Aan de slag met Three Ships N@Tschool! voor begeleiders Three Ships N@Tschool! versie 11
20-7-2010
Aan de gebruiker Wij stellen uw terugkoppeling zeer op prijs. Voor vragen en opmerkingen over Three Ships N@Tschool! en de documentatie kunt u terecht bij uw supportafdeling. Rotterdam, 20 juli 2010 Three Ships enterprises B.V. DISCLAIMER Three Ships enterprises werkt volgens vaste procedures om ervoor te zorgen dat de informatie in de documentatie correct en up-to-date is. Three Ships enterprises kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke onvolkomenheden in dit document of voor ongewenste resultaten of schade die voortkomt uit het gebruik van de informatie die dit document biedt.
© Three Ships enterprises B.V., 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Three Ships enterprises B.V.
AdsmNSbeg11 doc1.0
ii
Inhoudsopgave Aan de gebruiker...................................................................................... ii Inhoudsopgave ....................................................................................... iii Notatie .................................................................................................... iv 1 Nieuwe manieren van leren.................................................................5 1.1 MOGELIJKHEDEN VOOR DOCENTEN EN BEGELEIDERS ....................................... 6 1.2 DE ONDERWERPEN IN DEZE HANDLEIDING ................................................... 6 2 Three Ships N@Tschool! in vogelvlucht ...............................................7 2.1 DE MENU’S EN WERKRUIMTEN ................................................................. 7 2.2 DE DELEN VAN HET SCHERM ................................................................... 9 2.3 NAVIGEREN IN THREE SHIPS N@TSCHOOL! .............................................. 10 2.4 DE ONLINE HELP ............................................................................... 11 2.5 RECHTEN IN THREE SHIPS N@TSCHOOL! ................................................. 11 3 Communiceren in Three Ships N@Tschool! ........................................ 13 3.1 E-MAILEN ...................................................................................... 13 3.2 EXTERNE WEBMAIL CHECKEN ................................................................ 15 3.3 HET FORUM .................................................................................... 15 3.4 ZIEN WELKE GEBRUIKERS INGELOGD ZIJN ................................................. 15 4 Dossiers bekijken en beoordelen....................................................... 17 WAT HEBT U NODIG?................................................................................. 17 WAT MOET U DOEN? ................................................................................. 17 4.1 DOSSIERS BEOORDELEN...................................................................... 17 5 Studenten begeleiden ....................................................................... 20 WAT HEBT U NODIG?................................................................................. 21 WAT MOET U DOEN? ................................................................................. 21 5.1 CONTACTGROEPEN TOEVOEGEN ............................................................. 22 5.2 WIJZIGINGEN EN ONGELEZEN DOCUMENTEN BEKIJKEN ................................... 24 5.3 THERMOMETERS INSTELLEN .................................................................. 25 6 Het portfolio inzien en bijwerken ...................................................... 27 WAT HEBT U NODIG?................................................................................. 28 WAT MOET U DOEN? ................................................................................. 28 6.1 PORTFOLIODELEN BEKIJKEN.................................................................. 29 6.2 DOCUMENTEN TOEVOEGEN EN BEWERKEN.................................................. 30 6.3 LOGBOEK VOLGEN ............................................................................. 31 7 Competentieprofielen inzien en bijwerken ........................................ 33 WAT HEBT U NODIG?................................................................................. 33 WAT MOET U DOEN? ................................................................................. 34 7.1 COMPETENTIEPROFIELEN BEKIJKEN ......................................................... 34 7.2 COMPETENTIEPROFIELEN WIJZIGEN ......................................................... 35 8 Projecten begeleiden ........................................................................ 39 WAT HEBT U NODIG?................................................................................. 40 WAT MOET U DOEN? ................................................................................. 40 8.1 WIJZIGINGENOVERZICHT BEKIJKEN ......................................................... 40 8.2 PROJECTTHERMOMETERS AFLEZEN .......................................................... 42 8.3 LOGBOEK VOLGEN ............................................................................. 43 8.4 FASERING AANPASSEN ........................................................................ 44 8.5 BEOORDELINGEN GEVEN...................................................................... 45 9 Toetsen corrigeren ............................................................................ 48 WAT HEBT U NODIG?................................................................................. 48 WAT MOET U DOEN? ................................................................................. 49 9.1 TOETSEN HANDMATIG CORRIGEREN ......................................................... 49 9.2 RESULTATEN VAN DE AUTOMATISCHE CORRECTIE BEKIJKEN EN AANPASSEN ........... 52 Bijlage 1: Gebruikers en groepen selecteren .......................................... 53
AdsmNSbeg11 doc1.0
iii
Notatie Dit document hanteert de volgende symbolen en tekstconventies: Verwijst naar een ander document of een andere locatie in dit document waar u gedetailleerde informatie kunt vinden over het onderwerp. Vestigt uw aandacht op een belangrijk gebruiksaspect of op een andere bijzonderheid. Geeft een tip.
Vetgedrukte tekst
Geeft vaste programmaonderdelen aan, zoals velden, tabbladen en menuopties. Bijvoorbeeld: Klik op Nieuw om nog een groep aan te maken.
Vetgedrukte tekst met haken (>)
Duidt een reeks handelingen aan die u in het programma uitvoert. Bijvoorbeeld: Ga naar Coach > Begeleiden.
Tekst in Courier New
Geeft variabelen aan, zoals bestandsnamen en namen van functies en permissies. Bijvoorbeeld: In het bestand Natschool portal configuration.doc vindt u een opsomming van de functies waaruit de rol ADMINISTRATOR bestaat.
De instructie ‘Klik met de rechtermuisknop’ wordt gebruikt om aan te duiden dat u met uw secundaire muisknop moet klikken om het contextmenu te openen. Als u de muis hebt ingesteld voor linkshandig gebruik, leest u hier dus ‘Klik met de linkermuisknop’.
AdsmNSbeg11 doc1.0
iv
1 Nieuwe manieren van leren N@Tschool! is een webbased oplossing die het mogelijk maakt om cursussen, toetsen en projecten aan te bieden, digitale portfolio's op te zetten, competentiegericht onderwijs te faciliteren en studenten te begeleiden en te coachen. Met behulp van het (Leer) Content Management Systeem kan cursusmateriaal worden geproduceerd (met bijvoorbeeld Silverpoint), gestructureerd en beheerd. N@Tschool! heeft een unieke modulaire structuur. Deze structuur maakt het mogelijk voor de organisatie om zelf te bepalen welke functionaliteit op welk moment ingezet wordt. N@Tschool! bestaat uit de volgende modules:
Niet alle modules hoeven direct ingezet te worden. Er kan een keuze worden gemaakt uit de benodigde modules, al naar gelang de wensen en eisen van de organisatie of de docent of begeleider. Of dit nu is voor ondersteuning in het primaire onderwijsproces of voor begeleiding van medewerkers in het kader van het in stand houden van de gewenste bekwaamheid, met N@tschool! is het mogelijk. De voordelen van het werken met N@Tschool! zijn legio: •
Op de eerste plaats wordt het voor leerlingen en studenten mogelijk te leren wanneer en waar ze dat willen.
•
Als u docent of begeleider bent, is N@Tschool! voor u een instrument om beter inzicht te krijgen in de leerprocessen. U kunt bijvoorbeeld de voortgang in projecten tussentijds volgen.
•
Als u verantwoordelijk bent voor het maken of samenstellen van materialen, zoals lesmaterialen, toetsmaterialen of informatiematerialen, dan kunt u in N@Tschool! gemakkelijk materialen uitwisselen of samenwerken met anderen aan de contentontwikkeling.
AdsmNSbeg11 doc1.0
5
1.1 Mogelijkheden voor docenten en begeleiders Iedere organisatie en ieder organisatieonderdeel kan dus zelf bepalen welke combinatie van N@Tschool!-functionaliteit wordt ingezet. Afhankelijk van de gemaakte keuzen, kunt u als docent of begeleider de volgende basismogelijkheden vinden in N@Tschool!: • • • • • •
uw eigen studiematerialen online toegankelijk maken aanvullende informatiebronnen maken en publiceren digitale projectgroepen opzetten formulieren ontwerpen en inzetten toetsen samenstellen en corrigeren communiceren met uw leerlingen of studenten via de leeromgeving
Als uw organisatie gebruikmaakt van digitale portfolio's en e-learning op basis van competentieprofielen, hebt u ook de mogelijkheid portfoliodelen en persoonlijke competentieprofielen van leerlingen of studenten in te zien en hen te begeleiden bij hun keuzen en leerproces.
1.2 De onderwerpen in deze handleiding Deze handleiding richt zich op docenten of begeleiders die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van leerlingen of studenten, de begeleiders. Als begeleider vindt u hier alle informatie die u nodig hebt om snel aan de slag te gaan met N@Tschool!. U vindt de nodige informatie in de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9:
Three Ships N@Tschool! in vogelvlucht Communiceren in Three Ships N@Tschool! Dossiers bekijken en beoordelen Studenten begeleiden Het portfolio inzien en bijwerken Competentieprofielen inzien en bijwerken Projecten begeleiden Toetsen corrigeren
Aparte handleiding voor onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs Voor docenten die zelf materialen maken voor de leeromgeving, de onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs, is de handleiding ‘Aan de slag met Three Ships N@Tschool! voor onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs’ beschikbaar. Woordkeuze Een opmerking over de woordkeuze: Omwille van de helderheid wordt in deze handleiding gesproken over ‘studenten’. In plaats hiervan kunt u echter ook ‘deelnemers’, ‘cursisten’ of ‘leerlingen’ lezen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
6
2 Three Ships N@Tschool! in vogelvlucht Dit hoofdstuk voert u in vogelvlucht door N@Tschool!. U kunt dit hoofdstuk gebruiken om vertrouwd te raken met het programma. In dit hoofdstuk krijgt u achtereenvolgens uitleg over: • • • • •
de de de de de
hoofdonderdelen van het programma: de menu’s en werkruimten namen van de elementen op het scherm navigatiemogelijkheden in het programma online help-functie rechten van gebruikers in het programma
2.1 De menu’s en werkruimten Als u inlogt in N@Tschool! ziet u het hieronder afgebeelde beginscherm.
Menu’s en werkruimten Bovenaan het programma wordt een menubalk getoond. U ziet hierin alle menu’s waartoe u toegang hebt. Ieder menu geeft vervolgens weer toegang tot een of meer werkruimten. Zo ziet u in het menu Coaching bijvoorbeeld de werkruimten Begeleiden, Studierouteresultaten en Aangeboden dossiers:
AdsmNSbeg11 doc1.0
7
In het programma kunnen de volgende menu’s voorkomen, die werkruimten bevatten voor de verschillende typen gebruikers: •
het menu Geopende werkruimten , waarin gebruikers hun geopende werkruimten kunnen zien, tussen de geopende werkruimten kunnen switchen en geopende werkruimten snel kunnen sluiten.
•
het menu Portaal, waarin gebruikers snel diverse N@Tschool!-informatie en algemene informatie kunnen raadplegen en bewerken, via ‘portaalpagina’s’ die door de organisatie zijn ingericht (en die gebruikers eventueel ook zelf kunt inrichten als dit zo is ingesteld). Tip Portaalpagina’s zijn werkruimten die naar eigen wens kunnen worden ingericht met behulp van widgets.
•
het menu Mijn portaal, waarin gebruikers snel diverse N@Tschool!informatie en algemene informatie kunnen raadplegen en bewerken, via portaalpagina’s die ze zelf kunnen inrichten.
•
het menu Studie, waarin studenten de mogelijkheid hebben om studiematerialen te raadplegen, toetsen te maken, in projecten samen te werken, in hun portfolio te werken en formulieren in te vullen. In het portfolio kunnen ze portfoliodelen bijwerken, dossiers samenstellen en hun competentieprofielen inzien en bijwerken. als begeleider kunt u hier: o studieroutes inzien die u begeleidt o projecten raadplegen waarin u begeleider bent
•
het menu Coaching, waarin gebruikers gepubliceerde showdossiers kunnen bekijken. als begeleider kunt u hier onder andere: o overzichten van toetsen en studieroutes bekijken o de studievoortgang van uw studenten volgen o documenten bekijken die studenten hebben ingeleverd in het kader van een inleveropdracht o toetsen corrigeren en toetsresultaten analyseren o SCORM-resultaten bekijken o projecten begeleiden o portfolio’s van uw studenten inzien o assessmentdossiers beoordelen
•
het menu Communicatie, waarin studenten en overige gebruikers berichten kunnen sturen, hun webmail kunnen lezen, kunnen zien welke gebruikers er op dit moment zijn ingelogd, informatie kunnen raadplegen en de mogelijkheid hebben om te discussiëren op forums.
•
het menu Beheer, waarin de applicatiebeheerder de basisinrichting van N@Tschool! opzet. Hij zet hier onder andere de gebruikersadministratie op, definieert en beheert de organisatieprofielen (inrichtingsstructuren voor de diverse onderdelen van uw organisatie), zet de structuur van de studiematerialen op en kan deze hier beheren, en zet toetsen- en vragenbanken op.
AdsmNSbeg11 doc1.0
8
Onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs kunnen hier studiematerialen bouwen en gebruikers aan studieroutes koppelen, toetsen en vragen, portfoliosjablonen, competentieprofielen, formulieren, informatiebronnen en nieuwsberichten maken, projecten, forums en forumsjablonen opzetten, en materialen opslaan die binnen de studie- en informatieomgeving worden gebruikt. Andere gebruikers met de juiste permissies kunnen via dit menu materialen opslaan voor gebruik binnen het programma. Tenslotte kan de menubalk nog de knop Zoeken bevatten, die de zoekfunctie zichtbaar maakt waarmee gebruikers binnen N@Tschool! naar materialen kunnen zoeken. Tip Voor toegang tot menu’s en werkruimten dient u over de juiste functionele rechten te beschikken.
2.2 De delen van het scherm Het scherm in de diverse werkruimten is opgebouwd uit een aantal vaste delen. In de volgende afbeelding ziet u de werkruimte Aangeboden dossier uit het menu Coaching afgebeeld, met de namen van de schermdelen erbij. menubalk
taakbalk
verkennerpaneel
werkpaneel
De menubalk bevat de menu's met commando's die betrekking hebben op deze werkruimte. De taakbalk bevat iconen voor vaakvoorkomende commando's. Het verkennerpaneel gebruikt u om elementen uit een structuur te selecteren. In het werkpaneel rechts kunt u het geselecteerde element bewerken.
AdsmNSbeg11 doc1.0
9
Sommige werkruimten gebruiken een actiepaneel in plaats van een menubalk en taakbalk en tabbladen in het werkpaneel. Actiepaneel
Het actiepaneel bevat de acties die betrekking hebben op deze werkruimte. Op de tabbladen kunt u het geselecteerde element bewerken. Verder vindt u rechtsboven in het portaal enkele vaste elementen.
Dit zijn van links naar rechts en van boven naar beneden: • • • • • •
een icoon waarmee u naar de werkruimte Mijn postkantoor kunt gaan uw naam en, tussen haakjes, uw inlognaam een link waarmee u uw persoonlijke instellingen kunt openen een link waarmee u de online help kunt openen een link waarmee u kunt uit loggen (om met een andere inlognaam weer in te loggen) een zoekveld waarmee u vanuit elke werkruimte direct een zoekactie kunt starten om naar materialen in N@Tschool! te zoeken
2.3 Navigeren in Three Ships N@Tschool! Om van de ene werkruimte naar de andere te gaan, kunt u: • •
een menu aanwijzen en de werkruimte uit het menu selecteren; op een menu klikken en in het overzicht dat verschijnt op het werkruimteicoon klikken.
AdsmNSbeg11 doc1.0
10
Tip Via het overzicht ziet u bovendien een beschrijving van elke werkruimte. Om de route naar een werkruimte in een menu weer te geven, gebruikt deze handleiding de volgende notatie: naam menu > naam werkruimte. Bijvoorbeeld: Coaching > Begeleiden. Als u overgaat naar een andere werkruimte, blijven werkruimten waarin u zich eerst bevond, openstaan. Hierdoor worden die werkruimten bij terugkeer sneller geladen. U kunt al uw geopende werkruimten bekijken via het menu Geopende ). werkruimten (aangeduid met het icoon U kunt een werkruimte sluiten: • vanuit de werkruimte zelf: met het kruisje op de tab van de werkruimte (rechts boven de werkruimte) of : met het kruisje rechts • via het menu Geopende werkruimten bovenaan het werkruimte-icoon
2.4 De online help Voor de taken die u het meest zult uitvoeren, vindt u in deze handleiding alle instructies die u nodig hebt. Daarnaast kunt u binnen het programma gebruikmaken van de contextgevoelige online help. Deze kunt u vanuit een werkruimte oproepen met de menuoptie Help > N@Tschool! Help (F1), de functietoets F1 (alleen in de clientversie van dat bij sommige velden wordt N@Tschool!), of met het vraagtekenicoon getoond. Hiernaast is rechtsboven in het programma een algemene link naar de help beschikbaar. Hieronder ziet u de helpoptie in de werkruimte Forums. Op deze manier opent u de helppagina voor de specifieke werkruimte waarin u zich bevindt.
Mocht u vragen hebben over het programma die niet kunnen worden beantwoord met behulp van de online help of deze handleiding, dan kunt u contact opnemen met uw N@Tschool!-applicatiebeheerder of projectcoördinator, die zelf altijd terecht kunnen bij de afdeling Support van Three Ships.
2.5 Rechten in Three Ships N@Tschool! Iedere gebruiker in N@Tschool! krijgt rechten toegewezen. Iemands rechten bepalen tot welke delen van N@Tschool! hij toegang heeft en welke handelingen hij daar mag uitvoeren.
AdsmNSbeg11 doc1.0
11
Afhankelijk van de toegekende rechten, kan iemand een bepaalde rol in N@Tschool! vervullen, bijvoorbeeld die van student, begeleider of applicatiebeheerder. Deze hoeft niet altijd te corresponderen met zijn rol in de fysieke wereld. Als u als begeleider ook verantwoordelijk bent voor het aanmaken van studieroutes, krijgt u bijvoorbeeld ook rechten om studieroutes op te zetten in de werkruimte Studieroutes beheren. Waarom ziet Three Ships N@Tschool! er bij mij anders uit? Een belangrijk gevolg van de toekenning van rechten en de rol(len) die men daarmee binnen N@Tschool! vervult, is dat gebruikers met verschillende rollen als het ware verschillende programma's zien. Sommige werkruimten zijn niet voor iedereen toegankelijk. Zo krijgen studenten de beheerwerkruimten niet te zien, gewoonweg omdat ze daar geen taken hoeven uit te voeren. Dit principe werkt ook door op lagere niveaus in het programma. Dat betekent dat u soms een bepaalde menuoptie niet kunt gebruiken. Die optie is dan bedoeld voor iemand met een ander rechtenniveau. Ook kan het voorkomen dat u in de online help een instructie hebt gevonden die u niet kunt uitvoeren, omdat de beschreven functionaliteit voor u niet toegankelijk is. U zult dan een beroep moeten doen op een gebruiker met een ander rechtenniveau (meestal uw N@Tschool!-applicatiebeheerder of degene die binnen N@Tschool! de administratietaken uitvoert). Als dit heel vaak voorkomt, kunt u uw applicatiebeheerder vragen om u meer rechten toe te kennen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
12
3 Communiceren in Three Ships N@Tschool! U kunt om te beginnen binnen het programma communiceren met uw studenten en met andere N@Tschool!-gebruikers, zoals uw collega's en de applicatiebeheerder: •
via N@Tschool! e-mail
Het voordeel van N@Tschool! e-mail is dat u binnen het programma kunt blijven werken; u hoeft geen andere programma's op te starten. Bovendien hebt u geen last van ongevraagde e-mail, doordat het om een gesloten systeem gaat. U vindt de e-mailoptie in de werkruimte Mijn postkantoor onder het menu Communicatie. Daarnaast kunt u er gebruik van maken vanuit andere werkruimten. Als u bijvoorbeeld de voortgangsgegevens van een project bekijkt vanuit de werkruimte Begeleiden, kunt u contact opnemen met de deelnemende studenten via de menuoptie Bericht sturen. Verder kunt u binnen de groep Communicatie onder andere ook: • • •
uw externe webmail raadplegen discussiëren via forums zien welke andere N@Tschool!-gebruikers ingelogd zijn
3.1 E-mailen E-mailen
1. Ga naar Communicatie > Mijn postkantoor. Onder Mijn postkantoor vindt u zes mappen: Postvak In, Sjablonen, Concepten, Verzonden berichten, Archief en Verwijderde berichten. 2. Klik op Postvak In. U opent binnengekomen berichten door erop te dubbelklikken. In de menu- en taakbalk zijn verschillende opties beschikbaar. Afhankelijk van wat u hebt geselecteerd, kunt u onder andere: • een nieuwe map aanmaken • nieuwe berichten samenstellen • een antwoord sturen naar de afzender van een bericht • een antwoord sturen naar de afzender en alle andere ontvangers van een bericht AdsmNSbeg11 doc1.0
13
• • •
een bericht doorsturen zoeken naar een specifiek bericht het venster verversen, zodat alle nieuw binnengekomen berichten worden getoond
3. Kies Bestand > Nieuw > Bericht om een nieuw bericht samen te stellen. In het berichtvenster ziet u uw naam in het veld Van staan. 4. Typ in het invoerveld op de regel Aan... (rechterveld) de inlognaam of namen van degene(n) aan wie u het bericht wilt sturen. Bij meer dan een ontvanger typt u puntkomma's tussen de namen. Druk vervolgens op Enter. De ingevoerde gebruikers verschijnen nu in het weergave-veld (linkerveld). Als u de exacte inlognaam niet weet, klik dan op Aan.... U opent hiermee een venster waarmee u kunt zoeken naar de inlognamen van alle gebruikers. Via dit dialoogvenster kunt u bovendien groepen selecteren. Verwijzing Kijk in bijlage 1 voor een uitgebreide instructie over het selecteren van gebruikers en groepen. Tips U verwijdert een gebruiker of groep uit het weergave-veld door er met de rechtermuisknop op te klikken en Verwijderen te kiezen. maakt u het hele veld leeg. Met Alles verwijderen Als u regelmatig een bericht naar dezelfde gebruikers stuurt, kunt u voor de adresgegevens ook gebruikmaken van een sjabloon waarin de adresvelden al zijn ingevuld (zie stap 9 voor het aanmaken van een sjabloon): Klik in de taakbalk van het bericht op de knop , selecteer het sjabloon en klik op OK. Let Sjabloon toepassen op: het hele bericht wordt nu vervangen door het sjabloon, dus bijvoorbeeld ook het onderwerp en de inhoud van het bericht. 5. Op dezelfde manier geeft u op de regel Cc... de namen van gebruikers en groepen op aan wie u een kopie van het bericht wilt sturen. 6. Geef het bericht een titel in het veld Onderwerp. 7. Typ uw bericht op het tabblad Bericht. 8. Om een bijlage mee te sturen, klikt u op de knop Bijlage toevoegen in de taakbalk van het bericht. Klik vervolgens in het venster dat verschijnt op Browse..., selecteer het bestand van uw pc of netwerk en klik op Open en OK. Het bestand is hiermee toegevoegd als bijlage aan uw bericht. Herhaal deze stap voor elke bijlage die u wilt opnemen. U kunt een toegevoegde bijlage bekijken door het tabblad Bijlagen te selecteren, met de rechtermuisknop op de bijlage te klikken en Bekijken te kiezen. Tips Om een toegevoegde bijlage te verwijderen, klikt u er met de . rechtermuisknop op en kiest u Verwijderen
AdsmNSbeg11 doc1.0
14
Om een toegevoegde bijlage lokaal op uw pc of netwerk te bewaren, klikt u er met de rechtermuisknop op en kiest u Opslaan . Selecteer de gewenste locatie en geef eventueel een andere naam op voor het bestand. Klik vervolgens op Save. 9. Klik op Verzenden linksboven in het venster om het bericht direct te versturen. Het verstuurde bericht wordt opgeslagen in de map Verzonden berichten. om het bericht te Of klik op het icoon Opslaan als conceptbericht bewaren en nog niet te versturen. Het bericht wordt dan opgeslagen in de map Concepten, vanwaar u het op een later tijdstip kunt versturen. ). In dit geval U kunt het bericht ook opslaan als sjabloon (icoon wordt het bericht opgeslagen in de map Sjablonen, waarna u het als basis kunt gebruiken voor nieuwe berichten (klik hiervoor met de rechtermuisknop op het sjabloon en kies Bericht van geselecteerd ). sjabloon
3.2 Externe webmail checken U kunt binnen N@Tschool! ook uw externe e-mail raadplegen als u de beschikking hebt over een webmail-account via bijvoorbeeld Hotmail of Yahoo!. Dit kan via Mijn webmail. Verwijzing Zie de online help voor uitgebreide instructies over het checken van uw externe webmail.
3.3 Het forum In Forums treft u alle forums aan waaraan u kunt deelnemen. Dit kunnen forums zijn die zijn opgenomen in projecten of studieroutes, maar ook algemene forums. Door middel van forums kunt u discussies opstarten over uiteenlopende onderwerpen. Forums die aan een project of studieroute zijn gekoppeld, worden vanzelfsprekend ook in de werkruimten Mijn projecten en Mijn studieroutes getoond. Verwijzing Meer informatie over het deelnemen aan forums kunt u vinden in de online help.
3.4 Zien welke gebruikers ingelogd zijn Via de werkruimte Wie zijn online? kunt u zien wie er allemaal op dit moment aan het werk zijn in N@Tschool!. Ook kunt u berichten sturen naar gebruikers. Verwijzing Kijk in de online help voor informatie over de werkruimte Wie zijn
AdsmNSbeg11 doc1.0
15
online?.
AdsmNSbeg11 doc1.0
16
4 Dossiers bekijken en beoordelen Studenten die bepaalde informatie willen tonen aan hun medestudenten of die documenten willen laten beoordelen door hun begeleider, kunnen de te tonen documenten in hun portfolio verzamelen in een dossier en dit vervolgens aanbieden aan de gewenste gebruikers. Aangeboden dossiers verschijnen bij de ontvangers ervan in de werkruimte Aangeboden dossiers. Vanuit deze werkruimte kunnen dossiers worden bekeken en notities worden toegevoegd aan dossiers. Toegevoegde notities en ook eventuele wijzigingen die nog door de eigenaar worden aangebracht in een dossier zijn direct zichtbaar voor alle gebruikers die toegang hebben tot dat dossier (dat wil zeggen de eigenaar en de ontvangers ervan). Als begeleider kunt u in de werkruimte Aangeboden dossiers de assessmentdossiers beoordelen die uw studenten aan u hebben aangeboden. Daarnaast kunt u in deze werkruimte aangeboden showdossiers van N@Tschool!-gebruikers bekijken. Tip De aanduiding showdossier of assessmentdossier geeft in feite de status van een dossier aan. Een assessmentdossier is een bevroren dossier dat niet meer kan worden gewijzigd, terwijl een showdossier nog wel kan worden gewijzigd. Een showdossier of een assessmentdossier kan zijn opgezet als een webpaginadossier, bestaande uit een enkele HTML-pagina, of als een compleet websitedossier, bestaande uit een verzameling bestanden.
Wat hebt u nodig? •
U hebt toegang nodig tot de werkruimte Aangeboden dossiers. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_RECEIVED_DOSSIERS zijn toegekend.
Wat moet u doen? •
Dossiers beoordelen (paragraaf 4.1)
4.1 Dossiers beoordelen 1. Ga naar Coaching > Aangeboden dossiers. 2. Als er assessmentdossiers voor u klaarstaan om te worden beoordeeld, vindt u deze in de map Inbox. Ongelezen dossiers worden vetgedrukt weergegeven.
AdsmNSbeg11 doc1.0
17
Tip In de kolom Type en aan de kleur van het dossier-icoon kunt u zien of het om ) of showdossier (oranje: ) gaat. Aan de een assessment- (groen: vorm kunt u zien of het een webpagina- (pagina: ) of website-dossier ) betreft. (bol: om de 3. Klik met de rechtermuisknop op het dossier en kies Bekijken inhoud van het dossier te bekijken en om commentaar op het dossier te geven door notities en feedback toe te voegen. Tip Als het een website-dossier betreft waaraan inhoudsopgaven zijn toegevoegd, kunt u ook deze bekijken; u kunt dan echter geen notities of feedback toevoegen: klik met de rechtermuisknop op het dossier en kies Inhoudsopgave bekijken . U kunt nu de gewenste inhoudsopgave openen en door de onderdelen van de inhoudsopgave bladeren. 4. U voegt als volgt een notitie toe aan een dossier: typ uw tekst in het tekstvak onder Notitie toevoegen en selecteer eventueel een ander icoon om de aard van de notitie weer te geven (neutraal
, negatief
, positief ). Wilt u dat de notitie alleen door u kan worden gelezen en niet zichtbaar is voor andere gebruikers, vink dan bovendien de optie Privé-notitie aan. Klik vervolgens op Toevoegen. U geeft als volgt feedback: klik onder een bestaande notitie op de link Notitiefeedback, typ in het tekstvak onder Notitiefeedback toevoegen uw tekst, selecteer eventueel een ander icoon om de aard van de feedback weer te geven en klik op Toevoegen. Klik rechtsboven op Notities tonen om weer terug te keren naar het notitieoverzicht. Let op Een toegevoegde notitie of toegevoegde feedback kan niet meer worden gewijzigd of verwijderd. 5. Beoordeel het dossier en stuur uw uiteindelijke beoordeling naar de student (bijvoorbeeld via een N@Tschool!-bericht). 6. Als u klaar bent, kunt u het dossier verplaatsen naar de map Gearchiveerd of een submap daaronder: klik met de rechtermuisknop op , klik vervolgens met de rechtermuisknop het dossier en kies Knippen op de map Gearchiveerd of een submap daarvan, en kies Plakken .
AdsmNSbeg11 doc1.0
18
Tips Met knippen en plakken kunt u het ook eventueel weer terugzetten in de inbox. Als u nog niet klaar bent met het dossier, kunt u uw aandacht er weer op vestigen door het weer op ‘ongelezen’ te zetten. Het dossier wordt dan vetgedrukt weergegeven: klik met de rechtermuisknop op . het dossier en kies Markeren als ongelezen 7. Als het dossier niet meer beschikbaar hoeft te zijn, kunt u het ‘verwijderen’; het wordt dan in de map Verwijderd geplaatst: klik met de rechtermuisknop op het dossier en kies Verwijderen . Tips De map Verwijderd kan onzichtbaar worden gemaakt, of juist worden getoond door in het menu Extra > Voorkeuren het vinkje Map ‘Verwijderd’ tonen respectievelijk uit of aan te zetten. Met knippen en plakken kunt u het dossier altijd weer terugzetten in de inbox of in de map Gearchiveerd. 8. Als met de beoordeling de studieroute is beëindigd, kan de status van de studieroute worden gewijzigd in Afgerond. Dit kan de student zelf doen, als hij het recht daartoe heeft, in de werkruimte Mijn studieroutes. Of dit kunt u doen, als u het recht daartoe hebt, in de werkruimte Begeleiden.
Verwijzing Zie de online help over het toevoegen van notities met bijlagen aan dossiers en over het wijzigen van de status van studieroutes.
AdsmNSbeg11 doc1.0
19
5 Studenten begeleiden Om grote groepen studenten die in diverse onderdelen van N@Tschool! actief zijn effectief te kunnen begeleiden, is er de werkruimte Begeleiden. In deze werkruimte kunt u alle informatie bekijken en eventueel wijzigen die voor u van belang is bij het begeleiden uw studenten. Dit zijn gegevens over het portfolio, competentieprofielen, dossiers, projecten, studieroutes, inleveropdrachten, toetsen en formulieren. Bij het zoeken naar informatie vormen gebruikers het uitgangspunt. Door een gebruiker te selecteren, krijgt u direct de beschikking over de gegevens van die gebruiker. Tip Een student kan in de werkruimte Mijn voortgang alle informatie bekijken die voor hem interessant is bij het studeren. Gebruikers en groepen worden in de werkruimte Begeleiden geordend in contactgroepen. Standaard zijn in de widgetgalerie van de werkruimte al contactgroepen beschikbaar die u kunt gebruiken, namelijk eventueel een aantal contactgroepen die automatisch met gebruikers en groepen worden gevuld (Individuele begeleiding, Portfoliobegeleiding, Projectbegeleiding en Studieroutebegeleiding) en een contactgroep die u zelf kunt vullen (Mijn contactpersonen). Hiernaast is er een widget beschikbaar waarmee u nieuwe contactgroepen kunt maken die u zelf samenstelt (Nieuwe contactgroep).
Tip Behalve in de werkruimte Begeleiden, kunt u ook in de werkruimte Wie zijn online? contactgroepen samenstellen. De contactgroepen in beide werkruimten worden gedeeld, met uitzondering van Individuele begeleiding, Portfoliobegeleiding, Projectbegeleiding en Studieroutebegeleiding die alleen in de werkruimte Begeleiden voorkomen, en Alle ingelogde gebruikers die alleen in de werkruimte Wie zijn online? voorkomt. Van een geselecteerde gebruiker ziet u alleen die informatie die u als begeleider mag zien. Of u de gegevens ook daadwerkelijk kunt openen of bewerken, hangt af van welk type begeleider u bent en welke permissies aan u zijn toegekend. In het meest uitgebreide geval kunt u als begeleider van een gebruiker onder andere: • • • • • • • • • •
portfoliodelen inzien en wijzigen, competentieprofielen inzien en wijzigen, dossiers inzien en notities toevoegen, projecten inzien en wijzigen, een overzicht van toetsen bekijken, een overzicht van studieroutes bekijken, studieroutes inzien, ingeleverde documenten beoordelen, gespreksnotities maken en inzien, de begeleiders van een gebruiker beheren,
AdsmNSbeg11 doc1.0
20
• •
deelnemersprofielen van portfoliodelen en projecten beheren, een bericht sturen.
Om u als begeleider zo goed mogelijk te assisteren, zijn er wijzigingenoverzichten beschikbaar waarop u kunt zien welke activiteiten een gebruiker in een bepaalde periode heeft uitgevoerd en welke documenten in projecten of portfoliodelen u nog niet hebt gelezen. Op basis daarvan kunt u besluiten of het nodig is ergens verder in te duiken. Hiernaast kunt u uw persoonlijke thermometers instellen om gebruikers beter te kunnen begeleiden.
Wat hebt u nodig? •
U hebt toegang nodig tot de werkruimte Begeleiden. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend.
•
U hebt rechten nodig om thermometers te kunnen instellen. Deze hebt u met de functie USER_ALLOW_COACH_THERMOMETER.
•
Tenslotte hebt u rechten nodig om studieroute-informatie, toetsinformatie, portfoliodelen, dossiers, competentieprofielen en projecten van studenten te kunnen bekijken en eventueel te kunnen wijzigen. Deze rechten hebt u onder andere als u individueel begeleider van een gebruiker bent of begeleider van een studieroutepublicatie waarin de student deelnemer is. Voor het inzien en wijzigen van competentieprofielen en portfoliodelen hebt u daarnaast bovendien de functies USER_ACCESS_OTHER_COMPETENCE_PROFILES en USER_ACCESS_OTHER_PORTFOLIOS nodig.
Wat moet u doen? • • • •
contactgroepen toevoegen (paragraaf 5.1) wijzigingen en ongelezen documenten bekijken en thermometers instellen (paragraaf 5.2) het portfolio inzien en bijwerken (hoofdstuk 6) competentieprofielen inzien en bijwerken (hoofdstuk 7)
AdsmNSbeg11 doc1.0
21
•
projecten begeleiden (hoofdstuk 8)
Verwijzing Informatie over onder meer het bekijken van toetsinformatie en studierouteinformatie vindt u in de online help.
5.1 Contactgroepen toevoegen Om in de werkruimte Begeleiden informatie te kunnen raadplegen over gebruikers of groepen die u begeleidt, gaat u naar een contactgroep waarvan de gebruikers of groepen deel uitmaken en start u de gewenste actie voor een gebruiker of groep. Hiervoor moet u wel eerst contactgroepen op de pagina plaatsen. Dit kan vanuit de widgetgalerie bovenaan de pagina. Afhankelijk van uw rechten zijn in de widgetgalerie de volgende contactgroepen beschikbaar: • Portfoliobegeleiding (vereist de functie USER_ACCESS_OTHER_PORTFOLIOS): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers die u begeleidt als deelnemer in het portfolio van die gebruiker; het maakt hierbij niet uit welk deelnemersprofiel u hebt; • Studieroutebegeleiding (vereist de functie USER_ALLOW_COACH_COURSES): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers die zijn gekoppeld aan studieroutepublicaties waarvan u begeleider bent; • Projectbegeleiding (vereist de functie USER_ALLOW_COACH_PROJECTS): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers die u begeleidt als deelnemer in het project van die gebruiker; het maakt hierbij niet uit welk deelnemersprofiel u hebt; • Individuele begeleiding (vereist de functie USER_ALLOW_COACH_USERS): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers waarvan u individueel begeleider bent, dat wil zeggen waaraan u in de werkruimte Gebruikers en groepen beheren als begeleider bent gekoppeld; • Mijn contactpersonen: kan door uzelf worden gevuld met uw eigen gebruikers en groepen. • Contactgroepen die u al zelf hebt aangemaakt (in de werkruimte Begeleiden of Wie zijn online?) Hiernaast is er nog een widget: • Nieuwe contactgroep: hiermee kunt u nieuwe contactgroepen op de pagina kunt plaatsen die u vervolgens kunt vullen met uw eigen gebruikers en groepen. Contactgroep toevoegen 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Klik bovenaan de pagina op Widgetgalerie tonen en klik op de contactgroep die u wilt toevoegen. De contactgroep wordt op de pagina geplaatst. Tips Voor een contactgroep die u zelf kunt samenstellen, kies Mijn contactgroepen, Nieuwe contactgroep of een contactgroep die u
AdsmNSbeg11 doc1.0
22
zelf hebt gemaakt. Voor een contactgroep die automatisch wordt gevuld, kies een van de overige contactgroepen. Als u de widget Nieuwe contactgroep hebt gekozen, wordt de contactgroep bovendien in de widgetgalerie toegevoegd. U kunt deze dan eventueel meerdere keren op de pagina gebruiken. 3. Bij een contactgroep die u zelf kunt samenstellen: wijzig eventueel de naam van de contactgroep en voeg gebruikers en groepen toe. Om de naam van de contactgroep te wijzigen (alleen bij de widget Nieuwe contactgroep): klik op de menu-indicator van de contactgroep , kies Eigenschappen, geef een naam op en klik op OK. Om gebruikers en/of groepen toe te voegen aan de contactgroep: klik bovenaan de contactgroep op Leden toevoegen , selecteer de gebruikers en/of groepen en klik op OK als u klaar bent. Verwijzing Kijk in bijlage 1 voor een uitgebreide instructie over het zoeken en selecteren van gebruikers in het dialoogvenster Gebruikers en groepen selecteren. Tips Om een gebruiker of groep uit een contactgroep te verwijderen: klik op de menu-indicator bij de gebruiker of groep , kies Uit en klik op OK. contactgroep verwijderen U kunt geen gebruikers en groepen uit een toegevoegde groep verwijderen; het is alleen mogelijk de groep als geheel te verwijderen. 4. Wijzig eventueel de informatie die u via de contactgroep kunt bekijken: , kies Eigenschappen, klik op de menu-indicator van de contactgroep vink de gewenste informatie aan en klik op OK. 5. Wijzig eventueel de weergave van de gebruikers in de contactgroep: klik en kies de gewenste op de menu-indicator van de contactgroep weergave (Lijst, Iconen of Boom). Tips In de contactgroepen Studieroutebegeleiding en Projectbegeleiding kunt u via de boomweergave respectievelijk studieroutes en projecten opstarten. Als u de contactgroep wilt verwijderen, kunt u deze: • alleen van de pagina verwijderen (de contactgroep blijft dan nog wel beschikbaar in de widgetgalerie) of • zowel van de pagina als uit de widgetgalerie verwijderen (de contactgroep is dan definitief weg). Dit laatste is alleen mogelijk met contactgroepen die u zelf hebt aangemaakt en niet met standaardcontactgroepen. Om een contactgroep te verwijderen: Klik op de menu-indicator van , kies vervolgens Widget verwijderen (om de de contactgroep contactgroep alleen van de pagina te verwijderen) of Contactgroep verwijderen (om de contactgroep zowel van de pagina als uit de widgetgalerie te verwijderen).
AdsmNSbeg11 doc1.0
23
5.2 Wijzigingen en ongelezen documenten bekijken Van elke gebruiker die u begeleidt kunt u een individueel wijzigingenoverzicht raadplegen. Via dit overzicht kunt u: • nagaan wat er in een bepaalde periode is veranderd bij die gebruiker en welke activiteiten hij heeft uitgevoerd. Het gaat om wijzigingen in competentieprofielen, portfoliodelen, dossiers, projecten, toetsen, studieroutes en formulieren; • zien welke documenten u nog niet hebt gelezen in de projecten of in het portfolio van die gebruiker; • algemene informatie over die gebruiker bekijken, zoals wanneer hij voor het laatst was ingelogd en of hij op dit moment is ingelogd. Naast het individuele wijzigingenoverzicht, kunt u ook een groepsoverzicht bekijken, met wijzigingen voor alle leden van een groep. In dit overzicht: • ziet u in welke onderdelen wijzigingen hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld in projecten, competentieprofielen of formulieren; • kunt u de ingestelde thermometerstanden van alle gebruikers bekijken. Wijzigingen en ongelezen documenten bekijken 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker of groep deel uitmaakt. 3. Voor het individuele wijzigingenoverzicht van een gebruiker: klik op de en kies Voortgang bekijken. menu-indicator bij de gebruiker 4. Selecteer het tabblad Wijzigingen. Bovenaan het wijzigingenoverzicht ziet u de algemene informatie van de gebruiker. Als de gebruiker een persoonlijke pagina heeft, kunt u deze openen door op de link te klikken. 5. Wilt u de wijzigingen zien, kies dan in de keuzelijst achter Wijzigingen sinds: het begintijdstip van de periode waarover u de wijzigingen wilt zien. U ziet nu alle wijzigingen die vanaf het gekozen tijdstip tot nu toe hebben plaatsgevonden. Klik op een link naar een document, dossier, notitiebijlage, logboekbericht of competentiebewijsstuk om het betreffende item direct te openen (zonder dat u naar het portfolio of project hoeft te gaan), of klik op een link naar een competentieprofiel, portfoliodeel of project om rechtstreeks naar het portfolio of project van de gebruiker te gaan. Tip Klik op Verversen om ook de laatste wijzigingen te zien. 6. Wilt u een overzicht van alle ongelezen documenten zien, kies dan in de keuzelijst achter Wijzigingen sinds: Ongelezen documenten. U ziet nu alle documenten uit projecten en het portfolio van de gebruiker die u nog niet hebt gelezen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
24
Klik op een documentlink om het document te bekijken. De inhoud van het document wordt getoond met de toegevoegde notities en feedback. Eventueel kunt u notities en feedback toevoegen. 7. Voor het wijzigingenoverzicht van een groep gebruikers, bijvoorbeeld en Individuele gebruikers: klik op de menu-indicator bij de groep kies Voortgang bekijken. Het wijzigingenoverzicht verschijnt.
8. Kies in de keuzelijst Wijzigingen sinds het begintijdstip van de periode waarover u de wijzigingen wilt zien. 9. Om te kunnen zien welke onderdelen zijn gewijzigd, moet u altijd het wijzigingenoverzicht laden. Dit doet u met de actie Wijzigingenoverzicht . laden Per gebruiker wordt nu getoond welke onderdelen gedurende de geselecteerde periode zijn gewijzigd ( ). Tip Houd de muis boven een icoon in de kolomkop om te zien welke wijzigingen in die kolom worden getoond (er verschijnt dan een tooltip). 10. De kolom toont de thermometerstanden die u voor de gebruikers in de groep hebt ingesteld. Verwijzing Zie de volgende paragraaf voor instructies over het instellen van thermometers.
5.3 Thermometers instellen Stel thermometers in voor gebruikers. Zo kunt u in een oogopslag zien hoe een gebruiker functioneert. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt.
AdsmNSbeg11 doc1.0
25
3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker en kies Thermometer instellen of (om de thermometer vanuit het voortgangsvenster in te stellen) klik op Voortgang bekijken, klik met de rechtermuisknop op de gebruiker en kies Thermometer instellen . 4. Kies de gewenste thermometerwaarde en voeg eventueel een opmerking toe. 5. Klik op OK. De gekozen thermometerstand wordt in het wijzigingenoverzicht van de groep getoond. Tip Om een ingestelde thermometerstand te wissen, klik in het venster Thermometer instellen op Thermometer wissen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
26
6 Het portfolio inzien en bijwerken Een portfolio geeft een student de beschikking over een eigen opslagruimte binnen N@Tschool! waarin hij: • alle documenten kan inzien en beheren die te maken hebben met zijn opleiding of werk. Denk daarbij aan formulieren, cijferlijsten, verslagen, werkstukken of documenten die betrekking hebben op een persoonlijk opleidingsplan of activiteitenplan; • dossiers kan samenstellen, bijvoorbeeld op basis van documenten in het portfolio. Deze dossiers kunnen eventueel worden gepubliceerd of worden vrijgegeven ter beoordeling door ze op te sturen naar de gewenste N@Tschool!-gebruikers; • competentieprofielen kan raadplegen, om te zien welke competenties hij kan of moet verwerven; • gespreksnotities kan maken en raadplegen. Gespreksnotities kunnen op verschillende manieren worden gebruikt, bijvoorbeeld als logboek of om afspraken mee vast te leggen. Concreet bestaat een portfolio uit een map Mijn portfolio, waarin alle documenten en dossiers worden beheerd, een map Mijn competentieprofielen, waarin alle informatie is te vinden over competenties, en een map Mijn gespreksnotities waarin de gespreksnotities van de student worden bewaard. Dit hoofdstuk geeft instructies voor hoe u, als begeleider, kunt meekijken in de map Mijn portfolio en eventueel wijzigingen kunt aanbrengen.
Verwijzing Informatie over de map Mijn competentieprofielen vindt u in hoofdstuk 7 Competentieprofielen inzien en bijwerken. In de online help vindt u informatie over de map Mijn gespreksnotities.
De map Mijn portfolio bevat: • een algemeen wijzigingenoverzicht, waarop de student, of u als begeleider, alle veranderingen in de map Mijn portfolio vanaf een
AdsmNSbeg11 doc1.0
27
• •
bepaald tijdstip kan bekijken en kan zien welke documenten nog niet zijn gelezen; eventueel een dossiermap, waarbinnen de student dossiers kan samenstellen; eventueel een of meer portfoliodelen, waarin de student alle eigen documenten kan beheren en (als hij daar permissie voor heeft) de administratieve documenten kan inzien die de organisatie bijhoudt over zijn studieresultaten en -voortgang.
Als de gebruikers in uw organisatie de beschikking hebben over portfolio's, kunt u hen op twee manieren begeleiden. Zo kunt u op ieder moment meekijken in de portfoliodelen van de studenten die u begeleidt, via de werkruimte Begeleiden. Hiernaast kunt u de assessmentdossiers met bestanden die gereed zijn voor beoordeling bekijken in de werkruimte Aangeboden dossiers, zodra de studenten deze dossiers hebben vrijgegeven. Verwijzing Zie hoofdstuk 4 Dossiers bekijken en beoordelen voor informatie over het bekijken van aangeboden dossiers.
Wat hebt u nodig? Om portfoliodelen te kunnen bekijken en wijzigen, en om wijzigingen in portfoliodelen te kunnen zien, hebt u: •
toegang tot de werkruimte Begeleiden nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend.
•
toegang tot portfoliodelen van een gebruiker nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_OTHER_PORTFOLIOS zijn toegekend en dient u deelnemer te zijn in de portfoliodelen van de gebruiker of uzelf bij het openen van de portfoliodelen als deelnemer toe te voegen. Dit laatste is mogelijk als u individueel begeleider bent van de gebruiker en de permissies Portfolio inzien en Portfolio beheren hebt, of als u over de functie MNGT_MODIFY_PORTFOLIOS beschikt. Verder dienen in uw deelnemersprofiel permissies te zijn ingesteld voor de acties die u wilt kunnen uitvoeren en dient u rechten te hebben op mappen waar u bij moet kunnen. Tip Als individueel begeleider van een gebruiker met de permissies Portfolio inzien en Portfolio beheren, ziet u alle portfoliodelen van de gebruiker. Met de functie MNGT_MODIFY_PORTFOLIOS ziet u alle portfoliodelen van alle gebruikers.
Tip Neem contact op met uw applicatiebeheerder als u niet over de juiste permissies beschikt.
Wat moet u doen? •
portfoliodelen bekijken (paragraaf 6.1)
AdsmNSbeg11 doc1.0
28
•
logboek volgen (paragraaf 6.2)
6.1 Portfoliodelen bekijken 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker bekijken. 4. Klik op de actie Portfolio openen
en kies Voortgang
.
Tip Wilt u eerst een overzicht van portfoliodelen bekijken, selecteer dan het tabblad Portfoliodelen (of Profiel en portfolio, als u ook toegang hebt tot competentieprofielen). U ziet nu alle portfoliodelen die u mag zien. 5. De map Mijn portfolio in het portfolio van de gebruiker wordt geopend met alle portfoliodelen waartoe u toegang hebt. Het primaire portfoliodeel wordt als eerste getoond. Over het algemeen zal dit het deel zijn waarin u kijkt. Klik op het plusje naast een portfoliodeel in het verkennerpaneel om het te openen. 6. Als u nog geen deelnemer bent in het portfoliodeel, krijgt u nu een melding om uzelf eerst als deelnemer toe te voegen. Klik op Ja om dat te doen. Koppel uzelf vervolgens aan een deelnemersprofiel: klik met de rechtermuisknop op het gewenste deelnemersprofiel en kies Leden , selecteer uzelf in het venster voor de selectie van toevoegen gebruikers en groepen en klik op OK. Verwijzing Kijk in bijlage 1 voor een uitgebreide instructie over het selecteren van gebruikers en groepen. Tip Indien gewenst, kunt u de rechten van uw deelnemersprofiel aanpassen of een nieuw deelnemersprofiel aanmaken: • Om de rechten aan te passen: klik met de rechtermuisknop op , vink de het deelnemersprofiel, kies Eigenschappen gewenste rechten aan en klik op OK. • Om een nieuw deelnemersprofiel aan te maken: Klik met de rechtermuisknop op de naam van het portfoliodeel, kies Nieuw . Geef vervolgens een naam op, kies het deelnemersprofiel type van het profiel, vink de gewenste rechten aan en klik op OK. 7. De onderdelen van het portfoliodeel worden in het verkennerpaneel getoond. U kunt deze onderdelen selecteren, of ze openen door op het bijbehorende plusje te klikken. Op deze manier kunt u door het portfoliodeel bladeren. Als voor het portfoliodeel is ingesteld dat er automatisch AdsmNSbeg11 doc1.0
29
studieroutemappen moeten worden aangemaakt, vindt u deze in de werkruimte-map (let op: deze kan anders heten in uw organisatie). U ziet alleen de mappen voor de studieroutes die de student volgt en waarvan u de begeleider bent. Als in het portfoliodeel een map Bibliotheekmappen beschikbaar is, kunt u binnen deze map studiemateriaal of algemene documenten bij het studiemateriaal plaatsen, zoals persoonlijke opleidingsplannen en activiteitenplannen. De map Bibliotheekmappen is een gezamenlijke map voor alle gebruikers die een portfoliodeel hebben op basis van hetzelfde portfoliosjabloon. 8. Verder kunt u in het portfoliodeel: • wijzigingen en ongelezen documenten bekijken • documenten bekijken en notities toevoegen • mappen aanmaken en documenten toevoegen en bewerken • het logboek volgen en berichten toevoegen 9. Met Bestand > Sluiten kunt u het portfoliovenster weer sluiten en terugkeren naar de werkruimte Begeleiden De volgende paragrafen behandelen het toevoegen en bewerken van documenten en het volgen en bijwerken van het logboek. Verwijzing Informatie over het bekijken van wijzigingen en ongelezen documenten en over het toevoegen van notities aan documenten kunt u vinden in de online help.
6.2 Documenten toevoegen en bewerken In mappen waarop u schrijfrechten hebt in een portfoliodeel kunt u documenten toevoegen en bewerken. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker .
en kies Portfolio openen
4. Open het gewenste portfoliodeel. 5. Als u schrijfrechten hebt op een map, kunt u: • een bestand, webpagina, website, Silverpoint, internetlink of materialenbank-link bewerken door er met de rechtermuisknop op , Bewerken , Bewerken te klikken en Lokaal bewerken , Bewerken met Website Editor met Webpagina Editor of Bewerken met Silverpoint te kiezen; • een nieuwe versie van een bestand, webpagina, website of Silverpoint die op uw pc of netwerk staat, uploaden door met de rechtermuisknop op het N@Tschool!-document te klikken en te kiezen; Uploaden
AdsmNSbeg11 doc1.0
30
•
•
•
een nieuw bestand uploaden van schijf door met de rechtermuisknop op de map te klikken en Uploaden te kiezen, of een nieuwe webpagina, website, Silverpoint, internetlink of materialenbank-link aanmaken door met de rechtermuisknop op de > Webpagina , Nieuw > map te klikken en Nieuw Website , Nieuw > Internetlink of Nieuw > te kiezen. Materialenbank-link eventueel een nieuw bestand, een nieuwe webpagina, website, Silverpoint, internetlink of materialenbank-link baseren op een sjabloon (Bestand > Nieuw > Van sjabloon). Tip In de map Bibliotheekmappen kunt u studiemateriaal of algemene documenten bij het studiemateriaal plaatsen, zoals persoonlijke opleidingsplannen en activiteitenplannen. De map Bibliotheekmappen is een gezamenlijke map voor alle gebruikers die een portfoliodeel hebben op basis van hetzelfde portfoliosjabloon.
6. Kies Bestand > Sluiten om terug te keren naar de werkruimte Begeleiden.
6.3 Logboek volgen In het logboek van een portfoliodeel kunt u berichten uitwisselen met de student en andere gebruikers die toegang hebben tot dat portfoliodeel. Of er een logboek beschikbaar is in een portfoliodeel, is afhankelijk van de definitie van het portfoliodeel. Of u het logboek kunt bekijken en bovendien zelf notities kunt maken in het logboek, hangt af van de permissies in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker .
en kies Portfolio openen
4. Open het gewenste portfoliodeel. 5. Selecteer Logboek als dit onderdeel aanwezig is. In het rechterpaneel verschijnt het logboek en de bijdragen daaraan van de andere deelnemers.
AdsmNSbeg11 doc1.0
31
Tip Kies Bestand > Verversen om ook de laatste logboekberichten te zien. 6. U kunt zelf een bijdrage toevoegen door te klikken op de link Nieuw logboekbericht. 7. Typ uw tekst in het berichtveld en klik op OK. Het bericht wordt toegevoegd aan het logboek. Let op U kunt een toegevoegd logboekbericht niet wijzigen of verwijderen. 8. Kies Bestand > Sluiten om terug te keren naar de werkruimte Begeleiden.
AdsmNSbeg11 doc1.0
32
7 Competentieprofielen inzien en bijwerken Het kan zijn dat er bij uw opleiding competenties zijn opgesteld die studenten moeten of kunnen verwerven, bijvoorbeeld door bewijsstukken aan te leveren of door bepaalde studieroutes af te ronden. Een verzameling competenties die een student zich eigen kan of moet maken, wordt een competentieprofiel genoemd. Binnen het competentieprofiel zijn de competenties geordend in een of meer tabellen, die ook wel competentiematrices worden genoemd. Hieronder ziet u een voorbeeld van een competentieprofiel, bestaande uit één competentiematrix.
Een student kan over meerdere competentieprofielen beschikken. Deze zijn ondergebracht in de map Mijn competentieprofielen in het portfolio van de student. Naast competentieprofielen bevat de map Mijn competentieprofielen ook een algemeen wijzigingenoverzicht, waarop de student, of u als begeleider, alle veranderingen in de map Mijn competentieprofielen vanaf een bepaald tijdstip kan bekijken. Als de gebruikers in uw organisatie werken met competentieprofielen, kunt u hen begeleiden door vanuit de werkruimte Begeleiden mee te kijken in hun competentieprofielen. Op deze manier kunt u de voortgang van de gebruikers volgen. Eventueel kunt u ook wijzigingen aanbrengen.
Wat hebt u nodig? Om competentieprofielen te kunnen bekijken en wijzigen, en om wijzigingen in competentieprofielen te kunnen zien, hebt u: •
toegang tot de werkruimte Begeleiden nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend.
AdsmNSbeg11 doc1.0
33
•
toegang tot de competentieprofielen van een gebruiker nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_OTHER_COMPETENCE_PROFILES zijn toegekend en dient u individueel begeleider van de gebruiker te zijn en de permissies Competentieprofielen inzien en Competentieprofielen beheren te hebben.
Wat moet u doen? • •
Competentieprofielen bekijken (paragraaf 7.1) Competentieprofielen wijzigen (paragraaf 7.2)
7.1 Competentieprofielen bekijken 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker bekijken.
en kies Voortgang
4. Klik op de actie Competentieprofielen openen
.
Tip Wilt u eerst een overzicht van competentieprofielen bekijken, selecteer dan het tabblad Competentieprofielen (of Profiel en portfolio, als u ook toegang hebt tot portfoliodelen). U ziet nu alle competentieprofielen van de gebruiker. 5. De map Mijn competentieprofielen in het portfolio van de gebruiker wordt geopend met alle competentieprofielen van de gebruiker. Selecteer in het verkennerpaneel om het te bekijken. een competentieprofiel U ziet in het rechterpaneel alle competenties uit dat profiel, gegroepeerd per competentiematrix. Bij elke competentie kunnen bovendien aanvullende criteria zijn opgenomen die de student kan of moet behalen. Bij de competenties en competentiecriteria staat tevens de status ervan vermeld. Zo kunt u zien hoever de student gevorderd is. De status van een competentiecriterium wordt aangeduid met een gekleurd blokje. In de legenda onder de competentiematrix kunt u zien voor welke status een bepaalde kleur staat. Het kan zijn dat van competenties alleen de status wordt getoond en u geen competentienamen ziet; u kunt de naam dan bekijken via de tooltip van de competentie. Eventueel kunt u via de tooltip ook een beschrijving van de competentie zien.
AdsmNSbeg11 doc1.0
34
Tip Als een competentieprofiel uit meerdere competentiematrixen bestaat en u alleen de informatie van een specifieke competentiematrix wilt weergeven, open dan het competentieprofiel in het verkennerpaneel en selecteer daaronder de gewenste competentiematrix . 6. Met Bestand > Sluiten kunt u het venster weer sluiten en terugkeren naar de werkruimte Begeleiden.
7.2 Competentieprofielen wijzigen Als u voldoende permissies hebt, kunt u het competentieprofiel van de gebruiker wijzigen. U kunt dan: • de status van competenties en bijbehorende competentiecriteria wijzigen; • logboekberichten toevoegen bij competenties; • bewijsstukken opnemen bij competenties om aan te tonen dat de competentie is behaald; • de gebruiker inschrijven op studieroutes die bij competenties worden aangeboden; • extra competenties toevoegen aan het competentieprofiel. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker . Competentieprofielen openen
en kies
De map Mijn competentieprofielen in het portfolio van de gebruiker wordt geopend met alle competentieprofielen van de gebruiker. 4. Selecteer het competentieprofiel dat u wilt wijzigen. 5. Klik op de competentie die u wilt wijzigen. Een venster verschijnt met de details van de competentie. 6. Om de gebruiker in te schrijven op een aangeboden studieroute of om de gebruiker uit een studieroutepublicatie te verwijderen, klikt u bovenaan het rechterpaneel op Studieroutes. Als de gebruiker op studieroutes is ingeschreven, ziet u deze onder het kopje Geselecteerde studieroutes. Als er studieroutes zijn waarop u de gebruiker nog kunt inschrijven, ziet u deze onder Beschikbare studieroutes. Om de gebruiker in te schrijven op een studieroute, klikt u op de link Toevoegen aan mijn selectie bij de gewenste studieroutepublicatie. De studieroutepublicatie wordt nu toegevoegd onder Geselecteerde studieroutes en kan door de gebruiker worden gevolgd vanuit zijn studieroutewerkruimte. Om de gebruiker uit een studieroute uit te schrijven, klikt u op de link Uit selectie verwijderen bij de studieroutepublicatie. De studieroutepublicatie komt nu weer onder Beschikbare studieroutes te
AdsmNSbeg11 doc1.0
35
staan en is niet meer beschikbaar in de studieroutewerkruimte van de gebruiker. Tips Voor een totaaloverzicht van alle studieroutes waarop de gebruiker is ingeschreven via de competenties uit het competentieprofiel, opent u het competentieprofiel in het verkennerpaneel en klikt u daaronder op Studieroutes. Om te zien welke competenties aan een bepaalde studieroute zijn en gekoppeld, klikt u op de menu-indicator bij de studieroute kiest u Gekoppelde competenties bekijken. 7. Om de status van de competentie of een competentiecriterium te wijzigen, selecteert u een andere status in respectievelijk de keuzelijst onder Status en de keuzelijst achter het competentiecriterium. Tips Deze statussen zijn onafhankelijk van elkaar, dat wil zeggen dat u bijvoorbeeld direct de status van de competentie op Behaald kunt zetten, zonder dat u de statussen van de competentiecriteria wijzigt. De namen van de statussen kunnen anders zijn, afhankelijk van hoe deze zijn gedefinieerd. 8. Om een logboekbericht toe te voegen, klikt u bovenaan het rechterpaneel op Logboek en klikt u op Nieuw bericht. Typ uw bericht in het dialoogvenster dat verschijnt en klik op OK om dit toe te voegen. Let op Een toegevoegd bericht kunt u niet meer wijzigen of verwijderen. 9. Om een bewijssstuk toe te voegen, klikt u bovenaan het rechterpaneel op Bewijsstukken. Klik vervolgens op de link Bewijsstuk toevoegen, selecteer de locatie van het bewijsstuk en klik op Bladeren.... Selecteer nu uw bewijsstuk: • Bij Lokale schijf: Selecteer een locatie in de materialenbank om uw bewijsstuk in op te slaan, klik op Browse..., selecteer een bestand van schijf, en klik op Open en OK om het toe te voegen in het venster Bewijsstuk toevoegen. • Bij een van de andere locaties: Selecteer een document of dossier uit N@Tschool! en klik op OK om dit toe te voegen in het venster Bewijsstuk toevoegen. In de competentie wordt nu een link opgenomen naar het document of dossier. Tip Eventueel kunt u een toelichting opnemen bij het bewijsstuk. Let op Doordat het document of dossier niet zelf wordt toegevoegd, maar er een link wordt opgenomen, zijn wijzigingen die later in het document of dossier worden aangebracht ook zichtbaar bij het bekijken van het
AdsmNSbeg11 doc1.0
36
document of dossier vanuit de competentie. Klik op OK om het bewijsstuk toe te voegen in het venster Competentiedetails. 10. Als u klaar bent, klik dan op OK om het venster te sluiten. Uw wijzigingen worden nu automatisch opgeslagen. 11. Om het competentieprofiel uit te breiden met extra competenties, klikt u met de rechtermuisknop op het competentieprofiel en kiest u . Competentie koppelen Het onderstaande dialoogvenster verschijnt:
Hierin kunt u competenties selecteren door eerst een competentiematrix te kiezen in de keuzelijst Competentiematrix en vervolgens in het vak Beschikbare competenties de gewenste competenties te selecteren en toe te voegen aan het vak Geselecteerde competenties. Dit laatste of of door op de competenties te doet u met de knoppen dubbelklikken. en of middels dubbelklikken in het vak Met de knoppen Geselecteerde competenties kunt u de toegevoegde competenties eventueel weer verwijderen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
37
Tips U kunt alleen de extra competenties verwijderen. Competenties die al deel uitmaakten van het competentieprofiel kunt u niet verwijderen. Als bij een competentie een beschrijving is opgenomen, kunt u deze bekijken door de competentie met de muis aan te wijzen. De beschrijving wordt als tooltip getoond. 12. Klik op OK om de competenties aan het competentieprofiel te koppelen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
38
8 Projecten begeleiden Studenten kunnen binnen N@Tschool! samenwerken in projecten. Dit doen zij in de werkruimte Mijn projecten als het project losstaand toegankelijk is, of in de werkruimte Mijn studieroutes als het project deel uitmaakt van een studieroute. Binnen een project kunnen de studenten in ieder geval: • • •
documenten uitwisselen en bewerken commentaar leveren op documenten communiceren met elkaar en met de begeleider door te mailen
Verder kunnen de deelnemers aan een project eventueel: • • • • • • •
aanvullende studiematerialen bekijken communiceren met elkaar en met de begeleider door een logboek bij te houden discussieren en communiceren via een forum hun mening over het verloop van het project geven door een thermometer in te stellen documenten in fasen inleveren om ze te laten beoordelen, of te tonen aan andere projectdeelnemers (‘faseproducten’) beoordelingen van de begeleider van het project, projectdeelnemers en faseproducten bekijken (en eventueel zelf beoordelingen geven) evaluaties van de begeleider van notities en faseproducten bekijken (en eventueel zelf evaluaties toevoegen)
Afhankelijk van de projectdefinitie hebt u in het aangemaakte project een aantal instrumenten waarmee u het project kunt volgen en sturen: • • •
wijzigingenoverzicht projectthermometers het logboek
AdsmNSbeg11 doc1.0
39
• • •
de projectfasering beoordelingen evaluaties
In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen van deze instrumenten en leest u hoe u ze kunt gebruiken. Verwijzing Deze handleiding beschrijft niet de evaluaties. Voor informatie hierover kunt u de online help raadplegen. Er zijn twee manieren waarop u naar een project kunt gaan dat u begeleidt: • via de werkruimte Mijn projecten: u gaat hier uit van het project en hebt direct toegang tot alle projecten waaraan u deelneemt. • via de werkruimte Begeleiden: u gaat hier uit van individuele gebruikers. Door een gebruiker te selecteren hebt u toegang tot de projecten van die specifieke gebruiker. Als u vervolgens een project opent hebt u dezelfde mogelijkheden als wanneer u het zou openen via de werkruimte Mijn projecten. In dit hoofdstuk wordt de toegang via de werkruimte Begeleiden beschreven.
Wat hebt u nodig? •
Om een project te begeleiden moet u als deelnemer zijn toegevoegd aan het project. Er moeten voldoende rechten zijn ingesteld in uw deelnemersprofiel.
Wat moet u doen? Bij het begeleiden van een project kunt u gebruikmaken van de volgende mogelijkheden: • • • • •
wijzigingenoverzicht (paragraaf 8.1) projectthermometers (paragraaf 8.2) logboek (paragraaf 8.3) projectfasering (paragraaf 8.4) beoordelingen (paragraaf 8.5)
8.1 Wijzigingenoverzicht bekijken De projectwerkruimte van een gebruiker bevat een algemeen wijzigingenoverzicht. Daarnaast heeft ook elk afzonderlijk project een wijzigingenoverzicht. U kunt hierop alle wijzigingen bekijken die in een bepaalde periode hebben plaatsgevonden of een overzicht weergeven van alle ongelezen documenten. Bovendien kunt u vanaf het wijzigingenoverzicht direct documenten bekijken en er eventueel notities en feedback aan toevoegen, of rechtstreeks naar een documentmap of logboek gaan. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden.
AdsmNSbeg11 doc1.0
40
2. Ga naar de contactgroep waarin de gebruiker zit van wie u de projecten wilt bekijken. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker bekijken. 4. Klik op de actie Projecten openen
en kies Voortgang
.
Tip Wilt u eerst een overzicht van de projecten van een gebruiker bekijken, selecteer dan het tabblad Projecten. U ziet nu alle projecten waarop u rechten hebt, gesorteerd op projectnaam. Verwijzing In de online help ziet u welke projecten precies worden getoond in het projectoverzicht. 5. De projectwerkruimte van de gebruiker wordt geopend met alle projecten waartoe u toegang hebt. 6. Voor wijzigingen en ongelezen documenten in alle projecten: klik in het verkennerpaneel direct onder Projecten op Wijzigingenoverzicht. Voor wijzigingen en ongelezen documenten in een specifiek project: open het project en klik daaronder op Wijzigingenoverzicht. 7. Wilt u de wijzigingen zien, kies dan in de keuzelijst Wijzigingen sinds het begintijdstip van de periode waarover u de wijzigingen wilt zien. U ziet nu alle wijzigingen die vanaf het gekozen tijdstip tot nu toe hebben plaatsgevonden. Klik op een documentlink om het betreffende document direct te bekijken en eventueel notities en feedback toe te voegen (zonder dat u naar het project gaat), of klik op een link naar een project, op de tekst ga naar bij een document of op de melding dat er logboekberichten zijn, om rechtstreeks naar dat project, de documentmap of het logboek te gaan. Tips Klik met de rechtermuisknop in het wijzigingenoverzicht en kies Verversen om ook de laatste wijzigingen te zien. In het notitieoverzicht bij een document dat u bekijkt, kunt u alle lezen, dat wil zeggen zowel toegevoegde notities de notities die voor iedereen zichtbaar zijn als uw privé-notities. Wilt u het overzicht beperken tot alleen uw privé-notities of de notities bij de huidige documentversie, kies dan rechtsbovenin respectievelijk Privé of Versie. Klik op Notities om weer alle notities weer te geven. U voegt als volgt een notitie toe: Typ uw tekst in het tekstvak Notitie toevoegen en selecteer eventueel een ander icoon om de aard van de notitie weer te geven (negatief
, neutraal
,
). Wilt u dat de notitie alleen door u kan worden gelezen positief en niet zichtbaar is voor andere gebruikers, vink dan bovendien de
AdsmNSbeg11 doc1.0
41
optie Privé-notitie aan. Klik vervolgens op Toevoegen. Sluit het documentvenster met het kruisje in de rechterbovenhoek. U geeft als volgt feedback: klik onder een bestaande notitie op de link Notitiefeedback, typ uw tekst in het tekstvak onder Notitiefeedback toevoegen, selecteer eventueel een ander icoon om de aard van de feedback weer te geven en klik op Toevoegen. Klik rechtsboven op de link Notities tonen om weer terug te keren naar het notitieoverzicht. (De teller achter de link Notitiefeedback onder een notitie geeft aan hoe vaak er feedback is gegeven op die notitie.) Sluit het documentvenster met het kruisje in de rechterbovenhoek. Let op: een toegevoegde notitie of toegevoegde feedback kunt u niet meer wijzigen of verwijderen. 8. Wilt u een overzicht van alle ongelezen documenten zien, kies dan in de keuzelijst Wijzigingen sinds: Ongelezen documenten. U ziet nu alle ongelezen documenten uit alle projecten of uit het project waarin u zich bevindt. Tip In de mappen in projecten zijn ongelezen documenten te herkennen doordat ze vetgedrukt worden weergegeven. Klik op een documentlink om het betreffende document direct te bekijken en eventueel notities en feedback toe te voegen (zonder dat u naar het project gaat) of klik op de tekst ga naar bij een document om rechtstreeks naar de documentmap te gaan.
8.2 Projectthermometers aflezen De deelnemers aan een project kunnen dagelijks middels het instellen van een projectthermometer, aangeven hoe ze de samenwerking en de voortgang in het project ervaren. Of er projectthermometers beschikbaar zijn in een project, is afhankelijk van de projectdefinitie. Of u uw eigen thermometer mag instellen en/of u thermometers van anderen mag bekijken, hangt af van de permissies in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarin de gebruiker zit van wie u de projecten wilt bekijken. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker .
en kies Projecten openen
4. Klik met de rechtermuisknop op het project en kies Thermometers
.
Een dialoogvenster Thermometers verschijnt. Hierin kunt u voor iedere dag sinds de start van het project de thermometerstand van elke projectdeelnemer afzonderlijk bekijken en van alle projectdeelnemers samen. De stand van de thermometers kan variëren van -5 tot en met +5. De kleur van de thermometer verloopt daarbij van rood via oranje en geel naar groen.
AdsmNSbeg11 doc1.0
42
5. Selecteer Projectthermometer in het linkerpaneel om de thermometerstanden van alle projectdeelnemers samen te bekijken. In het rechterpaneel worden de gemiddelde, minimum en maximum thermometerstand getoond. Tip Als u in het rechterpaneel een dag selecteert, kunt u in het onderste gedeelte bekijken welke deelnemers op die dag hun thermometer hebben ingesteld. 6. Selecteer een individuele gebruiker in het linkerpaneel om de thermometerstanden van die gebruiker te bekijken. 7. Sluit het venster door op het kruisje in de rechterbovenhoek te klikken.
8.3 Logboek volgen In het logboek kunnen de deelnemers aan een project opmerkingen noteren voor de andere deelnemers en voor hun begeleider. Of er een logboek beschikbaar is in het project, is afhankelijk van de projectdefinitie. Of u het logboek kunt bekijken en bovendien zelf notities kunt maken in het logboek, hangt af van de permissies in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarin de gebruiker zit van wie u de projecten wilt bekijken.
AdsmNSbeg11 doc1.0
43
3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker .
en kies Projecten openen
4. Selecteer Logboek als dit onderdeel aanwezig is. In het rechterpaneel verschijnt het logboek en de bijdragen daaraan van de andere deelnemers. Tip Kies Bestand > Verversen om ook de laatste logboekberichten te zien. 5. U kunt zelf een bijdrage toevoegen door te klikken op de link Nieuw logboekbericht. 6. Typ uw tekst in het berichtveld en klik op OK. Het bericht wordt toegevoegd aan het logboek. Let op U kunt een toegevoegd logboekbericht niet wijzigen of verwijderen. 7. Kies Bestand > Sluiten om terug te keren naar de werkruimte Begeleiden.
8.4 Fasering aanpassen U kunt de fasering van een project aanpassen door nieuwe fasen aan te maken. Of er sprake is van een projectfasering, is afhankelijk van de projectdefinitie. Of u de projectfasering mag aanpassen, hangt af van de permissies in uw deelnemersprofiel. Een nieuwe fase aanmaken 1. Ga naar Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarin de gebruiker zit van wie u de projecten wilt bekijken. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker .
AdsmNSbeg11 doc1.0
en kies Projecten openen
44
4. Klik met de rechtermuisknop op het onderdeel Fasering en kies Nieuw > Fase . Hiermee opent u het volgende dialoogvenster:
5. Geef een korte, eenduidige naam en eventueel een beschrijving op voor de fase. 6. Selecteer eventueel een begindatum en -tijd en een einddatum en -tijd voor de fase. Klik hiervoor in de betreffende velden, selecteer een datum uit de kalender of een tijd uit de keuzelijst en klik op OK. 7. Geef aan of dossiers vóór de begindatum mogen worden toegevoegd en of dossiers automatisch worden bevroren als de einddatum is verstreken door de betreffende vakjes aan te vinken. 8. Klik op OK. De fase verschijnt nu in het verkennerpaneel.
8.5 Beoordelingen geven Binnen een project kunnen beoordelingen worden gegeven aan de hele projectgroep of aan individuele deelnemers. Of beoordelingen beschikbaar zijn binnen het project, is afhankelijk van de projectdefinitie. Of u beoordelingen kunt geven, hangt af van de permissies in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Coaching > Begeleiden.
AdsmNSbeg11 doc1.0
45
2. Ga naar de contactgroep waarin de gebruiker zit van wie u de projecten wilt bekijken. 3. Klik op de menu-indicator bij de gebruiker .
en kies Projecten openen
4. Klik met de rechtermuisknop op het project en kies Beoordelingen
.
Het dialoogvenster Beoordelingen verschijnt:
5. Voor het beoordelen van het project, klikt u met de rechtermuisknop op het project. Voor het beoordelen van een deelnemer, klikt u met de rechtermuisknop op de deelnemer. Tip Als het dialoogvenster nog geen deelnemers bevat, verschijnt automatisch het venster Deelnemer toevoegen: klik hierin op Ja, selecteer de deelnemers die u wilt beoordelen en klik op OK. U kunt hierna op elk moment deelnemers toevoegen via Bestand > Deelnemer toevoegen.
Verwijzing Kijk in bijlage 1 voor een uitgebreide instructie over het selecteren van gebruikers en groepen. 6. Kies Nieuwe beoordeling
.
7. Geef een naam op voor de beoordeling, bijvoorbeeld Tussentijdse beoordeling, Eindbeoordeling of Opmerking. Klik vervolgens op OK. Een conceptversie van de beoordeling verschijnt in het rechterpaneel.
AdsmNSbeg11 doc1.0
46
Deze is nog niet zichtbaar voor de deelnemer(s). 8. Selecteer de aangemaakte beoordeling. Als er beoordelingscriteria zijn gedefinieerd, verschijnen deze nu onderaan in het rechterpaneel. 9. Vul bij elk beoordelingscriterium een waarde in of maak een keuze uit een keuzelijst. 10. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de beoordeling en kies om de beoordeling zichtbaar te maken voor de Publiceren projectdeelnemer(s). Tips Klik met de rechtermuisknop op de beoordeling en kies Bekijken om deze te bekijken. Een gepubliceerde beoordeling kunt u niet meer wijzigen. Verwijderen is wel mogelijk. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op de beoordeling en kies Verwijderen .
AdsmNSbeg11 doc1.0
47
9 Toetsen corrigeren De toetsomgeving kan worden gebruikt om te zien hoe ver een student is met de stof (formatief toetsen) of als beoordelingsinstrument (summatief toetsen). Ook kunnen vragen en toetsen als oefenmateriaal worden aangeboden. Zo kan bijvoorbeeld in N@Tschool! een interactief werkboek worden gerealiseerd met verwijzingen naar de theorie vanuit oefenvragen. Voor studenten heeft dit als voordeel dat ze met vragen kunnen oefenen op het moment dat het hen het beste uitkomt. Als een student een vraag of toets bij het studiemateriaal selecteert, wordt er een viewer geopend die de vraag of toets afspeelt. De student kan daarbij tips en diverse typen feedback krijgen. Als het gaat om een officiële toets, kan deze worden opgeslagen en opgestuurd om te worden nagekeken.
Het nakijken van toetsen kan zowel handmatig als automatisch gebeuren. In het laatste geval hebt u achteraf de mogelijkheid om de automatische correctie aan te passen.
Wat hebt u nodig? Om toetsen te kunnen corrigeren: •
hebt u de clientversie van N@Tschool! nodig; deze is vereist voor de beheerwerkruimten voor toetsen en voor toetscorrectie;
AdsmNSbeg11 doc1.0
48
•
hebt u toegang nodig tot de werkruimte Studierouteresultaten. Dit hebt u met de functie USER_ACCESS_COACH_RESULTS;
•
dient u begeleider te zijn in een publicatie van de studieroute die de toetsen bevat. U kunt dan de toetsen nakijken van alle deelnemers die aan de publicatie zijn gekoppeld.
Wat moet u doen? • •
toetsen handmatig corrigeren (paragraaf 9.1) resultaten van de automatische correctie bekijken en aanpassen (paragraaf 9.2)
Verwijzing Het is ook mogelijk een antwoordbestand met toetsantwoorden van studenten automatisch te laten nakijken. Dit doet u in de werkruimte Toetsverwerking. In de online help staat beschreven hoe u dit doet.
9.1 Toetsen handmatig corrigeren U kunt toetsen geheel of gedeeltelijk handmatig corrigeren en studenten feedback geven op hun antwoorden en het behaalde resultaat. 1. Ga naar Coaching > Studierouteresultaten. 2. Kies in de widget Studieroutes begeleider, bij Filter de optie waaronder de studieroute valt (Alles, Favorieten, Lopend, Afgerond of de studiebank) en typ bij Zoeken de beginletters van de studieroute tot deze verschijnt, of blader naar de studieroute. Klik vervolgens op de studieroute en selecteer in het verkennerpaneel de gewenste publicatie. Tip Welke opties bij Filter beschikbaar zijn, hangt af van de instellingen van de widget. Om de getoonde filteropties te wijzigen: klik op de menu-indicator , kies Bewerken en vink bij Filteropties de gewenste opties aan. 3. Selecteer het tabblad Toetsen en SCORM. U ziet een lijst van gebruikers die als deelnemer aan de publicatie zijn gekoppeld, met bij elke gebruiker de toets- en SCORM-gegevens. Elke toets uit de studieroute heeft een eigen kolom met velden voor de verschillende deelnemers. Als u het icoon Automatisch nagekeken en gepubliceerd ziet, gaat het om een toets die automatisch is gecorrigeerd.
in een veld
gaat het om een toets waarbij Bij Vereist handmatig nakijken ervoor is gekozen om de correctie niet automatisch te laten verlopen, of om een toets die slechts gedeeltelijk automatisch kon worden nagekeken omdat hij vragen bevat die niet geschikt zijn voor automatische correctie.
AdsmNSbeg11 doc1.0
49
Tips Aan de kleur van een toetsveld kunt u zien hoever de gebruiker is gevorderd met de toets. Verder toont het toetsveld eventueel de uitslag van de toets en iconen die de nakijkstatus en de uitslag aanduiden. In de legenda rechtsonder kunt u zien wat de betekenis van een bepaalde kleur of een bepaald icoon is. Van oefentoetsen, die niet kunnen worden ingeleverd, blijft het toetsveld wit. 4. Klik in het veld van een afgeronde toets die u wilt handmatig corrigeren, op het icoon Vereist handmatig nakijken . Het onderstaande venster met toetsresultaten verschijnt:
AdsmNSbeg11 doc1.0
50
Tip In het venster Toets nakijken kunt u bij selectie van de toets: • in het vak Toets en student een aantal toetsgegevens bekijken. Klik hiervoor op de plussen naast de kopjes. Zo vindt u onder Toetsingsgegevens gegevens over het maken van de toets, zoals de gebruikte tijd en het aantal keer dat de toets opnieuw is gestart. • in het vak Resultaten eventueel al een uitkomst van (gedeeltelijke) automatische correctie van de toets zien. 5. Open in het verkennerpaneel de toets en de eerste sectie en selecteer vervolgens de eerste vraag. In het vak Vraagstelling en antwoord ziet u de vraag, het goede antwoord op de vraag en het antwoord van de gebruiker. Tips Voor een overzicht van de resultaten per sectie, selecteert u in het verkennerpaneel de sectie. U ziet nu onder andere het vraagtype en de score op elke vraag. Wilt u andere gegevens zien van een vraag, vink dan in de titelbalk in het rechterpaneel een andere optie aan (Vraagstelling, antwoord en resultaat, Alleen vraagstelling of Alleen antwoord). Geef bij Vraagstelling, antwoord en resultaat bovendien aan of u de resultaten als goed/fout-indicatie, percentage of punten wilt tonen: klik op Scoring en kies de gewenste optie. (In een Likert-toets kunt u de score alleen als Likert-schaalpunten weergeven.) 6. Vul in het vak Scoring in voor hoeveel procent deze vraag goed is. Voeg eventueel een opmerking voor de gebruiker toe in het onderste paneel. 7. Selecteer de volgende vraag in het verkennerpaneel. 8. Als u alle vragen hebt nagekeken, selecteert u de toets in het verkennerpaneel en controleert u de status (toets behaald of niet) en het eindcijfer in het vak Resultaten. U kunt de status en het eindcijfer wijzigen en eventueel opmerkingen toevoegen. 9. Geef aan dat u klaar bent met het nakijken van de toets door de status in het veld Correctiestatus te wijzigen in Nagekeken. Deze status kunt u overigens altijd weer terugzetten naar Bezig met nakijken. Wilt u de resultaten definitief maken, wijzig dan de status van Nagekeken naar Resultaten gepubliceerd. Let op: het aanbrengen van wijzigingen is hierna niet meer mogelijk. om uw wijzigingen op te slaan en sluit het venster 10. Klik op het icoon met het kruisje in de rechterbovenhoek.
AdsmNSbeg11 doc1.0
51
9.2 Resultaten van de automatische correctie bekijken en aanpassen Een toets wordt automatisch nagekeken als er een correctieschema aan is gekoppeld, en als de juiste correctiemethode is geselecteerd. Tip Of er een correctieschema aan een toets wordt gekoppeld, wordt bepaald bij het ontwikkelen ervan. Zodra de studenten hun toets hebben gemaakt, kunt u de resultaten bekijken en, indien gewenst, aanpassen. Ook kunt u uw studenten extra feedback geven op hun antwoorden en op het toetsresultaat in zijn geheel. Het bekijken en eventueel wijzigen van automatisch gecorrigeerde toetsen gaat op dezelfde manier als is beschreven in de voorgaande paragraaf (Toetsen handmatig corrigeren). U dient dan echter te klikken op het icoon bij een toets met status Automatisch nagekeken in plaats van Vereist handmatig nakijken.
AdsmNSbeg11 doc1.0
52
Bijlage 1: Gebruikers en groepen selecteren Op diverse plaatsen in N@Tschool! kunt u gebruikers en/of groepen zoeken en selecteren, bijvoorbeeld om ze een bericht te sturen of permissie te geven bepaalde materialen in te zien. Dit doet u in het dialoogvenster Gebruikers en groepen selecteren (Let op: deze naam kan anders zijn, afhankelijk van de context waarin het venster wordt opgestart):
Deze bijlage legt uit hoe u gebruikers en groepen kunt zoeken en selecteren aan de hand van dit dialoogvenster. U kunt het dialoogvenster Gebruikers en groepen selecteren op verschillende manieren verkrijgen. Zo wordt het in de werkruimte Gebruikers en groepen beheren geopend als u leden toevoegt aan een groep met de menuoptie Bestand Nieuw > Leden toevoegen en in de werkruimte Mijn postkantoor als u in een nieuw bericht op Aan... klikt om ontvangers te selecteren. Het dialoogvenster kent een aantal manieren om te zoeken en selecteren (zoekmodi). Welke hiervan beschikbaar zijn, wordt bepaald door de werkruimte waarin u zich bevindt, de actie die u daar uitvoert en uw functionele rechten: Tip U kiest een zoekmodus via de keuzelijst rechtsboven in het dialoogvenster. •
Via de zoekmodus Zoeken kunt u zoeken naar alle gebruikers en groepen in N@Tschool!. U doet dit door zoekcriteria op te geven. Zo kunt u zoeken op (een deel van): de inlognaam, de naam van de gebruiker, de naam van de groep en/of de beschrijving van de groep. Daarnaast kunt u op eigenschappen van gebruikers en groepen (gekoppelde attributen) zoeken.
•
Via de zoekmodus Groepen verkennen kunt u zoeken naar alle gebruikers en groepen in N@Tschool!. Dit doet u door te bladeren door de groepenstructuur.
AdsmNSbeg11 doc1.0
53
•
Via de zoekmodus Mijn studieroutebegeleiders kunt u zoeken naar de begeleiders van de studieroutes die u volgt. Het zoekbestand bestaat uit alle begeleiders die zijn gekoppeld aan de studieroutes waaraan u deelneemt.
•
Via de zoekmodus Mijn studieroutestudenten kunt u zoeken naar de studenten die u begeleidt bij het volgen van studieroutes. Het zoekbestand bestaat uit alle studenten die zijn gekoppeld aan de studieroutes waarvan u begeleider bent.
•
Via de zoekmodus Mijn portfolio kunt u zoeken naar al uw portfoliodeelnemers. Het zoekbestand bestaat uit alle gebruikers die zijn gekoppeld aan deelnemersprofielen in portfoliodelen waarvan u de eigenaar bent.
•
Via de zoekmodus Portfoliobegeleiding kunt u zoeken naar alle studenten die u begeleidt doordat u begeleider bent in een portfoliodeel van die student. Het zoekbestand bestaat uit alle eigenaren van een portfoliodeel waaraan u deelneemt, ongeacht uw deelnemersprofiel.
•
Via de zoekmodus Mijn projecten kunt u zoeken naar al uw medeprojectdeelnemers. Het zoekbestand bestaat uit alle deelnemers die zijn gekoppeld aan de projecten waaraan u deelneemt. Dit kunnen zowel opzichzelfstaande projecten zijn, als projecten die zijn opgenomen in studieroutes.
•
Via de zoekmodus Mijn medestudenten kunt u zoeken naar al uw medestudenten. Het zoekbestand bestaat uit alle gebruikers en groepen die als student zijn gekoppeld aan de studieroutes die u volgt.
•
Via de zoekmodus Mijn contactpersonen kunt u zoeken naar al uw contactpersonen. Het zoekbestand bestaat uit gebruikers en groepen die u in de werkruimten Wie zijn online? en/of Begeleiden hebt toegevoegd aan uw contactenlijsten.
•
Via de zoekmodus Mijn groepenstructuren kunt u zoeken naar alle gebruikers en groepen die lid zijn van een hoofdgroep met onderliggende groepenstructuur, waarvan u ook deel uitmaakt. Het gaat hierbij om hoofdgroepen onder de groep Alle groepen in de werkruimte Gebruikers en groepen beheren. Als hoofdgroep A bijvoorbeeld de subgroepen A en B heeft en u alleen lid bent van subgroep A, dan ziet u niet alleen de leden van subgroep A, maar ook die van subgroep B.
•
Via de zoekmodus Mijn groepen kunt u zoeken naar alle gebruikers en groepen die lid zijn van groepen waarvan u ook direct of indirect lid bent. Het gaat hierbij om groepen onder de groep Alle groepen in de werkruimte Gebruikers en groepen beheren. Als hoofdgroep A bijvoorbeeld de subgroepen A en B heeft en u alleen lid bent van subgroep A, dan ziet u de leden van hoofdgroep A en subgroep A, maar niet die van subgroep B.
•
Via de zoekmodus Individuele begeleiding kunt u zoeken naar alle studenten waarvan u individueel begeleider bent. Het zoekbestand bestaat uit alle studenten waaraan u in de werkruimte Gebruikers en groepen beheren als begeleider bent gekoppeld.
AdsmNSbeg11 doc1.0
54
•
De zoekmodi Deelnemersprofielen, Sjabloon-deelnemersprofielen en Portfoliodeelnemers worden in de context van een bepaalde map getoond. Zo wordt Deelnemersprofielen in de context van een map in een project of portfoliosjabloon getoond, Sjabloon-deelnemersprofielen in de context van een map in een projectsjabloon, en Portfoliodeelnemers in de context van een map in een portfoliodeel. Via deze modi kunt u zoeken naar alle deelnemers van het geselecteerde project, projectsjabloon, portfoliosjabloon of portfoliodeel.
De volgende paragraaf beschrijft het zoeken en selecteren in de zoekmodus Zoeken. Verwijzing Informatie over de andere zoekmodi kunt u vinden in de online help.
Zoeken en selecteren in de zoekmodus Zoeken 1. Selecteer in de keuzelijst, rechtsboven in het dialoogvenster, de zoekmodus Zoeken. Het dialoogvenster ziet er nu als volgt uit:
Meestal zult u zoeken op de naam of beschrijving van gebruikers of groepen (zie stap 2 en 3). Het is echter ook mogelijk, via de geavanceerde zoekopties, te zoeken op eigenschappen van gebruikers en groepen (zie stap 4 t/m 6). U kunt beide mogelijkheden combineren; in dat geval worden alleen gebruikers en groepen weergegeven die aan beide zoekcriteria voldoen. Tip Voor de zoekmodus Zoeken is de functie USER_ALLOW_USERGROUP_SEARCH nodig. In de werkruimten Begeleiden
AdsmNSbeg11 doc1.0
55
en Wie zijn online? is hiernaast ook de functie USER_ALLOW_COACH_USERGROUP_SEARCH vereist. De geavanceerde opties zijn alleen beschikbaar voor gebruikers met het functionele recht USER_ALLOW_ATTRIBUTE_SEARCH. 2. Bepaal in het vak Zoeken in: in welk onderdeel of welke onderdelen van de gebruikers- of groepsgegevens u wilt zoeken. U kunt een of meer onderdelen aanvinken. Vinkt u Naam gebruiker en Inlognaam aan, dan bestaat het zoekresultaat uitsluitend uit gebruikers. Vinkt u Naam groep en Beschrijving groep aan, dan krijgt u uitsluitend groepen te zien. 3. Afhankelijk van wat u in de vorige stap hebt geselecteerd, typt u in het veld Zoeken naar: (een deel van) de naam van de gebruiker, de inlognaam, de naam van de groep of de beschrijving van de groep. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. 4. Klik op Geavanceerd als u (ook) wilt zoeken op eigenschappen van gebruikers of groepen. 5. Kies een attributenset uit de keuzelijst, met de attributen waarop u wilt zoeken. De attributen van de attributenset worden getoond. 6. Vul voor attributen waarop u wilt zoeken waarden in. Op attributen waarvoor geen waarden zijn ingevuld wordt niet gezocht. 7. Klik op Zoeken. In het rechterpaneel van het dialoogvenster verschijnen nu de gebruikers en groepen die voldoen aan de ingevulde selectiecriteria. Tips Klik met de rechtermuisknop op een gebruiker en kies Persoonlijke informatie om de persoonlijke informatie van de gebruiker te bekijken. U kunt de vakken in het venster vergroten of verkleinen door met de muis over de splitter tussen de vakken te bewegen tot u een dubbele pijl ziet. Klik vervolgens met de linkermuisknop en versleep de lijn. Klik op het handvat in het midden van de splitter als u deze helemaal naar de zijkant wilt opschuiven. Om gemakkelijker door de lijst met gebruikers en groepen in het rechterpaneel te bladeren, kunt u het aantal elementen per pagina anders instellen of gebruikmaken van de optie Snelzoeken. 8. Selecteer de gewenste gebruikers en/of groepen en klik op de enkelvoudige pijl om deze toe te voegen aan het selectievenster eronder. Met de dubbele pijl hevelt u alle gebruikers of groepen in een keer over. Tips U selecteert meerdere gebruikers en groepen tegelijk door de CTRLtoets ingedrukt te houden terwijl u de gebruikers en groepen een voor een aanklikt. Een aaneengesloten rij van gebruikers of groepen selecteert u door de eerste gebruiker of groep aan te klikken, de Shift-toets ingedrukt te houden en vervolgens de laatste gebruiker of groep aan te klikken.
AdsmNSbeg11 doc1.0
56
U kunt gemakkelijk verschillende manieren van zoeken combineren door andere zoekcriteria in te vullen of door een andere zoekmodus te kiezen. De gebruikers en groepen die u al had geselecteerd blijven in het selectievenster staan. Wilt u bepaalde gebruikers niet selecteren, dan verwijdert u ze uit het selectievenster door ze aan te klikken en op het icoon Geselecteerde elementen verwijderen te klikken. Om alle gebruikers uit het selectievenster te verwijderen, klikt u op Alle elementen verwijderen. 9. Klik op OK als u klaar bent.
AdsmNSbeg11 doc1.0
57