Vrouwen in de bètatechniek
Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft de kerncijfers over vrouwen in het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs weer.
Vmbo Het vmbo is de sector met de grootste verschillen tussen de studiekeuzes van jongens en meisjes. Van de jongens koos de afgelopen jaren ongeveer de helft voor een technische sector, van de meisjes slechts een paar procent. De afgelopen jaren zijn er echter positieve veranderingen zichtbaar. Dit is noodzakelijk om voldoende technische vakkrachten op te kunnen leiden voor de Nederlandse bedrijven. De onderstaande grafieken en tabellen tonen de kerncijfers over bètatechniek onder meisjes in het vmbo. Drie van de vier leerwegen in het vmbo kennen sectoren. Het aandeel bètatechniek onder de vmbo-meisjes wordt bepaald door het percentage meisjes in de opleidingen in de sector techniek en in de combinatie opleidingen met techniek. Sinds schooljaar 2007 is het mogelijk om een combinatie opleiding met techniek te kiezen. Deze zogenaamde combinatieopleidingen zorgen voor een spectaculaire groei van het aandeel meisjes in de bètatechniek. Omdat de theoretische leerweg geen sectoren kent is deze leerweg niet meegenomen in onderstaande grafiek en tabel. Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO
Basisberoepsgerichte leerweg Aandeel en aantal bètatechnische meisjes
Leerlingen leerjaar 3 en 4
Kaderberoepsgerichte leerweg
Gemengde leerweg
Aandeel en aantal
Aandeel en aantal
bètatechnische meisjes bètatechnische meisjes
2001-2002
3%
443
2%
325
4%
218
2002-2003
2%
708
2%
551
4%
405
2003-2004
2%
675
2%
611
5%
521
2004-2005
2%
609
2%
677
8%
855
2005-2006
2%
558
3%
778
10%
1.197
2006-2007
2%
488
3%
779
12%
1.464
2007-2008
2%
573
3%
814
24%
2.934
2008-2009
3%
568
4%
993
35%
4.501
2009-2010
3%
621
4%
1.078
40%
5.113
2010-2011
3%
633
4%
1.113
42%
5.433
2011-2012
3%
597
5%
1.180
47%
6.246
2012-2013
4%
694
5%
1.336
47%
6.412
Niet in alle leerwegen zitten evenveel meisjes. In onderstaande cirkeldiagram wordt de verdeling van de meisjes over de verschillende leerwegen weergegeven.
1
Verdeling van meisjes over alle leerwegen (totaal, 2012-2013)
Door het aantal bètatechnische leerlingen uit te splitsen naar geslacht, wordt het verschil tussen jongens en meisjes in beeld gebracht. De onderstaande cirkeldiagrammen laten de verhouding tussen jongens en meisjes in de techniekopleidingen en combinatieopleidingen met techniek zien. Verhouding jongens en meisjes in de bètatechniek per leerweg (vmbo, 2012-2013) Gemengde leerweg
Basisberoepsgerichte
Kaderberoepsgerichte
leerweg
leerweg
Totaal
Havo & vwo De afgelopen jaren is het aantal leerlingen dat kiest voor een N-profiel (Natuur & Techniek en/of Natuur & Gezondheid) fors gestegen. Nog steeds kiezen meer jongens voor een N-profiel, maar meisjes zijn met een flinke inhaalslag bezig. Met name op het vwo zijn de verschillen tussen het aandeel jongens en meisjes met een N-profiel klein. In onderstaande grafiek en tabel is weergegeven welk deel van de meisjes voor een N-profiel heeft gekozen. Sinds 2000 is dit aandeel aanzienlijk gestegen. Aandeel meisjes in bovenbouw met N-profiel (2012-2013)
2
Meisjes N-profiel havo Aandeel en aantal
Bovenbouw leerlingen
Meisjes N-profiel vwo Aandeel en aantal
Meisjes N-profiel havo & vwo Aandeel en aantal
2000-2001
20%
7.708
40%
13.185
29%
20.893
2001-2002
20%
8.541
40%
18.138
30%
26.679
2002-2003
19%
8.469
40%
19.265
30%
27.734
2003-2004
19%
8.919
41%
21.666
31%
30.585
2004-2005
20%
9.496
42%
23.035
32%
32.531
2005-2006
20%
10.064
43%
24.796
32%
34.860
2006-2007
21%
10.956
44%
26.708
34%
37.664
2007-2008
24%
13.024
45%
28.946
36%
41.970
2008-2009
28%
14.765
48%
30.965
39%
45.730
2009-2010
29%
15.784
49%
31.772
40%
47.556
2010-2011
29%
16.309
50%
32.106
40%
48.415
2011-2012
30%
16.728
50%
31.793
41%
48.476
2012-2013
31%
17.526
51%
31.730
42%
49.256
In de cirkeldiagrammen is de verhouding jongens en meisjes die kiezen voor een N-profiel in de bovenbouw in het afgelopen studiejaar zichtbaar. Verhouding jongens en meisjes met een N-profiel (havo en vwo, 2012-2013) havo
vwo
Mbo Op de arbeidsmarkt bestaat een grote behoefte aan mbo technici. Om hier voldoende jongeren voor op te leiden zullen ook meer vrouwen voor een bètatechnische opleiding moeten kiezen. Van de jongens kiest een groot deel voor bètatechnische studies. De ontwikkelingen van de vrouwen per sector in het mbo zijn hieronder weergegeven. Verdeling vrouwen per sector, MBO
3
In de grafiek is te zien dat het aandeel meisjes wat kiest voor de sector techniek ten opzichte van de andere sectoren stijgt. Ook het aandeel van de combinatie-opleidingen stijgt. Aandeel vrouwen per sector per leerweg Bol voltijd
BBL
In onderstaande diagrammen1 is te zien dat vrouwen slechts een klein deel van de instromende mbo studenten in de sector techniek innemen. Sinds 2005-2006 is hun aandeel wel gegroeid. Daarvoor bestond slechts 12% van de sector techniek mbo uit vrouwen. Verhouding vrouwen en mannen in de instroom van de sector techniek MBO per leerweg 2 (2012-2013) BBL
BOL voltijd
Totaal MBO
Hoger onderwijs Er is een groot verschil te zien tussen het aantal vrouwen in het bètatechnisch hoger onderwijs. Bètatechniek is voor vrouwen vele malen populairder op de universiteit dan op de hogeschool. Ditzelfde geldt, alhoewel in mindere mate, ook voor mannen. Bètatechniek heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen. Met name in het wetenschappelijk onderwijs is dit goed zichtbaar, zoals onderstaande grafiek toont. In het hoger beroepsonderwijs is er sinds 2006-2007 een langzame stijging zichtbaar. Door de algemene groei van het aantal studenten in het hoger onderwijs is de absolute toename van het aantal bètatechnische vrouwelijke studenten nog groter. Aandeel vrouwelijke instroom in bètatechniek in het hoger onderwijs
4
Vrouwen bètatechniek
Instroom per jaar
Vrouwen bètatechniek
Vrouwen bètatechniek
hbo
wo
hbo & wo
Aandeel en aantal
Aandeel en aantal
Aandeel en aantal
2000-2001
7%
3.014
14%
2.432
9%
5.446
2001-2002
6%
2.791
14%
2.466
8%
5.257
2002-2003
6%
2.709
13%
2.509
8%
5.218
2003-2004
6%
2.593
14%
2.796
8%
5.389
2004-2005
5%
2.588
16%
3.353
9%
5.941
2005-2006
6%
2.673
16%
3.472
9%
6.145
2006-2007
5%
2.626
16%
3.751
9%
6.377
2007-2008
6%
2.879
18%
4.249
10%
7.128
2008-2009
6%
3.122
18%
4.527
10%
7.649
2009-2010
7%
3.572
19%
5.313
11%
8.885
2010-2011
7%
3.754
20%
5.740
12%
9.494
2011-2012
8%
3.903
21%
5.806
12%
9.709
2012-2013
8%
4.095
23%
6.261
13%
10.356
Niet alleen steeds meer vrouwen, maar ook steeds meer mannen kiezen voor een bètatechnische opleiding. Het aandeel vrouwen ligt nog steeds lager dan het aandeel mannen in betatechnische opleidingen, maar vooral in het wetenschappelijk onderwijs is het aandeel vrouwen aanzienlijk gestegen. De aandelen vrouwelijke studenten variëren echter sterk tussen de verschillende opleidingen. Verhouding vrouwen en mannen in bètatechnische opleidingen (hbo en wo) hbo
wo
Totaal ho
1
De afgelopen jaren is in het factsheet "vrouwen in de bètatechniek" gebruik gemaakt van een bètaclusterindeling voor de opleidingen in het mbo. Door de invoering van de mbo kwalificatiestructuur is deze indeling veranderd en wordt daardoor nu de sectorenindeling getoond. 2
Totaal mbo bestaat uit BBL, BOL voltijd en BOL deeltijd. BOL deeltijd telt het laatste jaar slechts rond de 5.000 deelnemers (totaal alle sectoren). Daarom is BOL deeltijd niet als aparte grafiek weergegeven. Deze aantallen tellen wel mee in het totaal. Bron: Kennisbank Platform Bèta Techniek - De gegevens in dit rapport zijn een uittreksel van de Kennisbank Bèta Techniek. Middels deze database stelt het Platform Bèta Techniek haar expertise op het gebied van het bètatechnisch onderwijs beschikbaar.
5