (64 Kbit/s, 2 Mbit/s en 34 Mbit/s) geleverd door de incumbent. Er wordt daarbij gekeken naar drie bestemmingen: een
17
Larouche, P. (2000), Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1, pp. 407-445. 18 Europese Commissie (2000), Working document on the initial results of the leased lines sector inquiry. 19 Europese Commissie (2000), Working document on the initial results of the leased lines sector inquiry. 20 Dit kan een indicatie zijn dat er sprake is van marktmacht als de dichtheid van aanbod beperkt is. 21 Europese Commissie (2002), Price decreases of up to 40% lead Commission to close telecom leased line inquiry, press release 11.12.2002. 22 Europese Commissie (2001a), Seventh report on the implementation of the telecommunication regulation package, COM(2001)706.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
14
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
buurland, meest vergelegen EU land en de VS. Net als in de rest van Europa daalt voor Nederland in deze publicatie over het algemeen de prijs van de internationale huurlijnen. 2.4.2
Nationale toezichthouders De nationale toezichthouders besteden met name aandacht aan de markt voor nationale huurlijnen. ART en Oftel zijn voor zover bekend de enige toezichthouders die de mogelijkheid hebben verkend, c.q. daadwerkelijk de nationale markt voor huurlijnen opgedeeld hebben in een aantal kleinere relevante geografische markten. ART deelt Frankrijk op in drie geografische markten, te weten de 23 regio Groot Parijs, de tien grootste steden buiten Parijs en de rest van Frankrijk . Oftel deelt de 24 markt voor nationale huurlijnen op in de Central London zone en de rest van het VK .
Voor zover bekend heeft in Europa alleen Oftel de markt voor internationale huurlijnen geografisch opgedeeld. Zo worden de afzonderlijke lidstaten van de Europese Unie (plus Noorwegen en Zwitserland) gezien als aparte geografische relevante markten en verder Australië, Canada, Hong Kong, Japan, Singapore en de VS. Het argument om de lidstaten apart te nemen is, dat van de vraagzijde bekeken, het afnemen van een huurlijn naar een derde land geen alternatief is voor een huurlijn naar het gewenste land. Voor wat betreft de aanbodkant kan re-routing via een ander land een alternatief substituut zijn. Het gevolg kan zijn dat een groep landen kan worden samengenomen. In het uiteindelijke besluit van Oftel worden de landen afzonderlijk genoemd en 25 wordt de Britse incumbent BT voor alle afzonderlijke landen aangewezen .
2.5
Marktafbakening voor het onderzoek In deze paragraaf zal ingegaan worden op de afbakening van de relevante markt voor internationale huurlijnen. Op basis van de opdrachtformulering wordt hierbij met name aandacht besteed aan de geografische afbakening van de relevante markt. De afbakening van de relevante productmarkt blijft 26 gelijk aan de eerder door OPTA gekozen indeling . Er is geen aanleiding gevonden om daarvan af
te wijken. Er zal daarom uitgegaan worden van huurlijnen van 2 Mb of minder. In deze paragraaf wordt tevens nader toegelicht waarom Nederland in het kader van dit onderzoek gezien kan worden als een geheel, fungerend als een van de twee aansluitpunten voor een internationale huurlijn. Nederland wordt dus niet verder opgedeeld, bijvoorbeeld op het niveau van afzonderlijke steden. Deze geografische afbakening van Nederland als één markt is overigens in overeenstemming met de AMM-aanwijzingen zoals die voor nationale huurlijnen gelden.
23
Autorité de Régulation des Télécommunications (2001), Rapport de l’Autorité sur l’évalution de la concurrence sur les services de transports de données á haut débit, Juillet 2001. 24 Oftel (1999), National leased lines: A further statement issued by the Director General of telecommunications, November 1999. 25 Oftel (2001), Draft Determination and Draft Consents, January 2001. 26 Zie hiervoor paragraaf 2.1, voetnoot 3. Daarnaast heeft OPTA besloten dat, op grond van de wettelijke definitie van een huurlijn, IP-VPN en satellietcommunicatie niet als zodanig beschouwd worden, en dus buiten dit onderzoek vallen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
15
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
2.5.1
Mogelijke vraagsubstitutie ten aanzien van de relevante productmarkt Mogelijke alternatieven ten aanzien van huurlijnen van 2 Mb of minder zijn onder andere satellietverbindingen en IP-VPN, aangezien deze vanuit het perspectief van de afnemer vrijwel dezelfde functionaliteiten en kenmerken hebben. In hoeverre de afnemers deze technische alternatieven voor huurlijnen als substituut ervaren, hangt onder andere ook af van de prijs en de eisen die men stelt aan de kwaliteit, vertrouwelijkheid, etc. Zoals eerder aangegeven (voetnoot 16), is na analyse door OPTA gebleken dat satellietverbindingen en IP-VPN niet vallen binnen de wettelijke definitie (artikel 1.1, onder i, Telecommunicatiewet). De genoemde alternatieven maken dan ook geen onderdeel van dit onderzoek uit.
2.5.2
Geografische marktafbakening Gezien de kenmerken van huurlijnen (een specifiek begin- en eindpunt) moet worden uitgegaan van een route benadering. De dekking van het netwerk is voor huurlijnen minder relevant aangezien de afnemer een verbinding wil hebben tussen twee plaatsen en niet een groot aantal aansluitingen wil bereiken op verschillende locaties. De vervolgvraag is op welk niveau de route (en met name het begin- en eindpunt) moet worden afgebakend. Hierbij kan gedacht worden aan verschillende niveaus: iedere huurlijn tussen twee locaties afzonderlijk, op plaats niveau of groep van plaatsen (Amsterdam, Londen, zakelijke steden in Europa), op land niveau of groep van landen (België, Griekenland of buurlanden versus de Noordelijke Europese landen), op continent niveau (Europa, Noord-Amerika) of globaal. Bij de geografische marktafbakening moet gekeken worden naar de vraag- en aanbodsubstitutie. Ten aanzien van de geografische vraagsubstitutie geldt dat deze naar verwachting te beperkt is om de verschillende routes tot één markt te aggregeren. Echter, het is zeer moeilijk om de mate van vraagsubstitutie vast te stellen. Aanbodsubstitutie kan wel optreden. Meerdere aanbieders met een capaciteit tussen Amsterdam en New York zullen deze afnemer in Alkmaar willen bedienen. De local loop tussen Amsterdam en Alkmaar kunnen ze zelf aanleggen of inkopen bij een andere aanbieder van huurlijnen. De prijs van een directe huurlijn tussen Alkmaar en New York wordt dus beïnvloed door het mogelijke aanbod van de indirecte route Alkmaar – Amsterdam – New York. De geografische marktafbakening wordt dus met name bepaald door aanbodsubstitutie. Hieronder wordt door middel van een kwalitatieve invulling van de SSNIP-test de relevante geografische markt afgebakend. Er zal begonnen worden met de kleinst mogelijke geografische afbakening (individuele huurlijn) en gekeken worden of alternatieve aanbieders meegenomen moeten worden indien er een prijsstijging plaatsvindt van 5-10%.
2.5.3
Geografische afbakening op route niveau / individuele huurlijn De afbakening van de relevante geografische markt voor internationale huurlijnen zou gedefinieerd kunnen worden op route niveau, oftewel de specifieke huurlijn tussen twee locaties/punten. Vaak wordt dit niveau als eerste vertrekpunt genomen bij de afbakening van de relevante markt. De vraag is in hoeverre aanbieders uit aangrenzende gebieden die nog niet aanwezig zijn op de geografische
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
16
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
markt op korte termijn zullen toetreden indien de prijs stijgt (aanbodsubstitutie). Er mag van worden uitgegaan dat alternatieve aanbieders die in de nabije omgeving reeds aanwezig zijn (bijvoorbeeld met een city-ring) ook de huurlijn kunnen aanbieden en dus tot de relevante geografische markt behoren. 27 Zeker indien de lengte van de huurlijn toeneemt, zullen er meerdere alternatieve aanbieders zijn .
Het lokale deel van de huurlijn (tussen de POP en de locatie van de afnemer) is meestal dusdanig kort dat alternatieve aanbieders dit ook zouden kunnen aanbieden. Bij huurlijnen geldt deze 28 redenering in principe zowel voor lange afstanden als korte afstanden . De aanwezigheid van
alternatieve aanbieders via een indirecte route beperkt dus de vrijheid van de specifieke aanbieder van huurlijnen, zelfs voor korte huurlijnen. Op basis van deze argumenten kan geconcludeerd worden dat de geografische markt voor 29 internationale huurlijnen ruimer gedefinieerd dient te worden dan op basis van specifieke routes .
2.5.4
Geografische afbakening op basis van stedenparen Het volgende niveau van de geografische afbakening van internationale huurlijnen vindt plaats op het niveau van een paar van steden, bijvoorbeeld Amsterdam-Londen of Rotterdam-New York. Aanbieders die direct de steden bedienen waarin het begin- en eindpunt van de internationale huurlijn ligt, behoren tot de relevante geografische markt. Dus bijvoorbeeld voor een huurlijn tussen Rotterdam en New York behoren alle aanbieders met capaciteit tussen Rotterdam en New York tot de relevante geografische markt. Echter, ook aanbieders die capaciteit hebben tussen Amsterdam en New York (en eventueel tussen Rotterdam en Amsterdam; deze route kan echter ook elders ingekocht worden, bijvoorbeeld bij KPN) behoren tot de relevante geografische markt. Indien de prijs op de route Rotterdam-New York met 5-10% stijgt kunnen aanbieders op de route Amsterdam-New York ook de huurlijn aanbieden. Deze aanbieders moeten dan ook meegenomen worden in de relevante geografische markt. Ook hier geldt dat hoe groter de afstand is, des te meer alternatieve routes mogelijk zijn (conform de luchtvaartsector). Hoe kleiner de afstand, des te minder andere routes als alternatief worden gezien (conform de 30
luchtvaartsector). Echter, Larouche
stelt dat in principe de kosten van afstand beperkt zijn binnen
de telecommunicatiesector (‘death of distance’). Dit lijkt ook te worden ondersteund door de bevinding van de Europese Commissie dat de dichtheid van aanbod meer invloed heeft op de prijs 31 dan de afstand . Dit betekent dus dat een aanbieder van een internationale huurlijn tussen
Groningen en Hamburg wordt beperkt in zijn vrijheid door de aanwezigheid van een aanbieder die
27
De grote lengte van huurlijnen zorgt ervoor dat het geografische gebied waar alternatieve aanbieders aanwezig zijn, ook groter van omvang is. Zie ook de afbakening van de markt voor lijnvluchten. 28 Zie Larouche, P. (2000), Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1, pp. 407-445. 29 Dus in ieder geval afbakening op stadsniveau, in verband met de aanwezigheid van city rings. 30 Larouche, P. 2000, Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1, pp. 407-445 31 Europese Commissie (2000), Working document on the initial results of the leased lines sector inquiry.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
17
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
de huurlijn kan realiseren via de route Groningen-Amsterdam-Hamburg of Groningen-BremenHamburg. Mogelijk moeten individuele steden worden uitgebreid tot een groep van steden. Hierbij kan gedacht worden aan steden waar onderling veel (data)verkeer plaats vindt en die verbonden zijn door meerdere aanbieders en/of met relatief veel capaciteit. Er kan hierbij bijvoorbeeld gedacht worden aan de grotere steden in Nederland of de zakensteden in Duitsland etc. Veel aanbieders hebben zelf zo’n netwerk (city ring) of zouden de noodzakelijke verbinding kunnen afnemen bij andere telecomaanbieders. Er hoeft dus geen directe verbinding tussen beide steden aanwezig te zijn; als beide steden maar deel uitmaken van een netwerk die verschillende grote steden met elkaar verbindt. De relevante geografische markt zou dan afgebakend moeten worden als steden die verbonden zijn met zo’n netwerk en het gebied dat buiten dit netwerk valt. Echter, gezien de wijdvertakte en over het hele land uitgerolde infrastructuur in Nederland en de relatieve korte afstand van ieder afzonderlijk punt in Nederland tot de bestaande infrastructuur, zal dit een zeer beperkte invloed hebben op de uiteindelijke prijs van de totale huurlijn. Daarnaast geldt (secundair) dat ook in de bestaande aanwijzingssystematiek voor nationale huurlijnen Nederland gezien wordt als één geografische markt. Op basis van deze argumenten kan geconcludeerd worden dat Nederland gezien kan worden als één vertrekpunt van internationale huurlijnen en dat Nederland niet verder opgedeeld hoeft te worden in verschillende geografische vertrekpunten (afzonderlijk steden). 2.5.5
Geografische afbakening op basis van landenparen Hierboven is beargumenteerd waarom Nederland gezien moet worden als één markt (vertrekpunt) voor internationale huurlijnen. De vraag is in hoeverre andere landen ook gezien kunnen worden als een relevante geografische markt of dat het land opgedeeld moet worden in meerdere relevante geografische markten. Een belangrijk aspect in de afbakening van de relevante geografische markt in netwerksectoren is 32 het bestaan van wettelijke of andere reguleringsinstrumenten . Het aanbieden van
telecommunicatiediensten valt onder de nationale wetgeving (voor leden van de Europese Unie zijn deze gebaseerd op de Europese ONP-regelgeving). Voor alle aanbieders in een land geldt dezelfde wetgeving en regulering (uitgezonderd de AMM-aanbieders). In de meeste landen van de Europese Unie is de incumbent aangewezen als aanbieder met aanzienlijke marktmacht. Dit betekent dat binnen de meeste landen van de Europese Unie, een aanbieder gebruik kan maken van het netwerk van de incumbent, voor een grotere afstand of alleen het locale deel van de huurlijn
33
.
32
Europese Commissie (2001), Draft guidelines on market analysis and the calculation of significant market power, Com(2001)175 van 28.3.2001:p 13 en Larouche, P. (2000), Relevant market definition in network industries: air transport and telecommunications, Journal of Network Industries, vol 1, p. 426. 33 Indien een land is opgedeeld in meerdere relevante geografische markten (zoals in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) en in een van deze geografische markten is geen partij aangewezen of er is helemaal geen aanbieder aangewezen, dan is er waarschijnlijk sprake van voldoende concurrentie
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
18
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Aangenomen kan worden dat de meeste afnemers van huurlijnen gesitueerd zijn in of nabij de grotere Europese steden. In deze steden zijn over het algemeen meerdere aanbieders actief onder andere met city rings. De steden zijn ook goed met elkaar verbonden waardoor verschillende aanbieders de locaties in of rond deze steden vrij eenvoudig met elkaar kunnen verbinden. Tevens kunnen de locaties die wat verder afliggen van deze steden bediend worden door gebruik te maken van huurlijnen van de aangewezen marktpartij om dit laatste gedeelte (local loop) te overbruggen (of indien aanwezig van een concurrerend aanbod van een andere aanbieder). Op basis van de aanwezigheid van aangewezen marktpartijen en de uitgebreide infrastructuur tussen de grotere steden, kan geconcludeerd worden dat de afzonderlijke landen in de Europese Unie gezien kunnen worden als afzonderlijke relevante geografische markten. Deze afbakening komt overeen met de afbakening die Oftel
34
heeft gemaakt.
Voor landen buiten Europa gaat een vergelijkbare redenering op, zij het dat de te overbruggen afstand toeneemt. Dit heeft tot gevolg dat indirecte routes tussen steden binnen een land eerder als relevant aanbodsubstituut worden gezien. Zo zal een aanbieder met een internationale huurlijn tussen Amsterdam en Washington kunnen toetreden tot de geografische markt voor internationale huurlijnen tussen Rotterdam en New York als aanbieders in deze relevante geografische markt de prijs met 5-10% zouden verhogen. Dit geldt zeker voor aanbieders die eigen capaciteit hebben tussen Washington en New York, maar waarschijnlijk ook voor andere aanbieders. Er is dus sprake van een relevante geografische markt Nederland – de Verenigde Staten. Of landen buiten Europa moeten worden samengenomen (bijvoorbeeld tot continenten) wordt in de volgende paragraaf besproken. 2.5.6
Geografische afbakening op basis van groepen van landen De vraag kan gesteld worden of individuele landen geclusterd kunnen worden tot een groep van landen die gezamenlijk een relevante geografische markt vormen. Indien de afstand groter wordt, zijn er over het algemeen meerdere reële alternatieven (vergelijk de luchtvaartsector). De aanbodsubstitutie wordt belangrijker. Dit betekent dat landen in Zuid en Midden-Amerika waarschijnlijk geclusterd kunnen worden tot één relevante markt. Een aanbieder van een huurlijn tussen Nederland en Argentinië wordt waarschijnlijk beperkt in zijn mogelijkheden indien er alternatieve aanbieders zijn op de route Nederland - Brazilië. Deze aanbieders zullen de huurlijn tussen Nederland en Argentinië gaan aanbieden indien de prijs van deze huurlijnen met 5-10% stijgt Een indirecte huurlijn van Nederland – Brazilië –Argentinië moet worden toegevoegd aan de relevante geografische markt. Hoe groter de directe afstand, des te groter het aantal alternatieve routes. Op grond van deze redenering kunnen de volgende regio’s onderkend worden: Zuid- en Midden-Amerika, Afrika, Zuidoost Azië, Australië/Nieuw-Zeeland, Oost-Europa en het MiddenOosten.
en kan een alternatieve aanbieder gebruik maken van een concurrerend aanbod voor laatste lokale gedeelte van de huurlijn. 34 Oftel (1999), National leased lines: A further statement issued by the Director General of telecommunications, November 1999, en Oftel (2001), Draft Determination and Draft Consents, January 2001
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
19
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Noord-Amerika zou mogelijk verder opgedeeld moeten worden. Er zijn echter aanwijzingen dat 35
Noord-Amerika één geografische markt is. Uit een studie van de OECD
komt naar voren dat de
verbindingen tussen de Noordamerikaanse grote steden relatief goedkoop zijn (een lage Mb prijs per kilometer). Een aanbieder die capaciteit heeft op de route Amsterdam-New York kan dus relatief eenvoudig en goedkoop de verbinding realiseren tot een andere eindbestemming, bijvoorbeeld in San Francisco. De aanbieder zal geen nadeel ondervinden ten opzichte van een aanbieder met een directe verbinding tussen Amsterdam en San Francisco. Ook binnen Europa zouden mogelijk landen samengevoegd kunnen worden tot één relevante geografische markt. In Europa zijn de directe afstanden echter relatief kort. Het aantal relevante alternatieve routes neemt daardoor af. Voor een directe huurlijn tussen Leiden en Londen zal een alternatieve route via Brussel geen reëel alternatief zijn. De kosten die gemaakt moeten worden voor de route Leiden - Brussel zullen relatief hoog zijn ten opzichte van de kosten van een directe huurlijn. Een aanbieder met capaciteit op de route Brussel – Londen zal de huurlijn Leiden – Brussel – Londen waarschijnlijk niet aanbieden indien er aanbieders zijn die de directe huurlijn kunnen aanbieden.Een aanbieder van een directe huurlijn kan zijn prijs met 5-10% verhogen zonder dat de aanbieder van een indirecte huurlijn via Brussel zal toetreden. Gezien de uitgebreide infrastructuur tussen de Europese grote steden zou geconcludeerd kunnen worden dat er sprake is van één West-Europese geografische markt voor internationale huurlijnen. Deze visie wordt ondersteund door de bevindingen van de Europese Commissie dat de prijzen de afgelopen jaren aanzienlijk zijn gedaald. Hieruit zou de conclusie kunnen worden getrokken dat er in de gehele Europese Unie voldoende concurrentie is en dus dat de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn. Echter, de Europese Commissie geeft ook aan dat de prijzen die gehanteerd worden door incumbents van het ene naar het andere land aanzienlijk kunnen verschillen. Dit geeft aan dat de concurrentievoorwaarden misschien toch minder homogeen zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Op basis van deze informatie kan niet geconcludeerd worden dat West-Europa op voorhand als één relevante geografische markt beschouwd kan worden. Daarom wordt ieder Westeuropees land afzonderlijk als een relevante geografische markt gezien.
2.6
Conclusie marktafbakening Op basis van de voorgaande argumenten worden de volgende conclusies ten aanzien van de relevante geografische markten voor internationale huurlijnen getrokken: •
Nederland vormt één geografische markt als vertrekpunt van internationale huurlijnen;
•
In West-Europa wordt ieder land afzonderlijk als relevante markt afgebakend. Dit heeft te maken met de relatief korte afstand van huurlijnen binnen Europa, waardoor het aantal alternatieve routes afneemt;
•
De rest van de wereld wordt opgedeeld in de volgende gebieden: Zuid- en Midden-Amerika, Noord-Amerika, Afrika, Australië/Nieuw Zeeland, Zuidoost Azië, Oost-Europa en overigen.
35
OECD (1999), Building infrastructure capacity for electronic commerce: leased line developments and pricing, 05-aug-1999
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
20
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Doordat de afstand relatief groot is, neemt het aantal alternatieve routes toe en kunnen landen samengenomen worden.
2.7
36
Uitgangspunten ten aanzien van het marktonderzoek Hierna wordt een aantal overige, meer praktische, uitgangspunten van dit onderzoek nader besproken. Deze zijn tot stand gekomen na afstemming met OPTA.
2.7.1
Uitgangspunt: Het meten van het marktaandeel Vanuit theoretisch oogpunt bezien speelt de omzet een belangrijke rol bij de beoordeling van de positie van de verschillende aanbieders. Op basis van de omzet wordt de totale marktomvang bepaald en de marktaandelen van de aanbieders. Om tot een eenduidige meting van de omzet te komen, dient bepaald te worden wat meegenomen wordt in de omzet en wat niet. Hierbij kan gedacht worden aan de apparatuur die op de locatie van de afnemer nodig is. Omzet exclusief randapparatuur
37
geeft beter inzicht in de omzet die daadwerkelijk wordt gerealiseerd met het
aanbieden van huurlijnen. Door de omzet exclusief apparatuur te nemen verstoort dit minder de omzet/lengte verhouding. De kosten van randapparatuur wegen relatief zwaar bij korte huurlijnen. Er is daarom in dit onderzoek gevraagd naar de omzet exclusief de randapparatuur. De omzet is tevens, evenals in eerdere AMM-onderzoeken, per kwartaal gevraagd. Er is gevraagd naar de gerealiseerde omzet. Deze omzet wordt, overeenkomstig de aanpak in eerdere AMM-onderzoeken en in lijn met de administratie van de meeste aanbieders, op het moment van boeking (bijvoorbeeld bij contractafsluiting) vastgelegd. Eventueel daardoor veroorzaakte ‘pieken’ in omzet, middelen zich uit (en veroorzaken geen bias). Telecommunicatieaanbieders en telecommunicatie afnemers zijn internationale bedrijven. Dit kan betekenen dat de omzet die gerealiseerd wordt met een internationale huurlijn tussen België en Nederland in de omzet terugkomt van de Belgische vestiging. Dit zorgt voor een onderwaardering van de totale omvang (gemeten in omzet) van de Nederlandse markt. Om dit te voorkomen is gevraagd naar de totale omzet van de internationale huurlijn, ongeacht in welk land deze omzet in de boeken terechtkomt. Naast het criterium omzet, is ook op aantal huurlijnen gemeten, zoals ook aangegeven in het KPN-bezwaarschrift, al zal dat een lager gewicht hebben dan het omzetcriterium. 2.7.2
Uitgangspunt: Bepaling relevante aanbieders van internationale huurlijnen voor dit onderzoek Belangrijk aspect van dit onderzoek is te bepalen welke aanbieders moeten worden meegenomen in het onderzoek. OPTA heeft in eerste instantie een overzicht van aanbieders van internationale huurlijnen verschaft met een (beperkt) aantal aanbieders die met name in Nederland gevestigd zijn.
36
Als secundair argument om buiten Europa over te gaan tot het samenvoegen van landen, geldt een pragmatisch punt: het aantal internationale huurlijnen naar bestemmingen buiten Europa is veel geringer dan naar afzonderlijke landen bij Europa. Samenvoegen van landen buiten Europa leidt dan (wel) tot markten die enige omvang hebben. 37 Dus randapparatuur die bedoeld is om aanvullende diensten te leveren; randapparatuur die intrinsiek deel uitmaakt van de huurlijn, wordt wel meegenomen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
21
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
OPTA heeft formeel aan KPN gevraagd wie KPN als zijn concurrenten op deze markt beschouwt38. Hierdoor is een zo volledig mogelijk overzicht van de markt verkregen. Vanuit theoretisch oogpunt gesproken zijn er waarschijnlijk meer dan de door KPN genoemde aanbieders actief. Immers, voor elke huurlijn die een eindpunt in Nederland heeft en door een in Nederland gevestigde aanbieder aangeboden kan worden, geldt evenzeer dat diezelfde huurlijn kan worden aangeboden door een aanbieder gevestigd in het land waarin zich het andere eindpunt van deze huurlijn bevindt. Gemakshalve wordt ervan uitgegaan dat in elk land in elk geval de incumbent, maar in sommige gevallen ook nog andere aanbieders, in staat zijn eenzelfde huurlijn naar Nederland aan te bieden. Daarmee wordt het mogelijk aantal potentiële aanbieders, en daarmee potentieel in dit onderzoek te betrekken aanbieders, verveelvoudigd. Als uitgangspunt voor dit onderzoek gelden de aanbieders die tot nu toe onderkend zijn, dat wil zeggen de bij OPTA in Nederland geregistreerde aanbieders van (internationale) huurlijnen, aangevuld met door KPN – op aanvraag van OPTA – aangegeven aanbieders. Daarmee geeft het onderzoek een volledig beeld van aanbieders die internationale huurlijnen aanbieden waarin Nederland één van beide eindpunten is. 2.7.3
Uitgangspunt: Homogeniteit van huurlijnen Uitgangspunt van dit onderzoek is de homogeniteit van huurlijnen van de verschillende aanbieders. De capaciteit van huurlijnen kan weliswaar variëren, maar voor het overige is sprake van een homogeen en dus tussen aanbieders uitwisselbaar product met vergelijkbare technische specificaties, kenmerken en gebruikte randapparatuur.
2.7.4
Uitgangspunt: Weeg mee beschikbare versus bezette capaciteit per route per aanbieder
39
Zoals door KPN aangegeven in het bezwaarschrift is van belang voor de tariefstelling van huurlijnen enerzijds de totale beschikbare capaciteit op een bepaalde route en anderzijds de vulling van die capaciteit. Ook in het rapport van de Europese Commissie komt naar voren dat met name de dichtheid van de route (verkeer en capaciteit) een prijsbepalende factor is en niet de afstand. Immers, tekortschietende beschikbaarheid (schaarste) zal een prijsopdrijvend effect hebben. In een goed werkende markt zullen de (excessief) hoge prijzen toetreders aantrekken. Indien er echter geen toetreding plaatsvindt, zijn er waarschijnlijk toetredingsbarrières.
38
Bij brief van 14 januari 2003 (met het kenmerk R/03/U/0010) aan OPTA heeft KPN aangegeven dat de volgende aanbieders volgens KPN actief zijn op de markt van internationale huurlijnen: KPN, Belgacom, BT Ignite, Cable & Wireless, Colt, Enertel, Genuity, Level3, Worldcom (in de onderzoeksperiode is deze naam in MCI veranderd; kortheidshalve wordt in dit rapport de naam Worldcom gehandhaafd), TeleDanmark, Telenor, Global Crossing, Viatel, Versatel en Deutsche Telekom/T-systems. 39 In de vragenlijst is aan de aanbieders van internationale huurlijnen gevraagd zowel de totale beschikbare capaciteit als de daadwerkelijk geleverde capaciteit te rapporteren. Omdat het merendeel van de aanbieders deze vraag niet hebben beantwoord, komt dit aspect in de analyse niet terug.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
22
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
2.8
Afsluiting Op basis van het theoretisch kader zijn in dit onderzoek 23 relevante markten onderscheiden. Daarbij gaat het om de afzonderlijke Westeuropese landen en een zestal regio’s. Samen met de uitgangspunten die hierboven zijn genoemd, vormden zij de basis voor de vragenlijst (bijlage A), alsmede de AMM-analyse en de beoordeling van de uitzonderingscriteria. Deze zullen in de volgende hoofdstukken besproken worden.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
23
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
3
Marktaandelen internationale huurlijnen < 2 Mb
3.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden de marktaandelen besproken van aanbieders die actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb. Om de marktaandelen goed in perspectief te kunnen plaatsen, worden eerst de omvang van de verschillende relevante markten en de ontwikkeling van deze markten besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de marktaandelen die de verschillende aanbieders hebben op de afzonderlijke relevante markten. De marktaandelen worden berekend op basis van de gerealiseerde omzet (exclusief randapparatuur). Het marktaandeel op basis van omzet wordt over het algemeen gezien als een goede indicator voor de marktmacht van een aanbieder. Het is onder andere goed te vergelijken tussen de verschillende relevante markten. Daarnaast wordt gekeken naar de marktaandelen op basis van het aantal geleverde huurlijnen. Dit geeft met name een goed inzicht in de omvang van de markt. Opgemerkt wordt namelijk dat door de opdeling van de totale markt voor internationale huurlijnen in kleinere relevante markten de relevante markten relatief (zeer) klein kunnen worden. Soms betreft het een enkele huurlijn. Dit beperkte aantal geleverde huurlijnen heeft invloed op de stabiliteit van de berekende marktaandelen. Indien een nieuwe aanbieder tot de markt toetreedt of een bestaande aanbieder geen huurlijn meer levert, dan heeft dit grote invloed op de berekende marktaandelen. Deze instabiliteit kan ook tot uitdrukking komen in relatief grote veranderingen in de concentratie-index.
3.1.1
Opmerking vooraf Bij de berekening van de marktaandelen op basis van omzet is een aantal berekeningen en aannames gemaakt. Worldcom heeft, ondanks herhaalde verzoeken, alleen gerapporteerd welke huurlijnen zij hebben (per 31-12-2002) zonder de daarbij behorende omzetten. Wel zijn standaard maandprijzen verstrekt voor groepen van landen (zones). De omzet is berekend door de individuele huurlijnen te vermenigvuldigen met de standaardprijs. Bij deze berekening is geen rekening gehouden met de eventueel verstrekte korting. Om hier toch rekening mee te houden, zijn de omzetten gecorrigeerd voor de gemiddelde korting die Worldcom heeft aangegeven (..%). De 40 verstrekte standaardprijzen luiden in dollars. Deze zijn omgerekend in Euro’s . Er is tenslotte
verondersteld dat de aangegeven huurlijnen voor geheel 2002 zijn geleverd.
3.2
Omvang van de markt In Tabel 3.1 staat voor internationale huurlijnen < 2 Mb de marktomvang per kwartaal van de afzonderlijke relevante markten weergegeven. Binnen West-Europa zijn België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk veruit de grootste markten. Buiten West-Europa is de markt voor huurlijnen naar Afrika de grootste markt gevolgd door het Middenoosten en Noord Amerika. Naar Australië en Nieuw Zeeland worden geen internationale huurlijnen < 2 Mb daadwerkelijk geleverd. De meeste markten krimpen iets. 40
Met de volgende gemiddelde omrekenkoersen per kwartaal: Q1 1 $ = € 1.140125; Q2 1 $ = € 1.089775; Q3 1$ = € 1.01629; Q4 1$ = € 1,000; 2003Q1 1$ = € 0.931863.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
24
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
De concentratie-index, de HHI, ligt over het algemeen boven de 4.000. Dit geeft aan dat de markt redelijk tot sterk geconcentreerd is. Op vijf markten is zelfs sprake van een monopolie, te weten Finland, Griekenland, Noorwegen, Portugal en Zuidoost Azië. Met uitzondering van Zuidoost Azië zijn dit ook relatief kleine markten. De ontwikkeling van de HHI laat een wisselend beeld zien. In sommige markten daalt de HHI aanzienlijk zoals België, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Noord Amerika en Oost-Europa / Turkije en Cyprus. In andere markten stijgt de HHI aanzienlijk zoals Italië en Zweden.
2002Q1 Markt-
2002Q2 HHI
omvang
Markt-
2002Q3 HHI
omvang
Markt-
2002Q4 HHI
omvang
Markt-
HHI
omvang
West-Europa België
…
4.355
…
4.243
…
3.508
…
3.385
Denemarken
6.935
6.962
6.829
6.798
Duitsland
6.607
6.215
5.960
5.858
Finland
10.000
10.000
10.000
-
Frankrijk
4.596
4.600
4.405
3.923
Griekenland
10.000
10.000
10.000
10.000
Ierland
5.050
4.890
5.089
4.996
Italië
4.871
4.958
6.265
7.356
Luxemburg
5.715
5.790
5.768
5.468
Noorwegen
10.000
10.000
10.000
10.000
Oostenrijk
6.530
6.705
6.571
6.540
Portugal
10.000
10.000
10.000
10.000
Spanje
5.644
5.374
4.425
4.381
Verenigd Koninkrijk
6.128
4.483
4.600
3.764
Zweden
5.199
5.184
6.995
7.584
Zwitserland
5.919
5.964
6.223
6.203
Zuid en Midden Amerika
10.000
10.000
10.000
10.000
Noord Amerika
5.763
4.449
4.385
4.397
Afrika
10.000
10.000
10.000
10.000
Zuidoost Azië
10.000
10.000
10.000
10.000
-
-
-
-
Middenoosten
10.000
10.000
10.000
10.000
Oost-Europa / Turkije / Cyprus
10.000
10.000
10.000
10.000
Overigen
10.000
10.000
10.000
10.000
Australië / Nieuw Zeeland
Tabel 3.1:
-
-
Internationale huurlijnen < 2 Mb, marktomvang (in €) en concentratie-index per relevante markt per kwartaal
Om de relatieve omvang van de verschillende regio’s zichtbaar te maken, is in Figuur 3.1 de omvang grafisch weergegeven. Het betreft de markt voor 2002. West-Europa is met ruim 58% veruit
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
25
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
de grootste regio. De overige regio’s nemen tussen de 2 en 11 % voor hun rekening. Er worden geen huurlijnen van < 2 Mb geleverd naar Australië en Nieuw Zeeland.
M iddenoost en 10%
Oost Europa/ Overig Turkije/Cyprus 0% 8%
Aust ralië/Nieuw Zeeland 0% West Europa 58%
Zuidoost Azië Af rika 6% 5%
Noord Amerika 11% Zuid en Cent raal Amerika 2%
Figuur 3.1:
3.3
Internationale huurlijnen < 2 Mb, omvang regio’s in 2002
Marktaandelen per relevante markt In Tabel 3.2 zijn de marktaandelen (in omzet) van de actieve aanbieders op de verschillende relevante markten weergegeven voor het vierde kwartaal van 2002. Tevens is de omvang van de markt, de concentratie-index (HHI) en het aantal geleverde huurlijnen weergegeven. Binnen West-Europa zijn vier grote markten te onderscheiden, te weten België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In de Duitse markt is er sprake van de hoogste concentratie, er zijn dan ook slechts drie aanbieders actief. Ook in Frankrijk zijn slechts drie aanbieders actief. In de andere twee grote Westeuropese markten zijn vier of vijf aanbieders actief. Binnen West-Europa nemen KPN en Worldcom een belangrijke positie in. Op iedere markt waar internationale huurlijnen < 2 Mb worden geleverd, is KPN actief en heeft een marktaandeel van meer dan 25% (met uitzondering van Denemarken, Oostenrijk, Italië en Zweden; in het eerste kwartaal van 2002 had KPN in Italië en Zweden echter nog een marktaandeel van meer dan 25%). In Griekenland, Noorwegen en Portugal is KPN zelfs de enige aanbieder. Worldcom heeft een marktaandeel van meer dan 25% in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland. In België en het Verenigd Koninkrijk heeft Worldcom een marktaandeel tussen de 5 en 15%. De enige andere aanbieder met een marktaandeel van meer dan 25% is Belgacom op de markt voor huurlijnen tussen Nederland en België. Op de relevante markten buiten West-Europa is KPN de belangrijkste aanbieder. KPN heeft op deze markten een marktaandeel van meer dan 25%. Op de markt voor huurlijnen naar Zuidoost Azië, Afrika, Zuid- en Midden Amerika, het Middenoosten, Oost Europa en overige is dit zelfs 100%. Op
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
26
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
de markt voor huurlijnen naar Noord Amerika is Worldcom actief met een marktaandeel van meer dan 25%.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
27
2
1, 3, 4, 6, 8, 9, 10
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
Ierland
Italië
Luxemburg
Noorwegen
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
11
5
5, 11
5
11
11
5
2
1, 3, 4, 6, 8, 9, 10
Griekenland
5
3.923
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
Frankrijk
5
-
11
10.000
5.468
7.356
4.996
10.000
5.858
6.798
1, 3, 4, 6, 8, 9, 10
2
5
1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11
3.385
…
Huurlijnen
…
Aantal
(*€1000) HHI
Marktomvang
Finland
5
>95-100% 100%
1, 3, 4, 6, 8, 9, 10
11
>50-95%
Duitsland
1, 5
>2550%
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10
11
>15-25&
Denemarken
2
>5-15%
3, 4, 6, 9, 10
2, 8
>0-5%
België
West-Europa
Niet actief
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Eindrapport
28
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
1, 3, 4, 6, 8, 9, 10
Portugal
Spanje
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10
Zweden
Zwitserland
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
Noord Amerika
Afrika
Zuidoost Azië
4
>0-5%
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
Zeeland
Nieuw
1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 6, 8, 9, 10
Amerika
Australië /
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
Zuid en Midden
1, 3, 6, 8, 9, 10
Koninkrijk
Verenigd
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10
Oostenrijk
Niet actief
4
5
2
>5-15%
OPENBAAR
2, 11
5
>15-< 25%
5, 11
11
11
25-50%
5
11
5
5
11
>50-95%
5
5
5
5
>95-100% 100%
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Eindrapport
…
(* € 1.000)
Marktomvang
-
10.000
10.000
4.397
10.000
6.203
7.584
3.764
4.381
10.000
6.540
HHI
…
aantal huurlijnen
29
8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 6,
8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 6,
8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 6,
>0-5%
>5-15%
>15-< 25%
25-50%
>50-95%
>95<100%
5
5
5
100%
marktomvang
…
(* € 1.000)
aantal huurlijnen
10.000
10.000
10.000 …
HHI
Marktaandeel internationale huurlijnen < 2 Mb per markt, 2002Q4 (in omzet)
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
Tabel 3.2:
1 = Belgacom; 2 = Colt; 3 = Global Crossing; 4 = BT Ignite; 5 = KPN; 6 = Tele Danmark; 8 = Tsystems; 9 = Versatel; 10 = Viatel; 11 = Worldcom
Overigen
Turkije / Cyprus
Oost-Europa /
Middenoosten
niet actief
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Eindrapport
30
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
3.3.1
Marktaandelen in aantallen huurlijnen In Tabel 3.3 zijn per relevante markt de marktaandelen weergegeven gemeten in aantallen huurlijnen. Alleen de marktpartijen met een marktaandeel van 25% of meer zijn weergegeven. De gegevens bevestigen de conclusies uit de marktaandelen op basis van omzet. KPN heeft op de relevante markten waar internationale huurlijnen < 2 Mb worden verkocht een marktaandeel van meer dan 25% (met uitzondering van Italië waar het marktaandeel tussen de 5 - 15% bedraagt). Buiten Europa heeft KPN (met uitzondering van Noord-Amerika) een monopoliepositie. Ook de sterke positie van Worldcom in West-Europa en Noord Amerika komt naar voren in de tabel. 25 - 50%
>50 – 95%
HHI
aantal huurlijnen
België
Belgacom
KPN
4.080
…
Denemarken
Worldcom
KPN
5.041
Duitsland
>95 - <100%
100%
KPN
7.019
Finland
KPN, Worldcom
Frankrijk
4.170
Griekenland
KPN
Ierland
Worldcom
Italië Luxemburg
KPN
4.600
Worldcom
7.562
Worldcom
KPN
6.250
KPN
Worldcom
Noorwegen
KPN
Oostenrijk
10.000
Portugal
10.000 5.556
KPN
10.000
Spanje
Colt, Worldcom
KPN
3.750
Verenigd Koninkrijk
Worldcom
KPN
4.822
Zweden
KPN
Worldcom
5.556
KPN
7.813
Zwitserland Zuid en Midden Amerika
KPN
Noord Amerika
KPN, Worldcom
10.000 4.673
Afrika
KPN
10.000
Zuidoost Azië
KPN
10.000
Australië / Nieuw Zeeland
-
Middenoosten
KPN
10.000
Oost-Europa / Turkije / Cyprus
KPN
10.000
Overigen
KPN
10.000
Tabel 3.3:
Marktaandelen internationale huurlijnen < 2 Mb, 2002Q4 (in aantallen)
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
31
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
3.4
Conclusie marktaandelen internationale huurlijnen < 2 Mb In West-Europa zijn vier grote markten, namelijk België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In deze markten heeft KPN een redelijk sterke positie met een marktaandeel van meer dan 25%. Ook op de andere relevante markten in West-Europa heeft KPN een marktaandeel van meer dan 25%, met uitzondering van Denemarken, Oostenrijk, Italië en Zweden waar het marktaandeel in 2002 onder de 25% ligt of is gedaald tot onder 25%. Doordat KPN op alle markten actief is en een stevige positie heeft, zou ze mogelijk package deals kunnen aanbieden. Ook Worldcom heeft een sterke positie in West-Europa. Op de meeste markten waar Worldcom actief is, heeft Worldcom een marktaandeel van meer dan 25%, uitgezonderd België en het Verenigd Koninkrijk. Buiten West-Europa heeft KPN op alle relevante markten een marktaandeel van 100% met uitzondering van Noord-Amerika. In Noord Amerika ondervindt KPN concurrentie van Worldcom.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
32
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
4
Uitzonderingscriteria huurlijnen < 2 Mb
4.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden de uitzonderingscriteria behandeld zoals genoemd in artikel 6.4, lid 4, van de Telecommunicatiewet. Het gecombineerde resultaat
41
van de toetsing op deze criteria biedt het
college van OPTA de onderbouwing om al dan niet af te wijken van de hoofdregel van aanwijzen van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht. Deze hoofdregel is: als aanbieders met aanmerkelijke marktmacht worden door het college aangewezen de aanbieders die op de relevante markt een aandeel hebben van meer dan 25%. In concreto kan het college van de hoofdregel afwijken indien op grond van de uitzonderingscriteria blijkt dat een aanbieder ondanks een marktaandeel van meer dan 25% geen aanmerkelijke marktmacht heeft, dan wel ondanks een marktaandeel van minder dan 25% toch aanmerkelijke marktmacht heeft. Daarbij geldt in het algemeen dat hoe hoger (boven 25%) het marktaandeel van een aanbieder is, des te minder aanleiding er zal zijn om aanwijzing van de betreffende aanbieder in afwijking van de hoofdregel achterwege te laten. Omgekeerd geldt hetzelfde. Zoals in het eerste hoofdstuk aangegeven, geldt bij de weergave van de bevindingen inzake de uitzonderingscriteria dat er is uitgegaan van de gegevens zoals die zijn verstrekt door de aanbieders. Indien nodig zijn aanvullende berekeningen en aannames gemaakt. Dit wordt aangegeven in de tekst. De resultaten worden in principe op het niveau van de afzonderlijke landen weergegeven, tenzij er enkel meer geaggregeerde informatie voorhanden is.
4.2
Het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden Dit wettelijke criterium is onderverdeeld in enkele deelcriteria, die in de volgende paragrafen successievelijk worden behandeld.
4.3
Aantal concurrenten in de markt
4.3.1
Onderzoeksresultaten Het aantal aanbieders in een markt geeft aan hoeveel bedrijven daadwerkelijk met elkaar concurreren. Naarmate dit aantal aanbieders groter is, kan ervan worden uitgegaan dat dit een positief effect heeft op de concurrentie. In Tabel 4.1 is aangegeven welke partijen aangegeven hebben actief te zijn op de verschillende geografische markten voor huurlijnen van <2 Mb. Het grootste aantal actieve partijen is aangetroffen op de markten naar België (5 aanbieders), gevolgd door, Italië en het Verenigd Koninkrijk (4 aanbieders). Op de andere Westeuropese markten is het aantal daadwerkelijke aanbieders drie of minder. Op de markt voor huurlijnen naar de Verenigde Staten zijn drie aanbieders actief. Op huurlijnenmarkten naar de andere verder weg gelegen markten is het aantal actieve aanbieders over het algemeen klein (0, 1 of 2 aanbieders).
41
Het zou niet evenwichtig zijn om per afzonderlijk criterium aan te geven of de stand van zaken aangaande dat criterium een reden is om af te wijken van de hoofdregel. Een dergelijke afwijking kan alleen gebaseerd worden op het totaalbeeld van alle uitzonderingscriteria tezamen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
33
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
KPN is op nagenoeg alle markten actief (met uitzondering van Australië / Nieuw Zeeland), gevolgd door Worldcom en Colt. Beide aanbieders zijn met name actief in West-Europa. Belgacom en Tsystems zijn alleen actief op huurlijnen tussen Nederland en België. De mate van concurrentie is niet alleen afhankelijk van het aantal daadwerkelijk actieve partijen in een markt. Ook potentiële concurrenten die snel een product in een markt kunnen zetten, hebben een disciplinerende werking en verhogen derhalve de mate van concurrentie. In Tabel 4.2 is aangegeven welke partijen in de verschillende markten als potentiële aanbieders kunnen worden beschouwd (dit zijn de aanbieders die reeds actief zijn en de aanbieders die hebben aangegeven op korte termijn actief te kunnen zijn op de markt). Op vrijwel alle geografische markten (behalve Australië / Nieuw Zeeland) kunnen minimaal 3 aanbieders huurlijnen van <2 Mb aanbieden, namelijk KPN, BT Ignite en Worldcom. Daarnaast kunnen Belgacom, Colt en Tele Danmark in veel Europese landen huurlijnen van <2 Mb aanbieden. Belgacom is daarnaast ook potentiële aanbieder op de markten voor huurlijnen van <2 Mb naar Noord Amerika en Zuidoost Azië. 4.3.2
Subconclusie Op slechts een markt voor huurlijnen van < 2 Mb naar Westeuropese bestemmingen (België) is sprake van minimaal vijf concurrenten. Dit kan gezien worden als een positieve indicatie voor de 42 mate van concurrentie op deze markt . Op de markten naar Italië en het Verenigd Koninkrijk zijn dit
vier aanbieders. Op de overige Westeuropese markten zijn er drie of minder aanbieders. Dit beperkte aantal daadwerkelijke aanbieders houdt een risico in voor de mate van concurrentie. Ook op de overige relevante markten zijn slechts drie of minder aanbieders daadwerkelijk actief. Dit kan gezien worden als een negatieve indicatie voor de mate van concurrentie. Indien het aantal daadwerkelijk aanbieders beperkt is, dan kunnen potentiële aanbieders een disciplinerende werking hebben op marktpartijen die daadwerkelijk leveren. Op alle Westeuropese markten zijn er vijf of meer potentiële aanbieders actief, alleen richting Griekenland, Ierland en Portugal zijn er slechts vier of minder potentiële aanbieders. Dit beperkte aantal van minder dan vijf potentiële aanbieders kan gezien worden als een beperkte disciplinerende werking van potentiële concurrentie. Op de overige relevante markten zijn er vier of minder potentiële aanbieders, hetgeen kan worden gezien als een indicatie voor beperkte disciplinerende werking van potentiële concurrenten.
42
Het aantal van vijf aanbieders als een positieve indicatie voor de mate van concurrentie is afgeleid van empirische (speltheoretische) aanwijzingen dat stilzwijgende afspraken moeilijk te maken zijn bij vijf of meer aanbieders. Dus bij vijf aanbieders is de kans op afgestemd gedrag klein.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
34
Eindrapport
OPENBAAR
Totaal
World-com
Viatel
Versatel
T-sys-tems
mark
Tele Dan-
KPN
BT Ignite
Crossing
Global
Colt
Belgacom
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
West-Europa België
x
x
x
Denemarken Duitsland
x
Finland
x
x
5
x
x
2
x
x
3
x
Frankrijk
x
x
Griekenland
1 x
x
Ierland
x
Italië
x
x
1 x
3
x
x
4
Luxemburg
x
x
2
Noorwegen
x
Oostenrijk
x
Portugal
x
Spanje
x
Verenigd Koninkrijk
x
x
3
1 x
2 1
x
x
3
x
x
4
Zweden
x
x
2
Zwitserland
x
x
2
Zuid en Centraal Amerika
x
Noord Amerika
x
1 x
x
x
3
Afrika
x
1
Zuidoost Azië
x
1
Australië/Nieuw Zeeland
0
Middenoosten
x
Oost-Europa/
x
Turkije/Cyprus Overigen Tabel 4.1:
1 1
x
1
Aanbieders die actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb
43
43
KPN en Colt hebben de betreffende vraag niet ingevuld. De gegevens in de tabel van KPN en Colt zijn gebaseerd op de daadwerkelijk opgegeven huurlijnen. Tele Danmark heeft aangegeven actief te zijn op meerdere routes; zij hebben echter geen daadwerkelijke omzet weergegeven.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
35
Eindrapport
OPENBAAR
totaal
World-com
Viatel
Versatel
Danmark
Tele
KPN
BT Ignite
Crossing
Global
Colt
Belgacom
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
West-Europa België
x
Denemarken
x
Duitsland
x
Finland
x
Frankrijk
x
x x x
Griekenland Ierland
x
x
x
x
6
x
x
x
x
5
x
x
x
x
6
x
x
x
x
5
x
x
x
x
6
x
x
x
3
x
x
x
x
4
x
x
x
5
Italië
x
x
Luxemburg
x
x
x
x
x
x
6
Noorwegen
x
x
x
x
x
5
Oostenrijk
x
x
x
x
Portugal
x
x
x
Spanje
x
x
x
x
Verenigd Koninkrijk
x
x
x
x
Zweden
x
x
Zwitserland
x
x
Zuid en Centraal Amerika Noord Amerika
x
x
5
x
4
x
x
6
x
x
6
x
x
x
5
x
x
x
x
x
x
6
x
3
x
x
x
4
x
x
x
3
x
x
x
4
Australië/Nieuw Zeeland
x
x
x
3
Middenoosten
x
x
x
3
Oost-Europa/
x
x
x
3
Afrika Zuidoost Azië
x
Turkije/Cyprus Overigen Tabel 4.2:
x
1
Aanbieders die potentieel actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb
44
4.4
Aanbodconcentratie
4.4.1
Onderzoeksresultaten In Figuur 3.1 is de concentratiemaatstaf HHI per relevante markt weergegeven. In alle onderscheiden relevante markten is de HHI aanzienlijk groter dan 1.800 hetgeen aangeeft dat er sprake is van geconcentreerde markten.
44
Bij de bedrijven die de betreffende vraag niet hebben ingevuld is er vanuit gegaan dat wanneer ze actief zijn in een markt ze logischerwijze ook potentieel actief zijn.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
36
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
D
D
en e
m
ar ke n ui st la nd Fi nl a Fr nd a G n ri e kr ke ijk nl an Ie d rl a nd Lu xe N mb oo ur rw g e O ge os n te n Po rijk Ve rtu re ga ni gd Sp l a Ko n j ni e nk Zu r id Zw ijk en Z e M wit de n id s de erl an n A d N oo m rd e ri k Am a er ika Af ri k O os a tE ur op M i a / T dde ur no ki je oste /C n yp O rus ve ri g en
-
Q1
Figuur 4.1: 4.4.2
Q2
Q3
Q4
HHI (omzet) per relevante markt
Subconclusies Aanbodconcentratie Alle onderscheiden relevante markten voor internationale huurlijnen < 2 Mb zijn geconcentreerd. Dit is een negatieve indicatie van de mate van concurrentie. Dit houdt in dat de concentratie positief bijdraagt aan de mate van marktmacht van marktpartijen met een marktaandeel van 25% of meer (Tabel 4.3).
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
37
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Oordeel ten aanzien van concentratie België
+
Denemarken
+
Duitsland
+
Finland
n.v.t.
Frankrijk
+
Griekenland
+
Ierland
+
Italië
+
Luxemburg
+
Noorwegen
+
Oostenrijk
+
Portugal
+
Spanje
+
Verenigd Koninkrijk
+
Zweden
+
Zwitserland
+
Zuid en Midden Amerika
+
Noord Amerika
+
Afrika
+
Zuidoost Azië Australië / Nieuw Zeeland
+ n.v.t.
Middenoosten
+
Oost-Europa / Turkije / Cyprus
+
Overigen
+
Tabel 4.3:
Beoordeling criterium concentratie internationale huurlijnen < 2 Mb
4.5
Vraagconcentratie
4.5.1
Onderzoeksresultaten De onderstaande analyse geeft een beeld van het onderwerp vraagconcentratie. De respons van aangeschreven afnemers van huurlijnen was evenwel zo gering dat aan deze analyse geen harde conclusies mogen worden verbonden. Een aantal (3) grote afnemers van huurlijnen geeft aan de indruk te hebben door de omvang van het aantal af te nemen huurlijnen druk te kunnen uitoefenen op aanbieders. Deze druk komt concreet tot uitdrukking in kortingen die worden bedongen, met name op huurlijnen binnen de EU. De omvang van deze kortingen is echter veelal niet transparant omdat ze niet afgezet kan worden tegen de ‘standaardprijs’ van de aanbieder; het merendeel van de aanbieders publiceert of verstrekt geen standaardprijzen, maar zegt op de afnemer afgestemde tarieven te hanteren. Tevens geven afnemers aan dat het relatief grote aantal aanbieders, hoewel dalend, kansen biedt om aanbieders onder druk te zetten bij het inkopen van huurlijnen. 45 Grootzakelijke afnemers van internationale huurlijnen zijn gedeeltelijk georganiseerd in de BTG .
Uit de verkregen informatie van een aantal afnemers én van de BTG, blijkt evenwel dat de 45
Nederlandse Vereniging van BedrijfsTelecommunicatieGrootgebruikers
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
38
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
inkoopmacht van een dergelijke organisatie als zeer beperkt wordt ingeschat. Grote afnemers denken op eigen gelegenheid meer inkoopmacht te kunnen uitoefenen dan in georganiseerd verband. 4.5.2
Subconclusie Op basis van bovenstaande indicaties kan voorzichtig geconcludeerd worden dat door het relatief grote aantal aanbieders de afnemers enige mate van onderhandelingsmacht hebben. Dit zou kunnen betekenen dat marktpartijen met meer dan 25% marktaandeel slechts in beperkte mate in staat zijn marktmacht te gebruiken.
4.6
Toetredingsbarrières
4.6.1
Onderzoeksresultaten De aanbieders van internationale huurlijnen noemen de volgende toetredingsbarrières (in volgorde van afnemende frequentie): 1.
Grote afhankelijkheid van lokale aanbieder (incumbent) van de local loop die tegen (te) hoge
2.
Sterke concurrentie binnen de EU naar grote steden.
3.
Hoge investeringen waarvan een groot deel bij uittreding niet kan worden terugverdiend (sunk
kosten lokale capaciteit aanbiedt.
costs). 4.
Vertragingen bij het verkrijgen van graafvergunningen.
5.
Ongunstig investeringsklimaat.
6.
Voldoen aan vergunningverplichtingen.
7.
Ontbreken van (voldoende) liberalisering buiten de EU.
KPN heeft daarnaast als enige aanbieder aangegeven dat door het beschikbaar zijn van een gereguleerd wholesale-aanbod van huurlijnen van KPN (interconnecterende huurlijnen) de concurrentie verscherpt is. Tevens heeft KPN vermeld dat netwerk en ondersteuning geleased kunnen worden, waardoor geen investeringen nodig zouden zijn. BT daarentegen heeft het over “miljoenen euro’s” aan benodigde investeringen. 4.6.2
Subconclusie De afhankelijkheid van de lokale incumbent, hoge investeringen en een ongunstig investeringsklimaat vormen reële toetredingsdrempels. Sterke concurrentie en vergunningverplichtingen kunnen weliswaar een reden zijn om niet toe te treden, maar zijn daarentegen geen onoverwinbare toetredingsbarrières. Marktpartijen met meer dan 25% marktaandeel worden hierdoor beperkt in het gebruik van hun eventuele marktmacht.
4.7
Uittredingsbarrières
4.7.1
Onderzoeksresultaten De aanbieders van internationale huurlijnen onderkennen de volgende twee uittredingsbarrières (in volgorde van afnemende frequentie): 1) de opbrengst van de verkoop van het netwerk zal lager zijn dan de daarin gedane investeringen (sunk costs), en 2) lopende contracten met afnemers.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
39
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Net zoals bij de toetredingsbarrières worden de sunk costs hier genoemd. Voor aanbieders die actief zijn in deze markt, vormen deze een aanmerkelijke uittredingsbarrière. Hierdoor is de verwachting, ook bij de aanbieders zelf, dat het overgrote deel van (verliesgevende) aanbieders in de markt actief zal blijven zolang de verwachte kasstroom positief is. Het feit dat deze aanbieders actief blijven, verhoogt de mate van concurrentie op de huurlijnenmarkt. De aanbieders geven aan dat met name afnemers daarvan profiteren in de vorm van een scherpere tariefstelling. Ook de afnemers van internationale huurlijnen constateren dat het aantal aanbieders licht afneemt, met name door het wegvallen van globale samenwerkingsverbanden (Unisource, Qwest), maar dat er voor internationale huurlijnen meer dan voldoende aanbieders overblijven. Verder bevestigen de afnemers de gedachte van aanbieders: afnemers profiteren van toegenomen concurrentie. 4.7.2
Subconclusie Sunk costs hebben een negatief effect op uittredingen. Dit verhoogt de mate van concurrentie op de huurlijnenmarkt omdat aanbieders die in totaal verliesgevend zijn, in de markt actief blijven zolang de (verwachte) kasstroom positief is. Het criterium uittredingsbarrières werkt voor alle aanbieders negatief door in de mate van marktmacht en is in die zin niet discriminerend.
4.8
Overstapdrempels
4.8.1
Onderzoeksresultaten Overstapdrempels zijn belemmeringen die afnemers van internationale huurlijnen ondervinden wanneer zij huurlijnen van een andere aanbieder willen gaan afnemen. In dit onderzoek is er zowel van afnemers als van aanbieders input over overstapdrempels verkregen.
4.8.2
Afnemers Afnemers identificeren de volgende overstapdrempels (in volgorde van afnemende frequentie): 1.
Een tekort aan transparantie van de markt.
2.
Lange contractduur door gebruik van een minimum contractduur of termijnkortingen.
3.
Grote inspanning in tijd en middelen om een andere aanbieder te selecteren.
4.
Hoge eenmalige kosten bij een overstap.
Ad 1) De huurlijnenmarkten worden door afnemers als intransparant beschouwd. Specifiek gaat het om ondoorzichtigheid van tarieven en voorwaarden en de slechte vergelijkbaarheid van aanbod van verschillende aanbieders. Wat betreft tarieven is KPN de enige aanbieder die, gedwongen door wetgeving, standaardtarieven hanteert en publiceert. Andere aanbieders publiceren tarieven noch voorwaarden en doen over het algemeen klantspecifieke aanbiedingen. Daarnaast is het product ‘huurlijn’ op zich voldoende transparant in technisch opzicht, maar blijft vaak onduidelijk of eventuele randapparatuur ook deel uitmaakt van het aanbod. Een ander aspect van het tekort aan transparantie, specifiek voor de internationale huurlijnen, is volgens een aantal afnemers de onduidelijkheid over welke aanbieder fysiek in het buitenland de huurlijn levert; “welke aanbieders krijg je mee naar binnen als je met een hoofdaannemer een overeenkomst sluit?”.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
40
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Ad 2) Een aantal afnemers geeft aan dat de contractduur in algemene zin een overstapdrempel is, maar ook dat de gemiddelde contractduur onder druk van de concurrentie de afgelopen periode aanmerkelijk verkort is. Was er voorheen nog sprake van contracten met een looptijd van 8 jaar en langer, op het moment is sprake van contracten met een looptijd van ten hoogste 4 jaar, maar veelal korter (1 jaar). Bovendien wordt doorgaans standaard in de contracten een zogenoemde ‘benchmarkclausule’ opgenomen, die zorgt voor dalende tarieven wanneer generieke markttarieven dalen. Ad 3) Afnemers geven aan dat het selecteren van een andere aanbieder veel tijd kost. Bovendien is vaak intern niet de expertise aanwezig om voldoende inzicht te krijgen in het aanbod van de verschillende aanbieders. Aangegeven wordt dat een dergelijk selectieproces bij een grote afnemer minimaal twee jaar kost. Ad 4) Kosten bij overstap zijn kosten die samenhangen met eventuele vroegtijdige beëindiging van een contract en nieuwe aansluitkosten. Daarnaast moeten kosten worden gemaakt wanneer andere randapparatuur benodigd is. Als specifiek voorbeeld wordt daarbij met name genoemd de overstap van huurlijnen naar IP-VPN. Overigens: ondanks de overstapdrempels die ervaren worden, geven afnemers wel aan dat het overstappen naar een andere aanbieder in financiële zin kan lonen en dus ook plaatsvindt. 4.8.3
Aanbieders Aanbieders van internationale huurlijnen geven de volgende overstapdrempels aan: 1.
Installatiekosten voor nieuwe aansluitingen.
2.
(Lange) looptijden van contracten.
3.
Bundeling en packaging.
Ad 1) Het aanleggen van nieuwe infrastructuur (aansluitsegmenten bij KPN, co-locatie) kost veel tijd en geld. Ad 2) KPN geeft aan dat lange contracttermijnen enkel een drempel vormen bij de overstap van een aanbieder náár KPN. KPN zelf hanteert standaard 1-jaar contracten waardoor volgens KPN geen enkele drempel bestaat wanneer een afnemer van KPN naar een andere aanbieder wil overstappen. Ad 3) Eén aanbieder geeft aan dat vaak in combinatie met de huurlijn andere diensten of producten met korting worden geleverd. Deze bundeling maakt het gecompliceerder om over te stappen naar een alternatieve aanbieder. 4.8.4
Subconclusie Gezien de structureel dalende contracttermijnen vormen deze geen reële overstapdrempel. Bundeling van een huurlijn met producten en diensten vormen wel een overstapdrempel, maar deze is niet discriminerend ten aanzien van een of meer aanbieders. Bovendien blijkt dat het onderwerp vraagbundeling bij afnemers van internationale huurlijnen geen issue is. Volumekortingen, installatiekosten en de tijd die het kost om een andere aanbieder te selecteren, gelden voor alle
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
41
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
aanbieders. Marktpartijen met een groot marktaandeel kunnen hier mogelijk voordeel uit halen (door de tijd die nodig is om over te stappen zal het marktaandeel slechts langzaam dalen). De intransparantie van de huurlijnenmarkt daarentegen is wel een reële overstapdrempel voor afnemers, maar er is niet een aanbieder die van dit verschijnsel meer of minder profiteert dan een andere aanbieder (en daardoor meer of minder marktmacht zou hebben).
4.9
Verticale integratie
4.9.1
Onderzoeksresultaten Ten opzichte van het merendeel van de overige aanbieders is KPN sterker verticaal geïntegreerd. Immers, KPN heeft de beschikking over een fijn en wijdvertakt huurlijnennetwerk in Nederland, dat ook onderdeel vormt van een internationale huurlijn. Een aantal andere aanbieders, die zelf geen (wijdvertakt) Nederlands netwerk hebben, koopt nationale huurlijndiensten in bij KPN. Deze afhankelijkheid van KPN is in het algemeen een nadeel. Dit nadeel kan niet helemaal worden gecompenseerd door het ILL-aanbod (interconnecterende huurlijnen) van KPN. Ook met het gebruik van ILL’s moet een aanbieder toetreden op een behoorlijke schaal om de interconnectiekosten (colocatie en dragerdiensten) te compenseren. KPN, als verticaal geïntegreerd aanbieder in Nederland, heeft deze kosten niet. Niettemin heeft KPN maar een relatief gering voordeel als gekeken wordt naar de internationale huurlijnenmarkt: net zoals buitenlandse operators bij KPN lokale huurlijnen moeten inkopen, moet KPN immers zelf in het buitenland ook huurlijndiensten inkopen bij de betreffende nationale/lokale aanbieder.
4.9.2
Subconclusie De sterkere verticale integratie van KPN heeft dan ook een matige (positieve) invloed op de marktmacht van KPN.
4.10 Diversificatie 4.10.1
Onderzoeksresultaten KPN kan meer dan de overige aanbieders van internationale huurlijnen een gediversifieerd aanbod (in Nederland) bieden doordat ze een veel groter aanbod van vaste en mobiele diensten (vaste telefonie, vaste transmissiediensten, vaste datacommunicatiediensten, mobiele diensten) heeft dan de andere aanbieders. Een mogelijk voordeel van diversificatie is dat de merknaam sterker is doordat afnemers deze ook kennen van andere diensten. Daartegenover staan drie overwegingen die leiden tot de conclusie dat de diversificatie van KPN nauwelijks of geen invloed heeft op de marktmacht van KPN voor wat betreft internationale huurlijnen. Ten eerste gaat het om internationale markten in dit onderzoek; vaste telefonie en mobiele telefonie zijn geen diensten die KPN buiten Nederland verkoopt. Ten tweede geven de meeste afnemers aan dat hun vraag naar internationale huurlijnen losstaat van andere telecommunicatiediensten. Met andere woorden: het is geen automatisme dat internationale huurlijnen worden afgenomen van de aanbieder die ook de vaste telefonie en/of mobiele telefonie levert. Verder geldt voor de sterkte van de merknaam dat Nederlandse afnemers zeker niet automatisch KPN als prominente of te prefereren aanbieder selecteren. Integendeel, KPN’s reputatie bij de ondervraagde afnemers blijkt relatief slecht (te duur, technisch niet geavanceerd genoeg, etc), dus er wordt uitdrukkelijk naar andere aanbieders van internationale huurlijnen gekeken.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
42
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
4.10.2
Subconclusie Er is geen aanbieder die door diversificatie een betere uitgangspositie kan innemen dan een andere aanbieder. Aanbieders met meer dan 25% marktaandeel ondervinden dus geen nadeel of voordeel door verschillen in de mate van diversificatie.
4.11 Productdifferentiatie 4.11.1
Onderzoeksresultaten Productdifferentiatie voor internationale huurlijnen bestaat met name uit kwaliteit en merknaam. Het product zelf is technisch homogeen: alle aanbieders leveren huurlijnen die voldoen aan 46 internationale (ETSI en ITU ) standaarden. Wat betreft kwaliteit worden door de (Nederlandse)
afnemers nauwelijks verschillen gepercipieerd, met de uitzondering van KPN, dat meer dan andere aanbieders in negatieve zin genoemd wordt. BT Ignite en Worldcom worden vaak in positieve zin genoemd. 4.11.2
Subconclusie Door de uitgesproken homogeniteit van het product heeft geen van de aanbieders ten aanzien van dit onderwerp een betere uitgangspositie om marktmacht te doen gelden.
4.12 Prijsvorming 4.12.1
Onderzoeksresultaten In Tabel 4.4 zijn de standaard maandtarieven weergegeven voor de huurlijnen van 64Kb
47
naar
diverse bestemmingen, zoals door partijen is opgegeven. Hierbij dienen de volgende kanttekeningen te worden geplaatst: •
De prijzen hebben betrekking op POP naar POP. De prijs die berekend wordt voor de local loops zijn buiten beschouwing gelaten aangezien daar een daadwerkelijk adres voor nodig is.
•
Colt heeft geen prijzen opgegeven. Op basis van de wel verstrekte omzet en het aantal huurlijnen is een gemiddelde prijs per huurlijn berekend.
•
Global Crossing heeft aangegeven geen standaard prijzen te hebben.
•
Versatel heeft aangegeven geen vaste prijzen voor huurlijnen te hanteren.
Het aantal beschikbare prijzen voor vergelijking is beperkt tot meestal 2 tot 4 partijen. Bij de beoordeling van de prijzen moet rekening worden gehouden met het feit dat gevraagd is naar standaard prijzen. In de praktijk kan de gerealiseerde prijs (van POP naar POP) aanzienlijk lager 48 liggen als gevolg van verstrekte kortingen . De veranderingen van de standaard prijzen gebeuren
veelal eenmaal per jaar. 46
European Telecommunications Standards Institute, respectievelijk International Telecommunications Union 47 Omdat 64 Kb het meest voorkomende type is in de markt van huurlijnen < 2 Mb, is het niet noodzakelijk alle typen in het onderzoek naar prijzen te betrekken. Dit levert weinig additionele informatie. 48 Worldcom heeft aangegeven gemiddeld 25% korting te geven op de standaard prijs. Op basis van de verstrekte gegevens hebben we een gemiddelde korting per daadwerkelijk geleverde huurlijn berekend bij Belgacom van ongeveer 50% en bij Colt van 22%. Dit geeft aan dat de kortingen aanzienlijk kunnen zijn.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
43
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Bij vergelijking van de laagste en de hoogste standaard prijs per bestemming in 2003 valt direct op dat de verschillen erg groot zijn. Binnen West-Europa varieert het prijsverschil van 28% (Ierland) tot 400% (Zweden). Buiten West-Europa varieert het prijsverschil van 5% (Israël) tot 716% (Los Angeles). Binnen West-Europa hanteert BT Ignite voor 8 bestemmingen, KPN voor 5 bestemmingen, Worldcom voor 2 bestemmingen en Belgacom voor 1 bestemming de hoogste standaard prijzen. Op de bestemmingen binnen West-Europa waar Tele Danmark actief is, hanteert Tele Danmark ook de laagste standaard tarieven. Voor de meeste andere bestemmingen binnen West-Europa is Worldcom de goedkoopste, met uitzondering van Griekenland en Portugal, waar KPN de laagste prijzen hanteert. Op de bestemmingen buiten Europa heeft soms BT Ignite en soms KPN de hoogste prijzen. Voor de bestemmingen buiten West-Europa waar Worldcom actief is, is zij in 2003 veelal de goedkoopste. Voor de andere bestemmingen is soms KPN de goedkoopste en soms BT Ignite. Analyse van de verschillen in de tarieven per 1-1-2003 ten opzichte van 1-1-2002 laat zien dat er alleen sprake is van gelijkblijvende of dalende tarieven. Bij KPN en Tele Danmark zijn de prijzen voor bijna alle bestemmingen gelijk gebleven. Bij BT Ignite is over het algemeen sprake van dalingen van enkele procenten en in een aantal gevallen van forse tariefsdalingen (meer dan 10%). 49 Worldcom laat de grootste tariefdalingen zien, over het algemeen van enkele tientallen procenten .
49
Aangezien Worldcom haar tarieven in $ heeft opgegeven, is een deel van de prijsdaling in € terug te voeren naar koersontwikkelingen, namelijk 13%.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
44
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Belgacom 2002
2003
BT Ignite
KPN
2002
2002
2003
2003
Tele Danmark
Worldcom
2002
2002 2003
2003
West-Europa België (Brussel)
…
Denemarken (Kopenhagen) Duitsland (Frankfurt) Finland (Helsinki) Frankrijk (Parijs) Griekenland (Athene) Ierland (Dublin) Italië (Rome) Luxemburg (Luxemburg) Noorwegen (Oslo) Oostenrijk (Wenen) Portugal (Lissabon) Spanje (Madrid) Verenigd Koninkrijk (Londen) Zweden (Stockholm) Zwitserland (Zürich) Zuid en Midden Amerika Venezuela (Caracas) Brazilië (Rio de Janeiro) Noord Amerika
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
45
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Belgacom
BT Ignite
KPN
Tele Danmark
Worldcom
VS (New York) VS (Los Angeles) Canada (Montréal) Afrika Zuid Afrika (Kaapstad) Senegal (Dakar) Zuidoost Azië Japan (Tokyo) Singapore (Singapore) Hong Kong (Hong Kong) Australië/New Zeeland Australië (Sydney) Middenoosten Israël (Tel Aviv) Verenigde Arabische Emiraten (Abu Dhabi) Oost-Europa /Turkije/Cypru s Tsjechië (Praag) Turkije (Istanbul) Tabel 4.4: 1
Maandtarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen < 2 Mb
Betreft half circuit
In Tabel 4.5 zijn de aansluittarieven voor huurlijnen van 64Kb weergegeven, voorzover opgegeven. De aansluittarieven verschillen niet tussen de bestemmingen. Tele Danmark heeft de hoogste aansluittarieven (terwijl de standaard maandtarieven laag zijn). Alleen de aansluittarieven van Worldcom zijn verlaagd (in $ zijn de aansluittarieven gelijk gebleven, maar door koersontwikkelingen is het tarief in € gedaald).
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
46
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
2002 Belgacom
2003
…
BT Ignite KPN Tele Danmark Worldcom Tabel 4.5: 4.12.2
Aansluittarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen van 64 Kb
Gerealiseerde omzet Op basis van de verstrekte gegevens over het aantal huurlijnen en de omzet is de gerealiseerde omzet per huurlijn te berekenen. In Tabel 4.6 zijn de gemiddelde gerealiseerde omzetten per relevante markt per aanbieder weergegeven. Het is van belang op te merken dat voorzichtig met de gegevens moet worden omgegaan. De hoogte van de gerealiseerde omzet wordt beïnvloed door de capaciteit van de geleverde huurlijn, de verhuurde periode (1, 2 of 3 maanden) en de afstand en de kosten van de local loops. Dit beïnvloedt de gemiddelde gerealiseerde omzet per huurlijn. De verschillen in de gemiddelde omzet per huurlijn zijn aanzienlijk. Ook bij de afzonderlijke aanbieders zijn grote prijsverschillen waar te nemen voor huurlijnen naar nabijgelegen landen. Zo hebben huurlijnen naar Portugal en Spanje bij KPN een aanzienlijk hogere gemiddelde omzet dan huurlijnen naar andere Westeuropese landen zoals Italië en Griekenland.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
47
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Belgacom Colt
BT Ignite
KPN
T-systems Worldcom
West-Europa België
…
Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland Zuid en Midden Amerika Noord Amerika Afrika Zuidoost Azië Australië / Nieuw Zeeland Middenoosten Oost-Europa / Turkije / Cyprus Overigen Tabel 4.6: 4.12.3
Gerealiseerde omzet in € per huurlijn, 2002Q4
Subconclusies De verschillen in de tarieven tussen de verschillende aanbieders voor huurlijnen van 64 Kb zijn zeer fors. Aangezien hier sprake is van technisch identieke huurlijnen, zijn deze grote verschillen een negatieve indicatie voor de mate van concurrentie. Daarbij is het niet eenduidig welke partij de hoogste of laagste tarieven hanteert. Bij deze conclusies dient wel opgemerkt te worden dat het hier gaat om standaard prijzen en niet de uiteindelijke prijzen. Het is goed mogelijk dat de verschillen in de werkelijke prijzen (na aftrek van kortingen) kleiner zijn. Bij de ontwikkeling van de tarieven blijkt dat deze bij KPN en Tele Danmark over het algemeen redelijk stabiel zijn. Dit zou een negatieve indicatie van marktwerking kunnen zijn. Echter, BT Ignite laat over het algemeen een lichte daling van de standaard tarieven zien en bij Worldcom zien we een forse dalingen van de tarieven, hetgeen een positieve indicatie voor de mate van marktwerking is. Ook bij de gemiddelde gerealiseerde omzet per huurlijn zijn grote verschillen waar te nemen. Dit
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
48
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
is echter niet een op een toe te wijzen aan een beperkte concurrentie aangezien de omzet gerealiseerd kan zijn door huurlijnen met verschillende capaciteit en verschillen in de local loop.
4.13 Overige uitzonderingscriteria Naast de bovenstaande uitzonderingscriteria, die samen het vermogen om marktvoorwaarden te beïnvloeden representeren, is er nog een aantal andere criteria.
4.14 Omvang aanbieders ten opzichte van de markt 4.14.1
Onderzoeksresultaten In Tabel 4.7 staat de omzet van de verschillende aanbieders weergegeven. De omzet per relevante markt staat weergegeven in Tabel 4.8. De meeste aanbieders hebben een grote groepsomzet in relatie tot de verschillende markten voor internationale huurlijnen < 2 Mb.
omzet 2002 (* € 1 mln) Belgacom
…
Colta Global Crossing BT Ignitea,b KPN Tele Danmarka T-systems Versatel Viatel Worldcoma Tabel 4.7: a1
Omvang marktpartijen
£ = €1,59; 1 Deense Kroon = € 0,13 1 april 2002 – 31 maart 2003
b boekjaar
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
49
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
marktomvang 2002 (in €) België
…
Denemarken Duitsland Finland50 Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland Zuid en Midden Amerika Noord Amerika Afrika Zuidoost Azië Australië / Nieuw Zeeland Middenoosten Oost-Europa / Turkije / Cyprus Overigen Tabel 4.8: 4.14.2
Omvang markt voor internationale huurlijnen < 2 Mb
Subconclusie De meeste aanbieders zijn relatief groot ten opzichte van de omvang van de verschillende relevante markten. Dit criterium heeft geen onderscheiden vermogen tussen de verschillende aanbieders die een marktaandeel hebben van 25% of meer.
4.15 Toegang tot eindgebruikers 4.15.1
Onderzoeksresultaten Bij de beoordeling van dit criterium gaat het ten eerste om de netwerktoegang tot eindgebruikers. Ten tweede gaat het om het distributienetwerk richting gebruikers. Netwerktoegang KPN bezit in Nederland een fijn vertakt netwerk, waardoor KPN overal in Nederland tegen beperkte aansluitkosten huurlijnen kan aanbieden. Voor internationale huurlijnen betekent dit dat KPN de local loop in Nederland gemakkelijk aan klanten kan aanbieden. Omdat KPN onder het huidige 50
Volledigheidshalve: de omzet geldt over het gehele jaar 2002; het aantal huurlijnen, waarvoor eerder voor Finland geen huurlijnen zijn weergegeven, gaat over het laatste kwartaal van 2002.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
50
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
wettelijk kader aangewezen is als aanbieder met AMM op de nationale huurlijnenmarkt, worden deze huurlijnen tegen een kostengeoriënteerd tarief aangeboden. Andere aanbieders van internationale huurlijnen kunnen dus, tegen ongeveer dezelfde kosten als KPN (met een opslag voor colocatie), het nationale deel van een internationale huurlijn bieden. Ten aanzien van de local loop in het buitenland, heeft KPN een uitgangspositie die vergelijkbaar is met andere aanbieders van internationale huurlijnen. Al met al heeft KPN, voor wat betreft toegang tot eindgebruikers, geen danwel slechts een marginaal voordeel. Distributienetwerk KPN heeft door zijn grootte en diversificatie in Nederland een beter ontwikkeld distributienetwerk dan andere aanbieders. Niettemin heeft een aantal andere aanbieders van specifiek internationale huurlijnen ook een uitgebreid distributienetwerk in Nederland opgebouwd, maar ook in andere landen, waar KPN ook actief is met huurlijnen. Ook ten aanzien van het distributienetwerk heeft KPN daarmee een met andere aanbieders vergelijkbare uitgangspositie. 4.15.2
Subconclusie De aanbieders van internationale huurlijnen hebben ten aanzien van het aspect toegang tot eindgebruikers een vergelijkbare uitgangspositie . Er is geen aanbieder die een duidelijk voor- of nadeel heeft.
4.16 Toegang tot financiële middelen 4.16.1
Onderzoeksresultaten Als indicator voor de kredietwaardigheid van aanbieders in de markt worden ratings van Standard & Poor’s en Moody’s gebruikt. Voor de aanbieders die actief zijn in de internationale markt voor huurlijnen van <2 Mb zijn deze weergegeven in Tabel 4.9.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
51
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Standards & Poor51
Moody’s52
Belgacom
AA
Aa3
Colt
B-
B3
BT Ignite
A-
Baa1 - outlook positive
KPN
BBB - outlook stable
Baa1 - outlook positive
Tele Danmark
A
A
Worldcom
In chapter 11 procedure
In chapter 11 procedure
Tabel 4.9:
53
Creditratings van de aanbieders van huurlijnen van <2 Mb, volgens Standard & Poor’s en Moody’s (1 helft van 2003) e
51
Voor Standard & Poor’s is de lange-termijnrating opgenomen. Deze loopt van AAA, de hoogste rating die door Standard & Poor’s wordt gegeven, tot D, de laagste rating, die aangeeft dat een partij niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De betekenis is als volgt: AAA = extreem goed, AA = goed, A = goed, BBB = adequaat, BB = enigszins kwetsbaar, etc. Met een + of – wordt aangegeven hoe een partij staat binnen de categorie. SD staat voor ‘selective default’ en zit tussen C en D in. Voor enkele partijen is tevens het vooruitzicht weergegeven, hetgeen aangeeft of een rating in de nabije toekomst waarschijnlijk zal worden bijgesteld, en zo ja, in welke richting. 52 De vermelde rating van Moody’s geeft eveneens een indicatie van de langetermijnkredietwaardigheid. De waarde van deze rating kan uiteenlopen van AAA (minimaal investeringsrisico) tot C (extreem slechte vooruitzichten dat een investering nog enige waarde oplevert). Met de cijfers 1, 2 en 3 wordt aangegeven hoe een partij staat binnen de categorie (1 = bovengemiddeld, 2 = ongeveer gemiddeld, 3 = onder het gemiddelde). 53 Vergelijkbaar met surseance van betaling
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
52
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
4.16.2
Subconclusies Op de markt voor huurlijnen van < 2 Mb naar België hebben zowel Belgacom als KPN een marktaandeel tussen 25-50%. De kredietwaardigheid van Belgacom is beter dan die van KPN. Dit kan aanleiding zijn om Belgacom een enigszins sterkere marktmacht toe te kennen dan KPN. Bij de andere markten van < 2 Mb is steeds sprake van één partij met een marktaandeel van meer dan 50%, namelijk KPN of Worldcom. KPN heeft een adequate kredietwaardigheid, hetgeen een neutrale tot licht positieve indicatie kan zijn voor marktmacht in de markten waar deze partijen de grootste aanbieder zijn. De kredietwaardigheid van Worldcom is slecht. Voor markten waarop Worldcom de grootste aanbieder is, is dit een negatieve indicatie voor marktmacht.
4.17 Ervaring 4.17.1
Onderzoeksresultaten Ervaring kan worden afgeleid uit het aantal jaren dat de aanbieders actief zijn bij het aanbieden van internationale huurlijnen. Alle aanbieders, zowel incumbents als anderen, zijn meerdere jaren actief. Het gegeven dat ze ook allen op een thuismarkt veel ervaring hebben kunnen opdoen, geldt voor alle aanbieders. Voor wat betreft KPN en zijn thuismarkt Nederland, blijkt uit dit onderzoek dat KPN voor wat betreft internationale huurlijnen geen sterkere merknaam heeft dan andere aanbieders.
4.17.2
Subconclusie Voor wat betreft ervaring hebben alle aanbieders van internationale huurlijnen een vergelijkbare uitgangspositie.
4.18 Beoordeling op basis van uitzonderingscriteria In hoofdstuk 7 wordt een overzicht van de bevindingen gepresenteerd. Daar worden de gevonden marktaandelen gekoppeld aan relevante uitzonderingscriteria.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
53
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
5
Marktaandelen internationale huurlijnen 2 Mb
5.1
Inleiding Dit hoofdstuk geeft de marktaandelen van aanbieders die actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen van 2 Mb. Om de marktaandelen goed in perspectief te kunnen plaatsen, wordt eerst de omvang van de verschillende relevante markten en de ontwikkeling van de markten besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de marktaandelen die de verschillende aanbieders hebben op de verschillende relevante markten. De marktaandelen worden berekend op basis van de gerealiseerde omzet. Het marktaandeel op basis van omzet wordt over het algemeen gezien als een goede indicator voor de marktmacht van een aanbieder. Het is onder andere goed te vergelijken tussen landen. Daarnaast zou ook gekeken kunnen worden naar de marktaandelen op basis van het aantal geleverde huurlijnen. Deze maatstaf mist echter de waarde die toegekend wordt aan de huurlijn. Er zal in deze analyse daarom met name gekeken worden naar de marktaandelen gemeten in omzet. Er dient te worden opgemerkt dat door de opdeling van de totale markt voor internationale huurlijnen in kleinere relevante markten de relevante markten relatief (zeer) klein kunnen worden. Soms betreft het een enkele huurlijn. Dit beperkte aantal geleverde huurlijnen heeft invloed op de stabiliteit van de berekende marktaandelen. Indien een nieuwe aanbieder tot de markt toetreedt of een bestaande aanbieder geen huurlijn meer levert, dan kan dit grote invloed hebben op de berekende marktaandelen. Deze instabiliteit kan ook tot uitdrukking komen in relatief grote veranderingen in de concentratie-index.
5.1.1
Opmerking vooraf Bij de berekening van de marktaandelen op basis van omzet is een aantal berekeningen en aannames gemaakt. Worldcom heeft alleen aangegeven welke huurlijnen zij aanbiedt (per 31-122002) zonder de daarbij behorende omzetten. Wel zijn standaard maandprijzen verstrekt voor groepen van landen (zones). De omzet is berekend door de individuele huurlijnen te vermenigvuldigen met de standaardprijs. Bij deze berekening is geen rekening gehouden met de eventueel verstrekte korting. Om hier toch rekening mee te houden, zijn de omzetten gecorrigeerd voor de gemiddelde korting zoals door Worldcom is aangegeven (..%). De verstrekte 54 standaardprijzen luiden in dollars. Deze zijn omgerekend in Euro’s . Tenslotte is verondersteld dat
de aangegeven huurlijnen voor geheel 2002 zijn geleverd door Worldcom.
5.2
Omvang van de markt In Tabel 5.1 zijn voor alle relevante markten de marktomvang en de concentratie-index (HHI op basis van omzet) weergegeven voor de kwartalen in 2002. Binnen West-Europa zijn er vijf landen met een marktomvang per kwartaal van meer dan € 100.000, te weten België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. Ten aanzien van Griekenland geldt dat op die markt slechts een aanbieder (KPN) actief is. De HHI is daar dan ook 10.000. In de andere vier landen ligt de HHI onder de 4.000, hetgeen aangeeft dat op deze markten meer concurrentie is. De markten in de 54
Met de volgende gemiddelde omrekenkoersen per kwartaal: Q1 1 $ = € 1.140125 (gemiddelde koers in Q1); Q2 1 $ = € 1.089775; Q3 1$ = € 1.01629; Q4 1$ = € 1,000; 2003Q1 1$ = € 0.931863.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
54
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
overige Westeuropese landen zijn relatief klein in omvang (of hebben geen huurlijnen). Er zijn ook minder aanbieders actief op de markten voor internationale huurlijnen tussen Nederland en deze landen. Vaak is slechts een aanbieder actief. De HHI op deze markten is dan ook relatief hoog. Bij de relevante markten buiten West-Europa hebben de aanbieders geen internationale huurlijnen van 2 Mb geleverd aan Australië en Nieuw Zeeland. Afrika is de eerste drie kwartalen de grootste markt. In het vierde kwartaal is het Middenoosten de grootste markt. De HHI ligt, met uitzondering van Noord-Amerika, boven de 5.000, hetgeen aangeeft dat de markten geconcentreerd zijn. In Figuur 5.1 staat de marktomvang van de verschillende regio’s voor 2002 weergegeven. WestEuropa is veruit de grootste markt gevolgd door Afrika en het Middenoosten. Noord-Amerika is een relatief kleine markt.
Oost Europa /Turkije/Cyprus 13% M iddenoost en 18%
West Europa 40%
Aust ralië / Nieuw Zeeland 0%
Zuidoost Azië 3%
Figuur 5.1:
Overigen 0%
Zuid en M idden Amerika 0% Af rika 22%
Noord Amerika 4%
Internationale huurlijnen van 2 Mb, omvang regio’s in 2002
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
55
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
2002Q1 markt
2002Q2 HHI
omvang
markt
2002Q3 HHI
omvang
markt
2002Q4 HHI
omvang
markt
HHI
omvang
West-Europa België
…
2.129
…
2.041
…
1.964
…
2.053
Denemarken
5.901
5.168
5.510
4.155
Duitsland
3.520
3.154
2.718
2.499
Finland
10.000
-
-
-
Frankrijk
3.634
3.166
3.092
3.065
Griekenland
10.000
10.000
10.000
10.000
Ierland
6.024
10.000
10.000
10.000
Italië
-
10.000
5.126
5.431
Luxemburg
-
-
-
-
Noorwegen
7.789
10.000
10.000
10.000
Oostenrijk
10.000
8.604
5.000
5.004
Portugal
10.000
10.000
6.759
10.000
Spanje
10.000
10.000
-
10.000
Verenigd Koninkrijk
3.596
2.904
2.635
2.542
Zweden
10.000
10.000
10.000
-
Zwitserland
10.000
10.000
8.395
10.000
Zuid en Midden Amerika
10.000
10.000
10.000
10.000
Noord Amerika
3.961
4.080
4.256
4.397
Afrika
10.000
10.000
10.000
10.000
Zuidoost Azië
10.000
10.000
10.000
10.000
Australië / Nieuw Zeeland
-
-
-
Middenoosten
10.000
10.000
10.000
10.000
Oost-Europa / Turkije / Cyprus
10.000
10.000
8.951
8.645
Overigen
-
-
-
-
Tabel 5.1:
-
-
-
Internationale huurlijnen van 2 Mb, marktomvang (in €) en concentratie-index per relevante markt per kwartaal
5.3
Marktaandelen per relevante markt In Figuur 5.1 zijn de marktaandelen van de afzonderlijke aanbieders geclassificeerd voor de periode 2002Q4. Tevens zijn de HHI en het aantal huurlijnen weergegeven. Bij de interpretatie van de marktaandelen moet rekening worden gehouden met het feit dat op veel markten slechts een beperkt aantal huurlijnen wordt geleverd. Een extra huurlijn of een huurlijn minder kan dus een relatief grote invloed hebben op de marktaandelen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
56
7, 8, 9, 10
1, 3, 4, 5, 6,
8, 9, 10, 11
1, 2, 4, 5, 6,
6, 8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 5,
8, 9, 10, 11
1, 4, 5, 6,
8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 5, 6,
8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 6,
10
1, 4, 6, 8,
10, 11
6, 8, 9,
1, 2, 3, 4, 5,
10
1, 4, 6, 8,
9, 10, 11
1, 4, 6, 8,
3, 6, 8
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
Oostenrijk
Noorwegen
Luxemburg
Italië
Ierland
Griekenland
Frankrijk
Finland
Duitsland
Denemarken
België
West-Europa
niet actief
2, 10
>0-5%
2, 3, 9
2, 3, 9
2
4
>5-15%
OPENBAAR
5
5, 9
>15-<25%
11
3
11
5, 11
3, 5
1, 11
25-50%
2
2
>50-95%
>95-<100%
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Eindrapport
3
4
5
100 %
…
vang (* € 1.000)
Marktom-
5004
10000
-
5431
10000
10000
3065
-
2499
4115
2053
HHI
…
aantal huurlijnen
57
Zweden
1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
Afrika
1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11
1, 2, 4, 6, 8, 9, Noord Amerika 10
Amerika
Midden
Zuid en
8, 9, 10, 11
1, 3, 4, 5, 6,
1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11
Zwitserland
1, 6, 8
8, 9, 10, 11
1, 3, 4, 5, 6,
8, 9, 10, 11
1, 3, 4, 5, 6,
Koninkrijk
Verenigd
Spanje
Portugal
4, 10
11
9, 11
OPENBAAR
2
5
3, 5
3
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Eindrapport
5
3
2
2
2
10.000
4397
10.000
10000
-
2542
10000
10000
58
1, 2, 3, 4, 5, 6,
Australië /
2
>5-15%
>15-<25%
25-50%
Marktaandeel internationale huurlijnen 2 Mb per markt, 2002Q4
7, 8, 9, 10, 11
>0-5%
5
>50-95%
>95-<100%
5
5
100 % € 1.000)
vang (*
Marktom-
-
8645
10000
-
10000
HHI
aantal huurlijnen
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
1 = Belgacom; 2 = Colt; 3 = Global Crossing; 4 = BT Ignite; 5 = KPN; 6 = Tele Danmark; 8 = Tsystems; 9 = Versatel; 10 = Viatel; 11 = Worldcom
Tabel 5.2:
Overigen
9, 10, 11
Cyprus
1, 2, 3, 4, 5, 6,
1, 3, 4, 6, 7, 8,
7, 8, 9, 10, 11
1, 2, 3, 4, 6,
Turkije /
Oost-Europa /
Middenoosten
Nieuw Zeeland 7, 8, 9, 10, 11
7, 8, 9, 10, 11
Zuidoost Azië
1, 2, 3, 4, 6,
niet actief
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Eindrapport
59
Gevolgen als omzet half circuit * 2
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Zoals uit Tabel 5.2 valt af te lezen is in tien markten sprake van een monopoliepositie. In 2002Q4 zijn BT Ignite en Global Crossing de enige leverancier naar respectievelijk Ierland en Noorwegen en Zuid en Midden Amerika. Colt is de enige leverancier naar Portugal, Spanje en Zwitserland. Deze zes markten zijn relatief klein van omvang (< € 25.000) met één tot drie huurlijnen per land. KPN is vanuit Nederland in de vier onderzochte kwartalen de enige aanbieder naar Griekenland, Zuidoost Azië, Afrika en het Middenoosten. De omzet naar deze landen/regio’s is aanzienlijk groter dan de andere markten waar slechts een aanbieder actief is, namelijk ruim boven de € 100.000. KPN heeft verder een marktaandeel van meer dan 25% op de markten naar Denemarken (> 25 – 50%), Duitsland (> 25 – 50%), het Verenigd Koninkrijk (> 25 – 50%), Noord-Amerika (> 25 – 50%) en Oost-Europa, Turkije en Cyprus (> 50 - 95%). In al deze markten is het marktaandeel van KPN overigens, per kwartaal in de onderzochte periode, (licht) gedaald. Naast KPN zijn er drie andere aanbieders die in 2002Q4 op meer dan één relevante markt een marktaandeel hebben van meer dan 25%. Dit zijn: •
Colt in Oostenrijk (>50-95%), Italië (>50-95%), Portugal (100%), Spanje (100%) en Zwitserland (100%).
•
Global Crossing in Denemarken (>25-50%), Italië (>25-50%), Noorwegen (100%), het Verenigd Koninkrijk (>25-50%) en Noord Amerika (>50-95%).
•
Worldcom in België (>25-50%), Oostenrijk (>25-50%), Frankrijk (>25-50%) en Duitsland (>2550%).
Colt heeft in de hierboven genoemde markten de marktpositie in de onderzochte periode geheel opgebouwd, Global Crossing heeft zijn marktpositie in Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten uitgebreid en in Italië en Noorwegen van nagenoeg nul opgebouwd. Worldcom heeft een licht dalend marktaandeel in België en Duitsland, dalend in Oostenrijk en licht stijgend in Frankrijk. Belgacom heeft in België een marktaandeel van meer dan 25%. Het marktaandeel is in de onderzochte periode verdubbeld. 5.3.1
Marktaandelen gemeten in aantallen huurlijnen In Tabel 5.3 staan de marktaandelen gemeten in aantallen. Alleen de marktpartijen met een marktaandeel van 25% of meer zijn weergegeven. Opvallend is de positie van Versatel. Het marktaandeel gemeten in aantallen is aanzienlijk hoger dan gemeten in omzet. Dit geeft aan dat Versatel een relatief lage omzet per huurlijn realiseert.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
60
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
25-50%
>50-95%
>95-<100%
100%
HHI
aantal huurlijnen
West-Europa België Denemarken
Colt, KPN
Duitsland
Versatel
4.044
Global Crossing
3.750
Versatel
3.622
Finland
-
Frankrijk
Worldcom
Versatel
Griekenland Ierland Global Crossing
Italië
3.756 KPN
10.000
BT Ignite
10.000
Colt
5.556
Luxemburg
Global Crossing
Noorwegen Oostenrijk
6.800 Colt
10.000
Spanje
Colt
10.000
Verenigd Koninkrijk
Versatel
2.524
Zweden
-
Zwitserland
Colt
Zuid en Midden Amerika Noord-Amerika
10.000 -
Global Crossing
6.622
Afrika
KPN
10.000
Zuidoost Azië
KPN
10.000
Australië / Nieuw Zeeland
-
Middenoosten Oost-Europa / Turkije / Cyprus
KPN
10.000
KPN
Overigen
5.4
10.000
Colt
Portugal
Tabel 5.3:
…
8.828 -
Marktaandelen internationale huurlijnen van 2 Mb, 2002Q4 (in aantallen)
Conclusie marktaandelen internationale huurlijnen van 2 Mb In West-Europa zijn vier grote markten (België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) waar 55 sprake lijkt van werkbare concurrentie . De gemiddelde omzet per huurlijn van 2 Mb op deze
markten bedraagt ongeveer € 4.500-5000. De overige Westeuropese landen zijn aanzienlijk kleiner in omvang, zowel in omzet als in aantal huurlijnen. De omzet per huurlijn ligt in de meeste markten 55
In dit onderzoek wordt het oordeel werkbare concurrentie gebaseerd op een aantal bevindingen: HHI zit boven gemiddelde (1800), prijs en gemiddelde omzet per huurlijn zijn relatief laag, vijf of meer aanbieders actief en nog meer potentiële aanbieders, marktaandelen liggen tussen 25 en 30% (en verschillen niet heel fors).
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
61
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
tot zo’n 2,5 maal de omzet per huurlijn in de vier markten waar een werkbare concurrentie lijkt te zijn. Alleen in Portugal en Griekenland ligt de gemiddelde huurprijs aanzienlijk hoger dan in de rest van West-Europa. Voor de overige regio’s waar daadwerkelijk internationale huurlijnen worden geleverd, geldt dat KPN een marktaandeel heeft van meer dan 25%. De meeste concurrentie ondervindt KPN op de markt voor huurlijnen van 2 Mb naar Noord Amerika. Voor huurlijnen van 2 Mb naar Afrika, Zuidoost Azië, het Middenoosten en Oost-Europa, Turkije en Cyprus ligt het marktaandeel van KPN op 100% of zeer dicht bij de 100%.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
62
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
6
Uitzonderingscriteria huurlijnen 2 Mb
6.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden de uitzonderingscriteria behandeld zoals genoemd in artikel 6.4, lid 4, van de Telecommunicatiewet. Het gecombineerde resultaat
56
van de toetsing op deze criteria biedt het
college van OPTA de onderbouwing om al dan niet af te wijken van de hoofdregel van aanwijzen van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht. Deze hoofdregel is: als aanbieders met aanmerkelijke marktmacht worden door het college aangewezen de aanbieders die op de relevante markt een aandeel hebben van meer dan 25%. In concreto kan het college van de hoofdregel afwijken indien op grond van de uitzonderingscriteria blijkt dat een aanbieder ondanks een marktaandeel van meer dan 25% geen aanmerkelijke marktmacht heeft, dan wel ondanks een marktaandeel van minder dan 25% toch aanmerkelijke marktmacht heeft. Daarbij geldt in het algemeen dat hoe hoger (boven 25%) het marktaandeel van een aanbieder is, des te minder aanleiding er zal zijn om aanwijzing van de betreffende aanbieder in afwijking van de hoofdregel achterwege te laten. Omgekeerd geldt hetzelfde. Zoals in het eerste hoofdstuk aangegeven, geldt bij de weergave van de bevindingen inzake de uitzonderingscriteria dat:er is uitgegaan van de gegevens zoals die zijn verstrekt door de aanbieders. Indien nodig zijn aanvullende berekeningen en aannames gemaakt. Dit wordt aangegeven in de tekst. De resultaten worden in principe op het niveau van de afzonderlijke landen weergegeven, tenzij er enkel meer geaggregeerde informatie voorhanden is.
6.2
Het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden Dit wettelijke criterium is onderverdeeld in enkele deelcriteria, die in de volgende paragrafen successievelijk worden behandeld.
6.3
Aantal concurrenten in de markt voor huurlijnen
6.3.1
Onderzoeksresultaten Het aantal aanbieders in een markt geeft aan hoeveel bedrijven daadwerkelijk met elkaar concurreren. Naarmate dit aantal aanbieders groter is, kan ervan worden uitgegaan dat dit een positief effect heeft op de mate van concurrentie. In Tabel 6.1 is aangegeven welke partijen actief zijn op de verschillende geografische markten voor huurlijnen van 2 Mb. Het grootste aantal actieve partijen is aangetroffen op de markt naar België en het Verenigd Koninkrijk (zeven aanbieders), gevolgd door Duitsland (zes aanbieders) en door Frankrijk (vijf aanbieders). Op de andere Westeuropese markten is het aantal daadwerkelijke aanbieders drie of minder. Op de markt voor huurlijnen naar de Verenigde Staten zijn drie aanbieders actief. Op huurlijnenmarkten naar de andere verder weg gelegen markten is het aantal actieve partijen over het algemeen klein (nul, een
56
Het zou niet evenwichtig zijn om per afzonderlijk criterium aan te geven of de stand van zaken aangaande dat
criterium een reden is om af te wijken van de hoofdregel. Een dergelijke afwijking kan alleen gebaseerd worden op het totaalbeeld van alle uitzonderingscriteria tezamen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
63
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
of twee aanbieders). KPN is op de meeste markten actief. Daarnaast zijn Colt en Global Crossing in veel Europese landen actief. Het aantal landen waarin Belgacom, BT Ignite, Versatel, Viatel en Worldcom actief zijn, is beperkter en varieert van een tot vijf landen. De mate van concurrentie is niet alleen afhankelijk van het aantal daadwerkelijk actieve partijen in een markt. Ook potentiële concurrenten die snel een product in een markt kunnen zetten, hebben een disciplinerende werking en verhogen derhalve de mate van concurrentie. In Tabel 6.2 is aangegeven welke partijen in de verschillende markten als potentiële aanbieders kunnen worden beschouwd (dit zijn de aanbieders die reeds actief zijn en de aanbieders die hebben aangegeven op korte termijn actief te kunnen zijn op de markt). Op vrijwel alle geografische markten in Europa (behalve Griekenland) en Noord Amerika kunnen minimaal vijf aanbieders huurlijnen van 2 Mb aanbieden, namelijk Belgacom, Colt, Global Crossing BT Ignite, KPN, Tele Danmark en/of Worldcom. Bij de niet-Westeuropese bestemmingen (met uitzondering van Noord Amerika) is het aantal potentiële aanbieders minder dan vier. 6.3.2
Subconclusie Op vier markten voor huurlijnen van 2 Mb naar Westeuropese bestemmingen (België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) is sprake van minimaal vijf concurrenten. Dit kan gezien worden als een positieve indicatie voor de mate van concurrentie. Op de overige Westeuropese markten zijn er drie of minder aanbieders. Dit houdt een risico in voor de mate van concurrentie. Ook op de overige relevante markten zijn slechts drie of minder aanbieders daadwerkelijke actief. Dit kan gezien worden als een negatieve indicatie voor de mate van concurrentie. Indien het aantal daadwerkelijk aanbieders beperkt is, dan kunnen potentiële aanbieders een disciplinerende werking hebben. Op alle Westeuropese markten zijn er vijf of meer potentiële aanbieders actief, alleen richting Griekenland zijn er slechts vier potentiële aanbieders. Dit kan voor deze markt gezien worden als een beperkte disciplinerende werking van potentiële concurrentie. Voor huurlijnen van 2 Mb naar Noord Amerika en Oost-Europa / Turkije en Cyprus zijn er ook vijf of meer potentiële aanbieders. Dit kan gezien worden als een positieve indicatie voor de mate van concurrentie. Op de overige relevante markten zijn er vier of minder potentiële aanbieders, hetgeen kan worden gezien als een indicatie voor beperkte disciplinerende werking van potentiële concurrenten.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
64
Eindrapport
OPENBAAR
Versatel
Viatel
Worldcom
totaal
T-systems
Tele Danmark
KPN
BT Ignite
Global Crossing
Colt
Belgacom
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
x
x
x
7
West-Europa België
x
x
Denemarken
x
x
Duitsland
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Finland
3 x
x
x
x
x
Frankrijk
x
Griekenland Ierland
x
Italië
x
6 1 5
x
1
x
2
x
2
Luxemburg
0
Noorwegen
x
x
2
Oostenrijk
x
Portugal
x
x
2
Spanje
x
x
2
Verenigd Koninkrijk
x
x
x
x
x
x
x
2
x 7
Zweden
x
Zwitserland
x
1
x
Zuid en Centraal Amerika
x
Noord Amerika
x
2
1 x
x 3
Afrika
x
1
Zuidoost Azië
x
1
Australië/Nieu w Zeeland
0
Middenoosten Oost-Europa/
x x
1
x
Turkije/Cyprus
2
Overigen
0
Tabel 6.1
Aanbieders die actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen 2 Mb
57
57
KPN en Colt hebben de betreffende vraag niet ingevuld. De gegevens in de tabel van KPN en Colt zijn gebaseerd op de daadwerkelijk opgegeven huurlijnen. Tele Danmark heeft aangegeven op actief te zijn op meerdere routes, echter geen daadwerkelijke omzet weergegeven.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
65
Eindrapport
OPENBAAR
Viatel
Worldcom
totaal aantal
x
Versa-tel
Tele Danmark
x
T-systems
KPN
BT Ignite
Global Crossing
Colt
Belgacom
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
x
x
x
9
x
7
x
x
x
9
x
6
x
x
x
9
West-Europa België
x
Denemarken
x
x
x
x
x
x
Duitsland
x
x
x
x
x
x
Finland
x
Frankrijk
x
x
x
Griekenland Ierland
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4
x
x
x
x
5
Italië
x
x
x
x
x
x
6
Luxemburg
x
x
x
x
x
x
x
7
Noorwegen
x
x
x
x
x
x
6
Oostenrijk
x
x
x
x
x
x
Portugal
x
x
x
x
x
Spanje
x
x
x
x
x
x
Verenigd Koninkrijk
x
x
x
x
x
x
Zweden
x
x
x
x
x
x
Zwitserland
x
x
x
x
x
x
7
x
6
x
7
x 9
Zuid en Centraal Amerika
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
7
x
8
x 4
Noord Amerika
x
x
x
x 7
Afrika Zuidoost Azië
x
x
3 4
x
x
x
Australië/Nieu w Zeeland
x
x
x
Middenoosten
x
x
x
x
x
x
Oost-Europa/
3 x
x
Turkije/Cyprus Overigen Tabel 6.2
3 5
x
x
2
Bedrijven die potentieel actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen 2 Mb
6.4
Aanbodconcentratie
6.4.1
Onderzoeksresultaten
58
In Figuur 6.1 is de HHI per relevante markt per kwartaal weergegeven. In alle onderscheiden relevante markten is de HHI groter dan 1.800 hetgeen aangeeft dat er sprake is van geconcentreerde markten. De markt voor internationale huurlijnen van 2 Mb naar België zit dicht tegen de grens van 1.800 aan, waaronder sprake is van matige concentratie. Belgacom en 58
Bij de aanbieders die de betreffende vraag niet hebben ingevuld is er vanuit gegaan dat wanneer ze actief zijn in een markt ze er ook potentieel actief zijn.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
66
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Worldcom hebben een marktaandeel dat in 2002Q4 net boven 25% zit. Ook de HHI voor huurlijnen naar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk bevinden zich reeds onder de 3.000 en lijken zich te ontwikkeling in de richting van 1.800. Op de Duitse markt zijn slechts 5 aanbieders actief en heeft KPN nog duidelijk het hoogste marktaandeel. Op de markt voor internationale huurlijnen van 2 Mb naar het Verenigd Koninkrijk zijn zeven aanbieders actief. Het marktaandeel van KPN neemt in de onderzochte periode fors af, een andere aanbieder (Colt) met minder dan 25% marktaandeel groeit fors. Als deze ontwikkeling zich voortzet, dan zal dit ertoe leiden dat de HHI verder daalt.
M id de /T no ur os ki te je /C n yp ru O s ve ri g en
bu rg or w eg en O os te nr ijk Po rt u Ve g al re ni gd Spa Ko n je ni nk ri j k Zu Z w id e en d Zw en M it s id d e erl a nd n No A m er or i k d Am a er ik a Af ri k a
Lu xe m
O
os tE ur
op
a
No
Fi nl an d Fr an Gr kr i ie k e jk nl an d Ie rl a nd
la nd
i st
Du
De ne m
ar k
en
10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 -
Q1
Figuur 6.1: 6.4.2
Q2
Q3
Q4
HHI (in omzet) per relevante markt
Subconclusie De meeste onderscheiden relevante markten voor internationale huurlijnen van 2 Mb zijn geconcentreerd. Dit is een negatieve indicatie van de mate van concurrentie. Dit houdt in dat de concentratie positief bijdraagt aan de mate van marktmacht van marktpartijen met een marktaandeel van 25% of meer. De markt voor internationale huurlijnen van 2 Mb naar België zit tegen matige concentratie aan. Gezien de verdeling en ontwikkeling van de marktaandelen krijgt deze markt een neutraal oordeel. Gezien de kenmerken van de markt voor internationale huurlijnen naar Duitsland wordt aan deze markt een neutrale indicatie ten aanzien van concentratie toegekend. Gezien de kenmerken van de markt voor internationale huurlijnen naar het Verenigd Koninkrijk wordt aan deze markt een neutraal oordeel gegeven.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
67
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Oordeel ten aanzien van concentratie België
neutraal
Denemarken Duitsland
+ neutraal
Finland
n.v.t.
Frankrijk
+
Griekenland
+
Ierland
+
Italië
+
Luxemburg
n.v.t.
Noorwegen
+
Oostenrijk
+
Portugal
+
Spanje
+
Verenigd Koninkrijk Zweden
neutraal +
Zwitserland
+
Zuid en Midden Amerika
n.v.t.
Noord Amerika
+
Afrika
+
Zuidoost Azië Australië / Nieuw Zeeland Middenoosten Oost-Europa / Turkije / Cyprus Overigen Tabel 6.3
+ n.v.t + + n.v.t.
wegingswaardering van criterium concentratie internationale huurlijnen van 2 Mb
6.5
Vraagconcentratie
6.5.1
Onderzoeksresultaten De onderstaande analyse geeft een beeld van het onderwerp vraagconcentratie. De respons van aangeschreven afnemers van huurlijnen was evenwel zo gering dat aan deze analyse geen harde conclusies mogen worden verbonden. Een aantal (drie) grote afnemers van huurlijnen geeft aan de indruk te hebben door de omvang van het aantal af te nemen huurlijnen druk te kunnen uitoefenen op aanbieders. Deze druk komt concreet tot uitdrukking in kortingen die worden bedongen, met name op huurlijnen binnen de EU. De omvang van deze kortingen is echter veelal niet transparant omdat ze niet afgezet kan worden tegen de ‘standaardprijs’ van de aanbieder; het merendeel van de aanbieders publiceert of verstrekt geen standaardprijzen, maar zegt op de afnemer afgestemde tarieven te hanteren. Tevens geven afnemers aan dat het relatief grote aantal aanbieders, hoewel dalend, kansen biedt om aanbieders onder druk te zetten bij het inkopen van huurlijnen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
68
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Grootzakelijke afnemers van internationale huurlijnen zijn gedeeltelijk georganiseerd in de BTG59. Uit de verkregen informatie van een aantal afnemers én van de BTG, blijkt evenwel dat de inkoopmacht van een dergelijke organisatie als zeer beperkt wordt ingeschat. Grote afnemers denken op eigen gelegenheid meer inkoopmacht te kunnen uitoefenen dan in georganiseerd verband. 6.5.2
Subconclusie Op basis van bovenstaande indicaties kan voorzichtig geconcludeerd worden dat door het relatief grote aantal aanbieders de afnemers enige mate van onderhandelingsmacht hebben. Dit zou kunnen betekenen dat marktpartijen met meer dan 25% marktaandeel slechts in beperkte mate in staat zijn marktmacht te gebruiken. Indien er slechts een of enkele aanbieders zijn, dan hebben afnemers deze onderhandelingsmacht veelal in mindere mate, door het ontbreken van alternatieve aanbieders waarmee onderhandeld kan worden en waarmee het aanbod vergeleken kan worden.
6.6
Toetredingsbarrières
6.6.1
Onderzoeksresultaten De aanbieders van internationale huurlijnen noemen de volgende toetredingsbarrières (in volgorde van afnemende frequentie): 1.
Grote afhankelijkheid van lokale aanbieder (incumbent) van de local loop die tegen (te) hoge
2.
Sterke concurrentie binnen de EU naar grote steden.
3.
Hoge investeringen waarvan een groot deel bij uittreding niet kan worden terugverdiend (sunk
kosten lokale capaciteit aanbiedt.
costs). 4.
Vertragingen bij het verkrijgen van graafvergunningen.
5.
Ongunstig investeringsklimaat.
6.
Voldoen aan vergunningverplichtingen.
7.
Ontbreken van (voldoende) liberalisering buiten de EU.
KPN heeft daarnaast als enige aanbieder aangegeven dat door het beschikbaar zijn van een gereguleerd wholesale-aanbod van huurlijnen van KPN (interconnecterende huurlijnen) de concurrentie verscherpt is. Tevens heeft KPN vermeld dat netwerk en ondersteuning geleased kunnen worden, waardoor geen investeringen nodig zouden zijn. BT daarentegen heeft het over “miljoenen Euro’s” aan benodigde investeringen. 6.6.2
Subconclusie De afhankelijkheid van de lokale incumbent, hoge investeringen en een ongunstig investeringsklimaat vormen reële toetredingsdrempels. Sterke concurrentie en vergunningverplichtingen kunnen weliswaar een reden zijn om niet toe te treden, maar lijken geen onoverwinbare toetredingsbarrières te vormen. Marktpartijen met meer dan 25% marktaandeel worden hierdoor beperkt in het gebruik van hun eventuele marktmacht.
59
Nederlandse Vereniging van BedrijfsTelecommunicatieGrootgebruikers
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
69
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
6.7
Uittredingsbarrières
6.7.1
Onderzoeksresultaten De aanbieders van internationale huurlijnen onderkennen de volgende twee uittredingsbarrières (in volgorde van afnemende frequentie): 1.
De opbrengst van de verkoop van het netwerk zal lager zijn dan de daarin gedane
2.
Lopende contracten met afnemers.
investeringen (sunk costs).
Net zoals bij de toetredingsbarrières worden de sunk costs hier genoemd. Voor aanbieders die actief zijn in deze markt, vormen deze een aanmerkelijke uittredingsbarrière. Hierdoor is de verwachting, ook bij de aanbieders zelf, dat het overgrote deel van (verliesgevende) aanbieders in de markt actief zal blijven zolang de verwachte kasstroom positief is. Het feit dat deze aanbieders actief blijven, verhoogt de mate van concurrentie op de huurlijnenmarkt. De aanbieders geven aan dat met name afnemers daarvan profiteren in de vorm van een scherpere tariefstelling. Ook de afnemers van internationale huurlijnen constateren dat het aantal aanbieders licht afneemt, met name door het wegvallen van globale samenwerkingsverbanden (Unisource, Qwest), maar dat er voor internationale huurlijnen meer dan voldoende aanbieders overblijven. Verder bevestigen de afnemers de gedachte van aanbieders: afnemers profiteren van toegenomen concurrentie. 6.7.2
Subconclusie Sunk costs hebben een negatief effect op uittredingen. Dit verhoogt de mate van concurrentie op de huurlijnenmarkt omdat aanbieders die in totaal verliesgevend zijn, in de markt actief blijven zolang de (verwachte) kasstroom positief is. Het criterium uittredingsbarrières werkt voor alle aanbieders negatief door in de mate van marktmacht en is in die zin niet discriminerend.
6.8
Overstapdrempels
6.8.1
Onderzoeksresultaten Overstapdrempels zijn belemmeringen die afnemers van internationale huurlijnen ondervinden wanneer zij huurlijnen van een andere aanbieder willen gaan afnemen. In dit onderzoek is er zowel van afnemers als van aanbieders input over overstapdrempels verkregen.
6.8.2
Afnemers Afnemers identificeren de volgende overstapdrempels (in volgorde van afnemende frequentie): 1.
Een tekort aan transparantie van de markt.
2.
Lange contractduur door gebruik van een minimum contractduur of termijnkortingen.
3.
Grote inspanning in tijd en middelen om een andere aanbieder te selecteren.
4.
Hoge eenmalige kosten bij een overstap.
Ad 1) De huurlijnenmarkten worden door afnemers als intransparant beschouwd. Specifiek gaat het om ondoorzichtigheid van tarieven en voorwaarden en de slechte vergelijkbaarheid van aanbod van verschillende aanbieders. Wat betreft tarieven is KPN de enige aanbieder die, gedwongen door wetgeving, standaardtarieven hanteert en publiceert. Andere aanbieders publiceren tarieven noch voorwaarden en doen over het algemeen klantspecifieke aanbiedingen. Daarnaast is het product
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
70
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
‘huurlijn’ op zich voldoende transparant in technisch opzicht, maar blijft vaak onduidelijk of eventuele randapparatuur ook deel uitmaakt van het aanbod. Een ander aspect van het tekort aan transparantie, specifiek voor de internationale huurlijnen, is volgens een aantal afnemers de onduidelijkheid over welke aanbieder fysiek in het buitenland de huurlijn levert; “welke aanbieders krijg je mee naar binnen als je met een hoofdaannemer een overeenkomst sluit?”. Ad 2) Een aantal afnemers geeft aan dat de contractduur in algemene zin een overstapdrempel is, maar ook dat de gemiddelde contractduur onder druk van de concurrentie de afgelopen periode aanmerkelijk verkort is. Was er voorheen nog sprake van contracten met een looptijd van 8 jaar en langer, op het moment is sprake van contracten met een looptijd van ten hoogste 4 jaar, maar veelal korter (1 jaar). Bovendien wordt doorgaans standaard in de contracten een zogenoemde ‘benchmarkclausule’ opgenomen, die zorgt voor dalende tarieven wanneer generieke markttarieven dalen. Ad 3) Afnemers geven aan dat het selecteren van een andere aanbieder veel tijd kost. Bovendien is vaak intern niet de expertise aanwezig om voldoende inzicht te krijgen in het aanbod van de verschillende aanbieders. Aangegeven wordt dat een dergelijk selectieproces bij een grote afnemer minimaal twee jaar kost. Ad 4) Kosten bij overstap zijn kosten die samenhangen met eventuele vroegtijdige beëindiging van een contract en nieuwe aansluitkosten. Daarnaast moeten kosten worden gemaakt wanneer andere randapparatuur benodigd is. Als specifiek voorbeeld wordt daarbij met name genoemd de overstap van huurlijnen naar IP-VPN. Overigens: ondanks de overstapdrempels die ervaren worden, geven afnemers wel aan dat het overstappen naar een andere aanbieder in financiële zin kan lonen en dus ook plaatsvindt. 6.8.3
Aanbieders Aanbieders van internationale huurlijnen geven de volgende overstapdrempels aan: 1.
Installatiekosten voor nieuwe aansluitingen.
2.
(Lange) looptijden van contracten.
3.
Bundeling en packaging.
Ad 1) Het aanleggen van nieuwe infrastructuur (aansluitsegmenten bij KPN, co-locatie) kost veel tijd en geld. Ad 2) KPN geeft aan dat lange contracttermijnen enkel een drempel vormen bij de overstap van een aanbieder náár KPN. KPN zelf hanteert standaard 1-jaar contracten waardoor er volgens KPN geen enkele drempel bestaat wanneer een afnemer van KPN naar een andere aanbieder wil overstappen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
71
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Ad 3) Eén aanbieder geeft aan dat vaak in combinatie met de huurlijn andere diensten of producten met korting worden geleverd. Deze bundeling maakt het gecompliceerder om over te stappen naar een alternatieve aanbieder. 6.8.4
Subconclusie Gezien de structureel dalende contracttermijnen vormen deze geen reële overstapdrempel. Bundeling van een huurlijn met producten en diensten vormen wel een overstapdrempel, maar deze is niet discriminerend ten aanzien van een of meer aanbieders. Bovendien blijkt dat het onderwerp vraagbundeling bij afnemers van internationale huurlijnen geen issue is. Volumekortingen, installatiekosten en de tijd die het kost om een andere aanbieder te selecteren, gelden voor alle aanbieders. Marktpartijen met een groot marktaandeel kunnen hier mogelijk voordeel uit halen (door de tijd die nodig is om over te stappen zal het marktaandeel slechts langzaam dalen). De intransparantie van de huurlijnenmarkt daarentegen is wel een reële overstapdrempel voor afnemers, maar er is niet een aanbieder die van dit verschijnsel meer of minder profiteert dan een andere aanbieder (en daardoor meer of minder marktmacht zou hebben).
6.9
Verticale integratie
6.9.1
Onderzoeksresultaten Ten opzichte van het merendeel van de overige aanbieders is KPN sterker verticaal geïntegreerd. Immers, KPN heeft de beschikking over een fijn en wijdvertakt huurlijnennetwerk in Nederland, dat ook onderdeel vormt van een internationale huurlijn. Een aantal andere aanbieders, die zelf geen (wijdvertakt) Nederlands netwerk hebben, koopt nationale huurlijndiensten in bij KPN. Deze afhankelijkheid van KPN is in het algemeen een nadeel. Dit nadeel kan niet helemaal worden gecompenseerd door het ILL-aanbod (interconnecterende huurlijnen) van KPN. Ook met het gebruik van ILL’s moet een aanbieder toetreden op een behoorlijke schaal om de interconnectiekosten (colocatie en dragerdiensten) te compenseren. KPN, als verticaal geïntegreerd aanbieder in Nederland, heeft deze kosten niet. Niettemin heeft KPN maar een relatief gering voordeel: net zoals buitenlandse operators bij KPN lokale huurlijnen moeten inkopen, moet KPN immers zelf in het buitenland ook huurlijndiensten inkoopt bij de betreffende nationale/lokale aanbieder.
6.9.2
Subconclusie De sterkere verticale integratie van KPN heeft dan ook een matige (positieve) invloed op de marktmacht van KPN.
6.10 Diversificatie 6.10.1
Onderzoeksresultaten KPN kan meer dan de overige aanbieders van internationale huurlijnen een gediversifieerd aanbod (in Nederland) bieden doordat ze een veel groter aanbod van vaste en mobiele diensten (vaste telefonie, vaste transmissiediensten, vaste datacommunicatiediensten, mobiele diensten) heeft dan de andere aanbieders. Een mogelijk voordeel van diversificatie is dat de merknaam sterker is doordat afnemers deze ook kennen van andere diensten. Daartegenover staan drie overwegingen die leiden tot de conclusie dat de diversificatie van KPN nauwelijks of geen invloed heeft op de marktmacht van KPN voor wat betreft internationale huurlijnen. Ten eerste gaat het om internationale markten in dit onderzoek; vaste telefonie en mobiele telefonie zijn geen diensten die
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
72
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
KPN (op grote schaal) buiten Nederland verkoopt. Ten tweede geven de meeste afnemers aan dat hun vraag naar internationale huurlijnen losstaat van andere telecommunicatiediensten. Met andere woorden: het is geen automatisme dat internationale huurlijnen worden afgenomen van de aanbieder die ook de vaste telefonie en/of mobiele telefonie levert. Verder geldt voor de sterkte van de merknaam dat Nederlandse afnemers zeker niet automatisch KPN als prominente of te prefereren aanbieder selecteren. Integendeel, KPN’s reputatie bij de ondervraagde afnemers blijkt relatief slecht (te duur, technisch niet geavanceerd genoeg, etc), dus er wordt uitdrukkelijk naar andere aanbieders van internationale huurlijnen gekeken. 6.10.2
Subconclusie Er is geen aanbieder die door diversificatie een betere uitgangspositie kan innemen dan een andere aanbieder. Marktpartijen met meer dan 25% marktaandeel ondervinden dus geen nadeel of voordeel door verschillen in de mate van diversificatie.
6.11 Productdifferentiatie 6.11.1
Onderzoeksresultaten Productdifferentiatie voor internationale huurlijnen bestaat met name uit kwaliteit en merknaam. Het product zelf is technisch homogeen: alle aanbieders leveren huurlijnen die voldoen aan 60 internationale (ETSI en ITU ) standaarden. Wat betreft kwaliteit worden door de (Nederlandse)
afnemers nauwelijks verschillen gepercipieerd, met de uitzondering van KPN, dat meer dan andere aanbieders in negatieve zin genoemd wordt. BT Ignite en Worldcom worden vaak in positieve zin genoemd. 6.11.2
Subconclusie Door de uitgesproken homogeniteit van het product heeft geen van de aanbieders ten aanzien van dit onderwerp een betere uitgangspositie om marktmacht te doen gelden.
6.12 Prijsvorming 6.12.1
Onderzoeksresultaten In Tabel 6.4 zijn de standaard maandtarieven weergegeven voor de huurlijnen van 2 Mb naar diverse bestemmingen, zoals door partijen is opgegeven. Hierbij dienen de volgende kanttekeningen te worden geplaatst: •
De prijzen hebben betrekking op POP naar POP. De prijs die berekend wordt voor de local loops zijn buiten beschouwing gelaten aangezien daar een daadwerkelijk adres voor nodig is.
•
Colt heeft geen prijzen opgegeven. Op basis van de omzet en het aantal huurlijnen is een gemiddelde huurlijnprijs berekend.
•
Global Crossing heeft aangegeven geen standaard prijzen te hebben.
•
Versatel heeft aangegeven geen vaste prijzen voor huurlijnen te hanteren.
60
European Telecommunications Standards Institute, respectievelijk International Telecommunications Union
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
73
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Het aantal beschikbare prijzen voor vergelijking is beperkt tot meestal 2 tot 4 partijen. Bij vergelijking van de laagste en de hoogste prijs per bestemming in 2003 valt direct op dat de verschillen erg groot zijn, zelfs groter dan bij 64Kb. Binnen West-Europa varieert het prijsverschil van 274% (Spanje) tot 2.125% (Zwitserland). De grote prijsverschillen in West-Europa zijn een gevolg van de aanwezigheid van twee goedkope partijen (TDS en Viatel) op de meeste lijnen binnen West-Europa. Buiten West-Europa zijn varieert het prijsverschil van 22% (Kaapstad, Zuid Afrika) tot bijna 400% (Montreal, Canada). Bij de meeste bestemmingen binnen West-Europa hanteert KPN op 1 januari 2003 de hoogste prijzen. Voor de huurlijnen naar Noorwegen en Portugal is Worldcom het duurst. Op de bestemmingen binnen West-Europa waar Tele Danmark c.q. Viatel actief is, hanteert Tele Danmark c.q. Viatel ook de laagste tarieven. Voor de bestemmingen buiten West-Europa zijn vooral KPN en Worldcom vaak de duurste partij en BT Ignite vaak de goedkoopste (voor 6 bestemmingen is KPN het duurst, voor 6 Worldcom en voor 2 BT Ignite; voor 11 bestemmingen is BT Ignite het goedkoopst, voor 2 KPN en voor 1 Worldcom). Analyse van de verschillen in de tarieven per 1-1-2003 ten opzichte van 1-1-2002 laat zien dat er alleen sprake is van gelijkblijvende of dalende tarieven. Bij KPN, Tele Danmark en Viatel zijn de prijzen voor alle bestemmingen gelijk gebleven. Bij BT Ignite is over het algemeen sprake van dalingen van enkele procenten en in een aantal gevallen van forse tariefsdalingen (meer dan 10%). 61 Worldcom laat de grootste tariefdalingen zien, over het algemeen van enkele tientallen procenten .
61
Aangezien Worldcom haar tarieven in $ heeft opgegeven, is een deel van de prijsdaling in € terug te voeren naar koersontwikkelingen, namelijk 13%.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
74
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Belgacom
BT Ignite
KPN
Tele
Viatel
Worldcom
Danmark 2002
2003
2002
2003
2002
2003
2002
2003
2002
2003
2002
2003
West-Europa België Brussel
…
Denemarken Kopenhagen Duitsland (Frankfurt) Finland (Helsinki) Frankrijk (Parijs) Griekenland (Athene) Ierland Dublin Italië (Rome) Luxemburg (Luxemburg) Noorwegen (Oslo) Oostenrijk (Wenen) Portugal (Lissabon) Spanje Madrid Verenigd Koninkrijk (Londen) Zweden (Stockholm) Zwitserland (Zürich) Zuid en Midden Amerika Venezuela (Caracas) Brazilië (Rio de Janeiro) Noord Amerika VS (New York) VS (Los Angeles) Canada (Montréal) Afrika Zuid Afrika
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
75
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
(Kaapstad) Senegal (Dakar) Zuidoost Azië Japan (Tokyo) Singapore (Singapore) Hong Kong (Hong Kong) Australië/New Zeeland Australië (Sydney) Middenoosten Israël (Tel Aviv) Verenigde Arabische Emiraten (Abu Dhabi) Oost-Europa /Turkije/Cypru s Tsjechië (Praag) Turkije (Istanbul) Tabel 6.4 1
Maandtarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen van 2 Mb
Betreft half circuit. In Tabel 6.5 zijn de aansluittarieven voor huurlijnen van 2 Mb weergegeven, voor zover opgegeven. De aansluittarieven verschillen niet tussen de bestemmingen. Belgacom en KPN hebben de hoogste aansluittarieven. Alleen de aansluittarieven van Worldcom zijn verlaagd (in $ zijn de aansluittarieven gelijk gebleven, maar door koersontwikkelingen is het tarief in € gedaald).
2002 Belgacom
2003
…
BT Ignite KPN Tele Danmark Viatel Worldcom Tabel 6.5
Aansluittarieven in € per 1 januari voor internationale huurlijnen van 2 Mb
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
76
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
6.12.2
Gerealiseerde omzet Op basis van de verstrekte gegevens over het aantal huurlijnen en de omzet is de gerealiseerde omzet per huurlijn te berekenen. In Tabel 6.6 zijn de gemiddelde gerealiseerde omzetten per relevante markt per aanbieder weergegeven. Het is van belang op te merken dat voorzichtig met de gegevens moet worden omgegaan. De hoogte van de gerealiseerde omzet wordt beïnvloed door de verhuurde periode (1, 2 of 3 maanden) en de afstand en de kosten van de local loops. Dit beïnvloedt de gemiddelde gerealiseerde omzet per huurlijn. De verschillen in de gemiddelde omzet per huurlijn zijn aanzienlijk. Ook bij de afzonderlijke aanbieders zijn grote prijsverschillen tussen landen waar te nemen. In het algemeen realiseert KPN de hoogste gemiddelde omzet per huurlijn. Ook Worldcom realiseert over het algemeen een hoge gemiddelde omzet per huurlijn. Versatel realiseert op de vier markten waar ze actief is de laagste gemiddelde omzet per huurlijn. Ook Colt is een relatief goedkope aanbieder.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
77
Eindrapport
OPENBAAR
Worldcom
Viatel
Versatel
KPN
BT Ignite
Global Crossing
Colt
Belgacom
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
West-Europa België
…
Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland Zuid en Midden Amerika Noord Amerika Afrika Zuidoost Azië Australië / Nieuw Zeeland Middenoosten Oost-Europa / Turkije / Cyprus Overigen Tabel 6.6
Gerealiseerde omzet per huurlijn in €, 2002Q4
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
78
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
6.12.3
Subconclusie De verschillen in de tarieven tussen de verschillende partijen voor huurlijnen van 2 Mb zijn zeer fors, met name binnen West-Europa. Tele Danmark en Viatel zijn actief in West-Europa en hanteren aanzienlijk lagere tarieven dan de andere partijen. Aangezien sprake is van technisch identieke huurlijnen, zijn de verschillen een negatieve indicatie voor de mate van concurrentie. Daarbij is het niet eenduidig welke partij de hoogste of laagste tarieven hanteert. Opvallend is verder dat bij KPN en de goedkope partijen in West-Europa (Tele Danmark en Viatel) de prijzen gelijk zijn gebleven, terwijl andere partijen hun tarieven hebben verlaagd. Bij deze conclusies dient wel opgemerkt te worden dat het hier gaat om standaard prijzen en niet op de uiteindelijke prijzen. Het is goed mogelijk dat de verschillen in de werkelijke prijzen (na aftrek van kortingen) kleiner zijn. Bij de ontwikkeling van de tarieven is de conclusie dat deze bij KPN, BT Ignite, Tele Danmark en Viatel over het algemeen redelijk stabiel zijn. Dit zou een negatieve indicatie van marktwerking zijn. Echter, aan de andere kant wordt bij Worldcom een forse dalingen van de tarieven geconstateerd, hetgeen een positieve indicatie voor de mate van marktwerking is. De verschillen in de gemiddeld gerealiseerde omzet per huurlijn verschilt aanzienlijk. Dit is een negatieve indicatie voor de mate van concurrentie. KPN weet op de meeste markten een hoge gemiddelde omzet per huurlijn te realiseren.
6.13 Overige uitzonderingscriteria Naast de bovenstaande uitzonderingscriteria, die samen het vermogen om marktvoorwaarden te beïnvloeden representeren, is er nog een aantal andere criteria.
6.14 Omvang aanbieders ten opzichte van de markt 6.14.1
Onderzoeksresultaten In Tabel 6.7staat de omzet van de verschillende aanbieders weergegeven. De omzet per relevante markt staat weergegeven in Tabel 6.8. De meeste aanbieders hebben een grote groepsomzet in relatie tot de verschillende markten voor internationale huurlijnen van 2 Mb. omzet 2002 (* € 1 mln) Belgacom
…
a
Colt
Global Crossing BT Ignitea,b KPN Tele Danmarka T-systems Versatel Viatel Worldcoma Tabel 6.7 a1
Omvang marktpartijen
£ = €1,59; 1 Deense Kroon = € 0,13
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
79
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
b boekjaar
1 april 2002 – 31 maart 2003
marktomvang 2002 (in €) West-Europa België
…
Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland Zuid en Midden Amerika Noord Amerika Afrika Zuidoost Azië Australië / Nieuw Zeeland Middenoosten Oost-Europa / Turkije / Cyprus Overigen Tabel 6.8 6.14.2
Omvang markt voor internationale huurlijnen 2 Mb
Subconclusie De meeste aanbieders zijn relatief groot ten opzichte van de omvang van de verschillende relevante markten. Dit criterium heeft geen onderscheidend vermogen tussen de verschillende aanbieders die een marktaandeel hebben van 25% of meer.
6.15 Toegang tot eindgebruikers 6.15.1
Onderzoeksresultaten Bij de beoordeling van dit criterium gaat het ten eerste om de netwerktoegang tot eindgebruikers. Ten tweede gaat het om het distributienetwerk richting gebruikers. Netwerktoegang KPN bezit in Nederland een fijn-vertakt netwerk, waardoor KPN overal in Nederland tegen beperkte aansluitkosten huurlijnen kan aanbieden. Voor internationale huurlijnen betekent dit dat KPN de local loop in Nederland gemakkelijk aan klanten kan aanbieden. Omdat KPN onder het huidige wettelijke kader aangewezen is als aanbieder met AMM op de nationale huurlijnenmarkt, worden deze huurlijnen tegen een kostengeoriënteerd tarief aangeboden. Andere aanbieders van
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
80
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
internationale huurlijnen kunnen dus, tegen ongeveer dezelfde kosten als KPN (met een opslag voor colocatie), het nationale deel van een internationale huurlijn bieden. Ten aanzien van de local loop in het buitenland, heeft KPN een uitgangspositie die vergelijkbaar is met andere aanbieders van internationale huurlijnen. Al met al heeft KPN, voor wat betreft toegang tot eindgebruikers, geen, dan wel een marginaal voordeel. Distributienetwerk KPN heeft door zijn grootte en diversificatie in Nederland een beter ontwikkeld distributienetwerk dan andere aanbieders. Niettemin heeft een aantal andere aanbieders van specifiek internationale huurlijnen ook een uitgebreid distributienetwerk in Nederland opgebouwd, maar ook in andere landen, waar KPN ook actief is met huurlijnen. Ook ten aanzien van het distributienetwerk heeft KPN daarmee een met andere aanbieders vergelijkbare uitgangspositie. 6.15.2
Subconclusie De aanbieders van internationale huurlijnen hebben ten aanzien van het aspect toegang tot eindgebruikers een vergelijkbare uitgangspositie. Er is geen aanbieder die een duidelijk voor- of nadeel heeft.
6.16 Toegang tot financiële middelen 6.16.1
Onderzoeksresultaten Als indicator voor de kredietwaardigheid van partijen in de markt worden ratings van Standard & Poor’s en Moody’s gebruikt. Voor de partijen die actief zijn in de internationale markt voor huurlijnen van 2 Mb zijn deze weergegeven in Tabel 6.9.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
81
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Standards & Poor62
Moody’s63
Belgacom
AA
Aa3
Colt
B-
B3
Global Crossing
onder bescherming van de US Bankruptcy Court
onder bescherming van de US Bankruptcy Court
BT Ignite
A-
Baa1 - outlook positive
KPN
BBB - outlook stable
Baa1 - outlook positive
Tele Danmark
A
A
Versatel
heeft geen schuld en daardoor geen creditrating
heeft geen schuld en daardoor geen creditrating
Viatel
B-
Ca
Worldcom
in chapter 11 procedure
in chapter 11 procedure
Tabel 6.9
Creditratings van de aanbieders van huurlijnen van 2 Mb, volgens Standard & Poor’s en Moody’s (1e helft van 2003)
6.16.2
Subconclusies Op de markt voor huurlijnen van 2 Mb naar België hebben zowel Belgacom als KPN een marktaandeel tussen 25-50%. De kredietwaardigheid van Belgacom is beter dan die van KPN. Dit kan aanleiding zijn om Belgacom een enigszins sterkere marktmacht toe te kennen dan KPN. De markten naar Denemarken en naar het Verenigd Koninkrijk hebben zowel Global Crossing als KPN een marktaandeel tussen 25-50%. De kredietwaardigheid van KPN is beter dan die van Global Crossing. Dit kan aanleiding zijn om KPN een (enigszins) sterkere marktmacht toe te kennen dan Global Crossing. Op de markt voor huurlijnen van 2 Mb naar Duitsland hebben zowel KPN als Worldcom een marktaandeel tussen 25-50%. De kredietwaardigheid van KPN is beter dan die van Worldcom. Dit kan aanleiding zijn om KPN een (enigszins) sterkere marktmacht toe te kennen dan Worldcom. Op de markt naar Frankrijk is Worldcom de grootste partij met een marktaandeel tussen 25-50%. De kredietwaardigheid van Worldcom is echter slecht, hetgeen een negatieve indicatie is voor marktmacht op de markt.
62
Voor Standard & Poor’s is de lange-termijnrating opgenomen. Deze loopt van AAA, de hoogste rating die door Standard & Poor’s wordt gegeven, tot D, de laagste rating, die aangeeft dat een partij niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De betekenis is als volgt: AAA = extreem goed, AA = goed, A = goed, BBB = adequaat, BB = enigszins kwetsbaar, etc. Met Voor Standard & Poor’s is de langetermijnrating opgenomen. Deze loopt van AAA, de hoogste rating die door Standard & Poor’s wordt gegeven, tot D, de laagste rating, die aangeeft een + of – wordt aangegeven hoe een partij staat binnen de categorie. SD staat voor selective default en zit tussen C en D in. Voor enkele partijen is tevens het vooruitzicht weergegeven, hetgeen aangeeft of een rating in de nabije toekomst waarschijnlijk zal worden bijgesteld, en zo ja, in welke richting. 63 De vermelde rating van Moody’s geeft eveneens een indicatie van de lange-termijn kredietwaardigheid. De waarde van deze rating kan uiteenlopen van AAA (minimaal investeringsrisico) tot C (extreem slechte vooruitzichten dat een investering nog enige waarde oplevert). Met de cijfers 1, 2 en 3 wordt aangegeven hoe een partij staat binnen de categorie (1 = bovengemiddeld, 2 = ongeveer gemiddeld, 3 = onder het gemiddelde).
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
82
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Bij de andere markten van huurlijnen van 2 Mb is steeds sprake van één partij met een marktaandeel van meer dan 50%, namelijk KPN, BT Ignite Colt of Global Crossing. KPN en Colt hebben een redelijke kredietwaardigheid, hetgeen een neutrale indicatie kan zijn voor marktmacht in de markten waar deze partijen de grootste partij zijn. De kredietwaardigheid van Global Crossing is slecht. Voor markten waarop Global Crossing de grootste partij is, is dit een negatieve indicatie voor marktmacht. BT Ignite heeft een redelijk goede kredietwaardigheid. Voor de markt waar BT Ignite de grootste partij is (markt naar Ierland) betekent dit een positieve indicatie voor marktmacht.
6.17 Ervaring 6.17.1
Onderzoeksresultaten Ervaring kan worden afgeleid uit het aantal jaren dat de aanbieders actief zijn bij het aanbieden van internationale huurlijnen. Alle aanbieders, zowel incumbents als anderen, zijn meerdere jaren actief. Het gegeven dat ze ook allen op een thuismarkt veel ervaring hebben kunnen opdoen, geldt voor alle aanbieders. Voor wat betreft KPN en zijn thuismarkt Nederland, blijkt uit dit onderzoek dat KPN voor wat betreft internationale huurlijnen geen sterkere merknaam heeft dan andere aanbieders.
6.17.2
Subconclusie Voor wat betreft ervaring hebben alle aanbieders van internationale huurlijnen een vergelijkbare uitgangspositie.
6.18 Beoordeling op basis van uitzonderingscriteria In hoofdstuk 7 wordt een overzicht van de bevindingen gepresenteerd. Daar worden de gevonden marktaandelen gekoppeld aan relevante uitzonderingscriteria.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
83
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
7
Overzicht van bevindingen In de onderstaande tabellen worden de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken samengevat. Omdat dit onderzoek plaats vindt vanuit het perspectief van het huidige wettelijke (aanwijzings-) kader worden alleen die markten, en de bijbehorende aanbieder(s), genoemd waar marktaandelen van meer dan 25% optreden. Voor overige aanbieders en markten wordt kortheidshalve verwezen naar de betreffende hoofdstukken. Voor <2 Mb en voor 2 Mb wordt/worden per land of regio: •
Alle aanbieders weergegeven die een marktaandeel (omzet) van 25% of meer hebben (op basis van de meest recente gegevens: het vierde kwartaal van 2002).
•
De omvang van het aandeel aangegeven.
•
Aangestipt of er eventueel uitzonderingscriteria of andere overwegingen van toepassing zijn die voor het college een overweging zouden kunnen zijn om niet of juist wel tot aanwijzen over te gaan. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de geringe omvang van een markt
64
(gemeten in
aantallen huurlijnen), of om het aantal potentiële aanbieders op de betreffende markt. Zoals in de bovenstaande bullet al aangegeven, zijn de hierna volgende conclusies met name gevoelig voor die markten die beperkt in omvang zijn. Immers, het wegvallen van een bestaande, c.q. aanbieden van een nieuwe huurlijn in een kleine markt heeft een relatief grote impact op marktaandelen. Tenslotte geldt dat, naast de bovenstaand geïntroduceerde kwantitatieve resultaten, het totaalbeeld voor wat betreft de uitzonderingscriteria niet discriminerend is ten opzichte van een of meerdere aanbieders; op dit vlak hebben alle aanbieders van internationale huurlijnen een vergelijkbare uitgangspositie.
7.1
Internationale huurlijnen <2 Mb
64
De geringe omvang van een markt impliceert een grote gevoeligheid van het betreffende gemeten marktaandeel of marktaandelen. Indien een of meer huurlijnen bijvoorbeeld wegvallen, kan het marktaandeel van de betreffende aanbieder(s) drastisch veranderen.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
84
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Land / regio
Aanbieder
Marktaandeel
Reden om eventueel af te wijken van de hoofdregel
België
Belgacom
25 – 50%
•
Concentratie daalt
KPN
25 – 50%
•
Invloed vraagconcentratie
•
Competitieve markt
Denemarken Duitsland
Frankrijk
Worldcom
50 – 95%
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Worldcom
25 – 50%
•
Worldcom tarieven dalen flink
KPN
50 – 95%
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
•
Competitieve markt
KPN
25 – 50%
•
Concentratie daalt
Worldcom
25 – 50%
•
Worldcom tarieven dalen flink
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
•
Competitieve markt
Griekenland
KPN
100%
•
Zeer kleine markt
Ierland
KPN
25 – 50%
•
Worldcom
50 – 95%
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Italië
Worldcom
50 – 95%
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Luxemburg
Worldcom
25 – 50%
•
KPN
50 – 95%
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
•
Worldcom tarieven dalen flink
•
Kleine markt
Noorwegen
KPN
100%
•
Kleine markt
Oostenrijk
Worldcom
50 – 95%
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Portugal
KPN
100%
•
Zeer kleine markt
Spanje
Worldcom
25 – 50%
•
KPN
50 – 95%
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
•
Worldcom tarieven dalen flink
KPN
50 – 95%
•
Dalende concentratie
•
Lage gerealiseerde omzet per huurlijn
•
Competitieve markt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
•
Worldcom tarieven dalen flink
•
Kleine markt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Verenigd Koninkrijk
Zweden
Zwitserland
Zuid en Midden
Worldcom
50 – 95%
Worldcom
25 – 50%
KPN
50 – 95% •
Kleine markt
KPN
50 – 95%
•
Kleine markt
KPN
25 – 50%
•
Worldcom
25 – 50%
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Amerika Noord Amerika
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
85
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Afrika
KPN
100%
Zuidoost Azië
KPN
100%
Middenoosten
KPN
50 – 95%
Oost-Europa / Turkije / Cyprus
KPN
100%
Overigen
KPN
100%
Tabel 7.1:
•
Groot aantal potentiële aanbieders
•
Kleine markt
Internationale huurlijnen < 2 Mb
Op hoofdlijnen kan uit deze tabel geconcludeerd worden dat er, bij marktaandelen boven 25%, aangaande KPN geen argumenten zijn om af te wijken van de hoofdregel. Bij Worldcom zou met name de slechte financiële uitgangspositie een argument zijn.
7.2
Internationale huurlijnen 2 Mb Land / regio
Aanbieder
Marktaandeel
België
Belgacom
25 – 50%
Worldcom
25 – 50%
Denemarken
Duitsland
Global Crossing
25 – 50%
KPN
25 – 50%
KPN
25 – 50%
Worldcom
25 – 50%
Relevante uitzonderingscriteria • Competitieve markt, maar daling concentratie •
Groot aantal aanbieders
•
Invloed vraagconcentratie
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Global Crossing
•
Kleine markt
•
Competitieve markt, maar daling concentratie
•
Groot aantal aanbieders
•
Invloed vraagconcentratie
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Frankrijk
Worldcom
25 – 50%
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Griekenland
KPN
100%
•
Kleine markt
Ierland
BT Ignite
100%
•
Zeer kleine markt
Italië
Colt
50 – 95%
•
Global Crossing
25 – 50%
Slechtere toegang tot financiële middelen Colt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Global Crossing
•
Zeer kleine markt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Global Crossing
•
Kleine markt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Worldcom
Noorwegen
Oostenrijk
Global Crossing
100%
Worldcom
25 – 50%
Colt
50 – 95%
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
86
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Portugal
Colt
Spanje
Colt
100%
100%
Verenigd
Global Crossing
25 – 50%
Koninkrijk
KPN
25 – 50%
Zwitserland
Colt
Zuid en Midden
Global Crossing
100%
100%
Amerika
Noord Amerika
Slechtere toegang tot financiële middelen Colt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Colt
•
Snelle opbouw marktaandeel Colt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Colt
•
Snelle opbouw marktaandeel Colt
•
Kleine markt
•
Competitieve markt, maar daling concentratie
•
Groot aantal aanbieders
•
Invloed vraagconcentratie
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Global Crossing
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Colt
•
Snelle opbouw marktaandeel Colt
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Global Crossing
•
Zeer kleine markt
KPN
25 – 50%
•
veel potentiële aanbieders
Global Crossing
50 – 95%
•
lage gemiddelde omzet pet huurlijn Global Crossing
•
Slechtere toegang tot financiële middelen Global Crossing
•
Zeer kleine markt
•
Groot aantal potentiële aanbieders
•
Groot aantal potentiële aanbieders
Afrika
KPN
100%
Zuidoost Azië
KPN
100%
Middenoosten
KPN
100%
Oost-Europa /
KPN
50 – 95%
Turkije / Cyprus Tabel 7.2:
•
Internationale huurlijnen 2 Mb
Op hoofdlijnen kan uit deze tabel geconcludeerd worden dat er, bij marktaandelen boven 25%, aangaande KPN geen argumenten zijn om af te wijken van de hoofdregel. Bij Worldcom, Global Crossing en Colt zou met name de slechte financiële uitgangspositie een argument zijn. In 65 Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk bestaat een werkbare concurrentiesituatie . Op de
65
Gebaseerd op het aantal aanbieders, de HHI, de verdeling van de marktaandelen en het aantal potentiele aanbieders
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
87
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
markt voor huurlijnen naar België zijn zeven aanbieders actief waarvan er vier grote aanbieders zijn die qua marktaandeel redelijk gelijkwaardig zijn. De HHI schommelt rond de 2000 en er zijn redelijk veel potentiële aanbieders. In Duitsland is KPN nog duidelijk de grootste aanbieder, maar het marktaandeel neemt af. De vier andere aanbieders hebben een marktaandeel van meer dan 10%. De HHI gaat richting 2.500 (bij vijf gelijkwaardige aanbieders zou dit 2.000 zijn) en er zijn redelijk veel potentiële aanbieders. In het Verenigd Koninkrijk zijn zeven aanbieders actief. Ook hier is KPN nog de grootste aanbieder, maar neemt het marktaandeel af. Drie andere aanbieders hebben een marktaandeel van meer dan 10%. De HHI gaat naar 2.500 en er zijn een groot aantal potentiële aanbieders.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
88
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
A
Vragenlijst AMM Aanbieders van internationale digitale huurlijnen van kleiner dan en gelijk aan 2 Mb Bij de beantwoording van deze vragenlijst verzoeken wij u gebruik te maken van de Excel-file “international leased lines.xls” en deze elektronische terug te sturen naar het emailadres aan het einde van deze vragenlijst. Op de website van OPTA (www.opta.nl) te vinden onder “aanmerkelijke marktmacht”, “achtergrondinformatie”. Definitie huurlijn: Een huurlijn is: aan het publiek ter beschikking stellen van transparante transmissiecapaciteit tussen twee netwerkaansluitpunten van een telecommunicatienetwerk, zonder routeringsfuncties waarover gebruikers kunnen beschikken als onderdeel van de geleverde huurlijn (artikel 1.1, onder i, Telecommunicatiewet). De huurlijn kan gerealiseerd worden op basis van verschillende dragers. Hierbij kan gedacht worden aan vaste verbindingen en satelliet. Een internationale huurlijn is een huurlijn met een netwerkaansluitpunt binnen Nederland en het andere netwerkaansluitpunt buiten Nederland. Algemeen
1.
Kunt u een overzicht geven van de opbouw van uw onderneming? Gelieve in te vullen in de Excel-file, Structure company. Wij verzoeken u hierbij aan te geven hoe de verhoudingen zijn in: a)
deelname en zeggenschap in/van (buitenlandse) moeder-, zuster- en dochterondernemingen, voor zover het gaat om belangen van 10% of meer,
b)
deelname of zeggenschap in/van Nederlandse zuster- en moederondernemingen, voor zover het gaat om belangen van 10% of meer.
Wilt u bij beide vragen specifiek aangeven of de moeder-, zuster- en dochterondernemingen actief zijn op de markt voor internationale huurlijnen van ≤ 2 Mb. 2.
Hoe groot was de omzet van het concern waartoe uw onderneming behoort (inclusief de in het buitenland behaalde omzet) in 2002 en wat is de verwachting voor 2003? Wilt u dit aangeven in de Excel-file, tabblad Structure company.
3.
In deze vraag wordt gevraagd naar de ervaring van uw onderneming en de geografische dekking van het aanbod. Voor de beantwoording van deze vraag kunt u gebruik maken van de tabbladen Geographic coverage < 2 Mb en Geographic coverage 2 Mb. a)
Sinds wanneer biedt uw onderneming internationale huurlijnen van < 2 Mb en 2 Mb aan vanuit Nederland naar de afzonderlijke landen/groepen van landen zoals aangegeven in de Excelfile(jaartal)?
b)
Naar welke landen/groep van landen levert u op dit moment daadwerkelijk internationale huurlijnen
c)
Naar welke andere, nog niet bediende landen/groepen van landen kunt u op korte termijn (±6
van < 2 Mb en 2 Mb (gelieve aankruisen indien van toepassing)? maanden) internationale huurlijnen van < 2 Mb en 2 Mb aanbieden (gelieve aankruisen indien van toepassing)?
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
89
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
d)
Wilt u aangeven wat de maximaal beschikbare capaciteit is van uw onderneming (per 1 januari 2003) voor huurlijnen van < 2 Mb en 2 Mb op de routes tussen Nederland en de aangegeven landen/groepen van landen (in Mb)?
e)
Hoeveel capaciteit wordt op 1 januari 2003 op de routes tussen Nederland en de aangegeven landen/groepen van landen daadwerkelijk gebruikt (in Mb)?
f)
Wilt u aangeven hoe u aanwezig bent in de weergegeven landen/groepen van landen (city ringen,
g)
Wilt u aangeven welke investeringsplannen uw onderneming heeft op het terrein van internationale
point of presence, locale vestiging)? Gelieve aan te kruisen indien van toepassing. huurlijnen van < 2 Mb en 2 Mb ten aanzien van de geografische dekking van het netwerk (uitbreiding dekking in een bepaald land, point of presence in een land etc.)? 4.
De volgende vragen gaan in op de omzet. Bij de omzet bepaling dient u rekening te houden met de volgende aspecten: Het betreft gerealiseerde omzet die betrekking heeft op het aanbieden van de huurlijn (eenmalige vergoeding voor het aansluiten, maandelijkse vergoeding etc.) inclusief de apparatuur die intrinsiek deel uitmaakt van de huurlijn. Omzet uit aanvullende diensten of apparatuur moet niet meegenomen worden. Het betreft de omzet exclusief BTW. De omzet van alle internationale huurlijnen met een netwerkaansluitpunt in Nederland moet worden gerapporteerd, ongeacht waar deze omzet in de financiële boekhouding van uw bedrijf terechtkomt. Bij een half circuit moet de totale omzet van de gehele huurlijn worden aangegeven. U wordt verzocht de antwoorden in de excel-file (tabbladen Leased lines < 2 Mb en Leased lines 2 Mb) in te vullen. a)
Kunt u voor internationale huurlijnen van < 2 Mb en van 2 Mb de volgende totaalgegevens invullen: •
totale omzet per kwartaal in 2002, exclusief BTW,
•
totale kosten voor het ingekochte deel bij andere telecom aanbieders (ingekochte wholesale diensten) per kwartaal in 2002, exclusief BTW.
b)
Kunt u per internationale huurlijn van < 2 Mb en van 2 Mb, die in (een deel van) 2002 is verhuurd de volgende gegevens invullen: •
omschrijving internationale huurlijn (medium, capaciteit voor huurlijnen < 2 Mb),
•
netwerkaansluitpunt in Nederland (plaatsnaam),
•
netwerkaansluitpunt in het buitenland (plaatsnaam en land),
•
schatting van lengte van de huurlijn in km (gemeten van netwerkaansluitpunt in Nederland tot netwerkaansluitpunt in het buitenland langs de lijnen waaruit de huurlijn is opgebouwd),
•
lengte van het lokale deel in Nederland in km (afstand tussen netwerkaansluitpunt bij de afnemer en eerste grote vertrekpunt),
•
eigenaar van het lokale deel in Nederland (zelf of naam van het betreffende telecombedrijf opgeven),
•
type afnemer van de internationale huurlijn (eindgebruiker of ander telecombedrijf),
•
contractduur in jaren,
•
half circuit of full circuit,
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
90
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
•
indien er sprake is van een half circuit, het percentage van de totale omzet dat is toe te rekenen aan uw onderneming,
•
gerealiseerde omzet per kwartaal in 2002 en de verwachte omzet in 2003, exclusief BTW,
•
werkelijke kosten voor ingekochte deel bij andere telecomaanbieders (ingekochte wholesale diensten) per kwartaal in 2002 en verwachte kosten voor het ingekochte deel in 2003, exclusief BTW,
•
verhouding in rekening gebrachte prijs, exclusief BTW, ten opzichte van listprijs, exclusief BTW.
(Het totaal van de omzetten c.q. inkoopkosten van alle huurlijnen dienen overeen te komen met de totalen in de voorgaande vraag, 4a) Criteria voor de mate van concurrentie In de volgende vragen wordt ingegaan op de uitzonderingscriteria zoals bedoeld in artikel 6.4, lid 4, van de Telecommunicatiewet. Vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden Concurrenten 5.
Wie ziet u als uw grootste concurrenten op de markt voor internationale huurlijnen onderscheiden voor de markt voor < 2 Mb en 2 Mb en per de onderscheiden landen/groepen van landen? Noem in afnemende volgorde de concurrenten met de meeste concurrentiekracht ervaren door uw onderneming. Graag invullen in Excel-file, tabbladen Competition < 2 Mb en Competition 2 Mb Toe- en uittredingsbarrières
Bij de onderstaande vragen over de toe- en uittredingsbarrières kunt u per land/groep van landen informatie verstrekken. Opmerkingen die voor alle landen/groepen van landen gelden, kunt u aangeven bij algemeen. 6.
Beschrijf de toetredingsbarrières die volgens uw onderneming thans en in de nabije toekomst bestaan voor nieuwe aanbieders op de markt voor internationale huurlijnen van < 2 Mb en 2 Mb (met één aansluitpunt in Nederland). Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt gebruik maken van de tabbladen Barriers to entry < 2 Mb en Barriers to entry 2 Mb in de Excel-file.
7.
Hoe groot zijn de investeringen (kapitaal) die een onderneming moet doen om toe te treden tot de markt? Wilt u deze investeringen ook omschrijven(netwerk aanleg, marketing inspanningen etc)? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt gebruik maken van de tabbladen Barriers to entry < 2 Mb en Barriers to entry 2 Mb in de Excel-file.
8.
Wat verwacht u van toetreding tot de markt in de komende 3 jaar en de invloed die dat heeft op de mate van concurrentie in de markt? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt gebruik maken van de tabbladen Barriers to entry < 2 Mb en Barriers to entry 2 Mb in de Excelfile.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
91
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
9.
Welke barrières zijn er wanneer een aanbieder uit deze markt wil treden en kunt u dit toelichten? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt gebruik maken van de tabbladen Barriers to exit < 2 Mb en Barriers to exit 2 Mb in de Excel-file.
10. Verzonken kosten zijn kosten die (op korte of middellange termijn) niet terugverdiend kunnen worden zelfs als de activiteit totaal wordt stopgezet. Hoe groot zijn de verzonken kosten waarmee uw onderneming te maken krijgt bij uittreding? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt gebruik maken van de tabbladen Barriers to exit < 2 Mb en Barriers to exit 2 Mb in de Excel-file. 11. Wat verwacht u van uittreding uit de markt in de komende 3 jaar en de invloed die dat heeft op de mate van concurrentie in de markt? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt gebruik maken van de tabbladen Barriers to exit < 2 Mb en Barriers to exit 2 Mb in de Excel-file. Overstapdrempels Bij de onderstaande vragen over de overstapdrempels kunt u per land/groep van landen informatie verstrekken. Opmerkingen die voor alle landen/groepen van landen gelden, kunt u aangeven bij algemeen. 12. Welke drempels ziet uw onderneming voor afnemers van internationale huurlijnen om van de ene naar een andere aanbieder van internationale huurlijnen van < 2 Mb en 2 Mb over te stappen? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt antwoorden in de tabbladen Switching costs < 2 Mb en Switching costs 2 Mb in de Excel-file. 13. Welke kosten zijn er voor de afnemer mee gemoeid met het overstappen naar een andere aanbieder (eventueel een inschatting)? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt antwoorden in de tabbladen Switching costs < 2 Mb en Switching costs 2 Mb in de Excel-file. 14. Ziet uw onderneming op korte termijn oplossingen voor deze drempels? Maak indien u dat relevant vindt onderscheid per land/groep van landen. U kunt antwoorden in de tabbladen Switching costs < 2 Mb en Switching costs 2 Mb in de Excel-file. Tarieven 15. Wat zijn de standaard maandtarieven (gepubliceerde prijzen /listprice), exclusief BTW per de eerste van elk kwartaal in de periode van 1 januari 2002 tot en met 1 januari 2003 voor internationale huurlijnen met een capaciteit van 64Kb en 2 Mb voor de routes zoals aangegeven in de Excel-file, de tabbladen Tarieven 64 Kb en Tarieven 2 Mb. U kunt antwoorden in de tabbladen Tariffs 64 Kb en Tariffs 2 Mb. 16. Hoe hoog zijn de standaard aansluitkosten, exclusief BTW per de eerste van elk kwartaal in de periode van 1 januari 2002 tot en met 1 januari 2003 voor internationale huurlijnen met een capaciteit van 64Kb en 2 Mb voor de routes zoals aangegeven in de Excel-file, de tabbladen Tarieven 64 Kb en Tarieven 2 Mb. U kunt antwoorden in de tabbladen Tariffs 64 Kb en Tariffs 2 Mb.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
92
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Toegang tot financiële middelen 17)
Wat is de credit rating op 1 januari 2003 voor uw onderneming volgens Standard & Poor’s (lange termijn rating) en volgens Moody’s? U kunt antwoorden in de Excel-file, tabblad Credit rating.
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
93
Eindrapport
OPENBAAR
Aanmerkelijke marktmacht internationale Huurlijnen
Vragen over de vragenlijst en reactietermijn De antwoorden op de vragen dienen voor 14 februari 2003 per e-mail te worden verstuurd aan: e-mail:
[email protected] of ingeval u de informatie aanlevert op een diskette: Verdonck, Klooster & Associates BV t.a.v. drs. L.E.G. Korsten Postbus 7360 2701 AJ Zoetermeer Voor nadere informatie over de achtergrond van dit onderzoek, de vervolgprocedure en AMM in het algemeen kunt u contact opnemen met de heer Frank van Berkel of de heer Huib de Kleijn bij OPTA (via telefoonnummer 070 – 315 35 00). Voor nadere informatie over de vragenlijst kunt u de heer Lucas Korsten bij VKA benaderen (via telefoonnummer 079 – 368 1000 of via het eerder genoemde e-mail adres).
Verdonck, Klooster & Associates B.V.
94