Belas tingadvis eurs
BTW EN INTERNATIONALE OPTREDENS Versie: 22 juni 2015
De BTW-regels voor internationale optredens zijn als volgt:
1.
Plaats van afnemer óf plaats van optreden
Voor buitenlandse optredens wordt er een onderscheid gemaakt tussen optredens voor ondernemers en voor niet-ondernemers (dus particulieren/consumenten): a.
Bij optredens voor ondernemers is de plaats van de afnemer bepalend of BTW in rekening gebracht moet worden. Als die afnemer in het buitenland gevestigd is én een ondernemer is, hoeft geen Nederlandse BTW berekend te worden, maar is er buitenlandse BTW van toepassing. De BTW wordt dan naar die afnemer verlegd. Of andersom, als een buitenlands gezelschap aan een Nederlandse opdrachtgever factureert, hoeft dat geen BTW van hun land in rekening te brengen, maar is de BTW naar Nederland verlegd en moet de Nederlandse opdrachtgever die aangeven.
b.
Bij optredens voor niet-ondernemers (particulieren/consumenten) is de regel dat de plaats van het optreden bepalend is of BTW in rekening gebracht moet worden. Voor een buitenlands optreden hoeft dan geen Nederlandse BTW te worden berekend. Wel is er sprake van buitenlandse BTW, maar deze wordt niet naar de afnemer/particulier verlegd.
Voor buitenlandse optredens van Nederlandse artiesten dus géén Nederlandse BTW, tenzij de factuur naar een Nederlandse ondernemer gaat. Alleen dan moet wel Nederlandse BTW gerekend worden.
2.
Optredens in het buitenland
2.1.
Afnemer is buiten Nederland gevestigd én hij is ondernemer
Als de opdrachtgever in het buitenland gevestigd is én een ondernemer is, hoeft een Nederlandse artiest of gezelschap dus géén Nederlandse BTW te rekenen voor een optreden, ongeacht waar dat wordt gedaan (in Nederland of in het buitenland). Het beste bewijs van het ondernemerschap wordt geleverd met het buitenlandse BTW-nummer van de afnemer. Dit kan worden gecontroleerd: http://ec.europa.eu/taxation_customs/vies/?locale=nl. Zie ook de uitleg van de Belastingdienst over buitenlandse BTW-nummers hierna. Maar ook uit andere informatie kan blijken dat de afnemer een ondernemer is, zoals de inschrijving in een register of een verklaring van de afnemer zelf. Het is absoluut niet zo, dat alleen maar mag worden afgezien van het berekenen van Nederlandse BTW als de buitenlandse afnemer zijn BTW-nummer geeft, want ook uit andere informatie kan blijken de afnemer een ondernemer is en ook dan hoeft géén Nederlandse BTW gerekend te worden. Natuurlijk is het wel het meest duidelijk als de buitenlandse afnemer een BTW-nummer heeft, dat geverifieerd kan worden.
Belas tingadvis eurs
2.2.
Vermelden op BTW-aangifte + ICP-opgaaf doen
De omzet van optredens voor afnemers in landen van de Europese Unie, waarover geen BTW gerekend wordt, moet worden opgegeven bij vraag 3b van de BTW-aangifte; omzet van buiten de EU hoeft niet op het aangiftebiljet vermeld te worden. Bij vraag 3b moet ook een Opgaaf van ICP-prestaties gedaan worden, waarop de buitenlandse BTW-nummers, namen van afnemers en omzet vermeld worden. ICP betekent Intra Communautaire Prestaties en de Belastingdienst stuurt deze gegevens ter controle naar het andere EU-land. Als een EU-ondernemer géén BTW-nummer heeft, bijvoorbeeld omdat die is vrijgesteld van BTW, dan hoeft die omzet niet bij vraag 3b én niet op de ICP-opgaaf vermeld te worden. Het is dan wel verstandig om een verklaring (of andere informatie) te hebben dat de afnemer geen BTW-nummer heeft. 2.3.
Optredens in het buitenland voor niet-ondernemers
Voor optredens in een ander EU-land voor niet-ondernemers (particulieren/consumenten) is de plaats van het optreden doorslaggevend en moet buitenlandse BTW in rekening gebracht worden, ongeacht waar de afnemer is gevestigd. Er moet een buitenlandse BTW-nummer aangevraagd worden, waarmee in het land van het optreden BTW-aangifte gedaan kan worden. Voor optredens buiten de EU voor niet-ondernemers hoeft geen BTW gerekend te worden. De omzet van optredens in het buitenland voor niet-ondernemers hoeft niet in de Nederlandse aangifte vermeld te worden.
3.
Optredens van buitenlanders in Nederland
3.1.
Géén buitenlandse BTW als Nederlandse opdrachtgever een ondernemer is
Als artiesten uit andere landen in Nederland optreden, speelt het spiegelbeeld van het voorgaande. De Nederlandse organisator zal normaliter een ondernemer zijn (al dan niet vrijgesteld van BTW) en de buitenlandse artiesten hoeven daarom géén buitenlandse BTW in rekening te brengen. Bij voorkeur kunnen de buitenlandse artiesten op hun factuur het BTW-nummer van de Nederlandse organisator/afnemer vermelden, want dan is het duidelijk. Nederlandse niet-ondernemers (particulieren/consumenten) zullen over gages van buitenlandse artiesten Nederlandse BTW betalen, want dan is de plaats van het optreden doorslaggevend. De buitenlandse artiest zal hiervoor een Nederlands BTW-nummer moeten aanvragen bij de Belastingdienst, zodat hij ook aangifte kan doen van de Nederlandse BTW. 3.2.
Vermelden op BTW-aangifte + ICP-opgaaf doen
Als de Nederlandse organisator/afnemer ondernemer is, wordt de BTW naar Nederland verlegd en moet hij daarvan aangifte doen. Dat moet op het BTW-aangiftebiljet bij vraag 4a (landen buiten de EU) of vraag 4b (landen binnen de EU). Bij vraag 4b hoeft geen Opgaaf van ICP-verwervingen gedaan te worden; pas boven € 900.000 per jaar is een opgaaf aan het CBS verplicht.
Belas tingadvis eurs
3.3.
BTW aangeven, maar gelijk ook weer terugvragen
Belangrijk is dat behalve de omzet ook BTW moet worden aangeven bij de vragen 4a en 4b. Dat is 6% voor optredens. Als de Nederlandse organisator/afnemer BTW-plichtig is, mag hij die BTW dan gelijk weer aftrekken als voorbelasting bij vraag 5b, waardoor er per saldo 0 uitkomt. Zie bijgaand voorbeeld. Dit moet ook voor buitenlandse artiesten die in eigen land vrijgesteld zijn van BTW. Er staat geen straf op als dit "aangeven + terugvragen" niet gedaan wordt, maar de verplichting van de wet past bij het internationale systeem van “matching”.
4.
Conclusies
Voor buitenlandse optredens hoeft geen Nederlandse BTW gerekend te worden. Wel bestaat er bij optredens voor niet-ondernemers in een ander EU-land de verplichting om buitenlandse BTW in rekening te brengen en aldaar af te dragen. De vraag is echter welke artiest deze moeite gaat nemen, als bijvoorbeeld wordt opgetreden op een Duitse bruiloft. Dan zal er vaak gewoon Nederlandse BTW gerekend te worden, want dat is eenvoudiger.
Btw-nummers van ondernemers in EU-landen
Belastingdienst controleren
Zakelijk
Omzet, btw en winst
pagina 1 van 3
Zakendoen met het buitenland
Btw-nummers
Btw-nummers van ondernemers in EU-landen De btw-nummers van afnemers in andere EU-landen beginnen ook met een landcode (zie onderstaande tabel). De code van een land geldt voor de hele EU. Het is dus niet zo dat bijvoorbeeld Spanje andere landcodes gebruikt voor de EU-landen dan Nederland.
Landcode
Aantal cijfers na de landcode
België
BE
10
Bulgarije
BG
9 of 10
Cyprus
CY
9
Färöer en Groenland
DK
8
Büsingen en Helgoland
DE
9
EE
9
Åland Eilanden
FI
8
de overzeese departementen:
FR
11
EL
9
HU
8
IE
8
IT
11
Land
Denemarken Duitsland
Met uitzondering van
Estland Finland
Opmerking
Het 1e cijfer na de landcode is altijd een nul ('0').
De laatste positie is een letter.
De 1e en 2e positie na de landcode kunnen letters zijn.
Guadeloupe, FransGuyana, Martinique en Réunion Frankrijk met inbegrip van Monaco
de overzeese gebieden: Nieuw-Caledonië, Wallis en Futuna, FransPolynesië, Franse Zuidelijke Territoria en Antarctische Territoria de Franse territoriale lichamen: Mayotte, Saint-Pierre en Miquelon
Griekenland
de berg Athos
Hongarije
Ierland
Livigno, Campione d’Italia
De 2e positie na de landcode kan een letter zijn en de laatste positie is altijd een letter.
http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/zakendoen_buitenlan... 19-03-2011
Btw-nummers van ondernemers in EU-landen
Italië met inbegrip van Aosta
pagina 2 van 3
de nationale wateren van het meer van Lugano, die liggen tussen de oever en de politieke grens van het gebied tussen Ponte Tresa en Porto Ceresiom San Marino en Vaticaanstad
Letland
LV
11
Litouwen
LT
9 of 12
Luxemburg
LU
8
Malta
MT
8
NL
12
De 10e positie na de landcode is altijd een 'B'.
Oostenrijk
AT
9
De 1e positie na de landcode is altijd een 'U'.
Polen
PL
10
PT
9
RO
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10
Slovenië
SI
8
Slowakije
SK
10
ES
9
CZ
8, 9 of 10
GB
9 of 12
Nederland
Portugal met inbegrip van Azoren en Madeira
Aruba, Bonaire, Curacao, Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius.
Macau
Roemenië
Spanje met inbegrip van Balearen
Andorra, Canarische Eilanden, Ceuta en Melilla
Tsjechië
de overzeese gebieden: Anguilla, Caymaneilanden, Falklandeilanden, ZuidGeorgia, de Zuidelijke Sandwicheilanden,
Het 1e cijfer na de landcode mag geen nul ('0') zijn.
Dit nummer kan 2 letters bevatten (in de 1e en laatste positie na de landcode), maar heeft minimaal 1 letter.
Het 12-cijferige nummer wordt gebruikt voor onderdelen van fiscale eenheden. Bij overheidsinstellingen bestaat het nummer uit 5 posities: de letters 'GD' + 3 cijfers. Bij
http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/zakendoen_buitenlan... 19-03-2011
Btw-nummers van ondernemers in EU-landen
pagina 3 van 3
Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden, Montserrat, Pitcairneilanden, SintHelena Verenigd Koninkrijk met inbegrip van eiland Man
gezondheidsinstellingen bestaat het nummer ook uit 5 posities, maar dan uit de letters 'HA' + 3 cijfers.
de afhankelijke gebieden: Brits Antarctisch Territorium, Brits Territorium in de Indische Oceaan Gibraltar de Kanaaleilanden: Alderney, Guernsey, Jersey, Sark en Herm
Zweden
SE
12
Btw-nummer van uw afnemers verifiëren Als u twijfelt over de btw-status van de afnemer uit een ander EU-land, kunt u zijn btw-nummer laten verifiëren door ons.
http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/zakendoen_buitenlan... 19-03-2011
BTW-aangifte
Optredens van buitenlandse artiesten in Nederland BTW 6%
Gegevens omzet en omzetbelasting 1
Prestaties binnenland Bedrag waarover Omzetbelasting omzetbelasting wordt berekend €
€
a
Leveringen/diensten belast met 19%
0
0
b
Leveringen/diensten belast met 6%
0
0
c
Leveringen/diensten belast met overige tarieven behalve 0%
0
0
d
Privé-gebruik
0
0
e
Leveringen/diensten belast met 0% of niet bij u belast
0
2
Verleggingsregelingen binnenland
a
Leveringen/diensten waarbij de heffing van omzetbelasting naar u is verlegd
0
3
Prestaties naar/in het buitenland
a
Leveringen naar landen buiten de EU (uitvoer)
b
Leveringen naar/diensten in landen binnen de EU
0
c
Installatie/afstandsverkopen binnen de EU
0
4
Prestaties uit het buitenland aan u verricht
0
0
a
Leveringen/diensten uit landen buiten de EU (invoer)
b
Leveringen/diensten uit landen binnen de EU
5
Voorbelasting, kleineondernemersregeling, schatting en eindtotaal
a
Verschuldigde omzetbelasting
300
b
Voorbelasting
300 -
c
Subtotaal
d
Vermindering volgens de kleineondernemersregeling
0 0 -
e
Schatting vorige aangifte(n)
0 -
f
Schatting deze aangifte
0 +
g
Totaa; te betalen
0
terug te vragen
0 5.000
0 300 +
V-N 2011/21.19 Beantwoording van Kamervragen over btw-heffing met betrekking tot grensoverschrijdende B2B-diensten (business-to-business diensten) Brief Staatssecretaris van Financiën van 31 maart 2011, nr. DV2011/116 In antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer is de Staatssecretaris van Financiën ingegaan op enkele kwesties rond grensoverschrijdende heffing van omzetbelasting. Ingevolge de btw-richtlijn geldt als hoofdregel voor grensoverschrijdende B2B-diensten (business-to-business diensten) dat de diensten belastbaar zijn in de lidstaat van de afnemer/ondernemer. In die gevallen moet de verschuldigde omzetbelasting worden voldaan door de afnemer. Daarbij gaat het om een verlegging van de belastingschuld naar de afnemende ondernemer en niet om een verlegging van de plaats van dienst. De btw-richtlijn laat, wanneer sprake is van niet-hoofdregel-diensten, de keuze aan elke lidstaat waar de dienst wordt verricht en of voor de dienst ook een verleggingsregeling geldt. Sommige lidstaten, waaronder Nederland, hebben ervoor gekozen ook voor niet-hoofdregel-diensten de verleggingsregeling toe te passen. Ondernemers die over de nationale grenzen handel drijven zullen zich doorgaans (laten) informeren over de fiscale consequenties van hun handelen. Waar hun dienstverlening onder de B2Bhoofdregel valt en de daarover verschuldigde omzetbelasting wordt verlegd naar de afnemer, is de ondernemer gehouden de diensten per kwartaal te vermelden op de Opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP). Vermelding kan achterwege blijven, wanneer de dienst in het land van de afnemer is vrijgesteld. Wanneer de ondernemer naar het oordeel van de inspecteur voldoende heeft geprobeerd zekerheid over een eventuele vrijstelling te verkrijgen, is het toegestaan dat hij de dienst niet vermeldt in de lijst ICP, wanneer die dienst bij verrichting in Nederland zou vallen onder een vrijstelling dan wel onder een nultarief. Het btw-comité is een raadgevend comité en richt zich in het bijzonder op de interpretatie van de communautaire regelgeving op het terrein van de omzetbelasting. De uitgangspunten die zijn vastgelegd in de btw-richtlijn en hun feitelijke gevolgen maken geen deel uit van de beraadslagingen in het btw-comité.
…………………………….
Vraag 4 Bent u bekend met het feit dat – behalve het feit dat bovenstaande verleggingsregeling niet in iedere EU lidstaat op dezelfde wijze wordt toegepast – ook op het gebied van de BTW-vrijstellingen verschillen tussen de EUlidstaten zitten? Kunt u aangeven hoe ondernemers hiermee omgaan, aangezien dit mede relevant is voor de listingsverplichting die geldt voor grensoverschrijdend dienstenverkeer binnen de EU?[2] Wordt hierover in het BTW-Comité overleg gevoerd. Antwoord op vraag 4 Ja, de BTW-richtlijn kent verplichte en optionele vrijstellingen. Dientengevolge kiest de ene lidstaat wel voor invoering van een optionele vrijstelling en de ander niet. De verplichte vrijstellingen -het merendeel -gelden in alle lidstaten. Daarnaast kent de richtlijn ook nog een lijst met handelingen die lidstaten in afwijking van de richtlijn na toetreding tot de EU mogen blijven belasten of vrijstellen. Ondernemers die over de nationale grenzen handel drijven zullen zich doorgaans informeren of laten informeren over de (ondermeer fiscale) consequenties van hun handelen. Daar waar hun dienst onder de B2B-hoofdregel valt en de daarover verschuldigde BTW verlegd wordt naar de afnemer, is de ondernemer gehouden deze diensten per kwartaal te vermelden op de Opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP). Vermelding kan achterwege blijven, als die dienst in het land van de afnemer is vrijgesteld. Tijdens de parlementaire behandeling van het toenmalige wetsvoorstel is reeds verwoord dat de Nederlandse ondernemer die dergelijke diensten verricht, zich zal moeten vergewissen of bedoelde diensten in de lidstaat van de afnemer vallen onder een vrijstelling of een nultarief (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31907, nr. 7, blz. 22 en Eerste Kamer, vergaderjaar 2009-2010,31907, C, onder 6). Eén van de mogelijkheden om advies in te winnen is om bij het aannemen van de opdracht – naast de gegevens van de afnemer die hij doorgaans nodig zal hebben – bij de afnemer tevens te informeren welk BTW-regime in dat land van toepassing
is op deze dienst. De afnemer is immers ook gebaat bij een juiste listing. Het is evenwel mogelijk dat de desbetreffende ondernemer in uitzonderingsgevallen de hiervoor bedoelde zekerheid niet dan wel moeilijk kan verkrijgen. Wanneer de ondernemer naar het oordeel van de inspecteur in die situaties voldoende heeft geprobeerd die zekerheid te verkrijgen, is het in die gevallen toegestaan dat hij die dienst niet vermeldt in de lijst ICP wanneer die dienst bij verrichting in Nederland zou vallen onder een vrijstelling (dan wel onder een nultarief). Op dit punt mag van een zorgvuldig handelende ondernemer overigens worden verlangd dat hij bij de afnemer wel heeft geïnformeerd dat de dienst is vrijgesteld van BTW en op grond van welke bepaling dat zo is. Zoals hiervoor aangegeven richt het BTW-Comité zich in het bijzonder op de interpretatie van de bestaande communautaire BTWregelgeving zoals vervat in de Europese BTW-richtlijn. De vaststelling van het al dan niet van toepassing zijn van een vrijstelling in een bepaald land is echter geen interpretatievraag waarover in het BTW-Comité wordt vergaderd.
Voetnoot [2] Indien een dienst in een andere EU-lidstaat is vrijgesteld, dan kan listing en een verwerking als intracommunautaire prestatie in de Nederlandse aangifte BTW immers achterwege blijven.