EI10 18-23
07-10-2003
10:22
Pagina 18
Er schijnt licht aan het einde van de tunnel Tijdens de beurs Elektrotechniek 2003 werd de ‘Tunnel of Light’ prominent naar voren gebracht. In deze verbindingssluis tussen hal 12 en 7 werden hot-items en noviteiten op lichtgebied gepresenteerd. Een deel van de exposanten is in dit artikel gevraagd om hun mening over trends en ontwikkelingen voor noodverlichting, openbare verlichting en verlichting in kantoor en winkel.
Elektrotechniek 2003 Auteur: Leon van den berg Fotografie: Ed Buying, industrie
D
e ‘Tunnel of Light’ is een prima idee waarbij fabrikanten gezamenlijk rond de tafel zijn gaan zitten om de state of the art in verlichtingsland te presenteren. Coördinator Hans Kleinhout van 4db vertelt er met een aanstekelijk enthousiasme over. ‘Het is natuurlijk best bijzonder dat fabrikanten die elkaar in het dagelijks leven sterk be18 oktober 2003 intech E&ICT
concurreren toch willen samenwerken om van dit evenement een succes te maken. Belangrijk is dat we hebben geprobeerd om de verlichting op een andere manier te presenteren dan gebruikelijk. Bezoekers moeten niet alleen zien hoe bijvoorbeeld een armatuur eruit ziet, maar kunnen hier ook zien hoe het is opgehangen. Normaal is dat bijvoorbeeld weggewerkt achter een systeemplafond. Ze kunnen ook bijzondere toepassingen zien die minder voor de hand liggen. Zo hebben we hier een set oersterke armaturen liggen die aan een spel gekoppeld zijn. Door over de armaturen te lopen speel je het spel en merk je te-
gelijkertijd hoe sterk de gebruikte materialen zijn. Je kunt als bezoeker overal in en op en een aantal zaken zijn zelf te bedienen.’ De tunnel is inhoudelijk inderdaad uitdagend, maar de uitvoering ervan liet helaas te wensen over. Een deel van de tentoongestelde spullen was al na een dag defect. Nu was dat de scholierendag en ook in de stands regende het klachten over deze doelgroep. Het dagje uit voor de scholen lijkt voor sommigen meer een gelegenheid om te slopen, te vechten dan een educatieve bezigheid. Het is de vraag of we deze doelgroep nog wel op de huidige manier op de beurs zouden moeten toelaten. De tunnel zelf was ook om een andere reden niet optimaal. De verduistering was onvoldoende om alles goed tot zijn recht te laten komen. Af en toe werden er zelfs deuren geopend om een vrachtwagen door te laten! De tunnel was breed en recht. Daardoor ontbraken mogelijkheden om een verrassende route af te leggen. Dat kan best een vaste route zijn, zoals in een loop-spookhuis op de kermis het geval is. Volgens Kleinhout waren de kosten van de ‘Tunnel of light’ lager dan van een normale stand, maar misschien hadden iets meer kosten
EI10 18-23
07-10-2003
10:22
Pagina 19
de effectiviteit sterk verbeterd. Misschien iets voor de volgende editie van de beurs, want het idee op zich was uitstekend.
Noodverlichting ‘Noodverlichting kost geld en draagt niets bij aan de output van een bedrijf.’ Met dit citaat openen Tom Buyens van Cooper Menvier en zijn collega’s vaak seminars waarop dit onderwerp wordt aangesneden. Vervolgens geeft hij ook aan dat die verlichting wel een verplichting is. ‘We weten dat in heel veel bedrijven de noodverlichting niet in orde is. We verwachten ook dat de controle daarop de komende jaren strenger zal worden. In het uiterste geval betekent afkeuring directe sluiting van het pand. Veel ondernemers beseffen dat en niet voor niets is de markt voor noodverlichting aan het stijgen. Dat is de eerste ontwikkeling op dit vakgebied. Wel wil men er zo min mogelijk geld aan uitgeven en er al even weinig last van hebben. Daarop spelen wij in met onze Skopos. Dit is een ultraplat en breedstralend armatuur. Beide belangrijke ontwikkelingen. Door de omvang is de armatuur nergens een storende factor. Door de manier van stralen hoeven er per ruimte minder armaturen geplaatst te worden. Dat is een belangrijke ontwikkeling. Juist omdat bedrijven niet graag veel geld aan noodverlichting willen uitgeven, kan een besparing op het aantal armaturen van doorslaggevend belang zijn of een installateur wel of niet de opdracht binnenhaalt. Bovendien is dan ook nog eens zijn marge op een armatuur interessant. Snelle montagetijd is een andere trend. Die kun je met Skopos bereiken. Het hele armatuur is zonder gereedschap simpel te openen. Je kunt de armatuur vervolgens op een centraaldoos of lichtrail monteren. Dan pas is een schroevendraaier nodig. Hierdoor kan de installateur veel
De Dynamic Escape Routing DER: vluchtroute altijd de goede kant op.
Vluchtwegmarkeringsysteem Yfestos: zichtbaar in het donker.
sneller werken. Tenslotte is er nog een belangrijke zaak bij noodverlichting, namelijk of er sprake is van een centraal of decentraal systeem. Bij een decentraal systeem is een aparte kabel nodig om de staat van de armatuur te controleren en om testen uit te voeren. Dat is een betrouwbare, maar kostbare methode want kabels leggen is arbeidsintensief. Wij zien dan ook meer in een centraal systeem, waarbij het systeem verbonden kan zijn met een GBS.’
marktsegment plaatsvindt. Ook met andere materialen dan licht. In een editie van Intech K&S 7/8 van 2002 brachten we vluchtwegmarkeringsysteem Yfestos van Beele Engineering bv in Aalten onder de aandacht. Ook zij waren vertegenwoordigd op de beurs.
Van Lien Noodverlichting presenteerde op de beurs de Dynamic Escape Routing DER. Dit is een intelligent vluchtroutesysteem gekoppeld aan de brandmelding. Als mensen de pijlen in de vloer volgen worden ze altijd van de brandhaard vandaan gevoerd. Deuren die niet gebruikt mogen worden, krijgen automatisch een rood kruis erboven. Vergissen is dus zo goed als uitgesloten. Meer nadenken over vluchtroutes en de plek waar aanwijzingen daarvoor moeten komen is een trend die meer in dit
De skopos: ultraplat en snelle montage.
Een vorm van verlichting die wel met noodsituaties heeft te maken, maar eigenlijk geen noodverlichting is, is de explosieveilige verlichting. Sandra Wassink van de afdeling marketing van Electromach/Stahl geeft de ontwikkeling aan. ‘Het gaat vooral om een verdere aanscherping van de eisen. Bij explosieveilig wordt in eerste instantie gedacht aan gas als ontstekingsbron. Dat is maar een deel van het verhaal, want er zijn ook stofexplosies. Die krijgen de laatste tijd steeds meer aandacht. Voor stofexplosies moet er sprake zijn van een gevarendriehoek waarin de juiste concentraties gas met zuurstof en een ontstekingsbron worden gecombineerd. Die stof kan van alles zijn wat in een industriële omgeving te vinden is. Het stof hoeft in principe niet eens te worden verplaatst om een risico te vormen. Verbranding vindt meestal eerst langzaam plaats, maar door toestromen van lucht gaat dat vervolgens explosief waarbij een grote druk ontstaat. Wij leveren zowel schijnwerpers als hanglampen die tegen de intrede van stof beschermd zijn. Er is een steeds grotere vraag naar dit soort armaturen. Aan de andere kant zie je dat er meer aandacht is voor de kosten van verlichting. Daaraan kan de branche ook bijdragen. In sommige omstandigheden worden armaturen toegepast die een te hoge klasse hebben. Voor wat intech E&ICT oktober 2003 19
EI10 18-23
07-10-2003
10:22
Pagina 20
dat er weinig verkeer is. Dat levert een behoorlijke besparing op voor de wegbeheerder. Het toenemende gebruik van led’s speelt ook op deze milieutrend in. Soms is het bijvoorbeeld alleen maar nodig om de loop van een weg duidelijk te maken en dan is een grootschalige verlichting niet nodig en zelfs storend, denk bijvoorbeeld aan landwegen of wegen die een natuurgebied doorkruisen.
De 4Y-lamp met vierjaarlijkse vervangfrequentie. betreft explosies wordt gesproken van een zonering. Voor gas is dat zone 1 en 2, voor stof zone 22, 21 en 20. Daaraan is een beschermingsgraad gekoppeld. Het is nu zo dat er vaak schijnwerpers en andere lampen worden toegepast die geschikt zijn voor zone 1 en 2 terwijl men slechts aan zone 2 hoeft te voldoen.’
Openbare verlichting De armaturenmarkt voor openbare verlichting is volgens C. Lucassen van TPV Lighting Architecture bv een nogal behoudende markt. ‘Wij zijn fabrikant in opdracht van anderen en merken niet dat je kunt spreken van echte trends. Het hangt ook een beetje af van de lijn. In het klassieke segment lantaarn zou ik niet weten wat je bij de vorm nog kunt innoveren. Die lijn is al eeuwen stabiel. Technisch gebeurt er natuurlijk wel het een en ander. Je zult nu geen gaslantaarns meer vinden, maar wel diverse typen lampen. Er is vooral veel aandacht voor lichtefficiëntie. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor het moderne segment. Ook daarin zie je nauwelijks revolutionaire veranderingen aan de buitenzijde. Wij doen bijvoorbeeld veel in parkverlichting en je ziet dat we daarvoor al jaren dezelfde armaturen maken. Je kunt hooguit zeggen dat de aandacht voor blank metaal op dit moment iets lijkt toe te nemen. Het is ook wel begrijpelijk dat er niet zoveel met de armaturen gebeurt. In de meeste gevallen is het een aanvulling op het landschap en mag een armatuur niet alle aandacht opeisen’ Met openbare verlichting is veel aan de hand als je kijkt naar de toepas20 oktober 2003 intech E&ICT
sing in verkeerssituaties. Teus Koteris en Ronald Moeskops: ‘De trend van de afgelopen jaren was energieefficiëntie. Dat is niet veranderd en het zal ook de komende tijd belangrijk blijven. Daarbij komt nu de goede kleurweergave. Met het traditionele oranje/gele licht zijn wegbeheerders, gemeenten en hulpdiensten niet meer tevreden. Niet zo gek want deze soort verlichting bestaat al sinds het begin van de jaren vijftig. Het is onmogelijk om er goede kleuren mee te zien. Daarom worden de lagedruk natriumlampen(SOX) en hogedruk kwiklampen (HQL) steeds meer vervangen door compactlampen en halogeen metaaldamplampen HCI-TT. Dat is overigens ook een wens van veel gemeentelijke wegbeheerders, want het witte licht dat hier uitkomt past veel beter bij andere zaken in de gebouwde omgeving zoals winkels. We verwachten dat dit effect voorlopig nog aanhoudt en dat er dus veel arbeid moet worden verricht om armaturen daarvoor geschikt te maken. Een tweede trend is de aandacht voor lichtvervuiling. Armaturen moeten daar schijnen waar ze nodig zijn. Op een snelweg betekent dit op de weg en een meter in de berm. Meer niet dus! Bij de moderne Natrium hogedruk lampen is dit te realiseren omdat ze een brandpunt hebben. Dit in tegenstelling tot de oudere lampen. Door bovendien gebruik te maken van een spiegel wordt de verstrooiing van licht nog verder beperkt. Hiermee samen hangt de lichtintensiteit. Je ziet steeds vaker dat het licht nu wordt gedimd op tijden
Een laatste trend is uitgesteld onderhoud. Door betere -weliswaar iets duurdere- lampen is de frequentie van het wisselen van lampen naar beneden te brengen. We schuiven nu met het gebruik van 4Y lampen op van drie naar vier jaar. Dat is zeer interessant voor een wegbeheerder. Reken maar uit wat het betekent als je minder vaak de weg hoeft af te sluiten voor onderhoud. Bovendien hebben deze lampen nog een aantal andere voordelen. In bestaande installaties hebben ze een hoger lichtniveau met lagere energiekosten. Bij nieuwe installaties zijn daardoor minder lichtmasten nodig.”
Kantoorverlichting In de kantoorverlichting wint het belang van Arbo steeds meer terrein. Jan van Lieshout, Salesmanager van Tao Light Systems, speelt daar handig op in. ‘Licht heeft een grote invloed op hoe mensen functioneren. Hoe kouder het licht, hoe hoger de prestaties bijvoorbeeld zijn. Dat is al langer bekend, maar in het verleden konden we daar niet zoveel mee. Lichtregeling kon eigenlijk alleen per ruimte en niet per werkplek. Met de toegenomen technische mogelijkheden is het nu mogelijk om de werkplek individueel uit te lichten en dat zelfs te doen als meer mensen van een werkplek gebruik maken. Wij noemen het I-Light/office daylight
I-Light/office daylight control.
EI10 18-23
07-10-2003
10:22
Pagina 21
Inspelen op huisstijl met Etap. control. Het systeem werkt eenvoudig. Er wordt een stukje software op de werkplek-pc geladen. Daarmee kan de medewerker het licht naar eigen smaak invullen tussen 2700 en 6000 K, simpel door met de muis twee faders te bedienen. De instellingen kunnen worden bewaard. Waarom nu twee faders. Dat heeft te maken met de armatuur die wordt aangestuurd. Daarin zitten twee fluoriscentie-buizen met verschillende kleurtemperaturen. Wat de gebruiker in feite doet is het regelen van de kleurbalans. Hoe het precies werkt ziet de gebruiker niet. De opdracht gaat naar de server en die zendt de informatie naar een stuurunit (de SHT1200T). Die kan zes armaturen besturen. Op zich zijn wij met dit systeem niet de eerste, maar we zijn wel de enige die armatuur-onafhankelijk zijn. Zolang een armatuur maar twee dimbare buizen bevat met aparte voorschakeling. Het systeem werkt het beste als de buizen boven elkaar gemonteerd worden. Deze armaturen zijn nog niet beschikbaar, maar er zijn diverse fabrikanten die hierop willen inspelen. Voor bedrijven is individuele lichtregeling interessant. De initiële investering mag dan wat hoger zijn maar de output per medewerker gaat wel omhoog. Als iemand zich in de omgeving prettig voelt, dan presteert hij of zij ook beter. Het juiste licht is daarvoor een absolute voorwaarde.’ Etap is één van de leveranciers die voor I-Light/office daylight control geschikte armaturen fabriceren. Welke trend zien zij nog meer? Eddy Buitenhuis en Christine Laureyns komen met diverse voorbeelden. ‘We zien dat er een groeiende aandacht is voor design in de kantooromgeving. Dat heeft ook invloed op de verlichting. Licht heeft natuurlijk vooral een functie in mensen een mogelijkheid te geven om te werken, maar je ziet steeds vaker dat ook het vormaspect een rol speelt. We leveren steeds meer armaturen die een echte verlichtingsfunctie hebben maar daarnaast ook aansluiten bij de architectuur. Neem bij-
voorbeeld onze vierkante downlights. In het verlengde daarvan ligt het aansluiten bij de huisstijl van de organisatie. Je ziet dan ook armaturen verschijnen in de huisstijlkleur of met kleuraccenten in de reflectoren. Daarnaast komt er in gebouwen steeds vaker verlichting die feitelijk geen verlichtingsdoel heeft, maar een sierdoel. Veel kantoorgebouwen lijken erg op elkaar en door bijzondere verlichtingsarmaturen en licht toe te passen kan een architect zijn kantoor toch onderscheidend maken. Je ziet daarnaast ook een ontwikkeling in de standaardarmaturen voor fluorescentieverlichting. De laatste jaren is de 16 mm buis bezig de oude 25 mm buis te verdringen. Daardoor worden de armaturen ranker en dat past dan weer beter in een plafondconcept.’ Etap wijst ook even op de NEN-EN 12664-1 norm die inmiddels de 1890-norm heeft vervangen. ‘De werkplek komt nu echt centraal te staan en het egaal uitlichten van een kantoorruimte zoals we dat tot voorheen deden, is niet meer gewenst. De norm specificeert de basiseisen van werkplekken en hun directe omgeving. Daardoor ontstaat er een onderscheid in taak- en basisverlichting. Bovendien worden er aanwijzingen gegeven voor luminantiebeheersing voor beeldschermen. Daarnaast wordt ook het gebruik van daglicht aangemoedigd en dat betekent dimbare verlichting. Centraal in de nieuwe norm staat ook het onderhoud en het lichtplan. Als een lamp ouder wordt neemt de lichtintensiteit af en dat effect wordt nog versterkt door vervuiling. Om gedurende een bepaalde onderhoudsinterval de lichtkwaliteit te behouden, wordt er uitgegaan van een behoudfactor. Concreet betekent dit soms dat men met meer lichtvermogen begint dan absoluut noodzakelijk om tegen het onderhouds/vervangingspunt niet onder de norm te schieten. ‘ Niet alleen verlichting zelf, maar ook het onderhoud is belangrijk. Daarbij speelt een nauwkeurige bepaling van
EI10 18-23
07-10-2003
10:22
Pagina 22
de situatie een rol. Nico Koreman van Koreman Lichtonderhoud geeft het belang ervan aan. ‘Dezelfde lampen in gelijke armaturen kunnen door andere omgevingsfactoren een totaal andere levensduur hebben. Bedrijven gaan steeds meer letten op hun verlichting en de kosten daarvan. Dat komt niet alleen door veranderingen in de Arbo-wet waardoor betere en dus meestal duurdere verlichting moet worden gebruikt. Ook de economische ontwikkelingen spelen er een rol in. Bovendien staan hierdoor de TD’s van bedrijven onder druk. Daar spelen wij op in door een onderhoudscontract aan te bieden. Als basis daarvoor is een analyse van de situatie ter plaatse nodig. Dat doen we met een door ons ontwikkeld softwarepakket. Daarmee kunnen we tegen vaste kosten een volledig beheer voeren om het lichtplan op een goede manier intact te houden. Dat is interessant voor onze opdrachtgever, omdat hij nu niet voor verrassingen komt te staan. Daarvoor gebruiken we vaak duurdere lampen, maar doordat deze langer meegaan wordt de vervangingsfrequentie lager. Dat is ook een trend. Men wil minder vaak vervangen omdat dit afleiding geeft op de werkvloer.
VEILIG EENVOUDIG FLEXIBEL BEWEZEN
Rehau brengt luxe halogeenverlichting op 230V.
Winkel- en woonverlichting ‘Winkels krijgen steeds hogere plafonds’, aldus Ciska Uilenbroek, marketingmanager van Fagerhult. ‘Dat zorgt ervoor dat er hogere eisen worden gesteld aan de verlichting. Er is dus meer licht nodig en dat heeft een beperking. Er moeten wel meer lumen komen uit de armaturen en daarvoor zijn technische ontwikkelingen nodig. Bij veel armaturen gaat een deel van de lichtopbrengst door
verstrooiing verloren. Wij hebben dat probleem goed kunnen aanpakken. Ook de kleurweergave wordt belangrijker. In een winkel moeten de producten eruit springen en dat betekent dat gewone halogeenspotjes nauwelijks meer voldoen. Je ziet dat bedrijven als Philips en Osram zich daarvan bewust zijn en lampen in de markt zetten die een steeds beter vermogen en betere kleurweergave hebben, terwijl de energieconsump-
EI10 18-23
07-10-2003
10:22
Pagina 23
tie nagenoeg gelijk blijft. Sfeer in een winkel is ook een hot item. Dat kan nu steeds gemakkelijker geregeld worden door computergestuurde verlichting. Je kunt de lichttemperatuur, of zelfs de gehele lichtkleur variëren. Bijvoorbeeld naar de tijd van de dag, maar ook naar de collectie die je op een bepaald moment toont. Deze trend zal zich wel verder ontwikkelen verwacht ik.’
bouwdiepte. We hebben nu armaturen die de 82 mm niet te boven komen. Daardoor zijn bijvoorbeeld ook hogere plafonds mogelijk. Daarnaast moet de lichtopbrengst geperst worden uit steeds kleinere armaturen. Dat betekent ook kleinere lampen. Onze Micro-Lynx is daar een bijzonder voorbeeld van, want die geeft veel meer licht af dan zijn 7 watt doet vermoeden.’
Rolinda Groenendal is projectadviseur winkelverlichting bij Sylvania Lighting International. Zij ziet eenzelfde ontwikkeling als haar collega van Fagerhult, maar ziet ook nog een trend in compactere armaturen: ‘Alles moet steeds kleiner en je ziet bovendien dat in een plafondplaat diverse oplossingen verenigd zijn. Zo is de achtergrondverlichting en de spotverlichting gecombineerd. De sfeer in winkels wordt niet alleen bepaald door de soort en de hoeveelheid licht, maar ook door de armaturen. Je ziet dat de rvs-kleurige armaturen steeds populairder worden, hoewel er ook weer sprake is van een toenemende belangstelling voor zwart. Hoe dan ook: flexibiliteit is meer dan ooit nodig omdat ook de collecties snel wisselen. Je ziet dat onder meer terug in een kleinere in-
Volgens Accountmanager Mico van Ee van Rehau nv zie je een verluxing van de verlichting in woonhuizen optreden. ‘Hoewel nog bescheiden zie je dat in het hogere marktsegment mensen kiezen voor verlichting met een hogere kwaliteit dan bijvoorbeeld de 12V halogeenlampjes van de bouwmarkt. Als je een mooi schilderij hebt hangen wil je ook dat de armatuur degelijkheid en kwaliteit uitstraalt. Wij hebben nu een 230V halogeensysteem ontwikkeld dat op deze trend inspeelt. Halogeen 230V bestaat wel al langer als inbouwsysteem, maar niet op een spanningsrail voor woontoepassing. De degelijkheid komt goed tot uiting in het gebruik van rvs materiaal. In een woonomgeving is de keuze voor 230V nog om een andere reden interessant. In een kantooromgeving kun
je trafo’s achter een systeemplafond wegbergen. Dat gaat in de woonkamer niet en je zult dan bij de lampen lelijke trafoblokken krijgen. Met een 230 systeem voorkom je dit en het is bovendien voor een installateur eens minder aansluitwerk wat een gunstig effect heeft op zijn marge. We hebben nu nog maar één probleem. Rehau is wel ontwikkelaar, maar geen fabrikant. Bovendien ligt het zwaartepunt van onze activiteiten op kunststoffen voor bijvoorbeeld de automobielindustrie. We zoeken dus nog een partner die dit systeem echt op de markt wil gaan zetten.’
Meer informatie: • www.4db.nl • www.coopermenvier.nl • www.vanlien.nl • www.yfestos.com • www.electromach.nl • www.tpv.nl • www.osram.nl • www.taogroep.com • www.etaplighting.com • www.nsvv.nl • www.koreman.nl • www.fagerhult.nl • www.Sylvania-lighting.com • www.rehau.com
Bewezen oplossingen – een moderne manier van werken Het Kabeldon IP-systeem van ABB Kabeldon is een eigentijdse manier om laagspanningsverdelers te bouwen. Alles wat eigentijds is, hoeft echter niet nieuw te zijn. Dit gaat zeker op voor het Kabeldon IP-systeem, dat al meer dan 20 jaar bestaat en gebruikt werd om meer dan 500 000 laagspanningsverdelers te maken. Zowel binnen als buiten. Zowel in de tropen als in het koude noorden. Net als de wereld om ons heen verandert, zo ontwikkelt zich het systeem. En dit zonder afbreuk te doen aan de basisregel van deze tijd: veiligheid door eenvoud. Het Kabeldon IP-systeem is verkrijgbaar bij Licensed Panel Builders in heel Nederland. Deze Panel Builders hebben bij ons producttrainingen gevolgd en kunnen u adviseren over de beste oplossing voor een eigentijdse laagspanningsverdeling. Neem contact met ons op voor het adres van een geautoriseerde Panel Builder bij u in de buurt. Telefoon: 010-258 08 88 Fax: 010-258 08 99 e-mail:
[email protected]