Koninklijke Saan is sinds eind 2012 gecertifeerd op nivieau 3 van de CO2Prestatieladder, een meetinstrument op het gebied van duurzaamheid, dat momenteel veel aandacht geniet. Omdat het delen van kennis en ervaringen op dit gebied heel belangrijk is, organiseerde Saan een MVO-Rondetafelgesprek, met als thema de CO2-ladder. In de MVO-special van januari 2013 van Saan Totaal tekenen wij een samenvatting van dit gesprek voor u op. Aangezien er echter nog meer interessante en inspirerende uitspraken werden gedaan, leest u op op deze pagina’s het volledige verslag.
Voorzitter: Kees C. Donker, Directeur Publiek, Innovatie & Technologie IBM Benelux, voorzitter Duurzaamheid VNO-NCW metropool Amsterdam Deelnemers: Elfrieke van Galen, Partner TheRockGroup, Lid van RvB van de Nederlandse Emissieautoriteit / toezichthouder op Green Deals Ingeborg Brouwer, Consultant Business Development BAM Rail bv Vanessa Penn, Regiomanager VNO-NCW Metropool Amsterdam Jan de Goede, Commodity Manager / Senior Buyer KLM Bart van den Berg, Senior Consultant Climate Neutral Group Hans Kies, Hoofd Logistiek Siemens Michiel Deerenberg, Programmamanager Duurzaamheid, Strategisch adviseur ProRail Hidde van der Kluit, Directeur Facilitair Bedrijf SNS Reaal Wilfred van de Blaak, Commercieel manager Kranen Koninklijke Saan Joop Saan, Algemeen Directeur Koninklijke Saan
Kees Donker: ‘Hetgeen u doet binnen uw bedrijven geeft wel aan dat er over duurzaamheid nagedacht wordt. Een belangrijke factor daarbij is de economische waarde, want als je duurzaam opereert is dat financieel aantrekkelijk. Toch is vaak nog de vraag wat willen we met duurzaamheid, en waarom zouden we als bedrijf ons daarvoor inspannen. Aan de hand van de stellingen van vandaag, zullen we daarover discussiëren.’
STELLING CO2-reductie is een grote financiële investering, maar doordat ik het kan gebruiken als “marketingtool” levert het me nieuwe en tevreden klanten op. Hidde van der Kluit: ‘Men begint inmiddels wel te begrijpen dat het roer om moet. Wat mij betreft zou je de stelling bijna om kunnen draaien. Je hoort je te ge-
1
dragen naar de mores van de klant. Wil je in business blijven, dan zul je ervoor moeten zorgen dat je het fatsoenlijk doet. Heb je dat in het verleden minder goed gedaan, dan heeft het weinig zin meer om daarover nu nog te discussiëren. Wat je moet doen is kijken wat je nu beter kunt doen en hoe je aan de wensen van de markt tegemoet kunt komen.’ Hans Kies: ‘Wat ik mis in deze stelling is het menselijke aspect, je medewerkers. Dat is eigenlijk de basis van je CO2-benadering. Zo zijn wij er als onderneming ook ingedoken, om te kijken wat is nou de CO2-Footprint per medewerker. De laatste rapportages uit Duitsland laten zien hoeveel tonnen CO2-uitstoot er gereduceerd worden op basis van anders denken als individu. Dan wordt het tastbaar. Dat je dat dan naar buiten brengt om te laten zien wat je resultaten zijn, is natuurlijk prima. Maar niet de directie, maar het individu, die moet
de juiste blik op de toekomst hebben en zich realiseren dat hij of zij minder CO2-uitstoot moet produceren.’ Bart van den Berg: ‘Het meest interessante is die twee werelden bij elkaar te brengen. Natuurlijk kun je in je marketing uitdragen wat je doet. Maar het mooiste is als je de dialoog met je klanten aangaat over hoe je samen CO2-uitstoot kunt verminderen in de keten. Je realiseert dan gezamenlijk enorme kostenbesparingen, wat dit uiteindelijk voor beide partijen interessant maakt.’ Kees Donker: ‘Maar leggen bedrijven die verantwoordelijk wel bij de medewerker? Speelt dat al echt?’ Bart van den Berg: ‘Ja, dat speelt. Je kunt het anders ook niet inzetten als marketinginstrument. Het moet namelijk wel echt zijn. Het zijn tenslotte je medewer-
kers die bij je klant de gesprekken voeren. Als zij dat niet uitdragen, ga je de mist in. Of als er een journalist induikt, dan val je door de mand. Duurzaam moet je ook Duurzaam Doen!’ Michiel Deerenberg: ‘Een kreet die wij bij ons programma gebruikt hebben is “Vanzelfsprekend Duurzaam”. Het moet ook echt iets vanzelfsprekends zijn. Vanuit ProRail hebben wij het nooit ingezet als marketingtool. We hebben de CO2-prestatieladder ontwikkeld, en de communicatie erover is gewoon ontstaan. Er kwam vanzelf persaandacht voor’. Kees Donker: ‘Maar waarom is het dan eigenlijk ontstaan?’ Michiel Deerenberg: ‘Omdat de markt de vraag stelde of je bedrijven die echt werk maken van CO2-
2
reductie een bepaald voordeel kunt bieden. Dat zette ons aan het denken en daar is de ladder uit voortgekomen. De overheid heeft geen middelen, alleen regelgeving, om iets in gang te zetten. En dan zie je dat bedrijven met een grote inkoopkracht, zoals ProRail, enorme invloed kunnen uitoefenen.’ Wilfred van de Blaak: ‘Dat klinkt mooi, en Saan staat daar ook achter en heeft ook besloten om deel te nemen aan de CO2-ladder en daar investeringen voor te doen. Maar wij merken ook dat het bij veel klanten toch nog steeds gaat om veilig werken, en vooral om de prijs, omdat zij scherp op projecten moeten inschrijven.’
‘Bedrijven met een grote
inkoopkracht kunnen enorme invloed uitoefenen.’ Vanessa Penn: ‘Ik herken dat wel. Binnen VNO-NCW zitten een aantal leden uit de bouw, die aangeven dat men duurzaamheid wel belangrijk vindt, maar dat in de huidige marktomstandigheden prijs uiteindelijk toch van doorslaggevend belang is voor opdrachtgevers. Dat maakt de kansen voor innovatie en investeringen in duurzame bedrijfsvoering kleiner. In de bouw ontstaat er wel een roep om meer de handen ineen te slaan, ook als het gaat om behoud van innovatie. Want juist innovatie is belangrijk om de crisis te doorstaan.’ Elfrieke van Galen: ‘In de inkoopprocessen is duurzaamheid vaak het lastigst in te bedden, want het gaat om prijs en kwaliteit. En nu komt daar weer een variant bij en rijst de vraag hoe je dat nou concretiseert. Daarnaast is eenduidigheid binnen bedrijven over het
Kees Donker
3
“waarom” van duurzaamheid vaak ver te zoeken. Stel je 6 leden van een directieteam allemaal individueel de vraag “Waarom wilt u verduurzamen?” dan krijg je 6 verschillende antwoorden. Terwijl het een gezamenlijk besluit was.’ Bart van den Berg: ‘Als je de verslagen van bedrijven die al langer met duurzaamheid bezig zijn bekijkt, zie je dat het zo’n + 6% in de profit en loss uitmaakt. Dat komt omdat ze het niet als iets extra’s zien, bovenop de prijs en kwaliteit, maar als iets vanzelfsprekends. Het is gebleken dat als je er al wat langer mee bezig bent, je automatisch duurzame leveranciers krijgt, die een goede prijs-kwaliteitverhouding bieden.’ Joop Saan: ‘Het is vooral besef. Vroeger was het iets voor geitenwollensokkentypes, maar nu is het besef echt doorgedrongen dat het anders moet en kan. En dat we de verantwoordelijkheid hebben om ervoor te zorgen dat we processen verbeteren en onze uitstoot in elk geval niet verergeren.’ Ingeborg Brouwer: ‘Bij BAM ontstond ook het besef dat we met zoveel materialen werken en er zoveel grondstoffen nodig zijn die steeds schaarser worden. Dat was vooral de aanleiding om met duurzaam ondernemen aan de slag te gaan. Aan al die materialen is CO2-uitstoot te koppelen, waardoor het binnen BAM richting de CO2-ladder als meetinstrument is gegaan.’ Kees Donker: ‘In hoeverre speelt het argument: de concurrent doet het ook, dus wij moeten ook mee?’ Elfrieke van Galen: ‘In de luchtvaart zie je dat directies door de schaalvergroting wel tot het besef komen dat ze een andere verantwoordelijkheid krijgen naar de wereld. Maar wat binnen die bedrijven wel helpt om mensen op gang te krijgen is te roepen dat de concurrent het ook doet.’
Elfrieke van Galen
Hidde van der Kluit: ‘Ik denk dat bij ons het meer de klanten zijn die het ons voorschrijven. En er is wat ons betreft ook geen enkele discussie om het niet te doen. De enige discussie is hoe goed kun je het doen en in welk tempo. Je ziet binnen het bankwezen eigenlijk vooral openheid en dialoog over hoe we het als branche beter kunnen doen op het gebied van duurzaamheid.’ Michiel Deerenberg: ‘Als ik het doortrek naar de spoorsector: die krijgt opeens concurrentie van allerlei automerken die elkaar beconcurreren met steeds schonere auto’s. Vroeger was je vanzelfsprekend duurzaam bezig als je met de trein ging, maar de trein verliest het nu qua duurzaamheid in de perceptie van de markt ten opzichte van de elektrische en hybride auto’s. De NS zie je daarom nu duurzaamheid wel inzetten als marketingtool.’ Elfrieke van Galen: ‘Als je kunt aangeven dat je als bedrijf een bijdrage levert aan de duurzaamheid van je klant, kun je het ook inzetten als marketing tool. Maar niet als je alleen kunt roepen dat je zelf duurzaam bezig bent.’
‘Er is wat ons betreft geen enkele discussie om het niet te doen. De enige discussie is hoe goed kun je het doen.’
men, daarom starten we als Saan wel al met de CO2ladder. Dan hebben we in elk geval een voorsprong in de branche.’
STELLING CO2-reductie en Maatschappelijk verantwoord Ondernemen is een hype waar allerlei adviesbureaus hun geld aan verdienen. Elfrieke van Galen: ‘Daar waar je je positieve impact op je omgeving kan vergroten en de negatieve impact op je omgeving wilt verkleinen, zul je dat in al je bedrijfsprocessen moeten integreren. Dat moet je managen, en dus is er rapportage nodig. Vaak wordt dat nu opgetekend in een apart MVO-verslag, maar uiteindelijk zou het onderdeel moeten uitmaken van je reguliere jaarverslag. En wat je dan verder doet op het gebied van duurzaamheid, kun je in je marketing uitdragen.’ Vanessa Penn: ‘Als er bureaus zijn om te helpen om zo’n verslag neer te zetten, of te helpen de processen te verbeteren is dat natuurlijk prima. Er is kennelijk markt voor. De vraag is of er over twintig jaar überhaupt nog over duurzaamheid gesproken wordt. Als het goed is, zit het dan gewoon volledig ingebed in de bedrijfsvoering en zien we het niet meer als iets speciaals. Dan zijn die bureaus waarschijnlijk niet meer nodig.’ Elfrieke van Galen: ‘Wat je wel ziet, is dat er nu een wildgroei aan certificering ontstaat. En dat is vooral voor kleinere bedrijven vaak een grote financiële belasting.’
Wilfred van de Blaak: ‘Het verschilt bij ons wel per branche in hoeverre je duurzaamheid als marketingtool in kunt zetten. Maar we hebben nog niet het gevoel dat we nu klanten missen omdat we nog niet duidelijk laten zien dat we groen bezig zijn. Dat gaat mogelijk wel ko-
Hans Kies: ‘Een aantal jaar geleden kwam de ISOcertificering op. Eerst moest je als Europees bedrijf gecertificeerd zijn, opeens was ook de loodgieter om de hoek gecertificeerd en nu kijkt niemand er meer van op. Nu ontstaan er allerlei milieucertificeringen, maar ook dat zal straks z’n plek weer vinden en normaal worden.
Hans Kies
Ingeborg Brouwer
4
Het wordt een way of life. Dan zijn we gewoon duurzaam.’ Kees Donker: ‘Dat er nu allerlei adviesbureaus geld aan verdienen, is economisch natuurlijk wel weer een goede ontwikkeling. Er ontstaat een nieuwe businesslijn.’ Hans Kies: ‘Bedrijven claimen dat ze goed bezig zijn, maar daarmee ontstaat ook de behoefte om dat te controleren.’ Vanessa Penn: “Nu onderscheid je je nog met allerlei keurmerken en logo’s die aangeven dat je iets duurzaams doet. Maar straks wordt dat zo gewoon dat dat je niet meer onderscheidt van de concurrentie in de markt”. Hidde van der Kluit: ‘Ik denk dat straks de situatie ontstaat dat je moet gaan rapporteren over wat je juist niet goed hebt gedaan, in plaats van in je MVO-verslag zetten wat je wel allemaal goed doet.’ Joop Saan: ‘Maar die controle blijft wel lastig. Hoe weet ik nou zeker dat ik ook groene stroom krijg als ik dat koop? Dat valt nu nog niet te controleren.’ Bart van den Berg: ‘Het goede nieuws is, dat informatie steeds meer openbaar wordt. En dat je dus steeds beter kunt nagaan of het waar is wat bedrijven claimen.’ Kees Donker: ‘Maar is het dan zo dat we straks bijvoorbeeld MVO-rapporten niet meer accepteren als het niet door een extern bureau is samengesteld? Of gaan we niet zo ver?’ Michiel Deerenberg: ‘Ik denk het niet. Het gaat volgens mij meer om de transparantie. Dat je kunt volgen en zeker weet dat gegevens die in een verslag staan kloppen.’ Hidde van der Kluit: ‘En de tucht van de markt en de publiciteit drukken zaken die niet kloppen er wel uit.’ Michiel Deerenberg: ‘Ik heb in deze discussie overigens al vaak het woord moeten voorbij horen komen. Bij duurzaam werken gaat het juist om willen.’ Kees Donker: ‘Is het niet zo dat het een kwestie is van beide? Want er moet iets gebeuren, toch?’ Wilfred van de Blaak: ‘In ons geval is het wel in sommige gevallen een kwestie van moeten, anders mag je niet mee doen aan een aanbesteding.’
5
Michiel Deerenberg: ‘Wat in de CO2-prestatieladder belangrijk is, is dat je niet zoals bij veel overheidsvoorschriften bij aanbestedingen aan allerlei normen moet voldoen. Het gaat er hier juist om dat partijen die al heel ver zijn, de gelegenheid krijgen om dit juist te gelde te maken. En als je als bedrijf samenwerkt met concurrenten op het gebied van CO2-reductie, kom je ook weer hoger op de ladder terecht.’ Kees Donker: ‘Maar als we het hebben over willen en moeten… De vraag is: zijn er bedrijven die ten onder zijn gegaan omdat ze niet wilden, omdat ze niet moesten? In de luchtvaart zijn bijvoorbeeld maatschappijen die niet werken aan schonere toestellen. Die worden niet meer zo vaak toegelaten door westerse luchthavens.’
‘Als je mensen beloont voor goed gedrag, bijvoorbeeld door een prijs uit te loven, werkt dat vaak wel.’ Hidde van der Kluit: ‘Autobedrijven die niet zijn meegegaan, General Motors bijvoorbeeld, die te laat hun technologie verbeterd hebben, zijn daaraan ten onder gegaan.’ Vanessa Penn: ‘In eerste instantie begint beweging in een bedrijf als het gaat om duurzaamheid misschien wel een beetje met moeten, maar slaat het al snel om in willen. Omdat mensen door elkaar in beweging worden gebracht.’
STELLING Als de directie van een onderneming is vervuld van CO2-reductie en MVO, wordt het vanzelf geïmplementeerd in de onderneming.
dan afstand van de leaseauto die schoner is, om zelf een andere te kopen. Dan schiet het z’n doel voorbij.’ Joop Saan: ‘Maar zo begin je vaak wel. Je wilt tenslotte als directie het goede voorbeeld geven. Dan krijg je maatregelen toch vaak sneller ingevoerd. Maar het helpt natuurlijk als je een aantal enthousiaste mensen op de vloer hebt. Wij proberen al twee jaar brandstof te besparen. Mensen zijn op een cursus geweest voor het nieuwe rijden, maar dat heeft uiteindelijk nauwelijks blijvend effect. Maar sinds kort heeft onze operationeel manager Archiefbeheer met zijn chauffeursteam er een sport van gemaakt om zo min mogelijk brandstof te verbruiken. En dat werkt wel.’
Jan de Goede
Elfrieke van Galen: ‘Als je mensen beloont voor goed gedrag, bijvoorbeeld een prijs uitlooft voor degene die het meest bespaart, dan werkt het vaak wel.’ Hans Kies: ‘Natuurlijk kun je als directie dingen opleggen, zoals leaseauto categorieën voorschrijven. In het begin wekt het misschien irritatie op. Maar uiteindelijk zie je het wel z’n vruchten afwerpen.’ Joop Saan: ‘Die leaseauto’s zijn bij ons niet zo zeer het probleem. Het gaat mij vooral om al die vrachtwagens die ik dagelijks heb rondrijden. Wij realiseren daar tot nu toe onvoldoende besparing. Terwijl als iedereen gewoon zijn rechtervoet wat minder gebruikt, realiseren we gemakkelijk 5% besparing.’ Hidde van der Kluit: ‘Bij SNS hebben we allemaal instructie ‘Het Nieuwe Rijden’ gekregen, tot aan de Raad van Bestuur aan toe. Iedereen kwam er tot zijn verbazing achter dat een kleine aanpassing in je rijgedrag al effect heeft. Dat heeft een flinke besparing opgeleverd.’
Hidde van der Kluit: ‘Ik heb zelf mijn leaseauto de deur uit gedaan en ga tegenwoordig op de fiets naar het werk. In het begin werd daar wel raar tegenaan gekeken. Maar als je die keuze maakt en daar nog wat tamtam omheen maakt, zie je wel dat het ook effect heeft op anderen. Maar het werkt vooral omdat ik het zelf graag wilde en dat probeer ik ook uit te dragen.’
Joop Saan: ‘Bij ons heeft iedereen de training gehad. En dan zie je wel even tijdelijk een besparing. Maar uiteindelijk valt iedereen toch wel terug in oud gedrag. Daarom hebben we nu besloten om de begrenzers in de meeste vrachtwagens op een lager aantal kilometers in te stellen. Ook is het bij ons lastig om iedereen persoonlijk te monitoren, omdat men vaak van voertuig wisselt. Daar zijn wel apparaatjes voor, bijvoorbeeld van Shell. Maar die investering is weer enorm hoog. En dat betaalt zich niet terug.’
Kees Donker: ‘Als de directie met de vuist op tafel slaat en er echt voor kiest, lukt het dan wel? Ik neem als voorbeeld de leaseauto. De directie schrijft dan voor dat men alleen nog bepaalde typen of klassen auto’s mag kiezen. Dat werkt vaak niet, want mensen willen zelf hun auto kunnen kiezen. En niet moeten. Men doet
Ingeborg Brouwer: ‘Onze directie doet wel veel, maar dat is niet altijd even zichtbaar. En je merkt toch dat mensen vaak zo’n houding hebben van: “Als hij het niet doet, waarom zou ik het dan doen? De Raad van Bestuur is wel duidelijk een voortrekker in het duurzaamheidsbeleid’.
Joop Saan
Vanessa Penn
6
Jan de Goede: ‘Bij KLM is er vanuit de directie wel veel aandacht voor duurzaamheid, en dat sijpelt zo langzamerhand wel door in de rest van de organisatie. Inmiddels lopen er op inkoopgebied vele projecten om duurzamer in te kopen en te werken. Bijvoorbeeld de wijziging aan de wingtips van vliegtuigen om minder brandstof te gebruiken, schonere motoren, recycling van uniformen die vroeger verbrand werden, ledverlichting, elektrisch rijden. Elke commodity gaat heel ver om daarin dingen te bereiken. De directie zwengelt dit aan, er worden workshops gegeven, er is op alle niveaus aandacht voor. Goede ideeën van medewerkers worden ook echt opgevolgd.’
Wilfred van de Blaak
Elfrieke van Galen: ‘Directies onderschatten vaak het effect van kleine dingen. Zoals de auto waarin ze zelf rijden. Ook al is de leaseauto maar een heel klein percentage op de totale uitstoot, het effect op de medewerkers als de directie zelf in de verkeerde auto’s rijdt, is groot. De medewerker ziet niet zo snel dat een bedrijf geld vrij maakt voor groene investeringen, dat komt niet over. Maar die lease auto wel. Maar ik zie bedrijven ook niet worstelen met de vraag: “Moet het?” maar meer met de vraag: “Hoe moet het?”.’ Hans Kies: ‘Het begint bij Siemens natuurlijk bij de directie. Er worden groepen samengesteld die samen aan de gang gaan om dingen te verbeteren. En dat breidt zich wereldwijd steeds meer uit, op allerlei gebieden. En het draait bij ons echt om het individu, die gaat mee, springt op de trein die binnen ons concern ook niet meer te stoppen is. De directie vervult de voortrekkersrol, maar door successen worden mensen steeds enthousiaster en krijg je een moment dat iedereen het ook echt wil.’
Hidde van der Kluit
Bart van den Berg
7
Hidde van der Kluit: ‘Zwitserleven organiseert in oktober een interne markt, waarbij medewerkers met eigen ogen kunnen zien wat er al gebeurt op duurzaamheidsgebied, maar zelf ook worden gevraagd mee te denken over wat de markt op dat gebied nou van ons wil. Je ziet dat medewerkers dat dan ook enthousiast uitdragen naar buiten. Zij zijn je ambassadeurs. En dat is weer een belangrijk marktinstrument. Directieleden rijden bij ons inmiddels een flinke klasse minder qua auto. En geven daarmee natuurlijk een belangrijk statement af. Daar wordt toch naar gekeken door de medewerkers’. Vanessa Penn: ‘Als het gaat om auto’s speelt het aspect status nog wel een belangrijke rol. Als je als directielid kiest voor een klasse minder, wordt er toch nog vaak door anderen, externe partijen – gek genoeg ook nog vaak bij gemeenten - gedacht: “In wat voor auto rijd jij nou? Dat past toch niet bij je functie?”.’
Hidde van der Kluit: ‘Dat is misschien nu nog wel zo, maar dat duurt niet lang meer.’ Michiel Deerenberg: ‘Natuurlijk moet de directie wel ergens voor gaan staan. Maar met intrinsiek gemotiveerde mensen kun je veel meer bereiken. De CO2ladder is bij ProRail geen idee geweest vanuit de directie, maar ontstaan vanuit de inkoopafdeling. En dat initiatief is natuurlijk wel gesteund en uitgedragen door de directie. En opgenomen in het aanbestedingsbeleid.’
STELLING CO2-reductie is zonde van de moeite zolang (buitenlandse) grootverbruikers er niets aan doen. Kees Donker: ‘Heerst dat nog binnen bedrijven? Ik doe niks als de grote partijen niets doen?’. Jan de Goede: ‘Nee hoor, ik denk dat dat absoluut niet meer speelt. KLM neemt duurzaamheid ook zeker mee in inkoopprocessen en ik zie dit ook bij steeds meer andere partijen gebeuren. Wat ik wel lastig vindt, is dat we nog niet echt een certificaat of eenduidige tool hebben om leveranciers te beoordelen op duurzaamheid. Die stappen gaan we natuurlijk in de komende tijd wel maken.’
‘Als je mensen beloont voor goed gedrag, bijvoorbeeld door een prijs uit te loven, werkt dat vaak wel.’
Michiel Deerenberg
Michiel Deerenberg: ‘Dat is ook wel de reden dat wij het instrument de CO2-ladder inmiddels uit hebben besteed en onder hebben gebracht in een stichting. Met het idee dat ook andere markten, overheden, deze tool kunnen gaan gebruiken.’
STELLING De overheid moet met meer steun (regelgeving / subsidies) komen op het gebied van CO2-reductie / duurzaam ondernemen.
Hidde van der Kluit: ‘Het is er nu nog niet, wij vragen bijvoorbeeld bedrijven nu wel naar een verklaring. Maar ik verwacht daar op een niet al te lange termijn toch wel een standaardisering in.’ Joop Saan: ‘Daarom hebben wij voor de CO2prestatieladder gekozen. We zochten naar een certificaat, die in onze markt, de bouw, herkend wordt en geaccepteerd wordt. Wij zitten nu midden in het proces en dit rondetafelgesprek motiveert mij daarin enorm. Wat wel de vraag wordt, wat de norm wordt in andere branches dan de bouw, die voor ons belangrijk zijn. Wat gaat de KLM voor norm stellen, en Siemens? Of SNS? Daar ligt voor ons nog wel een uitdaging, denk ik.’
Wilfred van de Blaak: ‘Als leverancier aan overheden, kom je dagelijks tegen dat ze allemaal verschillende normen aanhouden, ook al zijn we maar een klein landje. Het zou fijn zijn als de publieke sector een lijn zou trekken.’ Kees Donker: ‘Het zou mooi zijn als uit dit rondetafelgesprek landelijk iets in gang wordt gezet.’ Michiel Deerenberg: ‘Volgens mij kun je het beter aan de bedrijven zelf overlaten.’ Joop Saan: ‘De branche moet zelf heel veel daaraan doen.’
8
Vanessa Penn: ‘Laat het wel uit de bedrijven zelf komen, maar laat de overheid faciliteren door het verminderen van regels die duurzaam ondernemen kunnen belemmeren.’
periode waarin we oude beelden los moeten laten en nieuwe ideeën moeten vormen. De overheid mag daarin wel een meer stimulerende rol hebben en meer duidelijkheid scheppen.’
Hidde van der Kluit: ‘We moeten vooral kennis delen, zodat initiatieven makkelijker overgenomen kunnen worden door andere partijen. Internet is daarbij natuurlijk een prachtig medium’.
Bart van den Berg: ‘Om echte veranderingen door te voeren is “guts” nodig op allerlei niveaus. Zowel binnen bedrijven als bij de overheid. Als je duurzamer produceert en vervolgens je producten niet aan de straatstenen kwijtraakt omdat de oude specificaties nog in het bestek staan, dan heb je wel een uitdaging. Hoe ga je dat nou aanpakken? En dan heb je als bedrijf lef nodig om er toch mee de boer op te gaan, en ambtenaren nodig die het dan toch aandurven om de regels te wijzigen en anders met de normen om te gaan.’
Elfrieke van Galen: ‘Misschien is het aardig om in dit kader wat te vertellen over de Green Deal systematiek. Inmiddels zijn er al zo’n 130 Green Deals gesloten. Bedrijven die aan het verduurzamen zijn komen de overheid tegen omdat de regelgeving hen tegenwerkt. Bij deze Green Deals worden deze dingen opgepakt om die belemmeringen op te heffen. Een goede aanpak, maar de vraag is: hoe krijg je dat nu breder. Nu zijn het individuele gevallen, maar hoe zorg je er voor dat de rest van de branche daarvan ook op de hoogte wordt gebracht, kennis wordt gedeeld? En er worden nu zoveel Green Deals aangevraagd, dat we meer voor kwaliteit dan voor kwantiteit moeten gaan.
‘Om echte veranderingen door te voeren is “guts” nodig, op allerlei niveaus’
Wat wel opmerkelijk is, is dat er ook veel Green Deals worden aangevraagd omdat bedrijven denken dat er een belemmering is bij de overheid, maar die blijkt dan helemaal niet of niet meer te bestaan. En deze Green Deal beweging brengt ook bij ambtenaren een hele andere manier van denken teweeg.’
Kees Donker: ‘Zoals we allemaal weten, heeft onze CO2-uitstoot die we met z’n allen produceren enorme invloed op het milieu en op onze omgeving. Dat is inmiddels niet meer de discussie. Gelukkig! Dat is positief. Maar wat ik wel constateer is dat we een beetje na-ijlen af en toe. Overheidsregels moeten worden aangepast, maar ook opleidingen. Veel universiteiten – helaas ook de technische universiteiten - gebruiken nog oude rekenmodellen. Ik heb zitting in een commissie om dat aan te pakken. Ook maak ik deel uit van een commissie die zich bezighoudt met het opzetten van de Waterfootprint en deze willen wij ook graag implementeren. Als je constateert dat bij katoenproductie enorme hoeveelheden water worden gebruikt, kan het een optie zijn om deze naar de andere kant van de wereld te verplaatsen om dat meer in balans te krijgen. Dat is de manier om over dingen na te denken. Ik hoop dan ook dat er veel meer van dit soort gesprekken en netwerken ontstaan, waarin we van elkaar kunnen leren en kennis kunnen delen en elkaar kunnen stimuleren om te komen tot een betere wereld.’
Kees Donker: ‘Technologisch zijn er allerlei dingen mogelijk. Automatische besturing van auto’s, betere benutting van wegen en infrastructuur, en daarmee filevermindering. Maar in Nederland hebben we misschien een ding nodig en dat is “guts”. Hebben we de overheid daarbij ook nodig? Wordt er niet nog veel te traditioneel gedacht? Hebben we niet wat meer lef nodig, samenwerking?’ Vanessa Penn: ‘Dat denk ik wel. We zitten nu wel met een economische crisis en een soort overgangsperiode waar dit allemaal bij hoort. Ik heb de indruk dat vele partijen zoekende zijn hoe we er komen, welke stappen er nodig zijn. Er worden wel al stappen gezet, maar er moet nog veel gebeuren. We zitten in een overgangs-
9
10