Uitgewerkt eindproduct bij het eindwerk: "Aan de slag met Ollie" Het uitwerken van een handleiding om de persoonlijke zelfredzaamheid van kinderen in de type 2 onderwijsvorm te bevorderen. Ann-Sophie Monstrey
"Aan de slag met Ollie"
1
"Aan de slag met Ollie"
2
"Aan de slag met Ollie"
3
Inleiding In deze handleiding vindt u verschillende therapiesessies omtrent "aan- en uitkleden, wassen en verzorging, eten en drinken”. Bij elke therapiesessies staan de groeilijnen beschreven zodat u kan zien op welke ontwikkelingsleeftijd de kinderen zelfstandig hun neus kunnen snuiten, broek kunnen aan -en uitdoen,… Alle therapiesessies zijn opgebouwd in dezelfde vorm: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Kennismaking met Ollie de olifant Kennismaking met de handeling Kennismaking met de visualisaties Uitvoeren van de handeling Materiële beloning uitdelen Diploma
Omdat alle onderdelen, uitgezonderd "1. kennismaking met de handeling" en "4. uitvoeren van de handeling" gelijk zijn, worden deze niet in elke therapiesessie opnieuw omschreven. Een volledig uitgeschreven therapiesessie kunt u vinden bij het voorbeeld. Dit zijn richtlijnen. De manier waarop u alles integreert binnen de therapie wordt zelf gekozen. Het is mogelijk om individueel of in groep te werken. Elke groep of leerling is anders en vraagt een andere aanpak. Het is dus belangrijk om vooraf de richtlijnen te lezen. Op deze manier kunt u een optimale therapievoorbereiding maken. Bij de handleiding horen: Map: visualisaties Map: observatielijsten Mascotte: Ollie de olifant CD "aan de slag met Ollie" Houten borden Opmerking: Ollie de olifant mag je zelf zoveel mogelijk integreren binnen je therapie. Je kan bijvoorbeeld de leerlingen Ollie zijn neus laten snuiten of ze kunnen Ollie zijn lichaam wassen. Alle visualisaties (afbeeldingen) komen uit volgende bron: MARIJKE, B. 2003. Je kind kan het zelf: Kinderen opvoeden tot zelfredzaamheid, Lannoo. Alle visualisaties (pictogrammen) komen uit volgende bron: www.sclera.be
"Aan de slag met Ollie"
4
Inhoudsopgave Voorbeeld uitgewerkte therapiesessie ....................................................................................................................................................................... 6 Aan- en uitkleden ........................................................................................................................................................................................................ 8 Therapiesessie: "Sluitingen (knoop, rits, gesp en velcro)" ....................................................................................................................................... 9 Therapiesessie: "Sluitingen” (veters knopen en strikken) ..................................................................................................................................... 11 Therapiesessie: "Broek aan -en uitdoen"............................................................................................................................................................... 13 Therapiesessie: "T-shirt aan -en uitdoen".............................................................................................................................................................. 15 Therapiesessie: "Jas aan -en uitdoen" ................................................................................................................................................................... 17 Therapiesessie: "Kousen aan -en uitdoen" ............................................................................................................................................................ 20 Wassen en verzorging ................................................................................................................................................................................................ 22 Therapiesessie: "Mond schoonmaken" ................................................................................................................................................................. 23 Therapiesessie: "Handen wassen" ......................................................................................................................................................................... 24 Therapiesessie: "Neus snuiten".............................................................................................................................................................................. 26 Therapiesessie: "Lichaam wassen + afdrogen" ...................................................................................................................................................... 28 Therapiesessie: "Toiletsituatie" ............................................................................................................................................................................. 31 Therapiesessie: "Tanden poetsen"......................................................................................................................................................................... 33 Eten en drinken .......................................................................................................................................................................................................... 36 Therapiesessie: "Tafelmanieren" ........................................................................................................................................................................... 37
"Aan de slag met Ollie"
5
Voorbeeld uitgewerkte therapiesessie Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: De knuffel "Ollie de olifant" wordt voorgesteld als een olifant die nu sterk en groot is maar die hiervoor een hele weg heeft afgelegd. Ollie wil nu samen met de leerling(en) oefenen om verschillende dingen alleen uit te voeren. Zodat zij ook groter en sterker worden. Indien Ollie al voorgesteld is: o Ollie de olifant wordt terug voorgesteld (Wie heb ik vandaag terug mee?) o Ollie vraagt aan de leerling(en) wat hij/zij de vorige keer heeft gedaan o De leerling(en) vertelt over de vorige therapie sessie 2. Kennismaking handeling De begeleider toont het materiaal dat nodig is om de handeling uit te voeren. De leerling(en) raadt wat hij/zij vandaag zal doen. De begeleider kan een gesprek starten rond de handeling. Voorbeelden: Wie snuit er zelf zijn neus? Wanneer snuiten wij onze neus? Wat gebruiken we om onze neus te snuiten? …
Zie de therapiesessies voor eventuele bijhorende oefeningen
3. Kennismaking van de visualisaties: De begeleider toont de afbeeldingen op het bord Voorstelling van de afbeeldingen (uitleggen wat erop staat) Enkele keren herhalen (voortonen met een zakdoek).
AFBEELDING 1: ....... AFBEELDING 2: ....... AFBEELDING 3: ....... AFBEELDING 4: ......
"Aan de slag met Ollie"
6
o
Bijhorende oefeningen (rekening houden met de leeftijd van de leerlingen): o Memorie: o De leerling(en) mag twee gelijke afbeeldingen zoeken en deze verwoorden. (Zie CD) o
Wat komt eerst?: o De afbeeldingen worden van het bord genomen en verdeeld onder de leerling(en). Deze mag hij/zij in de juiste volgorde op het bord kleven. Dit kan enkele malen herhaald worden. Indien de leerling(en) dit vlug onder de knie heeft, kan je die leerling alle afbeeldingen geven. Deze mag hij/zij op het bord plaatsen in de juiste volgorde en kunnen eventuele andere leerlingen controleren.
o
Logische volgorde: o De begeleider toont het houten bord. Hij overloopt en herhaalt de afbeeldingen. o De leerling(en) krijgt een kartonnen strook + de afbeeldingen met dikke lijnen eromheen. Deze mag hij/zij uitknippen, inkleuren en in de correcte volgorde opkleven. (Zie CD)
4. Uitvoering handeling: Zie de therapiesessies 5. Materiële beloning uitdelen:
De leerling(en) ontvangt een sticker van Ollie de olifant indien hij/zij goed meewerkt.
6. Diploma :
Indien de leerling(en) de handeling kan uitvoeren, ontvangt hij/zij een diploma! (zie CD)
"Aan de slag met Ollie"
7
Aan- en uitkleden
"Aan de slag met Ollie"
8
Therapiesessie: "Sluitingen (knoop, rits, gesp en velcro)" Groeilijn "Sluitingen" 1a en 1b 2,5 - 3 jaar
Kan werken met grote drukknopen en velcro Kan ritsen op en neer halen zonder het insteken Kan grote knopen openen
4- jarigen
Kan zelfstandig zijn rits openen en sluiten zonder het insteken Kan grote knopen en grote gespen openen en sluiten
Hoofddoelstelling: De handeling "knoop, rits, gesp en velcro openen en sluiten" zelfstandig kunnen uitvoeren Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 1a en 1b" Specifieke observatielijst "aan -en uitkleden (sluitingen)” Kledij met verschillende sluitingen (kan je zelf maken door verschillende sluitingen te hanteren op kledij.) Bijhorend materiaal: zie CD o Map "aan -en uitkleden" o Deelmap "sluitingen"
5 - 6 jaar
Kan de volledige ritssluiting en kleine knopen openen en sluiten Kan omgaan met gesp- en riemsluiting
6 jaar en ouder
Kan de twee ritssluitingen insluiten en de rits sluiten en openen Kan omgaan met knopen, drukknopen, gesp, riem,…
De visualisaties Knoop sluiten en openen AFBEELDING 1: We nemen met de ene hand de knoop vast tussen duim en wijsvinger en met de andere hand het knoopsgat AFBEELDING 2: We trekken de knoop doorheen het knoopsgat AFBEELDING 3: We nemen de knoop met de andere hand en we trekken hem verder AFBEELDING 4: Onze knoop is dicht! Rits sluiten AFBEELDING 1: We nemen met beide handen de twee delen van de ritssluiting vast AFBEELDING 2: We houden de twee delen van de ritssluiting naast elkaar AFBEELDING 3: We steken de twee delen van de ritssluiting in elkaar AFBEELDING 4: We trekken de ritssluiting naar boven Rits openen Zonder visualisatie (voortonen): We trekken de ritssluiting naar beneden We halen de twee delen van de ritssluiting uit elkaar
"Aan de slag met Ollie"
9
Velcro sluiten Zonder visualisaties (voortonen) We trekken de velcro (haakjes) door de opening We trekken de velcro (haakjes) stevig aan We plaatsen de velcro op de onderliggende velcro (lusjes) Velcro openen Zonder visualisaties (voortonen) We trekken de velcro van elkaar We halen de velcro door de opening Gesp sluiten Zonder visualisaties (voortonen) We trekken de riem door de metalen opening We trekken de riem stevig aan We duwen de metalen pin doorheen de opening in de riem We duwen de riem doorheen de sluiting Gesp openen Zonder visualisaties (voortonen) We trekken de riem uit de sluiting We trekken de riem omhoog en halen deze uit de metalen pin We trekken de riem doorheen de metalen opening
"Aan de slag met Ollie"
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “sluitingen openen en sluiten": zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 4. Uitvoering handeling "sluitingen openen en sluiten ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen met de kledij met verschillende sluitingen). De leerling(en) mag de handeling uitvoeren op de kledij met verschillende sluitingen. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 5. Materiële beloning uitdelen : zie voorbeeld
6. Diploma: zie voorbeeld
10
Therapiesessie: "Sluitingen” (veters knopen en strikken) Groeilijn "veters strikken" 2,5 - 3 jaar
Zelfstandig veters strikken behoort nog niet tot de mogelijkheden
4- jarigen
Kan schoenveters losmaken voor een maximale opening
Hoofddoelstelling:
De handeling “veters strikken” zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd)
Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 2" Specifieke observatielijst "aan -en uitkleden (sluitingen)” 5 touwen ( met plakband rond de uiteinden: het ene uiteinde in streepjesplakband, het andere uiteinde in effen plakband veter strikken.) 5 bladen met een schoen op (waarvan de gaatjes al doorgeprikt zijn) Kleurpotloden Kleefband Rijg-oefeningen Schoenen met veters (niet alle leerlingen hebben schoenen aan met veters) Bijhorend materiaal voor de oefeningen: zie CD o Map "aan- en uitkleden" o Deelmap "veters strikken"
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar Kan door oefening de techniek “veters strikken” verwerven
6 jaar en ouder
Kan zelfstandig veters strikken
De visualisaties Veters knopen AFBEELDING 1: We houden de schoen mooi voor ons (met de hiel naar de leerling gericht) AFBEELDING 2: We maken een kruis met de veters AFBEELDING 3: De bovenste veter kruipt onder de andere veter AFBEELDING 4: We trekken aan beide veters AFBEELDING 5: We trekken door tot we een mooie knoop hebben Veters strikken (1ste manier) AFBEELDING 1: We planten een boom (tussen duim en wijsvinger) AFBEELDING 2: In het bos zit een konijntje en het loopt rond de boom AFBEELDING 3: Het konijntje kruipt in zijn holletje AFBEELDING 4: We trekken aan zijn oortjes AFBEELDING 5: De schoen is klaar
Opmerking: Er zijn twee manieren om veters te strikken. Als de leerling(en) een andere manier heeft aangeleerd, mag hij/zij deze manier behouden. De handeling die binnen de therapiesessies wordt aangeleerd, is de “gemakkelijkste” handeling.
11
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “veters strikken": zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Maken van een eigen schoen o De leerling(en) mag een getekende schoen volledig inkleuren met kleurpotloden (zie CD vetergaten wel nog uitprikken. Dit kan je zelf doen of de leerling(en) laten uitvoeren). o De leerling(en) mag zijn/haar schoen uitknippen. o De leerling(en) krijgt een veter en deze mag hij/zij rijgen door de schoengaten van hun ingekleurde schoen (mits ondersteuning van de begeleider). o De veters zijn langs de uiteinden afgewerkt met kleefband (rond het ene uiteinde effen kleefband en rond het andere uiteinde gestreept kleefband). o De begeleider vertelt welk uiteinde de leerling(en) mag nemen (effen of gestreept) en doorheen welke opening hij/zij deze mag rijgen. o
Rijgoefening o De leerling(en) die moeite heeft met fijne motoriek en dus moeite om de veters te rijgen kan je enkele rijg-oefeningen geven.
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o “Linda leert veters strikken” (Auteur: Daniela, Kulot) o “Mijn veters zitten los” (Auteur: Keith, Faulkner) o “Wat een klas, die veters strikken” (Auteur: Brigitte, Minne) o Voorbeelden van interactieve vragen: o Wie helpt er het kindje? o Welke schoenen heeft hij aan? o ...
"Aan de slag met Ollie"
3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 4. Uitvoering handeling "veters strikken ": De begeleider benadert elke leerling individueel. De andere leerling(en) mag ondertussen vrij kleuren of rijg-oefeningen uitvoeren. De handeling wordt aangeleerd met het verhaal en de afbeeldingen. De begeleider toont eerst de handeling helemaal voor. Daarna mag de leerling de deelhandelingen die beschreven zijn via een verhaal één voor één uitvoeren. Eerst moet een deelhandeling gekend zijn vooraleer je de volgende deelhandeling uitvoert ( je kan eerst oefenen met de zelfgemaakte schoen, later met een echte schoen). Opmerking: Als je de handeling "schoenen knopen en strikken" voortoont aan een leerling, moet je erop letten dat de schoen met de hiel naar de leerling is gericht. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
12
Therapiesessie: "Broek aan -en uitdoen" Groeilijn "Broek aan -en uitdoen" 2,5 - 3 jaar
Duwt benen door broekspijp bij het aankleden Trekt kleding uit als deze losgeknoopt is. (het kind helpt vooral veel mee)
4- jarigen Het kind helpt nog steeds mee tijdens het aan- en uitkleden. Er wordt meer en meer zelf uitgevoerd
Hoofddoelstelling: De handeling "broek aan -en uitdoen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de pictogrammen "reeks 3" Specifieke observatielijst "aan -en uitkleden” Lange broek (meestal de broek van de leerling zelf) Kan je ook met een zwembroek of korte broek uitvoeren Tijdschriften A4 blad met het enkel het hoofd op van de leerling(en) Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "aan -en uitkleden" o Deelmap "broek aan -en uitdoen" Opmerking: De handeling “broek aan- en uitdoen” geldt ook voor onderbroek, korte of lange broek en zwemkledij.
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Kan zichzelf aan- en uitkleden (wel nog moeite met: voor, achter, binnen, buiten) Beheerst de techniek om kledij binnenstebuiten te keren
6 jaar en ouder
Kan zichzelf volledig zelfstandig aanen uitkleden
De visualisaties Aandoen AFBEELDING 1: We houden onze broek vast met onze duimen naar binnen AFBEELDING 2: Steek de linkervoet door de linkerbroekspijp (al zittend of rechtstaand) AFBEELDING 3: We steken onze rechtervoet doorheen de rechterbroekspijp (al zittend of rechtstaand) AFBEELDING 4: We trekken onze broek naar boven Uitdoen (zonder visualisaties, voortonen) Neem de broek vast met de duimen naar binnen en trek deze naar beneden (tot aan de voeten) Steek de linkervoet door de linkerbroekspijp (al zittend of rechtstaand) We steken onze rechtervoet doorheen de rechterbroekspijp (al zittend of rechtstaand) De broek is uit ! Opmerking: Tijdens het zwemgebeuren kan je de zwembroek en/of badpak leren aan en uitdoen. Hiervoor is dezelfde handeling nodig als “broek aan -en uitdoen”. Bij het badpak moet de leerling de armen nog in de bretellen steken. (inoefenen in een realistische situatie zoals het zwemgebeuren)
13
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “broek aan -en uitdoen": zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Opmerking: Dit zijn algemene oefeningen bij aan -en uitkleden (vooraleer je start met handelingen rond aan -en uitkleden voer je deze oefeningen uit. Bij de overgang naar een andere handeling rond aan -en uitkleden hoef je natuurlijk deze oefeningen niet meer uit te voeren. Tenzij er moeilijkheden waren ). o Aankleden van zichzelf: o Het hoofd van de leerling(en) kleef je op een A4 blad. De leerling(en) krijgt tijdschriften en hij/zij moet zichzelf aankleden in de goede volgorde, hij/zij mag niets vergeten. o
Het aankleden van een kindje (volgorde kledingsstukken): o De leerling(en) krijgt een afbeelding van een kindje met de daarbij horende kledingstukken. De leerling(en) mag de kledingstukken uitknippen en kleven in de goede volgorde op het kindje. (zie CD)
o
Lichaamsbesef: o Actief en passief o De begeleider toont een lichaamsdeel en de leerling mag dit benoemen (actief) o De begeleider vraagt waar een bepaald lichaamsdeel (vb. been) is en de leerling mag dit aanduiden (passief) o Versje: o Hoofd, schouders, buik en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, arm en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, ... (je kiest zelf welk lichaamsdeel je benoemt) en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o ...
"Aan de slag met Ollie"
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Aankleden met Fien en Milo" (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden kan ik zelf” (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden, muisje” (Rudolph, Aneth) o Voorbeelden van interactieve vragen: o Hoe doet dat kindje zijn kleren aan? o Wat doet dat kindje eerst aan? o Welke kleertjes heeft hij nu allemaal al aan? o Wie helpt er? o ...
3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld Opmerking: De leerling(en) mag ook eerst de rechtervoet doorheen de rechterbroekspijp steken. 4. Uitvoering handeling "broek aan -en uitdoen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen met een grote broek). De leerling(en) voert de handeling “broek aan -en uitdoen” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
14
Therapiesessie: "T-shirt aan -en uitdoen" Groeilijn "T-shirt aan -en uitdoen" 2,5 - 3 jaar
Steekt armen door mouwen bij het aankleden Trekt kleding uit als deze losgeknoopt is. (het kind helpt vooral veel mee)
4- jarigen
Het kind helpt nog steeds mee tijdens het aan- en uitkleden. Er wordt meer en meer zelf uitgevoerd
Hoofddoelstellingen: De handeling "T-shirt aan -en uitdoen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Aanleren volgorde kledij Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 4" Specifieke observatielijst "aan -en uitkleden” T-shirt (meestal de T-shirt van de leerling zelf) Kan je ook met een trui of kleedje uitvoeren Tijdschriften A4 blad met enkel het hoofd op van de leerling(en) Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "aan -en uitkleden" o Deelmap "T-shirt aan -en uitdoen" Opmerking: De handeling “T-shirt aan -en uitdoen” geldt ook voor een trui, jurk, en onderhemdje
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Kan zichzelf aan- en uitkleden (het aan -en uitkleden van de broek gebeurt wel nog al zittend) (nog moeite met: voor, achter, binnen, buiten) Beheerst de techniek om kledij binnenstebuiten te keren
6 jaar en ouder
Kan zichzelf volledig zelfstandig aanen uitkleden
De visualisaties Aankleden AFBEELDING 1: We nemen de T-shirt vast aan de boord van de onderachterkant AFBEELDING 2: We trekken de T-shirt boven ons hoofd AFBEELDING 3: We steken de rechterhand in de rechtermouw AFBEELDING 5: We steken onze linkerhand in de linkermouw AFBEELDING 4: We trekken onze T-shirt naar beneden. Uitkleden AFBEELDING1: Kruis je armen over je buik en neem de onderste boord van de T-shirt vast (met de duimen naar binnen) AFBEELDING 2: Doe je armen omhoog AFBEELDING 3: We strekken onze armen en trekken de T-shirt over ons hoofd AFBEELDING 4: We doen onze armen terug naar beneden AFBEELDING 5: We trekken de armen uit de mouwen
15
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant : zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “T-shirt aan -en uitdoen": zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Opmerking: Dit zijn algemene oefeningen bij aan -en uitkleden (vooraleer je start met handelingen rond aan -en uitkleden voer je deze oefeningen uit. Bij de overgang naar een andere handeling rond aan -en uitkleden hoef je natuurlijk deze oefeningen niet meer uit te voeren. Tenzij er moeilijkheden waren). o Aankleden van zichzelf: o Het hoofd van de leerling(en) kleef je op een A4 blad. De leerling(en) krijgt tijdschriften en moet zichzelf aankleden in de goede volgorde. Hij/zij mag niets vergeten. o
Het aankleden van een kindje (volgorde kledingsstukken): o De leerling(en) krijgt een afbeelding van een kindje met de daarbij horende kledingstukken. De leerling(en) mag de kledingstukken uitknippen en opkleven in de juiste volgorde. (zie CD)
o
Lichaamsbesef: o Actief en passief o De begeleider toont een lichaamsdeel en de leerling mag dit benoemen (actief) o De begeleider vraagt waar een bepaald lichaamsdeel (vb. been) is en de leerling mag dit aanduiden (passief) o Versje: o Hoofd, schouders, buik en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, arm en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, ... (je kiest zelf welk lichaamsdeel je benoemt) en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o ...
"Aan de slag met Ollie"
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Aankleden met Fien en Milo" (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden kan ik zelf” (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden, muisje” (Rudolph, Aneth) o Voorbeelden van interactieve vragen: o Hoe doet dat kindje zijn kleren aan? o Wat doet dat kindje eerst aan? o Welke kleertjes heeft hij nu allemaal aan? o Wie helpt er? o ...
3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld Opmerking: De leerling(en) mag ook eerst de rechterhand doorheen de rechtermouw steken. 4. Uitvoering handeling "T-shirt aan -en uitdoen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen met een grote T-shirt). De leerling(en) voert de handeling “T-shirt aan -en uitdoen” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
16
Therapiesessie: "Jas aan -en uitdoen" Groeilijn "jas aan -en uitdoen" 2,5 - 3 jaar
Kan een eenvoudige jas uittrekken Kan na verloop van tijd een eenvoudige jas zonder mouwen aantrekken (1ste manier) Kan sjaal en handschoenen uittrekken
4- jarigen Kan een jas uittrekken Trekt zijn jas aan met volgende strategie (1ste manier) Kan sjaal en handschoenen uittrekken en aantrekken
Hoofddoelstelling: De handeling "jas aan -en uitdoen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Aanleren volgorde kledij Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 5" Specifieke observatielijst "aan -en uitkleden” Jas (meestal de jas van de leerling zelf) Kan je ook met een fluojas of hemd uitvoeren Tijdschriften A4 blad met het enkel het hoofd op van de leerling(en) Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "aan -en uitkleden" o Deelmap "jas aan -en uitdoen" Opmerking: Sjaal, muts en handschoenen aan -en uitdoen kan je hierbij ook aanleren. Je kan de handeling voortonen zodat de leerling(en) deze kan nabootsen.
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Kan de jas aantrekken zoals een volwassene (2de manier) Kan de jas uittrekken
6 jaar en ouder Kan de jas zelfstandig aan -en uitdoen
De visualisaties Aandoen (1ste manier) AFBEELDING 1: We leggen de jas op de grond en we staan aan de kraag van de jas AFBEELDING 2: We steken beide handen door de jasmouwen. AFBEELDING 3: We doen de jas over ons hoofd AFBEELDING 4: We trekken onze jas mooi recht. Aandoen (2de manier) AFBEELDING 1: Houd de jas op ooghoogte en neem met de linkerhand de jas vast aan de kraag AFBEEDLING 2: Steek de rechterarm doorheen de rechtermouw AFBEELDING 3: Gebruikt de vrije linkerhand om de kraag over de schouder te trekken AFBEELDING 4: Steek de linkerhand doorheen de linkermouw AFBEELDING 5: Trek de jas mooi recht
17
Uitdoen: zonder pictogrammen (voortonen) We nemen met onze rechterhand de linkerkraag vast en we trekken de jas van onze linkerschouder We nemen met ons linkerhand de rechterkraag vast en trekken deze van de rechterschouder We trekken de jas met de rechterhand van de linkerschouder naar beneden We trekken de jas met de linkerhand van de rechterschouder naar beneden
o
Lichaamsbesef: o Actief en passief o De begeleider toont een lichaamsdeel en de leerling mag dit benoemen (actief) o De begeleider vraagt waar een bepaald lichaamsdeel (vb. been) is en de leerling mag dit aanduiden (passief) o Versje: o Hoofd, schouders, buik en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, arm en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, ... (je kiest zelf welk lichaamsdeel je benoemt) en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen ...
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Aankleden met Fien en Milo" (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden kan ik zelf” (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden, muisje” (Rudolph, Aneth) o Voorbeelden van interactieve vragen: o Hoe doet dat kindje zijn kleren aan? o Wat doet dat kindje eerst aan? o Welke kleertjes heeft hij nu allemaal aan? o Wie helpt er? o ...
Opmerking: De handeling “jas aan -en uitdoen” geldt ook voor hemd en fluojas Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “jas aan -en uitdoen": zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Opmerking: Dit zijn algemene oefeningen bij het aan -en uitkleden (vooraleer je start met handelingen rond aan -en uitkleden voer je deze oefeningen uit. Bij de overstap naar een andere handeling rond aan -en uitkleden hoef je natuurlijk deze oefeningen niet meer uit te voeren. Tenzij er moeilijkheden waren). o
Aankleden van zichzelf: o Het hoofd van de leerling(en) kleef je op een A4 blad. De leerling(en) krijgt tijdschriften en moet zichzelf aankleden in de juiste volgorde. Hij/zij mag niets vergeten.
o
Het aankleden van een kindje (volgorde kledingsstukken): o De leerling(en) krijgt een afbeelding van een kindje met de daarbij horende kledingstukken. De leerling(en) mag de kledingstukken uitknippen en opkleven in de juiste volgorde. (zie CD)
"Aan de slag met Ollie"
18
3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 4. Uitvoering handeling "jas aan -en uitdoen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen met een jas). De leerling(en) voert de handeling “jas aan -en uitdoen” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
"Aan de slag met Ollie"
19
Therapiesessie: "Kousen aan -en uitdoen" Groeilijn "kousen aan -en uitdoen" 2,5 - 3 jaar
Trekt de kousen zelf uit Trekt de kousen aan (hiel niet correct).
4- jarigen
Kan de kousen zelfstandig aan -en uittrekken nog moeite met: voor, achter, binnen, buiten
Hoofddoelstelling: De handeling "kousen aan -en uitdoen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Aanleren volgorde kledij Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 6" Specifieke observatielijst "aan -en uitkleden” Jas (meestal de jas van de leerling zelf) Kan je ook met een fluojas of hemd uitvoeren Tijdschriften A4 blad met het enkel het hoofd op van de leerling(en) Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "aan -en uitkleden" o Deelmap "jas aan -en uitdoen"
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Kan de kousen zelfstandig aan -en uittrekken nog moeite met: voor, achter, binnen, buiten
6 jaar en ouder
Kan de kousen zelfstandig aan -en uittrekken
De visualisaties Aandoen AFBEELDING 1: We nemen de kous vast met de punt naar beneden en de hiel onderaan (duimen naar de binnenkant) AFBEELDING 2: We brengen de voet naar de opening van de kous AFBEELDING 3: We trekken de kous over de hiel AFBEELDING 4 We trekken de kous helemaal op Uitdoen: zonder pictogrammen (voortonen) We brengen de handen naar de rand van de kous (met de duimen naar binnen) We schuiven de kous over de enkels naar beneden We trekken de kous over de hiel We trekken de kous volledig uit
20
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “kousen aan -en uitdoen": zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Opmerking: Dit zijn algemene oefeningen bij het aan -en uitkleden (vooraleer je start met handelingen rond aan -en uitkleden voer je deze oefeningen uit. Bij de overgang naar een andere handeling rond aan -en uitkleden hoef je deze oefeningen niet meer uit te voeren. Tenzij er moeilijkheden waren). o
Aankleden van zichzelf: o Het hoofd van de leerling(en) kleef je op een A4 blad. De leerling(en) krijgt een tijdschrift en hij/zij moet zichzelf aankleden in de juiste volgorde. Hij/zij mag niets vergeten.
o
Het aankleden van een kindje (volgorde kledingsstukken): o De leerling(en) krijgt een afbeelding van een kindje met de daarbij horende kledingstukken. De leerlingen mag de kledingstukken uitknippen en opkleven in de juiste volgorde. . (zie CD)
o
Lichaamsbesef: o Actief en passief o De begeleider toont een lichaamsdeel en de leerling mag dit benoemen (actief) o De begeleider vraagt waar een bepaald lichaamsdeel (vb. been) is, en de leerling mag dit aanduiden (passief) o Versje: o Hoofd, schouders, buik en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, arm en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o Hoofd, schouders, ... (je kiest zelf welk lichaamsdeel je benoemt) en been. En helemaal beneden zit mijn dikke teen o ...
"Aan de slag met Ollie"
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Aankleden met Fien en Milo" (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden kan ik zelf” (Auteur: Pauline, Oud) o “Aankleden, muisje” (Rudolph, Aneth) o Voorbeelden van interactieve vragen: o Hoe doet dat kindje zijn kleren aan? o Wat doet dat kindje eerst aan? o Welke kleertjes heeft hij nu allemaal aan? o Wie helpt er? o ...
3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 4. Uitvoering handeling "kousen aan -en uitdoen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen met een kous). De leerling(en) voert de handeling “kous aan -en uitdoen” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
21
Wassen en verzorging
"Aan de slag met Ollie"
22
Therapiesessie: "Mond schoonmaken" De handeling "mond schoonmaken" combineer je met de therapiesessie "Tafelmanieren" (zie pag. 37 voor verdere uitleg). Hoofddoelstellingen: De handeling "mond schoonmaken" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Weten wanneer de mond schoongemaakt moet worden Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de pictogrammen "reeks 12" Specifieke observatielijst “wassen en verzorging” Washand Wastafel of kom met water Bijhorend materiaal: zie CD o Map "wassen en verzorging" o Deelmap "mond schoonmaken" Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “mond schoonmaken": zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 4. Uitvoering handeling "mond schoonmaken ": De handeling "mond schoonmaken" leer je het best aan in een realistische situatie. Dit kan bijvoorbeeld na het eetgebeuren. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
De handeling "mond schoonmaken" combineer je dus met de therapiesessie "tafelmanieren". (zie pag. 37 voor verdere uitleg)
"Aan de slag met Ollie"
23
Therapiesessie: "Handen wassen" Groeilijn "handen wassen" 2,5 - 3 jaar
Kan de handen wassen door nabootsing (zeep op de handen doen, de wrijfbeweging uitvoeren)
4- jarigen Kan de handen wassen en de wrijfbeweging verloopt efficiënter
Hoofddoelstellingen: De handeling "handen wassen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 7" Specifieke observatielijst "wassen en verzorging" Wastafel of kom met water Zeep Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "wassen en verzorging" o Deelmap "handen wassen"
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Kan de handen volledig zelfstandig wassen
6 jaar en ouder Kan de handen volledig zelfstandig wassen
De visualisaties Handen wassen AFBEELDING 1: We openen de waterkraan AFBEELDING 2: We nemen de zeep en we zepen onze handen in AFBEELDING 3: We wrijven de zeep uit AFBEELDING 4: We spoelen de handen af, zodat de zeep volledig weg is AFBEELDING 5: We nemen een handdoek en we drogen de handen af
24
Opbouw van een therapiesessie: 7. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 8. Kennismaking handeling “handen wassen": zie voorbeeld 9. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 10. Uitvoering handeling "handen wassen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen met een kom water en zeep). De leerling(en) voert de handeling “handen wassen” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 11. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 12. Diploma: zie voorbeeld
"Aan de slag met Ollie"
25
Therapiesessie: "Neus snuiten" Groeilijn "neus snuiten" 2,5 - 3 jaar
Kan de handeling nog niet uitvoeren, de begeleider voert de handeling uit voor de leerling
4- jarigen
Beheerst meer en meer zelf de techniek om neus te snuiten
Hoofddoelstellingen: De handeling "neus snuiten" zelfstandig kunnen uitvoeren Weten wanneer neus moet gesnoten worden Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de pictogrammen "reeks 8" Specifieke observatielijst "wassen en verzorging" Zakdoek, lichte gekleurde doekjes, veertje, ballon of licht balletje Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "wassen en verzorging" o Deelmap "neus snuiten"
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Snuit zelfstandig de neus
6 jaar en ouder
Snuit zelfstandig de neus
De visualisaties Neus snuiten AFBEELDING 1: We nemen een zakdoek en we doen hem open AFBEELDING 2: We brengen de zakdoek naar onze neus en we snuiten ons linkerneusgat helemaal leeg AFBEELDING 3: We snuiten ons rechterneusgat helemaal leeg AFBEELDING 4: We kuisen onze neus af en we plooien onze zakdoek terug op
26
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “neus snuiten": zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Ademhalingsoefeningen o De begeleider toont een gekleurd doekje en gooit het in de lucht. Hij houdt één hand voor de mond en blaast het doekje weg door te ademen door zijn neus (dit kan je ook doen met een veertje of een ballon). De leerling(en) mag dit nadoen. Je kan er ook een wedstrijdje van maken door het doekje, veertje of ballon zo ver mogelijk weg te blazen zonder dat het tegen de tafel of de grond botst. o Ademhalingsoefeningen kan je ook op tafel uitvoeren. De begeleider toont een licht balletje en blaast het weg met haar neus (één hand voor haar mond). De bedoeling is om het balletje als eerste van tafel te laten rollen. De leerling(en) mag dit nadoen. o
4. Uitvoering handeling "neus snuiten": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen. De leerling(en) krijgt een zakdoek. De begeleider vraagt aan de leerling(en) of hij/zij zijn/haar neus eens wil snuiten (bij een propere neus, doet de leerling(en) alsof ). De leerling(en) voert de handeling “neus snuiten” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig.
Omdat de leerlingen soms niet weten wanneer ze hun neus moeten snuiten, moet je als begeleider tijdens het schoolgebeuren de leerling erop wijzen zijn/haar neus te snuiten indien nodig. Op deze manier zullen ze na een tijdje zelf aanvoelen wanneer ze hun neus moeten snuiten.
5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
Spiegeltje, spiegeltje o De begeleider haalt een spiegeltje boven. Hij houdt één hand voor zijn mond en blaast door zijn neus op de spiegel. Op deze manier ontstaat condens en kan je een tekening maken in de spiegel. De leerling(en) mag dit nadoen.
Opmerking: Eerst blazen doorheen beide neusgaten. Dan blazen door enkel linkerneusgat en dan door enkel rechterneusgat.
"Aan de slag met Ollie"
27
Therapiesessie: "Lichaam wassen + afdrogen" Groeilijn "lichaam wassen" 2,5 - 3 jaar Zelfstandig lichaam wassen + afdrogen nog niet mogelijk
4- jarigen
Zelfstandig lichaam wassen + afdrogen nog niet mogelijk
5 - 6 jaar
6 jaar en ouder
Zelfstandig lichaam wassen mogelijk mits ondersteuning van begeleider
Hoofddoelstellingen: De handeling "lichaam wassen + afdrogen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Weten op welke tijdstippen je best je lichaam moet wassen + afdrogen Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de pictogrammen "reeks 9" Specifieke observatielijst "wassen en verzorging" Handdoek, washand, douchegel, haarshampoo en een douche Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "wassen en verzorging" o Deelmap "lichaam wassen + afdrogen"
"Aan de slag met Ollie"
Zelfstandig lichaam wassen + afdrogen mogelijk (steeds minder hulp nodig van begeleider) Zelfstandig lichaam wassen + afdrogen zonder bijkomende ondersteuning ( vanaf 12 jaar)
PICTOGRAM 1: We nemen een washand PICTOGRAM 2: We nemen een badhanddoek PICTOGRAM 3: We nemen douchegel PICTOGRAM 4: We nemen haarshampoo PICTOGRAM 5:We douchen ons lichaam helemaal. We beginnen aan ons hoofd en we eindigen aan onze voeten We zepen ons gezicht, hals, oren in en wassen ze We zepen onze armen en oksels in en we wassen ze We zepen onze borst, schouders en rug in en wassen ze We zepen onze bips en buik in en wassen ze We zepen onze benen, voeten en tenen in en wassen ze PICTOGRAM 6:We wassen ons haar PICTOGRAM 7:We spoelen ons af PICTOGRAM 8:We drogen ons lichaam af. We beginnen aan ons hoofd en we eindigen aan onze voeten We drogen ons gezicht, hals en oren af We drogen onze armen en oksels af We drogen onze borst, schouders en rug af We drogen onze bips en buik af We drogen onze benen, voeten en tenen af We drogen ons haar af
28
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Wassen" (Auteur: Liesbet Segers) o "In bad" (Auteur: Pauline Oud) o "Ik wil niet in bad" (Auteur: "Jullie Seykens") o "Als beertje in bad gaat" (Auteur: "Micheline Bertrand") o Voorbeelden van interactieve vragen: o Wat doet hij allemaal in bad? o Wie wast er zijn haar? o Heeft hij alles mee naar de badkamer?
o
Waarom lichaam wassen? o De begeleider vraagt aan de leerling(en) wanneer hij/zij zich wast. o De begeleider vertelt dat ze zich best elke morgen of avond wassen. Natuurlijk moet de leerling(en) zich ook wassen als hij/zij vuil is (door bijvoorbeeld buiten te spelen). Dit wordt veel herhaald tijdens de therapiesessies zodat ze het onthouden.
2. Kennismaking handeling “Lichaam wassen + afdrogen": zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Wat is er weg? o De begeleider legt een handdoek, washand, douchegel en haarshampoo neer en verstopt dan één of meerdere voorwerpen. De leerling(en) zie t en verwoordt wat er weg is. o De leerling(en) mag een voorwerp wegnemen. De anderen zien en verwoorden wat er weg is.
o
o
De bom o Eén leerling draait zich om en de begeleider duidt een voorwerp aan (vb. washand) en dit is dan de bom. De leerling mag zich terug omdraaien en mag één voor één een voorwerp weghalen dat hij (zij) benoemt. Hij/zij moet proberen zoveel mogelijk voorwerpen weg te nemen zonder de bom aan te raken. Bij het nemen van de bom zeggen de anderen "BOEM". Dan begint het spel opnieuw. Kleuren: o De leerling(en) mag een tekening inkleuren rond lichaam wassen + afdrogen. De begeleider vraagt wat hij/zij inkleurt (vb. washand, douchegel,...). (zie CD)
"Aan de slag met Ollie"
4. Uitvoering handeling "lichaam wassen + afdrogen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen. Al het materiaal ligt op tafel en één leerling mag alles halen wat hij/zij nodig heeft om zijn /haar lichaam te wassen (dit kan je moeilijker maken door er materiaal tussen te leggen die hij/zij niet nodig heeft ). De leerling mag rechtstaan en doen alsof hij in de badkamer is en zich doucht. De leerling(en) voert de handeling “lichaam wassen en afdrogen" uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig.
29
Na het oefenen:
De handeling "lichaam wassen + afdrogen" leer je het best aan in een realistische situatie. Dit wordt individueel gedaan (respect houden met de eigenwaarde van de leerling). De leerling wordt begeleid naar de douchekamer en voert de handeling uit mits ondersteuning van de begeleider. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
"Aan de slag met Ollie"
30
Therapiesessie: "Toiletsituatie" Groeilijn "toiletsituatie " 2,5 - 3 jaar
Zelfstandig toiletbezoek is nog niet mogelijk Het gebruik van toiletpapier is nog niet verworven
4- jarigen
Toilet- en papiergebruik gebeuren meer en meer zelfstandig Steeds wijzen op doorspoelen en wassen van de handen na het toiletbezoek.
Hoofddoelstellingen: De handeling "naar het toilet gaan" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd)
Opmerking:
De leerling(en) moet zindelijk zijn voor het uitvoeren van deze therapiesessie
Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de pictogrammen "reeks 10" Specifieke observatielijst "wassen en verzorging" WC-papier, toilet en lavabo Kartonnen strook Bijhorend materiaal: zie CD o Map "wassen en verzorging"
o
5 - 6 jaar
Zelfstandig toiletgebruik is mogelijk
6 jaar en ouder
Zelfstandig toiletgebruik is mogelijk
De visualisaties Naar het toilet gaan PICTOGRAM 1: We doen onze broek en onderbroek naar beneden PICTOGRAM 2: We doen onze behoefte (we plassen of maken een hoopje) PICTOGRAM 3: We vegen onze bips af (van voor naar achteren) PICTOGRAM 4: We spoelen door PICTOGRAM 5:We wassen onze handen
Opmerking: "We doen onze broek en onderbroek naar beneden", deze handeling wordt aangeleerd bij therapiesessies "broek aan- en uitdoen".
Deelmap "toiletsituatie"
"Aan de slag met Ollie"
31
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “naar het toilet gaan": zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld o Bijhorende oefeningen: o Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Jules op het toilet" (Auteur: Annemie, Berebrouckx) o “Saar op de WC” (Auteur: Pauline, Oud) o “Op de grote WC” (Kathleen, Amant) o Voorbeelden van interactieve vragen: o In welke kamer zit het kindje? o Heeft hij zijn handen gewassen? o Wie helpt er? o ... o
Wanneer naar het toilet? o De begeleider vraagt aan de leerlingen wanneer ze naar het toilet gaan. o De begeleider vertelt dat ze best elke morgen voor ze naar school vertrekken, elke speeltijd en na de school naar het toilet gaan. (dit moet je vele malen herhalen tijdens de therapiesessies zodat ze dit zeker onthouden)
"Aan de slag met Ollie"
4. Uitvoering handeling "naar het toilet gaan ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen (voortonen op een stoel). De leerling(en) voert de handeling “naar het toilet gaan” uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. Na het oefenen: De handeling "naar het toilet gaan" leer je het best aan in een realistische situatie. Dit wordt individueel gedaan (respect houden met de eigenwaarde van de leerling). Als de leerling na de middag therapie heeft, kan hij even stoppen voor een toiletbezoek. De begeleider ondersteunt de leerling indien nodig tijdens deze handeling. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig.
5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
32
Therapiesessie: "Tanden poetsen" Groeilijn "tanden poetsen " 2,5 - 3 jaar
Deze taak is overwegend voor de ouders weggelegd Eventueel kunnen kleuters hun beker en tandenborstel wegnemen en terugzetten De kinderen ondergaan de handeling en werken mee (mond open, mond spoelen, afdrogen) Het spoelen van de mond vergt enige speelse oefening
4- jarigen
Zelfstandig tanden poetsen behoort nog niet tot de mogelijkheden De inbreng van de kleuter wordt groter (beker en tandenborstel halen en opbergen, beker vullen met water, poetsen onder begeleiding, mond spoelen en afdrogen, tandenborstel reinigen)
Hoofddoelstellingen: De handeling "tanden poetsen" zelfstandig kunnen uitvoeren (rekening houdend met de ontwikkelingsleeftijd) Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de afbeeldingen "reeks 11" Specifieke observatielijst "wassen en verzorging" Kommetjes met water Tandenborstels, tandpasta's en bekers Drie oude tandenborstels + verf Snoep en fruit Kartonnen stroken Bijhorend materiaal voor de oefeningen: zie CD o Map "wassen en verzorging" o Deelmap "tanden poetsen"
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Visuele ondersteuning is nuttig voor correct gebruik. Op deze manier is zelfstandig poetsen mogelijk
6 jaar en ouder
Zelfstandig tanden poetsen
De visualisaties Tafelmanieren AFBEELDING 1: We draaien de tandpasta open AFBEELDING 2: We doen tandpasta op de tandenborstel AFBEELDING 3: We poetsen onze tanden AFBEELDING 4: We spoelen onze mond AFBEELDING 5: We spugen het water in de wastafel
33
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld
o
Verhalen (interactief voorlezen: verschillende vragen stellen over de prenten in het boek) o "Freddie bij de tandarts" (Auteur: Nicola Smee) o “Anna poetst haar tanden” (Auteur: Kathleen Amant) o “De tandarts” (Auteur: Liesbet Segers) o “Tanden poetsen” (Auteur: Helga Warmels en Barbara de Wolf) o “De kiezenkrakers” (Auteur: Eve Tharlet & Tandarts Reiko) o Voorbeelden van interactieve vragen: o Wie is de meneer in de witte jas? o Wie is die andere mevrouw? o Waarvoor dient die stoel ? o Zit er iemand op de stoel? o Waar kijkt de tandarts naar? o Gebruikt een tandarts apparaten? o Waarom doet hij dat? o "Ollie leert zijn tanden poetsen” (Zie CD)
o
Schilderen met de tandenborstels: o De leerling(en) mag met oude tandenborstels een tekening op A3 formaat inschilderen (op een poetsende manier van boven naar onder en van links naar rechts). (zie CD)
2. Kennismaking handeling “tanden poetsen" zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld De begeleider toont een toiletzak (hierin zit een handdoekje, tandenborstel, beker en tandpasta) en de leerling(en) raadt wat erin zit. Indien alles geraden is, mag de leerling(en) ook voelen en eventueel ruiken aan de voorwerpen (vb. ruiken aan de tandpasta, voelen aan de haren van de tandenborstel, …). o
Bijhorende oefeningen: o Wat is er weg? o De begeleider verstopt één of meerdere voorwerpen (toiletzak, tandenborstel, beker, tandpasta en handdoekje) en de leerling(en) verwoordt wat er weg is. o De leerling(en) mag zelf meester spelen en neemt een voorwerp(en) weg. De andere leerling ziet en verwoordt wat er weg is. o
De bom: o Eén leerling draait zich om en de begeleider duidt een voorwerp aan (vb. tandenborstel) dat de bom voorstelt. De leerling mag zich terug omdraaien en probeert zoveel mogelijk voorwerpen weg te nemen zonder de bom aan te raken. Bij het nemen van de bom zeggen de anderen "BOEM". Dan begint het spel opnieuw.
"Aan de slag met Ollie"
34
o
Gezond ongezond o De begeleider legt snoep, chocolade, fruit ,… en 2 kommen op tafel. De leerling(en) mag iets kiezen en in de juiste kom leggen (kom 1: gezond voor de tanden, kom 2: ongezond voor de tanden). o De leerling(en) krijgt twee bladen A3 formaat waarop een mond staat getekend. De leerling(en) mag in tijdschriften kijken en uitknippen wat gezond en ongezond is voor de tanden. Deze prenten moet hij/zij in de juiste mond kleven. (zie CD) o De begeleider vraagt aan de leerling(en) waarom zij/hij zijn/haar tanden poetst. o De begeleider herhaalt nadien wat er in de monden gekleefd is.
"Aan de slag met Ollie"
4. Uitvoering handeling "tanden poetsen ": De begeleider toont de handeling voor aan de leerling(en). Door middel van visualisaties overloopt hij alle deelhandelingen. De leerling(en) voert de handeling “tanden poetsen" uit mits ondersteuning van de begeleider indien nodig. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig. 5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma (zie voorbeeld) + tandenpoetskalender Tandenpoetskalender o De begeleider geeft uitleg bij de tandenpoetskalander: “Deze kalender krijgen jullie straks mee naar huis. Alle dagen van de week staan erop (aanduiden). Bij elke dag staat een zonnetje en een maantje. Als je ’s morgens je tanden hebt gepoetst mag je de zon inkleuren. Bij het tanden poetsen ’s avonds mag je de maan inkleuren. Indien alle zonnetjes en maantjes ingekleurd zijn, ontvangen jullie een diploma!”
35
Eten en drinken
"Aan de slag met Ollie"
36
Therapiesessie: "Tafelmanieren" Groeilijn "tafelmanieren " Tafelmanieren omvatten : Drinken uit beker/glas/brik/blik en/of fles Eten met een lepel Eten met mes en vork Rekening houden met de beleefdheidsnormen aan tafel Houding verzorgen aan tafel + mond schoonmaken na de maaltijd 2,5 - 3 jaar
Zelfstandig drinken Eten met een lepel
4- jarigen
Zelfstandig drinken Beginnen om te gaan met vork en mes
Hoofddoelstellingen: Leren eten met een lepel, vork en mes (correct hanteren van lepel, vork en mes) Leren drinken uit een beker/glas Leren omgaan met gepaste normen en waarden aan tafel (vb. met mond dicht eten) Leren een correcte houding aannemen aan tafel Mond leren schoonmaken na de maaltijd (rekening houden met de ontwikkelingsleeftijd)
"Aan de slag met Ollie"
5 - 6 jaar
Eten met vork en mes Hanteren van vork en mes op correcte wijze
6 jaar en ouder
Kan zelfstandig eten en drinken
Benodigdheden: Knuffel "Ollie de olifant" Stickers "Ollie de olifant" Houten bord met de pictogrammen "reeks 12" Specifieke observatielijst "eten en drinken" Onderlegger Vork, mes, lepel en beker Kan met water Bijhorend materiaal voor de oefeningen: zie CD o Map "eten en drinken" o Deelmap "tafelmanieren"
37
De visualisaties Tafelmanieren PICTOGRAM 1: Vork, mes en lepel juist hanteren PICTOGRAM 2: Eten met gesloten mond PICTOGRAM 3: Houding verzorgen aan de tafel PICTOGRAM 4: Mond schoonmaken
Opmerking: Het zijn pictogrammen waar alle elementen rond tafelmanieren op staan. De pictogrammen worden in deze therapiesessie vooral gebruikt om de leerlingen op goede tafelmanieren te wijzen (tijdens de oefening “Rollenspel”). De handeling zelf wordt uitgeoefend in een realisatie situatie.
Opbouw van een therapiesessie: 1. Voorstelling Ollie de olifant: zie voorbeeld 2. Kennismaking handeling “tafelmanieren": zie voorbeeld 3. Kennismaking van de deelhandelingen (met of zonder visualisaties): zie voorbeeld 4. Uitvoering handeling "tafelmanieren": De begeleider legt alle visualisaties uit aan de leerling(en).
Rollenspel De begeleider toont iets voor aan tafel (correcte of verkeerde manier van mes vasthouden, …) en de leerling(en) verwoordt aan de hand van de pictogrammen wat correct of verkeerd is.
Na het oefenen: De handeling "tafelmanieren" leer je het best aan in een realistische situatie. Dit kan gebeuren tijdens de maaltijdbegeleiding. De leerlingen worden hierbij ondersteund door de begeleider. Als de leerling(en) de handeling uitvoert, kan je deze controleren met de specifieke observatielijst en corrigeren waar nodig.
5. Materiële beloning uitdelen: zie voorbeeld 6. Diploma: zie voorbeeld
"Aan de slag met Ollie"
38