Aan: de stuurgroep Visie Notitie Afvalbeheer AREA Gemeenten
Bijlage 3
Van: directie AREA Reiniging NV, mevr. drs. A.F. Groenewold Betreft: advies op het voorliggende concept rapport: Visie notitie afvalbeheer, d.d.14 september 2012 Datum: 25 september 2012 Commentaar naar aanleiding zienswijze in rode tekst.
Inleiding: De directie van AREA Reiniging NV heeft goede notie genomen van het conceptrapport Visie Notitie Afvalbeheer en heeft dit rapport besproken met de OR d.d. 24 september en met de RVC van AREA Reiniging NV d.d. 25 september. Directie, MT en RVC van AREA zijn gekomen tot een gezamenlijk gedragen advies op de voorliggende notitie. De OR heeft in deze fase nog geen advies uitgebracht inzake fusie en/of samenwerking, maar is door de bestuurder in kennis gesteld. Graag delen wij onze inzichten en aanbevelingen met u, waarmee wij de wens uitspreken te komen tot een breed gedragen rapport dat in een latere fase de colleges, directie, RVC, OR en AVA van AREA Reiniging NV en de raden van uw gemeenten mag bereiken.
Toekomst bestendige organisatie: Het rapport verschaft duidelijkheid op een aantal strategische keuzen en processtappen waarmee aandeelhouders, opdrachtgevers, RVC en directie richting kunnen geven aan een aantal vervolgstappen die bijdragen aan kostenverlagingen voor burgers en gemeenten en in lijn met onze wens vorm en inhoud kan geven aan een groeistrategie die het ontwikkelen van een grotere integrale afvalorganisatie tot de mogelijkheden laat behoren. De directie heeft deze optie sinds 2008 voorgelegd aan haar aandeelhouders en het verheugt directie en RVC dat nu politiek draagvlak aanwezig is om in 2013 concrete stappen te kunnen zetten om te komen tot een toekomstbestendige organisatie. Tevens stellen aandeelhouders en opdrachtgevers AREA Reiniging NV in staat tot groei, waardoor de werkgelegenheid van de huidige medewerkers en de verankering van de overheidsgedomineerde inzameling in de samenleving in Z-O Drenthe naar de toekomst beter geborgd is. Ook zijn wij ingenomen met de zienswijze dat naar de toekomst toe gekozen wordt voor overheidsgedomineerde inzameling en het reinigen van wegen en dat AREA zich als organisatie kan verstevigen door in deze (verregaande) samenwerking te zoeken met een andere overheidsgedomineerde partner. Vanuit de Colleges van B&W wordt AREA verzocht de selectieprocedure voor de mogelijke samenwerkingspartners uit te voeren. De uiteindelijke keuze zal door de AVA van AREA moeten 1
worden gemaakt. De directie van AREA zal op een nader te bepalen moment, in aansluiting op de bestaande governance, het proces opstarten om tot een waardevrije partnerselect keuze te komen. RVC en bestuurder van AREA Reiniging NV constateren dat het governance beginsel voor besluitvorming middels de procesgang zoals beschreven op pagina 15 aansluit bij de statuten van AREA Reiniging NV, waarbij het besluit tot samenwerking van AREA met ofwel Omrin danwel Rova dient te worden genomen door het bestuur van AREA, welk besluit aan voorafgaande goedkeuring van de RVC en AVA is onderworpen. (Bijlage 4 en 5, governance memo door Everheds Faasen; Michel Chatelin, 25/9/2012) Opm: om voorgaande te onderstrepen is bij de procesinrichting een expliciete verwijzing naar de governance van AREA opgenomen. Bestuurder, MT en RVC onderschrijven dat door het verkrijgen van een grotere schaal een kosten-, efficiency- en kwaliteitsslag gemaakt kan worden op o.a. de navolgende deelgebieden: inzamellogistiek, afvalbeheerbeleid (expertise/voorlichting en preventie) alsmede inkoopvoordelen en indirecte en directe kosten van de huidige onderneming. Aanbevelingen: Aanbeveling 1. Vervolg Attero: De Colleges in Drenthe hebben zich nog niet uitgesproken over wel of niet deelnemen als letteraandeelhouder in Attero. Ook is het onafhankelijke onderzoek, welke wordt verricht door de Adviesgroep Rebel Rotterdam inzake Attero nog onderhanden en heeft dit advies m.b.t. het verdienmodel en juridische en financiële risico’s m.b.t. deelneming in Attero de gemeenten nog niet bereikt. Wij adviseren de stuurgroep dit proces volgordelijk te doorlopen en de uitkomsten van besluitvorming af te wachten, alvorens de in het rapport vermelde Stivam conclusies als leidend in de visienotitie afvalbeheer op te nemen.(pg.6) Opm.: Intussen is het Rebel-rapport beschikbaar en in het visiedocument wordt nu bondig ingegaan op de constateringen m.b.t. de risico's van het Attero voorstel. Het visiedocument volgt de lijn op basis van de heersende opvatting dat er geen wettelijke verplichting dan wel een principiële noodzaak is om als gemeenten deel te nemen in een afvalverwerkingsbedrijf, mede gezien de risico’s die hieraan verbonden zijn. De uitkomsten van het Rebelonderzoek geven geen aanleiding wijziging in deze opvatting aan te brengen. 1.2. Tevens is tariefstelling Attero zoals opgenomen in het rapport niet correct. Over de genoemde tarieven wordt geen 10% opslag door Attero doorberekend. In de bijlagen hebben wij de tarieven van Attero voor u opgenomen. Deze tarieven zijn op 25/9/2012 geverifieerd bij de directie van Attero. (bijlage 3). Opm: de passage over de opslag is geschrapt. De essentie is namelijk dat tariefsverlaging op dit moment 2
over de lange termijn geen voordelen oplevert. De aangedragen berekeningen laten zien dat – vanuit het bedrijfsperspectief – beide varianten eenzelfde rendement (omzet) genereren. In deze berekeningen wordt toekomstig rendement minder zwaar meegerekend. Vanuit het perspectief van de gemeenten is het ons inziens logischer om uit te gaan van het kostenniveau (tarief). Vanuit dat perspectief is er wel een verschil in gemiddeld tarief, maar omdat dit niet de kern van het betoog raakt hebben we deze passage geschrapt. 1.3. In het rapport wordt ingegaan op m.n. de risico’s van inbesteding restafval. Wij adviseren de voor- en nadelen van in- en aanbesteding van de eindverwerking restafval neutraal te schetsen vanuit een juridisch, financieel en duurzaamheid perspectief. Graag geven wij nog mee dat naast bovengenoemde perspectieven van inbesteding en aanbesteding nog een derde variant tot het aangaan van samenwerking tot de mogelijkheden behoort. Overheden kunnen ook een alleenrecht vestigen waarbij de ene partij de andere partij diensten opdraagt. Hierdoor worden gemeenten in staat gesteld niet risicodragend te zijn. Het aandeelhouderschap is dan niet nodig. HVC Alkmaar is hiervan een voorbeeld. Opm: het document betreft een visiedocument waarin de bestuurlijke visie en de daaruit voortvloeiende consequenties zijn verwoord. In die zin verschilt het van een adviesnotitie. De begeleidende stuurgroep heeft vlak voor de zomer nadrukkelijk voor de huidige opbouw en lijn van het document gekozen. Overigens kleven er aan het alleenrechtmodel ook steeds meer en vaker juridische beperkingen en is het HVC-model gestoeld op het aandeelhouder- en inbestedingmodel. 1.4. Samenwerking restafval: Wij adviseren, waar gemeenten kiezen voor aanbesteding restafval, dit in een zo breed mogelijk gedragen samenwerking in te richten teneinde voldoende volumes te kunnen vermarkten. Daarbij zou AREA, in vergelijk met het aangegane GFT contract, via het platform MarkeRein het initiatief tot een aanbesteding kunnen uitzetten. Opm.: Dit advies sluit precies aan bij de tekst van het visiedocument. In paragraaf 4.2 hebben we naar aanleiding van deze opmerking de rol die AREA hierin kan spelen nu ook expliciet verwoord. Aanbeveling 2. Transitie in afval biedt gemeenten kansen: Bij het verschijnen van de visienotitie afvalbeheer is landelijk en Europees sprake van een transitie in het denken over afval. Afval maakt plaats voor grondstoffen hergebruik. Bron- en nascheiding van grondstoffen nemen hierin thans en in de toekomst een prominente plaats in. De AREA gemeenten brengen zichzelf en AREA in positie om naar de toekomst toe die stappen te zetten die bijdragen leveren aan het optimaal uitnutten van de perspectieven uit verpakkingen/herbruikbare grondstoffen. Denken vanuit een integrale afval-, kosten- en duurzaamheidsvisie heeft onze voorkeur boven de korte termijn winst gedomineerd door eindverwerkingstarieven. Hierin verwijzen wij ook graag naar de voorstudie VNG: perspectieven uit verpakkingen, een voorstudie VNG voor het verpakkingenakkoord, welke op 17 september 2012 is verschenen en die zeker van invloed zal zijn op het toekomstig afval en grondstoffen-speelveld.
3
Opm.: in paragraaf 2.1 is de transitie als ontwikkeling toegevoegd. Tevens is de voorstudie opgenomen in bijlage 3. Aanbeveling 3. Partner select partijen: De partnerselect mag met een tweetal partijen doorlopen worden. Wij wijzen u op de risico’s waar een van de partners zich vroegtijdig terugtrekt. In dit geval pleiten wij voor een bredere selectie waarbij wederom sprake zal zijn van een vorm van competitie om te toetsen wie de meest geschikte samenwerkingspartner voor AREA is. Opm: In paragraaf 4.1 is voorafgaande aan het uitnodigen van de partijen een extra stap verwoord (verkennen mogelijke partners). Bespreekpunt in stuurgroep 17 oktober ! 3.1. Wij adviseren u na te gaan of de conclusies rond deelname in eindverwerking van mogelijke partners een correcte is. Friesland Milieu NV kent geen deelname in verwerkingsinstallaties. Afvalsturing Friesland NV daarentegen wel. Rova Holding NV beschikt sinds 2011 over een vergistingsinstallatie waarmee het bedrijf GFT verwerkt. Wat de partnerselect betreft zijn wij uitgegaan van een verkenning met partner Friesland Milieu NV, werkzaam onder de handelsnaam Omrin. Opm.: Dit is een terechte opmerking. In het rapport wordt de handelsnaam gehanteerd. De eerste keer dat deze gebruikt wordt is een voetnoot opgenomen over bovenstaande. Daarnaast is het uitgangspunt over de verwevenheid met restafvalverwerking aangepast. 3.2. In het rapport is geen objectieve beschrijving van de twee organisaties opgenomen die in aanmerking komen voor een partnerselect. Wij adviseren u dit wel te doen zodat raden en colleges een objectief beeld van beide organisaties kunnen vormen. In deze wijzen wij ook op mogelijke juridische consequenties die door andere aanbestedende partijen benut kunnen worden. Opm.: gelet op het voorgaande (verkenning meerdere partijen) is ervoor gekozen om OMRIN en ROVA niet specifiek uit te lichten. Op het moment dat dit nodig is (bijvoorbeeld bij de verdere verkenning) is nadere informatie over deze organisaties bij de diverse betrokkenen (gemeenten en AREA) eenvoudig voorhanden. Aanbeveling 4. Inrichting selectieproces: Proces: 4.1. AREA streeft een objectief en waardevrij partnerselect proces na. Daarin acht zij het van belang een onafhankelijke expert te betrekken om de directie te ondersteunen dit proces te faciliteren.
4
4.2. Wij adviseren u om bestuurder, RVC en OR, conform de WOR, te betrekken in het formuleren van randvoorwaarden en selectiecriteria, waarbij de governance AREA Reiniging NV de bestuurder, de OR en aandeelhouders bevoegdheden en verantwoordelijkheden toekent. Opm.: De in het visiedocument opgenomen rand- en selectievoorwaarden zijn niet uitputtend. Het staat Area vrij deze met instemming van de AVA aan te vullen en de procedure in te richten nadat de opdracht tot uitvoering van het partnerselectonderzoek is verstrekt. 4.3. Wij pleiten voor een samenstelling van de selectiecommissie bestaande uit de leden van de AVA, 1 RVC lid afgevaardigd door de OR, en de bestuurder alsmede de onafhankelijke expert. Opm.: Dit pleidooi kan worden ondersteund. De inrichting van de selectiecommissie maakt onderdeel uit van het selectieproces dat Area zelf nog inricht. Daarvoor is de vastgestelde governance, waaronder instemming van de AVA een belangrijk gegeven." 4.4. Hierin adviseren wij nogmaals de governance en de WOR in de procesgang (zoals op pagina 19 staat vermeld) te betrekken. (zie daartoe bijlage 4.) Opm.: De gemeenten onderschrijven dat een objectief en onbevooroordeeld proces gevolgd moet worden. Bij de inrichting van het proces inzake de totstandkoming van de visie is daarmee ook rekening gehouden. Bij de verdere uitwerking van het proces (na vaststelling van het visiedocument) kan hieraan door AREA conform bovenstaande nader invulling gegeven worden. Inhoud: 4.5. Wij adviseren de randvoorwaarden cultuur en werkgelegenheid nader uitgewerkt op te nemen in de randvoorwaarden waarbij ook de OR vanuit de WOR wordt betrokken. Opm.: behoud van werkgelegenheid is aan de randvoorwaarden toegevoegd. Bespreekpunt stuurgroep 17 oktober: expertise en mogelijkheden om mensen met sociale achterstand in de arbeidsmarkt in te schakelen als extra randvoorwaarde opnemen 4.6. Wij adviseren een aandachtspunt te maken van de organisatiestructuur en zeggenschap van stakeholders in de toekomstige organisatie. Hoe dient de organisatiestructuur en zeggenschap de invloed van aandeelhouders en opdracht gevende wethouders in de holding en in de regio Drenthe. Opm.:: dit is onderdeel van de beoordeling van de aanbiedingen (aansluiting van samenwerkingsconstructie bij de wensen van de gemeenten). Zeggenschap is hierbij toegevoegd.
5
Aanbeveling 5. Nieuwe organisatie: Het bestuur en de RVC van AREA Reiniging streeft naar de realisatie van samenwerking middels fusie. Wij baseren deze keuze op enerzijds een juridische grondslag en anderzijds een toekomstgerichte grondslag. Voor de juridische onderbouwing verwijzen wij naar bijlage 2. Voor de toekomstige grondslag willen wij een organisatie bouwen die gemeenten en personeel in staat stelt richting te geven aan het inrichten van een organisatie waarin kostenreductie, duurzaamheid en werkgelegenheid de onderscheidende factoren vormen waarmee het bedrijf zich een stevige positie weet te verschaffen. Opm.: De gemeenten sluiten een fusie op voorhand niet uit en deze invulling kan er – bij een goed voorstel van de beoogde partner – aan gegeven worden. Het visiedocument laat hiertoe alle ruimte. In dat het geval van fusie met een partner is de goedkeuring van de drie colleges nodig, die daarbij tevens de gemeenteraad moeten betrekken (wettelijke zienswijzeprocedure). Aanbeveling 6. Afvalcontract ROVA: Wij maken u er op attent dat geconcludeerd moet worden dat, op basis van de momenteel voor handen zijnde informatie, de opmerking in het KplusV rapport, ertoe strekkende dat er - in geval van een samenwerking met ROVA - aangesloten kan worden bij het door ROVA aanbestede afvalverwerkingscontract, onjuist is. Voor deze conclusie verwijzen wij naar bijlage 2, pg. 4 en 5. waarin de wet- en regelgeving hieromtrent is geschetst door advocatenkantoor Eversheds Faasen. Opm: Het klopt dat op dit moment niet met zekerheid gesteld kan worden dat bij dit contract kan worden aangesloten. Er zijn echter ook omstandigheden denkbaar (in geval van fusie van AREA met ROVA en voldoende contractruimte voor het restafval van de AREA-gemeenten) dat het wel mogelijk is om hierbij aan te sluiten. Om die reden is dit in het visiedocument hierin voorzichtig geformuleerd (in termen van 'mogelijk'). Aanbevolen wordt om dit nader te onderzoeken in het kader van de te uit tevoeren selectieprocedure. Bespreekpunt stuurgroep 17 oktober: onderzoek contractruimte ROVA als selectiecriterium opnemen. Einde aanbevelingen. Ten slotte: Nogmaals spreken wij samen met u de wens uit te komen tot een zeer zorgvuldig en objectief proces waarin wij kunnen komen tot schaalvergroting voor AREA. Wij zien graag een nieuwe overheidsgedomineerde organisatie gebouwd waar ook andere (Drentse) gemeenten in de toekomst zo mogelijk kunnen aanhaken. Wij geven graag invulling aan een objectief partnerselect proces waarbij de kaders voor gemeenten in gezamenlijkheid met meerdere stakeholders tot stand kunnen en mogen komen met in acht neming van de governance en WOR. 6
Wij adviseren de partnerselect te laten aansluiten bij datgene wat voor gemeenten in de toekomst gaat spelen. De transitie in de afvalbranche zal daarin leidend zijn en de gemeenten vele kostenbesparingen en duurzaamheidskansen kunnen bieden. Wij beschouwen het als een voorrecht om samen met de gemeenten de organisatie te kunnen bouwen die de ambities van gemeenten kan en mag waarmaken. Met vriendelijke groet, AREA Reiniging
Mevrouw drs. A.F. Groenewold Directeur
7