Aankoop- en presentatiebeleid moderne en hedendaagse kunst 2012
Afbeelding voorkant: Aankoop Saskia Janssen East/West, Paradise in Reverse 2005 installatie bestaande uit 3 foto’s op archiefpapier 270 x 360 cm, 2 houten billboards, 1 video op DVD en een tafeltje met daarop grammofoonplatenspeler P 2010 – 074/077
A anko op- en pres entat i ebele i d moderne en hedendaag s e kunst 2012 Frie s Museum, Leeuwarden
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 3
Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1
Uitgangspunten van het aankoopbeleid moderne en hedendaagse kunst tot en met 2011
2
Uitgangspunten voor de aanvraag 2012
2.1 Identiteit en portret
2.2 Visies op landschap, omgeving en ruimte
2.3 Relaties met de kunstcontext
2.4 Relatie Friese hedendaagse kunst en (inter)nationale ontwikkelingen 2.5 Publiek
3 Positionering ten opzichte van andere Nederlandse musea 3.1 Noord-Nederland 3.2 Landelijk 4 Bruikleenbeleid 5 Presentatiebeleid 5.1 Presentatiebeleid moderne en hedendaagse kunst tot en met 2011 Solopresentaties van Nederlandse kunstenaars Themapresentaties Collectiepresentaties Festivals en andere initiatieven Podiumfunctie Publiek 5.2 Presentatiebeleid moderne en hedendaagse kunst in 2012 5.2.1 Tussen oud en nieuw 5.2.2 Moderne en hedendaagse kunst in 2012 Collectietentoonstelling Solopresentaties van Nederlandse kunstenaars Mediakunst Podiumfunctie Activiteiten buiten het gebouw Publiek 6 Bijlagen 6.1 Geschiedenis van de collectie moderne en hedendaagse kunst 6.2 Portretkunst 6.3 Landschappen 6.4 Friese kunst
frie s museum | pagina 4
6.5 Moderne grafiek 6.6 Tentoonstellingen moderne en hedendaagse kunst 2010-2011 6.7 Aanwinsten moderne en hedendaagse kunst 2010-2011
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 5
Inleiding In augustus 2011 is het hoogste punt bereikt van het nieuwe Fries Museum in aanbouw. Dankzij een legaat van architect Abe Bonnema kan het Fries Museum een nieuw gebouw neerzetten in het stadshart van Leeuwarden. Het devies in de cultuursector is: geen stenen, maar programma. In de huidige gebouwen van het Fries Museum waren de grenzen van de mogelijkheden voor de programmering en goede publieksvoorzieningen en -ontvangsten bereikt. Het nieuwe museumgebouw heeft prachtige museumzalen, een activiteitenruimte, contemplatieplekken, een fijn café en een mooie winkel. Tevens vestigt het Centrum voor Film in Friesland zich in het museum. Het CFF bestaat uit een filmhuis en het Friese filmarchief. Jaarlijks organiseert het het Fries Filmfestival. De inhuizing biedt tal van mogelijkheden voor versterking van elkaars programma. Het ontwerp van het nieuwe museumgebouw draagt de boodschap van het museum uit: het staat midden in de samenleving en is open en transparant. Het Fries Museum gaat uiteraard over Friesland; een eigenzinnig stukje ‘buitenland in Nederland’. Over de elf steden en het platteland, de haat-liefdeverhouding met het water, de zoektocht naar het typisch Friese en de plek van Friesland in de wereld. De schilderijen van Gerrit Benner, het zwaard van Grutte Pier, de film De Overval: samen vertellen ze het verhaal van Friesland. De museumcollectie is onze inspiratiebron. Het museum is onder andere bekend door zijn historische modecollectie van (inter)nationale allure, de bodemschatten uit de Friese terpen, de schilderkunst en het Friese zilver, de nalatenschap van Mata Hari en een aansprekende verzameling moderne en hedendaagse beeldende kunst. Het museum vertelt over deze rijke kunst, cultuur en geschiedenis in Friesland in relatie tot omliggende gebieden en ontwikkelingen elders. De collecties worden geactualiseerd aan de hand van thema’s, onderwerpen en vraagstukken die relevant zijn voor Friesland. Heden-
frie s museum | pagina 6
daagse kunst speelt in die actualisering een belangrijke rol. Juist binnen de hedendaagse kunst worden kritische vragen gesteld, zaken blootgelegd en nieuwe standpunten aangereikt. De hedendaagse kunst wordt zowel autonoom, als in de context van de thema’s en vraagstellingen van het museum gemixt met andere collecties gepresenteerd. In het programma van het museum wordt ingegaan op de vraag waarom Friesland eruit ziet, zoals het eruit ziet. Met aandacht voor de inrichting van het landschap, de zoektocht naar de Friese identiteit en de manier waarop Friesland is en wordt verbeeld. Daarnaast is er ook veel aandacht voor de toekomst en voor kritische en tot de verbeelding sprekende visies op voor Friesland actuele vraagstukken. De collectie moderne en hedendaagse kunst die het Fries Museum het afgelopen decennium heeft opgebouwd is zeer relevant voor de nieuwe uitgangspunten van het museum. Er is verzameld op de thema’s visie op ruimte en op mensbeeld en identiteit. Daarnaast is er een relevante verzameling Friese kunst, met zowel gevestigde namen als jonge kunstenaars. Het landschap en de omgang daarmee is een van de grote thema’s in deze provincie. Er is een enorme verscheidenheid aan landschappen en de verbondenheid van de inwoners met het landschap is hecht. Tegelijkertijd zijn er vraagstukken over de omgang met het landschap, zoals bevolkingskrimp op het platteland, bescherming tegen het water, krimp van het landbouwareaal ten faveure van industrieën en andere economische activiteiten, uitbreiding van dorpen met nieuwbouwwijken. In de hedendaagse kunst wordt gereflecteerd op de wijze waarop wordt omgegaan met landschappen, onze natuurlijke omgeving en onze ruimte. En de hedendaagse kunst kan op relevante wijze verbanden met andere cultuurhistorische collecties en de actuele vraagstukken in Friesland leggen. Het thema identiteit speelt een belangrijke rol in Friesland. Het is tastbaar in de taal en in tal van Friese tradities en het wordt sterk gevoeld
en beleefd. In de hedendaagse kunst is identiteit een van de grote topics, die direct relevant is voor Friesland. Het vraagstuk van de identiteit wordt in het museum zowel heel concreet geagendeerd, als in abstracte en onderzoekende zin. Het museum wil in 2012 het huidige verzamelbeleid op hoofdlijnen dan ook voortzetten, juist omdat hierin een fantastische basis is gelegd voor het programma en relevante onderwerpen voor het nieuwe Fries Museum. Naast het kopen van bestaand werk wil het museum vanaf het openingsjaar van het nieuwe gebouw (2013) ook opdrachten geven aan kunstenaars. Hiermee hoopt het Fries Museum discussie en verbeelding los te maken op het gebied van de thema’s die door het museum worden geagendeerd. Tevens biedt dat de mogelijkheid om naast een meer abstracte reflectie op de onderwerpen heel direct verbanden te leggen en een collectie aan te leggen die geworteld is in Friesland. De opdrachten aan kunstenaars kunnen de thema´s verder op scherp stellen. In de volgende beleidsperiode is dit nader uitgewerkt. Op 2 juli 2012 wordt het museum op de huidige locatie gesloten voor publiek, in verband met de werkzaamheden voor de nieuwbouw.
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 7
Lee swijzer In dit beleidstuk wordt het aankoopbeleid van het Fries Museum behandeld zoals dat tot heden gevolgd is (hoofdstuk 1), evenals de uitgangspunten voor de aanvraag van 2012 (hoofdstuk 2). De twee verzamelthema’s ‘identiteit’ en ‘landschap’ geven richting aan de manier waarop de aankopen in die periodes zijn en worden ingevuld. In hoofdstuk 3 komt aan bod hoe het Fries Museum zich verhoudt tot het verzamelbeleid van andere Nederlandse musea, gevolgd door het bruikleenbeleid in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt aandacht besteed aan het presentatiebeleid, zowel aan de activiteiten in de afgelopen periode als aan de programmering in 2011. In de kaders bij deze aanvraag zijn kunstwerken opgenomen die het Fries Museum in de jaren 2010 tot september 2011 heeft aangekocht. Daarin wordt de betekenis en inhoud van het werk beschreven. De bijlagen geven overzichten van het verzamelbeleid, de collectie en de hoofdtentoonstellingen van het Fries Museum. Ook het verzamelbeleid voor de deelverzamelingen Friese kunst en moderne grafiek zijn als bijlage toegevoegd, hoewel wij hiervoor geen financiële bijdrage van de Mondriaan Stichting vragen. De laatste bijlage bevat de lijst met aanwinsten moderne en hedendaagse kunst over de periode 2010-2011.
frie s museum | pagina 8
Aangekocht Lara Almarcegui Guide to ruined buildings in the Netherlands XIX – XXI Century 2008 installatie bestaande uit ’26 ingelijste C-prints, elk 30 x 45 cm, een aantal exemplaren van de gids ‘Ruïnes in Nederland XIX – XXI’ en een inklapbare tafel voor de presentatie van deze boeken ed. # 1 van 3 P 2009-036 A-Z Lara Almarcegui (Zaragoza, 1972) is een internationaal
gaat onmiskenbaar over het archiveren en kwantificeren
georiënteerde Spaanse kunstenaar , die sinds 1996 in
van het verschijnsel ruïne in Nederland. Lara Almarcegui
Nederland woont en werkt. Ze geldt inmiddels als Ne-
is haar tour d’ horizon overigens in Friesland begonnen.
derlandse kunstenaar. Haar werk gaat – kort samengevat
De gids begint namelijk met prachtig gefotografeerde
– over vergankelijkheid, over ruïnes, over restplekken en
en nauwkeurig beschreven ruïnes in Kollum, Dokkum,
de rol die deze bijzondere plaatsen kunnen hebben als
Leeuwarden, Opende, Hitzum en twee ruïnes in Morra
plekken van verbeelding.
(bij Dokkum).
Het werk van Lara Almarcegui kan in twee hoofdactivi-
Ruïnes zijn voor Lara Almarcegui niet alleen gebouwen
teiten worden verdeeld. Een deel bestaat uit publieke
die op het punt staan in te storten, maar ook gebouwen
interventies of acties (meestal uitgevoerd in het kader
die op het punt staan natuur te worden. Ze vertegen-
van een tentoonstelling) en een ander deel bestaat uit
woordigen dus zowel cultuur als natuur en kennen een
het archiveren en opmeten van de dingen of situaties
eeuwenoude traditie. Daardoor hebben ze een bijna
die haar bezighouden. Het vastleggen en catalogiseren
mythische waarde. Omdat ruïnes lege of verlaten plek-
van al dan niet urbane ruïnes of braakliggende terreinen
ken zijn, zijn het bovendien plekken waar nog van alles
komt voort uit de (fysieke) acties die ze onderneemt. De
mogelijk is. Het zijn plaatsen waar mensen zich vrij
plekken die ze opzoekt zijn restplekken. Deze plekken
kunnen voelen. En omdat de natuur deze plaatsen weer
zijn (volgens algemene maatstaven) niet alleen onpro-
overgenomen heeft, betekent de ruïne ook de haast
ductief, maar ook tegengesteld aan het beeld van een
utopische terugkeer naar de oorsprong, een paradijse-
moderne stad waarin alles een gebruikswaarde heeft.
lijke toestand. Het zijn bevrijdende plekken en derhalve
De installatie ‘Guide to ruined buildings in the Nether-
bijzonder waardevol.
lands XIX – XXI Century’(inclusief de gelijknamige gids)
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 9
1 Uitgangspunten van het aankoopbeleid moderne en hedendaag se kun st tot en met 2011 Het Fries Museum is een vooraanstaand podium voor moderne en hedendaagse kunst in Noord-Nederland. Het museum heeft in het afgelopen decennium een collectie hedendaagse kunst opgebouwd van meer dan 10.000 kunstwerken van Friese, Nederlandse en internationale kunstenaars. Binnen de collectie moderne en hedendaagse kunst van het Fries Museum zijn drie deelcollecties te onderscheiden die onderling verschillende raakvlakken hebben. Naast een collectie Friese kunst en een collectie Nederlandse kunst is er een grote verzameling moderne grafiek. Met en rondom deze collecties organiseert het museum jaarlijks een aantal grote en kleine tentoonstellingen moderne en hedendaagse kunst. Het Fries Museum richt zich in zijn aankoopbeleid moderne en hedendaagse kunst op het verzamelen van werk dat zinvol is in de context van het museum en zijn collecties. Naast moderne en hedendaagse kunst verzamelt het Fries Museum, archeologie, kunstnijverheid, textiel, oude prent- en schilderkunst en WOII. De collectie oude schilderkunst is de belangrijkste schakel met het verzamelbeleid moderne en hedendaagse kunst: zij bestaat uit circa 2.000 werken vanaf de zestiende tot begin twintigste eeuw. Binnen die verzameling zijn opvallend veel portretten. In de hedendaagse Nederlandse kunst werd het portret eind jaren negentig van de vorige eeuw weer actueel. Daarna is dit thema door kunstenaars steeds verder uitgewerkt. Voor het Fries Museum was dit gegeven een geschikt uitgangspunt om een verzameling hedendaagse Nederlandse kunst aan te leggen. Ook een ander klassiek genre bleek in die tijd door jonge Nederlandse kunstenaars te zijn herontdekt en had eveneens wortels in de
frie s museum | pagina 10
collecties van het museum, namelijk het ‘landschap’. Dit thema is steeds een inspiratiebron gebleven voor hedendaagse kunstenaars. Het geldt als tweede uitgangspunt. Beide thema’s vervullen een brugfunctie tussen de collectie Friese oude en nieuwe kunst en de hedendaagse landelijke kunst. De Nederlandse hedendaagse kunst biedt bovendien een context voor de collectie Friese moderne en hedendaagse kunst. Een belangrijk uitgangspunt voor het Fries Museum is dat de collectie en de uitbreidingen daarvan niet inwisselbaar mogen zijn voor collecties die elders in Nederland worden samengesteld. De keuze van het Fries Museum voor de twee thema’s is niet alleen verankerd in de collectie oude schilderkunst van het museum, maar geeft ook richting en continuïteit aan die collectie. Zo blijft ook in de toekomst de samenhang van de collectie gewaarborgd. Regelmatig worden de thema’s op hun actualiteit getoetst. In 2004 zijn de beide thema’s nog eens aangescherpt. Het portret kreeg als extra connotatie ‘identiteit’. In de hedendaagse kunst is het portret zo nauw verweven met de verschillende opvattingen van het begrip ‘identiteit’ dat ze niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Het thema ‘landschap’ werd uitgebreid naar ‘visies op landschap, omgeving en ruimte’. Het is een uitbreiding die aansluit bij de uiteenlopende opvattingen van hedendaagse kunstenaars over natuur en het landschap.
Aangekocht Mark Kent Rough Sleeping Patterns (dress) 2009 origineel in serie, ed. 12 + 3 AP katoenen jurk 104 x 45 cm PCK 04775 Mark Kent ( Ierland, 1972) woont en werkt in Eindhoven.
coördinaten van zijn tijdelijke verblijfplaats noteerde.
Na het afronden van zijn opleiding aan het Crawford
Door de wereld uit elkaar te laten vallen en (met behulp
Art College in zijn geboorteplaats Cork verbleef hij in
van cijfers) op zijn eigen manier weer in elkaar te zet-
2001 – 2002 in Amsterdam, waar hij de Rijksacademie van
ten, ontstaat een eigenzinnige en abstracte vorm van
Beeldende Kunsten bezocht. In 2008 had Mark Kent een
schilderkunst. Het gaat Mark Kent niet om de expres-
solotentoonstelling in Buro Leeuwarden.
sie of de betekenis van de voorstelling, maar veeleer
Formeel gesproken ontwerpt Mark Kent abstracte patro-
om het ontregelende effect dat de patronen hebben op
nen, die voornamelijk ruimtelijk gepresenteerd worden
de toeschouwer. Zo worden we door middel van een
in de vorm van muurschilderingen of prints op behang-
(landschappelijk geïnspireerde ) jurk meegevoerd naar
papier en textiel. Toch hebben de abstracte patronen van
een wereld met andere wetmatigheden en dimensies: de
Mark Kent een natuurlijke basis. De ‘Rough Sleeping
wereld van Mark Kent.
Patterns’ zijn namelijk ontstaan tijdens een fietstocht
Aangekocht voor de collectie Knecht-Drenth
in Noorwegen, waar de kunstenaar niet alleen (kleuren-) schetsen van het hem omringende landschap maakte, maar ook bij iedere schets nauwkeurig de geografische
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 11
2 Uitgang spunten voor de aanvraag 2012 Continuïteit en samenhang in de verzameling zijn de uitgangspunten voor het aankoopbeleid binnen de twee thema’s identiteit en landschap. Beide thema’s slaan een brug tussen de oude en de nieuwe collecties van het Fries Museum. Uitgaande van artistieke uitgangspunten zoals de noodzakelijkheid van het werk voor de kunst in het algemeen en voor het FM in het bijzonder, wil het museum de ontwikkelingen volgen van kunstenaars die reeds vertegenwoordigd zijn in de collectie. Daarnaast wil het museum werk kunnen kopen van kunstenaars die nog niet vertegenwoordigd zijn in de collectie en die een interessante visie geven op de verzamelthema’s en uitwerking daarvan. De thema’s identiteit en landschap zijn onverminderd actueel in de hedendaagse kunst. Het thema ‘identiteit’ komt in de artistieke praktijk niet alleen voor als een indicatie van het persoonlijke, maar de laatste jaren duikt het begrip ook veelvuldig op in de aanduidingen ’culturele identiteit’ en ‘culturele diversiteit’. Hier gaat het niet meer uitsluitend om het individu maar om groepen in de samenleving waaraan bepaalde kenmerken worden toegeschreven. Het biedt het museum een kans om een schakel te zijn tussen samenleving en kunst. Het thema kent een breed scala aan verschijningsvormen. Mondiale ontwikkelingen hebben invloed op de identiteit maar ook op het landschap, of ‘visies op landschap, omgeving en ruimte’. De opvatting van het begrip ‘landschap’ door het Fries Museum is in het verzamelbeleid verschoven naar ‘visies op landschap, omgeving en ruimte’. De hedendaagse kunstenaar tast met behulp van het thema landschap de grens tussen documentaire en beeldende kunst af. Er zijn in de hedendaagse kunst nog steeds beelden te zien van aangetaste landschappen door menselijke ingrepen. Maar de laatste tijd is er ook plaats voor een lichtere visie op het bestaan. Er is meer nadruk op emotie en verhalen. Die beel-
frie s museum | pagina 12
den tonen bijvoorbeeld geïdealiseerde (droom) landschappen van een overweldigende schoonheid al dan niet met een kritische ondertoon. Deze voortgaande ontwikkeling is voor het museum, aanleiding om in het aankoopbeleid voor 2012 beide thema’s ‘identiteit’ en ‘landschap, visies op landschap, omgeving en ruimte’ opnieuw centraal te stellen. 2.1 Identiteit en portret In de afgelopen twee jaren was in het Fries Museum regelmatig werk te zien dat aansloot bij het thema ‘identiteit’, zoals de fototentoonstelling ‘De Zee roept’, de foto’s van Stephan Vanfleteren en werken uit de eigen collectie in ‘Windows’. Vanwege de werkzaamheden rond de nieuwbouw was er echter een beperktere ruimte voor presentaties dan in de periode ervóór. In de komende periode blijft het museum zich concentreren op kunstwerken die specifiek het thema identiteit aan de orde stellen. Dit houdt in dat er verder wordt verzameld op de lijn die is uitgezet. Het museum volgt de ontwikkelingen in Nederland nauwlettend. Op het gebied van de schilderkunst heeft Bas de Wit onze aandacht vanwege zijn kijk op de mens in relatie tot de consumptiemaatschappij. Het werk van Helen Verhoeven wordt gevolgd omdat zij in haar schilderijen met mensen in bijzondere situaties de spanningen blootlegt. Naast de hierboven genoemde kunstenaars worden kunstenaars als Charlotte Schleiffert en Rik Meijers nog steeds gevolgd. Binnen het thema identiteit gaat het museum ook samen met het Filmhuis Leeuwarden op zoek naar mediakunst die zich specifiek met dit thema bezighoudt. De relatie van het museum met de culturele identiteit van zijn directe omgeving vraagt om extra aandacht voor werk dat in Friesland wordt gemaakt of daar is ontstaan over dit onderwerp. Naast werk van Friese kunstenaars zoals B.C. Epker, Pedro Bakker en Wynolt Visser wil het museum alert zijn op werk dat een relatie heeft met het onderwerp. Een portret kan een zo nauwkeurig mogelijke weergave van de werkelijkheid zijn, maar in de hedendaagse kunst gaat het daar niet om. Het
hedendaagse portret houdt ons een spiegel voor die de werkelijkheid zo vertekent dat de toeschouwer tot nadenken wordt gedwongen. Het is bedoeld als reflectie op de maatschappij en om ons nieuwe inzichten te verschaffen. Het hedendaagse portret komt daarmee steeds verder af te staan van het (neo-)romantische (zelf) portret, een specifieke vorm van het portret, die tijdens de golf van ‘jonge’ schilders in de jaren ’80 een laatste oprisping beleefde. In het romantische portret gaat het om de schilderkunst in directe relatie tot de verkenning van de eigen (authentieke) persoonlijkheid. Het gaat om de revelatie van het unieke en de subjectieve belevingswereld van de autonome kunstenaar. Deze variant van het portret is nu niet meer actueel. Het hedendaagse portret is een exponent van de chaotische en onzekere wereld van nu. Dit wordt versterkt door de digitale revolutie, de mondialisering, globalisering, migratie en andere actuele maatschappelijke vraagstukken. Het meest veilige is het eigen lichaam, het idee van identiteit en de directe leefomgeving. Het idee van de identiteit wordt niet als iets absoluuts opgevat (zoals in de romantiek), maar als iets betrekkelijks. De identiteit van een ding of een persoon is een tijdelijk en relatief gegeven. De identiteit van iets of iemand is afhankelijk geworden van het gekoesterde mensbeeld. Als het mensbeeld verandert, verandert het besef van identiteit. De kunstenaar heeft zich in de afgelopen decennia steeds meer naar de zichtbare werkelijkheid gekeerd. Het kan geen toeval zijn dat de foto in de recente geschiedenis een enorme vlucht heeft genomen. De foto zegt niet alleen op directe wijze iets over het hier en nu, ze creëert ook de nodige distantie tot het onderwerp. In het afgelopen decennium zijn steeds meer kunstenaars geïnteresseerd geraakt in het vraagstuk van de ‘identiteit’. Deze is in alle denkbare vormen en hoedanigheden onderzocht. Of het nu om de eigen existentie ging in relatie tot de ‘ander’, of het onderzoek van de sociale ruimte, of de diverse relaties tussen het private tegenover het publieke, of om de verschillende aspecten van de eigen culturele achtergrond, herkomst, ras, religie, nationaliteit. Telkens weer is het kernwoord ‘identiteit’. Het hedendaagse portret is zo nauw
verweven geraakt met de diverse noties van het begrip identiteit, dat beide niet meer te scheiden of te onderscheiden zijn. Kunstenaars becommentariëren de maakbaarheid van de mens op zowel psychisch als fysiek niveau. In de meest recente portretten is aandacht voor het cultureel geworteld zijn. Westerse kunst gaat samen met geschiedenis of met elementen uit niet-westerse culturen. Kunst en folklore komen samen in nieuwe portretten. Ook in dit werk zien we de reflectie op de eigen tijd waarin de zoektocht naar de eigen wortels in de context van de ‘global world’ onmiddellijk in relatie staat tot het besef van identiteit. 2.2 Visies op landschap, omgeving en ruimte Kunstenaars laten ons de stand van zaken in de samenleving zien. Soms met behulp van schijnbaar prachtige beelden van bossen en velden, soms door haarscherpe foto’s van het vuil in de nachtelijke stad. Ze registreren, vertragen of vervreemden. Hun beelden tonen de effecten die de natuur op de mens heeft en andersom. Maar ze proberen vooral te laten zien wat de natuur, het landschap en de omgeving betekenen voor de eigentijdse mens. Tegenwoordig bestaat er in Nederland tussen het klassieke, geschilderde landschap en de verbeelding van dit thema in de meest extreme installaties een breed scala aan meng- of tussenvormen. Het landschap duikt op in tekenkunst, fotografie, film- en video-installaties, en in driedimensionale kunstwerken van miniformaat tot extreem grote omvang. Hoe het landschap zich in de kunstwerken aan ons voordoet, varieert evenzeer. Niet alleen in de keuze van het materiaal en de media is alles mogelijk, ook het gepresenteerde beeld loopt uiteen van een rustig landschap met een blauwe lucht erboven tot installaties over natuurfenomenen zoals het klimaat. In het meest klassieke medium, de schilderkunst, is het landschap voor kunstenaars aanleiding om te experimenteren met schilderkunstige middelen, terwijl het anderen juist gaat om de voorstelling. Kunstenaars die het museum rond dit thema heeft gebracht zijn bijvoorbeeld Stephan Vanfleteren en Gerco de Ruijter, die een tentoonstelling had in 2010 met vliegerfoto’s van Friese landschappen.
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 13
Hedendaagse kunstenaars hebben volop aanknopingspunten om nieuw werk te maken binnen het thema ‘landschap’, waar kunstenaars al eeuwenlang door geïnspireerd raken. Het aantal variaties op het thema ‘landschap’ is groot. Soms dient het thema als formeel kader of als motief voor een schilderkunstig avontuur, maar steeds vaker gaat het om de vormgeving van de wereld, waarin de kunstenaar zelf verkeert. Het hedendaagse landschap heeft veel gemeen met het moderne portret. Ook hier zijn begrippen als nabijheid, de eigen omgeving en de rol van de kunstenaar belangrijk. Het hedendaagse landschap en de natuur, evenals de (woon)omgeving, hebben een andere betekenis gekregen als gevolg van de snelle maatschappelijke ontwikkelingen. Er is het besef van het verlies van ruimte. De natuur is overgeleverd aan de eisen en behoeftes van de mens en wordt steeds meer teruggedrongen. Migratie verandert de samenstelling van de bevolking, de normen en waarden en de omgang met de natuur. Het individu heeft steeds meer behoefte aan ruimte. Maar de ruimte moet met veel meer mensen worden gedeeld en er wordt steeds meer gebouwd. Toch past de mens zich telkens weer aan de nieuwe situatie aan. Desnoods reist hij de halve wereld rond om een nieuwe relatie met zijn omgeving aan te kunnen gaan. Het resulteert in uiteenlopend werk waarin de ene kunstenaar constateert dat de omgeving ‘daar’ steeds meer gaat lijken op de omgeving ‘hier’ en de andere kunstenaar juist de specifieke of exotische kenmerken gebruikt in zijn of haar werk. Nauw verwant aan het thema landschap is het thema natuur. Natuur wordt een steeds belangrijker onderwerp, van ecologische projecten tot de vraag wat wij eten. Wij volgen deze ontwikkeling vanuit het perspectief visies op ‘landschap, omgeving en ruimte’. 2.3. Relaties met de kunstcontext Het Fries Museum volgt voor zowel het thema ‘identiteit’ als ‘landschap’ de stand van zaken op het gebied van de hedendaagse kunst. Daartoe worden eindexamenexposities bezocht
frie s museum | pagina 14
van academies en hogescholen op het gebied van kunst in Nederland en worden contacten onderhouden met tweede faseopleidingen. Ook worden regelmatig bezoeken gebracht aan instellingen als de Rijksacademie in Amsterdam, de Ateliers en het Sandberg Instituut. De relaties met vooraanstaande galeries in Nederland en daarbuiten worden intensief onderhouden. In het onderwijs vervullen de conservatoren moderne en hedendaagse kunst en grafiek van het Fries Museum regelmatig een actieve rol als docent of deskundige bij beoordelingsrondes. Ontwikkelingen op het gebied van internationale hedendaagse kunst worden gevolgd door het bezoeken van internationale tentoonstellingen en dankzij contacten met verzamelaars, internationale curatoren en collega’s uit de museumwereld. 2.4 Relatie Friese hedendaagse kunst en (inter)nationale ontwikkelingen Sinds 1994 stelt het Fries Museum stelt zich de opdracht om een representatieve collectie Friese moderne en hedendaagse kunst samen te stellen. Deze collectie bestaat uit werk in diverse media, kent uiteenlopende stijlen en heeft verschillende thema’s als uitgangspunt. In de Friese kunst werden de thema’s landschap en portret vaak aangegrepen om voort te borduren op bestaande uitingen. Nog steeds zijn er veel kunstenaars in Friesland die wars van eigentijdse thema’s en ontwikkelingen hun werk maken. In de afgelopen jaren zijn in Friesland ontwikkelingen te bespeuren die aansluiten bij de landelijke actualiteit waarbij sommige kunstenaars een geheel eigen beeldtaal creëren. Die aansluiting is met name zichtbaar bij de beide thema’s ‘identiteit’ en ‘visies op landschap, omgeving en ruimte’. Zo combineert B.C. Epker elementen uit de Friese cultuur in psychologische landschappen, gebruikt Alex Kooistra in zijn performances de voorhanden weidsheid van Friesland als metafoor voor de menselijke natuur en is voor Patrick Gofre zijn eigen status van immigrant in Friesland aanleiding voor werk rond het thema culturele diversiteit. Opvallend bij deze kunstenaars is dat zij in staat zijn Friese cultuurelementen
te combineren met meer algemene beelden en ideeën. Bij Wynolt Visser verandert het zelfportret in een masker dat hij gebruikt als een schild tussen de buitenwereld zoals die zich voordoet en de complexe emoties die ten grondslag liggen aan gebeurtenissen in die wereld. De relatie tussen de moderne/hedendaagse Friese en de moderne/hedendaagse Nederlandse kunst in de collectie kan ook nu volop gevonden worden op het vlak van landschap en portret in een brede opvatting van ‘identiteit’ en ‘visies op landschap, omgeving en ruimte’. In het algemeen is een representatief beeld van de Friese kunst van belang in het kader van de totale collectie Friese kunst van het Fries Museum. Het Fries Museum kan ontwikkelingen in de kunst in Friesland laten zien vanaf 1600 tot nu. 2.5 Publiek Het ontwikkelen van een adequaat publieksbeleid is al jaren een speerpunt van het museum. Er is onderzoek verricht naar publieksgroepen, naar ons imago en naar de manier waarop die samen kunnen komen. Bij de afzonderlijke tentoonstellingsprojecten en andere activiteiten wordt een op het project toegespitst communicatieplan gemaakt. Voor de jaren tot de verhuizing hebben publieksgroepen als het primair onderwijs, Friezen en toeristen onze bijzondere aandacht. Voor de hedendaagse kunst ligt de doelgroep minder nauwkeurig vast. Hier wordt ook geprogrammeerd voor jongeren en in kunst geïnteresseerden. Aan het eind van 2007 is de volledige collectie van het Fries Museum geregistreerd, waaronder de verzameling moderne en hedendaagse kunst. In dit systeem is ook de motivatie van de aankopen opgenomen. Het Fries Museum heeft een informatieplan geschreven waarin wordt ingezet op een zo groot mogelijke ontsluiting van de collectie voor het publiek.
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 15
Aangekocht Jan Brokof Zonder titel 2009 houtdruk op papier origineel in serie 78 x 53 cm PCK 04779 Het werk van de Duitse kunstenaar Jan Brokof (Schwedt
NETTO verwijst in meerdere opzichten naar de DDR. Dit
a/d Oder, 1977) gaat over zijn identiteit als voormalige
land was niet alleen de (heimelijke) erfgenaam van het
DDR burger, over menselijke interactie en sociale
Bauhaus in Weimar en Dessau. Het mannetje is uitge-
verhoudingen. Enkele jaren geleden maakte hij naam
voerd in een nogal gedateerd ogende constructivistische
met een 1 op 1 reconstructie van zijn jongenskamer
beeldtaal. Het is/was ook de vestigingsplaats van het ‘
uitgevoerd in houtsnede. In dit virtuele vertrek (compleet
Ampelmännchen’ (het fameuze voetgangerslicht met
met sanseveria’s en posters van Billy Idol) refereerde hij
een ‘lopend’ mannetje erop) en de even fameuze NETTO
niet alleen aan zijn jeugd, maar ook aan het alledaagse
supermarktketen. De tekst NETTO, de kleurstelling en
bestaan in de DDR; een land, dat ruim 20 jaar geleden
de dynamische houding van het mannetje lijken direct
letterlijk en figuurlijk opgeheven werd, maar dat in de
ontleend aan het logo van deze winkelketen en haar
harten van de gewone Oostduitser nog steeds bestaat.
slogan ‘Discounter mit Biss’.
Het gestileerde gele mannetje met daarop de tekst
Aangekocht voor de collectie Knecht-Drenth
frie s museum | pagina 16
3 Positionering ten opzichte van andere Nederlandse musea De thema´s ‘identiteit’ en ‘landschap’ zijn actueel. Het Fries Museum onderscheidt zich met haar collectie van zowel de musea in NoordNederland als van die in de rest van Nederland. Het Museum heeft er sinds 1994 bewust voor gekozen zijn collectie moderne en hedendaagse kunst nauw te laten aansluiten op zijn verzameling. In de collectie oude en nieuwe kunst van het museum waren de thema’s ‘landschap’ en ‘portret’ volop vertegenwoordigd. Bovendien bleek dat beide thema’s in die tijd veelvuldig als inspiratiebron werden gebruikt door Nederlandse kunstenaars bij het maken van nieuw werk. Het museum heeft toen besloten op beide thema´s door te verzamelen. Daarmee was de collectie moderne en hedendaagse kunst ingebed in het museum en voegde de uitbreiding zich naadloos in het sterke eigen profiel van de bestaande collectie. 3.1 Noord-Nederland De twee aangrenzende grote musea in NoordNederland, het Groninger Museum en het Drents Museum, voeren een geheel ander aankoop- en tentoonstellingsbeleid op het gebied van de hedendaagse en moderne kunst dan het Fries Museum. Het Drents Museum concentreert zich op moderne realisten uit Noord-Nederland en het Groninger Museum wil publieksgerichte kunst laten zien op de grens met design en mode én kunst die extreme posities inneemt. Voor hedendaagse Nederlandse beeldende kunst is in beide musea - en op andere plekken in Noord-Nederland - niet structureel aandacht. Museum ‘Belvédère’, dat in 2004 zijn deuren in Oranjewoud opende, is een museum voor moderne en eigentijdse Friese kunst. De Friese moderne kunst wordt in de context van Nederlandse en Vlaamse kunst geplaatst. Het accent ligt op schilderkunst die relaties aangaat met de omliggende landschap-
pelijke sfeer. De andere musea in Friesland en Noord-Nederland verzamelen en presenteren regiogericht. Het Fries Museum manifesteert zich nadrukkelijk als een podium voor hedendaagse Nederlandse kunst. 3.2. Landelijk Bij verwervingen gaat het Fries Museum uit van het aankoopbeleid zoals in dit aankoop- en presentatieplan is beschreven. Voordat een werk wordt aangekocht, is er geïnformeerd bij de kunstenaar of de galerie naar andere musea die werk van de betreffende kunstenaar verzamelen. Als dat het geval is, dan volgt er overleg wie de aankoop gaat doen. Afwegingen bij de aankoop van een werk zijn bijvoorbeeld de inhoudelijke relatie met delen van de collectie en de inzetbaarheid in presentaties. In Nederland is er echter geen enkel museum dat zo specifiek het portret - zowel in de oude als de moderne kunst - als verzamelonderwerp heeft. Het verzamelen van het portret als mensbeeld heeft later navolging gevonden in het Frans Hals Museum in Haarlem. In het Fries Museum is de keuze voor dit thema echter onlosmakelijk verbonden met de collecties oude en Friese kunst en het presentatiebeleid van het museum. Bovendien ligt in het Fries Museum het zwaartepunt binnen het thema portret op het begrip ‘identiteit’, een aan verandering onderhevige opvatting van het mensbeeld. De Lakenhal in Leiden kreeg in het verleden op grond van zijn collectie oud-Hollandse landschapsschilderijen een verzameling landschapsschilderijen van de Rijksdienst Beeldende Kunst. Hoewel oude landschapschilderkunst ook voor het Fries Museum het uitgangspunt is, verschilde tot 2007 de opvatting van het thema met dat van de Lakenhal. Wij verzamelen vanuit het nu, waardoor ook opvattingen van het landschap in andere media dan schilderkunst worden aangekocht. Sinds 2007 heeft Leiden niet specifiek verzameld op dit thema. Er is in de verzameling van het Fries Museum een beperkt aantal kunstenaars, die ook wor-
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 17
den gevolgd door het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem. Het museum in Arnhem richt zich onder meer op ‘vormen van realisme’ en Arnhemse productie. Daarnaast verzamelt dit museum kunst van vrouwen. Er is nauw contact met het MMKA over eventuele aankopen. Het Fries Museum heeft het werk ‘The Height of Vanity’ van L.A. Raeven aangekocht waarvoor het MMKA ook interesse bleek te hebben. Het MMKA heeft het werk in 2010 voor een presentatie in tijdelijk bruikleen gekregen. Het Domein in Sittard interesseert zich de laatste jaren voor cross-overs tussen high en low art. Er is regelmatig kunst te zien die raakt aan de jongerencultuur. Enkele jaren geleden heeft men er gekozen voor het verzamelen van kunst die gaat over bepaalde houdingen in de kunst. Het Domein noemt een aantal voorbeelden zoals: kunst die haar eigen condities onderzoekt, een bepaalde materialiteit heeft of reflecteert op de verhouding tussen esthetiek en ethiek. Een van de attitudes die het Domein noemt is kunst die zich verhoudt tot vraagstukken van identiteit en existentie. Dit kan overlappend zijn met werk dat het Fries Museum verzamelt. Maar bij het Domein wordt het thema gezien vanuit de invalshoek van de ‘attitude’ ten opzichte van de kunst. Het Fries Museum verzamelt breder op dit thema dan het Domein. De Paviljoens in Almere onderzoeken de ‘Nederlandse identiteit’ in de Nederlandse kunst. Aan de hand van vragen als ‘In hoeverre zijn sociaal-maatschappelijke en geografische thema’s zoals immigratie, de stichting van new towns of het veranderende landschap in de Nederlandse kunstgeschiedenis terug te vinden?’ en ‘In hoeverre beïnvloedt het Nederlandse medialandschap het collectief geheugen en (hoe) zien we dit terug in de kunst?’ wordt de Nederlandse kunst van de laatste decennia onderzocht. Het zijn vragen die deels aansluiten bij de vragen die het Fries Museum stelt bij het uitbreiden van de collectie. Een gefragmenteerd werk van een Nederlands landschap van Jan Koster uit de collectie van het Fries Museum zegt iets
frie s museum | pagina 18
over de ervaring van het eigentijdse landschap. En het versneden gezicht van een fotomodel in een werk van Amie Dicke uit onze verzameling geeft commentaar op de invloed van de media op ons uiterlijk.
Aangekocht Ksenia Galiaeva My mothers birthday 2005 analoge kleurenfoto/handafdruk ed. # 3 van 3 96 x 123,5 cm P 2011 De kleurenfoto ‘My Mothers Birthday’ van Ksenia Gali-
Russisch zomerhuis, de volheid ervan en zijn nestwarm-
aeva is in eerste instantie een foto van thuis. Het is in de
te. We ruiken ook de geur van het Russische platteland,
waarste zin van het woord een intiem familieportret, dat
de leegte ervan en de weidsheid.
‘geschoten’ is in de ‘Dacha’(of zomerhuis) van de ouders
De ‘Dacha’ foto’s van Ksenia Galiaeva geven ons niet
van de kunstenaar. De foto staat niet op zichzelf, maar
alleen een samenvatting van haar eigen leven, haar
maakt deel uit van een nog steeds voortdurend project,
familie en het land dat ze moest verlaten om kunstenaar
dat eveneens de naam ‘Dacha’ draagt.
te worden. Ze voeren ons ook terug in de tijd. De foto’s
De ‘Dacha’ foto’s gaan niet alleen over thuis, maar ook
gaan over intimiteit en over het verglijden van tijd en
over het begrip identiteit. Ksenia Galiaeva (Pskov, 1976)
herinnering. Galiaeva legt bij voorkeur de kleine dingen
verhuisde op 19 jarige leeftijd van Rusland naar Neder-
van het leven vast, het gewone, het niet-spectaculaire.
land. Ze studeerde hier aan de kunstacademie en woont
Zelf zegt ze dat ze ‘feel good pictures’ maakt die boven
en werkt momenteel in Amsterdam. Ze is niet alleen
alles een bezwering van haar eigen angsten (als de
gebleven, maar ook Nederlandse geworden. Toch gaat ze
kortstondigheid van het leven) zijn. Daarnaast gaat het
ieder jaar weer een tijd naar geboorteplaats, haar thuis.
haar om het vertellen van persoonlijke mythen. Haar au-
De ‘Dacha’ foto’s zijn onmiskenbaar documentair van
tobiografische foto’s inventariseren het werkelijke leven,
karakter. Door de intens gekleurde (analoge) foto’s
iets dat nooit compleet of definitief is.
wordt een heldere zintuiglijke ervaring van het afgebeelde opgeroepen. We ruiken als het ware de geur van een
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 19
4 Bruikleenbeleid Het tentoonstellingsprogramma van het Fries Museum op het gebied van de moderne en hedendaagse kunst wordt niet alleen samengesteld met werk uit de eigen collectie, er wordt ook gebruik gemaakt van collecties van musea en instellingen in binnen- en buitenland, verzamelaars en kunstenaars. In 2010-2011 is dat in mindere mate gebeurd in verband met de beperkte ruimte in de aanloop naar de nieuwbouw. Ter aanvulling op de bestaande collectie heeft het Fries Museum relevant werk in langdurig bruikleen, zoals een aantal schilderijen van Gerrit Benner uit de collectie van het Stedelijk Museum, Amsterdam en werk van Jan Mankes van het Haags Gemeentemuseum. Het Fries Museum geeft ruimhartig werk in bruikleen. In de afgelopen periode leende het museum werk uit aan museale en aanverwante instellingen in Friesland, Nederland en het buitenland. Museum Belvédère in Oranjewoud leent regelmatig schilderijen uit onze collectie Friese kunst, zoals Gerrit Benner en Willem van Althuis. Het Fries Museum heeft een nauwe relatie met dit museum. Werken van onder anderen Lara Almarcegui en L.A. Raven zijn in de periode 2010/2011 in bruikleen gegeven.
frie s museum | pagina 20
Aankoop Saskia Janssen East/West, Paradise in Reverse 2005 installatie bestaande uit 3 foto’s op archiefpapier 270 x 360 cm, 2 houten billboards, 1 video op DVD en een tafeltje met daarop grammofoonplatenspeler P 2010 – 074/077 Saskia Janssen (’s-Hertogenbosch, 1968) werkt op de
tenparadijs waar Hanchinezen zich als Naxi gingen
grens van documentaire en performance. De projecten
verkleden en de Naxi bevolking zich als Hanchinezen
die ze uitvoert, zijn vaak samenwerkingsprojecten op lo-
gingen gedragen.
catie met groepen niet-kunstenaars. Het gaat haar zowel
Het project ‘East/West, Paradise in Reverse’ van Saskia
om interactie als om het maken het een (groeps-)por-
Janssen gaat over deze ingrijpende culturele verande-
tret van een bepaalde bevolkingsgroep. Zo werkte ze de
ringen in Lijiang. Ook zij bezocht deze stad op de grens
laatste jaren onder andere samen met bouwvakkers uit
tussen China enTibet, op 3600 meter hoogte, in een streek
de Oekraïne en nachtclubzangeressen in de Chinese
die van oorsprong Shangri Là heet,Tibetaans voor paradijs.
stad Lijiang. Haar project met Oekraïense bouwvakkers
Als een moderne J.F. Rock verkende ze de stad en zocht
werd in 2004 in Buro Leeuwarden getoond onder de titel
contact met de mensen die ze bij toeval tegenkwam. Ze
‘Smog, Smoke & Fortune’ en haar project in Lijiang werd
legde er op haar eigen even onderzoekende als poëtische
in 2007 onder de titel ‘East/West, Paradise in Reverse’
manier vast hoe de situatie in Lijiang nu is. Ze legde er
gedeeltelijk getoond in het Kabinet Knecht-Drenth,
onder anderen twee meisjes vast , die op een pleintje hun
beide in het Fries Museum.
traditionele Naxi liederen en eigen liedjes zingen, liefdevol,
De Chinese stad Lijiang werd voor het eerst ontdekt
krachtig en er ten diepste van overtuigd dat hun oude Naxi
door de botanicus en schrijver Joseph F. Rock. Hij
cultuur nog niet verloren is. Het zijn de zelfde liederen, die
kwam er in 1922 en bestudeerde er gedurende 27 jaar de
ze ’s avonds in de karaoke bars en nachtclubs van de Oude
animistische cultuur van haar oorspronkelijke bevolking:
Stad voor de toeristen mogen of moeten zingen.
de Naxi. Aan het eind van de jaren tachtig werd Lijiang
Dit werk sluit aan bij andere werken in de collectie over
opnieuw ontdekt, maar nu door de Hanchinezen, die
visies over identiteit en portret. Er zijn in Nederland
de stad tot een toeristisch centrum bombardeerden.
geen andere musea die werk van Saskia Janssen in de
In korte tijd veranderende Lijiang in een soort toeris-
collectie hebben.
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 21
5 Pre sentatiebeleid De periode die dit aankoop- en presentatieplan beslaat, is een overgangsperiode voor het Fries Museum. Het legaat van architect Abe Bonnema voor de realisatie van een nieuw museumgebouw biedt grote kansen voor het nieuw Fries Museum. Een van die kansen is een heroriëntatie op het museum als instelling. Het museum heeft die mogelijkheid met enthousiasme aangegrepen. Een van de wezenlijke veranderingen in het presentatiebeleid ten opzichte van het oude beleid is dat het publiek meer en op verschillende manieren bij de activiteiten en programma’s van het museum wordt betrokken. Omdat het museum midden in de samenleving wil staan, vindt er meer interactie met de doelgroepen plaats. Naast een actief presentatiebeleid is een grote rol weggelegd voor sociale media. Het museum gaat meer producties in samenwerking met andere instellingen maken om zijn draagvlak te verbreden. Naast kunst en cultuur wordt geschiedenis een belangrijk ingrediënt binnen het museale programma. Al deze ontwikkelingen moeten er in 2016 toe leiden dat het Fries Museum de belangrijkste culturele trekpleister van Friesland is. Tot september 2011 is het programma volgens het ‘oude’ presentatiebeleid uitgevoerd. Binnen een actief presentatiebeleid worden tentoonstellingen georganiseerd vanuit de kracht van de eigen collectie. Soms wordt de eigen collectie in een breder kader geplaatst, waarbij gebruik gemaakt wordt van collecties van andere musea of particulieren. In het museum is altijd een mix te zien van Friese en niet-Friese onderwerpen op het gebied van oude kunst, (cultuur) geschiedenis en moderne en hedendaagse kunst. De tentoonstellingen worden gemaakt voor verschillende doelgroepen voor Friezen en niet-Friezen. Andere tentoonstellingen zijn meer landelijk en internationaal gericht. Een belangrijke publieksgroep vormt het onderwijs. Er zijn gedurende het hele schooljaar presentaties en
frie s museum | pagina 22
programma’s voor het basisonderwijs op het gebied van kunst, cultuur en geschiedenis. Om de programmering voor de jaren vanaf 2013 goed te kunnen voorbereiden is een deel van het museum sinds september 2009 gesloten. De programmering concentreert zich in de Kanselarij, een van de twee gebouwen van het Fries Museum. Tot aan de sluiting van het museum op de oude locatie is regelmatig hedendaagse kunst te zien in de wisselruimte van de Kanselarij. Het museum biedt een keer in de twee jaar onderdak aan de internationale fotomanifestatie ‘Noorderlicht’. Een keer per jaar is er zo mogelijk een selectie te zien uit het aanbod van de manifestatie van Media Art Friesland en op gezette tijden werkt het museum samen met het Filmhuis Leeuwarden dat in het nieuwe Fries Museum onderdak krijgt. Dit zijn activiteiten en initiatieven die passen bij de doelstellingen van het museum. 5.1. Het presentatiebeleid moderne en hedendaagse kunst tot en met 2011 De twee thema’s ‘landschap’ en ‘identiteit’, waren het vertrekpunt voor de tentoonstellingen. De verbinding tussen presentatie- en aankoopbeleid, geformuleerd in de vorige aanvraag, is intact gebleven. Hieronder volgen de verschillende presentatievormen. Solopresentaties van Nederlandse kunstenaars Binnen de twee thema’s ‘landschap’ en ‘identiteit’ presenteert het museum regelmatig tentoonstellingen met werk van Nederlandse kunstenaars die niet meer gerekend kunnen worden tot de jongste generatie. De keuze voor deze kunstenaars wordt bepaald door het belang van hun werk voor jongere kunstenaars, de ontwikkeling van het werk, of door een bijzonder concept. Zij maken werk met een duidelijk eigen stempel. Zo was er van 14 februari tot en met 16 mei 2010 een overzicht te zien van het werk van Zoltin Peeter in de tentoonstelling ‘Neo-Romantic Works’. Deze kunstenaar won de Gerrit Benner Prijs voor Beeldende Kunst 2009. Het werk van Zoltin Peeter wortelt in een romantische na-
tuurbeleving, met een sterke hang naar onherbergzame oorden en onbereikbare verten. Zijn werk ontstaat naar aanleiding van reizen naar Noorwegen en IJsland. De illusie van het ongerepte en onbetredene legt hij vast in ter plekke gemaakte, snelle schetsen. Daarin komt een proces van reduceren op gang dat later in zijn atelier uitmondt in tekeningen en sculpturen. Themapresentaties Bij aankopen speelt de eigentijdse opvatting van de thema’s landschap en identiteit door de kunstenaar een belangrijke rol, evenals de manier waarop dat in het werk tot uitdrukking komt. In de themapresentaties komen deze opvattingen terug. Daarnaast zijn er andere invalshoeken mogelijk. De thematiek van een tentoonstelling kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op kunsthistorische informatie. Een thematentoonstelling legt het accent op één aspect van het werk van een kunstenaar. Soms werkt een kunstenaar aan een oeuvre dat te lezen is als een autobiografie, waardoor de identiteit van de mens achter de kunstenaar in het beeld doorschijnt. Omgekeerd kan een kunstenaar het thema identiteit bewust als onderwerp voor zijn werk kiezen om er meer algemene ideeën mee te verbeelden of in andere media te uiten. Sommige kunstenaars kiezen voor een psychologische benadering van het thema, of een sociaal-maatschappelijke invalshoek. Landschap en identiteit zijn dan wel het leidmotief, maar onderliggende betekenissen spelen ook een rol. Van 11 november 2010 tot en met 30 januari 2011 vond de tentoonstelling ‘Magie = Magic’ plaats, in samenwerking met het Noordelijk Film Festival. Magie = Magic gaat over de klassieke en hedendaagse surreële blik op de wereld. In de tentoonstelling staat de ongebroken aantrekkingskracht en betekenis van het surrealisme voor hedendaagse kunstenaars centraal, zoals Aurélien Froment (FR), Keren Cytter (IL) en Matt Mullican (USA), Salvador Dalí (SP) en Erik van Lieshout. De tentoonstelling ‘De zee roept’, met foto’s van Tryntsje Nauta en muziek van Meindert Talma, was te zien van 31 mei tot en met 4 september 2011. ‘De Zee Roept’ is een visueel onderzoek naar studenten die volwassen worden
in de sterk uniforme omgeving van de Hogere Zeevaartschool ‘Maritiem Instituut Willem Barentsz’ op Terschelling. Naast portretten van jonge zeelieden is er een serie zeegezichten te zien. Singer-songwriter Meindert Talma maakte er een hedendaagse muzikale interpretatie van. Collectiepresentaties Het museum maakt regelmatig grote eigen collectiepresentaties moderne en hedendaagse kunst. In deze tentoonstellingen worden onder meer kunstwerken opgenomen die aangekocht zijn uit exposities die eerder in het museum plaatsvonden. Op die manier is het presentatieprogramma nauw verbonden met het aankoopbeleid. Naast de grote collectiepresentaties is er vaak een extra presentatie uit de eigen collectie, waarin naast moderne of hedendaagse kunst ook werk uit andere collecties van het museum is opgenomen. Met de presentaties uit de eigen collectie richt het museum zich op diverse soorten publiek. Soms gaat een presentatie over een onderwerp dat voor een breed algemeen publiek interessant kan zijn, soms is het voor een specifiek publiek gemaakt. Met de tentoonstelling ‘Windows’, die loopt tot sluiting van het museum op de huidige locatie, presenteert het Fries Museum een educatieve tentoonstelling. De Windows zijn vensters via welke we visies op de wereld om ons heen krijgen aangereikt. De expositie is samengesteld met werk uit eigen collectie van onder meer Harmen Abma, Willem Althuis, Gerrit Benner, Saskia Janssen, Frank van der Salm, Jan Wiegers en Robert Zandvliet. Festivals en andere initiatieven Het Fries Museum biedt met regelmaat onderdak aan het internationale Media Art Festival in Friesland. Pieter Verhoeff heeft een documentaire gemaakt over Janny Regnerus die op het Media Art Festival 2010 gedraaid is. Het Fries Museum maakte een tentoonstelling met het werk van Regnerus, die tijdens het festival in het museum te zien was. Omrôp Fryslân vertoonde de documentaire in zijn zendtijd op Nederland 2. Het Fries Museum biedt één keer in de twee jaar onderdak aan de internationale fotoma-
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 23
Aankoop Klaas Kloosterboer 11104 2011 origineel in serie serie van 3 verschillende kranten, dubbelgelaagd met gat in voorste pagina en beschilderd met lakverf serienummers 11104 06, 1110413 en 1110416 elk deel 57 x 41 cm PCK Klaas Kloosterboer (Noord/Zuid Schermer, 1959)geldt
gerelativeerd of ontkracht. Door middel van kwast en
sinds zijn deelname aan de spraakmakende tentoonstel-
schaar wordt het beeld verrijkt/besmet met aspecten van
ling ‘Dumb Painting’(Centraal Museum Utrecht, 1992)
het werkelijke leven. Dit werkelijke leven wordt gedomi-
als één van de meest radicale schilders van Nederland.
neerd door geweld, vragen over goed en kwaad en trivia
Hij is vooral bekend geworden door schilderijen met
als sport en spel. Ook deze bewerkte kranten zijn een
abstracte vormen, die zeer fysiek geschilderd zijn. De
vorm van spel. Dit werk verleidt ons mee te spelen in een
laatste jaren heeft hij deze fundamentele, ‘voorstel-
wereld die zich letterlijk tussen figuratie en abstractie,
lingloze’ manier van werken uitgebreid met theatrale en
tussen ‘pulp’ en verheven kunst beweegt.
meer verhalende vormen van kunst. Het gaat hem onder
Aangekocht voor de collectie Knecht-Drenth
andere om de bewegingsruimte tussen hoge en lage kunst, om bezieling en zielloosheid. De drie aangekochte originelen in serie zijn bewerkte readymades. Het belangrijkst zijn dan ook de verrichte handelingen van schilderen, het knippen van de ronde gaten en het op elkaar plakken van twee vellen krantenpapier. Door het schilderen en het knippen zijn sommige delen van de drager (een krant) onzichtbaar of juist heel erg zichtbaar geworden. De abstracte kunst – die over het algemeen ver boven het gewone leven wil uitstijgen – wordt hier op even eenvoudige als effectieve manier
frie s museum | pagina 24
nifestatie Noorderlicht. Van 5 september tot en met 31 oktober 2010 legde Noorderlicht de symbiotische maar ongelijkwaardige relatie bloot tussen stad en platteland. Een dertigtal fotografen uit alle windstreken exposeerde in het Fries Museum in de tentoonstelling ‘Land, Country Life in the Urban Age’. Sinds het begin van de eenentwintigste eeuw woont meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Wat zijn de gevolgen van deze verschuiving voor het platteland? Is het mogelijk om, tegen alle economische logica in, het rurale leven een herwaardering te geven? De expositie ‘Flakkelân’ van de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren, die plaatsvond van 27 juni tot en met 29 augustus 2010, is de derde editie van de foto-opdracht die het Fries Museum en de Leeuwarder Courant sinds 2003 gezamenlijk verstrekken. Stephan Vanfleteren (1969) heeft zich voor de opdracht verdiept in de rol die het verleden speelt in het moderne Friesland. Daarnaast werkt het museum regelmatig samen met instellingen in Friesland zoals het kunstenaarsinitiatief VhdG (Voorheen de Gemeente) uit Leeuwarden en Syb uit Beetsterzwaag. Deze kunstenaarsinitiatieven vormden samen met het Fries Museum een denktank over het kunstklimaat in Friesland. Kunstenares Petra Berbée heeft van de winkeliersvereniging van het ‘Zaailand’, de locatie van het nieuwe museum, de vraag gekregen of zij een jaarprogramma wil samenstellen in het gebied, met als doel het publiek in contact te brengen met kunst. Het Fries Museum heeft geadviseerd. Op het Zaailand hebben in dit kader inmiddels diverse kunstactiviteiten plaatsgevonden, zoals ‘De Harteklop’ en ‘Need for Painting’. Meer informatie is te vinden op www. levehetzaailand.nl. In februari 2011 vond een onderdeel van de beeldende kunstprijs voor amateurkunstenaars, ‘Het Vierkante Ei’, georganiseerd door de Volkskrant, plaats in het Fries Museum. Podiumfunctie Kunstenaar, redacteur en docent Bartle Laverman organiseert in samenwerking met het Fries Museum tentoonstellingen in de tunnel van het
museum, onder de noemer ‘De Straat’. Het museum draagt bij aan de selectie uit de kunstenaars en stelt de ruimte ter beschikking. In dit kader vond van 25 juni tot en met 21 augustus 2011 de expositie ‘Life versus Death’ plaats van Mathilde Hemmes uit Heerenveen. Met videoinstallaties toonde zij haar visie op de strijd tussen leven en dood. Daarbij speelt de vraag ‘Wat doet het lijden van anderen met ons?’ een belangrijke rol. Van 27 augustus tot en met 8 oktober 2011 toont ‘De Straat’, de tentoonstelling ‘MoPA’. Deze naam verwijst naar het fictieve Museum of Parodied Art. Dit is het enige ‘museum’ in de wereld, gewijd aan het verzamelen, bewaren, tentoonstellen en vieren van geparodieerde kunst in al zijn vormen. Te zien zijn variaties op het werk van onder anderen Damian Hirst, Marcel Duchamp en Robert India. MoPA neemt bovendien de bestaande museumpraktijk op de hak. Het Verzetsmuseum, onderdeel van het Fries Museum, maakte een presentatie ‘De grote ontsnapping’, in samenwerking met architecte Nynke Rixt Jukema, in de voormalige gevangenis de Blokhuispoort in Leeuwarden. De presentatie bestond uit een installatie, geïnspireerd op de film ‘De Overval’, die is gebaseerd op een overval van het gewapend verzet in 1944 op de gevangenis in Leeuwarden. Hierbij werden gevangen genomen verzetsstrijders zonder bloedvergieten bevrijd. Aansluitend op de installatie heeft Nynke Rixt Jukema de hedendaagse kunstenaars Karin van Berne, Gitte Brugman, Donja Bruning, Silvia Dijkstra, Linus Harms, Lies van Huet, Marian Hulshof, Douwe Idema, Raoul van Klaveren, Marijke Rijpma, Koos van der Sloot en José Witteveen uitgenodigd werk rond het thema ‘ontsnappen’ te maken. (In het gevangeniscomplex ‘De Blokhuispoort’ vinden sinds 2009 verschillende bedrijfjes, startende ondernemers, (beginnende) kunstenaars en organisaties zoals het kunstenaarsinitiatief VhdG en Media Art Friesland onderdak. Ook het bureau van Nynke Rixt Jukema is hier gevestigd.)
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 25
Het contact met Atelier Fryslân, een instelling die zich bezighoudt met de ruimtelijke kwaliteit van de provincie Friesland, mondde uit in een presentatie van een project met de bevolking van Friesland. Voor dit project werd de bevolking van Friesland gevraagd de in hun ogen mooiste, lelijkste of anderszins bijzondere plek in Friesland te kiezen. Kunstenaar Gerco de Ruijter fotografeerde de door de bevolking gekozen plekken vanuit de lucht. Het resultaat was in de wisselruimte van de Kanselarij te zien. Bij de gekozen plekken is ook de motivatie van degene die de plek heeft voorgesteld te lezen. Publiek Het museum wil met de presentaties, informatie en activiteiten niet alleen aanleiding tot gesprek geven, maar ook tot discussie en reflectie. Het merendeel van de bezoekers van het Fries Museum is niet ingevoerd in de hedendaagse en moderne kunst. Daarom besteden wij veel aandacht aan de relatie met het publiek. Bij iedere presentatie wordt als onderdeel van het projectplan een informatieplan gemaakt, waarin de afstemming van de inhoud op de doelgroep wordt voorgesteld. Niveau, presentatievorm en inhoud van de informatie worden hierin afgesproken. In de voor een breed publiek bedoelde presentaties is altijd een korte en heldere schriftelijke toelichting op het werk en de kunstenaar aanwezig. Daarnaast zijn er rondleidingen, lezingen en cursussen en is er een onderwijsprogramma dat door museumdocenten wordt begeleid. Het Fries Museum heeft in de afgelopen twee jaren op verschillende manieren het publiek bij de tentoonstellingen moderne en hedendaagse kunst betrokken. Zo is bij een groot aantal tentoonstellingen een randprogrammering georganiseerd. Het Fries Museum vervult niet alleen een informatieve rol naar het publiek en leerlingen uit het onderwijs, maar ook op het terrein van nascholing van het onderwijzend personeel op het gebied van kunsteducatie. Het museum functioneert voorts als opleidingsplaats (stages) voor studenten van de Rijksuniversiteit Groningen, Rijksuniversiteit Utrecht en de opleidingen
frie s museum | pagina 26
Docent beeldende kunst & vormgeving aan de verschillende hogescholen in Noord Nederland. Het museum is betrokken bij de invulling van de masteropleiding Kunsteducatie aan de NHL Hogeschool in Leeuwarden. 5.2. Presentatiebeleid moderne en hedendaagse kunst in 2012 Deze paragraaf begint met de stand van zaken rond de nieuwbouw. Vervolgens komt de presentatieplanning voor het jaar 2012 aan bod. Op 2 juli 2012 sluit het museum op de huidige locatie, om ons helemaal te kunnen richten op de voorbereiding van de nieuwe programmering. 5.2.1 Tussen het oude en nieuwe Fries Museum De programmering voor het jaar 2012 loopt vooruit op de visie van het nieuwe Fries Museum dat in 2013 zijn deuren opent. Het nieuwe gebouw komt op een van de drukste pleinen van Leeuwarden te staan. Voor presentaties zijn onder het motto ‘vele schoonheden, vele waarheden’ uitgangspunten geformuleerd die aansluiten bij het streven om niet alleen letterlijk midden in de samenleving te staan maar ook figuurlijk. Het museum wil zich ‘open’ opstellen en het publiek actief betrekken bij de collectie en de vragen die daarin verscholen liggen. Het publiek wordt geprikkeld tot het stellen van vragen en het vormen van een eigen mening. Niet alleen de positie van het museum ten opzichte van het publiek verandert, maar ook de manier waarop de collectie aan het publiek wordt getoond. Er wordt opnieuw gekeken naar de betekenis van de moderne en hedendaagse kunst. Collectieonderdelen, zoals hedendaagse kunstwerken en historische voorwerpen, kunnen in een ongebruikelijke relatie tot elkaar worden gepresenteerd. Er worden dwarsverbanden gelegd en crossovers gemaakt tussen kunstobjecten, erfgoed en voorwerpen uit de volkscultuur. Oude kunst kan in een breder historisch perspectief worden getoond. Nog een verandering is onze gerichtheid op een nauwkeuriger omschreven publiek. In het verleden werd per tentoonstelling gekeken voor welk publiek hij geschikt was. In het vervolg wordt deze werkwijze omgedraaid: de vraag voor welk
publiek we een tentoonstelling maken komt eerst en dan de concipiëring en uitwerking van de presentatie. Het museum wil niet alleen dichter bij het publiek gaan staan, maar het wil ook meer samenwerken met andere instellingen, zoals de NHL Hogeschool in Leeuwarden, de Rijksuniversiteit Groningen, basisscholen in de provincie, musea in binnen- en buitenland en deskundigen uit disciplines die aan de onderwerpen van de tentoonstellingen raken. Met het verschuiven van de museale focus van ‘binnen’ naar ‘buiten’ wordt ook het gebruik van de collectie moderne en hedendaagse kunst opnieuw bekeken. Omdat het de enige collectie moderne en hedendaagse kunst in Friesland is die vanuit de Friese optiek maar ook vanuit de landelijke optiek interessant is, blijft de collectie belangrijk. Wat verandert is de manier waarop met de collectie wordt omgegaan. Hier liggen kansen voor het museum. Het is niet meer vanzelfsprekend dat een kunsttentoonstelling vanuit de optiek van de kunstgeschiedenis wordt benaderd. Het is mogelijk dat een kunstwerk wordt ingezet in een presentatie die over die eigentijdse context gaat en niet over kunst op zich. Ook kunnen kenmerken van een of meer kunstwerken als uitgangspunt dienen voor een cultuurhistorische tentoonstelling. Een tentoonstelling met landschapsschilderijen kan bijvoorbeeld laten zien hoe het landschap door de jaren heen is veranderd en wat dat betekent. Daarnaast blijft het museum kunsttentoonstellingen maken rond de twee thema’s landschap en portret, of ruimte en identiteit. Hoewel Buro Leeuwarden is gesloten, blijft de podiumfunctie voor hedendaagse kunst van groot belang. Hedendaagse kunst zal daarom in het nieuwe gebouw volop aan bod komen. Maar net als bij de algemene programmering, zal ook hier gezocht worden naar een bredere basis in de omgeving van het museum en meer betrokkenheid van in kunst geïnteresseerden bij de programmering. De afgelopen jaren is daarmee al ervaring opgedaan in diverse projecten. De enorme bedrijvigheid in het huidige museum op het gebied van het formuleren en herformuleren van het Fries Museum, de voorbereidingen voor de verhuizing en het ontwikkelen van een
programma voor het nieuwe gebouw, heeft de komende jaren gevolgen voor het tentoonstellingsprogramma van het museum. Dit programma speelt zich in deze overgangsperiode af in de Kanselarij, het zestiende-eeuwse monumentale Hof van Friesland dat sinds 1994 onderdeel uitmaakt van het Fries museumcomplex. De andere gebouwen zijn vanaf september 2009 gesloten voor publiek. Met de programmering in de Kanselarij wordt het publiek ‘meegenomen’ op weg naar ons nieuwe onderkomen. De presentaties lopen vooruit op de overgang naar de nieuwe programmering. Naast de vaste presentaties is er in 2012 ruimte voor kortlopende wisselpresentaties. Op 2 juli 2012 sluit het museum op de huidige locatie in verband met de voorbereidingen op de nieuwbouw. Dan is het met de programmering afgelopen tot de opening van het nieuwe gebouw in september 2013. Gedurende enige tijd zal er daarom geen vaste ruimte meer zijn voor de presentatie van hedendaagse kunst. Andere locaties en mogelijkheden worden zo veel mogelijk benut, waaronder de MCL-vitrines en eventuele andere initiatieven buiten de eigen muren. Het is een noodzakelijk gevolg van de fase waarin het museum nu verkeert. Voor de opening van de nieuwbouw is de programmering in volle gang en daarin speelt hedendaagse kunst een vooraanstaande rol. 5.2.2 Moderne en hedendaagse kunst in 2012 Focus in 2012 is de nieuwbouw. Toch is er nog volop moderne en hedendaagse kunst te zien. Er is een grote collectiepresentatie en er zijn meerdere kleinere wisselpresentaties. Het museum gaat zich in deze periode intensiever oriënteren op initiatieven en activiteiten die zich buiten het museum afspelen. Dit kan in de praktijk uitmonden in een activiteit of deelname aan een activiteit buiten het museumgebouw. Collectietentoonstelling Op het gebied van de moderne en hedendaagse kunst is tot de sluiting van het gebouw in de Kanselarij de tentoonstelling ‘Windows’ te zien. ‘Windows’ is een tentoonstelling voor het Primair Onderwijs en voor een geïnteresseerd kunstpubliek. Het is een tentoonstelling die on-
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 27
gewone combinaties toont uit de eigen collectie moderne en hedendaagse Friese, Nederlandse en internationale kunst. Hij verwijst samen met de andere presentaties van ‘Het Fries Museum breekt uit’ naar de toekomst van het nieuw Fries Museum waar alles tijdelijk, maar in relatie tot elkaar wordt getoond. Deze tentoonstelling gaat over vensters die het publiek visies op de wereld om hen heen aanreikt. Door de ogen van kunstenaars kijkt het publiek door vitrines, rasters, atelierramen of door de lens van de camera. ‘Windows’ is samengesteld met werk uit eigen collectie. Hij toont het beste van wat het Fries Museum op het gebied van moderne kunst te bieden heeft met een verrassende insteek op verschillende publieksniveaus en spannende combinaties tussen de kunstwerken. Het Fries Museum wil aan het publiek laten zien dat het de verzameling als een levend geheel ziet. ‘Kijken’ is een werkwoord. Om dit speels te onderstrepen staat er midden in de tentoonstellingruimte een eiland, een crossmediale uitkijkpost, waar bezoekers op hun eigen niveau uitgedaagd worden vanuit verschillende perspectieven naar de getoonde (combinaties van) werken te kijken. Er is onder meer werk te zien van Harmen Abma, Yesim, Akdeniz Graf, Willem van Althuis, Armando, Gerrit Benner, Ross Birrell, Jan Dibbets, Amy Dicke, Saskia Janssen, Frank van der Salm, Rob Scholte, Rosemarie Trockel, Freark van der Wal en Robert Zandvliet. Bij deze tentoonstelling wordt een CKV programma aangeboden. Solopresentaties van Nederlandse kunstenaars Elke twee jaar wordt de Gerrit Bennerprijs uitgereikt. In 2011 wordt de prijs toegekend voor het oeuvre van een kunstenaar. De presentatie die ermee gepaard gaat vindt plaats in het Fries Museum, in 2012. Mediakunst Het Centrum voor Film in Friesland (CFF) Leeuwarden krijgt onderdak in het nieuwe museumgebouw. Het CFF zet zich in voor het bevorderen en in stand houden van de filmcultuur in Friesland, met name kunstzinnige en
frie s museum | pagina 28
cultureel-maatschappelijk belangrijke films. Het organiseert het Noordelijk Film Festival en het beheert en behoudt het Friese audiovisuele erfgoed in het Fries Film Archief. Deze inhuizing biedt mogelijkheden voor crossovers in de programmering van beide instellingen. Nu al ligt de programmering, wat betreft de onderwerpen uit de beeldcultuur, vaak dicht bij elkaar. Wanneer museum en Filmhuis straks onder één dak zijn samengebracht, kan dat leiden tot gemeenschappelijke programma’s. Praktisch gezien kan het Filmhuis gebruik maken van de collectie videokunst van het museum en het museum kan gebruik maken van de collectie van het Filmhuis en het archiefmateriaal van het Centrum voor Film in Friesland (CFF). Dit kan ingezet worden in de presentaties of bij activiteiten in het museum. Zo kan het museum in de toekomst gebruik maken van drie professioneel uitgeruste filmzalen voor activiteiten rond tentoonstellingen of voor media presentaties. Het Filmhuis kan gebruik maken van extra zalen van het museum bij grotere manifestaties zoals het jaarlijkse Noordelijke Film Festival (NFF). Het Filmhuis kan uitdijen naar het museum en omgekeerd. Voor het museum biedt dit de mogelijkheid om op uiterst professionele wijze het werk van mediakunstenaars te laten zien. Beide instellingen hebben in het verleden al vruchtbaar samengewerkt in het kader van de tentoonstelling ‘Just love me’ in het Fries Museum (in samenwerking met de Sammlung Goetz München). Toen draaide de hele ‘Cremaster Cycle’ van Matthew Barney in het Filmhuis Leeuwarden. Bij de tentoonstelling over James Ensor werd de fi lm ‘The Masque of the Red Death’ van Roger Corman, naar een verhaal van Edgar Allan Poe, vertoond in het Filmhuis. Tot de opening van het nieuwe onderkomen in 2012 gaat het museum op kleine schaal samenwerken met het Filmhuis. Een voorbeeld is het Noordelijk Film Festival waarbij in het Fries Museum filmmateriaal wordt vertoond dat gerelateerd is aan film/video op het Filmfestival. Podiumfunctie In de afgelopen tijd is niet alleen de samenwerking met het Filmhuis vastgelegd, maar ook zijn
Aangekocht Falke Pisano Performance Posters 2008 vier fotografische prints op archief papier ed. #1 van 4 elk deel 84 x 60 cm PCK 0476 A-D Falke Pisano (Amsterdam, 1978) kan tot de belangrijk-
maar om taal en het vermogen van taal via de weg van
ste Nederlandse kunstenaars van dit moment worden
ideeën weer beeld te worden. Door ideeën te formuleren
gerekend. Ze nam deel aan ‘ Manifesta 7’ (Trentino –
en te herformuleren verandert niet alleen onze perceptie
Zuid Trirol, 2008) en ze was met Madelon Vriesendorp de
maar ook de werkelijkheid zelf, de materie.
enige Nederlandse kunstenaar die uitverkoren werd voor
Het werk van Falke Pisano kent diverse verschijningsvor-
de hoofdtentoonstelling ‘ Making Worlds’ op de voorlaat-
men: performance, lezing, installatie, publicatie en abstract
ste Biënnale van Venetië (2009). De grote internationale
sculpturaal model. Omdat de ‘Performance Posters’ de
belangstelling voor haar werk heeft onder andere te
doorontwikkelde analyse van een serie samenhangende
maken met de hernieuwde belangstelling voor het im-
performances vormen, raakt dit werk in meerdere opzichten
materiële, de herontdekking van abstracte kunst en het
de kern van haar bedoelingen. Haar werk houdt namelijk
Modernisme dat de motor achter deze kunst was. Falke
ook een vorm van onderricht in, compleet met lezingen en
Pisano woont en werkt momenteel in Berlijn.
het presenteren van modellen. En welk middel is in dit op-
De vier ‘Performance Posters’ maken deel uit van haar
zicht doeltreffender dan een poster of storyboard, waarop
‘Figures of Speech’ cyclus (2005 – 1010). In dit werk on-
de gehouden lezing annex performances nog eens in beeld
derzoekt Falke Pisano de vraag hoe abstracte beeldende
en geschrift aanschouwelijk gemaakt worden. Het gaat om
kunst - als sculpturen van Eduardo Chillida, Barnett
het ter discussie stellen van iedere mogelijke relatie tus-
Newman en Josef Albers - in gesproken en geschreven
sen object, kunstenaar en beschouwer.
taal kunnen worden gevangen. Het gaat haar daarbij niet
Aangekocht voor de collectie Knecht-Drenth
zozeer om de interpretatie van het werk van anderen,
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 29
er nieuwe relaties met kunstenaarsinitiatieven, kunst- en cultuurinstellingen en nieuwe initiatieven op het gebied van cultuur aangegaan. Voorbeelden zijn het Historisch Centrum Leeuwarden, Tresoar, de Fryske Academie, de NHL, Rijksuniversiteit Groningen, Radboud Universiteit Nijmegen en het NIOD. Op het terrein van de moderne en hedendaagse kunst wordt samengewerkt met Keunstwurk, Media Art Festival Friesland, Noorderlicht, Museum Belvédère, Voorheen de Gemeente en Park Groot Vijversburg. Daaruit zijn inmiddels enkele initiatieven voortgekomen waarin het Fries Museum een meer of minder belangrijke rol vervult. Het project ‘De Straat’, in samenwerking met kunstenaar / docent / dichter Bartle Laverman, wordt in 2012 voortgezet. Het museum maakt een keer per jaar een selectie uit kunstenaars die werk hebben ingezonden. De rol van het museum is hierbij beperkt tot het garanderen van de kwaliteit van het werk via een voorselectie en het ter beschikking stellen van de ruimte. Met Keunstwurk, intermediair tussen opdrachtgever en Friese kunstenaar op het gebied van de beeldende kunst, is contact over de plannen voor het opzetten van een artist-in-residence (AIR) met uitstraling naar de Friese bevolking in de provincie Friesland. De Kunstuitleen van Leeuwarden heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in dit project wat betreft het uitbreiden van de collectie en het aankopen van kunstwerken wanneer het Fries Museum actief bij het ontstaan van de AIR betrokken is. Samen met Keunstwurk en met het Media Art Festival wordt nagedacht over een project dat zich in de gemeente Leeuwarden op straat moet gaan afspelen. Activiteiten buiten het gebouw Het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) heeft aan de ‘Hoofdstraat’ in het gebouwencomplex twee vitrines laten bouwen. Hier komt dagelijks een groot aantal bezoekers en patiënten voorbij. Het doel is het publiek attent te maken op de collectie van het Fries Museum en het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Hier is regelmatig moderne en hedendaagse kunst uit de collectie te zien. Beide musea werken hierbij nauw samen.
frie s museum | pagina 30
Publiek In de periode tot de opening van het nieuwe gebouw wordt veel aandacht besteed aan het voorbereiden van informatieve programma’s voor het publiek, met name voor het primair onderwijs. Daarbij zullen nieuwe ideeën worden uitgeprobeerd bij de presentaties. Het feit dat het Fries Museum in de toekomst de belangrijkste schakel tussen primair onderwijs en de kunst- en cultuur in en van Friesland wil zijn, is een belangrijke reden voor het open houden van een deel van het museum tijdens de voorbereidingen voor het nieuwe museum. Bij de tentoonstelling ‘Windows’ (zie paragraaf Collectietentoonstelling) is een lesprogramma ontwikkeld dat leerlingen (op school) voorbereidt op een bezoek aan de expositie en waarvan ook de verwerking van het museumbezoek onderdeel is. Het programma wordt op verschillende niveaus voor het primair onderwijs aangeboden en is (dus) ook geschikt voor het speciaal basisonderwijs (SBO) en het speciaal onderwijs (SO). Voor het algemene publiek is een internetprogramma samengesteld binnen het kader van de sociale media. Op die manier wordt het publiek interactief bij de tentoonstelling betrokken.
Aangekocht Joachim Schmid Meetings 2003 – 2007 12 kleuren inkjetprints op zwaar papier ed. # 3 van 3 30 x 40 cm op 40 x50 cm papier PCK 04789 A-L De Duitse fotograaf Joachim Schmid (Balingen, 1955)
destijds ‘ verschillende vormen van ontmoetingen’ . De
begon in de vroege jaren tachtig als redacteur en uitge-
foto’ s die Schmid gebruikt heeft, laten een toeristisch
ver van het tijdschrift Fotokritik. Het blad stond bekend
paradijs zien. Ze zinspelen op volmaakt romantische
om de buitengewoon scherpe en ironische blik van zijn
ogenblikken vol geluk, ontspanning en harmonie. Of-
redacteuren op het medium fotografie en de fotowereld.
schoon de foto’s in de reële wereld genomen zijn, weer-
In 1987 stopte Schmid met Fotokritik en werd fotograaf.
spiegelen ze niet de werkelijke wereld. Deze ontmoetin-
Ook als kunstenaar nam hij een kritische houding aan.
gen van verliefde stellen zijn romantische dagdromen
Hij wilde geen nieuwe foto’s meer maken . In plaats
over verre oorden, volmaaktheid en romantiek. Joachim
daarvan verzamelde hij alleen nog bestaande foto’s,
Schmid heeft ze gevonden in de Neckermann reisgidsen,
die hij hergebruikt. Foto’s zijn voor Schmid niet alleen
die door z’n opdrachtgever Neroc’VGM worden gepro-
afbeeldingen, maar ook objecten met een sociale ach-
duceerd. Direct of indirect gaat ‘Meetings’ ook over de
tergrond en betekenis. Het gaat hem onder andere om
reclamewereld en het fenomeen ‘beeldcultuur’, over
de menselijke kant van het gebruik van fotografie. Een
stereotypen en onbereikbare idealen.
voorbeeld hiervan is het werk ‘ Meetings’ uit 2007.
Aangekocht voor de collectie Knecht-Drenth
Het werk ‘ Meetings’ is afgeleid van het boek ‘ A meeting on holiday’ uit 2003 dat Joachim Schmid voor de marketing/communicatie firma’ s Neroc’VGM en Kessels/Kramer maakte. Het thema voor de opdracht was
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 31
6 Bijlagen 6.1 Bijlage 1 Geschiedenis van de collectie moderne en hedendaagse kunst Voorgeschiedenis Met een ‘oproer’ vroegen Friese kunstenaars midden jaren ’80 van de vorige eeuw aandacht voor het slechte kunstklimaat in hun provincie. Zij wilden een eigen museum voor hedendaagse en moderne kunst. Er werd gedemonstreerd en er werd van de politiek geëist dat er iets aan de slechte situatie gedaan zou worden. De Provincie Friesland reageerde hier in 1988 op met de instelling van een onderzoekscommissie met de opdracht om na te gaan of een museum voor moderne kunst haalbaar zou zijn. Deze commissie-Beeren adviseerde aan het Fries Museum een afdeling moderne kunst toe te voegen. Het museum maakte al vanaf de oprichting in 1881 hedendaagse kunsttentoonstellingen en er was dankzij schenkingen en legaten een collectie moderne kunst aanwezig. Vanaf het begin vormde moderne kunst een onderdeel van de verzameling. Dit collectieonderdeel kreeg betekenis toen de heer Suringar in 1892 zijn toen hedendaagse collectie kunst aan het museum schonk. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw groeide de collectie moderne kunst gestaag dankzij langdurige bruiklenen van de Ottema-Kingma Stichting aan het museum. Het museum zelf verzamelde tot de jaren zeventig van de twintigste eeuw echter niet actief. Vanaf de jaren zeventig organiseerde het museum regelmatig tentoonstellingen met werk van Friese moderne kunstenaars. Dit had tot gevolg dat het museum enkele omvangrijke collecties van Friese schilders geschonken en gelegateerd kreeg. Dankzij de provinciale aankoopcommissie kreeg het museum vanaf 1974 de mogelijkheid regelmatig een hedendaags kunstwerk aan te kopen. Volgens de commissie-Beeren konden de verzamelingen moderne kunst van de Provincie Friesland en van de Gemeente Leeuwarden hieraan worden toegevoegd blijkens een brief
frie s museum | pagina 32
aan het bestuur van de Stichting Het Fries Museum d.d. 28 november 1988. Samen vormden deze collecties in 1993 het uitgangspunt voor de nieuw op te zetten afdeling. In hetzelfde jaar kreeg het museum een actieve verzameltaak toebedeeld door de Provincie Friesland. In de jaren die sindsdien zijn verstreken, is het Fries Museum in Noord-Nederland een belangrijk podium voor moderne en hedendaagse kunst geworden. Het museum heeft in die tijd een collectie hedendaagse kunst opgebouwd. Deze collectie bestaat uit werk van Friese kunstenaars, uit werk van jonge Nederlandse kunstenaars en uit werk van internationale kunstenaars. De verzameling bestaat inmiddels uit meer dan 10.000 kunstwerken en heeft een nauwe relatie met de collectie oude schilderkunst van het museum. Met en rondom deze collectie organiseert het museum jaarlijks grote en kleine tentoonstellingen moderne en hedendaagse kunst. Deelverzamelingen moderne en hedendaagse kunst Er zijn in de collectie moderne en hedendaagse kunst van het Fries Museum drie deelverzamelingen te onderscheiden. Naast een collectie Friese kunst en een collectie hedendaagse Nederlandse kunst is er een grote verzameling moderne grafiek. Deze drie collecties hebben onderling verschillende raakvlakken. Friese moderne kunst De verzameling moderne en hedendaagse kunst van het museum bevatte oorspronkelijk veel werk van Friese kunstenaars, maar was onvoldoende representatief. De collectie is samengesteld uit eigen bezit en bruiklenen van de Gemeente Leeuwarden en de Provincie Friesland. Vanaf begin jaren negentig van de vorige eeuw stelt het museum zichzelf de taak om een coherente basiscollectie twintigste-eeuwse Friese kunst aan te leggen. (Met financiële ondersteuning van de Provincie Friesland en de Mondriaan Stichting.) Er is sinds die tijd werk aangekocht van belangrijke schilders en beeldhouwers, zoals Gerrit
Benner, Jan Mankes, Sjoerd de Vries, Harmen Abma en Ids Willemsma. Jonge, veelbelovende kunstenaars in de provincie worden nauwgezet gevolgd, zoals B.C. Epker en Claudy Jongstra. En sinds enkele jaren wordt werk aangekocht van kunstenaars die van oorsprong Fries zijn, maar naar elders zijn vertrokken zoals Marnix Goossens en Robert Zandvliet. Hun werk past binnen een van de thema’s landschap of portret. De verzameling Friese kunst kreeg een impuls door een bruikleen van een aantal belangrijke schilderijen van Gerrit Benner en Jan Mankes van het Haags Gemeentemuseum, Stedelijk Museum in Amsterdam, de Boersma-Adema Stichting en door een bruikleen van bijna 250 gouaches en tekeningen van Gerrit Benner van het Instituut Collectie Nederland. Moderne grafiek Het museum had veel bladen moderne grafiek van voornamelijk Friese kunstenaars in zijn collectie. Met een groot bruikleen in 1993 van een Friese verzamelaar van een bijzondere collectie moderne Nederlandse en internationale grafiek, werd moderne grafiek een apart verzamel- en presentatiegebied. In 1996 werd deze collectie uitgebreid met een schenking van Europese grafiek door de familie Knecht-Drenth. Uit het fonds dat aan deze collectie is gekoppeld, wordt al meer dan tien jaar structureel grafiek aangekocht. In 2000 kon de collectie Nederlandse grafiek van Rento Brattinga worden aangekocht. De motivatie voor het aanleggen van de verzameling grafiek was dat hiermee goede referentiebeelden konden worden verzameld van de internationale ontwikkelingen in de moderne kunst in de afgelopen decennia. Bovendien ontvangt het Fries Museum een exemplaar van elke nieuwe uitgave van Rento Brattinga. Landelijke hedendaagse kunst Rond 1995 was er een basiscollectie moderne Friese kunst samengesteld, die voldoende houvast bood om verder te verzamelen en te presenteren. In dezelfde periode werd ook geconstateerd dat de verzameling weliswaar een beeld van de moderne en hedendaagse kunst in Friesland gaf, maar dat de ontwikkelingen in de Friese kunst niet parallel liepen aan die van de
landelijke hedendaagse kunst. Het ontbreken van een levendig kunstklimaat, de afwezigheid van kunstopleidingen en de vergrijzing van het kunstenaarsbestand in de provincie speelden hierbij een belangrijke rol. Dit gemis vond zijn weerslag in de kwaliteit van het in deze provincie geproduceerde werk. Het vormde de aanleiding voor een herformulering van het collectiebeleid in 1998. Om het publiek én de kunstenaars in de provincie een beeld te kunnen geven van de relatie tussen de Friese kunst en de kunst buiten Friesland is het Fries Museum, naast de ontwikkelingen in Friesland, landelijk gaan verzamelen. De hedendaagse landelijke kunst biedt zo niet alleen een visuele context voor de provinciale collectie, maar biedt ook de mogelijkheid inhoudelijke verbanden te leggen of contrasten te laten zien tussen Friese en (inter)nationale kunst. Geënt op de bestaande verzamelingen beeldende kunst in het museum en de actualiteit in de kunst, vormden in 1998 de thema’s ‘portret’ en ‘landschap’ de vertrekpunten van dit nieuwe beleid. Deze uitgangspunten zijn in de daaropvolgende jaren steeds opnieuw overwogen. Daarbij werd onder meer gekeken naar de relevantie van de thema’s in de ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst. Beide thema’s bleven hun actualiteit behouden, maar de inhoud was aan verandering onderhevig. Sinds 2004 heeft het museum daarom het thema ‘portret’ in het aankoopplan toegespitst op het begrip ‘identiteit’ en het thema ‘landschap’ uitgebreid tot ‘visies op landschap, ruimte en omgeving’. Deze precisering is in het ‘Aankoop- en presentatieplan’ van 2004 opgenomen. Het aankoopbeleid moderne en hedendaagse kunst vanaf 1999 In 1999 gooide het museum zijn ramen en deuren open voor input van buiten. Samen met andere musea buiten de Randstad werd het kunstcircuit in Nederland in beweging gezet. Tegelijkertijd zag het Fries Museum het toen als een opdracht om het kunstklimaat in Friesland te stimuleren. Gebleken was dat in geheel Noord-Nederland niet op permanente basis hedendaagse Nederlandse kunst werd getoond. De constateringen vormden eind jaren
Bijlage | pagina 33
’90 van de vorige eeuw de belangrijkste redenen om een nieuw aankoopbeleid moderne en hedendaagse kunst te formuleren. Het nieuwe beleid was gericht op het verzamelen van werk dat zinvol zou zijn in de context van het Fries Museum en zijn collecties. Bovendien mocht de uitbreiding niet inwisselbaar zijn voor collecties die elders in Nederland werden samengesteld. Er was ruimte voor grote tentoonstellingen op het gebied van moderne en hedendaagse kunst, maar ook voor experimenten zoals in Buro Leeuwarden. Daarbij richtte het museum zich vooral op jonge kunstenaars en in kunst geïnteresseerd publiek. Het Fries Museum verzamelt niet alleen moderne en hedendaagse kunst maar ook archeologie, kunstnijverheid, textiel, oude prent- en schilderkunst en items rond WOII. De collectie oude schilderkunst bestaat uit circa 2000 werken vanaf de zestiende tot begin twintigste eeuw waaronder opvallend veel portretten. Zij is de belangrijkste schakel met het verzamelbeleid moderne en hedendaagse kunst. Aangezien eind jaren ’90 van de vorige eeuw de portretkunst opnieuw actueel was, vormde dit voor het Fries Museum een geschikt uitgangspunt om een verzameling hedendaagse Nederlandse kunst aan te leggen. Ook een ander klassiek genre bleek in die tijd door jonge Nederlandse kunstenaars te zijn herontdekt en had eveneens wortels in de collecties van het museum, namelijk het ‘landschap’. Dit geldt als tweede uitgangspunt. Beide thema’s vervullen een brugfunctie tussen de Friese kunst en de hedendaagse landelijke kunst. In het verzamel- en aankoopplan voor de periode 2002 en 2003 heeft het Fries Museum de onderwerpen ‘portret’ en ‘landschap’ opnieuw gedefinieerd, nadat was vastgesteld dat deze thema’s relevant waren in de hedendaagse kunst. De opvatting van beide thema’s is toen minder letterlijk geformuleerd. Het ‘portret’ werd door het Fries Museum opgevat als manifestatie van een realistische weergave. Omdat het om de weergave van een opvatting van de mens ging, werd het begrip ‘portret’ uitgebreid naar ‘mensbeeld’. Hieronder vallen figuratieve beelden van de mens, maar ook visies op het mens-zijn.
frie s museum | pagina 34
Het thema ‘landschap’ is toen eveneens preciezer geïnterpreteerd. Aangezien in de kunst van dat moment de natuur een belangrijke rol speelde, evenals de betekenis van de ruimte, was een omschrijving van het begrip ‘landschap’ als ‘betekenisvolle ruimte’ beter op zijn plaats. Onder dit begrip zijn ook kunstwerken opgenomen waarin de kunstenaar het landschap gebruikt als schilderkunstig onderzoeksmiddel. Hier gaat het om ruimtelijkheid, compositie en het spel tussen figuratie en abstractie. In de daaropvolgende periode is het thema ‘portret’ in het licht van het begrip ‘identiteit’ geplaatst. Identiteit is niet los te zien van de omringende wereld en is even veranderlijk als de omgeving. Kunstenaars gebruiken het portret om te onderzoeken wat de rol en het effect van kunst in de samenleving zijn. Het thema ‘landschap’ is in deze aanvraag omschreven als ‘visies op landschap, omgeving en ruimte’. De veranderende samenleving heeft invloed op de omgang met de natuur. De kunstenaar maakt hier deel van uit en geeft vorm en invulling aan zijn omgeving. Beide thema’s vormen de kern van het aankoopbeleid. Het verzamel- en aankoopbeleid concentreert zich sinds 2004 op de thema’s ‘identiteit’ en ‘landschap, visies op landschap, omgeving en ruimte’. 6.2. Bijlage 2 Portretkunst De collectie oude schilderkunst van het Fries Museum bevat opvallend veel portretten. Lang is aangenomen dat de portretschilderkunst het dominante genre was in Friesland. Onderzoek van Piet Bakker naar de kunstmarkt in de zeventiende eeuw in Friesland heeft echter uitgewezen dat alle uit die tijd bekende genres voorkomen op de Friese kunstmarkt. De Friese schilderkunst was zowel in artistiek als economisch opzicht belangrijker dan altijd is aangenomen. De Friese kunstproductie vormde bovendien in nagenoeg elk opzicht een onlosmakelijk geheel met de Hollandse. (Piet Bakker, ‘Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw’, promotie onderzoek, 2008).
Angekocht Jaap Kroneman Vulpen, balpen, helpen 2008 grafiekmap met 9 zeefdrukken 2 zeefdrukken 120 x 90 cm 7 zeefdrukken 100 x 70 cm PCK De Nederlandse kunstenaar Jaap Kroneman (Roermond,
waar dingen zoek raken en waar Pin-ups nog een echte
1968) behoort tot een jaren 90 generatie die het gewone
functie hebben. In deze wereld die het tegendeel is van
en banale als uitgangspunt neemt. Maar anders dan
de begerenswaardige wereld van de Pop Art, worden am-
bijvoorbeeld de koel registerende fotografen van de
per verklaringen gegeven. De banale dingen – zoals een
Düsseldorfer Schule gaat het hem ook en vooral om de
krans van damesslipjes – spreken voor zich. Door dingen
achterkant van de werkelijkheid: zijn eigen obsessies,
te isoleren of letterlijk plat te maken, levert Jaap Krone-
vormen van lelijkheid, platvloersheid en humor.
man een levendig, zo niet aanstekelijk commentaar op
Zoals bijna al het werk van Jaap Kroneman gaat de map
onze eigen chaotische werkelijkheid. Hij houdt ons een
‘Vulpen, balpen, helpen’ over de transformatie van al-
gebroken spiegel voor. We kunnen er hartelijk om lachen
ledaagse dingen. Het zijn vooral goedkope dingen die je
of we kunnen proberen weg te kijken. Het goede van zijn
in supermarkten of op straat kunt kopen. Sommige van
werk is dat ontsnappen niet of nauwelijks mogelijk is. De
deze dingen zijn letterlijk op straat te vinden: een kapot
map zeefdrukken ‘Vulpen, balpen, helpen’ biedt een hu-
winkelwagentje of hilarische briefjes over vermissingen
morvolle samenvatting van de wereld, die tegelijkertijd
en diefstal. Kortom: zijn werk gaat over de werkelijke
een samenvatting is van een onderbelicht oeuvre.
wereld, een wereld waar echt gestolen wordt,
Aangekocht voor de collectie Knecht-Drenth
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 35
Al in de zestiende eeuw, toen de portretschilderkunst zich in Friesland ontwikkelde, was de kwaliteit van dit genre hoog. De werken van Adriaan van Cronenburg (1520/ ‘25 - na 1604) in het Fries Museum zijn hiervan het beste bewijs. In de zeventiende eeuw bloeide de portretschilderkunst, met Wybrandt de Geest (1592 - na 1661) als de belangrijkste meester. De zeventiende eeuw is ruim vertegenwoordigd. Uit de achtiende eeuw bezit het museum een groot aantal portretten, geschonken door Koning Willem III. De classicistische portretten van Willem Bartel van der Kooi (1768-1836) zijn van hoge kwaliteit en van de in zijn tijd zeer gevierde schilder Christoffel Bisschop (1828-1904) bezit het Fries Museum topwerken. Aan het eind van de negentiende eeuw deed de fotografie haar intrede. Het Fries Museum bezit een collectie portretfoto’s waaronder Daguerotypen uit de begintijd van de fotografie. De foto’s laten staatsieportretten zien van bekende en onbekende mensen uit Friesland en daarbuiten. Bij deze foto’s gaat het in eerste instantie om een goede gelijkenis. Bekende figuren uit de samenleving zijn gewilde modellen voor foto’s. Daar tegenover stond een grote belangstelling voor volkenkunde en sociale ‘outcasts’. In de collectie van het Fries Museum zijn beide interessegebieden vertegenwoordigd. Zo zijn er foto’s uit het begin van de twintigste eeuw, gemaakt door fotografen als Aaltje de Jong (1864-1934) of H.J. Craije (1875-1936). Hoewel de portretschilderkunst naar de achtergrond verdween, betekende de fotografie niet de ondergang van de portretschilderkunst. Vooral het zelfportret bleef populair bij schilders. Jan Mankes (1889-1920), die lange tijd in Friesland woonde, maakte verschillende zelfportretten. Het Fries Museum bezit er een uit 1912, waarin Mankes het ‘zuiver geestelijke’ probeerde uit te drukken. Andere kunstenaars uit de collectie van het Fries Museum kozen zichzelf als studieobject om te experimenteren met stijlen, zoals Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994). De ontwikkeling van onderwerpen en stijlen binnen het thema ‘portret’ rond de jaren twintig van de vorige eeuw is goed te volgen in het werk van de van oorsprong Friese kunstenaar Piet
frie s museum | pagina 36
van der Hem (1885-1961). Hij reisde, net als veel van zijn tijdgenoten, naar Parijs en kwam daar in aanraking met de nieuwe ontwikkelingen in de kunst. Hij ging experimenteren met verschillende stijlen, maar durfde de figuratie niet los te laten. Willem Hussum (1900-1974) schilderde in 1942 een geabstraheerd gezicht, waarin duidelijk invloeden van Afrikaanse maskers zijn te bespeuren. Met de hernieuwde belangstelling voor schilderkunst eind jaren zeventig van de vorige eeuw, leek de interesse voor oude genres ook terug te keren. Eén van de kunstenaars die voor het portret kiest is Emo Verkerk (1955), waarvan het Fries Museum een aantal portretten bezit. Verkerk tracht in zijn portretten zijn visie op de afgebeelde persoon weer te geven, maar ook beeldende aspecten, zoals compositie, materiaal en kleur zijn van belang. In Friesland is het genre ‘portret’ gedurende de hele twintigste eeuw in zwang gebleven. Een hoogtepunt vormen de portretten van schrijvers, burgemeesters en markante figuren uit Friesland die Sjoerd de Vries (1941) vanaf het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw maakte. Ze vallen op door de nadruk op karakteristieken in het gezicht en de techniek die De Vries zelf ontwikkelde. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw lopen de ontwikkelingen van de Friese en niet-Friese kunstenaars parallel. Het thema ‘mensbeeld’ komt zowel in de video’s van de in Friesland wonende kunstenaar Marten Winters (1969) voor als in de video’s ‘Meneer en mevrouw Potters’ van de Nederlandse kunstenaar Jeroen Kooijmans (1967). De opvatting van het portret als identiteit, zoals het museum dat sinds 2006 hanteert, is in Friesland een veelvoorkomend thema. B.C.Epker (1968) maakt psychologische landschappen, Patrick Gofre (1959) heeft het thema culturele diversiteit als onderwerp gekozen en Wynolt Visser (1981) gebruikt het zelfportret als masker tussen buitenwereld en binnenwereld. 6.3. Bijlage 3 Landschappen Het thema landschap wordt in de collectie van het Fries Museum vooral vertegenwoordigd
door werk van bekende Friese kunstenaars uit de twintigste eeuw. Toch is uit onderzoek gebleken dat ook in de voorgaande periode veel landschappen in Friesland zijn geschilderd. In de collectie van het Fries Museum is onder andere werk van de zeventiende-eeuwse Friese landschapsschilder Jacobus Sibrandi Mancadan (1602-1680) aanwezig: een italianisant die ook enkele schilderijen maakte van het Friese en het Groningse landschap. Ook in de achttiende en negentiende eeuw werden er landschappen geschilderd door Friese kunstenaars. In de twintigste eeuw bleef in Friesland de landschapsschilderkunst van belang, ook toen de eeuwenoude schildergenres elders in Nederland en Europa aan betekenis inboetten. Aan het begin van de twintigste eeuw gebeurde er in Friesland weinig op het gebied van de ontwikkeling van de beeldende kunst. Dat was een algemeen beeld in Nederland, want buiten enkele grote steden was er weinig kunstonderwijs. Wel werd er driftig gefotografeerd. Het Fries Museum bezit een groot aantal foto’s uit het begin van de twintigste eeuw waarop het Friese landschap met dorpen en steden is vastgelegd. Enkele van deze fotografen zijn vanuit artistiek oogpunt gezien noemenswaardig. Zo fotografeerde Egbert Beitschat (1871-1930) het Friese landschap vanuit de schilderkunstige opvattingen van de romantiek en Gerarda Henrietta Matthijssen (1830-1907) fotografeerde stads- en dorpsgezichten in een persoonlijke stijl, los van de gangbare conventies van die tijd. Friesland kende in de eerste helft van de twintigste eeuw geen kunstenaars van formaat, die de rol van leermeester konden vervullen. Friese kunstenaars waren aangewezen op kunstcentra in het land. Een aantal kunstenaars vertrok naar Amsterdam of Den Haag, waar ze kennis maakten met het werk van de Haagse School. Evenals veel andere Nederlandse kunstenaars legden zij zich toe op de goed verkoopbare stijl van de Haagse School, wel met Friese onderwerpen, zoals voorstellingen van skûtsjes met bruine zeilen tegen een zilverkleurige achtergrond. De belangrijkste onder hen zijn: Egnatius Ydema (1879-1937), Ype Wenning (1879-1959), Ids Wiersma (1879-1959), Johannes Elsinga (1883-1969) en Andries van der Sloot
(1884-1955). Nieuwe ontwikkelingen in de binnen- en buitenlandse kunst vonden in Friesland weinig navolgers, op enkele schilders na. Leendert Scheltema (1876-1966) leerde al vroeg Jan Toorop kennen. Toorops impressionistische stijl zien we terug in de landschappen van Scheltema. Tjerk Bottema (1882-1940) woonde jaren in Parijs, waar hij in nauw contact stond met de internationale avant-garde. Hij vervormde zijn uitgangspunt, een landschap met koeien, à la Bart van der Leck tot eenvoudige, heldere vlakken. In Friesland waren veel kunstenaars die je als ‘eenling’ zou kunnen bestempelen. Zij namen bepaalde aspecten van moderne stromingen over, maar verwerkten deze invloeden tot een eigen vormentaal. Dit gold voor kunstenaars als Tames Oud (1895-1953), Sierd Geertsma (1896-1985) en Germ de Jong (18861967). Het duurde nog tot halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw voordat het kunstklimaat in Friesland veranderde. Gerrit Benner (1897-1981) begon vanaf die tijd in grote, vaak stralende kleurvlakken te schilderen. Zijn geabstraheerde Friese landschappen betekenden een enorme impuls voor de schilderkunst in Friesland. In navolging van Benner ontstond de kunstenaarsgroep ‘Yn’e line’. Zij brachten een definitieve breuk met de heersende postimpressionistische landschapsschilderkunst teweeg. De belangrijkste schilders van deze groep zijn Jan Frearks van der Bij (1922) en Klaas Koopmans (1920-2006). Zij maken expressionistisch geschilderde landschappen, waarin behalve invloeden van Benner ook die van De Ploeg en Cobra herkenbaar zijn. Niet alleen het expressionisme van Cobra en Benner vond navolging in Friesland, maar ook de realistische schilderstijlen. Zo maakte Bouke van der Sloot (1908-1995) gedurende de jaren veertig van de vorige eeuw landschappen die qua stijl te vergelijken waren met het werk van Pyke Koch en Dick Ket, maar die in onderwerp en inhoud totaal verschilden. Het ging Van der Sloot uitsluitend om de nauwkeurige weergave van het landschap. Pit van Loo (1905-1991) sloot in de jaren zeventig van de vorige eeuw met zijn superrealisti-
Bijlage | pagina 37
sche landschappen aan bij het fotorealisme, maar waar deze laatste de foto’s direct en natuurgetrouw kopiëren, gebruikte Van Loo slechts delen van zwart-wit foto’s om details in te vullen. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw vormden landschappen het uitgangspunt voor diverse conceptuele kunstenaars. De landschappen van Willem van Althuis (1926-2006) zijn niet meer als zodanig herkenbaar. Het zijn abstracte voorstellingen van grijze en blauwe vlakken waar in het midden nog een vage aanduiding van een horizon te zien is. Hij gebruikte het landschap om de werking van kleur en licht te doorgronden. Harmen Abma (1937-2007) maakte series kleurige schilderijen, waarvan de kleurmenging door rekenkundige reeksen is bepaald. Af en toe keerde hij ‘terug’ naar het landschapsthema om inspiratie op te doen, zoals in zijn laatste werken. Ramon van der Werken (1948) gebruikt het bos als uitgangspunt voor zijn onderzoek naar de ‘chaotische ordening’ van de natuur. In de afgelopen jaren is de collectie van het Fries Museum uitgebreid met landschappen van Henk de Vries (1950) en Tjibbe Hooghiemstra (1957). De Vries experimenteert met verf en vloeibare substanties waarmee hij vage beelden maakt die doen denken aan Waddenlandschappen. Hooghiemstra maakt poëtische tekeningen die refereren naar de natuur. Van Gé-Karel van der Sterren (1969) bezit het museum meerdere landschappen. Het landschap in de fotografie wordt bijvoorbeeld in de collectie vertegenwoordigd door werk van Jan Koster (1959). 6.4. Bijlage 4 Friese kunst Het Fries Museum toont de kunst en cultuur in en van Friesland en hecht er belang aan om ook moderne en hedendaagse kunst te presenteren. Lang volgden de algemene ontwikkelingen in Friesland niet zozeer de landelijke tendensen, maar borduurden ze voort op opvattingen van kunst als een expressie van een innerlijke drang, of intuïtieve reacties op de omgeving. Een van de oorzaken hiervan was misschien
frie s museum | pagina 38
dat het kunstenaarsbestand van Friesland sterk aan het vergrijzen was. De jonge kunstenaars die in Friesland zijn geboren, zijn voor hoger kunstonderwijs afhankelijk van opleidingen elders in het land. Toch komen meer jonge kunstenaars na hun opleiding terug naar Friesland. De exploitatie van de voormalige gevangenis, De Blokhuispoort in Leeuwarden als ‘broedplaats’ voor talent heeft ertoe geleid dat er meer jonge kunstenaars in Leeuwarden blijven. Daarnaast hebben de ruimte, de voorzieningen en het internet ervoor gezorgd dat zich in de afgelopen periode enkele veelbelovende en toonaangevende ontwerpers in Friesland hebben gevestigd, zoals Claudy Jongstra (ontwerpster) en Nynke Rixt Jukema (architecte). In Friesland zijn relatief veel kunstenaars die een zeer nauwe band met de cultuur en natuur van de provincie hebben. Binnen de hedendaagse schilderkunst in Friesland bestaat de neiging terug te gaan op voorgangers uit de kunstgeschiedenis, van Pyke Koch tot Karel Appel en Gerrit Benner, en van de Romantiek tot het Formalisme. In Friesland wordt nog steeds veel traditioneel beeldhouwwerk gemaakt in steen, hout of metaal. Ook hier zijn verwijzingen naar bekende voorgangers als Henry Moore, Giacometti of het constructivisme te bespeuren. Deze stand van zaken wijkt naar onze mening niet sterk af van de situatie in andere perifere Nederlandse provincies. Er is in Friesland een klein aantal kunstenaars werkzaam die de landelijke ontwikkelingen volgen. Zij proberen daarbinnen hun eigen visies vorm te geven. De verzameling De basiscollectie Friese moderne kunst van het museum bestaat uit schilderijen, driedimensionale werken, tekeningen en video’s. Zoals reeds opgemerkt, is de collectie ontstaan in 1993 uit een samenvoeging van drie collecties, die op een onsamenhangende manier zijn gevormd. In deze collecties waren rijp en groen aanwezig. Een inventarisatie van de collecties was een van de eerste taken van het Fries Museum om in de relatieve ‘chaos’ orde aan te brengen. Die orde was ook noodzakelijk om na te gaan
waar en hoe de collectie verder uitgebouwd zou moeten worden. Voor het museum was het vanzelfsprekend dat het toekomstige verzamelbeleid gebaseerd moest zijn op de voorhanden zijnde collectie. De ordening ervan hing nauw samen met het vaststellen van de aanwezige kwaliteit van de objecten in de verzameling. Onder kwaliteit wordt verstaan de kwaliteit van het object op zich (de inhoudelijke kwaliteit, de fysieke kwaliteit en de onderlinge relatie), de waarde van een werk in het oeuvre van een kunstenaar, de waarde van het werk in kunsthistorische context en de betekenis voor de collectie van het Fries Museum. Dit vereiste, naast kennis van de kwaliteiten van aparte objecten, inzicht in de algemene kunstgeschiedenis en in de Friese kunst. Er bestaat in Friesland geen objectieve, wetenschappelijke beschrijving van de ontwikkelingen op het gebied van de moderne kunst. Maar sinds 2008 is er wel een standaardwerk geschreven door Huub Mous. In zijn boek behandelt hij alle belangrijke ontwikkelingen in de moderne Friese beeldende kunst op hoofdlijnen vanuit een brede optiek en verschillende perspectieven (Huub Mous ‘De Kleur van Friesland. Beeldende kunst na 1945’, 2008, Friese Pers/ Noordhoek). In de afgelopen decennia zijn ook ettelijke publicaties verschenen over (groeps)-tentoonstellingen en werk van afzonderlijke kunstenaars. Met de ongeordende collectie enerzijds en de aanwezige informatie anderzijds ging het museum halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw aan de slag om de collectie te analyseren en te zoeken naar kernen of lijnen in de collectie die een aanzet zouden kunnen geven tot een gericht verzamelbeleid. De analyse van de ontwikkelingen in de kunstwereld van Friesland maakte duidelijk dat die niet erg afweken van de nationale ontwikkelingen. Wel vonden deze op het gebied van de eigentijdse kunst hier allemaal wat later plaats. Er was duidelijk een verband tussen de kwaliteit van de kunst en contacten van de maker met andere kunstenaars. Ook zorgde een goed kunstklimaat voor interessante experimenten. Dit was bijvoorbeeld het geval toen in de jaren rond 1920 vertegenwoordigers van de Dada-
beweging in Drachten neerstreken en in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw kunstenaars uit de rest van het land (en daarbuiten) in de provincie goedkope werkruimte vonden. Gebrek aan opleidingen en financiële middelen waren er vaak de oorzaak van dat veel kunstenaars buiten de officiële opleidingen om gingen schilderen. Het landschap was een favoriet onderwerp voor deze groep, omdat het volop aanwezig was. Bij het onderzoek naar kernpunten in de collectie bleek dat de ontwikkelingen in de beeldende kunst van Friesland grotendeels terug te vinden zijn in de collectie. Het accent lag vooral op schilderkunst en werk op papier. Registraties van performances, acties en andere eenmalige kunstuitingen ontbraken nagenoeg volledig, evenals fotografie en video en de collectie bevatte slechts enkele driedimensionale werken. Binnen de collectie vertoonden de werken onderling een groot verschil in kwaliteit. Van de kunstenaars die kwalitatief goed werk maakten, sloot het merendeel aan bij internationale ontwikkelingen. Sommigen mixten elementen uit de Friese context met kenmerken van bijvoorbeeld de Haagse School, of de schilderstijl van één bepaalde kunstenaar. Een aantal volgde de avant-garde op de voet en probeerde zelf vernieuwend te zijn, maar slechts een enkeling droeg echt bij aan de ontwikkelingen in de eigentijdse kunst. Thijs Rinsema ontwikkelde een geometrisch abstracte stijl onder invloed van Theo van Doesburg, Gerrit Benner vertaalde zijn affiniteit met de CoBrA beweging in oorspronkelijke expressionistische schilderijen, Sjoerd de Vries ontwikkelde een geheel eigen stijl en Harmen Abma kwam via de materieschilderkunst uit bij op reeksen gebaseerde abstracte schilderijen, waarbij hij gebruik maakte van primaire kleuren, wit en zwart. In de collectie waren opvallend veel landschapsschilderijen aanwezig. Maar de meeste kunstenaars beoefenden meerdere thema’s of stijlen. Het verzamel- en aankoopbeleid sinds 1993 Het museum wilde bij het opstellen van haar verzamelbeleid in 1993 geen kunstmatige thematisering aanbrengen in deze brede collectie. Die moest ook in de toekomst een afspiege-
Bijlage | pagina 39
Aangekocht Trijnie van der Wal The Burden of Atlas 2009 – 2011 acryl op papier 580 x45 cm Trijnie van der Wal (Lemmer, 1941) houdt zich bezig met
In ‘The Burden of Atlas’ wordt de wereld eerst ontleed
textiel, fotografie en beschilderde collages. In een brief
en daarna als een nieuwe provisorische werkelijkheid
uit 2009 schrijft ze: ‘Wat mij bezighoudt is de vraag:
gepresenteerd. Trijnie van der Wal heeft niet toevallig
bestaat er één grote waarheid wat betreft het universum
voor de titel ‘The Burden of Atlas’ gekozen. De titel
met daarbinnen de aarde met al haar verschillende vor-
verwijst niet alleen naar haar reis, maar ook naar een
men van leven en gedragingen als miniem onderdeel van
atlas als een verzameling prenten of tekeningen, die
ditzelfde fenomeen’. Ook haar meest recente werk ‘The
betrekking hebben op een stad, een streek of een land.
Burden of Atlas’ gaat over deze vraag.
Daarnaast is er een verwijzing naar de mythologische
In ‘The Burden of Atlas’ wordt ingezoomd op een
figuur Atlas, ‘de dragende’, die voor eeuwig het hemel-
gebergte in Marokko waar in de zomer zowel in woes-
gewelf moest torsen, omdat hij tegen Zeus had gestre-
tijnachtige omstandigheden als in de eeuwige sneeuw
den. Het gebergte in het werk van Trijnie van der Wal
gewoond, gewerkt en vooral gerecreëerd wordt. Trijnie
torst letterlijk wat de aarde wordt aangedaan. Het gaat
van der Wal bezocht het gebied in 2009 als toerist. In
over roofbouw, klimaatveranderingen, overbevolking,
het werk treedt een wonderbaarlijke vermenging van
massamigratie en de strijd tussen rijkdom en armoede.
‘verschillende vormen van leven en gedragingen’ op. De
De wereld van “The Burden of Atlas’ is een universum
aanwezige mensen in de ‘Burden of Atlas’ vormen een
waarin een oneindige verdichting van tijd en ruimte heeft
heuse smeltkroes van zowel oosterse (autochtone) als
plaatsgevonden. Het is een verkleinde versie van de
westerse (allochtone) bevolkingsgroepen. In dit werk
reële wereld.
zijn alle culturen en bezigheden met elkaar vereend.
Aangekocht voor de collectie Friese moderne kunst
frie s museum | pagina 40
ling zijn van wat er in Friesland aan kwalitatief goede kunst gemaakt is en wordt. Daarbij was en is het enige belangrijke criterium de artistieke, inhoudelijke en beeldende kwaliteit van het werk. Het aanbrengen van enkele lijnen, gebaseerd op een periodisering binnen de collectie, vormde hierbij een zinnig houvast. De eerste lijn die gevolgd wordt is de groep van Friese kunstenaars die reeds zijn overleden. Hun werk is te relateren aan stromingen en stijlen uit de moderne kunst. De tweede lijn wordt gevormd door een aantal levende toonaangevende Friese kunstenaars. Zij hebben laten zien dat er een constante kwaliteit in hun werk aanwezig is. De derde lijn is die van de jongere Friese kunstenaars. Op grond van deze verzamellijnen is nu een basiscollectie gevormd. Werk van overleden en voor de (Friese) kunstgeschiedenis belangrijke kunstenaars De eerste lijn die het Fries Museum volgt, is kunst uit een periode die achter ons ligt. Het gaat om werk van overleden en voor de (Friese) kunstgeschiedenis belangrijke kunstenaars. Het bevat werk in de sfeer van de Haagse School en de Europese avant-garde bewegingen. De goed verkoopbare stijl van de Haagse School werd door veel Friese schilders ‘geleend’. Zij voegden aan het kenmerkende vaalgrijze kleurenpalet Friese onderwerpen toe, zoals voorstellingen van skûtsjes met bruine zeilen tegen een zilverkleurige achtergrond. De belangrijkste onder hen zijn: Egnatius Ydema (1879-1937), Ype Wenning (1879-1959), Ids Wiersma (1879-1959), Johannes Elsinga (1883-1969) en Andries van der Sloot (1884-1955). Belangrijke stromingen en stijlen die zich in Europa voordeden, werden door Friese kunstenaars gesignaleerd en opgepikt. De uit Drachten afkomstige kunstenaar Thijs Rinsema (18771947) ontmoette Theo van Doesburg tijdens WO I. Onder invloed van Van Doesburg ontwikkelde Rinsema een eigen constructivistisch georiënteerde stijl waarin abstractie en figuratie samenkwamen. Jan Mankes(1889-1920), die lange tijd in Friesland woonde, maakte verschillende zelfportretten. Het Fries Museum bezit er enkele, waarin Mankes het ‘zuiver geestelijke’ probeerde uit te drukken. Dit was een streven
dat de Symbolisten zich ten doel stelden. Piet van der Hem (1885-1961) verbleef langere tijd in Parijs, waar hij er bijna in slaagde een volledig abstracte vorm van schilderen te realiseren. Maar hij kon zich niet losmaken van de figuratie. Van der Hem werd later een specialist in de portretkunst. Dit zijn de belangrijkste redenen voor het Fries Museum om zijn werk te verzamelen. Ook Tjerk Bottema (1882-1940) woonde jaren in Parijs, waar hij in nauw contact stond met de internationale avant-garde. Hij vervormde zijn uitgangspunt, een landschap met koeien, à la Bart van der Leck tot eenvoudige, heldere vlakken. Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) hoort ook thuis in het rijtje kunstenaars dat naar Parijs afreisde. Zij is vooral bekend geworden door haar grafiek, maar het museum bezit ook enkele schilderijen en aquarellen van haar. Leendert Scheltema (1876-1966) leerde al vroeg Jan Toorop kennen. Toorops impressionistische stijl zien we terug in de landschappen van Scheltema. Ook expressionistische tendensen zijn te vinden in het werk van aan Friesland gerelateerde kunstenaars, zoals in de landschappen van Sierd Geertsma (1896-1985) en Germ de Jong (1886-1967). De van oorsprong Friese schilder Tames Oud (1895-1953) verwerkte de invloeden uit zijn Belgische omgeving in zijn schilderijen en tekeningen. Bij hem zien we de kleuren en dikke lijnen van Constant Permeke (1886-1952) terug. Er waren meer Belgen die invloed hadden op Friese kunstenaars, zoals Gustav de Smet op Bouke van der Sloot(1908-1995). Van der Sloot maakte gedurende de jaren ’40 echter ook portretten en landschappen die qua stijl te vergelijken waren met het werk van Pyke Koch en Dick Ket. Dit werk verschilde in onderwerp en inhoud totaal van dat van zijn voorbeelden. Het ging Van der Sloot uitsluitend om de nauwkeurige weergave van het landschap. De belangrijkste Friese schilder uit deze periode is Gerrit Benner (1897-1981). Hij had nauwe contacten met de CoBrA-beweging en met name met Karel Appel. Benner begon vanaf het midden van de jaren ‘50 van de vorige eeuw in grote, vaak stralende kleurvlakken te schilderen. Zijn geabstraheerde Friese landschap-
Bijlage | pagina 41
pen betekenden een enorme impuls voor de schilderkunst in Friesland. Van alle hierboven genoemde kunstenaars heeft het Fries Museum meerdere werken in de collectie. Levende toonaangevende Friese kunstenaars Een tweede tijdvak is de periode die rond 1960 begint. Het is de periode van de huidige toonaangevende Friese kunstenaars, zoals Sjoerd de Vries en Harmen Abma, maar ook van een grote groep ‘navolgers’ van Gerrit Benner. In navolging van Benner ontstond in het begin van de jaren vijftig van de vorige eeuw de kunstenaarsgroep ‘Yn’e line’. Zij brachten een definitieve breuk met de in Friesland heersende postimpressionistische landschapsschilderkunst teweeg. Een van de belangrijkste schilders van deze groep is Jan Frearks van der Bij (1922). Hij maakt expressionistisch geschilderde landschappen, waarin behalve invloeden van Benner ook die van De Ploeg en CoBrA herkenbaar zijn. Niet alleen het expressionisme van CoBrA en Benner vond navolging in Friesland, maar ook de realistische schilderstijlen. Pit van Loo (1905-1991) sloot in de jaren zeventig van de vorige eeuw met zijn superrealistische landschappen aan bij het fotorealisme, maar waar deze laatste de foto’s direct en natuurgetrouw kopiëren, gebruikte Van Loo slechts delen van zwart-wit foto’s om details in te vullen. Een hoogtepunt uit onze collectie vormen de portretten van schrijvers, burgemeesters en markante figuren uit Friesland die Sjoerd de Vries (1941) vanaf het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw maakte. Ze vallen op door de nadruk op karakteristieken in het gezicht en de techniek die De Vries zelf ontwikkelde. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw vormden landschappen het uitgangspunt voor diverse conceptuele kunstenaars. De landschappen van Willem van Althuis (1926-2006) zijn niet meer als zodanig herkenbaar. Het zijn abstracte voorstellingen van grijze en blauwe vlakken, waar in het midden nog een vage aanduiding van een horizon te zien is. Hij gebruikt het landschap om de werking van kleur en licht te doorgronden.
frie s museum | pagina 42
Harmen Abma (1937-2007) maakt series kleurige schilderijen, waarvan de kleurmenging door rekenkundige reeksen is bepaald. Af en toe keert hij ‘terug’ naar het landschapsthema om inspiratie op te doen, zoals in zijn nieuwste werken. Ramon van der Werken (1948) heeft het bos als uitgangspunt gekozen voor zijn onderzoek naar de ‘chaotische ordening’ van de natuur. Jonge Friese kunstenaars Het derde tijdvak beslaat de eigen tijd. Hier gaat het om werk van jonge eigentijdse kunstenaars en ontwerpers, zoals Alex Kooistra, B.C. Epker, Wynolt Visser, Claudy Jongstra en een aantal pas afgestudeerde kunstenaars. Deze kunstenaars vormen de voorhoede van de Friese kunst. Claudy Jongstra speelt bovendien in de Nederlandse hedendaagse kunst een voorhoederol. De andere genoemde kunstenaars zijn erin geslaagd om ook over de provinciegrenzen heen waardering te krijgen. Evenals bij de andere twee groepen geldt ook bij de hedendaagse kunst dat het belangrijkste aankoopcriterium de kwaliteit van het werk is. Maar meer dan bij de overleden en toonaangevende Friese kunstenaars speelt bij deze groep ook mee de eigen visie die aan het werk ten grondslag ligt en de rol die het werk speelt in de ontwikkeling van het oeuvre. Dit heeft alles te maken met de opvatting dat de kwaliteit van de hedendaagse kunst niet afhankelijk is van het gebied waarin het ontstaat. Behalve de bovengenoemde kunstenaars is er in de afgelopen periode werk aangekocht van bijvoorbeeld Fraerk van der Wal, Johan van Aken en Catrines Spinder. Met andere woorden: het Fries Museum koopt werk van kunstenaars die er blijk van geven zich te vernieuwen en te ontwikkelen om zo op termijn een representatief overzicht van een oeuvre of de sleutelstukken uit een belangrijke periode te kunnen tonen.
Het aankoopbeleid Friese moderne en hedendaagse kunst Het aankoopbeleid voor de Friese moderne en hedendaagse kunst voor de komende periode gaat voort op de ingeslagen weg. De drie verzamellijnen, de overleden Friese kunstenaars, de levende toonaangevende Friese kunstenaars en jonge Friese kunstenaars, vormen een werkbare onderverdeling van de collectie en bieden alle ruimte voor zinvolle aanvullingen en uitbreidingen. Dit wil niet zeggen dat het Fries Museum nu geen goed beeld van de Friese kunst kan geven, maar er zijn nog steeds belangrijke stukken die een wezenlijke bijdrage aan de collectie kunnen leveren. Binnen de groep van overleden kunstenaars hebben enkele kunstenaars nog steeds onze bijzondere aandacht. Dat geldt met name voor Gerrit Benner. Hoewel het museum inmiddels een behoorlijk aantal werken van Benner in de verzameling heeft, blijven er stukken die een waardevolle aanvulling op de aanwezige werken vormen. Dit geldt met name voor schilderijen uit de periode rond de jaren zeventig van de vorige eeuw. Ook van Jan Mankes zou het museum nog graag meer schilderijen aan zijn collectie toevoegen. Het museum houdt zich dan ook actief op de hoogte van wat er op de kunstmarkt verschijnt. Het museum concentreert zich bij deze groep niet alleen op de aankopen, maar ook op eventuele verzamelaars die hun werk aan het museum in bruikleen willen geven. Wij hebben bijvoorbeeld onlangs een werk van Gerrit Benner van een Utrechtse verzamelaar in langdurig bruikleen gekregen. Voor de tweede verzamellijn, die van de oudere toonaangevende kunstenaars, geldt ook in de komende tijd dat wij hen blijven volgen en proberen om sleutelstukken te verwerven. Daarbij is wel van belang dat dit werk zich verder ontwikkelt en vernieuwt. Kunstenaars van wie wij de ontwikkelingen volgen zijn Tjibbe Hooghiemstra, Sjoerd de Vries (oudere portretten) en Ramon van der Werken. Maar het ligt ook in de bedoeling om het ‘gat’ van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw nader te onderzoeken en eventueel in te vullen. Onlangs heeft het museum een representatieve selectie
uit het werk van Geert Duintjer aangekocht. Hij was onder andere in de jaren tachtig van de vorige eeuw in het Fries Museum te zien met enkele performances. De hedendaagse Friese kunst zal ook in de komende periode worden gevolgd. Het is met name voor deze verzamellijn moeilijk om aankomende talenten in Friesland te vinden, omdat er in deze provincie weinig nieuwe jonge kunstenaars zijn. Hoewel er een popacademie en enkele artistieke opleidingen in het hoger beroepsonderwijs gevolgd kunnen worden, blijven de jongeren maar zelden in de provincie. Een gunstige uitzondering hierop vormen kunstenaars als Alex Kooistra, Elke Uitentuis en Wouter Osterholt en nog enkele anderen. Het Fries Museum probeert ze op te sporen en koopt hun werk eventueel aan. Daartoe informeert het museum zich op verschillende manieren. Van Keunstwurk krijgt het museum een bericht wanneer nieuwe kunstenaars zich bij hen laten inschrijven. Er worden galeries, kunstenaarsinitiatieven, ateliers en tentoonstellingen bezocht. Zoals eerder opgemerkt vat de Provincie Friesland het begrip Friese kunst op als kunst die gemaakt wordt in Friesland door in Friesland wonende kunstenaars. In de afgelopen jaren was de Provincie Friesland bereid om incidenteel akkoord te gaan met aankopen van oorspronkelijk Friese kunstenaars, die niet langer in de provincie woonachtig zijn. Zo kon de kunstmatige scheiding tussen Friese en niet-Friese kunstenaars in de collecties worden overbrugd. Zo is werk aangekocht van Marnix Goossens, A.P.Komen/Karen Murphy en Robert Zandvliet. 6.5. Bijlage 5 Moderne grafiek Het nieuwe beleid inzake moderne kunst heeft verzamelaars er toe gebracht hun collecties bij het Fries Museum onder te brengen. In 1993 is van een particuliere verzamelaar uit Leeuwarden een verzameling Nederlandse en internationale grafiek in bruikleen genomen. Deze verzameling, die ongeveer 1.000 nummers telt, reikt van een bijna complete verzameling ‘Prent
Bijlage | pagina 43
190’-grafiek tot een persoonlijk getint overzicht van het modernisme na 1960. Zowel Joseph Beuys als Donald Judd zijn in deze verzameling vertegenwoordigd. In 1996 werd de bestaande verzameling uitgebreid met het bruikleen van de collectie van de particuliere verzamelaars Knecht–Drenth. Het betreft een schenking aan de Provincie Friesland onder voorwaarde dat de provincie het in bruikleen geeft aan het Fries Museum. Aan dit bruikleen is een aankoopfonds gekoppeld waaruit elk jaar, afhankelijk van de aandelenmarkt en rentestanden, een bedrag voor de aankoop van grafiek beschikbaar komt. De verzameling bestaat uit ongeveer 4.250 bladen. Het echtpaar probeerde een overzicht aan te leggen van de belangrijkste grafische kunstenaars in de landen in Europa. Met de verwerving van deze verzameling is beoogd om de kunsthistorische ontwikkelingen in Europa in de 20ste eeuw te kunnen tonen. Het bleek moeilijk om een verbinding te leggen tussen de gestaag groeiende collectie moderne kunst en de grafiek in de collectie Knecht-Drenth. Als schakel tussen deze beide collecties is in 1998 met de aankoopgelden uit het fonds Knecht-Drenth de collectie Brattinga gekocht. Het betreft de verzameling van steendrukker Rento Brattinga. Van ieder blad dat hij drukte en nog zal drukken, wordt een exemplaar aan de collectie toegevoegd. De verzameling bestaat momenteel uit ongeveer 2.000 bladen van Nederlandse kunstenaars, zoals Erik Andriesse, Ko Aarts, Carel Visser, Bas Meerman. Door deze aankoop bezit het Fries Museum het bijna complete grafische oeuvre van onder andere Fons Haagmans, Roy Villevoye en Armando. De collectie groeit nog steeds. Met deze laatste aankoop had het Fries Museum weliswaar de beschikking over een enorme collectie, maar in de praktijk bleef de grafiek tamelijk onzichtbaar. In 2001 is als doelstelling en ambitie geformuleerd dat de collectie hedendaagse grafiek van het Fries Museum een flankerende functie moet krijgen ten opzichte van het vigerende tentoonstellingsbeleid en aankoopbeleid van het Fries Museum op het gebied van de hedendaagse beeldende kunst. Met de grafiek kan het museum de internationale context van de hedendaagse kunst tonen.
frie s museum | pagina 44
Om de ambitie van een internationale context te realiseren is er in 2002 voor gekozen om enkele zwaarwegende lacunes op te vullen. Van 2002 tot 2005 is een klein, maar representatief overzicht van drie belangrijke kunstenaars aangelegd, die voor verschillende opvattingen in de beeldende kunst staan. Er is gekozen voor drie algemene categorieën. In de eerste categorie ligt het zwaartepunt op de wederzijdse invloeden tussen schilderkunst en fotografie. Als wegbereider is Gerhard Richter belangrijk. Gerhard Richter (Dresden, 1932) kan zonder meer beschouwd worden als één van de grootste en meest invloedrijke schilders van de tweede helft van de twintigste eeuw. In de tweede categorie ligt het accent op de tekenkunst, waarin het persoonlijke handschrift in dienst staat van een conceptuele basishouding en de persoonlijke ervaring en geschiedenis van de kunstenaar. Hiervoor is Louise Bourgeois (Parijs, 1911) uitgekozen. Door haar aandacht voor het lichamelijke, haar anti-formalistische verwerking van ongebruikelijke materialen als latex en haar extreme en vaak pijnlijk scherpe waarnemingsvermogen voor onverwerkt psychisch materiaal, is ze het lichtend voorbeeld geworden voor veel vrouwelijke kunstenaars. In de derde categorie staat de omgang met de media (film, televisie en fotografie) centraal en het vermogen om verhalende kunst te maken. Als voorloper wordt hier John Baldessari uitgelicht. John Baldessari (National City, 1931) geldt als één van de wegbereiders van de conceptuele kunst en wordt algemeen gezien als aartsvader van de hedendaagse fotocollage. Zijn open en bijna wetenschappelijke houding (vergelijkbaar met Richter) en zijn kritiek op zijn eigen generatie heeft hem tot een groot en invloedrijk leraar gemaakt. De gekozen kunstenaars, Richter, Bourgeois en Baldessari, vertegenwoordigen niet alleen een formele categorie. Ze vertegenwoordigen ook een artistieke houding, die aan de basis ligt van veel hedendaagse kunstenaars, onder andere van kunstenaars die het Fries Museum verzamelt. In 2007 is geconstateerd dat de collectie Knecht-Drenth nog steeds niet aan de ‘eisen van deze tijd’ beantwoordt; eisen die in principe samenvallen met de voorwaarden van
Aangekocht Imogen Stidworthy Topography of a Voice 2008/09 ets en offset 7 bladen, waarvan 6 het formaat 32 x 51 cm en 1 het formaat 32 x 25,5 cm ed. # 1 van 4 P 2010 -068 De Britse kunstenaar Imogen Stidworthy (Liverpool,
Scouse tongval te krijgen. ‘Get here’ is een typische zin
1963) onderzoekt de fysieke en sociale impact van het
die vaak op straat gehoord wordt, wanneer moeders
gesproken woord. Hoe bepaalt taal de communicatie
hun kinderen tot de orde roepen. Het karakteriseert de
tussen mensen en de objecten waarmee ze omringd wor-
Liverpoolse cultuur, maar het werk roept tegelijkertijd
den? Zij doet dat overwegend in installaties, waarin taal
vragen op over plaats en identiteit. Het dertien keer
centraal staat. Vragen die haar werk bepalen zijn: wat
uitspreken van de woorden ‘Get here’ levert namelijk
is taal? Wat doen we met taal en wat doet taal met ons?
evenzoveel varianten of taallandschappen op. Het woord
Vooral sinds haar deelname aan Documenta 12 (2007)
‘here’(hier) verandert van een simpele en niet mis te
staat haar werk internationaal in hoog aanzien.
verstane aanduiding in een heterogeen, meerduidig en
Het werk ‘Topography of a Voice’ is afgeleid van het
uiteindelijk ongrijpbaar begrip.
akoestische werk ‘Get here’ uit 2006. In ‘Get here’ heeft Imogen Stidworthy gebruik gemaakt van het typisch Liverpoolse Scouse dialect. Voor de geluidsregistratie (die naderhand ook voor het gedrukte werk werd gebruikt) schakelde ze inwoners uit Liverpool in, Somalische vluchtelingen en acteurs die door professionele stemcoaches getraind werden om een authentieke
Bijlage | pagina 45
onze mediacultuur. Deze cultuur wordt in hoge mate bepaald door “The return of the real” om Hal Fosters gelijknamige boek uit 1996 te parafraseren. De werkelijkheid van de multiple in de vorm van ready-mades, of in de vorm van handmatig geproduceerde driedimensionale objecten in oplage, en de werkelijkheid van de foto en het fotografische, verwijzen niet alleen naar de genoemde mediacultuur, maar zijn ook in staat deze alledaagse realiteit te ontrafelen en te ontleden. De ingeslagen weg met aankopen van Richter, Baldessari, Bourgeois, en de gerealiseerde tentoonstellingen van Ana Mendieta en Ross Birrel die in hoofdzaak over de sociale werkelijkheid van de kunst en de kunstenaar gingen, blijven wij in de komende periode volgen. 6.6. Bijlage 6 Tentoonstellingen moderne en hedendaagse kunst 2010-2011 Hoofdtentoonstellingen Land. Country Life in the Urban Age Noorderlicht Internationale Fotomanifestatie 2010 5 september t/m 31 oktober 2010 Sinds het begin van de 21ste eeuw woont meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Wat zijn de gevolgen van deze verschuiving voor het platteland? Is het mogelijk om, tegen alle economische logica in, het rurale leven een herwaardering te geven? ‘Land’ legt, aan de hand van een dertigtal fotografen uit alle windstreken de symbiotische maar ongelijkwaardige relatie bloot tussen stad en platteland. Windows Tot de sluiting van de huidige locatie Het thema van de educatieve tentoonstelling ‘Windows’ is het venster. Via vensters krijgen we visies op de wereld om ons heen aangereikt. De expositie is samengesteld met werk uit eigen collectie van onder meer Harmen Abma, Willem Althuis, Gerrit Benner, Saskia Janssen, Frank van der Salm, Jan Wiegers en Robert Zandvliet.
frie s museum | pagina 46
Zoltin Peeter Neo-Romantic Works Gerrit Benner Prijs voor Beeldende Kunst 2009 14 februari tot en met 16 mei 2010 Het werk van Zoltin Peeter wortelt in een romantische natuurbeleving, met een sterke hang naar onherbergzame oorden en onbereikbare verten. Zijn werk ontstaan naar aanleiding van reizen naar Noorwegen en IJsland. De illusie van het ongerepte en onbetredene legt hij vast in ter plekke gemaakte, snelle schetsen. Daarin komt een proces van reduceren op gang dat later in zijn atelier uitmondt in tekeningen en sculpturen. Stephan Vanfleteren Flakkelân 27 juni tot en met 29 augustus 2010 Flakkelân van de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren, is de derde editie van de fotoopdracht die sinds 2003 gezamenlijk door het Fries Museum en de Leeuwarder Courant wordt verstrekt. Stephan Vanfleteren (1969) heeft zich voor de opdracht verdiept in de rol die het verleden speelt in het moderne Friesland. Magie = Magic Samenwerking met het Noordelijk Film Festival 11 november 2010 tot en met 30 januari 2011 De tentoonstelling Magie = Magic gaat over de klassieke en hedendaagse surreële blik op de wereld. In de tentoonstelling staat de ongebroken aantrekkingskracht en betekenis van het surrealisme voor hedendaagse kunstenaars centraal zoals Aurélien Froment (FR), Keren Cytter (IL) en Matt Mullican (USA), Salvador Dalí (SP) en Erik van Lieshout. De zee roept Foto’s van Tryntsje Nauta en muziek van Meindert Talma 31 mei tot en met 4 september 2011 De tentoonstelling ‘De Zee Roept’ is een visueel onderzoek naar studenten die volwassen worden in de sterk uniforme omgeving van de hogere zeevaartschool ‘Maritiem Instituut Willem Barentsz’ op Terschelling. Naast portretten van jonge zeelieden is er een serie zeegezich-
ten te zien. Singer-songwriter Meindert Talma maakte er een hedendaagse muzikale interpretatie van.
P2010-075
De Straat P2010-076 #1 Life vs Death 25 juni tot en met 21 augustus 2011 Een solo tentoonstelling met video installaties van Mathilde Hemmes uit Heerenveen. Haar werk gaat over de strijd tussen leven en dood. Daarbij speelt de vraag ‘Wat doet het lijden van anderen met ons?’ een belangrijke rol. #2 MoPA 27 augustus tot en met 8 oktober 2011 Het MoPA (Museum of Parodied Art) is het enige ‘museum’ in de wereld gewijd aan het verzamelen, bewaren, tentoonstellen en vieren van geparodieerde kunst in al zijn vormen. Te zien zijn variaties op het werk van onder anderen Damian Hirst, Marcel Duchamp en Robert India. MoPA neemt bovendien de bestaande museumpraktijk op de hak. 6.7 Bijlage 7 Aanwinsten hedendaagse kunst 2010 - 2011 AANWINSTEN 2010 Mondriaan Stichting P2010-002 Koos Breukel, Zonder titel (portret van Rineke Dijksta), kleurenfoto, 2010, inkt op papier, 140.0 x 105.0 cm, aankoop Galerie Willem van Zoetendaal (Amsterdam) P2010-068 Imogen Stidworthy, Topography of a voice, ets, 2008-2009, inkt op papier, 32.0 x 51.0 cm, aankoop Galerie Akinci (Amsterdam) P2010-074 Saskia Janssen, East/West: East/ West, Paradise in Reverse, 2005 digitale C-print op papier, 70 x 50 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam)
P2010-077
P2010-078
P2010-079
P2010-080
P2010-081
Saskia Janssen, East/West: Paradise in Reverse (installatie), print, inkt op papier, 270.0 x 360 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) Saskia Janssen, East/West: Paradise in Reverse (installatie), print, inkt op papier, 270.0 x 360 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) Saskia Janssen, East/West: Paradise in Reverse (installatie), video, 14 min, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) Martine Stig, Ante 1, cibachrome, 2010, inkt op papier, 98.0 x 77.0 cm, aankoop Motive Gallery (Amsterdam) Martine Stig, Ante 2, cibachrome, 2010, inkt op papier, 98.0 x 77.0 cm, aankoop Motive Gallery (Amsterdam) Martine Stig, Ante 3, cibachrome, 2010, inkt op papier, 98.0 x 77.0 cm, aankoop Motive Gallery (Amsterdam) Martine Stig, Ante 4, cibachrome, 2010, inkt op papier, 98.0 x 77.0 cm, aankoop Motive Gallery (Amsterdam)
Provincie Friesland S2010-003 Henk de Vries, Zonder titel (Wadden), schilderij, 2009, olieverf op doek, 150.0 x 125.0 cm, aankoop EM Galerie (Drachten) S2010-004 Henk de Vries, Zonder titel (Wadden), schilderij, 2009, olieverf op doek, 120.0 x 90.0 cm, aankoop EM Galerie (Drachten) P2010-005 Eline Jansen, Zonder titel, collage, 2009, kurk en kant op papier, 49.0 x 63.0 cm, aankoop Galerie Roos van Tudor (Leeuwarden) P2010-006 Sander Wiersma, Carnavalle 3, gemengde techniek, 2010, inkt op papier, 250.0 x 125.0 cm, aankoop Galerie Roos van Tudor (Leeuwarden)
Bijlage | pagina 47
Aangekocht Roy Villevoye The Video Message 2009 DVD tijdsduur 3 min. De film ‘The Video Message’ is een gefilmde videobood-
andere betekenis dan het maken van foto’s en videobeel-
schap van Roy Villevoye’s Papoeavriend Omomá. Ge-
den. De Asmat maken zelf houten beelden (Omomá is
zeten in een snel varende boot vertelt deze Omomá op
zelf een beeldhouwer). Maar omdat ze alleen beelden
beklemmende wijze dat het beeld dat Villevoye van hem
van voorouders mogen maken, rust op het maken van
gemaakt heeft, nooit terug mag keren naar zijn land, het
driedimensionale beelden van levende mensen (zoals
land van de Asmat. Het mag zelfs niet terugkeren als
Villevoye in Amsterdam gedaan heeft ) een zwaar taboe.
foto. Want als dit wel gebeurt, zal hij – overeenkomstig
De video gaat ook over conventies, identiteit en een
de wil van zijn almachtige vooroudergeesten – sterven.
vreemd geval van ‘portretrechten’. Omomá heeft na-
Roy Villevoye (Maastricht, 1960) werd een belangrijke
melijk zijn ziel aan het Westen verkocht en smeekt nu
kunstenaar toen hij aan het einde van de jaren tachtig
Villevoye om hem te sparen. De film gaat dan ook op in-
ophield met schilderen en inspiratie vond in zijn reizen
dringende wijze over inkeer en berouw. Het belangrijkste
buiten Europa. Zijn werk gaat over universele onderwer-
is evenwel wederkerigheid. De wereld van Roy Villevoye
pen als dood, geweld, echtheid, de verschillen tussen
en Omomá zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
‘wij’ en ‘zij’ en de manier waarop in andere culturen (als
Het werk van Roy Villevoye is aanwezig in de collecties
die van de Asmat in Papoea Nieuw Guinea) tegen deze
van De Lakenhal in Leiden, het Museum Boijmans Van
universele onderwerpen wordt aangekeken.
Beuningen in Rotterdam, het Nederlands Fotomuseum
Het werk ‘The Video Message’ is een sleutelwerk in het
in Rotterdam en in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
oeuvre van Roy Villevoye omdat het in heldere woorden
Het Fries Museum heeft het werk aangekocht omdat het
en beelden vertelt over de symbiotische relatie tussen
naadloos aansluit bij het verzamelbeleid en het werk
hem en de Asmat. Het gaat over de overeenkomsten en
perfect aansluit op de 12 prenten en/of andere edities die
verschillen in beider cultuur. Uit de video blijkt onder
het van Roy Villevoye bezit.
meer hoe de Asmat over het afbeelden van mensen denken. Zo heeft het maken van een sculptuur een heel
frie s museum | pagina 48
Eline Jansen, Rijk, schilderij, 2008, olieverf op doek, 214.0 x 128.0, aankoop Galerie Roos van Tudor (Leeuwarden) P2010-008A Johan van Aken, Silent Signs, dvd (origineel), 2008-2010, DVD, aankoop Johan van Aken (Drachten) P2010-008B Johan van Aken, Silent Signs, print, 2008-2010, inkt op aluminium, 120.0 x 214.0 cm, aankoop Johan van Aken (Drachten) S2010-009 Tjibbe Hooghiemstra, Noordpool, schilderij, 2009, gemengde techniek op doek, 80.0 x 70.0 cm, aankoop Tjibbe Hooghiemstra (Lieveren) B2010-067 Ids Willemsma, Tsjerkebuorren, beeld, 2002-2003, iepenhout, 300.0 x 530.0 x 280.0 cm, aankoop Ids Willemsma (Easterwierum) P2010-069 Jantien Jongsma, Slag in Harlingen, tekening, 2010, gemengde techniek op papier, 100.0 x 140.0 cm, aankoop Galerie Smarius/Steven Sterk (Gorredijk) P2010-070 Stephan Vanfleteren, Palingvisser, zwart-wit foto, 2010, inkt op papier, 112.0 x 95.0 cm, aankoop Stephan Vanfleteren (Vilvoorde) P2010-071 Stephan Vanfleteren, Portret van Sjoerd de Vries, zwart-wit foto, 2010, inkt op papier, 47.7.0 x 57.1 cm, aankoop Stephan Vanfleteren (Vilvoorde) P2010-072 Stephan Vanfleteren, Portret van Thom Mercuur, zwart-wit foto, 2010, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, aankoop Stephan Vanfleteren (Vilvoorde) P2010-073 Stephan Vanfleteren, Schaatssporen Hindeloopen, zwart-wit foto, 2010, inkt op papier, 95.0 x 111.8 cm, aankoop Stephan Vanfleteren (Vilvoorde) S2010-007
Knecht-Drenth Fonds PCK04775 Mark Kent, Rough Sleeping Patterns (dress), jurk, 2009, katoen,104.0 x 45.0 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) PCK04776A Falke Pisano, A sculpture turning into a conversation, print, 2008, inkt op papier en aluminium, 84.0 x 60.0 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) PCK04776B Falke Pisano, Object and Disintegration, print, 2008, inkt op papier en aluminium, 84.0 x 60.0 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) PCK04776C Falke Pisano, Affecting Abstraction, print, 2008, inkt op papier en aluminium, 84.0 x 60.0 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) PCK04776D Falke Pisano, Concrete Abstractions, print, 2008, inkt op papier en aluminium, 84.0 x 60.0 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) PCK04777 Falke Pisano, Figure 1 (Context, Past, Present, Future), zeefdruk, 2009, inkt op papier, 40.0 x 40.0 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) PCK04778 Raoul de Keyser, Network, zeefdruk, 1972, inkt op papier, 50.0 x 50.0 cm, aankoop Kunstruimte Wagemans (Beetsterzwaag) PCK04779 Jan Brokof, Zonder titel, houtsnede, 2009, inkt op papier, 78.0 x 53.0 cm, aankoop Galerie Vous Etes Ici (Amsterdam) PCK04780A=C Keith Edmier, Jill, Keith, Farrah, print, 1997, inkt op papier, 23.9 x 19.0 cm, aankoop Prentwerk (Groningen) PCK04781 Rineke Dijkstra, Juli, Castricum aan zee, cibachrome, 1995, inkt op papier, 24.0 x 19.0 cm, aankoop XX Multiple Galerie (Rotterdam)
Bijlage | pagina 49
PCK04782A=G Diverse kunstenaars, Franchise, print en boek, 2007, inkt op papier, 84.1 x 118.9 cm, aankoop VHDG (Leeuwarden) AANWINSTEN 2011 Mondriaan Stichting P2011-023 Roy Villevoye, The Video Message, video op dvd, 2009, 3 min, aankoop Motive Gallery (Amsterdam) P2011-024 Ksenia Galiaeva, Zonder titel (Moeder in dacha ‘beneden’ in tuin), analoge kleurenfoto/handafdruk, 2008, editie 2/3, papier, 95.0 x 111.5 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) P2011-025 Ksenia Galiaeva, Zonder titel (Mijn vader achter het stuur), analoge kleurenfoto/handafdruk, 2009, editie 3/3, papier, 58.0 x 85.5 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) P2011-026 Ksenia Galiaeva, My mothers birthday, analoge kleurenfoto/ handafdruk, 2005, ed. 3/3, papier, 96.0 x 123.5 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) P2011-027 Ksenia Galiaeva, Zonder titel (Afternoon at the lake), analoge kleurenfoto/ handafdruk, 2009, editie 2/3, papier, 58.0 x 85.5 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) P2011-028 Ksenia Galiaeva, Zonder titel (Afternoon walk at the church), analoge kleurenfoto/handafdruk, 2009, editie 2/3, papier, 58.0 x 85.5 cm, aankoop Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam)
Provincie Friesland P2011-015 Gerco de Ruijter, Kruiend ijs, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, aankoop Gerco de Ruijter (Rotterdam) P2011-029 Trijnie van der Wal, The Burden of Atlas, 2009-2011, acryl op papier, 580.0 x 45.0 cm, aankoop Trijnie van der Wal (Joure) P2011-030 Elmar Kuiper, Birth, Life, Death, Video film op DVD, 2010 ed. 1/3, 35 min 40 sec, aankoop Elmar Kuiper (Hûns) P2011-031A Caro Kroon, Eat Me, Drink Me, =AN 2010, installatie bestaande uit 40 delen, afmetingen variabel, aankoop Galerie de Roos van Tudor (Leeuwarden) P2011-032A=X Eva Gjaltema, Famylje, 20042010, installatie van 24 ingelijste prints van foto’s en documenten, editie 1/3, aankoop Eva Gjaltema (Amsterdam) Knecht-Drenth Fonds PCK04789A=L Joachim Schmid, Meetings, print, 2003-2007, , 30 x 40 cm op 40 x 50 cm, ed 3/3, inkt en papier, aankoop XX Multiple Galerie (Rotterdam) Schenking P2011-003
P2011-004
P2011-005
P2011-006
frie s museum | pagina 50
Gerco de Ruijter, Oostrum, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Dobbe, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Joure, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Fochterloerveen, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam)
P2011-007
P2011-008
P2011-009
P2011-010
P2011-011
P2011-012
P2011-013
P2011-014
PCK04790
S2011-002
Legaat P2011-016
P2011-017
Gerco de Ruijter, N383, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Schoterdijk, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Marrum, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Camminghaburen, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Werf Workum, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Dijk bij Zurich, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, Sandfirden foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Gerco de Ruijter, De Dollen, foto, 2009, inkt op papier, 80.0 x 80.0 cm, schenking Gerco de Ruijter (Rotterdam) Bert Loerakker, Zonder titel ,monotype, 2009, inkt op papier, 30.3 x 50.1 cm schenking dhr. en mevr. Knecht-Drenth (Amsterdam) Bouke van der Sloot, Gezicht op Stiens, schilderij, 1956-1958, olieverf op doek, 48.5 x 81.3 cm, schenking dhr. G.H.J. Hooijschuur (Medemblik)
P2011-018
P2011-019
P2011-020
S2011-021
S2011-022
1984, pastelkrijt op papier, 34.8 x 50.0 cm, legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden) Simon Kamminga, Zaaier, tekening, 1920-1984, potlood en inkt op papier, 35.0 x 29.0 cm, legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden) Simon Kamminga, Landschap met skûtsje, tekening, 1920-1984, potlood en inkt op papier, 15.0 x 23.0 cm,legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden) Simon Kamminga, Man achter ploeg met vier paarden, tekening, 1920-1984, potlood op papier, 24.0 x 29.0 cm, legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden) Simon Kamminga, Noarderljocht, schilderij, 1920-1984, olieverf op doek, 58.0 x 70.0 cm, legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden) Simon Kamminga, Ljochtmoanne, schilderij, 1920-1984, olieverf op doek, 57.0 x 75.0 cm, legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden)
Simon Kamminga, Tongerfleagen, aquarel, 1927, potlood op papier, 39.0 x 55.0 cm, legaat Bauke van Dokkumburg (Veenwouden) Simon Kamminga, Kermisvertier in Hof van Holland, tekening, 1920-
Aankoop- en pre sentatiebeleid moderne en hedendaag se kun st 2012 | pagina 51
Aangekocht José Witteveen The Girl 2011 ets 88 x 37 cm Ed. # 1 van 3 M.J. 2011 ets 88x 37 cm ed. # 1 van 3 De beide etsen van José Witteveen (Leeuwarden, 1981)
hij zijn rechterhand voor zijn kruis en groet hij met z’n
zijn zowel portretten als verbeeldingen van hedendaagse
linkerhand zijn fans of gelovigen? Even ongenaakbaar is
iconen. In ‘The Girl’ herkennen we José Witteveen zelf
onze Jeanne d’Arc. Haar harnas correspondeert opmer-
vermomd als Jeanne d’Arc. Haar pendant is niemand
kelijk genoeg met M.J.’s ribben en ook rond haar hoofd
minder dan Michael Jackson. Uitgevoerd in de buiten-
straalt een halo. Als teken van haar professie houdt ze
gewoon trage etstechniek combineert José Witteveen
een burijn in haar hand. Ze lijkt de kuisheid en heilig-
zowel historische voorbeelden (als de middeleeuwse
heid zelve totdat we haar linker hand zien. Ook dit is een
icoon) als hedendaagse opvattingen over sterallures,
eigentijds beeld van een eigentijdse vrouw.
superego’s en stijliconen. Desondanks valt er voor de
Aangekocht voor de collectie Friese moderne kunst.
kijker nog veel te raden: waarom zien we het bleke gelaat van M.J. tegelijkertijd met zijn geraamte? Leeft de man nog of is hij al geruime tijd dood? En waarom houdt
frie s museum | pagina 52