GUBBI ‘Het schijnt er mooi te zijn’
GUBBIO
Het Piazza Grande in Gubbio.
Over Gubbio in Umbrië worden de wonderlijkste verhalen verteld: 1. Franciscus van Assisi sloot er vriendschap met een wolf, 2. De inwoners zijn niet goed snik, 3. het is een culinair paradijs, 4. en Je kunt er uitstekend wandelen. Tja, dan wordt reiz& nieuwsgierig… Tekst: Hans Bouman | Fotografie: John van Helvert
franciscus & de wolf
er was eens...
...een gevaarlijke wolf, die het Italiaanse stadje Gubbio terroriseerde. Dit dier had het aanvankelijk vooral op vee voorzien, maar toen dat iets te gemakkelijk bleek, begon hij zijn werkterrein te verleggen, naar mensenvlees. Wie zich buiten de stad waagde, was prompt een potentiële
24 |
prooi. Met geen enkel wapen leken de Eugubini − zo noemen je de Gubbioten zichzelf − het tegen het roofdier op te kunnen nemen. Nadat de nodige slachtoffers waren gevallen, durfde niemand meer door de stadspoorten en was Gubbio in feite een belegerde stad. En dat allemaal door één wolf! Toen besloot een van de inwoners van
Gubbio, ene Franciscus, die oorspronkelijk uit Assisi afkomstig was, dat er moest worden ingegrepen. Hij liep de poort uit, op veilige afstand gevolgd door een klein groepje nieuwsgierige waaghalzen. Toen Franciscus bij het wolvenhol was aangekomen, sprong het beest met opengesperde muil naar buiten. Maar nadat Franciscus met zijn hand een kruisteken had gemaakt, kromp het dier ineen. ‘Broeder wolf’, sprak Franciscus, ‘Gij hebt dit land veel kwaad berokkend, door niet alleen dieren, maar ook mensen, geschapen naar het aangezicht van God, zonder diens toestemming te doden…’ Enfin, een lang verhaal kort: de wolf beloofde beterschap, werd een soort huisdier van Franciscus, woonde twee jaar binnen de stadspoorten, ging van deur tot deur om zijn spijt te betuigen en groeide uit tot veruit de populairste wolf van Gubbio en omstreken. Toen hij overleed was de stad ontroostbaar en tot de dag van vandaag moeten de Eugubini een traantje wegpinken wanneer je het woord lupo laat vallen.
Umbrisch landschap en... vijf Eugubini: zo gek als een deur?
MAJOLICA & de zwarte dood
Gubbio? Niet doen!’
Zelf pink ik af en toe een zweetdruppeltje weg, terwijl ik vanuit het Piazza G. Bruno heuvelopwaarts wandel. Het is een onverwacht warme najaarsdag. Links en rechts passeer ik winkeltjes die streekproducten verkopen. Majolica bijvoorbeeld: keramiek van gebrande klei, bont beschilderd. Verder natuurlijk beeldjes van Franciscus met zijn onafscheidelijke wolf. En hét beroemde seizoensproduct van dit moment: tartufo oftewel truffels. Gubbio is gebouwd tegen de steile hellingen van de 908 meter hoge Monte Ingino en heeft de reputatie het mooiste middeleeuwse stadje van gans Umbrië te zijn. Eerder op de dag wees een wat oudere Italiaanse signora ons op nog een heel andere reputatie die Gubbio zou hebben. ‘Willen jullie naar Gubbio? Niet doen!’ ‘Maar waarom niet?’ vroeg fotograaf John ‘Het schijnt er reuze mooi te zijn.’ ‘Kan wel wezen, maar de Eugubini zijn zo gek als een deur!’ ‘Och, dat zal toch wel meevallen?’ ‘Stuk voor stuk! En ik
‘de kaasjes worden op een koele pla ats te rijpen gezet, Op planken die met zout zijn bedekt. Enig idee wa arom?’ zal u ook vertellen waarom. Al in de Romeinse tijd bevond zich daar een krankzinnigengesticht waar alle gekken van het keizerrijk naartoe werden gestuurd. Een heleboel zijn er niet alleen blijven wonen maar ook nog met elkaar getrouwd. Nou, je kunt zelf wel verzinnen wat daar uit voort is gekomen. Wees dus verstandig: ga er niet heen.’ Nu we hier, heel eigenwijs, toch door de straatjes van het stadje lopen, verbeeld ik me inderdaad dat ik af en toe rare snuiters tegenkom. Verweerde koppen, grote neuzen, halfopen monden… Maar ach, de manier waarop ze naar ons kijken suggereert dat ze ons minstens net zulke rare snuiters vinden.
We slenteren verder door het stadje, passeren aanlokkelijke restaurantjes, en zien hier en daar huizen met een zogeheten porta della morte (deur des doods): een opening die zich een stuk boven straatniveau bevindt. Volgens sommige verklaringen werden door deze openingen in de middeleeuwen de pestslachtoffers naar buiten gevoerd, waarna de opening werd dichtgemetseld om te voorkomen dat de Zwarte Dood, zoals de pest werd genoemd, terug zou keren. Maar volgens mijn reisgids gaat het hier om in onbruik geraakte deuren die ooit via een trap toegang gaven tot bovenwoningen. De saaiste verklaring zal wel weer je juiste zijn…
| 25
GUBBIO
Met de klok mee: ‘Gino, je zwabbert helemaal!’ > In de winkel van Kim. > De dagverse truffels van Anna Maria.
Capocollo & Mazzafegati
Met pijnboompitten
Na via een web van straatjes het hoogste punt van Gubbio te hebben bereikt, wandelen we door de Via Dei Consoli weer naar beneden en passeren we de Piazza Grande, vanwaar je een schitterend uitzicht op het stadje en de omgeving hebt. Op Via dei Consoli 39 bevindt zich een
indrukwekkend uitziende winkel annex werkplaats, met een naam die ons nieuwsgierig maakt: ‘Terhorst Kim’. En dus lopen we naar binnen. ‘Hallo, ik ben Kim ter Horst’, zegt de eigenares, die natuurlijk meteen door heeft dat wij alleen maar Nederlanders kunnen zijn. Kim blijkt al haar hele leven in Italië te wonen, maar spreekt goed Nederlands, met een charmante
actief in gubbio en omgeving In Gubbio en omgeving is het prettig wandelen. Sterker, het mooie stadje is vanwege zijn smalle, middeleeuwse straatjes, verreweg het best te voet te verkennen. Onder de titel ‘Bij Gubbio’ staat de in dit artikel beschreven wandeling op de flanken van Monte Ingino uitvoerig beschreven in de ANWB-gids Umbrië Actief (ledenprijs € 13,95). De gids bevat in 30 wandel-, fiets- & autoroutes, onder meer in het voetspoor van Franciscus van Assisi. Nuttige wandel/fietskaart is de Kompass no 664 Gubbio Fabriano van Ratiopharm (€ 8,95).
26 |
Ochtendnevel in het dal bij Gubbio.
Italiaanse tongval. Ze is boekbindster en legt net de laatste hand aan een prachtig in leer gebonden aantekeningenboek. De koper, een Amerikaan, is apetrots op zijn aanwinst, en terecht. Onze Kim is duidelijk een vakvrouw. ‘Als er Nederlandse toeristen in Gubbio zijn, en ze zien de naam van mijn winkel – Terhorst Kim: zo hoort dat op zijn Italiaans – komen ze altijd even binnen. Gezellig. En zo hou ik mijn Nederlands een beetje bij.’ Kim begint te vertellen over het winkeltje van haar buren, Anna Maria Radicchi en Germano Picchi, die de heerlijkste streekproducten verkopen. ‘Germano gaat elke ochtend heel vroeg op truffeljacht. Bij hem koop je echt dagverse truffels.’ ‘Zouden wij overmorgen met hem mee mogen, als hij truffels gaat zoeken?’, probeert John. ‘Tuurlijk, gaan we meteen regelen’, lacht Kim. Onmiddellijk voert ze ons mee naar nummer 41. Germano is er niet, maar Anna Maria heet ons van harte welkom. Met Kim als tolk geeft ze ons een culinaire spoedcursus.
‘Laten we beginnen met de broden. Kijk, hier hebt u een klassieke bruschetta, bedekt met knoflook, zout en olie van Nostrale di Rigali-olijven. Deze crescia’ – ze wijst op een zacht wit plat brood – ‘hebben we met salie, ui of rozemarijn. Heb je oud brood, dan maak je daar panzanella van. Gewoon mengen met olie, tomaten, zeezout, of anders azijn en ui. Heerlijk.’ Anna Maria komt nu goed los. Ze vertelt over capocollo (gedroogde ham) en over sopreciato (lokale salami) en mazzafegati (worstjes met onder meer varkenslever, rozijnen, sinaasappelschil en pijnboompitten). En ook over de voortreffelijke producten van de plaatselijke kaasmaker Walter Facchini. ‘Hier vlakbij. Waarom gaan jullie niet bij Walter langs?’ Kim heeft ondertussen telefonisch contact met Germano, die vertelt dat hij helemaal niet van plan was om overmorgen truffels te gaan zoeken. Maar Kim grinnikt dat ze hem nog wel even om zal praten. Als we afscheid nemen, krijgen we een prachtig uitziend brood mee (welke was dit ook alweer?)
en belooft Kim opnieuw dat ze een truffelwandeling voor ons zal regelen. ‘Daar komt Germano niet onder uit.’
Walter & Sant’ubaldo
‘Weet u wat wrongel is?’
De volgende dag volgen we Anna Maria’s advies en brengen we een bezoek aan Caseificio Facchini Walter, het kaasfabriekje van Walter Facchini dat een stukje buiten de stad is gelegen. Walter spreekt vloeiend Italiaans, wij wat minder, dus het kan zijn dat we niet alle details van het proces goed hebben begrepen. ‘Ons topproduct, de pecorino, wordt gemaakt van schapenmelk. Die melk moet warm worden gehouden, tot de wrongel zich vormt… weet u wat wrongel is?’ ‘Tja, is dat niet eh…’ ‘Precies, mijn complimenten, dat is inderdaad het samengeklonterde eiwit uit de melk: de basis van de latere kaas. Vervolgens doen we de wrongel in houten bakken, en laten we de vloeibare wei weglopen. Dat doe je door een
gewicht op de wrongel te zetten.’ ‘Ja, euh...’ ‘Scherpzinnig opgemerkt! Als dat is gebeurd, worden de jonge kaasjes op een koele, donkere plaats te rijpen gezet. Op planken die met zout zijn bedekt. Enig idee waarom?’ ‘Om de pecorino zijn lekkere zoute smaak te geven?’ ‘Heel goed. Voortreffelijk! Nou ja, de echte reden is: om de zure vloeistoffen verder uit de kaas te laten trekken. In mijn allerlekkerste kaas, de truffelpecorino, verwerk ik stukjes, eh, tja... truffel.’ Na het onvermijdelijke en, echt waar, overheerlijke kaasproeven, wordt het de hoogste tijd voor een beetje beweging. We keren terug naar Gubbio en nemen daar de funivia (kabelbaan) die naar de op ruim 800 meter hoogte gelegen Sant’Ubaldobasiliek voert. Je moet daarvoor plaatsnemen in een soort vogelkooi. Staand in die kooi constateer ik opnieuw, en niet geheel tot mijn genoegen, dat de Monte Ingino inderdaad een knap steile heuvel is.
| 27
gubbio
Paddenstoelenzoeker toont trots zijn vangst. > De heuvels rond Gubbio: geen hond te zien, laat staan een wolf. > Germano en Lilla op truffeljacht.
Bij de Sant’Ubaldobasiliek begint een tamelijk ontspannen, gemarkeerde wandelroute van twee uur en een kwartier, die bijna geheel heuvelafwaarts gaat. Op zondagen schijnt het hier behoorlijk druk te kunnen zijn, met dagjesmensen, maar vandaag zijn we op een enkele mountainbiker na de enigen die de heuvelflank afdalen. In het warme strijklicht van de langzaam zakkende zon wandelen we door bosgebied, een kloof, langs ruige rotshellingen, een kapelletje en de iets buiten het stadje aangelegde begraafplaats. En dan is de kaas op voor vandaag.
germano & zwarte Lilla
Gekreun in het bos
Kim houdt woord. ’s Avonds belt ze ons op: Germano is door de knieën gegaan. Hij verwacht ons morgenochtend om zes uur bij de parkeerplaats van het Teatro Romano. We zijn er ruim op tijd. Het is nog stikdonker, maar Germano heeft ons onmiddellijk in de gaten. Hoewel hij volbloed Italiaan is, heeft hij
28 |
– een knipoog naar zijn naam? – een Duits camouflage-uniform aan. We stappen in zijn mottige Fiat Panda en hobbelen een minuut of veertig via provinciale en landwegen een bos in. Als we uitstappen blijkt er al die tijd in de achterbak een muisstil, klein zwart hondje te hebben gezeten. ‘Lilla!’ zegt Germano, en hij gebaart: zij gaat ons naar de kostbare zwammen leiden! Germano hangt een weitas om en pakt een speciaal schopje om de truffels mee uit te graven. Dan gaan we op pad. De route voert door een gebied waar het kennelijk recent heeft geregend, want na een kwartier zit de modder tot in onze oren. Germano zelf lijkt nog brandschoon. Hij houdt er een moordend tempo op na en heeft een voorkeur voor sterk glooiend terrein met dichte begroeiing. Als ze niet dicht zaten met modder, zou er nu stoom uit mijn oren komen. Deze Italiaan kent geen genade! Lilla trouwens ook niet. Telkens doet ze of ze iets gevonden heeft, maar wanneer wij dan steunend en hijgend op haar af komen rennen, blijkt het toch weer
vals alarm. ‘Waf!’ Net als we besluiten dat we het zat zijn en wel een zakje truffels gaan kopen in Gubbio, slaakt Lilla een blaf van triomf. Germano graaft op de plek die het dier kwispelstaartend heeft aangegeven en haalt triomfantelijk iets modderigs tevoorschijn. ‘Witte truffels! De duurste en lekkerste die er zijn! En veel!’ Opgelucht ga ik tegen een boom zitten. Missione compiuta, we kunnen naar huis. Terwijl de eveneens uitgeputte John zijn camera’s wegbergt, klapt Germano in zijn handen. ‘Un bon inizio signori! Kom op, nog even een paar uur er stevig tegenaan! Avanti!’ John en ik kijken elkaar ontredderd aan. Blijkt ‘t tóch waar te zijn! Alle Eugubini zijn gek! •
Reageren?
[email protected]
Hoe kom je er? Auto: tussen Utrecht en Gubbio liggen 1484 kilometer. Vliegen: met Transavia (www.transavia.com) vanaf Schiphol op Pisa. Retourticket v.a. € 65 p.p. Bij Sunny Cars (www.sunnycars.nl) huur je op Pisa International Airport (Aeroporto Galileo Galilei) vanaf € 223 per week een Fiat Panda of vergelijkbaar model. REIZ&-lezers krijgen op deze prijs € 25 korting (bij minimaal 3 dagen autohuur). Zie www.reizen.nl, onder ‘magazine’.
2x Slapen in Gubbio • Hotel Bosone, Via XX Settembre 22. Stijlvol slapen in hartje Gubbio. www.hotelbosone.it. 2-pk va. € 67. • Liever een prima B&B? Residenza Di Via Piccardi, Via Piccardi 12/14, www.residenzadiviapiccardi.it. 2-pk va. € 30.
2x Eten in Gubbio •T averna del Lupo heeft een grote reputatie op het gebied van de Umbrische keuken, Via Ansidei 6 (zie foto). • Ristorante Fabiani serveert de Umbrische keuken tegen redelijke prijzen, Piazza 40 Martiri.
Internet Op www.umbriantravel.com info over Umbrië en Gubbio, met o.m. hotels, restaurants, ambachten, festivals etc. Ook in het Nederlands! www.caseificiofacchini.com, site van Facchini’s kaasfabriekje.
Gubbio
vanaf
€
515 p.p.
Lezersreis 8 dagen lekker Umbrië
Proef het groene hart van Italië. Ontdek de vermaarde Umbrische keuken vanuit prachtig Gubbio en Assisi. Geniet van de eenvoudige, eerlijke ingrediënten die op unieke wijze worden gecombineerd met de rijke smaak van de lokale wijnen, kazen, olijfolie en truffels. Wandel overdag door de groene heuvels of slenter rond in de middeleeuwse stadjes, en overnacht hierna in bijzondere accommodaties. Met speciale extra’s voor REIZ&-lezers.
Gubbio - Perugia - Assisi - Montefalco
De SNP-reis begint in Gubbio. Via korte wandelingen verken je stad en omgeving. Vervolgens reis je naar Assisi, waar de sporen van Franciscus nog te vinden zijn. Onderweg bezoek je zowel een zuivelfabriekje als de historische stad Perugia. En na nog een fraaie wandeling boven de beroemde pelgrimsstad Assisi ga je ook naar Montefalco, waar de beste wijnen van Umbrië worden gemaakt. Voor het complete dag-tot-dag-programma, zie www.reizen.nl.
Prijs
Vanaf € 515 per persoon o.b.v. een 2-persoonskamer. Dit arrangement kun je dagelijks starten v.a. 28 augustus tot 31 oktober 2014 en v.a. 1 mei t/m 31 oktober 2015. Het beste seizoen, o.m. qua temperatuur? Het voor- of najaar.
Inclusief
• 4 overnachtingen (& ontbijt) in Hotel Bosone Palace**** in Gubbio • 3 overnachtingen (& ontbijt) in Hotel 3 Esse-Country House*** in Assisi • fles wijn bij aankomst • diner in het centrum van Gubbio op dag 2 • bezoek aan zuivelfabriekje op dag 5, in Perugia • uitgebreid infopakket met kaartmateriaal, wandel- en autoroute • wegenkaart Italië • ANWB Actief reisgids Umbrië Niet inbegrepen: vervoer, toeristenbelasting (ter plekke te betalen), bijdrage Calamiteitenfonds € 2,50 per boeking.
Boeking en/of informatie
Zie www.reizen.nl/magazine of bel met SNP: 024 - 32 77 000 (lokaal tarief). De ANVR-reisvoorwaarden zijn van toepassing.