Aan de Gemeenteraad
raad
: 29 september 2011
Status
: Opiniërend
Punt no.
: 16
Onderwerp : Vaststelling lijst met categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) hoeft te worden afgegeven
Korte toelichting Door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) per 1 oktober 2010 zijn de mogelijkheden veranderd om activiteiten die in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan toch toe te staan. Met de komst van de Wabo is het projectbesluit, zoals opgenomen in de Wro, vervallen; hiervoor in de plaats komt de (project)afwijkingsprocedure (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo). De bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning ligt bij het college van burgemeester en wethouders. In het kader van een (project)afwijkingsprocedure moet het college uw raad om een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen (vvgb) verzoeken. Om uw raad niet met onnodige administratieve procedures en besluitvorming te belasten en de procedure voor op voorhand acceptabele plannen te versnellen, wordt voorgesteld om op grond van artikel 6.5 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een lijst met categorieën van gevallen vast te stellen, waarin uw raad aangeeft dat voor die gevallen geen vvgb is vereist.
Nadere toelichting Wat is een Wabo-vergunning? Op 29 september 2010 zijn uw raadsleden geïnformeerd over de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) tijdens een bijeenkomst in het gemeentehuis te Kollum. Met de Wabo wordt getracht om de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven met betrekking tot het aanvragen van vergunningen te verminderen door diverse vergunningen te bundelen tot één vergunning: de omgevingsvergunning. Deze wetswijziging heeft een aantal praktische gevolgen voor de gemeente. Zo heeft u onder andere al een aangepaste legesverordening vastgesteld en eveneens de APV aangepast. Strijdigheid met het bestemmingsplan en mogelijkheid tot afwijking Indien een aanvraag om omgevingsvergunning niet past binnen de gebruiks- of bouwregels uit het geldende bestemmingsplan, heeft het college de mogelijkheid om de vergunning desondanks toch te verlenen. In eerste instantie wordt bekeken of er binnenplans (in het bestemmingsplan) een afwijkingsmogelijkheid is. Daarna wordt gekeken of buitenplans, op grond van de limitatieve lijst van gevallen (Bijlage II Hoofdstuk IV, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht), de zogenaamde ‘kruimellijst’, kan worden meegewerkt. Deze kruimellijst was voorheen gebaseerd op artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening en dáárvoor artikel 19, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op beide bovengenoemde afwijkingsmogelijkheden is de reguliere procedure van toepassing (maximale beslistermijn voor de omgevingsvergunning is 8 weken). Kan van bovengenoemde afwijkingsmogelijkheden geen gebruik worden gemaakt, dan biedt -in derde instantie- artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3° van de Wabo de mogelijkheid voor een projectafwijkingsprocedure. Indien de voorgenomen afwijking ten behoeve van een activiteit (de Wabo spreekt van ‘activiteiten’ als verzamelnaam voor zaken waarvoor de vergunningplicht geldt) van een goede ruimtelijke onderbouwing is voorzien, kan de omgevingsvergunning worden verleend, nadat de uitgebreide procedure is doorlopen.
Raad : 29 september 2011
Punt no.: 16
Blad: 2
Voorwaarde in de procedure is dat de gemeenteraad een zogenaamde ‘verklaring van geen bedenkingen’ (vvgb) afgeeft. Deze nieuwe bevoegdheid van de raad houdt dus in dat de raad een verklaring afgeeft aan burgemeester en wethouders, op basis waarvan dit college omgevingsvergunning voor de activiteit kan verlenen. Als de raad besluit de vvbg te weigeren, dan moet ook de omgevingsvergunning door het college worden geweigerd. De vvgb maakt dus integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning. Een weigering tot het afgeven van een vvgb dient door de raad draagkrachtig en deugdelijk te worden gemotiveerd, dat wil zeggen met ruimtelijk relevante argumenten. Voorheen, bij het projectbesluit ex artikel 3.10 Wro, kon de bevoegdheid door de raad aan burgemeester en wethouders worden gedelegeerd. Nu is er dus de figuur van een verklaring van geen bedenkingen, terwijl burgemeester en wethouders bevoegd zijn op de aanvraag om een omgevingsvergunning te beslissen. Er is nu dus sprake van een gedeelde bevoegdheid. Bovendien was het projectbesluit in principe kaderstellend (trad in de plaats van het bestemmingsplan, werd het nieuwe toetsingskader voor bouwaanvragen), terwijl het onder de Wabo gaat om concrete, uitvoeringsgerichte besluiten op een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Procedure omgevingsvergunning met projectafwijking Bij strijdigheid met het bestemmingsplan zal het college van burgemeester en wethouders afwegen of er een mogelijkheid bestaat om af te wijken. Kan dit niet via binnenplanse afwijking of de kruimellijst, dan is er de mogelijkheid van de projectafwijkingsprocedure (uitgebreide procedure, beslistermijn 6 maanden). Deze procedure onder de Wabo is (formeel) als volgt: Het college stuurt aan uw raad, die bevoegd is de vvgb af te geven, zo spoedig mogelijk een exemplaar van de aanvraag en de daarbij behorende stukken. De raad beoordeelt of de aanvraag compleet is en vervolgens -na een complete indiening- of de activiteit in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Als de beoordeling positief is, zal samen met de ontwerp-vergunning een ontwerp-vvgb ter inzage worden gelegd. Hieraan kunnen voorwaarden worden verbonden. In de praktijk zal echter door het college een voorstel worden gedaan, waarmee de raad wel, óf onder voorwaarden, óf niet instemt. Indien de raad weigert -in afwijking van het advies van het college van benw- een vvgb af te geven, dient zij daarvoor ruimtelijk relevante argumenten aan te voeren. Vervolgens bestaat voor een ieder de mogelijkheid om gedurende zes weken zienswijzen in te dienen. Ingebrachte zienswijzen tegen de ontwerp-vvgb of de ontwerp-weigering worden toegezonden aan de raad en de raad dient vervolgens een definitief standpunt in te nemen over het afgeven van de verklaring van geen bedenkingen. Indien de vvgb wordt afgegeven kan het college van benw tenslotte een besluit op de aanvraag omgevingsvergunning nemen. De raad zal bij medewerking en weigering twee keer moeten besluiten over de vvgb: • De terinzagelegging van de ontwerp-verklaring (met eventueel voorwaarden) • Een besluit over de definitieve verklaring, rekening houdend met ingebrachte zienswijzen omtrent de ontwerp-verklaring. Toepassing De verwachting is dat onder de Wabo bij kleine particuliere projecten vaker de omgevingsvergunning met afwijking zal worden aangevraagd dan het projectbesluit van vóór de Wabo. Bij wat grotere projecten zal toch vaak gekozen worden voor een partiële bestemmingsplanherziening, zoals recent het bestemmingsplan voor appartementen aan de Van Kammenstraat in Surhuisterveen of de nieuwbouw van een uitvaartcentrum aan de Tillewei 11a in Drogeham. Lijst met categorieën waarvoor geen vvgb is vereist De gemeentraad kan bepalen dat in een aantal gevallen geen vvgb is vereist. Deze mogelijkheid wordt geboden in artikel 6.5 lid 3 Bor. Hiertoe kan de raad een lijst van categorieën vaststellen. Het college van burgemeester en wethouders is in die gevallen bevoegd zelfstandig te beslissen op de aanvraag. Tijdens een informerende bijeenkomst op 3 maart 2011 is dit onderwerp behandeld.
Raad : 29 september 2011
Punt no.: 16
Blad: 3
Als er een aanvraag binnenkomt, beoordeelt het college of het aangevraagde op de categorieënlijst voorkomt. Is dat het geval dan kan het college zonder tussenkomst van de raad de omgevingsvergunning met projectafwijking in behandeling nemen, in procedure brengen en hierop uiteindelijk een beslissing nemen. Indien de aanvraag niet op de categorieënlijst voorkomt, dan beslist uw raad afzonderlijk op de aanvraag, zoals beschreven onder ‘Procedure omgevingsvergunning met projectafwijking’ . Argumenten om een lijst van categorieën vast te stellen - doet recht aan de kaderstellende rol van de raad (duaal systeem) Als de raad ervoor kiest geen gebruik te maken van de bevoegdheid tot het aanwijzen van categorieën waarin het verlenen van de vvgb niet is vereist, heeft dat tot gevolg dat uw raad een standpunt moet innemen over alle ontwikkelingen (van groot tot klein), die niet realiseerbaar zijn op grond van het bestemmingsplan of via afwijking op grond van de kruimelregeling. Het gaat vaak om aanvragen, waarover u zich beleidsmatig al heeft uitgesproken, maar waarbij dit beleid nog niet in een bestemmingsplan is verwerkt. Het aanwijzen van een categorieënlijst past daarmee binnen de huidige rolverdeling tussen raad en college. In die rolverdeling stelt de raad de kaders en controleert; het college is met name belast met de uitvoering. - verlaagt administratieve lasten Het verlenen van een vvgb gaat gepaard met een grote belasting van de raad, het college en het ambtelijk apparaat. De stukken (raadsvoorstellen, ruimtelijke onderbouwing, de vereiste onderzoeken en eventueel de reactienota op de zienswijzen) voor de raadsvergadering moeten ruim van te voren worden aangeleverd. - versnelt de afhandelingstermijn In bepaalde maanden van het jaar wordt niet vergaderd met als gevolg een veel langer besluitvormingstraject dan de 6 maanden die er maximaal voor staan. Het doel van de Wabo is juist de beslistermijnen te verkorten en het aantal verschillende vergunningen voor ruimtelijke projecten te beperken tot één omgevingsvergunning. Dit alles in het kader van een goede en efficiënte dienstverlening naar de klant (bedrijven, organisaties, particulieren). De onlangs door de gemeenteraad aangenomen motie ‘minder regels, meer service’ sluit ook op deze benadering/werkwijze aan. - verkleint risico op boetes De kans op overschrijding van de maximale termijn van 6 maanden, waarbinnen moet worden beslist op een aanvraag omgevingsvergunning bij een uitgebreide procedure, wordt beperkt. Dat verkleint tevens de kans op claims bij overschrijding van die termijn. Sinds inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep, ontstaat bij overschrijding van de beslistermijn, de mogelijkheid voor een aanvrager om de gemeente in gebreke te stellen. Beslist de gemeente dan binnen 2 weken nog niet, dan ontstaat automatisch het recht op de dwangsom, die kan oplopen tot maximaal € 1260,- per aanvraag. Ook kan de aanvrager naar de rechter stappen. Deze kan de gemeente in gebreke stellen, waarna de gemeente gedwongen wordt binnen een termijn van 14 dagen alsnog te beslissen, op straffe van een dwangsom die kan oplopen tot € 15.000,-. - eerdere ervaringen met een dergelijke lijst Onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals die gold tot 1 juli 2008, was in artikel 19 lid 2 aangegeven dat Gedeputeerde Staten konden aangeven in welke gevallen het college van burgemeester en wethouders, zonder voorafgaande verklaring van geen bezwaar, vrijstelling kon verlenen, mits natuurlijk sprake was van een goede ruimtelijke onderbouwing. Laatstgenoemd college was dan bevoegd te beslissen op de aanvraag, zonder tussenkomst van Gedeputeerde Staten. In de lijst die wij nu aan uw raad voorleggen is aansluiting gezocht bij deze oude artikel 19 lid 2 WRO-lijst. Met inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008 hebben Gedeputeerde Staten de artikel 19 lid 2 lijst ook van toepassing verklaard als zijnde gevallen waarvoor in het kader van een projectbesluit ex artikel 3.10 Wro geen vooroverleg behoefde plaats te vinden.
Raad : 29 september 2011
Punt no.: 16
Blad: 4
De aangegeven gevallen zijn op voorhand namelijk niet strijdig met het provinciaal beleid. Deze werkwijze was voor alle partijen acceptabel. De bevoegdheid te beslissen op een projectbesluit lag wel bij de gemeenteraad (situatie na de herziening van de Wro, 1 juli 2008). De gemeenteraad heeft deze bevoegdheid voor wat betreft het vergroten en herbouwen van woningen in het buitengebied in 2010 aan ons college gedelegeerd. Met het zicht op de komende Wabo is de delegatielijst daartoe beperkt gebleven. Op grond van artikel 6.5 lid 3 Bor is nu een uitgebreide categorieënlijst mogelijk. Voorstel Voorgesteld wordt om een lijst van categorieën van gevallen vast te stellen, waarvoor geen vvgb is vereist. Lijst van categorieën en toelichting daarop Geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist in de volgende gevallen: A. Binnen het stedelijk gebied (op basis van de kaart ‘Begrenzing bestaand stedelijk gebied’ in de Feroardering Romte Fryslân): I het realiseren van woningen (al dan niet met beroep/ bedrijf aan huis, overeenkomstig de meest recente gemeentelijke regeling aan-huis-verbonden beroep/bedrijf), in bestaand stedelijk gebied: - grondgebonden woningen: project van maximaal 5 woningen, met de daarbij behorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling ten aanzien van bijgebouwen per woning in de recent vastgestelde bestemmingsplannen; - nieuwe wooneenheden in een bestaand hoofdgebouw: maximaal 5 wooneenheden met de daarbij behorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling van bijgebouwen bij woongebouwen in de recent vastgestelde bestemmingsplannen; - bij herstructurering van woongebieden met per saldo een wijziging (vermeerdering of vermindering) van maximaal 5 woningen, met de bijbehorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling ten aanzien van bijgebouwen in recent vastgestelde bestemmingsplannen. De maximale omvang van de herstructurering bedraagt niet meer dan 25 woningen. Toelichting: Het realiseren van woningen heeft planologisch gezien een beperkte impact in het stedelijk gebied. Het beleid van de provincie richt zich op het zoeken van ruimte binnen het bestaand stedelijk gebied (inbreiding en herstructurering) en is daar dan ook niet gekoppeld aan contingenten. De maximale oppervlaktematen zijn overeenkomstig de recente bestemmingsplannen. II gevallen die vallen onder de kruimellijst (zie bijlage I), zoals bepaald in artikel 4 lid 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, waarbij geen sprake is van slechts inpandige wijzigingen, maar (ook) van beperkte gevelwijzigingen, zoals het aanbrengen van deuren/ raampartijen of dakkappelen/ dakramen, inclusief de bijbehorende wijziging van het gebruik van het omringende erf. Toelichting: Een voorbeeld daarvan is de verbouwing van de Rabobank in Harkema tot een tweetal woningen. B. Buiten het stedelijk gebied (op basis van de kaart ‘Begrenzing bestaand stedelijk gebied’ in de Feroardering Romte Fryslân): III Het vergroten en/of herbouwen van burger- en bedrijfswoningen (al dan niet met beroep/ bedrijf aan huis, overeenkomstig de gemeentelijke regeling aan-huis-verbonden beroep/bedrijf), tot maximaal 150 m² met bijbehorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling ten aanzien van bijgebouwen in het meest recent vastgestelde bestemmingsplannen;
Raad : 29 september 2011
Punt no.: 16
Blad: 5
Toelichting: Ten aanzien van het vergroten/ herbouwen van een woning heeft de raad in 2010 een algemeen delegatiebesluit genomen op basis van de regeling rond het oude projectbesluit (Wro). De maximale oppervlaktematen zijn overeenkomstig de recente bestemmingsplannen. IV Plannen passend binnen vastgesteld sectoraal beleid met een ruimtelijke component, waarbij de raad expliciet heeft aangegeven voor welke categorieën geen vvgb is vereist. Toelichting: In een aantal sectorale nota’s (zoals het Kampeerbeleid NOFA +) is beleid opgenomen dat direct uitgevoerd kan worden maar dat niet past binnen/ nog niet is opgenomen in de bestemmingsplannen. Daar waar in de toekomst beleid wordt vastgesteld met een ruimtelijke component, zal in een uitvoeringsparagraaf worden opgenomen voor welke activiteiten geen vvgb van uw raad is vereist. Hierdoor is er sprake van een dynamische lijst van categorieën. V Een erfvergroting ten behoeve van bestaande woningen in het buitengebied met dien verstande dat de nieuwe perceeloppervlakte na de vergroting maximaal 2500 m2 mag bedragen. De erfvergroting mag geen onevenredige afbreuk veroorzaken ten opzichte van aan de ter plaatse aanwezige natuurlijke en landschappelijke waarden (fysieke aansluiting bij het bestaande erf). VI Het wijzigen van het gebruik van voormalige agrarische bebouwing (bestaand) en in verband daarmee inpandige verbouwingen en gevelwijzigingen: - ten behoeve van reguliere bewoning, al dan niet gecombineerd met hobbymatige agrarische activiteiten, woon-/ zorgfuncties, recreatieve functies, culturele activiteiten, zoals een atelier en expositieruimte en kleinschalige niet-milieubelastende bedrijfsactiviteiten in de sfeer van dienstverlening, ambacht, overeenkomend met de bedrijfscategorieën 1 en 2 in de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009, steeds in combinatie met de woonfunctie; - ten behoeve van maximaal 2 woningen, onder voorwaarde dat al op het bedrijfsperceel werd gewoond; - ten behoeve van zorgeenheden; - ten behoeve van recreatie-eenheden met een maximale vloeroppervlakte van ten hoogste 70 m2 per recreatie-eenheid. C.
Algemeen.
VII het realiseren van projecten van maatschappelijk, educatief en/of infrastructureel belang of groenvoorzieningen voor de uitvoering waarvan de raad middelen beschikbaar heeft gesteld, en bij welke gelegenheid de raad voor het project expliciet een verklaring van geen bedenkingen afgeeft; Toelichting: Door in te stemmen met het beschikbaar stellen van een krediet of een begrotingspost heeft de raad aangegeven mee te willen werken aan de gewenste activiteit, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van het Lauwerscollege. Tegelijkertijd kan de raad dan aangeven dat voor de verdere invulling geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. VIII voor alle principe-verzoeken, waarmee de raad heeft ingestemd en waarvoor op grond van artikel 3.10 lid 4 Wro al een delegatiebesluit is genomen, maar waarbij de formele vergunningsaanvraag is ingediend na 1 oktober 2010; Toelichting: In het voortraject is uw raad gevraagd om in te stemmen met het principeverzoek voor een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling en tevens om de bevoegdheden voor het projectbesluit te delegeren aan het college. Voor een aantal verzoeken is tot op heden nog geen omgevingsvergunning aangevraagd, terwijl er al wel een delegatiebesluit ligt op grond van toen geldende Wro.
Raad : 29 september 2011
Punt no.: 16
Blad: 6
Met deze plannen heeft u in het voortraject dus al ingestemd. Voorbeelden hiervan zijn het principeverzoek voor de bouw van een paardenfokstal en kapschuur aan de Tillewei 32 te Drogeham (raadsbesluit 29 april 2010) en het principeverzoek voor de verbouw van een showroom van een garagebedrijf als bedrijfsverzamelgebouw voor welness activiteiten aan De Koaten 56 te Kootstertille (raadsbesluit 8 april 2010). XI indien reeds stedenbouwkundige randvoorwaarden, een stedenbouwkundige visie of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader door de raad is vastgesteld, waarin expliciet is besloten dat deze kan worden opgevat als een verklaring van geen bedenkingen. Toelichting: In deze gevallen heeft de raad zich al uitgesproken over de wenselijkheid en toelaatbaarheid van ontwikkelingen waardoor een vvgb een extra administratieve handeling is, zoals in het geval dat de raad het bestemmingsplan (gewijzigd) heeft vastgesteld, maar deze nog niet in werking is getreden.Tegelijkertijd met de vaststelling van het ruimtelijke kader kan de raad verklaren dat voor de planologische procedure ten behoeve van concrete aanvragen, indien het plan past binnen de kaders, geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. X het weigeren van een aanvraag om omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3°, indien de aanvraag in strijd is met door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders of indien reeds op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om omgevingsvergunning op andere gronden (deelactiviteit als bouw, sloop, kap, milieu) dan planologische geweigerd moet worden. Toelichting: Het bevoegd gezag dat de vergunning wil weigeren dient altijd een vvgb te vragen aan het vvgb-orgaan. Het feit dat de vvgb geen invloed heeft op de uitkomst doet hier niet aan af. Op bovenstaande geldt de uitzondering dat de aanvrager kan verzoeken om de omgevingsvergunning toch te verlenen voor de deelactiviteit(en) die wel vergund kan/kunnen worden. Is dat het geval, dan kan het toch nog noodzakelijk zijn om een (ontwerp) verklaring van geen bedenkingen bij de raad aan te vragen. Ontwikkelingen die niet in bovenstaande lijst zijn genoemd Voor ontwikkelingen die niet zijn opgenomen in de lijst met categorieën van gevallen, ontvangt de raad een onderbouwd verzoek om een (ontwerp)vvgb af te geven of te weigeren op ruimtelijke relevante gronden. Dit betekent dat de raad bij alle afwijkingen betrokken is: Of op voorhand door het vaststellen van de categorieën van gevallen waarvoor geen vvgb is vereist, of door het beoordelen van een afzonderlijke aanvraag indien deze niet past binnen de lijst met categorieën van gevallen. Exploitatieplan Op grond van artikel 6.12 Wro, heeft de raad de bevoegdheid om de vaststelling van een exploitatieplan voor afwijkingsplannen die passen binnen bovenstaande lijst met categorieën van gevallen - waarvoor geen vvgb is vereist - aan het college te delegeren. Volgens artikel 6.12 van de Wro stelt de raad een exploitatieplan vast bij een bestemmingsplan, wijzigingsplan of naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken. De gemeenteraad kan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen omdat er anderszins voorzien is in kostenverhaal (overeenkomst) of de verhaalbare kosten niet meer bedragen dan € 10.000,- (exclusief legeskosten). Op grond van artikel 6.12, derde lid Wro kan de gemeenteraad deze bevoegdheden delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. Om voor de plannen, die vallen binnen de categorieën van gevallen waarvoor geen vvgb is vereist, niet toch nog voor elk plan apart een delegatiebesluit aan u te vragen, is het uit tijd en efficiency-overwegingen van belang dat de raad deze bevoegdheid voor de bovenstaande lijst tegelijkertijd aan ons college delegeert.
Raad : 29 september 2011
Punt no.: 16
Blad: 7
Werkafspraken Wij stellen voor om in het kader van het jaarverslag, het eerste kwartaal van ieder kalanderjaar een overzicht te geven van de plannen waarmee op grond van de lijst van categorieën door ons college medewerking is verleend aan een afwijkingsprocedure voor het verlenen van de omgevingsvergunning.
Buitenpost, 15 september 2011 het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen, secretaris,
wnd. burgemeester,
mr. E. van der Sluis
P. Adema
Bijlagen Ter inzage Ambtenaar Portefeuillehouder
: Conceptraadsbesluit Kruimelgevallen artikel 4 : : mw. W.F. van der Lugt/ G. Klont : J. Lammers
raadsbesluit De raad van de gemeente Achtkarspelen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 15 september 2011, punt nr.: 16; gelet op het bepaalde in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
1. De volgende gevallen aan te wijzen waarin geen verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5, derde lid, Besluit omgevingsrecht is vereist:
A. Binnen het stedelijk gebied (op basis van de kaart ‘Begrenzing bestaand stedelijk gebied’ in de Feroardering Romte Fryslân): I het realiseren van woningen (al dan niet met beroep/ bedrijf aan huis, overeenkomstig de meest recente gemeentelijke regeling aan-huis-verbonden beroep/bedrijf), in bestaand stedelijk gebied: - grondgebonden woningen: project van maximaal 5 woningen, met de daarbij behorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling ten aanzien van bijgebouwen per woning in de recent vastgestelde bestemmingsplannen; - nieuwe wooneenheden in een bestaand hoofdgebouw: maximaal 5 wooneenheden met de daarbij behorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling van bijgebouwen bij woongebouwen in de recent vastgestelde bestemmingsplannen; - bij herstructurering van woongebieden met per saldo een wijziging (vermeerdering of vermindering) van maximaal 5 woningen, met de bijbehorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling ten aanzien van bijgebouwen in recent vastgestelde bestemmingsplannen. De maximale omvang van de herstructurering bedraagt niet meer dan 25 woningen. II gevallen die vallen onder de kruimellijst (zie bijlage II), zoals bepaald in artikel 4 lid 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, waarbij geen sprake is van slechts inpandige wijzigingen, maar (ook) van beperkte gevelwijzigingen, zoals het aanbrengen van deuren/ raampartijen of dakkappelen/ dakramen, inclusief de bijbehorende wijziging van het gebruik van het omringende erf.
B. Buiten het stedelijk gebied (op basis van de kaart ‘Begrenzing bestaand stedelijk gebied’ in de Feroardering Romte Fryslân): III Het vergroten en/of herbouwen van burger- en bedrijfswoningen (al dan niet met beroep/ bedrijf aan huis, overeenkomstig de gemeentelijke regeling aan-huis-verbonden beroep/bedrijf), tot maximaal 150 m² met bijbehorende (bij)gebouwen, overeenkomstig de regeling ten aanzien van bijgebouwen in het meest recent vastgestelde bestemmingsplannen; IV Plannen passend binnen vastgesteld sectoraal beleid met een ruimtelijke component, waarbij de raad expliciet heeft aangegeven voor welke categorieën geen vvgb is vereist.
-2V Een erfvergroting ten behoeve van bestaande woningen in het buitengebied met dien verstande dat de nieuwe perceeloppervlakte na de vergroting maximaal 2500 m2 mag bedragen. De erfvergroting mag geen onevenredige afbreuk veroorzaken ten opzichte van aan de ter plaatse aanwezige natuurlijke en landschappelijke waarden (fysieke aansluiting bij het bestaande erf). VI Het wijzigen van het gebruik van voormalige agrarische bebouwing (bestaand) en in verband daarmee inpandige verbouwingen en gevelwijzigingen: - ten behoeve van reguliere bewoning, al dan niet gecombineerd met hobbymatige agrarische activiteiten, woon-/ zorgfuncties, recreatieve functies, culturele activiteiten, zoals een atelier en expositieruimte en kleinschalige niet-milieubelastende bedrijfsactiviteiten in de sfeer van dienstverlening, ambacht, overeenkomend met de bedrijfscategorieën 1 en 2 in de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009, steeds in combinatie met de woonfunctie; - ten behoeve van maximaal 2 woningen, onder voorwaarde dat al op het bedrijfsperceel werd gewoond; - ten behoeve van zorgeenheden; - ten behoeve van recreatie-eenheden met een maximale vloeroppervlakte van ten hoogste 70 m2 per recreatie-eenheid. C.
Algemeen.
VII het realiseren van projecten van maatschappelijk, educatief en/of infrastructureel belang of groenvoorzieningen voor de uitvoering waarvan de raad middelen beschikbaar heeft gesteld, en bij welke gelegenheid de raad voor het project expliciet een verklaring van geen bedenkingen afgeeft; VIII voor alle principe-verzoeken, waarmee de raad heeft ingestemd en waarvoor op grond van artikel 3.10 lid 4 Wro al een delegatiebesluit is genomen, maar waarbij de formele vergunningsaanvraag is ingediend na 1 oktober 2010; XI indien reeds stedenbouwkundige randvoorwaarden, een stedenbouwkundige visie of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader door de raad is vastgesteld, waarin expliciet is besloten dat deze kan worden opgevat als een verklaring van geen bedenkingen. X het weigeren van een aanvraag om omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3°, indien de aanvraag in strijd is met door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders of indien reeds op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om omgevingsvergunning op andere gronden (deelactiviteit als bouw, sloop, kap, milieu) dan planologische geweigerd moet worden.
2. Op grond van artikel 6.12 Wro, derde lid, de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan voor afwijkingsplannen die passen binnen de lijst categorieën van gevallen, als bedoeld onder 1, aan het college van burgemeester en wethouders te delegeren. 3. Dat dit besluit in werking treedt de dag nadat deze bekend is gemaakt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 29 september 2011.
De griffier,
De voorzitter,
mr. R. van der Heide
P. Adema