Aan het werk Plan van aanpak Jeugdwerkloosheid 2009
p l a n va n a a n p a k
Inhoudsopgave 1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Plan van aanpak van de samenwerkende kenniscentra 2009
3 3 4
2
Kader 2.1 De rol van de kenniscentra 2.2 Stage- en leerbanenoffensief 2.3 Werkwijze
5 5 6 7
3
Sectorale activiteiten 3.1 Sectorale arrangementen 3.2 Gecoördineerde werkgeversbenadering 3.3 Werving en behoud stageplaatsen en leerbanen 3.4 Leveren regionale arbeidsmarkt- en stage-informatie 3.5 Actieve samenwerking met UWV WERKbedrijf en gemeenten 3.6 Steunpunt leerbedrijven in regionale samenwerking
9 9 11 12 12 13 13
4 5
Gezamenlijke activiteiten 4.1 Colo Barometer en regionale Barometers 4.2 Regionaal bovensectoraal netwerk 4.3 Meldpunt Stagetekorten 4.4 Stagemarkt.nl 4.5 Steunpuntfunctie bedrijfsleven in de regio 4.6 Campagne werkgevers 4.7 Samenwerking met UWV WERKbedrijf 4.8 Samenwerking met de ROC’s 4.9 Dienstverlening
14 14 15 15 16 16 16 17 18 19
Prestaties 5.1 Monitoring en verantwoording van collectieve prestaties 5.2 Nulmeting Colo Barometer juni 2009
20 21 21
6 7
Bijlage 1: Begroting plan van aanpak Jeugdwerkloosheid Bijlage 2: Regionale Arbeidsmarktcoördinatoren
22 23
2
1 Inleiding
Foto: Hollandse Hoogte
In tijden van laagconjunctuur is het extra belangrijk om ervoor te zorgen dat jongeren niet aan de kant komen te staan. Schoolverlaters moeten hun plek op de arbeidsmarkt nog zien te vinden en bevinden zich daarom in een kwetsbare positie. In tegenstelling tot werkende volwassenen missen zij vaak de zekerheid van een vaste baan en ervaring op de arbeidsmarkt. Staan jongeren te lang aan de kant, dan slinkt hun kans op een baan met de dag. Bovendien is niets demotiverender dan een arbeidsmarkt die schijnbaar niet op je zit te wachten. Het is ook in het belang van de werkgever om jongeren er bij te houden: veel sectoren zullen, zodra de economie weer aantrekt, de gevolgen van de vergrijzing voelen. Het is dus nodig om ook in deze tijd de instroom van gekwalificeerd personeel te garanderen, zodat er straks voldoende goede vakmensen zijn. De verwachting is dat vooral na de zomervakantie van 2009 de jeugdwerkloosheid sterk zal oplopen. Om een verloren generatie te voorkomen is het daarom nu zaak ervoor te zorgen dat er, tegen het economische tij in, voor de huidige generatie jongeren genoeg mogelijkheden blijven om zich te kwalificeren voor de arbeidsmarkt.
vallen. In haar plannen doet zij een appél op diverse betrokken partijen om zich hier gezamenlijk voor in te zetten. Dit plan van aanpak schetst hoe de kenniscentra uitvoering geven aan het Actieplan Jeugdwerkloosheid.
1.1 Aanleiding Eind februari 2009 werd in de Colo Barometer gesignaleerd dat er in deze recessie een tekort van 150.000 stageplaatsen en leerbanen zou ontstaan. Het is bijna onvermijdelijk dat door de economische crisis druk ontstaat op de beschikbaarheid van leerplaatsen voor het mbo bij erkende leerbedrijven. Krimpende werkgelegenheid betekende in het verleden immers automatisch krimpende beschikbaarheid van leerplaatsen. Leerlingen van hogere niveaus verdringen daarbij steeds meer leerlingen van niveau 1 of 2 van hun leerplaats. Dit raakt in het bijzonder de zorgleerlingen. Daarnaast neemt de stagebehoefte van het vmbo steeds meer toe: er treedt een verdringingseffect op. De kenniscentra hebben op basis van deze analyse in maart 2009 in samenspraak met stakeholders een stageen leerbanenoffensief ontwikkeld met twintig maatregelen om dit dreigende tekort het hoofd te bieden. Tegelijkertijd namen sociale partners hun verantwoordelijkheid. Op 25 maart 2009 sloot de Stichting van de Arbeid een nieuw sociaal akkoord. De sociale partners en het kabinet kwamen hier het volgende overeen:
Het kabinet presenteert in haar Actieplan Jeugdwerkloosheid een pakket aan maatregelen om ervoor te zorgen dat jongeren door de huidige crisis niet uit de boot 3
1.2 Plan van aanpak van de samenwerkende kenniscentra 2009 De sectorale, landelijke en regionale infrastructuur van kenniscentra, gesteund door het Actieplan Jeugdwerkloosheid en de bijbehorende tijdelijke projectmiddelen, stelt de kenniscentra in staat om slagvaardig, daadkrachtig en effectief bij te dragen aan het realiseren van de ambities van het kabinet en sociale partners. De kenniscentra maken een vertaalslag van sectorale initiatieven van bedrijfstakken en landelijke instrumenten naar de regionale actieplannen. Ook zorgen zij voor actuele stage- en arbeidsmarktinformatie voor het gericht aanpakken van regionale knelpunten. Dat is hun meerwaarde in de regio. Vervolgens zorgen de opleidingsadviseurs van de kenniscentra vanuit hun opgebouwde relatienetwerk voor de gerichte één-op-één benadering van de individuele leerbedrijven. De werkgever beslist immers over het opnemen van stagiaires, leerlingwerknemers en werknemers. De opleidingsadviseur ondersteunt het bedrijf bij het inrichten van een kwalitatief goede leeromgeving, waarin zowel de leerling als het zittende personeel structureel leert. Het faciliteren van de leeromgeving, stimuleert werkgevers blijvend hun bedrijf open te stellen voor stagiaires en leerlingen.
Voorkomen van jeugdwerkloosheid zien de sociale partners als een belangrijke doelstelling voor de komende periode. Op de langere termijn is het cruciaal jongeren zoveel mogelijk bij de arbeidsmarkt te houden en een perspectief te bieden. Iedere schoolverlater die langer dan 3 maanden thuis zit dient daarom een stageplaats te krijgen aangeboden. Sociale partners in de sectoren maken daarbij zo mogelijk afspraken over een voortgezet dienstverband na afloop van de stage. In sommige sectoren lijkt de crisis te leiden tot vermindering van stageplaatsen doordat de leerwerkbedrijven in de problemen komen. Sociale partners zullen zich maximaal inspannen om te voorkomen dat leerlingen hun diploma niet kunnen halen omdat een stageplaats ontbreekt. Ter voorbereiding op een actieplan van het kabinet, organiseerden de ministeries van SZW, OCW, J&G en WWI expertmeetings met diverse partijen onder voorzitterschap van Hans de Boer. Op basis van deze meetings en aanvullend onderzoek is aan het Kabinet het advies Tegen de stroom in uitgebracht. Kern van het advies vormt het begeleiden van jongeren naar school, werk of een combinatie van beiden, onder andere door te komen tot een betere aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Hans de Boer adviseert het kabinet goed gebruik te maken van de positieve tegenstromen in de maatschappij, zoals de vele publieke en private partijen die zich, ieder afzonderlijk maar ook in goede samenwerking, inspannen.
Colo en de kenniscentra beschouwen deze opbouw van de infrastructuur vanuit een meerjarig perspectief. Een basisinfrastructuur bouw je niet alleen om dit actieplan adequaat uit te voeren maar ook voor de toekomst. Mobiliteit op de arbeidsmarkt is immers een gegeven. Sociale partners en kabinet moeten daarop anticiperen, zowel bij dreigende werkloosheid als bij dreigende tekorten. In de nabije toekomst zal naar verwachting de vergrijzing optreden, waardoor de vraag naar nieuwe instroom sterk zal toenemen. Daarom moeten we verbindingen blijven leggen tussen sector, regio en individuele bedrijven.
Parallel aan dit proces sloten Colo en UWV WERKbedrijf begin mei 2009 een convenant af. Eerste doelstelling van de samenwerking is een gezamenlijke aanpak van de snel stijgende jeugdwerkloosheid. UWV WERKbedrijf en Colo sluiten aan bij de actuele arbeidsmarktsituatie en het maatregelenpakket dat Nederland in de huidige arbeidsmarktsituatie moet helpen de crisis aan te pakken. De belangrijkste pijlers zijn de gezamenlijke presentatie van actuele cijfers over kansen op de arbeidsmarkt, voldoende stage- en leerplekken en gerichte voorlichting over alle beroepen. Samenwerking in de regio, zoals in de mobiliteitscentra, moet leiden tot meer passende scholing, een grotere deelname aan het arbeidsproces en een afname van de jeugdwerkloosheid. In juni 2009 presenteerde het kabinet vervolgens haar Actieplan Jeugdwerkloosheid, met een rol voor de kenniscentra die grotendeels overeenkomt met de ambities uit het stage- en leerbanenoffensief.
4
2 Kader
Foto: Martin Hogeboom
Colo en de kenniscentra maken in dit plan van aanpak concreet hoe zij hun schouders onder de aanpak van jeugdwerkloosheid zetten. De activiteiten vinden plaats op sectorniveau: ieder kenniscentrum neemt maatregelen die passen bij de kleur van en de omstandigheden in de sector.
beroepsonderwijs op de kwalitatieve en kwantitatieve behoeften van het bedrijfsleven. De 17 kenniscentra zijn elk verbonden aan een bedrijfstak. Werkgevers- en werknemersorganisaties zetten de kenniscentra in voor het leveren van diensten rond kwalitatieve en kwantitatieve personeelsvoorziening. Voorbeelden van deze dienstverlening zijn de samenwerking met het beroepsonderwijs, bedrijfstakscholing, kwalificering en EVC.
Daarnaast worden op gemeenschappelijk bovensectoraal niveau de krachten gebundeld voor een aantal gezamenlijke activiteiten. De rode draad die deze sectorale en gezamenlijke activiteiten verbindt is: ■■ de rol van de kenniscentra in het beroepsonderwijs en hun band met de brancheorganisaties ■■ de gemeenschappelijke ambities die in het kader van de huidige economische omstandigheden worden geschetst in het stage- en leerbanenoffensief
De kenniscentra zijn, zowel vanuit hun overheids- als vanuit hun bedrijfstakopdracht sterk gericht op een verantwoorde toestroom van jongeren naar de arbeidsmarkt. Door beroepenvoorlichting en - oriëntatie, door het bieden van nauwkeurige sectorale en regionale stageen arbeidsmarktinformatie en door het faciliteren van de match tussen jongeren en bedrijven, dragen zij bij aan een optimale afstemming van vraag en aanbod. Zij worden vanuit hun bedrijfstakken daarin gesteund met sectorafspraken en bedrijfstakregelingen die de aansluiting van vraag en aanbod moeten stimuleren.
Uit deze context vloeit een bepaalde werkwijze voort, die de kenniscentra voorstaan in de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Bovendien kan hieruit een ambitie worden geformuleerd, om ook na 2011 met partijen te blijven bouwen aan een goed werkende arbeidsmarkt.
Kwalificatiestructuur Voor het deel van de arbeidsmarkt en het beroepsonderwijs waarop de kenniscentra hun dienstverlening vooral richten, de beroepen op de vier mbo niveau’s, hebben de kenniscentra de kwalificatiestructuur voor het middelbaar beroepsonderwijs ingericht. Vanuit duizenden beroepsbeschrijvingen is een kwalificatiestructuur ontwikkeld
2.1 De rol van de kenniscentra De rol die de kenniscentra vervullen bij het uitvoeren van het Actieplan Jeugdwerkloosheid vloeit voort uit de rol die hen door de overheid en de sociale partners is opgedragen. Die rol is gericht op de afstemming van het 5
met bijna 700 diploma’s waarvan de kwalificatie-eisen nauwkeurig zijn aangegeven. Deze zijn opgeslagen in een database die dient als basis voor het beroepsonderwijs en de examinering daarvan, als standaard voor EVC en EVP1 en als instrument voor het organiseren van arbeidsmobiliteit. De data worden door de kenniscentra onderhouden en zijn opgeslagen in Kwalificatiesmbo.nl en in EVCstandaarden.nl.
Bovensectoraal De kenniscentra werken in verenigingsverband bovensectoraal samen binnen de vereniging Colo. Van daaruit stemmen zij beleid af en werken zij landelijk en regionaal samen met partijen als de overheid, onderwijsinstellingen en UWV WERKbedrijf. In dit verband stemmen zij ook hun sectorale dienstverlening onderling af. Kenniscentra kunnen daardoor zowel op sectoraal als op arbeidsmarktniveau en zowel lokaal en (Eur)regionaal als nationaal opereren.
Leerbedrijven De leerbedrijven die partner zijn van het beroepsonderwijs voor het kwalificeren van jongeren worden door de kenniscentra geprofessionaliseerd, erkend en aan scholen en jongeren beschikbaar gesteld vanuit een gemeenschappelijke database. Op Stagemarkt.nl bieden ruim 190.000 leerbedrijven rond de 400.000 leerplaatsen aan.
2.2 Stage- en leerbanenoffensief In het Sociaal Akkoord dat het kabinet op 25 maart 2009 heeft gesloten met de sociale partners is een aantal maatregelen opgenomen op het terrein van de bestrijding van jeugdwerkloosheid en het aanbieden van leerplaatsen. Om uitvoering te geven aan die afspraken wordt van de kenniscentra een grote inspanning gevraagd. Om de krachten te bundelen en recht te doen aan de verschillende omstandigheden in de branches is zowel samenwerking als maatwerk nodig. De samenwerkende kenniscentra hebben daarvoor het stage- en leerbanenoffensief gelanceerd. Met dit offensief willen de kenniscentra een bijdrage leveren aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Er is sprake van extra investering langs de volgende vier hoofdlijnen:
De kenniscentra faciliteren het leren op de werkplek. De praktijkopleider wordt ondersteund bij het opleiden van leerlingen door middel van advies en extra scholing. Dit houdt de kwaliteit van de bpv hoog, maar motiveert en stimuleert de werkgevers ook om blijvend bpv-plaatsen beschikbaar te stellen. Om de leerbedrijven te ondersteunen bij de invoering van het Competentiegericht Onderwijs, is in 2007 het programmamanagement Ondersteuning Leerbedrijven in opdracht van het Ministerie van OCW ingericht. In dit kader zijn ook afspraken vastgelegd om de samenwerking tussen leerling, onderwijsinstelling, leerbedrijf en kenniscentrum kwalitatief en organisatorisch te verbeteren. Het Ministerie van OCW, de MBO Raad, Colo, MKB-Nederland en VNO-NCW hebben hieromtrent in juni 2009 een aantal concrete afspraken vastgelegd in het bpv-protocol.
Verfijnde stage- en arbeidsmarktinformatie De kenniscentra kunnen vanuit hun arbeidsmarktonderzoek inzicht bieden in de stage- en leerbanenmarkt. Door het nauwgezet volgen van de ontwikkelingen per bedrijfstak, per beroepsgroep en eventueel op verzoek per regio, kunnen er gericht acties worden ondernomen om knelpunten op te lossen.
Stage- en arbeidsmarktadvies Om de behoefte van het bedrijfsleven en de openbare diensten en de deelname aan het beroepsonderwijs op elkaar af te stemmen, stellen de kenniscentra voor elke kwalificatie die zij onderhouden regelmatig een arbeidsmarktadvies op. Deze adviezen worden gebundeld en beschikbaar gesteld op Kansopwerk.nl.
Gecoördineerde werkgeversbenadering Bij het werven van stageplaatsen en leerbanen vissen verschillende partijen geregeld in dezelfde vijver, veelal ook nog in dezelfde periode. Dit brengt verdringingseffecten en verwarring bij de werkgever teweeg. De kenniscentra zorgen voor een goede onderlinge afstemming tussen vraag en aanbod in de sectoren en het beter benutten van de opnamemogelijkheden in het bedrijfsleven. In samenwerking met de betrokken partijen zetten zij hun infrastructuur van 900 opleidingsadviseurs in, zodat werkgevers op een efficiënte wijze worden bevraagd en niet worden overvraagd. Zo voorkomen zij dat het werven van een meester-gezelplek of vmbo-stageplaats ten koste gaat van de bbl- of bol-plek, of andersom. Bovendien is de opleidingsadviseur de persoon die tijdens een bezoek het werven van stageplaatsen kan combineren met het benutten van de sectorale mogelijkheden die de O&O-fondsen bieden.
Daarnaast volgen de kenniscentra voortdurend de beschikbaarheid van leerplaatsen en de benutting daarvan. Driemaandelijks doen de kenniscentra melding van de overschotten en tekorten in de Colo Barometer van de stage- en leerbanenmarkt. Op verzoek maken de kenniscentra ook Barometers op regionale schaal. 1
Het ervaringscertificaat (EVC) en het ervaringsprofiel (EVP) zijn
instrumenten om informele kwalificaties zichtbaar te maken teneinde werkenden formeel te kwalificeren of werkzoekenden naar relevante vacatures te geleiden. Voor de inzet van beide instrumenten heeft de overheid middelen beschikbaar gezet. Zie: www.kenniscentrumevc.nl
6
Colo neemt bovendien het initiatief om met het ministerie van OCW, de VO Raad en de Stichting Platforms VMBO te overleggen over meer afstemming voor vmbostages.
1. Breng de regionale situatie nauwkeurig in beeld Onderscheid de juiste doelgroepen, bepaal de knelpunten in de regio per doelgroep, per sector en per ROC. De kenniscentra beschikken veel gegevens over de aansluiting onderwijs- en arbeidsmarkt en de actuele stand op de stage- en leerbanenmarkt. Deze informatie draagt bij aan het in kaart brengen van de regionale situatie. Samen met de informatie van UWV WERKbedrijf, gemeenten, RPA en andere relevante partijen kan er een nauwkeurig beeld gemaakt worden van de problemen per doelgroep.
Behoud en werving stageplaatsen en leerbanen Kenniscentra doen een actief beroep op erkende leerbedrijven en potentiële leerbedrijven om mbo-leerlingen in dit economische tij een leerplek te bieden. Door actieve werving onder (leer)bedrijven blijven er voldoende stageplaatsen en leerbanen beschikbaar en wordt de toename van de vraag door voorziene groei van het aantal leerlingen opgevangen. Ook zetten zij zich extra in om het leren in bedrijven zo goed mogelijk te faciliteren. Zo blijven leerbedrijven en praktijkopleiders gemotiveerd en gaan er geen leerplaatsen verloren.
2. Breng de regionale partijen rond de tafel Breng de regionale partijen rond de tafel en maak een coalitie van probleemhoudende en probleemoplossende partijen. De kenniscentra kunnen op verzoek een contactpersoon per gemeente leveren die verbinding heeft met alle sectoren en hun kenniscentra. Die kan de juiste partijen uit de bedrijfstakken aan de coalitie verbinden.
Gezamenlijke infrastructuur Om de toegankelijkheid, diensverlening en effectiviteit te verbeteren, hebben de kenniscentra de afgelopen jaren aan een gezamenlijke bovensectorale infrastructuur gebouwd. Een infrastructuur die goed van pas komt nu problemen snel en efficiënt moeten worden aangepakt. Zo zorgen de kenniscentra voor een betere toegankelijkheid door het aanstellen van zes regionale arbeidsmarktcoördinatoren die het aanspreekpunt zijn voor de 17 kenniscentra in de regio.
3. Maak een plan van aanpak Bepaal de nood-zakelijke acties voor de doelgroepen. Maak gebruik van bestaande voorzieningen voor deze en andere doelgroepen. Maak gebruik van landelijke afspraken en brancheregelingen. En maak gebruik van succesvolle acties in andere regio’s. De contactpersoon van de samenwerkende kenniscentra heeft zicht op brancheafspraken en -regelingen, landelijke sectorafspraken en good practises van andere branches en regio’s.
De stage- en leerbanensite Stagemarkt.nl biedt een compleet overzicht van alle erkende leerbedrijven in Nederland. Via deze website kan er gezocht worden naar alle beschikbare leerplaatsen in de regio. Dankzij de nieuwe functionaliteit met bedrijfsprofielen wordt er meer informatie over het leerbedrijf gegeven, zodat leerling en werkgever nog beter gematched worden.
4. Verzeker financiering Benut bestaande en reeds bekostigde voorzieningen; benut bekostiging vanuit O&O-fondsen en bestaande SZW en OCW regelingen (bijvoorbeeld rond EVC en VSV). De kenniscentra hebben zicht op subsidies, bedrijfstakregelingen en O&O-fondsen en weten hoe die kunnen worden aangesproken.
2.3 Werkwijze Het plan van aanpak van de kenniscentra en Colo past in het grotere geheel van het Actieplan Jeugdwerkloosheid van het kabinet. De regie voor de uitvoering van dit plan ligt in de regio: bij de 30 convenantgemeenten. Om zo goed mogelijk in te spelen op de regionale situatie, stellen deze gemeenten samen met de relevante partijen in de regio een eigen plan van aanpak op. Vanuit het kader van het Stage- en Leerbanenoffensief kan een werkwijze worden geformuleerd die de kenniscentra voorstaan bij het aanpakken van de jeugdwerkloosheid in de regio. De dienstverlening van de kenniscentra kan in deze werkwijze worden ingepast.
5. Betrek alle coalitiepartners bij de uitvoering van acties Voer regie over de acties maar concentreer ze niet in één hand. Gebruik de kracht en het netwerk van de coalitiepartners optimaal en verbind probleemhouders en probleemoplossers per doelgroep. 6. Monitor resultaten Verzeker de monitoring van resultaten vanuit de nulmeting in stap 1 door de coalitiepartners. Bepaal per doelgroep een monitorende partij. Grijp in bij achterblijvend resultaat. 7. Borg communicatie in alle richtingen Verzeker de verspreiding van informatie en resultaten naar alle netwerken van alle coalitiepartners. De kenniscentra stellen al hun netwerken open voor communicatie
De kenniscentra adviseren de 30 gemeenten om hun werkwijze te baseren op de volgende componenten:
7
van de regionale, sectorale en landelijke resultaten. De communicatie naar het bedrijfsleven is daarmee geborgd. De voorgestelde werkwijze met regionale arbeidsmarktanalyses, probleemdefinitie, coalitievorming en plannen van aanpak wordt door de kenniscentra niet beschouwd als een eenmalig proces. Het is de bedoeling om op de langere termijn een cyclus te vormen die met een verantwoorde regelmaat kan worden herhaald. Zowel de permanente afstemming regionale arbeidsmarkt regionale economie - regionaal beroepsonderwijs als de actiegerichte aanpak van knelpunten vormt voor wat de kenniscentra betreft een duurzame infrastructuur van overheid, bedrijfsleven en scholenveld en een kans om de effectiviteit van hun dienstverlening te versterken.
8
3 Sectorale activiteiten
Foto: Martin Hogeboom
De basis voor een goede aanpak van de jeugdwerkloosheid ligt in het aansluiten bij de traditie van de sector, bij haar bedrijven en sectorale arrangementen en bij een uitvoering op regionaal niveau. Daarom begint dit hoofdstuk met een overzicht van de sectorale arrangementen. Vervolgens worden de sectorale initiatieven van de kenniscentra geschetst. Deze activiteiten, die de kenniscentra op individuele basis ontplooien, al dan niet met behulp van aanvullende middelen en instrumenten van de brancheorganisaties, richten zich op een aantal speerpunten:
vrijgemaakte extra projectmiddelen. In het Sociaal Akkoord maken sociale partners verenigd in de Stichting van de Arbeid concrete afspraken om maatregelen te nemen. Ook op sectorniveau leveren brancheorganisaties een bijdrage aan het verminderen van de jeugdwerkloosheid. Veel sectoren stellen extra middelen beschikbaar om de acties van de kenniscentra te versterken en uit te breiden. Hieronder volgt een korte bloemlezing van de sectorale arrangementen die momenteel beschikbaar zijn: Zorg en Welzijn Sociale partners in de sector zorg hebben aangekondigd 5.750 extra leerbanen (traineebanen) voor jeugdigen in de komende twee jaar te leveren in het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Dit aanbod komt bovenop het succesvolle Stagefonds van het ministerie van VWS (vergroting van het aantal stageplaatsen en de kwaliteit hiervan bij de zorginstellingen) en is verbonden met het actieplan JobHop MBO. JobHop MBO is gericht op omscholing van anders gekwalificeerden naar de zorgen welzijnsector. Kenniscentrum Calibris is initiator van JobHop MBO en heeft bij alle initiatieven op onderdelen een coördinerende en uitvoerende rol. In de concrete uitvoering wordt nauw samengewerkt en afgestemd met het UWV WERKbedrijf, ROC’s en het regionale bedrijfsleven.
■■ Gecoördineerde werkgeversbenadering; ■■ Werving en behoud stageplaatsen en leerbanen; ■■ Regionale arbeidsmarkt- en stage-informatie; ■■ Actieve samenwerking met UWV WERKbedrijf en gemeenten; ■■ Steunpuntfunctie bedrijfsleven in de regio. De sectorale plannen van aanpak zijn verzameld in een apart overzicht. Dit hoofdstuk geeft per speerpunt een samenvatting van de plannen van aanpak van de kenniscentra weer, met in de kaders per thema één of meer goede voorbeelden uit de sectoren.
3.1 Sectorale arrangementen Het kabinet neemt haar verantwoordelijkheid met het Actieplan Jeugdwerkloosheid en de in dit kader
Bouw De bouw heeft het actieplan Anticyclisch opleiden gestart en gefinancierd uit het O&O-fonds met 64 miljoen euro. 9
Binnen deze regeling wordt zittend personeel geschoold en de daarmee vrijgemaakte ruimte benut voor leerplaatsen van jongeren. De regeling moet plaats bieden aan 6.000 ouderen die geschoold worden en 6.000 behouden plaatsen voor jongeren. Kenniscentrum Fundeon voert de regeling uit. Ook maakt de bouw een sectorafspraak met het ministerie van SZW in het kader van de uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid (traineebanen). Over het aantal banen worden nog nadere afspraken gemaakt.
maatregelen om behoud en werving van leerbanen te ondersteunen. De doelstelling is te komen tot 550 ingevulde leerbanen voor nieuwe instromers op 1 november, onder andere door een bijdrage in de loonverletkosten bij het volgen van praktijkscholing en door te komen tot een betere matching. Procesindustrie De sociale partners stellen 2,3 miljoen euro beschikbaar voor het versterken van de opleidingsinfrastructuur bij de leerbedrijven, het behoud van leerplaatsen en het organiseren van arbeidsmobiliteit. Kenniscentrum PMLF voert een belangrijk deel van de afspraken uit.
Techniek Het samenwerkingsverband Techniek Talent.nu omvat de sectoren installatie- en elektrotechniek, metaalbewerking, carrosserie, motorvoertuigen, isolatietechniek, goud & zilver en metalektro. Doelstelling is om dit jaar net zoveel BBL leerlingen te plaatsen als in andere jaren. De uitvoering van alle afspraken voor het mbo wordt in handen gegeven van de O&O-fondsen en de kenniscentra Kenteq, Innovam en VOC. De aanpak is gericht op het behoud van 10.000 leerbanen en 5.600 stageplaatsen. Voor dit plan hebben de sectoren een financiering van 34 miljoen euro bijeen gebracht. De sociale partners maken aanvullend sectorafspraken met het ministerie van SZW.
Afbouw en Onderhoud De afbouw en onderhoudsbranche heeft uit haar O&Ofonds 6 miljoen beschikbaar gesteld voor het behoud van leerplaatsen en stimuleren van de instroom. Vooral het beëindigen van bestaande leerplaatsen moet daarmee worden voorkomen. De uitvoering gebeurt door kenniscentrum Savantis. Hout en Meubel De houtsector volgt de bouw in de formule anticyclisch opleiden en heeft een crisismeldpunt Hout ingericht bij SH&M, het kenniscentrum van de sector. De doelstelling is om het beoogde verlies van 20% van de leerplaatsen te voorkomen. Vier O&O-fondsen in de branche bekostigen een pakket aan crisismaatregelen. Het is voorlopig een open einde regeling.
De extra financiering van de sociale partners en de scholingsfondsen is als volgt opgebouwd: Sociale Partners in Metaal & Techniek Grootmetaal Scholingsfonds A+O (metalektro) Scholingsfonds OOMT (motorvoertuigen- en tweewielerbranche) Scholingsfonds OOM (metaal)
16 mln 4 mln 6,5 mln 1,5 mln
Metalektro Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro stelt in dit kader een financiële vergoeding voor bedrijven die stage- en leerwerkbanen beschikbaar.
Grafische sector De grafische sector benut de extra inspanningen in het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid om de instroom in de grafische opleidingen, hard nodig in verband met de hoge vervangingsvraag in de sector, te stimuleren. De sector biedt een vacaturesite (Vacaturekracht.nl) en een wervingssite voor jongeren (Thecrewislookingforyou.nl) en ondersteunt de werkgevers bij het bieden van leerplaatsen. Het A&O-fonds Grafimedia stelt in dit kader 600.000 euro beschikbaar. De uitvoering gebeurt door kenniscentrum GOC.
Mobiliteit De automobielbranche stelt in totaal 4,8 miljoen euro beschikbaar voor werving en behoud van BPV plaatsen in de actie “Blijf Mobiel” voor leerlingen. Het is een initiatief van het O&O-fonds (de Stichting OOMT) en de brancheorganisatie BOVAG. Kenniscentrum Innovam voert de regeling uit.
Transport en Logistiek Het O&O-fonds voor de transport en logistiek beloont elke werkgever die een leerling aanneemt. De instroom moet op die manier op peil blijven en 400 bedreigde leerplaatsen moeten op die manier in 2009 behouden blijven. Kenniscentrum VTL voert de regeling uit. Er is voor deze maatregel 3 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Carrosserie De sectorale sociale partners voor de Carrosseriebranche hebben 1,35 miljoen euro vrijgemaakt voor projecten en
Vliegwieleffect sectorale arrangementen Het kabinet investeert 23 miljoen in de activiteiten van de kenniscentra voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid.
6 mln
Achter TechniekTalent zetten de sectoren hun eigen infrastructuur in. Een aantal initiatieven die in dit verband worden genomen zijn:
10
Uit het onderstaande overzicht blijkt dat sectoren daarnaast ruim het viervoudige van dit bedrag beschikbaar stellen om het Stage- en Leerbanenoffensief te ondersteunen en uit te breiden. De investeringen van sociale partners en O&O-fondsen in de tabel (stand van zaken per 1 augustus 2009) bedragen 109,9 miljoen euro. Hier zijn nog niet de initiatieven in de zorg en hout- en meubelbranche opgenomen. In verschillende bedrijfstakken zijn bovendien nog regelingen in studie of in voorbereiding. In alle gevallen zijn kenniscentra betrokken bij het opstellen van de maatregelen en beoogd uitvoerder van afspraken (agrarische sector, handel, horeca, dienstverlening).
Innovam: kenniscentrum van de Mobiliteitsbranche Er zijn leerbedrijven die structureel (ieder jaar) opleiden. Er zijn bedrijven die periodiek (eens in de 4 jaar) opleiden en er zijn bedrijven die incidenteel opleiden (minder dan eens in de 6 jaar). Bij de laatste twee wordt er in het algemeen pas opgeleid als er een personeelsbehoefte is. 75% van de leerbedrijven in de mobiliteitsbranche leidt structureel op. Deze bedrijven worden vaker bezocht door de opleidingsadviseur in het kader van kwaliteitsverbetering dan de incidenteel en periodiek opleidende bedrijven. In het kader van het Actieplan jeugdwerkloosheid moeten echter alle zeilen worden bijgezet om het huidige bestand aan leerbedrijven optimaal te benutten. Innovam benadert de niet actieve bedrijven, en de bedrijven in de periferie, door middel van een telefonische actie over de BPV-
Sectoren
Bouw Techniek Procesindustrie Grafimedia Afbouw en onderhoud Transport en Logitiek Zorg Hout en Meubel Totaal
ontwikkelingen en, afhankelijk van het antwoord op de belangstel-
Arrangementen in miljoenen €
lingsvraag, een bezoek te plannen met de Innovam adviseur.
€ 64,0 mln € 34,0 mln € 2,3 mln € 0,6 mln € 6,0 mln € 3,0 mln n.n.b. open einde € 109,9 mln
3.3 Werving en behoud stageplaatsen en leerbanen De kenniscentra spannen zich in om bestaande stageplaatsen en leerbanen te behouden en om waar nodig nieuwe leerplekken te creëren en nieuwe leerbedrijven te werven.
Stand van zaken sectorale arrangementen per 1 augustus 2009.
3.2 Gecoördineerde werkgeversbenadering Volgens het onderzoek van Dijk12 naar ervaringen van leerbedrijven bij de beroepspraktijkvorming in het mbo (2009), werkt ruim 80% van de leerbedrijven samen met meer dan één onderwijsinstelling. 43% geeft aan zelfs met meer dan drie scholen samen te werken. In het kader van jeugdwerkloosheid, de afspraken rond de meestergezelplekken en de Wet Investeren in Jongeren worden deze leerbedrijven ook een steeds belangrijkere partij voor bijvoorbeeld UWV WERKbedrijf en gemeenten. Een bedrijf dat al structureel opleidt is immers de beste plaats om ook een uitgevallen jongere een leerwerkplek te bieden. 85% van deze bedrijven is echter een MKB-bedrijf. Dit betekent dat veel kleine ondernemers geconfronteerd dreigen te worden met bezoeken van meerdere organisaties.
Voor de acties in het kader van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid is het zinvol twee verschillende doelgroepen te onderscheiden: jongeren in opleiding en jongeren op de arbeidsmarkt. De jongeren in opleiding worden geconfronteerd met een teruglopende beschikbaarheid van leerplaatsen, al verschilt de situatie per bedrijfstak en per regio. Niettemin voorzien de kenniscentra zonder extra inspanning voor het totaal een groeiend tekort. Doordat leerlingen gestimuleerd worden langer in opleiding te blijven wordt er een beroep gedaan op een groter aantal leerplaatsen dan normaal. Het is aan de kenniscentra om de terugloop te stuiten en de extra leerplaatsen beschikbaar te hebben. De kenniscentra pakken de knelpunten per bedrijfstak aan. De jongeren op de arbeidsmarkt die geen werk kunnen vinden melden zich bij het Werkplein van de gemeente en krijgt een meester-gezelplek of stageplaats (zoals bedoeld in het Sociaal Akkoord) aangeboden. Meerdere branches hebben de ambitie landelijke afspraken te maken over het beschikbaar stellen van dit soort stageplaatsen en daarbij landelijke quota aan te geven, waaronder de sectoren bouw, techniek, zorg en politie/veiligheid. Indien in hier sectoraal afspraken over zijn gemaakt, kunnen de kenniscentra de vacatures voor deze banen ophalen in de bedrijfstakken en bij gerichte vraag werven bij hun bedrijven in de regio.
De kenniscentra zetten in samenwerking met partijen in de regio hun netwerk van opleidingsadviseurs in voor een gecoördineerde benadering van werkgevers. Deze benadering bestaat uit fysieke bezoeken of regionale meetings, ondersteund door mailings en telefonisch contact. De adviseur van het kenniscentrum is verantwoordelijk voor de werving van stageplaatsen en leerbanen en heeft kennis van zowel de regionale scholingsmogelijkheden als de sectorale scholingsmiddelen. Door de werving van verschillende soorten leerplaatsen te coördineren in de samenwerking wordt verdringing voorkomen en wordt de werkgever helderheid in de vraag geboden.
11
De inspanningen van kenniscentra voor de plaatsing van zorgjongeren, bijvoorbeeld in het kader van de Stageboxregeling, voortijdig schoolverlaters, arbeidsgehandicapten en andere kwetsbare doelgroepen, gaan gedurende de periode van de werking van het actieplan jeugdwerkloosheid onverminderd door.
Fundeon: kenniscentrum voor de Bouw en Infra De bouw wordt zwaar getroffen door de huidige economische crisis. De bedrijfstak heeft ervoor gekozen om, tegen het economische tij in, anticyclisch te gaan opleiden. Door het creëren van ruimte voor scholing voor zittend personeel wordt er ruimte gecreëerd voor de instroom van jongeren. De bedrijfstak investeert € 64 miljoen in het plan. De werkgever die gebruik wil maken van deze mogelijkheid
Calibris: kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, Welzijn
wordt geacht om voor de duur van de scholing van de werknemer
en Sport
een jongere in opleiding te nemen. De regeling biedt de mogelijk-
Voor de zorg laten alle statistieken een toenemend tekort aan
heid het aantal leerbedrijven te vergroten, omdat ook niet erkende
personeel zien in de komende jaren. Het is dus belangrijk om nieuwe,
bedrijven mogen deelnemen onder voorwaarde dat ze een erkend
toekomstige medewerkers te werven. Tegelijkertijd moeten er ook
leerbedrijf worden. Daarmee wordt extra opleidingscapaciteit gere-
genoeg mogelijkheden zijn om deze nieuwe medewerkers in de
aliseerd, wordt de kwaliteit van de arbeid in de bedrijfstak verbeterd
praktijk op te leiden. Calibris heeft in dit kader onder andere het pro-
doordat zittend personeel aanvullend wordt geschoold, krijgen de
gramma JobHop MBO ontwikkeld. In het programma draait het ten
deelnemers die kiezen voor een opleiding in de bouw de garantie op
eerste om het opsporen van gediplomeerde MBO-ers met (latente)
een opleiding, werk en inkomen en heeft de bedrijfstak op het mo-
interesse voor zorg en welzijn. De eerste intake vindt plaats door de
ment dat de markt aantrekt de beschikking over een goed opgeleid
docenten en decanen op de ROC’s. Deze actie is voorbereid door
potentieel aan arbeidskrachten.
het ministerie van OCW en MBO Raad. Aan de hand van deze intake worden potentiële deelnemers opgespoord en benaderd voor een
3.4 Leveren regionale arbeidsmarkt- en stage-informatie De kenniscentra zetten hun onderzoek naar de stage- en leerbanenmarkt en de arbeidsmarkt voort en verdiepen deze waar nodig en mogelijk. Zij maken extra capaciteit vrij om sectoraal informatie aan te leveren. Deze informatie leidt onder andere tot de (extra fijnmazige) Colo Barometers (zie hoofdstuk 4). De effecten van de crisis worden in steeds meer branches duidelijk. Er zijn echter sectoren waar nog steeds voldoende vraag naar nieuw personeel is. De kenniscentra in deze sectoren zetten zich in om de instroom van jongeren in deze kansrijke beroepen te bevorderen.
vervolggesprek. Hierbij bestaat de mogelijkheid om zich in een carrouselachtig systeem zich te oriënteren op werken in zorg en welzijn. Dit leidt of tot een kandidaat voor een duaal traject in zorg en welzijn of een ander traject (terug naar het ROC of UWV WERKbedrijf). Om een forse stroom van duale trajecten in erkende leerbedrijven te kunnen draaien, is een wervingsactie binnen de sectoren zorg en welzijn noodzakelijk. De brancheorganisaties Actiz (5.000 extra plekken voor jeugdigen) en de VGN (750 extra plekken voor jeugdigen) hebben al aangegeven hier een actieve rol in te willen spelen. Actiz bereid een breed actieplan voor. Om de jongeren in het leerbedrijf te begeleiden zullen vanuit Calibris gedurende twee jaar ‘JobHop MBO coaches’ (werken en leren begeleiders) worden ingezet. Vanuit het UWV wordt 80% van het loon van de kandidaten bekostigd in ieder geval in de eerste drie maanden. Daarna/tegelijk zullen andere
SVGB: kenniscentrum voor Uniek Vakmanschap
subsidiebronnen worden aangeboord als de WVA.
De vraag naar producten binnen de creatief-technische branches is groot en maakt dat deze sector als groeimarkt moet worden aanPMLF: kenniscentrum voor de Procestechniek, Milieu-
gemerkt. Er zijn volop mogelijkheden voor de beroepsbeoefenaren
techniek, Laboratoriumtechniek en Fotonica
die veelal als zelfstandig ondernemer (ZZP-er) opereren. Door de
Zowel de werktijden als de Arbo-wet vormen een knelpunt voor
relatieve onbekendheid van deze beroepen binnen deze sectoren is
de inzet van jongeren tussen 16 en18 jaar in de procestechniek. In
het in de loop van de jaren zeer moeilijk gebleken om aan de vraag
deze sector is het werken in ploegendiensten namelijk gebruikelijk.
naar personeel te voldoen. De instroom in de opleidingen staat on-
Daarnaast wordt er gewerkt met gevaarlijke stoffen, waardoor
der druk onder het afnemende aanbod van deelnemers. Vertrekkend
begeleiding extra belangrijk is. Human Capital Chemie onderzoekt
vanuit een andere arbeidsmarktsituatie dan de meeste sectoren,
momenteel de mogelijkheden van flexibilisering van werktijden en
heeft de SVGB in samenwerking met haar branches een aantal pro-
begeleiding. Zo wordt naar een oplossing gezocht om meer jongeren
jecten opgezet die moeten leiden tot meer instroom, zoals de Dutch
te kunnen opleiden in de sector op een manier die voor de leerbe-
Health Tec Academy en Creatief Vakman. De SVGB zal, gericht zowel
drijven werkbaar is.
op grote bedrijven als ook op individuele branches, steeds meer coördinerend gaan optreden m.b.t. activiteiten gericht op de instroom van personeel. Met grote bedrijven vinden besprekingen plaats om hun opleidingsbehoefte goed in kaart te brengen en samen met het onderwijs passende oplossingen te creëren. Met branches wordt bekeken hoe activiteiten gericht op instroom professioneler kunnen worden opgezet zodat de effectiviteit toeneemt.
12
ECABO: kenniscentrum voor de Economisch-Administratieve,
KCH: kenniscentrum voor de Handel
ICT- en Veiligheidsberoepen
In samenwerking met UWV/Mobiliteitscentra, gemeenten en/of
De arbeidsmarktperspectieven binnen het domein van ECABO laten
provincies enerzijds en winkeliersverenigingen, ondernemersver-
een diffuus beeld zien, zowel sectoraal als regionaal. Er zijn bedrijven
enigingen, MKB-steunpunten, werkgevers anderzijds zet Kennis-
waar een tijdelijk overschot aan arbeidskrachten dreigt, maar waar
centrum Handel lokale en regionale projecten op die gericht zijn op
op termijn een tekort aan arbeidskrachten ontstaat vanwege de
verkrijgen, behoud en afronding van de bpv door jongeren. Daarbij
voortschrijdende vergrijzing. Er zijn bedrijven waar administratief-
wordt gebruikt gemaakt van de aanpak ‘Samen Doen’. De inzet van
ondersteunende functies verdwijnen en er zijn bedrijven die reeds te
intensieve begeleiding van de jongere en coaching van de praktijk-
kampen hebben met een tekort aan arbeidskrachten.
opleider is kenmerkend voor deze aanpak. De individuele aanpak,
Het diffuse beeld onderschrijft het belang van degelijk sectoraal en
goede transfer tussen theorie en praktijk, intensieve begeleiding
regionaal arbeidsmarktonderzoek om tot zinvolle, gerichte acties
door begeleiders die de taal van het bedrijf en de jongere spreken,
te kunnen komen. Naast de bijdrage aan de Colo Barometers on-
vormen de succesfactoren.
derzoekt ECABO periodiek de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, mede op basis van enquêtes onder leerbedrijven, uit te splitsen naar
3.6 Steunpunt leerbedrijven in regionale samenwerking Binnen de reguliere taak in het beroepsonderwijs kennen alle kenniscentra een regionale structuur waarbinnen sectoraal overleg wordt gevoerd in engere zin met de ROC’s en de bedrijven en in ruimere zin met de partijen die betrokken zijn bij het sectorale beroepsonderwijs in die regio. Het macrodoelmatigheidsadvies vraagt om de regionale afstemming van vraag- en aanbod aan nieuwe instroom en leerplaatsen, en ook aan langere termijn sturing op het onderwijsaanbod in de regio. De kenniscentra onderkennen dat het juist nu extra belangrijk is om bedrijven op regionaal niveau te ondersteunen en in regionale overleggen hun belang te behartigen. De kenniscentra zetten zich extra in om het steunpunt voor het bedrijfsleven in de regio te versterken.
regio, sector, niveau en kwalificatie. De uitkomsten worden verspreid onder onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, samenwerkingsverbanden en andere relevante partijen. Er worden ook periodiek zogenaamde confrontatietabellen opgesteld, waarin benodigde, beschikbare en benutte leerplaatsen tegen elkaar worden afgezet, uit te splitsen naar regio, sector, niveau en kwalificatie.
3.5 Actieve samenwerking met UWV WERK bedrijf en gemeenten Het kabinet legt in haar Actieplan Jeugdwerkloosheid het voortouw in de regio. Voor de uitvoering van de concrete maatregelen die worden geformuleerd, is nauwe samenwerking vereist. Partijen moeten elkaar goed weten te vinden om samen concreet en efficiënt uitvoering te geven aan de convenanten en plannen van aanpak van de regio. De kenniscentra gaan actief de samenwerking aan met gemeenten, UWV WERKbedrijf, onderwijsinstellingen en andere partijen bij het oplossen van vraagstukken rond jeugdwerkloosheid, hetzij op individuele basis, hetzij via de bovensectorale regionale coördinatoren. Zij geven op basis van de regionale analyse van de arbeidsmarkt daar waar relevant ondersteuning.
Kenteq: kenniscentrum voor Technisch Vakmanschap Kenteq wil de bijdrage aan bestaande regionale samenwerkingsverbanden opvoeren. Kenteq voert periodiek overleg met onderwijsinstellingen in de regio en brengt daarbij de volgende agendapunten ter sprake: ■■ de gewijzigde perspectieven op de arbeidsmarkt; ■■ de implicaties hiervan voor het aanbod van opleidingen, de
GOC: kenniscentrum voor de Grafimediabranche
instroom van leerlingen en de positionering van beroepspraktijk-
De grafimediabranche heeft de beschikking over een Servicepunt
vorming binnen de aangeboden opleidingen;
Grafimedia waarin UWV WERKbedrijf en GOC intensief samenwer-
■■ het vaststellen van gezamenlijke acties om verschillen tussen beno-
ken. Het brancheloket is er voor grafici die (gedeeltelijk) arbeidson-
digde en beschikbare stageplaatsen en leerbanen weg te werken; ■■ de uiteindelijke resultaten van de uitgezette acties.
geschikt zijn en stimuleert en ondersteunt hen om weer actief te worden op de arbeidsmarkt. Grafici in de WAO/WIA worden schriftelijk, telefonisch en per e-mail
Kenteq stimuleert en ondersteunt regionale initiatieven waarin
benaderd en ieder half jaar ontvangen zij het blad Opkleur. Sinds
onderwijsinstellingen met leerbedrijven in gesprek gaan over de
eind 2008 is de dienstverlening van het Servicepunt Grafimedia
organisatie en de vormgeving van beroepspraktijkvorming. Doel is
uitgebreid met grafici die als gevolg van reorganisatie of faillis-
optimaal gebruik te maken van de opleidingsmogelijkheden die het
sement werkloos zijn geworden en op basis hiervan in aanmerking
regionale bedrijfsleven te bieden heeft. Verder maakt Kenteq manage-
komen voor een aanvulling op de WW-uitkering vanuit het ASF-
ment en decanen van onderwijsinstellingen attent op de noodzaak
garantiefonds. Het Servicepunt Grafimedia benadert deze grafici
van voorlichting voor jongeren over sectoren/beroepen en kansen
voor directe bemiddeling en/of re-integratie middels een Individuele
op stage/werk. Waar nodig zorgt Kenteq voor expliciete inbreng van
Re-integratie Opdracht (IRO) bekostigd door het UWV WERKbedrijf.
het regionale bedrijfsleven door inzet van producten en diensten als
Deze kosten worden betaald door sociale partners.
Impresariaat (V)MBO, Kom in het Leerbedrijf en VMBO Carrousel.
13
4 Gezamenlijke activiteiten
Foto: Martin Hogeboom
Naast de sectorale arrangementen bundelen de kenniscentra op een aantal terreinen de krachten. Zoals al in hoofdstuk 2 vermeld, is het de bedoeling om vooral te (blijven) bouwen aan een duurzame infrastructuur waarmee in samenwerking met de partijen in de regio arbeidsmarktproblematiek goed kan worden aangepakt.
■■ Stagemarkt.nl: de website met alle stages en leerbanen in het mbo. Jongeren kunnen gericht zoeken naar een leerplaats die aansluit bij hun voorkeur en leerbehoeften; ■■ Steunpuntfunctie bedrijfsleven in de regio. Gezamenlijk wordt de regionale steunpuntfunctie voor bedrijven op regionaal niveau versterkt;
Gezamenlijk ontwikkelen de kenniscentra daarom een aantal instrumenten en activiteiten, die bruikbaar zijn bij het bestrijden en voorkomen van jeugdwerkloosheid:
■■ Campagne werkgevers. Op nationaal en bovensectoraal niveau start een gerichte communicatiecampagne naar werkgevers om leerplaatsen beschikbaar te stellen.
■■ De Colo Barometer. De stage- en leerbanenmarkt en de arbeidsmarkt worden inzichtelijk gemaakt, desgevraagd op regionaal niveau;
4.1 Colo Barometer en regionale Barometers De beschikbaarheid van actuele informatie over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en inzicht in de markt voor stageplaatsen en leerbanen zijn kritische succesfactoren bij de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Het vormt de basis voor gerichte benadering van werkgevers. Bovendien biedt het sturing voor regionale samenwerkingsverbanden en is het van belang voor een reële voorlichting van jongeren over sectoren/ beroepen en kans op stage/ werk.
■■ De regionale arbeidsmarktcoördinatoren: 6 contactpersonen om op regionaal niveau toegankelijk te zijn en de samenwerking met partijen te vergemakkelijken; ■■ 30 contactpersonen voor de convenantgemeenten om de dienstverlening naar de 30 convenantgemeenten snel en efficiënt vorm te geven; ■■ Meldpunt Stagetekorten. Mocht er acuut sprake zijn van een tekort aan bpv-plaatsen in een sector of regio, dan kan dit snel en makkelijk worden gemeld via een centraal telefoonnummer;
Vier keer per jaar brengt Colo de partijen in het veld van arbeidsmarkt en beroeponderwijs op de hoogte van de actuele stand van zaken op de stageplaatsen- en leerbanenmarkt. 14
Verfijnde stage- en arbeidsmarktinformatie Door de sectorale informatie over de stage- en leerbanenmarkt te verfijnen naar het niveau van beroepen en opleidingen en door weergave van de informatie op regionaal niveau wordt sneller duidelijk waar de tekorten en overschotten zitten. Door de beschikbaarheid van de betreffende gegevens krijgen vmbo-ers, mbo-ers en werkloze jongeren zicht op de kansrijke sectoren en beroepen. Beleidsmakers kunnen op basis van de gegevens acties ondernemen om de in kaart gebrachte knelpunten op te lossen of een alternatief aan te bieden.
en overschotten op de regionale leerplaatsenmarkt in beeld. De kenniscentra bekostigen 50% van dit arbeidsmarktonderzoek uit eigen middelen.
4.2 Regionaal bovensectoraal netwerk Om beter toegankelijk te zijn voor lokale en regionale partijen en in samenwerking met hen arbeidsmarktvraagstukken effectiever aan te pakken, hebben de kenniscentra zes regionale arbeidsmarktcoördinatoren aangesteld. De dienstverlening van de kenniscentra aan de 30 convenantgemeenten wordt via de zes arbeidsmarktcoördinatoren georganiseerd. De regionale arbeidsmarktcoördinatoren ondersteunen de gemeenten bij het maken van de regionale plannen van aanpak. Zij kunnen de gemeenten ondersteunen bij het regionaal arbeidsmarktonderzoek en de coalitievorming met de relevante branches voor het uitvoeren van acties.
De verfijnde informatie over beschikbaarheid van stageplaatsen wordt op opleidingsniveau vertaald in de websites Kansopstage.n. en Kansopwerk.nl. Via deze websites kunnen mbo- en vmbo-instellingen, de vestigingen van het UWV WERKbedrijf, de gemeenten en de intermediairs op het terrein van school- en beroepskeuze de beschikbaarheid van stage- en arbeidsplaatsen op regioniveau waarnemen voor elke afzonderlijke opleiding. De beschikbaarheid van deze gegevens wordt bekend gemaakt bij de stagecoördinatoren in mbo- en vmboscholen, bij decanen en bij alle vestigingen van het UWV WERKbedrijf.
Om de convenantgemeenten snel en goed van dienst te kunnen zijn, kunnen de kenniscentra hiernaast per convenantsgemeente op verzoek één contactpersoon beschikbaar stellen. Via deze contactpersonen kan het volledige netwerk van adviseurs met kennis van de regionale arbeidsmarkt, de scholingsmarkt, de vacatures in de eigen sector en de sectorale CAO-afspraken en stimuleringsmaatregelen snel en volledig beschikbaar worden gesteld. Dit netwerk krijgt vanuit de vereniging Colo ondersteuning in de afstemming naar het landelijke niveau, in de voorziening van arbeidsmarktgegevens en in de inzet van de arbeidsmarktinstrumenten.
Regionale Barometers op verzoek van de convenantregio’s De dertig convenantregio’s in het kader van de bestrijding van jeugdwerkloosheid zijn afhankelijk van actuele en regiospecifieke informatie over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en inzicht in de markt voor stageplaatsen en leerbanen. Deze informatie is noodzakelijk om sturing te kunnen geven aan de regionale initiatieven.
4.3 Meldpunt Stagetekorten Ondanks zorgvuldig beleid om de stage- en leerbanenmarkt op regionaal niveau te monitoren en de inspanningen om leerbedrijven te behouden en te werven, kan er plotseling een knelpunt in de vraag naar en het aanbod aan leerplaatsen ontstaan. Zodra blijkt dat groepen leerlingen in een bepaalde sector en regio geen leerplaats meer kunnen vinden, dient er adequaat actie te worden ondernomen. De kenniscentra lossen de knelpunten op de stage- en leerbanenmarkt op sectoraal en regionaal niveau op.
Op verzoek van de dertig convenantregio’s kunnen de gezamenlijke kenniscentra in samenwerking met UWV WERKbedrijf regionale Barometers ontwikkelen. De regionale Barometers geven informatie over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en inzicht in de markt voor stageplaatsen en leerbanen in de desbetreffende regio’s. Colo werkt daarbij samen met het CBS, het ROA en het CFI voor het in beeld brengen van de regionale situatie van de verschillende doelgroepen die in het actieplan zijn genoemd. Door de demografische gegevens en de jongeren in opleiding per beroepsgroep af te zetten tegen de regionale arbeidsmarktbehoefte zijn zowel acute als middellange termijn knelpunten zichtbaar te maken, zodat de juiste richting kan worden gegeven aan het plan van aanpak.
Om alle partijen de kans te geven snel de aandacht te vestigen op een acuut dreigend tekort, richten de kenniscentra in het najaar van 2009 een centraal Meldpunt Stagetekorten in. (Dreigende) tekorten kunnen via een centraal telefoonnummer of de website worden gemeld. De website Stagemarkt.nl zal ook naar het meldpunt verwijzen. Na melding kunnen de betrokken kenniscentra gericht actie ondernemen om het knelpunt op te lossen.
Het regionale arbeidsmarktonderzoek brengt in beeld welke sectoren dominante spelers zijn op de regionale arbeidsmarkt, hoe het is gesteld met hun personeelsbehoefte, wat er op de scholen in opleiding is en wat het bestand is aan werkzoekenden. Ook brengen het tekorten 15
4.4 Stagemarkt.nl De website Stagemarkt.nl is de stagesite voor het middelbaar beroepsonderwijs, die voorziet in een effectieve en efficiënte matching van leerbedrijven en de leerlingen op zoek naar een leerplaats. Met het aanbod van 190.000 erkende leerbedrijven met 400.000 leerplaatsen is Stagemarkt.nl een belangrijk wapen voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Het is een onafhankelijke en gratis dienstverlening met een dagelijkse update van nieuwe plaatsen en bedrijven.
op de website zelf en in de communicatie, zodat ook via dit kanaal kan worden bijgedragen aan het werven van nieuwe leerplaatsen. Campagne Stagemarkt.nl De zoekfunctionaliteit van Stagemarkt.nl wordt geoptimaliseerd voor een betere matching tussen vragers en aanbieders van stageplaatsen en leerbanen. Het is belangrijk dat de doelgroepen leerlingen, stagebegeleiders, ouders en werkgevers de website en de vernieuwde functionaliteit ook kennen en er gebruik van gaan maken. In juni 2009 is een campagne gestart om de website meer bekendheid te geven bij de gebruikers. De campagne richt zich met name op de toename van de bekendheid en het gebruik van Stagemarkt.nl onder jongeren en docenten. Door deze actie wordt de beschikbare stagecapaciteit in het mbo optimaal benut.
Stagemarkt.nl is een website in ontwikkeling. Een actuele en gebruiksvriendelijke matchingsite vraagt om continue doorontwikkeling en toevoeging van nieuwe functionaliteiten. De doorontwikkeling van Stagemarkt.nl vindt plaats op de volgende onderdelen: Bedrijfsprofielen Om een kwalitatief goede matching tussen deelnemer en leerbedrijf mogelijk te maken zijn goede bedrijfsprofielen noodzakelijk. De kenniscentra vullen de bestaande bedrijfsprofielen aan met relevante gegevens om de matching verder te verbeteren.
4.5 Steunpuntfunctie bedrijfsleven in de regio Zoals uit de sectorale plannen duidelijk wordt, neemt de taak van de kenniscentra als belangenbehartiger van bedrijven in de regio en de organisator van het overleg tussen onderwijs en arbeidsmarkt een belangrijke plaats in. Juist in deze tijd is het belangrijk om een goede verbinding te smeden tussen onderwijs en bedrijfsleven. Beide partijen zijn van elkaar afhankelijk voor een goed werkende arbeidsmarkt.
White label Diverse onderwijsinstellingen hebben behoefte aan het beschikbaar stellen van de functionaliteiten en gegevens van Stagemarkt.nl via de website van de eigen onderwijsinstelling. Deze behoefte is aanleiding geweest om het white-label concept van Stagemarkt.nl uit te werken. De Stagemarkt-schermen worden binnen de website van de onderwijsinstelling beschikbaar, zodat elke onderwijsinstelling de functionaliteit kan toepassen in de eigen schoolomgeving. Tevens kan elke onderwijsinstelling de gegevens standaard laten filteren op regio en opleiding. Het voordeel hiervan is dat Stagemarkt.nl op maat beschikbaar komt voor een regionaal gebruik en binnen de ICT gebruikersomgeving van de school en daarmee in een voor de leerling vertrouwde omgeving.
Het Ministerie van OCW, de MBO-Raad, Colo, MKBNederland en VNO-NCW hebben onlangs in het kader van het bpv-protocol afgesproken de afstemming tussen de partijen op regionaal niveau te versterken. De kenniscentra zien het zo goed mogelijk organiseren van het regionale overleg tussen onderwijs en arbeidsmarkt en de ondersteuning van het (georganiseerde) bedrijfsleven op regionaal niveau, als een belangrijke taak. Colo inventariseert op welke wijze de kenniscentra de bedrijven in de regio ondersteunen in de positionering richting gemeenten en onderwijsinstellingen bij de bestrijding van jeugdwerkloosheid en het uitvoeren van het bpv-protocol. Vervolgens wordt gestimuleerd dat kenniscentra deze rol in de regio versterken en verder uitbouwen. Voorbeelden van een succesvolle aanpak worden verspreid en uitgerold naar andere sectoren en regio’s
Vmbo Op Stagemarkt.nl worden ook leerbedrijven vermeld die erkend zijn voor een vmbo leerwerktraject. Voor deze leerwerktrajecten komt via de bedrijfsprofielen dezelfde informatie beschikbaar als voor de op mbo niveau erkende leerbedrijven. In navolging op de afspraken met de partijen in het vmbo over meer afstemming, wordt de komende periode onderzocht hoe Stagemarkt.nl kan worden benut voor andere stages in het vmbo.
4.6 Campagne werkgevers Een belangrijke doelstelling in het Stage- en Leerbanenoffensief is het behoud van bestaande stageplaatsen en leerbanen en de werving van voldoende nieuwe plaatsen. Werkgevers worden vooral gericht benaderd: daar waar er zich tekorten voordoen voeren de kenniscentra gericht actie op sectoraal en regionaal niveau, in
Meldpunt vacatures Stagemarkt.nl biedt ook de mogelijkheid voor werkgevers om beschikbare stage- en leerplaatsen te melden. Deze functionaliteit zal duidelijker naar voren worden gebracht 16
samenwerking met de bedrijfstakken en hun organisaties. In het kader van het Stage- en Leerbanenoffensief worden de werkgevers ook op een nieuwe manier benaderd: via een landelijke en brede massamediale werkgeverscampagne.
baan’ en ‘gediplomeerd zonder baan’ maakt Colo afspraken met UWV WERKbedrijf over telling van aantallen en indeling naar sector. De 30 gemeenten krijgen naast de Barometer met de nulmeting op verzoek ook een abonnement op een voortgangsrapportage. Daarnaast biedt Colo op verzoek een overzicht van de beschikbare leerplaatsen per sector in de betreffende regio.
De communicatiecampagne heeft onder meer de volgende doelstellingen: ■■ Het handhaven of uitbreiden van het aantal stages en leerbanen bij reeds erkende leerbedrijven; ■■ Werving stages en leerbanen bij bedrijven die nog niet erkend zijn als leerbedrijf ; ■■ Functiebekendheid en vindbaarheid van de kenniscentra stimuleren zodat arbeidsbemiddelaars, P&O en opleiders weten dat kenniscentra hét adres zijn voor stageplekken en leerbanen en de erkenning van leerbedrijven; ■■ Ondersteunen van sectorale en regionale acties van kenniscentra en sectoren om stages te werven; ■■ De naamsbekendheid van Stagemarkt.nl als de bron voor het vinden van een erkende stageplaats of leerbaan.
Stages, leerbanen en traineebanen Binnen het kader van dit plan van aanpak spitst de samenwerking met het UWV WERKbedrijf zich toe op de plaatsing in bedrijven van voortijdig schoolverlaters en van de jongeren die drie maanden na hun diplomering op mbo-niveau nog geen werk hebben gevonden. De jongeren melden zich bij het Werkplein waar wordt vastgesteld welke kwalificatie de jongere heeft behaald. Het kenniscentrum dat de kwalificatie van de jongere beheert biedt inzicht een eventueel scholingstraject dat aan de jongere kan worden aangeboden en heeft eventueel informatie over beschikbare leerplaatsen en bedrijven met een behoefte aan nieuwe instroom.
Daarnaast zullen als onderdeel van de campagne in het kader van de Dag van de Stagiair in de 6-daagse van het Beroepsonderwijs van 9 tot en met 15 oktober 2009 alle leerbedrijven door de kenniscentra per brief worden benaderd met de vraag om stageplaatsen en/of leerbanen te (blijven) leveren.
Kansrijke sectoren Voor de matching van vraag en aanbod melden de kenniscentra actief leerplaatsen en vacatures bij bedrijven voor jongeren uit de doelgroep aan het WERKbedrijf. Wanneer de gediplomeerde jongere zonder baan geen aanbod krijgt dat overeenkomt met de kwalificatie waarvoor hij is gediplomeerd, dan kan (indien beschikbaar) een plaats worden aangeboden voor een kwalificatie die verwant is aan de kwalificatie waarvoor hij is gediplomeerd. De adviseur van het betrokken kenniscentrum adviseert over de mate van verwantschap en de noodzakelijke scholing om op de leerwerkplek inzetbaar te zijn.
Samenwerking met UWV WERKbedrijf 4.7 De samenwerking van de kenniscentra en het UWV WERKbedrijf is op 11 mei 2009 opnieuw vastgelegd in een convenant. Daarin zijn 7 thema’s genoemd waarop nadere samenwerking wordt ontwikkeld. Voor elk thema is een werkplan met een te bereiken resultaat geformuleerd. De uitwerking van de thema’s met betrekking tot jeugdwerkloosheid vindt momenteel plaats. De samenwerking tussen de kenniscentra en het UWV WERKbedrijf wordt op het terrein van de onderstaande thema’s op uitvoeringsniveau uitgewerkt.
Gecoördineerde werkgeversbenadering De sociale partners hebben de adviseurs van de kenniscentra naar voren geschoven om sectoraal en regionaal de werkgeversbenadering te coördineren. De sectorale afspraken tussen de sociale partners worden gemaakt voor de aangesloten lidbedrijven die ook afdracht doen aan de sectorfondsen. Bedrijven die leerplaatsen en traineebanen beschikbaar stellen moeten verzekerd zijn van beschikbare sectorale ondersteuning daarbij. Wanneer er een tekort is aan leer- of traineeplaatsen dan organiseren de sectororganisaties onder hun leden wervingsacties.
Stage- en arbeidsmarktinformatie Thema 2 van het convenant beschrijft de samenwerking op het gebied van het verzamelen, produceren en verspreiden van arbeidsmarktinformatie. De kenniscentra hebben aan de wethouders van de 30 gemeenten het aanbod gedaan om naast de landelijke Colo Barometer van de stageplaatsen en leerbanen op verzoek een regionale Barometer uit te brengen met een analyse van de regionale arbeidsmarktsituatie van jongeren en een nul-meting van de in het convenant genoemde doelgroepen. Voor de monitoring van de doelgroepen (opnieuw) in opleiding per sector beschikt Colo zelf over de gegevens. Voor de monitoring van de doelgroepen ‘ongediplomeerd zonder
Om de lijnen naar de bedrijven helder te houden, kunnen de adviseurs van de kenniscentra de contacten met de regionale werkgevers onderhouden in het kader van de brede benadering rond personeelsvoorziening, onderzoeken welke relatie met nieuwe medewerkers het bedrijf het beste past en vervolgens het contact doorgeleiden naar het UWV WERKbedrijf voor de matching van de 17
kandidaat uit de specifieke doelgroep met de plaats die het bedrijf beschikbaar stelt.
De regionaal coördinator van de samenwerkende kenniscentra ontvangt vervolgens deze gegevens van de adviseurs van de kenniscentra en wordt op de hoogte gesteld van de acties die kenniscentra en het ROC nemen om knelpunten weg te nemen, zodat deze informatie op nationaal niveau kan worden gedeeld. Op deze wijze kunnen ook per kenniscentrum relevante gegevens per ROC landelijk worden verzameld en gerapporteerd aan de brancheorganisaties. Waar nodig worden met de sociale partners aanvullende maatregelen besproken en eventueel in CAO afspraken vastgelegd.
Deze samenwerking tussen kenniscentra en de vestigingen van het UWV WERKbedrijf is geen scheiding van processen maar bundeling van expertise en functionele contacten om een hoog rendement te waarborgen. De instrumenten en netwerken van de kenniscentra zijn daarom ook onverkort beschikbaar voor de uitvoering van alle doelstellingen binnen het actieplan jeugdwerkloosheid. Sectorafspraken Voor de monitoring van de doelstellingen die sectoren in hun sectorale convenanten hebben vastgelegd rapporteren de kenniscentra vanuit hun regionale waarneming naar het landelijk sectorale niveau. Zij bewaken ook de toepassing van de CAO afspraken en de beschikbaarheid van voorzieningen en O&O-fonds middelen voor het bedrijf.
4.9 Dienstverlening Colo en de kenniscentra dragen met sectorale en collectieve activiteiten en in de ondersteuning van de partijen in de regio bij bij het uitvoeren van het actieplan Jeugdwerkloosheid. Waarover kunnen deze partijen nu concreet afspraken maken met de kenniscentra in de regionale convenanten?
Implementatie Het UWV WERKbedrijf en Colo hebben een gezamenlijk traject van deskundigheidsbevordering om de medewerkers op de werkpleinen en de adviseurs van de kenniscentra te scholen en te ondersteunen in de afgesproken werkwijze. Ook de werkwijze van de kenniscentra ter ondersteuning van het convenant met MKB Nederland Overeenkomst Mobiliteitservice Midden en Kleinbedrijf komt daarbij ruim aan de orde. Integratie van het instrumentarium van de kenniscentra voor de leerplaatsenen arbeidsmarkt (Stagemarkt.nl, Kansopstage.nl/ Kansopwerk.nl, kwalificatiestructuur, EVCstandaarden) binnen het UWV WERKbedrijf wordt versneld voor zover dat de uitvoering van het actieplan ondersteunt.
De G30 gemeenten ■■ Op verzoek een degelijke analyse van de regionale arbeidsmarkt- en leerplaatsenmarkt situatie van de jongeren in opleiding en de gediplomeerden zonder werk; ■■ Een verbinding met alle bedrijfstakken in de regio; ■■ Ondersteuning bij het maken van het regionale plan van aanpak; ■■ Monitoring van de planresultaten; ■■ Een duurzaam arbeidsmarktnetwerk. UWV WERKbedrijf ■■ Een netwerk naar alle bedrijfstakken in de regio; ■■ Een gecoördineerde werkgeversbenadering; ■■ Kennis van sectorale scholingsvoorzieningen; ■■ Kennis van de sectorale regelingen en hun toepassing; ■■ Kennis van de kwalificatiestructuur en het gebruik daarvan bij kwalificering en arbeidsmobiliteit; ■■ Een instrument voor matching van werkzoekenden en meester-gezelplaatsen; ■■ Een regionaal netwerk van leerbedrijven en opleidingsplaatsen; ■■ EVC en EVP faciliteiten.
4.8 Samenwerking met de ROC’s Uiteraard vindt er nauwe afstemming plaats tussen de kenniscentra en het ROC in de regio waar het gaat om het oplossen van knelpunten op de stage- en leerbanenmarkt en de werving van leerbedrijven. Om de beschikbaarheid van leerplaatsen voor alle opleidingen regionaal te monitoren zijn er afspraken tussen de kenniscentra en de ROC’s nodig op regionaal niveau. De kenniscentra hebben de intentie om met alle ROC’s werkafspraken te maken over de uitwisseling van informatie over de beschikbaarheid van leerplaatsen en monitoring. De gegevens over tekorten en overschotten kunnen per afdeling / kenniscentrum worden verzameld door de adviseurs van de kenniscentra in samenwerking met de afdelingsmanagers van de het ROC.
Bedrijven ■■ Een enkelvoudig contact over leerplaatsen en meestergezelplaatsen; ■■ Ondersteuning bij de regionale vacaturevervulling; ■■ Ondersteuning bij de opleidingstaak; ■■ Informatie over de bedrijfstak- en overheidsregelingen ter ondersteuning van leer- en traineeplaatsen.
18
Onderwijsinstellingen ■■ Een instrument voor matching van leerlingen en leerplaatsen; ■■ Afstemming van beschikbare leerplaatsen op de behoefte door gerichte werkgeversbenadering; ■■ Ondersteuning bij plaatsing van leerlingen en bedrijfscontacten; ■■ Instrumenten voor loopbaanoriëntatie en plaatsen voor oriënterende stages.
19
5 Prestaties
Foto: Martin Hogeboom
Het Actieplan Jeugdwerkloosheid vraagt om concrete resultaten. De kenniscentra en Colo zetten zich door middel van de hiervoor beschreven activiteiten collectief en sectoraal in voor het leveren van de volgende concrete prestaties:
190.000 gevulde bedrijfsprofielen in Stagemarkt.nl Het bedrijfsprofiel in Stagemarkt.nl bevat voor de jongeren relevante kenmerken van het leerbedrijf. Het is een effectief instrument om de match tussen jongere en werkgever te verbeteren. De kenniscentra zorgen ervoor dat eind 2009 100% van de bedrijven een profiel heeft ingevuld. Dit komt neer op 190.000 ingevulde bedrijfsprofielen. Vervolgens worden de profielen elk jaar geactualiseerd.
Behoud van 55.000 reguliere leerbanen Door extra inzet behouden de kenniscentra tot en met eind 2011 55.000 reguliere leerbanen die anders verloren waren gegaan.
Versnelde erkenningsprocedure: 90% binnen 14 dagen Bedrijven moeten vooral worden gestimuleerd om leerbedrijf te worden. Daarom dient het erkenningsproces zo snel en soepel mogelijk te verlopen. De kenniscentra spannen zich in om het proces van erkenning te versnellen. Een bedrijf dat verzoekt om erkenning bij een kenniscentrum heeft binnen twee weken uitsluitsel. Na de aanvraag om leerbedrijf te worden neemt een adviseur van het kenniscentrum contact op, geeft uitleg aan het bedrijf en handelt het erkenningsverzoek af. Binnen twee weken weet het bedrijf of de erkenning wordt verleend. Met die melding kan het bedrijf aan de slag. In de jaren 2009, 2010 en 2011 zal 90% van de erkenningen binnen 14 dagen hebben plaatsgevonden.
Werving van 50.000 stageplaatsen/ leerbanen voor extra instroom in onderwijs (o.a. het School Ex-programma) Voor diegenen die door de crisis besluiten langer op school te blijven, worden voor het einde van 2011, 50.000 extra stageplaatsen en leerbanen geworven. Hieronder vallen ook de 10.000 vanuit het School Ex-Programma. 25.000 stageplaatsen en/of banen met daarnaast een opleiding Voor jongeren die drie maanden na het betreden van de arbeidsmarkt geen werk hebben gevonden en die in aanmerking komen voor een traineebaan of meester-gezel plek of onder de WIJ vallen, worden tot en met eind 2011 een extra 25.000 stageplaatsen en/of banen met daarnaast een opleiding geworven. Indien hierover afspraken gemaakt zijn met de sectoren, leveren de kenniscentra een bijdrage in de werving.
4x per jaar een verfijnde Colo Barometer Tot en met 2011 geeft Colo 4 keer per jaar een beeld van de stand van zaken op de stage- en leerbanenmarkt door de Colo Barometer te publiceren. 20
Regionale Barometers Op verzoek van de G30 gemeenten worden regionale Colo Barometers ontwikkeld ten behoeve van de analyse van de regionale arbeidsmarkt tegen 50% van de werkelijke kosten.
gebracht. Deze prestaties dragen bij aan het behalen van de collectieve doelstellingen zoals hierboven benoemd. De Barometer van december in 2009 en 2010 zullen als ijkpunt fungeren voor het verder aanscherpen van het plan van aanpak voor het volgende jaar. De verantwoording van de prestaties richting de stakeholders zal gemeenschappelijk via Colo plaatsvinden.
30 bovensectorale contactpersonen voor de G30 en mobiliteitscentra Om de samenwerking met de G30 gemeenten en UWV WERKbedrijf zo soepel mogelijk te maken, stellen de kenniscentra op verzoek 30 bovensectorale contactpersonen aan die ieder aanspreekpunt zijn voor één van de 30 regio’s. Zo is er gegarandeerd altijd iemand vanuit de kenniscentra bereikbaar en beschikbaar, zodat er snel kan worden geschakeld.
5.2 Nulmeting Colo Barometer juni 2009 Meten is weten. Dit geldt ook voor de gezamenlijke initiatieven van de kenniscentra in het kader van de bestrijding jeugdwerkloosheid. De kwartaaloverzichten van de stageplaatsen en leerbanenmarkt uit de Colo Barometer worden in het Actieplan Jeugdwerkloosheid aangeduid als goed vertrekpunt voor het meten van resultaten. De Colo Barometer van juni 2009 wordt dan ook gebruikt als nulmeting. De Colo Barometer van juni 2009 meldt dat drie groepen het slachtoffer dreigen te worden van de verslechterende economie. Het betreft:
De relatie tussen de doelstellingen uit het Stage- en Leerbanenoffensief en de collectieve acties van de kenniscentra kan als volgt worden weergegeven: Prestatie
Verfijnde Gecoörstage- en dineerde arbeidsmarkt- werkgeversinformatie benadering
Colo Barometer Regionaal bovensectoraal netwerk
X X
X
Meldpunt stagetekorten Stagemarkt.nl Steunpuntfunctie bedrijfsleven in de regio
X
Campagne werkgevers
Behoud, benutting en werving stageplaatsen en leerbanen
1. Jongeren die een bbl-leerroute volgen of willen gaan volgen. Ongeveer een kwart van de 120.000 doorlerende bbl-leerlingen heeft of krijgt problemen om de leerbaan te behouden. Een kwart van de 75.000 nieuwe instromers zal naar verwachting problemen krijgen een leerbaan te vinden. Het gaat dus in totaal om een tekort van 55.000 (30.000 en 25.000) leerwerkplekken voor de reguliere deelnemers aan het mbo. 2. Jongeren die door de verslechterende economie langer op school blijven en niet de arbeidsmarkt opgaan. De MBO Raad heeft de omvang van deze groep becijferd op 40.000 deelnemers. Daarnaast is er een groep die in het Advies ”Tegen de stroom in” getypeerd wordt als een groep die eigenlijk al van plan was de school (al of niet voortijdig) te verlaten. Deze groep die valt onder het zogeheten School Ex programma wordt door Hans de Boer geschat op ongeveer 10.000 deelnemers. In totaal omvat deze groep 50.000 deelnemers voor wie een stageplek gevonden moet worden. Daarnaast zijn er zittende bol-deelnemers die stages volgen. Er wordt vanuit gegaan dat de reeds ingezette acties voldoende zijn om deze stageplaatsen te behouden. 3. Tot slot is er een groep van schoolverlaters die toch de arbeidsmarkt gaan betreden, omdat langer verblijf op school geen optie is maar die geen baan zullen vinden. Voor jongeren die drie maanden na het betreden van de arbeidsmarkt geen werk hebben gevonden en die in aanmerking komen voor een traineebaan of meestergezel plek, worden tot en met eind 2011 een extra 25.000 stageplaatsen en/of banen met daarnaast een opleiding geworven.
X
X
X
X
X
X
X
X
5.1 Monitoring en verantwoording van collectieve prestaties Doordat de situatie in het stage- en leerbanen- en arbeidsmarktonderzoek nauwkeurig in kaart is gebracht kunnen de resultaten van de acties goed worden gevolgd. Zowel per doelgroep als per bedrijfstak kunnen de resultaten op regionaal en op landelijk niveau zichtbaar worden gemaakt. Voor de bedrijfstakken die landelijke afspraken hebben gemaakt voor de traineebanen kunnen de kenniscentra en de Werkpleinen de aantallen registreren. Voor het bepalen van het volume aan leerplaatsen kunnen de resultaten door de kenniscentra en de ROC’s per opleiding, per bedrijfstak en per ROC worden vastgesteld. Deze leerplaatsen worden hiernaast verder uitgesplitst naar leerweg en niveau. De kenniscentra zullen daarover landelijk rapporteren aan de eigen bedrijfstakken en collectief elke drie maanden in de Colo Barometer. Het Colo bureau zal de monitoring van de collectieve prestaties coördineren. Op basis van de nulmeting uit de Colo Barometer van juni 2009 zullen de behaalde collectieve prestaties van de kenniscentra in beeld worden
In totaal betreft het 130.000 stageplaatsen en leerbanen. 21
Bijlage 1: Begroting plan van aanpak Jeugdwerkloosheid Het plan van aanpak Jeugdwerkloosheid beschrijft op welke wijze de kenniscentra (collectief) bijdragen aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Het kabinet heeft de kenniscentra hiervoor 23 miljoen euro over 2009, 2010 en 2011beschikbaar gesteld. In de onderstaande begroting wordt nader ingegaan op de wijze waarop het budget wordt ingezet om de beschreven resultaten te bereiken. Voor de jaren 2010 en 2011 betreft het
een indicatie. Een nadere begroting voor deze jaren zal worden opgenomen in de plannen van aanpak voor de jaren 2010 en 2011.
Projectmiddelen voor de kenniscentra De middelen worden ingezet voor de gecoördineerde werkgeversbenadering, de werving en het behoud van stageplaatsen en leerbanen, regionale arbeidsmarkt- en stage-informatie, actieve samenwerking met UWV WERKbedrijf en gemeenten en het vervullen van de steunpuntfunctie voor het bedrijfsleven in de regio.
Projectmiddelen gemeenschappelijke activiteiten Naast de sectorale activiteiten bundelen de kenniscentra op een aantal terreinen de krachten om te (blijven) bouwen aan een duurzame infrastructuur waarmee in samenwerking met de partijen in de regio de arbeidsmarktproblematiek goed kan
Begroting plan van aanpak Jeugdwerkloosheid
worden aangepakt. Gezamenlijk ontwikkelen de kenniscentra daarom een aantal instrumenten en activiteiten, die gebruikt kunnen worden in het tegengaan van de jeugdwerkloosheid: ■■ de Colo Barometer; ■■ de 6 regionale arbeidsmarktcoördinatoren; ■■ de 30 contactpersonen voor de convenantgemeenten; ■■ het meldpunt Stagetekorten; ■■ Stagemarkt.nl; ■■ de steunpuntfunctie voor het bedrijfsleven in de regio en de campagne gericht op werkgevers; ■■ de regionale Barometer en monitor.
Begroting plan van aanpak Jeugdwerkloosheid In het onderstaande overzicht is op basis van bovengenoemde elementen een begroting voor het plan van aanpak Jeugdwerkloosheid opgesteld.
2009
2010
Projectmiddelen plan van aanpak Jeugdwerkloosheid, waarvan: 7,0 13,0 Projectmiddelen kenniscentra Projectmiddelen kenniscentra 4,0 10,0 subtotaal 4,0 10,0 Projectmiddelen gemeenschappelijke activiteiten Stagemarkt.nl (matching, white-label, campagne jongeren 2009) 0,8 - Stagemarkt.nl (vmbo, vacatures, UWV, campagne jongeren 2010) 0,3 0,8 Regioteam 1,0 1,1 Campagne werkgevers (werving, naamsbekendheid kenniscentra) 0,3 0,3 Verfijning Colo Barometers 0,1 0,1 Ondersteuning regionale samenwerking BPV (inventarisatie en planvorming) 0,1 0,1 Project plan van aanpak Jeugdwerkloosheid (waaronder plan met UWV) 0,2 0,2 subtotaal 2,8 2,6 0,2 0,4 Nader te bepalen activiteiten subtotaal 3,0 3,0 Totaal budget plan van aanpak Jeugdwerkloosheid 7,0 13,0
22
2011 3,0 0,8 1,1 0,3 0,1 0,1 0,2 2,6 0,4 3,0 3,0
Bijlage 2: Regionale Arbeidsmarktcoördinatoren
Regio Noord Bert Vliegers Telefoon: [06] 542 663 17 Email:
[email protected]
Regio Noordwest en Flevoland Naam: Hans Geurtsen Telefoon: [06] 512 373 04 Email:
[email protected]
Regio Oost Marion Liebregts Telefoon: [06] 290 342 62 Email:
[email protected]
Regio Middenwest Naam: Jan Fleer Telefoon: [06] 218 476 92 Email:
[email protected]
Regio Zuidoost Mérie Michels Telefoon: [06] 531 472 56 Email:
[email protected]
Regio Zuidwest Naam: Gertjan Philippart Telefoon: [06] 533 105 13 Email:
[email protected]
In het najaar van 2009 zal een lijst met contactpersonen per convenantgemeente worden gepubliceerd.
23
Colo is de vereniging van zeventien samenwerkende
Uitgave
kenniscentra. Voor meer dan 40 branches verbinden
© Colo, Zoetermeer, juli 2009
zij bedrijfsleven, arbeidsmarkt en beroepsonderwijs. Kenniscentra werken landelijk én regionaal als
Redactie en vormgeving
strategische partners voor ministeries, gemeenten,
Colo, Zoetermeer
sociale partners en beroepsonderwijs. Fotografie
Voedsel en leefomgeving www.aequor.nl
Gezondheidszorg, welzijn en sport www.calibris.nl Economie, administratie, ICT en veiligheid
Hollandse Hoogte
www.ecabo.nl
T [079] 329 40 00 F [079] 351 54 78
Drukwerk
Bouw en infra
www.colo.nl
Bestenzet, Zoetermeer
Colo Postbus 7259, 2701 AG Zoetermeer
www.fundeon.nl
Grafimedia www.goc.nl
Mobiliteit www.innovam.nl
Handel www.kchandel.nl
Technisch vakmanschap www.kenteq.nl Horeca, bakkerij, reizen en recreatie, facilitaire dienstverlening www.kenwerk.nl Uiterlijke verzorging www.koc.nl Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica www.pmlf.nl Afbouw en onderhoud, presentatie en communicatie www.savantis.nl Hout en meubel www.shm.nl
Uniek vakmanschap www.svgb.nl
Foodsector www.svo.nl
Carrosserie www.vocar.nl
Transport en logistiek www.vtl.nl
Foto omslag: Hollandse Hoogte