De Eerste Wereldoorlog en In de Ban van de Ring Cécile van Zon
Voorgedragen op mijn Herberg van 16 november 2014.
A
an het einde van de zomer in 1914 verklaarde Engeland Duitsland de oorlog. Tolkien was toen bezig met zijn studie in Oxford, en wilde liever geen dienst nemen zodat hij zijn opleiding kon afronden. Na de zomervakantie ging hij terug naar de Universiteit. Zijn familie was het hier niet mee eens. Zijn broer Hillary had al dienst genomen in het leger als trompetter. Dit was geen gemakkelijke situatie voor Tolkien. Er bleek echter in Oxford een mogelijkheid te zijn voor studenten om tijdens de studie te worden opgeleid voor militaire dienst, en dienst nemen hoefde pas na het behalen van de graad. Tolkien schreef zich voor deze opleiding in. Tolkiens vriend C.B. Smith verbleef toen ook in Oxford. Hij wachtte op een aanstelling als officier bij de Lancashire Fuseliers. Tolkien nam zich voor om na zijn studie te proberen een plaats te krijgen in hetzelfde regiment. In de parken van Oxford moest Tolkien met het Officers Training Corps veel exerceren. De oefeningen in de buitenlucht bevoelen hem goed. Ondertussen was hij bezig met het werk van William Morris en met de Kalevala, en schreef hij zijn eigen versie van een verhaal uit dit werk, de vertelling van Kullervo. In september was Midden-aarde ontstaan in een gedicht over Eärendil. Rond de kerst van 1914 was er in Londen een bijeenkomst van Tolkiens vriendengroep, de TCBS: Christopher Wiseman, R.Q. Gilson en G.B. Smith hadden zich met Tolkien verzameld in het huis van de Wisemans, waar ze rookten en praatten en een stiekeme hoop hadden om samen op literair gebied iets bijzonders te bereiken. Tolkien kwam toen tot de conclusie dat hij een dichter wilde worden. Die korte bijeenkomst is een belangrijk moment geweest voor Tol-
24
kien, en hij ontleende er later veel inspiratie aan. Na die tijd begon hij meer gedichten te schrijven. In juni 1915 heeft Tolkien zijn studie afgerond. Hij moest dienst nemen als tweede Luitenant bij de Lancashire Fuseliers. In de stad Bedford kreeg hij zijn resterende militaire training en in de weekends ging hij op zijn motor naar Warwick, naar Edith, zijn verloofde. Hij bestudeerde het IJslands en leerde morse en andere seinen. Uiteindelijk werd hij bataljons-verbindingsofficier. Later in 1916 zou Tolkien worden verscheept naar Frankrijk, naar het front. Eerst wilde hij nog trouwen met Edith want de kans dat hij niet uit de oorlog terug zou komen was niet gering. Bovendien was hij al 24 jaar oud, en zij 27. In Frankrijk werd er medio 1916 een groot offensief verwacht nadat de oorlog zich een tijdlang in een impasse had bevonden. In juni 1916 kwam Tolkien in Calais aan. Na een verblijf in Etaples van drie weken nam hij de trein naar het front, naar de Somme. Zijn vriend Rob Gilson was daar ook. Helaas kwam Gilson al snel om bij de opmars naar de Duitse linies. De slachting was enorm in deze veldslag omdat de Engelse legerleiding ten onrechte dacht dat de Duitsers al waren teruggeslagen en de Engelse soldaten zonder veel oorlogservaring te snel liet optrekken. Ook Tolkien werd ingezet, en kwam terecht in een hel van loopgraven. Het communicatiesysteem werkte niet, zodat zijn taak als verbindingsofficier vrijwel onmogelijk uit te voeren was. Het ergste waren de dode soldaten die in iedere hoek lagen, afschuwelijk uiteengerukt door de granaten. Zij die nog gezichten hadden staarden met holle ogen. Voor de loopgraven lag het niemandsland bezaaid met opgezwollen en in ontbinding verkerende lichamen. Tot ver in de omtrek was alles vernietigd. Gras en graan waren in een zee van modder verdwenen. Bomen, ontdaan
Hij was het soort held dat ook werd voortgebracht door de Eerste Wereldoorlog: geen held die grote, heftige daden verrichtte, maar een eenvoudige man die een taak en een last op zich nam ten behoeve van het algemeen belang, net als al die soldaten die zich vrijwillig aanmeldden om in de oorlog te gaan vechten. In de strijd vindt hij onverwacht de moed en het uithoudingsvermogen om door te zetten, vooral dankzij de kameraadschap die hij van zijn vrienden ondervindt. “Kapitein Frodo en zijn compagnie” zo noemen de Hobbits hun groepje. Het begin van hun reis lijkt ook op die van de soldaten in de oorlog aan het begin van hun uitzending: ze zingen marsliederen en maken over alles grappen terwijl ze eigenlijk erg opzien tegen de oorlog die komen gaat.
Tolkien in WW I
van takken en bladeren, stonden nog overeind als misvormde stammen. Tolkien vergat wat hij de “dierlijke verschrikking” van de loopgraven noemde nooit meer. De oorlog ging door, en in november ging Tolkien terug naar Engeland met loopgravenkoorts die niet wilde wijken. Met Tolkien ging het in december beter, maar zijn vriend G.B. Smith was minder gelukkig en hij overleed in die maand aan de gevolgen van een granaatinslag. Een maand later begon Tolkien met zijn Book of Lost Tales. We weten waar dat allemaal toe heeft geleid. Een belangrijk punt in het werk van Tolkien is dat zijn oorlogservaringen zijn werk blijvend hebben beïnvloed. Er is veel geschreven over de band tussen de oorlogservaringen van Tolkien en de Silmarillion, en daarom wil ik vandaag wat aandacht besteden aan de echo’s van de Eerste Wereldoorlog (of beter gezegd: Tolkiens ervaringen in de Eerste Wereldoorlog) die je in In de Ban van de Ring kunt terugvinden. Ik kan geen uitputtende opsomming geven van alle verdekte oorlogservaringen die in Tolkiens grote werk terug te vinden zijn, maar ik ga er een aantal bespreken: Om te beginnen is Frodo een voorbeeld van de landjonker zoals die in Engeland kort voor het begin van de Eerste Wereldoorlog nog bestond. Upperclass, maar op een eenvoudige manier, een “Edwardian gentleman”.
Het karakter van de hobbit Sam, en zijn functie als Frodo’s helper en huisknecht, kan rechtstreeks worden teruggebracht tot de persoonlijke bediende die de officieren in de Eerste Wereldoorlog kregen toegewezen, de “oppasser”, de “Batman”. Deze oppasser moest voor zijn officier koken, schoonmaken en het uniform uitwassen. Deze helpers waren militairen van lage rang uit lagere klassen, de Engelse working classes, niet hoog opgeleid en vaak afkomstig van het platteland. Het waren meestal beroepsmilitairen of mensen die al eerder in dienst waren geweest en ze waren ook vaak wat ouder dan de officieren die juist jong waren, uit de middle classes kwamen en universitair waren opgeleid en vaak maar weinig militaire ervaring hadden. Er bestond een sociale kloof tussen deze twee groepen. Deze “batmen” werden echter op geen enkele manier door Tolkien als minderwaardig gezien: hij beschreef ze als dapper en als opgewekt, zelfs onder de moeilijkste omstandigheden. Vaak kregen de officier en zijn batman een sterke band. Het was niet ongebruikelijk dat als de officier op het slagveld de dood vond, zijn oppasser samen met hem was gesneuveld. Tolkien werd erg geraakt door deze vriendschappen en de band tussen Frodo en Sam is op de verhouding van officier en oppasser gebaseerd. De Balingsen hadden een hogere sociale positie in de Gouw dan de familie Gewissies en Sam noemt Frodo door het hele verhaal “meester” en “meneer Frodo”. “Mijn Sam Gewissies is inderdaad een afspiegeling van de Engelse soldaat, zoals ik die heb leren kennen in de oorlog van 1914, en ik beschouwde hen als ver superieur boven mijzelf”, zei Tolkien. Sam draagt Frodo’s rugzak en die van hemzelf op
25
Dode Moerassen
hun reis, hij kookt en maakt schoon voor hen beiden en hij beschermt Frodo zonder ophouden. In het begin speelt het verschil in sociale klasse nog een belangrijke rol, maar langzaam verdwijnt dit. De hiërarchie draait om: Sam neem het heft in handen vanaf Cirith Ungol. Frodo is afhankelijk van Sam geworden, en is niet meer in staat om zelf beslissingen te nemen. Deze situatie kwam ook in de Eerste Wereldoorlog voor, vooral vanwege het verschil in ervaring maar ook omdat de soldaten uiteindelijk ver af kwamen te staan van maatschappelijke verschillen en alleen maar bezig waren met vechten en overleven. Aan het einde van het verhaal is er grote vriendschap en waardering ontstaan tussen Frodo en Sam omdat ze elkaar hebben geholpen de verschrikkingen van de Oorlog om de Ring te overleven. Frodo lijdt tijdens zijn reis erg onder het gewicht van de Ring, en wordt zich steeds meer bewust van het oog van Sauron dat voortdurend naar hem op zoek is. Frodo kan zich daar niet meer aan onttrekken. Ook de Zwarte Ruiters die op hun vliegende beesten de lucht doorkruisen vormen een bedreiging. Voortdurend moeten de hobbits dekking zoeken en zich verstoppen. In de oorlog werden zoeklichten gebruikt, en vliegtuigen. De soldaten konden niet overleven als ze zich niet voortdurend onzichtbaar maakten voor de vijand. Vroeger, in de Middeleeuwen, werd er nog open en bloot gevochten op een slagveld waar partijen met zwaarden en vaandels de strijd aanbonden. De oorlog van 1914-1918 was heel anders: de vijand was onzichtbaar maar een soort verschrikkelijk monster en kon vanuitiedere richting plotseling aanvallen. Het moeilijkste probleem van de oorlog was voor de soldaten niet gelegen in de grootte van het vijandelijke leger, maar in de angst en de wanhoop die de nieuwe manier van oorlogvoering met zich mee bracht. In 1914 dook er een mythe op, misschien wel bedacht om de het moreel hoog te houden: men vertelde dat er bij de stad Bergen in België tijdens de Britse
26
terugtocht engelen hadden gezorgd dat de Duitsers de Engelse soldaten niet konden verslaan. Met zijn Tovenaar-Koning van Angmar heeft Tolkien een soort anti-engel van Bergen bedacht. Deze “grote zwarte ruiter, deze donkere schaduw onder de maan” brengt paniek onder de troepen van Gondor. Tolkiens kinderen vertelden later dat herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog de grondslag vormden voor de Zwarte Ruiters. Mist en rook onttrekken cavalerieruiters aan het gezicht, maar hun paarden niet. Door hun gasmaskers vervormt de spraak van de cavaleristen tot sissende en snuivende geluiden. Net als de Ringgeesten die niet zichtbaar waren onder hun zwarte mantels en sissend praten en de lucht opsnuiven. De kreten van de Ringgeesten die bij mensen grote angst oproepen lijken op het geluid van artilleriebommen die door de lucht vliegen voordat ze op de grond tot ontploffing komen. Ook het psychologische effect van deze Nazgûlkreten lijkt op het effect dat de artilleriegeluiden hadden op soldaten: het veroorzaakte de zgn. shell-shock ofwel het posttraumatisch stresssyndroom. Tolkien zei over de kreten van de Nazgûl: zelfs de allerdappersten zochten dekking op de grond als de Nazgûl overvlogen, of ze bleven staan maar lieten dan hun wapens vallen en waren niet meer in staat iets te doen door de zwartheid die hun geest vulde en die hen alleen nog maar gruwelen of de dood deed denken”. Ook was er de onzichtbare “Zwarte adem” die de mensen alles liet vergeten en hen waanzinnig en angstig maakte. Net als in Shelobs hol, waar de duisternis zó dik was door alles wat Shelob uitstootte dat het niet alleen de ogen verblindde maar ook de geest zodat de herinnering aan kleuren en licht verdween. De atmosfeer van de Dode Moerassen waar Frodo en Sam doorheen trokken, leek “zwart en zwaar om te ademen.” “Een grijze damp van angst” hing over de paden der doden en een mist verraste Frodo en zijn gezelschap in de Grafheuvels “alsof een val zich om hen sloot”. Er zijn redenen om aan te nemen dat Tol-
kien bij het schrijven van deze passages beïnvloed is geweest door zijn ervaringen met gifgas, dat werd gebruikt op het slagveld. De al genoemde Dode Moerassen zijn direct geïnspireerd door de kapotgeschoten velden tussen de loopgraven die bezaaid waren met lichamen. Frodo en Sam zien de dode strijders onder water in de moerassen, de soldaten zagen lijken door het vuile glas van hun gasmaskers “alsof het onder water was”. Boven de verdronken lichamen flikkeren vreemde lichten, soms als oplichtende damp, sommige als mistige vlammen die langzaam flikkeren boven onzichtbare kaarsen”. Gollum omschrijft het als kaarsjes die door de doden worden aangestoken. Dat doet denken aan de kaarsjes die als herinnering in een kerk worden opgestoken, maar ook aan de lichten die volgens folkloreverhalen op kerkhoven te zien waren en afkomstig waren van lijken. Tolkien was oorspronkelijk van plan om in zijn verhaal op dit thema verder in te gaan: in de moerassen zouden de hobbits nog iets veel verontrustenders zien in het maanlicht, alsof ze daar een beetje waanzinnig van waren geworden: “De maan kwam achter de wolken tevoorschijn. Ze keken naar het moeras. Maar ze zagen geen gezichten uit het verleden. Ze zagen hun eigen gezichten… Sam, Gollum en Frodo die omhoog staarden met dode ogen, rottend in het water.” Later, nadat Frodo door Shelob was aangevallen en vergiftigd en een groenachtige gelaatskleur kreeg, zou Sam die dode gezichten dan weer voor zich zien. Tolkien heeft er uiteindelijk voor gekozen om deze passages niet in het uiteindelijke verhaal op te nemen. Het was echter een aanblik die voor de soldaten op het slagveld aan de Somme niet ongewoon was. Ze werden er zelfs door gefascineerd, zoals ook Gollem als hij zegt dat hij heeft geprobeerd de figuren onder water aan te raken. Iets dat ook Frodo misschien heeft geprobeerd, toen hij door Sam in de moerassen werd gevonden, half in trance, met handen die dropen van slijm. Eigenlijk begint Frodo hier zelf een Gollumachtige trek te vertonen. De Ring berooft de bezitter van zijn menselijkheid. De oorlog deed dat ook, de menselijke trekkenverdwenen en er kwamen dierlijke eigenschappen voor in de plaats. Overigens is er nog een interessant verband te noemen tussen Gollem en de Eerste Wereldoorlog. Vaak wordt aangenomen dat het idee voor Gollem afkomstig is van de Britse en Germaanse watertrollen, zoals
shell-shock
Grendel. Tussen de soldaten in de loopgraven werd er echter een mythe verteld die een mogelijke (andere) ontstaansbron zou kunnen zijn voor Gollem. De soldaten waarschuwden elkaar voor plaatsen in de loopgraven waar je beter niet kon komen, vanwege de “wilde mannen” die daar onder de grond leefden als ondoden tussen de lijken, en die ’s nachts naar buiten kwamen om te plunderen en te doden. Een andere mythe vertelt dat het deserteurs waren, outcasts die gek waren geworden, in holen leefden, en de doden van hun bezittingen beroofden. Tolkiens omschrijving van Gollems uiterlijk is overigens erg gedetailleerd, wat ongebruikelijk is in zijn werk. Gollems hoofd is te groot voor zijn magere nek, hij heeft een tong die uit zijn mond hangt en hij maakt vreemde keelachtige geluiden en babbelt ongecontroleerd. Zijn klamme vingers maken knappende geluiden en hij lijkt steeds terug te schrikken van geluiden uit zijn omgeving. Al deze eigenschappen worden ook gezien bij slachtoffers van een oorlogstrauma. De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waar tanks op grote schaal werden gebruikt, evenals vlammenwerpers en machinegeweren. De soldaten werden aan het extreme geweld en de herrie blootgesteld. Ook dit kwam terug in Tolkiens werk: in In de Ban van de Ring worden de olifantachtige Mûmakil beschreven als “grijze voortschrijdende heuvels, die
27
alles dat zich in hun pad bevindt neermaaien, en de paarden van de Rohirrim rennen in angst voor hen weg” Er is weinig verbeeldingskracht voor nodig om de tanks voor te stellen die alles in hun pad wegmaaiden. De veranderingen in het karakter van Frodo zijn ook een belangrijk verband van het verhaal met de Eerste Wereldoorlog. Frodo kwam aan het einde van de Oorlog om de Ring niet gezond terug. De oorzaken waren de beet van Shelob, de messteek van de Nazgûl-koning, maar ook de Ring, die voor hem een te zware last was geweest. Hij zei: “Er bestaat geen echte terugkeer. Ook al ga ik terug naar de Gouw, het zal niet hetzelfde zijn, want ik ben niet meer hetzelfde. Ik ben gewond door mes, steek en tand, en een zware last.” Ook deze blijvende ziekte of depressiviteit was een verschijnsel dat afkomstig was uit de Eerste Wereldoorlog; het werd toen shell-shock genoemd. In die tijd ging men er van uit dat het vooral werd veroorzaakt door de enorme herrie van de vallende bommen; vandaar “shell-shock”, maar het was een complexere ziekte. Momenteel is de ziekte bekend als PTSS, oftewel post-traumatisch stress syndroom. De Eerste Wereldoorlog was het eerste conflict waarin soldaten er in zo grote mate aan leden, of misschien werd het toen pas op zo’n grote schaal herkend. Tegen het einde van de oorlog waren er ongeveer 80.000 Britse soldaten die met shell-shock waren geconfronteerd. Symptomen waren ernstige hallucinaties en nachtmerries waarin de traumatische gebeurtenissen steeds weer opnieuw werden beleefd. De slachtoffers leden aan angsten en ernstige depressies, hun emoties waren afgevlakt en zelfs hun persoonlijkheid was vaak niet meer wat die vroeger was. Het was deze ziekte waar Frodo aan leed. Voor de
28
kwaal was geen genezing, niet in de Eerste Wereld oorlog en niet in Midden-aarde. Al voordat hij in Mordor aankomt en de Ring moet vernietigen, heeft Frodo verschijnselen die op de ziekte duiden: plotselinge blindheid op sommige momenten (een gebruikelijk symptoom bij shell-shock) en — als hij dichter bij de Doemberg komt — krijgt hij last van een verlies van reuk en geur, uitputting, en aanvallen van angst. Hij lijkt zich zijn vroegere, betere leven niet meer te herinneren; in plaats daarvan is er een intens visioen gekomen van de Ring: “Ik ben naakt in het donker, Sam en er is niets meer tussen mij en het wiel van vuur. Ik begin het zelfs te zien als ik mijn ogen open heb, en al het andere vervaagt”. Na het vernietigen van de Ring verwachtte Frodo te zullen sterven, maar als dat niet gebeurt groeit er een onrust in hem. Frodo is veel kwijtgeraakt, niet alleen zijn vinger, maar ook de Ring. Hij heeft er moeite mee dat de Ring er niet meer is want op de plaats waar die was is nu een leegte. Frodo voelt zich niet meer compleet. Als hij terug is in de Gouw wordt er langzaam maar zeker een andere verandering in zijn persoonlijkheid zichtbaar. De Gouw wordt bezet door slechteriken en de terugkerende Hobbits nemen de wapens op, maar Frodo niet. Hij wil niet meedoen aan de gevechten en staat er op dat er geen Hobbits worden verwond of gedood. Soldaten met shell-shock werden na de oorlog vaak pacifisten. Ze verloren hun belangstelling voor de bezigheden waar ze vroeger plezier in hadden gehad en trokken zich terug uit de samenleving. Ze isoleerden zich van alle indrukken die hen aan de traumatische gebeurtenissen konden herinneren. Dus terwijl Sam, Merijn en Pepijn een succesvol leven in de Gouw opbouwen, leidt Frodo een teruggetrokken en zelfs geïsoleerd bestaan. Ondanks dat hij
de grootste held is krijgt hij de minste eer. Hij wordt geplaagd door angstdromen en akelige herinneringen. De Hobbits in de Gouw negeren zijn situatie: zij begrijpen niet wat er met hem is gebeurd en wat er met hem aan de hand is. Ook dit kwam veel voor bij de soldaten die ziek uit de oorlog terugkeerden. Frodo bleef zich ook altijd schuldig voelen over zijn falen bij het vernietigen van de Ring; ook dit overkwam veel officieren uit de Eerste Wereldoorlog die alle ellende en verliezen van manschappen niet hadden kunnen voorkomen. Dit schuldgevoel was niet rationeel, zelf hadden ze de ellende en het falen nooit kunnen tegen houden. Desondanks werden ze er door geplaagd. Tolkien schreef later over In de Ban van de Ring: “Persoonlijk ben ik van mening dat geen van beide wereldoorlogen enige invloed hadden op zowel het plot van het boek als op het verloop van het verhaal”. Toch doet hij in zijn voorwoord een duidelijke verwijzing naar zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog en de dood van zijn vrienden Gilson en Smith. Het was of hij zeggen wilde: dat was mijn oorlog, en daar moeten jullie kijken voor een verband. Zijn bezwaar lag vooral bij mensen die in concrete gebeurtenissen in de oorlog een verwijzing naar gebeurtenissen in zijn verhaal wilden zien. Een voorbeeld zou zijn om een verband te zien tussen de vier Hobbits en de vier T.C.B.S.-leden. Tolkiens ervaringen met de Eerste Wereldoorlog in het algemeen hebben echter wel degelijk een rol gespeeld in de totstandkoming van het boek. Een heel duidelijk verband, waarvan veel sporen zijn terug te vinden.
Bronnen John Garth: Tolkien and the Great War: The Threshold of Middle Earth. Harper Collins Publishers, London, 2003 J.R.R. Tolkien, The Lord of the Rings, Allen & Unwin, London, 1954-55 http://www.theimaginativeconservative. org/2014/11/quickened-full-life-war-tolkiens-redemption-trenches.html http://archiveofourown.org/works/ 172347/chapters/251616 http://neverfeltbetter.wordpress.com/2011/01/07/ the-lord-of-the-rings-chapter-by-chapter-index/ http://greenbooks.theonering.net/ guest/files/040102_02.html http://www.bbc.co.uk/guides/zgr9kqt
29