eyz.
/ X / A. |-^ zaanstreek Z^ GESCAND OP 2 8 AU6 2009 Gemeente Wormeriand Uw brief d,d.: Uw kenmerk: Ons keniTierk: 395 Afdeling: ^QQ
Aan de portefeuillehouders en ambtenaren Volksgezondheid/ jeugd
Behandeld door; Telefoon/Mobiel nr.: E-mail; Datum; Onderwerp;
G. van Nooijen Kooij 075 6519214 gvncx)
[email protected] augustus 2009 Jaarverslag 2008
Geachte heer, mevrouw. Met veel genoegen bied ik u het jaarverslag 2008 van de GGD Zaanstreek-Waterland aan. Het jaarverslag beschrijft de belangrijkste activiteiten van het afgelopen jaar. In het jaarverslag is een tabellenboek opgenomen met daarin de regionale productiecijfers. Daarnaast treft een lokaal tabellenboek aan, waarin per gemeente de productiecijfers zijn weergegeven. Tevens zijn een publieksversie en een jaarverslag van het Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld bijgevoegd. Met deze terugblik over 2008 hopen wij u een goede indruk te geven over de veelzijdigheid van de activiteiten van de GGD. Wanneer u naar aanleiding van het jaarverslag nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met mevrouw G. van Nooijen Kooij, hoofd EBG. De jaarverslagen zijn ook te downloaden via www.qqdzw.nl
Met vriei
roet.
ring
Postadres Postbus 2056, 1500 CB Zaandam E-mail
[email protected] wwvv.ggdzw.nl
Hoofdvestiging Westhout Vurehout 2, 1507 EC Zaandam Telefoon 0900 - 254 54 54, Fax 075 - 61 6 30 16
Nevenvestiging Waterlandhuis Waterlandlaan 65, 1441 RS Purmeiend
G G D ^waterland ^^"^^'^^'
m
GESCAND OP
2 7 AU6 2009 Gemeente Wormerland Aan de portefeuillehouders en ambtenaren Volksgezondheid/ jeugd
Uw bnef cl d. Uw kenmerk Ons kenmerk 395 Afdeling
EBG
Gehandeld doot. G. van Nooijen Kooij Telefoon/Mobiol ni 075 6519214
[email protected] Ddtum; augustus 2009 Ondei-wprp. Jaarverslag 2008
Geachte heer, mevrouw
De jaarverslagen zijn ook te downloaden via www.aadTwnl Met vrie
roet.
ring
Postadres Postbus 2056, 1500 GB Zaandam E-mail info@ggdzwnl www.ggdzw nl
Hoofdvestiging Westhout Vurehout2, 1507 EC Zaandam Telefoon 0900 - 254 54 54, Fax 075 - 61 6 30 1 6
Nevenvestiging Waterlandhuis Waterlandlaan 65, 1441 RS Purmerend
Lokaal tabellenboek Wormerland
Behorend bij jaarverslag 2008
lil^ü
zaanstreek waterland
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
L
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Inhoudsopgave Infectieziekten
5
Soa bestrijding
7
Tuberculosebestrijding
8
Inspectie Kinderopvang
9
Meldpunt overiast en bemoeizorg
10
Medische milieukunde
13
Bevolkingsonderzoek naar borstkanker
13
Jeugdgezondheidszorg
14
Logopedie
27
Gezondheidsbevordering
30
Bijlage 1: Criteria bevindingen Jeugdgezondheidszorg
32
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Infectieziekten In totaal zijn in 2008 587 meldingen bij afdeling Infectieziekten binnengekomen. Hiervan waren 43 meldingen meldingsplichtig volgens artikel 7 conform Infectieziektenwet (A), 205 meldingen meldingsplichtig volgens de Infectieziektenwet A,B,C (M), en 339 meldingen niet meldingsplichtig (NM). In onderstaande tabellen wordt het aantal meldingen infectieziekten per gemeente, per infectie en per melder weergegeven. Per december 2008 is de Infectieziektenwet opgenomen in de Wet Publieke Gezondheid. Artikel 7 is vervangen door artikel 26 in de Wet Publieke Gezondheid. A=melclingplicht instellingen, art7 izw M=meldingpllcht artsen izw cat. A,B,C NM=geen meldingsplicht wel adviesvraag a
Zaanstad Oostzaan Beemster EdamVolendam Landsmeer Purmerend Waterland
Wormerland Zeevang elders
18
1 1 13 3 6 3 45
m
2006 nm
totaal
m
a
64 6
781 9 10
863 15 10
33 4 L 1
6 3 28 2 3 2 4 118
34 7 108 18 16 3 34
41 11 149 23 25
4 2 16 1 2
5 41
2
2007 nm
105
totaal
a
m
2008 nm
totaal
1
197 12 3
335 17 4
19 1
72 3 1
201 4 9
292 8 10
23 4 56 8 7 12 6 222
31 6 96 13 6 3 19 386
58 12 168 22 15 15 11 673
3 1 12 4 2 1
40 6 59 17 6 1
21 7 75 9 4 2 7 339
64 14 146 30 12 4 7 587
1020 1183 65 43 Eindtotaal tabel 1 aantal meldingen infectieziekten per gemeente in de jaren 2006, 2007 en 2008
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
205
2006 2005 2007 m m Infectie m 20 10 Bacillaire dysenterie 38 1 Buiktyfus 1 Creutzfeldt- Jacob 1 E coli 0157 6 1 1 Febris typhoidea 3 8 Hepatitis a 2 39 61 53 Hepatitis b Hepatitis c 3 7 6 5 Leqionella 1 Leptospirose 1 2 Malaria 4 1 Mazelen 1 1 Meningitis 2 2 Meningokokkose 5 2 Paratyfus 24 15 Pertussis 96 1 1 Psittacose 1 S. Paratyphi Q koorts 1 Rubella 1 2 Salmoneiia 1 Shigeila 1 Vibrio cgolera Voedselinfectie 3 1 Vijfde ziekte 95 118 222 Eindtotaal tabel 2 aantal en aard meldingsplichtige infectieziekten ï-
Soort melder
Kindercentra Scholen Artsen Laboratoria "burgers" pers, politie en instellingen Niet gespecificeerd Totaal
2008 M 13
1 1 42 1 4 3
2 133 1 1
3 205
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal 2004 2005 2007 2002 2003 2006 2008 39 57 43 30 4 68 39 98 64 40 53 41 53 39 188 161 224 95 93 113 73 221 65 79 168 186 63 83 1006 210 176 135 342 237 643 11 65 77 98 102 75 68 0 10 4 18 14 84 0 1461 795 587 720 575 1183 673
tabel 3 aantal meldingen per melder over de periode 2001-2008
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Soa bestrijding De stijging van de afgelopen jaren in het aantal consulten op de SOA polikliniek heeft zich In 2008 voortgezet. In 2008 vonden 557 consulten plaats, waarvan 266 mannen en 291 vrouwen. aantal consulten 2004 - 2008
557
600
I 500 I 400 8 300
•TffT
I 200 1 100
—
— =
II
O 2004
2005
2006
2007
2008
jaar figuur 1: aantal consulten soa spreekuur
Aantal cliënten dienten t/m 19 jaar dienten t/m 24 jaar mannen vrouwen
2004 200 49* 94** 78 112
2005 259 44** 112** 117 142
27% 51% 39% 61%
17% 44% 45% 55%
— 2006 334 44 98 148 186
13% 29% 44% 56%
2007 418 47 177 184 234
11% 42% 44% 56%
2008 557 59 162 266 291
11% 29% 48% 52%
tabel 4: aantal cliënten in 2004 tot en met 2007. *) bij 15 cliënten is de leeftijd onbekend **) bij 3 cliënten is de leeftijd onbekend Het aandeel cliënten tot en met 19 jaar neemt sinds 2005 af. Het aandeel(%) cliënten tot en met 24 jaar is ten opzichte van 2007 afgenomen.
Leeftijd 14-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 >=55
Aantal consulten
%
59 162 104
69 57 55 28 11 12 557
10,59 29,08 18,67 12,39 10,23 9,87 5,03 1,97 2,15 100%
tabel 5: overzicht van leeftijden bezoekers
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
In onderstaande tabel wordt het aantal gediagnosticeerde Soa's weergegeven. Chlamydia komt het meeste voor.
Gonorroe Chlamydia Lues Herpes genitalis recidief Genitale wratten HIV HSV type onbekend Hepatitis B Candidiasis/Balanitis Bacteriële vaginose/Gardnerella Trichomoniasis Scabiës TOTAAL tabel 6: aantal diagnoses per jaar
2006
2007
2008
4 39 2
6 36 , 1 8
8 52 4
3 1 4 1 5
59
11 1 2 12 1 1 1
, 3 4 6 2 1 67
93
Tu bercu losebestrijd i ng In 2008 werden 13 patiënten actief behandeld (2007: 20 patiënten). Daarnaast waren 30 personen geïnfecteerd. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal en de aard van het bezoek. Aard van bezoek Keuringen: - instellingen - zeevaart - Brijder Stichting - reizigers - overige
2001
2002
2003
57 16 5 54 6
51 15 7 64 21
42 18 7 28 27
2004
2005
2006
2007
2008
36 15 18 50 42
32 11 13 81 19
21 5 28 55 33
23 8 4 48 42
0 9 4 66 57
161 113 138 204 369 162 114 Doktersspreekuur onbekend 488 Verpleegkundig 72 127 spreekuur *) 0 6 Asielzoekers * * ) 103 566 299 0 12 AZC/ noodopvang 23 27 Brononderzoek***) 16 51 119 293 872 Contactonderzoek 723 1091 364 341 706 357 452 278 202 Nieuwe Buitenlanders 401 349 376 Buitenlandse 382 844 621 424 203 539 578 Werknemers 4 2 5 285 267 16 6 Littekencontrole BCG 56 57 46 Periodieke controle 50 44 39 88 van risicogroepen 16 6 6 10 Verwijzing huisarts 24 15 17 32 Vreemdelingenpolitie Verwijzingen andere 59 GGD-en Bewoners sociaal pension 58 Anderen 90 107 117 81 58 63 Totaal 2778 3636 2637 2192 2117 2126 2144 tabel 7 aantal en aard van bezoek tuberculosebestrijding *) ingevoerd in 2004 **) de voorzieningen voor asielzoekers zijn gesloten, toch zijn 24 asielzoekers/illegalen geregistreerd * * * ) vanaf 2005 worden bron- en contactonderzoek niet apart geregistreerd
Daarnaast zijn in 2008 640 foto's gemaakt.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
90
29 198 249 62 4 44 16
60 1028
Inspecties Kinderopvang In de regio zijn 197 insteilingen voor kinderopvang geïnspecteerd. Dit betreft 64 maal een kinderdagverblijf, 79 maal een instelling voor buitenschoolse opvang, 25 maal een voorinspectie van de buitenschoolse opvang, 8 maal een gastouderbureau en 23 maal een peuterspeelzaal. Daarnaast is 4 maal een inspectie onaangekondigd uitgevoerd. In tabel 8 wordt per gemeente het aantal inspecties gepresenteerd.
Gemeente
KInderdag verblijf 2008
'
Gastouder Bureau 2008
BSO 2008
vóórinspecties Öiiaangekon
PSZ
digde insp.
Beemster
3
3
1
EdamVolendam Landsmeer
4
8
3
2
5
Purmerend
11
15
1
Oostzaan
1
3
1
Waterland
4
3
1
Wormerland
3
3
2 bso lkdv 1 gob
Zaanstad
34
37
1
Zeevang
2
2
5 bso 3kdv lbso lkdv
3 lbso 2 bso 17
3
5 bso 2kdv
2 bso 2kdv
Totaal 79 8 64 tabel 8: aantal inspecties instellingen voor kinderopvang per gemeente
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
23
25
4
Meldpunt overlast en bemoeizorg Aantal meldingen Het aantal meldingen bij het meldpunt overlast en bemoeizorg neemt nog steeds toe (zie
figuur 2). 500 450 400 350
I 300 O)
ü
250
I 150 100 50 O 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Figuur 2 Aantal meldingen van 2001 tot en met 2008 In 2008 zijn 475 cliënten aangemeld bij het meldpunt. De meeste cliënten komt uit de gemeente Zaanstad. Bij twee cliënten is niet bekend uit welke gemeente zij komen. 300 T
282
250 -
200 -
I ü
150
c ra ra
10050 -
. /
12
14
JZL
n
. /
9?^
^.<
15
n
><>
V''
O"
^
,6*
Figuur 3 Aantal cliënten naar gemeente in 2008
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
10
Kenmerken cliënten De leeftijd van alle cliënten varieert van 16 tot 96 jaar, de gemiddelde leeftijd is 46 jaar Meer mannen dan vrouwen zijn cliënt bij het meldpunt (58,3% versus 41,7%). Aanmeldende instantie De meeste cliënten worden door een woningbouwcorporatie aangemeld bij het meldpunt overlast en bemoeizorg (zie figuur 4). 35 30
28,8
25
20 -H %
15
15 10,5
10 -H
7,3
5
^^
2,6
n
#,^^^y /f.r ^°' ^
1^9
17
^
FH m IZ1 n
0,9
<^\*^^v>V>VVV w '^.j'j''^\^^ .^^ e?^
#
^•^
/
•s*/
# ^^"
. #
Figuur 4 Melders
Doorverwijzing Van de 475 aangemelde cliënten in 2008, zijn 268 cases afgesloten. In de gemeente Wormerland zijn 14 cliënten aangemeld in2008. Tabel 9 geeft een overzicht van de problematiek in de gemeente. In tabel 10 is deze problematiek gespecificeerd weergegeven. Tabel 11 geeft de uitstroom weer en tabel 12 de behandelingsduur. aantal
Psychische problemen Verslaving Problemen mbt zelfVerzorging Problemen mbt wonen Problemen mbt financiën problemen met sociaal netwerk Problemen mbt veiligheid Problemen mbt opvoeding Totaal tabel 9: Problematiek in Wormerland (n=14)
5 3 2 8 3 3 2 1 27
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
% van totaal aantal problemen 19 11 7 30 11 11 7 4 100
% van totaal aantal cliënten 36 21 14 57 21 21 14 7
11
Soort problematiek
Aantal
psychische problemen Psychotisch, verward 4 1 Depressief, somber Verslaving Alcohol 2 Softdrugs 1 Zelfverzorgingsproblemen Slecht eetpatroon, ongezond 2 eten, te mager/te dik problemen mbt wonen Dakloosheid 2 Geluidsoverlast 1 Woningvervuiling 2 Dreigende huisuitzetting 1 Anders, nl 2 Problemen mbt financiën Schulden 2 Verlies van inkomen 1 problemen met sociaal netwerk Conflicten met buren 1 Conflicten met familie 1 Conflicten met instanties & zorg 1 tabel 10 Specificatie problematiek in Wormerland (n=14) Aantal Gemeente 1 GGZ 5 Politie 2 Woningbouwcorporatie 2 nergens naar toe verwezen 5 15* Total tabel 11 Uitstroom Wormerland (meerdere instanties per cliënt mogelijk) *1 cliënt is naar meerdere instanties uitgestroomd
Aantal 1 Kort: < 1 maand 2 middenlang: 1-3 maanden 8 lang > 3 maanden 3 nog niet uitbehandeld 14 Totaal tabel 12 Behandelingsduur cliënten in Wormerland (n=14)
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Percentage van aantal cliënten 29 7 14 7 14 14 7 14 7 14 14 7 7 7 7
Percentage van aantal cliënten 7 36 14 14 36
Percentage 7 14 57 21 100
12
Medische milieukunde Gemeente Zaanstad Oostzaan Beemster Edam-Volendam Landsmeer Purmerend Waterland
Wormerland Zeevang
Totaal Anders Regiobreed Algemeen TOTAAL
Buitenmilieu 21 1
Binnenmilieu
Totaal
34 1 1 0 0 12 1 1 0 50
55 2 1 3 1 16 2 2 0 82
1
0
n.v.t.
n.v.t.
1 2 85
0 3 1 4 1 1 0 32
tabel 13: aantal meldingen binnen- en buitenmilieu per gemeente
Bevolkingsonderzoek naar borstkanker Opkomstpercentage bevolkingsonderzoek naar borstkanker per gemeente Gemeente Uitgenodigd Onderzocht Percentage Beemster 434 514 Edam-Volendam 3555 4086 Landsmeer 0 0 1 Oostzaan 1 1847 Purmerend 2288 1892 Waterland 2159 270 255 Wormerland 7476 9276 Zaanstad 887 Zeevang 1012 ZaanstreekWaterland
19606
16347
84,4 87 nvt 100 80,73 87,63 83,33 80,6 87,65 86,42
tabel 14: opkomstpercentage bevolkingsonderzoek naar borstkanker per gemeente
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
13
Jeugdgezondheidszorg Opkomst In tabel 15 wordt het aantal onderzoeken per gemeente gepresenteerd.
Beemster EdamVolendam Landsmeer Purmerend Waterland Wormerland Zeevang Zaanstad Oostzaan Onbekend^
Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst%
PGO 5 Jarigen 86 97,7 340 98,3 103 88,8 925 92,2 169 100 266
PGO Grp 7 109 94,8 533 95,2 103 99,0 1159 94,2 186 94,9 91
PGO Klas 2 63 85,1 390 90,1 29 90,6 626 86,3 122 87,1 118
98,5
98,9
92,9
62 92,5 1559 97,8 101 93,5 23 62,2 3634 95,7
89 97,8 1646 97,9 105 97,2 24 88,9 4045 96,2
37 97,4 1077 94,5 70 92,1 139 91,4 2671 90,9
PCIVzorgteam /intrede S(B)O 2 100 13 100 4 100 68 97,1 8 100 5 100 4 100 95 100 2 100 3 100 204 99,0
Soort onderzoek S(B)O/SVO Gericht herhaling onderzoek 15 88,2 45 81,8 12 92,3 150 82,0 18 85,7 10
90,9 7 87,5 168 87,0 7 87,5 9 81,8 441 84,8
Regio ZaanstreekWaterland tabel 15: Opkomst per onderzoek JGZ ^ Onderzoeken waarvoor de postcode van het betreffende kind missend was
55 91,7 120 93 25 96,2 449 83,5 51 87,9 97 86,6 31 86,1 1635 90,3 83 92,2 25 64,1 2571 88,7
Telef. Followup 39 95,1 87 100 18 100 312 95,1 26 100 67
85,9 15 100 501 92,4 21 95,5 7 100 1093 93,9
Huisbezoek
1 100 4 100 1 100 20 95,2 0 0 4 100 33 100 2 100 0 65 98,5
3
100 32 97,0
0 2 100 304 96,2
Bevindingen PGO 5-jarigen In onderstaande figuren worden de bevindingen naar aanleiding van het PGO 5-jarige gepresenteerd. In bijlage 1 worden de criteria ten aanzien van de bevindingen toegelicht. Ten opzichte van de regio worden in Wormerland bij jongens significant meer defaecatiestoornissen, gezinsproblemen, opvoedproblemen en opvoednood geconstateerd. Bij 5-jarige jongens worden er significant minder problemen met persoonlijk functioneren waargenomen. Bij 5-jarige meisjes woonachtig in Wormerland wordt er significant meer enuresis en problemen met visus waargenomen.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Woensdac, middagspreekuur 7 100 83 89,2 5 100 146 99,3 14 100 12 , 100
14
L 1
5-jarigen; Jongens Wormerland D Regio ZW
Figuur 5: bevindingen n.a.v. het PGO 5 jarige jongens in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
15
5-jarigen; Jongens Wormerland D Regio ZW
Voeding
Overgew icht
Obesitas
Figuur 6 ; bevindingen n.a.v. het PGO 5 jarige jongens in Wormerland * significant verschil
5-jarigen; Jongens B Wormerland D Regio ZW
Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 7 : bevindingen n.a.v. het PGO 5 jarige jongens in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
16
5-jarigen; Meisjes 12'
Wormerland D Regio ZW
%
Figuur 8: bevindingen n.a.v. het PGO 5 jarige meisjes in Wormeriand * significant verschil
Lokaai tabellenboek Wormeriand, jaarverslag 2008
17
5-jarigen; Meisjes 11 Wormerland D Regio ZW
Voeding
Overgew icht
Obesitas
Figuur 9: bevindingen n.a.v. het PGO 5 jarige nneisjes in Wormerland * significant verschil
5-jarigen; Meisjes B Wormerland n Regio ZW
Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 10: bevindingen n.a.v. het PGO 5 jarige meisjes in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
18
Bevindingen PGO groep 7 In onderstaande figuren worden de bevindingen naar aanleiding van het PGO groep 7 gepresenteerd. Ten opziclite van de regio worden bij jongens significant meer probiemen met voeding geconstateerd. Bij meisjes worden er significant meer probiemen met sociale contacten waargenomen. Groep 7; Jongens Wormerland
P Regio ZW
Figuur 11: bevindingen n.a.v. iiet PGO groep 7 jongens in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
19
Groep 7; Jongens
Voeding
Overgew icht
•
Wormerland Regio ZW
•
Wormerland Regio ZW
Obesitas
Figuur 12: bevindingen n.a.v. het PGO groep 7 jarige jongens in Wormerland * significant verschil Groep 7; Jongens
Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 13: bevindingen n.a.v. het PGO groep 7 jarige jongens in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
20
Groep 7; Meisjes 12
Wormerland D Regio ZW
%
Figuur 14: bevindingen n.a.v. het PGO groep 7 meisjes in Wormeriand * significant verschii
Lokaal tabellenboek Wormeriand, jaarverslag 2008
21
Groep 7; Meisjes n
Wormerland Regio ZW
25'
Voeding
Overgew loht
Obesitas
Figuur 15: bevindingen n.a.v. het PGO groep 7 jarige meisjes in Wormerland * significant verschil Groep 7; Meisjes Wormerland D Regio ZW
Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 16: bevindingen n.a.v. het PGO groep 7 jarige meisjes in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
22
Bevindingen PGO kias 2 In onderstaande figuren worden de bevindingen naar aanleiding van het PGO kias 2 voortgezet onderwijs gepresenteerd. Ten opzichte van de regio wordt in Wormerland bij jongens significant meer enuresis geconstateerd en significant minder alcohol. Klas 2; Jongens 12-
Wormerland D Regio ZW
%
Figuur 17: bevindingen n.a.v. het PGO l
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
23
Klas 2; Meisjes •
Wormerland Regjo ZW
•
Wormerland Regio ZW
25-
Voeding
Overgew icht
Obesitas
Figuur 21: bevindingen n.a.v. het PGO klas 2 jarige meisjes in Wormerland * significant verschil Klas 2; Meisjes 1 2-
1 O-
O 8-
%
O 6-
0 4-
O 2-
0 0Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 22: bevindingen n.a.v. het PGO klas 2 jarige meisjes in Wormerland * significant verschil
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
26
Logopedie Opkomst In totaal zijn 4402 kinderen uitgenodigd voor de screening. Hiervan is 92% in 2008 gescreend (4054 kinderen). In tabei 16 wordt het aantal screeningen per gemeente gepresenteerd. Gemeente Beemster Edam-Volendam Landsmeer Purmerend Waterland Wormerland Zeevang Zaanstad Oostzaan Onbekend
Aantal gescreend
Niet gescreend
Totaal
82 464 110 989 166 237 46
5 33 6 96 20 12 14 130 15 17
87 497 116
1784
137 39
1085
186 359 60 1914
152 56
tabel 16: Aantal gescreende kinderen naar gemeente * van 56 kinderen is de gemeente onbekend (deze personen zijn verhuisd naar een gemeente buiten de regio in de periode tussen consult en analyse van het databestand)
Redenen voor het niet-gescreend zijn staan vermeld in tabel 17. Veruit de belangrijkste reden voor het niet deelnemen aan screening is het in zorg zijn bij een vrijgevestigde logopedist.
Afwezig Logopedie vrije vestiging Geen toestemming ouders Overig Reden niet ingevuld
Frequentie 73 204 15 24 32
Percentage 21 58,6 4,3 6,9 9,2
tabel 17: Reden voor non-participatie aan de screening
Figuur 23 presenteert de bevindingen bij de screening logopedie. Bij jongens is vaker sprake van stem- taal- of articulatie (ontwikkelings) stoornissen, (ontwikkelings)-stotteren, afwijkende mondgewoonten, en auditieve geheugenstoornissen. Bij meisjes wordt vaker duimzuigen en ander zuiggedrag vastgesteld.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
27
o jongens B meisjes
/:.^\^Yy yy ^"^ ^^^^-^^ ^''
p^ ^ '
#
#
^e
.è?
<#c
/ V
#
^^
,J?
*<^
J^ .#/
.<^
/
.s
^v
# # *
-^^ ^^
./
.«>
/
figuur 23: Bevindingen n.a.v. de screening naar geslacht • ^ Significant verschil tussen jongen en meisjes
In totaal zijn er 33 kinderen uitgenodigd voor collectieve voorlichting naar aanleiding van de screening. Collectieve voorlichting wordt alleen gegeven voor afwijkend mondgedrag. Bij 51,2% (2076 kinderen) van de gescreende kinderen wordt geen afwijking gevonden. Bij 28% (1137 kinderen) wordt één afwijking vastgesteld en bij 13,9% (563 kinderen) twee afwijkingen. Het maximaal aantal vastgestelde afwijkingen in de screeningspopulatie is vijf. Bij 17,9% (1309 kinderen) heeft een gericht onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van de screening. 619 kinderen (8,3%) zijn verwezen naar aanleiding van screening, gericht onderzoek of follow-up, waarvan 609 kinderen (98,4%) zijn verwezen naar een logopedist vrije vestiging. 2211 kinderen (30% van de totale populatie) zijn voor een follow-up onderzoek uitgenodigd ter controle. Figuur 24 presenteert de bevindingen bij de screening logopedie Wormerland versus de regio Zaanstreek-Waterland
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
28
25
1
1
20
15
n O Wormerland • Regio ZW
%
10
^^ . ^ " A»^
/
j-
UnJ /V
/•yyyy j
^/^/V^Z/Z V
*-' /
^
JT
-^"
..^
"• ^^^- .#^' 0 ,^ ^ ^
"-
/
/ / -
^'
. * / ^
Figuur 24: bevindingen uit de screening iogopedie Wormeriand versus de regio Zaanstreek-Wateriand " ^ Significant verschil
Lol
29
Gezondheidsbevordering Uitleen leskisten schooljaar 2007/2008 Tabel 18, 19, en 20 presenteren de uitleen van leskisten aan peuterspeelzalen, het voortgezet onderwijs en het basis- en speciaal onderwijs. Basisonderwijs Beemster Edam-' Lands P'rend Oostzaan Water- Wormer- Z'stad Zeevang Totaal' Volendam meer land land 1 1 2
Brandwonden Preventie 1 1 1 1 4 De Klas beweegt 1 2 3 Een doos vol Gevoelens 1 3 Het huis vol Gevoelens 2 4 4 Genotmiddelen 2 Groei en ontwikkeling 1 Hart- en vaatziekten 1 1 1 Hupla, 2 4 2 beweegtussendoortje 1 1 Jeugd EHBO 3 2 1 Kind en Ziekenhuis 1 Kindermishandeling 1 Kinderveiligheid 1 Kunstje rond je mond 1 1 5 Leven en omgaan met de dood 1 1 2 1 1 4 6 Mondgezondheid 5 Project "Poets ze 3 sterk" 2 Project Tanderosie 1 1 1 Normen en waarden Persoonlijke 2 4 hygiëne 1 1 Pesten 5 6 RSI-preventie 1 1 1 Seksuele vorming 3 16 1 Soc- emotionele 5 vorming 1 2 2 Sporten en 3 5 bewegen Torso 2 Voeding 3 6 6 2 14 2 4 5 Zintuigen Totaal 16 2 16 6 3 59 3 90 tabel 18 overzicht van de uitleen van het aantal leskisten in het basis- en speciaal onderwijs per thema en gemeente
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
8 6 4 10 2 1 11
5 3 1 1 1 7 16 8 2 3 6 13 22 6 13 2 31 11 195
30
voortgezet onderwijs EdamVolendam
Purmerend
Zaanstad
Totaal
Actieve leefstijl Eetstoornissen 22 27 Genotmiddelen 49 Mondgezondheid Pesten 3 2 5 Seksuele en 4 5 9 relationale vorming Voedselveiligheid Totaal 29 34 63 tabel 19 overzicht van de uitleen van het aantal leskisten in het voortgezet onderwijs per thema en gemeente
Peuterspeelzalen kalenderjaar 2008 Beemster
EdamVolend am
Lands meer
mondgezondheid Voeding Totaal
P'rend
Oostzaan
Water land
Wormer land
2 2
Z'stad
Zeevang
2 5 7
2 3 5
tabel 20 overzicht van de uitleen van het aantal leskisten in de peuterspeelzalen per thema en gemeente
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
Totaal
31
Bijlage 1 : Criteria bevindingen
Afwijicende lengtegroei
Aankruisen indien de lengtegroei niet volgens de curve verloopt en er reden is tot actie of het kind al onder controle is.
Motoriekproblemen (item alleen door arts in te vullen)
Aankruisen indien er sprake is van motoriekproblemen en er reden is tot actie of het kind al onder controle is. Bij onder behandeling moet gedacht worden aan (para)medicus, gymnet, club extra, motoriekgym en AB vanuit mytylschool. MRT en podoloog niet!
Ontwikkelingsachterstand (item alleen door arts in te vullen)
Aankruisen indien er sprake is van onrijpheid of een ontwikkelingsachterstand, die groter is dan men gezien h onderwijstype zou verwachten. Bv.: • als op twee of meer DOS-gebieden (zie formulier ontwikkelingsonderzoek) matig tot zwak wordt gescoon • als op één of meer DOS-gebieden afwijkend wordt gescoord
Afw. Houding/bewegingsapp (item alleen door arts in te vullen)
Aankruisen indien er sprake is van een afwijkende houding en/of afwijking in het houdings- en bewegingsapparaat en er reden is tot actie of het kind al onder controle is. Bij onder behandeling moet gedacht worden aan (para)medicus, gymnet, dub extra, motoriekgym en AB vanuit mytylschool. MRT en podoloog niet!
Enuresis (eenheid van taal)
Aankruisen indien de leerling de afgelopen 4 weken gemiddeld 2 of meer keren per week in bed heeft geplast.
Defaecatiestoornis
Aankruisen indien er volgens het m&b-protocol sprake is van defaecatieproblemen
Oogheelkundige problemen
Aankruisen, indien er sprake is van: • strabismus, waarvoor een follow-up of verwijzing nodig is • afwijkende visus; zie m&b-protocol visus. Arts vult dit alleen in, indien dit item nog niet is ingevuld door DA na het onderzoek op school.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
32
KNO-problemen
Aankruisen indien • afwijkend trommelviies gezien • corpus alienum in gelioorgang aangetroffen • er sprake is van afwijkend gehoor volgens m&bprotocol gehoor. Arts vuit dit aiieen in, indien dit item niet is ingevuid door DA na het onderzoek op schooi. • er advies gegeven wordt naar aanleiding van klachten
Voeding
Aankruisen indien er actie ondernomen moet worden omdat er sprake is van een onjuist voedingspatroon en er geen sprake is van overgewicht. Dit voedingspatroon kan zowel te veei als te weinig of insufficiënt zijn. Denk hierbij ook aan niet ontbijten, geen groente en fruit.
Overgewicht
Aankruisen indien er sprake is van overgewicht, waarbij de klinische blik een rol kan spelen.
Somatoforme klachten
Aankruisen indien er sprake is van onverklaarde lichamelijke klachten (somatoforme en psychosomatische).
Probl. pers. funct.
Aankruisen indien de begeleider en/of het kind meldt dat onderstaande problemen regelmatig voorkomen en de onderzoeker het probleem als een reëel probleem inschat, of indien de onderzoeker het probleem constateert: • lichamelijke klachten en spanningsklachten • stemmingsstoornissen • angsten (zie m&b-protocol psychosociale problemen, bijlage speciële anamnese) • gedrags- en aandachtsproblemen (zie m&b-protocol psychosociale problemen, bijlage speciële anamnese). Bij aandachtsproblemen alleen aankruisen als er thuis hinder van wordt ondervonden
Suïcidegedachten (eenheid van taal)
Aankruisen Indien de jeugdige aangeeft het afgelopen jaar er serieus aan gedacht te hebben zelf een einde aan zijn/haar leven te maken.
Suïcidepogingen (eenheid van taal)
Aankruisen indien de jeugdige het afgelopen jaar een poging gedaan heeft zelf een einde aan zijn/haar leven te maken.
Gepest worden (eenheid van taal)
Aankruisen indien de begeleider en/of het kind meldt dat het regelmatig (verschillende keren per week of een keer per week en als probleem ervaren) gepest wordt.
Roken (vraag inspectie)
Aankruisen indien leerling aangeeft dagelijks te roken.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
33
Alcoholgebruik (vraag inspectie)
Aankruisen indien de leerling aangeeft de laatste 4 weken alcohol te hebben gebruikt.
Leerproblemen
Aankruisen indien de begeleider en/of het kind meldt dat het volgende gedrag regelmatig voorkomt en de onderzoeker het als een reëel probleem in schat: • leerproblemen, slechte schoolresultaten • concentratie- en aandachtsproblemen, die tot achterblijvende schoolprestaties leiden
Schoolverzuim (concept notitie aanpak schoolverzuim)
Aankruisen indien er sprake is van: • ongeoorloofd schoolverzuim: meer dan drie opeenvolgende dagen verzuim (geen ziekte) • ziekteverzuim: • meer dan 2 weken ziek (10 dagen) • gedurende een periode van twee maanden steeds één a twee dagen ziek gemeld met een totaal van 10 dagen of meer • geen van voorgaande criteria, maar wel de ziekmelding is een reden tot zorg. Bv.: regelmatig ziek naar huis of verzuim bij specifieke vakken.
Problemen met sociale contacten (eenheid van taal)
Aankruisen indien de begeleider en/of het kind meldt dat het volgende gedrag regelmatig voorkomt en de onderzoeker het gedrag als een reëel probleem inschat: • geen of onvoldoende vriend(inn)en • gaat niet of weinig om met leeftijdsgenoten • legt moeilijk contact met/heeft geen aansluiting bij leeftijdsgenoten • eenkennig • eenzaam
Vermoeden van kindermishandeling
Aankruisen bij vermoeden van kindermishandeling op basis van eigen bevindingen of op basis van signalen van derden (zie protocol kindermishandeling).
VGV
Aankruisen als er vrouwelijke genitale verminking heeft plaatsgevonden.
Dreiging VGV
Aankruisen ais men bedacht moet zijn op toekomstige vrouwelijke genitale verminking bij meisjes uit risicolanden (zie lijst ricolanden in bijlage)
Opvoedingsproblemen (Evean)
Aankruisen indien er opvoedvragen en problemen zijn, maar er nog geen sprake is van opvoednood. Denk hierbij ook aan vragen over eet- en slaapgedrag.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
34
Opvoednood (Evean)
Aankruisen indien er sprake is van opvoedingsnood. Opvoedingsprobiemen zijn hardnekkig en compiex, ouders voelen zich incompetent en machteloos, er is behoefte aan intensieve hulp en steun. Steun van eigen netwerk ontbreekt.
Gezinsproblemen
Aankruisen indien de begeleider en/of de leerling meldt dat onderstaande problemen regelmatig voorkomen en de onderzoeker het probleem als een reëel probleem inschat of indien de onderzoeker het probleem constateert: • gezinsproblemen (ruzie tussen ouders, echtscheiding, werkeloosheid, ziekten) • psychiatrische problemen ouders w.o. verslaving • hechtingsproblemen, problemen in contact tussen ouders en kind • conflicten met ouders • problematische relatie met broers/zussen.
Niet jaarlijks tandartscontrole
Alleen registreren bij een volledig onderzoek (PGO, PCL, S(B)O herhaling en gericht onderzoek volledig). Aankruisen indien het kind niet minstens 1 x per jaar naar de tandarts/mondhygiënist gaat.
Vaccinaties
Aankruisen indien het kind niet alle vaccinaties heeft gehad, die het volgens het rijksvaccinatieprogramma op dat moment gehad moet hebben. Met consultatie wordt hier bedoeld: navragen bij entadministratie.
Geen van deze bevindingen:
Indien geen van de hierboven in de tabel genoemde bevindingen is aangekruist én er geen lichamelijke bevinding, die interventie behoeft, is geconstateerd, moet er een kruisje gezet in het vakje, waar geen tekst achter staat. Dit om te voorkomen dat vergeten wordt iets in te vullen.
Overige lichamelijke bevinding:
Aankruisen indien een niet in de tabel genoemde bevinding is geconstateerd, waarvoor consultatie, advies, follow-up of verwijzing heeft plaatsgevonden. Bij advies gaat het om advisering, die verder gaat dan de algemene advisering, die gebruikelijk is bij een pgo.
Lokaal tabellenboek Wormerland, jaarverslag 2008
35
GGD Zaanstreek-Waterland Hoofdvestiging Regio Zaanstreek Vurehout 2, 1507 EC Zaandam Tel. 0900 - 254 54 54 Fax 075 - 616 30 16 E-mail [email protected] www.ggdzw.nl Nevenvestiging Regio Waterland Waterlandlaan 65, 1441 RS Purmerend
JAARVERSLAG 2008
VOORWOORD
Voor u ligt het jaarverslag 2008. In 2008 heeft de GGD Zaanstreek – Waterland wederom gewerkt aan het volbrengen van haar missie: het bewaken, bevorderen en beschermen van de volksgezondheid in de regio Zaanstreek-Waterland. In deze periode is het Strategische beleidsplan 20082011 vastgesteld, waarin de koers is uitgezet voor de komende vier jaar. Dit jaarverslag beschrijft de belangrijkste activiteiten en ontwikkelingen bij de GGD in het afgelopen jaar. Evenals vorig jaar is in het jaarverslag een regionaal tabellenboek met de bevindingen opgenomen. Voor de afzonderlijke gemeenten is een lokaal tabellenboek opgesteld. Naast dit jaarverslag is ook een publieksjaarverslag beschikbaar. In het publieksjaarverslag worden specifieke activiteiten uitgelicht en komen een aantal medewerkers aan het woord. Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van de GGD Zaanstreek-Waterland in de openbare vergadering d.d. 3 juli 2009. voorzitter,
directeur,
mr. drs. M.C.J Keijzer
drs. J.P. Detering
3
4
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
3
Inhoudsopgave
5
Inleiding
7
Epidemiologie, beleid en gezondheidsbevordering
8
Algemene gezondheidszorg
16
Jeugdgezondheidszorg
19
Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen
24
Structuur: personeel, huisvesting en beheer
26
Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling van het bestuur, GGD en OR
31
Bijlage 2: Overzicht van rapporten en producten GGD
32
Bijlage 3: Regionaal tabellenboek
33
Bijlage 4: Definities bevindingenregistratie JGZ
58
Bijlage 5: Afkortingenlijst
62
5
6
INLEIDING
Dit jaarverslag 2008 beschrijft de activiteiten, die door de verschillende afdelingen zijn uitgevoerd. Naast dit jaarverslag wordt ook jaarlijks de jaarrekening met een korte inhoudelijke toelichting gepresenteerd. In vergelijking met de jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgebreider ingegaan op de verschillende activiteiten. Daarnaast is het regionale tabellenboek opgenomen in dit verslag. Dit jaarverslag is opgebouwd aan de hand van de 4 programma’s, die worden gehanteerd in de jaarrekening, en eindigt met interne organisatie. Voor meer informatie over de betreffende programma’s kunt u contact opnemen met het betreffende afdelingshoofd.
7
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
Epidemiologie Gezondheidsmonitor 0 t/m 11 jarigen In totaal zijn 9978 ouders van 0 t/m 11 jarigen benaderd en hun kinderen van 10/11 jaar. Van 5630 personen (56,4%) is een bruikbare ingevulde vragenlijst retour ontvangen. In de vragenlijst zijn vragen opgenomen over de lichamelijke en psychosociale problematiek, leefstijl, opvoedingsproblematiek, schoolprestaties en zorg- en medicijngebruik. Zij worden gepresenteerd in een tabellenboek met prevalenties naar gemeenten en een achttal factsheets (Onderzoeksopzet en achtergrondkenmerken, Gezinssituatie, Leefstijl, Zwangerschap, opvoeding en kinderopvang, School, Vrije tijd en leefomgeving, Lichamelijke en psychische gezondheid en Zorg- en medicijngebruik). Twee factsheets worden door de afdelingen O&S van Purmerend en Zaanstad gemaakt. Een verdiepende analyse op de gegevens Mondgezondheid is door een co-assistent en verwerkt tot een rapportage. De vragenlijsten en de factsheets zijn te downloaden van www.ggdzw.nl 1. De uitvoering van gezondheidsmonitor 0 t/m 11 jarigen is vertraagd. De belangrijkste oorzaak hiervan is het aantal toegenomen interne registraties, die opgezet en geanalyseerd moeten worden. Bovendien neemt de frequentie van managementrapportages toe. De GGD Zaanstreek-Waterland is in 2008 reeds gestart met de voorbereidingen voor het volwassenen- en ouderenonderzoek in 2009 en het onderzoek onder klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs in 2010. Het laatstgenoemde project wordt in samenwerking met de GGD-en in Noord-Holland opgezet wat meer afstemming vereist. De uitvoering van gezondheidsmonitor is vertraagd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de toegenomen van vraag van gemeenten over eerdere onderzoeksresultaten en het toegenomen aantal analyses van interne gegevens. Gezondheidsmonitor 12-18 jarigen Gezamenlijk met alle GGD-en in Noord-Holland is een start gemaakt met de voorbereiding van een provinciaal jongerenonderzoek 2009-2010: EMOVO (elektronische monitoring voortgezet onderwijs). Bij leerlingen in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs wordt digitaal een vragenlijst afgenomen. Na het invullen van de vragenlijst krijgen de jongeren, afhankelijk van hun antwoorden, een gezondheidsboodschap op maat aangeboden. De GGD Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor het formuleren van de gezondheidsboodschappen, die uiteindelijk landelijk geïmplementeerd zullen worden. Daarnaast wordt gezamenlijk gewerkt aan een vragenlijst en een voorlichtingsfolder. Het onderzoek vindt in het schooljaar 2009-2010 plaats. Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen In 2009 wordt de enquête onder volwassenen en ouderen uitgevoerd. De gemeenten hebben een keuze gemaakt op wat voor niveau (gemeenteniveau of plattelandsniveau of eventueel extra in bepaalde wijken) zij uitspraken willen. De onderwerpen voor de vragenlijst zijn geïnventariseerd. Interne ondersteuning Jaarlijks wordt het Jisformulier ten behoeve van de registratie van de bevindingen tijdens het PGO en de screening logopedie aangepast. Bij het PGO klas 2 voortgezet onderwijs zijn de ouders niet aanwezig. Om toch informatie van de ouders te krijgen is een vragenlijst ontwikkeld, die ouders voorafgaand aan het onderzoek moeten invullen. Op verzoek van het St. Michaelcollege is in 2008 een pilot uitgevoerd, waarbij de leerlingen voorafgaand aan het PGO een vragenlijst invullen. Afhankelijk van de score op deze vragenlijst worden leerlingen opgeroepen door de jeugdgezondheidszorg. Bekeken wordt of deze werkwijze in het hele voortgezet onderwijs zou moeten worden ingevoerd. In 2009 wordt de pilot op het St. Michaelcollege voortgezet 2.
8
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
Ten behoeve van verschillende projecten is een registratieformulier ontwikkeld en zijn extra analyses uitgevoerd, zoals Video Home Training, Vangnet Jeugd, Team Bemoeizorg, ASHG en vaccinatiecampagne Hepatitis A. Overige analyses en rapportages: - Rapportage Vangnet Jeugd 2007 3. - Rapportage Advies- en steunpunt huiselijk geweld 2007 4. - Rapportage meldpunt overlast en bemoeizorg 2007 5. - Analyse JGZ en logopedie gegevens 2007. - Een stagiaire het project Club Move geëvalueerd 6. - Op basis van de gezondheidsenquête 2005 is een verdiepend onderzoek gedaan naar alcoholgebruik in de regio, dit heeft geresulteerd in de publicatie ‘alcoholgebruik onder volwassenen in Zaanstreek-Waterland’ 7. - Twee stagiaires van de Hoge School Holland hebben kwalitatief onderzoek gedaan naar zwerfjongeren in Zaanstad en Purmerend. In 2008 is de rapportage in de vorm van een factsheet gereed gekomen 8. - Analyse en presentatie gezondheidssituatie Krachtwijk Poelenburg voor bezoek VWS en VROM. Beleid Nota’s lokaal gezondheidsbeleid (uitvoering) Het regionale deel van de nota gezondheidsbeleid 2008-2011 is in maart ’08 vastgesteld, met als gezamenlijke speerpunten: overgewicht, opvoedingsproblematiek en schadelijk alcoholgebruik. De gemeenten hebben gekozen voor het schrijven van een regionaal stuk, met per gemeente een lokaal hoofdstuk waarin zij gemeentelijke accenten kunnen leggen. De volgende gemeenten hebben hun nota vastgesteld in 2008: Edam-Volendam, Beemster, Landsmeer, Oostzaan, Zaanstad en Zeevang. Traject Lokaal Gezond Een belangrijk streven voor de komende jaren is om bovengenoemde gezondheidsproblemen zoveel mogelijk integraal aan te pakken. Eind 2007 is in het kader van Lokaal Gezond bij het NIGZ ondersteuning aangevraagd om gemeenten in 2008 te begeleiden bij het opzetten en uitvoeren van integraal gezondheidsbeleid. Deze aanvraag is gehonoreerd en het traject heeft in 2008 plaatsgevonden. Aan het ondersteuningstraject Lokaal Gezond, over integraal gezondheidsbeleid, deden drie gemeenten mee (Zaanstad, Purmerend en Edam-Volendam). Door het vertrek van de ambtenaar volksgezondheid heeft Purmerend het traject niet afgemaakt. De gemeenten kozen ervoor om het (regionale) thema overgewicht integraal uit te werken. Er hebben vier werkleergang bijeenkomsten plaatsgevonden (in juni, augustus, september en december). Tussen de werkleergang bijeenkomsten ging iedereen in haar eigen ‘praktijk’ aan de slag. Terugkoppeling van ervaringen hiermee vond plaats tijdens de werkleergang bijeenkomsten. Aangevuld met informatie over landelijke projecten en ontwikkelingen. Uitgangspunt werd het beleidsinstrument determinantenbeleidsscreening. Op basis hiervan is een stappenplan ontwikkeld. Bruikbaar voor alle gemeenten in onze regio en goed toepasbaar in de praktijk, waarmee gemeenten aan de slag kunnen om integraal gezondheidsbeleid vorm te geven. Een tweede concreet product is een vertaling van de landelijke leeflijn overgewicht naar onze regionale situatie. Het stappenplan en de leeflijn worden gepubliceerd op de website van de GGD en een aantal landelijke websites als het NIGZ en GGD kennisnet 9, 10.
9
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
Invoering BSN Iedereen in Nederland kreeg in 2007 een burgerservicenummer (BSN). Het huidige sofinummer wordt omgezet naar het BSN en tegelijkertijd wordt het gebruik van het nummer verbreed naar alle overheidsinstellingen. Dat gebeurt allemaal via de Wet algemene bepalingen burgerservicenummers (Wabb). Met deze wet introduceert de overheid één persoonsnummer dat gebruikt zal worden als hulpmiddel voor het ontsluiten van persoonsgegevens (zoals naam, adres, geboortedatum, geslacht) in praktisch alle registraties met persoonsgegevens van de overheid. Voor het gebruik van het BSN in de zorgsector is de Wabb uitgebreid met de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z). Het doel van deze wet is de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren dankzij betrouwbare gegevensuitwisseling. De Wbsn-z is per 1 juni 2008 in werking getreden. Met ingang van 1 juni 2009 zijn alle zorgaanbieders (waaronder GGD-en), indicatieorganen en zorgverzekeraars verplicht het BSN op te nemen in de eigen administratie en te gebruiken bij élke uitwisseling (zowel elektronisch als schriftelijk) van persoonsgegevens van cliënten met andere zorgaanbieders en met zorgverzekeraars. Er is een projectplan geschreven dat een plan van aanpak beschrijft om het BSN gedurende de tweede helft van 2008 en de eerste helft van 2009 binnen GGD Zaanstreek-Waterland te implementeren. Er zijn landelijke expertgroepen opgezet vanuit GGD Nederland welke de BSN plichtige processen in kaart brengen. Hier zijn in 2008 nog geen resultaten uit voort gekomen. In 2009 zal de implementatie van het BSN binnen de GGD verder vormgegeven worden. Projecten De GGD voert steeds meer activiteiten uit op verzoek van één of meerdere gemeenten. Deze activiteiten worden als project gefinancierd. Intern is een procedure afgesproken om de projectaanvraag- en afrekening beter te stroomlijnen. In totaal zijn 14 verschillende activiteiten in 35 projectaanvragen geformuleerd. Afhankelijk van de gemeenten zijn een of meerdere aanvragen gedaan. De verantwoording van de projecten kost steeds meer tijd. Dit kan niet meer binnen de reguliere tijd van de epidemiologen worden uitgevoerd. Bij de projectaanvragen zal daarom ook een bedrag voor ‘verantwoordingen’ worden opgenomen. Nieuwsbrief NOG Om de gemeenten en intermediairen te informeren over de ontwikkelingen in de openbare gezondheidszorg wordt sinds 2007 de Nieuwsbrief Openbare gezondheidszorg (NOG) ontwikkeld. In 2008 zijn vier nummers verschenen 11. Vanwege het eenjarig bestaan van de Nieuwsbrief Openbare Gezondheidszorg (NOG) van GGD Zaanstreek-Waterland is een tevredenheidonderzoek onder de lezers uitgevoerd door middel van een korte enquête. Circa 8% retourneerde de vragenlijst. Hoewel de verscheidenheid van de inzenders groot was (privaat/publiek, regionaal/landelijk), was opvallend dat veel van de inzenders huisarts is (41%). Daarnaast werden vragenlijsten geretourneerd door werkers in zorginstellingen, gemeenteambtenaren, wethouders en secretarissen van politieke partijen. De overall conclusie van dit lezersonderzoek is dat een meerderheid van de lezers de informatie in de NOG als nieuw betitelt. De lezer zegt beter op de hoogte te zijn van GGD activiteiten en landelijke ontwikkelingen.
Gezondheidsbevordering Op het gebied van de speerpunten overgewicht, verslaving, seksualiteit, depressie, diabetes, mondgezondheid, psychosociale problematiek zijn preventieprogramma’s uitgevoerd. Het aantal preventieprogramma’s is groter dan gepland. Dit wordt met name veroorzaakt, doordat binnen de gekozen speerpunten verschillende programma’s worden uitgevoerd
10
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
Preventieprogramma’s gericht op jeugdigen.
Overgewicht - Lekker Fit! In Zaanstad wordt het project Lekker Fit! op uitgevoerd. Het project Lekker Fit! is een overkoepelde titel voor de aanpak van overgewicht. Centraal staat de lesmethode Lekker Fit!. Naast de lesmethode wordt het ontbijtproject Lekker Fit! aangeboden aan 12 kinderdagverblijven en 10 basisscholen in de regio Zaanstad. Het ontbijtproject bestond uit een lesmap, gezonde traktatie handleiding, ontbijtcheque voor het organiseren van een ontbijt en een themabijeenkomst voor de ouders. Alle leerlingen ontvingen een fruitboxje om het gebruik van fruit in de pauze te promoten. De GGD heeft ook aan 3 basisscholen extra ondersteuning geboden bij het nationaal schoolontbijt dat door derden aan de scholen is aangeboden. Bij de uitvoering van ‘Lekker Fit! werkt de GGD samen met Evean Jeugdgezondheidszorg en Evean Diëtisten. Alle scholen in Zaanstad zijn aangeschreven om zich op te geven voor het ontbijtproject Lekker Fit! de aanmelding hiervoor was in eerste instantie bijzonder laag. Het verdient de voorkeur dat scholen persoonlijk worden benaderd om mee te doen aan het ontbijtproject, dit vergt echter veel tijd. Uit de evaluatie blijkt dat alle 10 scholen enthousiast waren over het project en de bijbehorende materialen. Het ontbijt was op alle scholen een groot succes, de vergoeding voor het ontbijt vond men te laag in overweging dient te worden genomen om het totale ontbijt te financieren voor de scholen. - Club Move. In het kader van de BOS-subsidie, die Zaanstad heeft ontvangen, wordt meegewerkt aan het project Club Move; een bewegingsprogramma voor kinderen met overgewicht. In het project neemt de GGD de werving op zich. Vanuit het preventief gezondheidskundig onderzoek worden leerlingen met overgewicht geïndiceerd. Er zijn 8 groepen gestart in 2008, met in totaal 67 kinderen. 64 Kinderen zijn gedurende het traject gestopt om diverse redenen. Een van de belangrijkste reden is dat de subsidie of cursus eindigde. Na afloop van Club Move zet ruim 70% van de kinderen het sporten door bij Fitness centrum Unique in Koog aan de Zaan waar Club Move wordt uitgevoerd of ze kiezen voor een ander sport. Een klein aantal kinderen stopt met sporten Een stagiaire heeft het programma geëvalueerd 6. De belangrijkste bevinding is dat kinderen zich beter gaan voelen en meer bewegen na afloop van het programma. Het blijkt dat kinderen die niet meer willen/kunnen sporten voornamelijk onder de allochtone bevolkingsgroep valt. Het blijkt moeilijk om de ouders er van te laten doordingen dat een gezonde leefstijl met voldoende beweging en goede keuzes leren maken in de voeding een must is om een gezond lijf te krijgen/behouden. Een gezonde leefstijl bij de deze groep staat niet op de eerste plaats. In het najaar 2008 is Club Move ook in Oostzaan gestart. - Gezonde schoolkantine: Op verschillende scholen voor voortgezet onderwijs wordt het project Gezonde Schoolkantine geïmplementeerd. In samenwerking met de school wordt de catering en de inrichting van de schoolkantine bekeken. 75 voortgezet onderwijsscholen in Nederland komen in aanmerking voor een stimuleringsprijs van € 1000,--, beschikbaar gesteld door het voedingscentrum. Het Voedingscentrum heeft deze scholen geselecteerd op basis van een ingediend werkplan. In de regio ZaanstreekWaterland hebben 4 scholen deze prijs ontvangen. De GGD heeft samen met een aantal van deze scholen een juiste invulling gezocht voor de besteding van de prijs. De scholen die de prijs ontvangen hebben zijn: het Triascollege in Krommenie, het Pascalcollege in Zaandam, het Bladergroen in Purmerend en De Triade in Edam. Een knelpunt in dit project is dat scholen vaak het kantinebeheer uitbesteden aan een commercieel cateringbedrijf. Hierdoor is het niet (direct) mogelijk om van assortiment in de kantine te wisselen. Dit signaal is doorgegeven aan de landelijke stuurgroep Overgewicht.
11
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
-
Purmerend Actief: de GGD participeert in het project Purmerend Actief, gericht op het bevorderen van 30 minuten bewegen per dag. De GGD maakt deel uit van de werkgroep jeugd en de stuurgroep. In het kader van Purmerend actief is het ‘Beweeg & Ontbijtproject’ ontwikkeld in samenwerking met SPURD, Clup en Evean Jeugdgezondheidszorg en diëtisten Evean. Het project bestaat uit een lesmap voor de peuterspeelzalen en onder- midden en bovenbouw van de basisscholen, een ontbijtcheque om een groot deel van het ontbijt te vergoeden, warming-up/kick off op school voor alle leerlingen, bewegingsactiviteit voor alle groepen en een themabijeenkomst voor ouders. Er was subsidie voor 5 kinderdagverblijven en 5 basisscholen. Uiteindelijk hebben 5 kinderdagverblijven en 4 basisscholen meegegaan aan het project. Evenals in Zaanstad geldt ook hier dat alle scholen zijn aangeschreven om zich op te geven voor het project. In eerste instantie was de aanmelding bijzonder laag. Het verdient de voorkeur dat scholen persoonlijk worden benaderd om mee te doen aan het ontbijtproject, dit vergt echter veel tijd. - Scoren voor gezondheid. Scoren voor Gezondheid is een initiatief van de Stichting meer dan Voetbal, het NIGZ, NISB en Betaald Voetbal, waarbij voetballers uit de Eredivisie kinderen van de basisschool aanzetten tot een gezonde leefstijl. FC Volendam is gepromoveerd naar de Eredivisie daarom zijn de leerlingen van groep 5 en 6 van 10 basisscholen in Edam-Volendam uitgenodigd om deel te nemen. Sportbuurtwerk EdamVolendam, gemeente Edam-Volendam en de GGD werken samen in dit project. Gedurende 20 weken vinden diverse activiteiten plaats om de kinderen tot een gezonde leefstijl te activeren. Verslaving - Kroegtijgers en Damlopers. In september 2007 is het vierjarig project Kroegtijgers & Damlopers van start gegaan. In 2008 zijn er twee blaasacties door de politie georganiseerd (mei en augustus). Vanwege landelijke politiestakingen in het begin van het jaar is de vooraf geplande derde keer niet doorgegaan. In koppels van 2 agenten werd er op zaterdagnacht door 8 agenten ongeveer gedurende een uur (0.30-1.30 uur) op vrijwillige basis blaastesten afgenomen bij uitgaande jongeren voordat ze beginnen met stappen. Peers van het Drugsinfoteam van de Brijder waren bij de blaasacties aanwezig om de jongeren voor te lichten. In totaal hebben 524 jongeren meegedaan aan de actie. De scores van de blaasacties zijn verontrustend. De politie vindt de actie zeer zinvol en wil hier in 2009 zeker mee doorgaan. Er is in 2008 tweemaal een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor jongeren die een bekeuring hadden gekregen in verband met een alcohol gerelateerd klein vergrijp. Door aanwezigheid op de bijeenkomst wordt de boete kwijtgescholden. Er waren 45 jongeren bekeurd. In totaal waren op deze twee bijeenkomsten 40 mensen aanwezig: 32 jongeren en 8 ouders. De aanwezigheid van de ouders was niet verplicht. Een andere activiteit was de organisatie van een Open Huis in de Horeca. Dit viel samen met de aftrap van Onze Huisregels, Punt uit! Omdat de binnenstad voor iedereen gezellig, leefbaar en veilig moet zijn en blijven, heeft Koninklijke Horeca Nederland (KHN) huis- en gedragsregels voor in de horeca opgesteld. Mevrouw Faber, Burgemeester van Zaanstad, heeft dezelfde avond het startschot gegeven voor een veilig en prettig uitgaansgebied van Zaandam Centrum. In totaal is er voor 85 ondernemingen op en rond de Dam materiaal besteld. Ongeveer de helft van deze ondernemingen hebben de materialen zichtbaar voor het publiek opgehangen cq neergelegd. Ondernemers zijn positief over de invoering van de huisregels en de aandacht ervoor in de pers. In 2009 zal dit dan ook zeker een vervolg krijgen. Van dit projectjaar is een apart evaluatieverslag verschenen12. - Alcoholbewustwordingscampagne. De gemeente Edam-Volendam, Beemster en Zaanstad werken aan een integraal beleid alcoholmatiging. De GGD ondersteunt deze beleidsontwikkeling.
12
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
-
Actie ff niet. Actie ff niet is gericht om jongeren tussen 14 -19 jaar in groepsverband te laten stoppen met roken. Dit is een nieuw project (webbased interventie) van Stivoro. Zaanstreek-Waterland is een van de drie deelnemende regio’s. Stivoro en TNO begeleiden deze interventie met onderzoek. Taak van de GGD is het werven van de jongeren door middel van het verspreiden van wervingsmaterialen, persberichten en via Zaanzone, een Zaanse jongerensite. In totaal hebben zes groepen uit de regio meegedaan. TNO evalueert deze interventie. In 2008 is de evaluatie verschenen 13. De conclusie is dat deze webbased interventie niet goed heeft gewerkt, omdat veel jongeren de mails van Stivoro voor spam aanzien. Stivoro beraadt zich over een vervolg op deze interventie. - Actie tegengif. Actie Tegengif is de niet-roken wedstrijd voor eerste -en tweedeklassers waarbij zij met elkaar afspreken om gedurende een half jaar niet te roken. De winnende klas ontvangt een uitnodiging voor de Actie Tegengif Movie Awards, maakt kans op een meet & greet met Yes-R en Achmed Akkabi en een weekend naar Barcelona. Klas 1G van het Compaen Locatie Nieuwendam uit Zaandam is landelijk gekozen tot Actie Tegengif winnaar 2007-2008 in de categorie VMBO/praktijkschool. De jury vond het filmpje van klas 1G van Compaen erg goed gemaakt. De videoclip van de rap ‘Roken’ van DJ Haas ziet er zeer professioneel uit. De tekst van de rap spreekt aan, is goed te verstaan en erg origineel. In totaal hebben 2.856 klassen met ruim 70.000 scholieren zich voor de wedstrijd opgegeven. Seksualiteit - Lang leve de liefde. Een project gericht op relationele en seksuele vorming voor leerlingen van het VMBO. In het voorjaar is een nieuwsbrief aan alle scholen voor voortgezet onderwijs verzonden. Naar aanleiding daarvan hebben diverse scholen ondersteund materiaal ontvangen en is op de Triade (Edam) het project geïmplementeerd. - Lentekriebels. Een project gericht op relationele en seksuele vorming voor leerlingen van het basisonderwijs. Vijf basisscholen in de Zaanstreek hebben hieraan meegedaan. Het project bestond uit een docententraining, lesmaterialen, ouderbijeenkomst en een theatervoorstelling op school. Van dit project is een evaluatieverslag verschenen 14. Psychosociale problematiek - Symposium Huiselijk geweld raakt de school. Februari 2008 heeft het symposium ‘huiselijk geweld raakt de school’ plaatsgevonden. 41 vertegenwoordigers van voortgezet onderwijs en ROC’s waren aanwezig. Van dit symposium is een evaluatieverslag verschenen 15. Mondgezondheid - De eerste tandenborstel. In samenwerking met Evean Jeugdgezondheidszorg wordt het project De eerste tandenborstel uitgevoerd. Op 16 locaties wordt bij het consult 7,5 maand aan de ouders een tandenborstel met bijtring, tandpasta en informatiemateriaal verstrekt. Dit project wordt gesponsord door Sarah Lee. Een mondelinge evaluatie gaf aan dat zowel de verpleegkundigen als de ouders de informatie nuttig vonden. - Tandenpoetslessen in groep 4 en groep 8 van de basisschool. In groep 4 is in 90 groepen voorlichting gegeven door 3 doktersassistentes van de afdeling JGZ samen met de Tandheelkundig Preventief Medewerker. In groep 8 is 39 maal een voorlichtingsles en tandenpoetsinstructie door de Tandheelkundig Preventief Medewerker gegeven. In totaal hebben de lessen op 77 scholen in de regio Zaanstreek-Waterland plaatsgevonden. Na een voorlichtingsbijeenkomst krijgen de kinderen van groep 4 een huiswerkopdracht mee. Zij moeten een week het tandenpoetsgedrag bijhouden. Na inlevering hiervan krijgen de kinderen een tandenpoetsdiploma. De leerkrachten krijgen na afloop van de les een lespakket om extra aandacht te besteden aan het onderwerp mondgezondheid. - Themabijeenkomsten mondgezondheid kindercentra. Er is een opzet gemaakt voor het geven van een themabijeenkomst voor ouders van 2-4 jarigen. In 2009 zal in
13
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
-
-
samenwerking met de pedagogen deze voorlichting aangeboden worden aan kindercentra. Gezond trakteren. Scholen nemen regelmatig contact op voor ondersteuning bij de invoer van Gezond trakteren op school. De docentenhandleiding is helemaal herzien en gratis te downloaden via de GGD website 16. Gezond trakteren is ook een vast onderdeel geworden van het ontbijtproject. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten wordt er aandacht besteed aan het onderwerp en er worden postcards uitgedeeld met verwijzing naar de website Gezond trakteren. Kies voor Gaaf. De GGD Zaanstreek-Waterland is vertegenwoordigd in de landelijke denktank voor Kies voor Gaaf! Kies voor gaaf! is een uniek programma waarin een samenhangend beleid voor de mondgezondheid van kinderen wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Samen met alle partijen die iets voor het kindergebit kunnen betekenen, zet de NMT de tandheelkunde voor kinderen nadrukkelijk op de kaart, zodat vanaf 2012 alle kinderen in Nederland vanaf 2 jaar 2 x per dag hun tanden poetsen en 2 x per jaar naar de tandarts of mondhygiënist gaan. Tandartsen, mondhygiënisten, verzekeraars, GGDen, Ivoren Kruis, ministerie van VWS, patiëntenorganisaties, gemeenten en scholen werken hierin samen. Eén succes is reeds bereikt: de leeftijdsgrens voor de tandheelkunde in de basisverzekering is per 1 januari 2008 opgetrokken van 18 naar 22 jaar.
Preventieprogramma’s gericht op volwassenen: -
-
-
14
Ouderen en depressie: Sinds 2006 vormt de GGD samen met Evean Zorg en GGZ Dijk en Duin de stuurgroep van het project ‘Depressie samen voorkomen’. De stuurgroep kiest elk half jaar een andere wijk om een studiemiddag over ouderen en depressie te organiseren. Vanuit die studiemiddag wordt een werkgroep gevormd met als doel het aantal ouderen met depressieve klachten te verminderen. In 2008 heeft de stuurgroep zes maal vergaderd. Om de werkwijzen binnen het project te structureren is een projectplan opgesteld. De werkgroep Rosmolenwijk is dit jaar afgerond, het project is uitgebreid naar Volendam en er vond een evaluatiebijeenkomst plaats voor alle reeds bestaande werkgroepen. Bewegen op recept (BOR). Het project BOR is gericht op inwoners die zich in de eerstelijnspraktijk presenteren met niet afnemende klachten die te maken hebben met overgewicht, diabetes, bewegingsarmoede, rugklachten of spanningsklachten. Het betreft vooral mensen die in cultureel en sociaaleconomisch opzicht in een achterstandspositie leven. De uitdaging is het bevorderen van een actieve leefstijl door het aanbieden van op maat gemaakte bewegingsprogramma’s die vervolgens opgaan in het reguliere aanbod in de wijk en de leefstijl blijvend zullen verbeteren. BOR is een effectieve interventie gebleken in Den Haag. De GGD wil de programma implementeren in de regio. Inmiddels is een projectgroep gevormd met vertegenwoordigers van de gemeente Zaanstad en Purmerend, Sportservice Zaanstad en Spurd en Zonhn. Actief Plus: Actief plus is een samenwerkingsproject tussen de Open Universiteit Nederland, de Universiteit Maastricht en verschillende GGD-en in Nederland, waaronder GGD Zaanstreek-Waterland. In dit project is een (digitaal) bewegingsstimuleringsprogramma ontwikkeld waarin vijftigplussers advies op maat krijgen waarin ze bewust worden gemaakt van hun eigen beweegsituatie en ze gemotiveerd worden om meer te gaan bewegen. Om het programma te testen is in de regio Zaanstreek-Waterland de gemeente Edam-Volendam geselecteerd als interventiegroep. De deelnemers in Edam-Volendam kregen 3 keer een persoonlijk advies op maat in de periode van een half jaar. In 2008 is het Actief Plus project wat betreft het verzamelen van gegevens volledig afgerond. Alle vragenlijsten zijn verstuurd en alle deelnemers die vragenlijsten hebben teruggestuurd hebben een advies op maat
EPIDEMIOLOGIE, BELEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
-
-
-
ontvangen. Uit de eerste resultaten blijkt dat de deelnemers uit de interventiegroepen een sterkere stijging in hun beweegactiviteit lieten zien dan de deelnemers uit de controlegroep. De interventies zorgden er dus voor dat de deelnemers die aan de start van de studie nog niet voldoende bewogen meer gingen bewegen. De interventies waren zowel effectief voor de deelnemers die al wel voldoende bewogen als voor de deelnemers die nog niet voldoende bewogen. Campagne ter preventie van tekenbeten en de ziekte van Lyme: Om het publiek alert te maken op tekenbeten en de ziekte van Lyme heeft de GGD in het voorjaar van 2008 een publiekscampagne georganiseerd. Er zijn brieven en materialen verstuurd naar 400 adressen in de regio, er is naar alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en alle scoutingorganisaties een gratis tekenpincet gestuurd, alle GGD wachtkamers zijn voorzien van posters en folders, er is een persbericht gestuurd, een bericht op de website geplaatst en onder de GGD collega’s een is prijsvraag georganiseerd waarbij tekenpincetten te winnen waren. Alle aangeschreven organisaties konden extra folders en posters bestellen bij de GGD. Er zijn in totaal 63 aanvraagformulieren binnen gekomen, waarbij bijna 2000 folders en 4 posters aangevraagd zijn. Borstkanker. Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt uitgevoerd in een mobiele onderzoeksunit ‘de mammobiel’. Om de opkomst te verhogen wordt voorafgaand aan de plaatsing van de mammobiel een persbericht verzonden naar de gemeenten, lokale media en op de website van de GGD. In 2008 is het opkomstpercentage 86,4%. In samenwerking met de GGD-en in Noord-Holland is een gezamenlijk voorlichtingsaanbod tot 2009 ontwikkeld. In oktober, de landelijke borstkankermaand, is informatie verspreid naar 310 adressen in de regio, een persbericht verstuurd en een interview gegeven op Zaanradio. Tevens heeft de Vetc-er drie bijeenkomsten georganiseerd. In iedere roker zit een stopper. Deze actie van Stivoro, specifiek gericht op rokers met een lage sociaal economische status, heeft tot doel om de intentie tot stoppen met roken te verhogen. Doel was om in de campagneperiode tussen de 700.000 en 1.000.000 stoppogingen te bereiken. In de maanden juni en september heeft de GGD deze campagne regionaal onder de aandacht gebracht door flyers uit te delen op evenementen en via persberichten. De kans van slagen is een stuk groter als bij de stoppoging een hulpmiddel wordt gebruikt. Daarom is speciaal voor deze campagne de StopSMS ontwikkeld, een gratis service waarbij de stopper stoptips krijgt op zijn of haar mobieltje. Ook is er een speciale campagnesite gelanceerd die bereikbaar is via www.stivoro.nl. Speciaal voor rokers van Turkse afkomst is de campagne ook in het Turks gestart. Centraal in deze campagne stond een Turkse versie van de StopSMS. Om deze onder de aandacht te brengen, werkte de GGD samen met acht lokale Turkse organisaties. De Turkse organisaties benaderden de rokers persoonlijk en kregen hiervoor ter ondersteuning Turkse flyers en posters en een financiële vergoeding. De Vetc-er van de GGD organiseerde ook voorlichtingsbijeenkomsten bij deze organisaties. Dit alles heeft er toe geleid dat 114 mensen zich hebben opgegeven voor een StopSMS. De Turkse campagne is succesvol geweest en heeft een uitzending van NOVA gehaald.
Preventie activiteiten voor allochtonen: -
De Vetc-er heeft 61 voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd (1231 deelnemers). Onderwerpen die aan bod zijn gekomen zijn o.a. diabetes, voeding/overgewicht, borstzelfonderzoek, opvoeding en roken. Tevens is het project VETC in de huisartsenpraktijk in Poelenburg (Zaanstad) voortgezet. Wekelijks is de VETC-er een dagdeel per week in de huisartsenpraktijk aanwezig. In deze periode zijn 121 gesprekken gevoerd. Daarnaast zijn themabijeenkomsten georganiseerd over vasten en ramadan, de griepprik, hoge bloeddruk en omgaan met depressie. Het thema depressie is samen met de SPV-er van GGZ Dijk en Duin, die ook in de huisartsenpraktijk aanwezig is, uitgevoerd.
15
ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG
Algemene Infectieziektebestrijding Het aantal artikel 7 meldingen vertoont een behoorlijke fluctuatie; in 2008 zijn er nieuwe criteria voor registratie bepaald, waardoor het jaarcijfer lager uitkomt dan in voorgaande jaren. In 2008 zijn in totaal 578 meldingen gedaan. Hiervan waren 43 meldingen meldingsplichtig volgens artikel 7 conform Infectieziektenwet, 205 meldingen meldingsplichtig volgens de Infectieziektenwet A, B, C en 339 meldingen niet meldingsplichtig (zie regionaal tabellenboek). Vanaf december 2008 is de Infectieziektenwet opgenomen in de Wet Publieke Gezondheid. Artikel 7 is vervangen door artikel 26 in de Wet Publieke Gezondheid. Er zijn beleidsadviezen aan gemeenten verstrekt op het gebied van koeltorens m.b.t. het legionellabeleid. Evenals in 2007 heeft in het voorjaar 2008 heeft een hepatitis A campagne plaatsgevonden 17 . 161 kinderen zijn gevaccineerd. Dit betrof 65 Nederlandse, 64 Turkse en 21 Marokkaanse kinderen. De overige kinderen kwamen uit verschillende andere landen. In 2008 heeft de GGD actief deelgenomen aan het project “Versterking structuur regionale infectieziektebestrijding” op de schaal van Noord-Holland/Flevoland. De GGD heeft in dit kader zitting in de regionale projectdirectie en is vertegenwoordiger van de regio in de landelijke projectgroep. Een van de artsen infectieziektebestrijding is coördinator van het deelproject “deskundigheidsbevordering”. Dit betrof met name het opzetten van een gestructureerde intervisie van verpleegkundigen infectieziektebestrijding. Ook in het andere deelproject “outbreakmanagement” is actief deelgenomen; in het kader van dit laatste project zijn met succes twee oefeningen onder leiding van de GHOR gehouden. Een opleidingsdag en een derde oefening volgen in 2009. Voorts had de GGD zitting in de regionale stuurgroep “generiek draaiboek uitbraken infectieziekten” en participeerden in onderliggende werkgroepen. Het generiek draaiboek is inmiddels gereed en zal in 2009 bestuurlijk vastgesteld worden. Soa bestrijding Het aantal consulten binnen de curatieve soa- spreekuren groeit nog steeds zichtbaar, mede omdat er een tweede spreekuur is gestart in 2007. Door dit tweede spreekuur in eigen huis te organiseren kan er efficiënter worden gewerkt, waardoor er relatief meer consulten gerealiseerd kunnen worden. In 2008 zijn op de SOA spreekuren 557 consulten uitgevoerd, waarbij 93 soa’s zijn gediagnosticeerd. Tevens acht voorlichtingsbijeenkomsten uitgevoerd. In de verslagperiode is voor de regio Noord-Holland/Flevoland een regionaal beleidsplan t.b.v. de zogenaamde sense-spreekuren (spreekuren seksuele gezondheid en anticonceptie) ontwikkeld. Deze spreekuren, gekoppeld aan de soa- spreekuren, gaan in 2009 ook plaatsvinden in Zaanstreek-Waterland. Twee verpleegkundigen zijn hiertoe opgeleid en er is een plan van aanpak gemaakt. Voorts wordt het elektronisch patiëntendossier voor het soataakgebied in 2009 ingevoerd. TBC bestrijding Het aantal gemaakte röntgenfoto’s is verminderd, doordat de verplichte screening voor buitenlandse werknemers in veel gevallen is teruggebracht tot 1 röntgenfoto, zonder vervolgcontroles. De inzet van de MRU is om die reden ook teruggebracht tot 1 x per 2 weken. De terugloop in bron- en contactonderzoeken is een momentopname; afhankelijk van het aantal patiënten en het aantal bijbehorende contacten is dit een steeds wisselend gegeven. In de verslagperiode zijn 645 foto’s gemaakt en 183 maal bron- en contactopsporing uitgevoerd. In Noord Holland/Flevoland- verband is een aanzet gegeven tot het verder ontwikkelen van het proces van regionalisering. Er is met name behoefte aan een flexibele inzet van artsen, verpleegkundigen en medisch technisch medewerkers vanuit de back-office.
16
ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG
Voorts is de invoering van de update van het registratieprogramma Tubis voorbereid; dit zal in maart 2009 plaatsvinden. Technische hygiënezorg: Kinderopvang Met betrekking tot het uitvoeren van de inspecties kinderopvang ligt de GGD op schema. In 2008 zijn 197 inspecties in de kinderopvang uitgevoerd. Hiervan waren 22 inspecties bij nieuwe instellingen. De inspectierapporten van instellingen in de kinderopvang zijn te downloaden via www.ggdzw.nl.18 De gemeenten Purmerend, Beemster, Zeevang hebben een verordening “inspecties peuterspeelzalen” opgenomen. In deze gemeenten zijn de inspecties peuterspeelzalen dan ook gestart. De gemeente Zaanstad zal in 2009 ook overgaan tot een verordening. Technische hygiënezorg: Huidpenetrerende handelingen In het kader van de inspecties huidpenetrerende handelingen hebben geen reguliere inspecties plaatsgevonden. Dit betreft namelijk een tweejaarlijkse inspectie en in 2007 zijn alle instellingen geïnspecteerd. Wel zijn er drie nieuwe bedrijven aangemeld en geïnspecteerd in de verslagperiode. In 2009 volgt een nieuwe ronde van reguliere inspecties. Reizigersadvisering Per januari is het nieuwe registratiesysteem Orion geïmplementeerd en bestaat de mogelijkheid tot het maken van afspraken met het reizigersbureau via internet. Voorts is er een plan van aanpak ontwikkeld tot verdere optimalisering van de organisatie per april 2009: dit betreft onder meer het invoeren van een avondspreekuur en een efficiëntere planning van de spreekuren. Vanaf december worden er ook producten zoals Deet, klamboes etc. verkocht. OGGZ: meldpunt overlast en bemoeizorg Het aantal meldingen bij het Meldpunt Overlast en Bemoeizorg groeit nog steeds gestaag (475). Het aantal vangnetcliënten van het meldpunt overlast is voor alle gemeenten gerealiseerd. Daarnaast zijn bij vrijwel alle gemeenten de prognoses m.b.t. de extra inkoop overschreden. Een voorstel voor een nieuwe financieringssystematiek in 2009 is vastgesteld door het bestuur. Registratie Sinds 2008 worden de meldingen in een nieuw registratieprogramma geregistreerd. Werken met een nieuw programma brengt vaak een uitbreiding van de te registreren items met zich mee, levert discussie op over definities en rapportage en analysemogelijkheden. Het aantal meldingen is in 2008 toegenomen en dit heeft een toename van het aantal medewerkers tot gevolg gehad. Registreren zal dan ook steeds meer afgestemd moeten worden en ook moeten worden vastgelegd in handleidingen. Project Team Bemoeizorg In de verslagperiode heeft het Team Bemoeizorg succesvol geopereerd; de samenwerking tussen GGD, Brijder, Dijk en Duin, SMD en Odion verliep goed en de ingeschatte aantallen cliënten zijn ruimschoots behaald. Het cliëntvolgsysteem van Conclusion is geïmplementeerd. Er is een rapportage over het eerste projectjaar verschenen en de subsidieaanvragen voor een vervolg in 2009 zijn gehonoreerd 19. De begeleidingscommissie kwam in de verslagperiode drie maal bijeen; daar werden o.a. de kwartaalrapportages aan de gemeenten besproken en vastgesteld. De begeleidingscommissie heeft in een brief aan Achmea haar zorg uitgesproken over de wachtlijsten bij met name Dijk en Duin en Odeon. Mede naar aanleiding van deze brief heeft er een gesprek plaatsgevonden met Achmea over de wensen m.b.t. de inkoop van zorg in 2009. Project Preventieve huisbezoeken Per 1 mei is er een project “Preventieve huisbezoeken” met de woningcorporaties in Zaanstad gestart. In het kader van dit project krijgen mensen met een huurschuld van twee maanden een huisbezoek van de GGD. Er is aansluiting gezocht met het project “voorkomen betalingsachterstanden” van de gemeente Zaanstad.
17
ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG
Coördinatie huiselijk geweld Samen met de centrumgemeente Zaanstad is er een meerjarenbeleidnotitie “Aanpak Huiselijk Geweld 2008-2011” geschreven. Uitbreiding en optimalisering van het ASHG in 2008 is een van de speerpunten in deze notitie. Het eerste deel van de notitie is inmiddels door een aantal gemeenten vastgesteld. Het tweede deel is nog niet bestuurlijk vastgesteld. De plannen voor 2008 zijn om die reden niet geheel gerealiseerd. In het kader van deskundigheidsbevordering huiselijk geweld heeft er een symposium plaatsgevonden voor docenten in het middelbaar onderwijs. Voorts heeft er een basistraining huiselijk geweld voor hulpverleners in de regio plaatsgevonden. Er is op verschillende manieren aandacht besteed aan de PR voor het het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), o.a. verschijnen van een nieuwsbrief 20 een grote mailing van posters en folders bij 650 professionals en organisaties en een huis aan huisfolder in twee wijken in Zaanstad en Purmerend. Dit heeft kennelijk zijn vruchten afgeworpen, er is een duidelijke stijging te zien in het aantal meldingen bij het ASHG (van 150 naar 220 adviezen) De coördinator Huiselijk Geweld had zitting in de projectgroep Multiprobleemgezinnen en is nauw betrokken geweest bij het ontwikkelen van de nieuwe structuur. Medische milieukunde Het aantal adviezen en het aantal milieuonderzoeken zijn nieuw opgenomen in de registratie per 2008. De GGD nam afscheid van twee medewerkers medisch milieukunde, die beiden een nieuwe baan aanvaardden bij de GGD Amsterdam. Per 1 oktober zijn de vacatures weer ingevuld. Tot die tijd werd de eerstelijns medische milieukunde bij de GGD Amsterdam ingekocht. Uitvoering regeling koppeling De regeling koppeling (alleen in 2008 nog geldig) biedt eerstelijnszorgverleners en kraamzorginstellingen een financieel vangnet als een illegaal in Nederland verblijvende patiënt niet kan betalen. De GGD is trekker van het Samenwerkingsverband Regeling Koppeling Zaanstreek-Waterland en beheert het koppelingsbudget voor de regio. Het Samenwerkingsverband komt, onder leiding van de GGD, twee keer per jaar bijeen. Per januari ’09 is een nieuwe regeling in werking getreden. De eerste kamer heeft in oktober ’08 een wetsvoorstel aangenomen om de financiering van de gezondheidszorg aan illegalen te stroomlijnen. Met dit wetsvoorstel wordt het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) verantwoordelijk voor de vergoeding van oninbare kosten van zorg aan illegalen. De huidige financieringsstructuur via Stichting Koppeling komt hiermee te vervallen. Het CVZ wil de huidige werkwijze zoveel mogelijk laten bestaan en is momenteel nog in overleg met de verschillende GGD-en over de uitvoering van de nieuwe wet. Normaal gezien zou ieder samenwerkingsverband voor 1 oktober 2008 een subsidieaanvraag voor 2009 indienen bij Stichting Koppeling. Door de verschillende wijzigingen hoefden de samenwerkingsverbanden voor 2009 geen subsidieaanvraag in te dienen bij het CVZ. Het CVZ wil voor 2009 werken met ervaringsgegevens.
18
JEUGDGEZONDHEIDSZORG
Het jaar 2008 is voor de jeugdgezondheidszorg een belangrijk jaar geweest. Vanzelfsprekend zijn de basistaken van de GGD uitgevoerd, de 0 – 4 jarigen zorg door Evean en de 4 – 19 jarigen zorg door de GGD zelf. Daarnaast zijn er verschillende essentiële stappen gezet in ontwikkelingen die al geruime tijd spelen. Discussies over de integratie van de 0 - 4 en 4 - 19 jarigen zorg, het elektronisch kinddossier, de Centra Jong/voor Jeugd en Gezin, de aanpak multiprobleem gezinnen en de ontwikkeling van de opvoedingsondersteuning binnen de GGD hebben in 2008 tot stevige stappen voorwaarts geleid. Ze hebben de basis gelegd om in 2009 tot definitieve vormgeving te komen. Ontwikkelingen De JGZ is in beweging. Op velerlei terreinen zijn ontwikkelingen gaande die voor de JGZ in de toekomst van groot belang zijn. Integrale jeugdgezondheidszorg In 2008 is uitgebreid gesproken over de integratie van de 0 – 4 en 4 – 19 jarigen zorg. Eind 2008 heeft het bestuur van de GGD (4 – 19) en het bestuur van Evean (0 – 4) een overeenkomst gesloten met de intentie om per 1 januari 2010 tot een geïntegreerde jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar te komen, ondergebracht bij de GGD Zaanstreek-Waterland. Daartoe zijn meerdere werkgroepen gevormd, die op velerlei terreinen uitzoeken wat de gevolgen zijn van deze integratie. In de loop van 2009 zullen deze gegevens worden gepresenteerd, zodat de beide besturen op basis van gerichte informatie definitief het besluit kunnen formuleren. Deze ontwikkeling is in 2008 al ruimschoots onderbouwd door gezamenlijke activiteiten. Verschillende projecten zijn samen opgezet en uitgevoerd en op meerdere terreinen is in 2008 reeds onderlinge afstemming geweest. Elektronisch kinddossier De jeugdgezondheidszorg heeft alle jaren van elk kind een dossier opgebouwd. Het betekent in de praktijk een grote hoeveelheid dossiers, die vaak heen en weer gebracht moeten worden. Deze dossiers zijn alleen inzichtelijk voor de JGZ. Het heen en weer sjouwen van dossiers is niet meer van deze tijd. Het is nodig deze dossiers digitaal te maken en er voor te zorgen dat er op verschillende plekken met deze dossiers gewerkt kan worden. Dat is nodig om meer efficiënt te kunnen werken. Op het moment echter dat er meer mensen betrokken zijn bij de zorg voor kinderen en jeugdigen, kan het nodig zijn om informatie uit te wisselen. Alleen al het van elkaar weten dat men bij hetzelfde kind betrokken is, is een voorwaarde om optimaal samen te kunnen werken. In 2008 heeft de discussie over het elektronisch kinddossier zoveel voortgang geboekt, dat er een projectleider is aangesteld die het elektronisch kinddossier gaat realiseren binnen GGD ZW. Eind 2008 zijn de stappen gezet die in 2009 zullen leiden tot een keuze en de implementatie van een systeem. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringen die in het land reeds zijn opgedaan met het maken van keuzes en het gebruik van systemen. Centra Jong/voor Jeugd en Gezin De rijksoverheid heeft besloten dat elke gemeente in 2011 dient te beschikken over een Centrum voor Jeugd en Gezin. Dat centrum is belangrijk aangezien het de zorg voor kinderen en jeugdigen bundelt door het bij elkaar halen van verschillende zorgverlenende instanties. De Jeugdgezondheidszorg is een belangrijke peiler in het centrum, maar ook de maatschappelijke dienstverlening, verloskundigen, kraamzorg, jeugdhulpverlening, bureau
19
JEUGDGEZONDHEIDSZORG
jeugdzorg, huisartsen en het onderwijs zullen een expliciete lijn hebben met het centrum, soms een directe door het houden van een spreekuur of beschikbaar te zijn. Binnen het centrum krijgt opvoedingsondersteuning een eigen plek. (zie hieronder). Binnen het centrum ontwikkelt zich een structuur, waarin de JGZ ‘zorgcoördinatie’ uitvoert: het nemen van een coördinerende rol indien er meer dan één hulpverlener actief is. Op het moment dat er nog meer mensen bij betrokken raken is het de coördinator van het centrum die de betrokkenen bij elkaar roept om tot afstemming te komen. Juist het dicht bij elkaar zitten is een goede voorwaarde om dit soepel te laten verlopen. In 2007 is het eerste centrum (Centrum Jong genaamd) gestart in Zaanstad. In 2008 is het tweede centrum geopend, met een eigen coördinator, en zijn de voorbereidingen getroffen voor de derde, die in het najaar van 2009 zal starten. Er is veel ervaring opgedaan met niet alleen het centrum zelf, maar ook met de afspraken tussen alle betrokken partners. In de praktijk is het niet eenvoudig om alle betrokkenen op hetzelfde moment op dezelfde wijze te laten werken, maar in 2008 zijn daarin grote stappen gezet. In Waterland zijn in 2008 de voorbereidingen getroffen om in 2009 een begin te kunnen maken met het opzetten van de Centra voor Jeugd en Gezin. Voorbereidende bijeenkomsten zijn gehouden en de eerste stappen zijn gezet. De GGD neemt deel aan deze overleggen en doet mee in de opzet en organisatie van zowel de voorkant, als de organisatie van de bundeling van krachten achter die voorkant. Basistaken De GGD voert de 4 – 19 jarigen zorg uit volgens het BasisTakenPakket, zoals door de rijksoverheid is vastgesteld. Voor de GGD leidt dat tot de volgende contactmomenten: - preventief gezondheidsonderzoek bij 5 jarigen, in groep 7 van het Basisonderwijs en klas 2 van het Voortgezet Onderwijs. In lijn met de landelijke ontwikkelingen wordt in groep 7 en klas 2 een onderzoeksinstrument gebruikt, de SDQ, om gezondheidsrisico’s extra in beeld te brengen. Met het gebruik bij de 5-jarigen wordt langzamerhand begonnen. Kijkend naar de aantallen zijn er in 2008 ruimschoots meer kinderen gezien dan gepland. o PGO 5-jarigen: gepland 3510, uitgevoerd 3953, o PGO groep 7: gepland 3150, uitgevoerd 4182, o PGO klas 2: gepland 3150, uitgevoerd 2914. De verschillen komen door een verschuiving van het najaar 2007 naar het voorjaar van 2008. - gerichte onderzoeken bij jeugdigen die extra zorg behoeven. Afhankelijk van de inhoud van het onderzoek wordt het uitgevoerd door een jeugdarts of een jeugdverpleegkundige. In 2008 zijn er ruim 5800 gerichte onderzoeken geweest (gepland 4900). - onderzoeken in het kader van aanmeldingen en begeleiding bij het Speciaal Onderwijs (in 2008 206 aanmeldings- en 488 herhalingsonderzoeken) In het regionaal tabellenboek worden de bevindingen uit de gezondheidsonderzoeken gepresenteerd. Logopedie De GGD heeft een belangrijke rol in de logopedische zorg voor kinderen in ZaanstreekWaterland. In totaal zijn er in 2008 ruim 5000 kinderen gezien, in de reguliere contacten en in specifieke gevallen. In het tabellenboek worden ook daarover de bevindingen gepresenteerd.
20
JEUGDGEZONDHEIDSZORG
Voorlichting De GGD heeft een voorlichtende functie naar de basisscholen door het uitlenen van leskisten op een breed scala van onderwerpen, zoals genotmiddelen, relationele en seksuele vorming. In 2008 is er 265 keer een leskist uitgeleend. Daarnaast zijn er voorlichtingsbijeenkomsten gehouden, themabijeenkomsten, over ook een brede range van onderwerpen. Bij Opvoeding & Ondersteuning komen we daar op terug. Zorgcoördinatie/ZAT/GZT/Buurtnetwerken De GGD heeft van oudsher niet alleen een preventief medische taak, maar evenzo een psycho-sociale taak om te voorkomen dat problematiek die zich voordoet verergert of tot grotere problemen gaat leiden. De laatste jaren manifesteert deze taak zich meer en meer. Voor kinderen en hun gezinnen is de JGZ een zeer belangrijke vindplaats voor signalen, naast onder andere kinderdagverblijven en scholen. Binnen de scholen ontwikkelen zich de Groot Zorg Teams (VO) en Zorg Advies Teams (BO), waaraan de JGZ deelneemt. Binnen buurten en wijken ontwikkelen zich de Buurtnetwerken, waarin eveneens de JGZ een vertegenwoordiger heeft. In 2008 zijn er 330 GZT’s/ZAT’s bezocht, 9 leerplichtnetwerken en 63 buurtnetwerken. Deze bezoeken kosten veel tijd, niet alleen het overleg, maar ook het werk wat daar uit voortkomt. In 2008 is deze tijd voor een deel gevonden door andere tijd zoveel te beperken en extra tijd in te steken in deze bijeenkomsten. Het is namelijk een ontwikkeling die zich verbreed en uitbreid, zonder dat daar in de begroting voldoende rekening mee is gehouden. In Waterland is het Zorgplatform Waterland de plek om kinderen te verwijzen voor extra zorg. Daarnaast zijn de scholen in Waterland in 2008 bezig geweest om de zorg dichter bij school te krijgen door op elke school over een eigen zorgteam te beschikken. Het zal er in 2009 toe leiden dat ook in Waterland elke school een zorgstructuur kent, waar de GGD een rol in heeft. In Zaanstreek is de relatie met het Zaans Netwerk, het overkoepelende zorgplatform verbeterd. In 2009 zal dat nog verder vorm gaan krijgen. Opvoedingsondersteuning Voor ouders en kinderen met specifieke vragen of problemen moet de drempel zo laag mogelijk zijn om ondersteuning te krijgen. GGD ZW heeft de opvoedingsondersteuning in 2008 opgepakt als een te ontwikkelen onderdeel. Binnen Zaanstad voorziet het Centrum Jong/voor Jeugd en Gezin daarin. Er zijn verschillende vormen waarin de opvoedingsondersteuning tot uiting komt: Inloopspreekuren Ouders en kinderen kunnen zonder afspraak binnen lopen. In de bestaande Centra Jong bestaan deze inloopspreekuren voor 0 – 19 jaar reeds en ouders maken er veelvuldig gebruik van. De vragen gaan over gezondheidsproblemen, problemen in de psycho-sociale en/of emotionele ontwikkeling van kinderen. In 2008 bezochten ouders 502 maal het inloopspreekuur. Opvoedspreekuren Voor specifieke vragen rondom de opvoeding van kinderen zijn er de opvoedspreekuren, waarvoor wel een afspraak moet worden gemaakt. Allerhande vragen over het opvoeden en opgroeien van kinderen en jeugdigen kunnen worden gesteld aan opvoedingsadviseurs. Eind 2008 is een onderzoek gestart naar de optimale organisatie en vormgeving van de opvoedspreekuren.
21
JEUGDGEZONDHEIDSZORG
Themabijeenkomsten Op een zeer breed terrein rondom opvoeden en opgroeien zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. In 2008 zijn er 58 bijeenkomsten geweest, rondom kind en media, seksualiteit, weerbaarheid, regels en grenzen, pesten of straffen en belonen. De aanvragers zijn scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en zelfs een sportschool. Online vragen via de Opvoedwegwijzer.nl Internet neemt een steeds grotere plaats in binnen de informatievoorziening aan ouders en kinderen. Binnen de regio ZW is de www.opvoedwegwijzer.nl een bekende site met informatie uit het veld rond opvoeden en opgroeien. Het bijhouden en beheer van de site ligt bij de GGD en ook de vragen die worden gesteld via deze site komen terecht bij de pedagoog van de GGD. In 2008 zijn er 69 vragen gesteld en beantwoord. Foldermateriaal Voor de diverse thema’s en cursussen zijn diverse folders gemaakt. In lijn met de Centra Jong in Zaanstad is een eigen ‘lijn’ ontwikkeld, die in 2009 een vervolg krijgt met het hele aanbod van de GGD als Centrum Jong-folder. Preventieve cursussen voor ouders en kinderen In 2008 is door de gemeenten Purmerend en Zaanstad aan de GGG gevraagd de uitvoering van de preventieve cursussen op zich te nemen, nadat bureau Jeugdzorg daaruit terug trok. In 2008 heeft zich dit moeten ontwikkelen, zowel in de beschikbaarheid van mensen als de inzet van PR-middelen. Pas medio 2008 was de bezetting voldoende op orde. In 2008 zijn er in totaal 9 cursussen gerealiseerd op basis van open inschrijving en daarnaast in het kader van voorlichting eigen taal en cultuur 17 cursussen (4 x Opvoeden en zo, 1x Opvoeden van kinderen, 7 x Beter omgaan met pubers) binnen specifieke scholen, i.s.m. het regiocollege. Het feit dat de medewerkster van Turkse afkomst als trainster deze cursussen uitvoert, maakt dat de deelname van Turkse ouders sterk wordt bevorderd. Eind 2008 is de basis gelegd om in 2009 de preventieve cursussen als een robuust en toekomstvast aanbod uit te dragen. Samen starten/Video Home Training In 7 van de 9 gemeenten worden de projecten Samen Starten en Video Home Training ingezet. De methodiek van de Video Home Training heeft na de start in 2007 in het jaar 2008 een snel vervolg gekregen. De scholing van medewerkers is doorgegaan en vanuit de landelijke begeleiding heeft de supervisie een vaste plek gekregen. De methodiek heeft zich verder ontwikkeld naar het werken met de computer, het aanpassen van de gemaakte opnames en het specifiek bespreken van de gesignaleerde leerpunten. Dat heeft gemaakt dat er per casus meer tijd op gaat aan de inzet van VHT. In 2008 zijn er 74 gezinnen met VHT geholpen, 14 meer dan begroot. Samen Starten is een methodiek om problemen vroegtijdig binnen het gezin te signaleren, vroegtijdig te interveniëren en ouders te stimuleren en te ondersteunen om hulp te aanvaarden. In 2008 is de methodiek van Samen Starten verder uitgerold en zijn alle gezinnen die daarvoor in aanmerking komen op basis van deze methodiek extra bezocht. Eind 2008 is het merendeel van de medewerkers klaar met het opleidingstraject, zodat in 2009 de certificering aangevraagd kan worden. Triple P Binnen de GGD zijn alle verpleegkundige en artsen in de Triple P methodiek getraind. De pedagoog van de GGD is de coördinator Triple P. Het betekent dat iedereen binnen de GGD op basis van dezelfde uitgangspunten met ouders en kinderen omgaat. Dat geldt ook voor de opvoedspreekuren en voorlichtingsbijeenkomsten. In 2008 heeft daarmee de Triple P
22
JEUGDGEZONDHEIDSZORG
methodiek een vaste basis gevonden binnen GGD ZW. De financiering van het gebruik van materialen en de opleidingskosten zijn ook in 2008 de stadsregio en de gemeenten gedragen. Aanpak multiprobleem gezinnen Vangnet Jeugd Het Vangnet Jeugd is onderdeel van de hele zorgketen voor jeugdigen en hun gezinnen. Op het moment dat er signalen zijn die zorgwekkend zijn, kan het vangnet worden ingeschakeld. De verpleegkundigen binnen het Vangnet gaan er op af, zoeken contact en brengen de situatie in kaart. De mensen die niet uit zichzelf de zorg zoeken die nodig is, of die de weg niet weten te vinden, worden op deze manier naar de zorg gebracht. In 2008 zijn er 92 aanmeldingen geweest (2007: 48), en is er 85 keer overleg geweest (2007: 36). Vangnet Jeugd verzet veel werk en wordt meer en meer gevonden. De samenwerking met de volwassenen kant, de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) is hierin onontbeerlijk. Multiprobleem gezinnen In de praktijk blijkt dat er gezinnen zijn waarin meerdere hulpverleners actief zijn, soms zonder dat men dat van elkaar weet. In het uiterste geval leidt dit tot misstanden en grote problemen. Dit wil een ieder voorkomen. In dit kader is er de aanpak voor multiprobleem gezinnen (MPG) ontwikkelt. Deze aanpak kent meerdere aspecten: - het aanstellen van een MPG-procesmanager, degene die verantwoordelijk is voor het op één lijn krijgen en houden van de verschillende hulpverleners die bij een gezin zijn betrokken. In 2008 is deze procesmanager om te beginnen door Zaanstad aangesteld, in 2009 eveneens door de gemeenten Waterland (in gezamenlijkheid); - het benoemen van gezinsmanagers (vanuit hulpverlenende instellingen) die verantwoordelijk zijn voor de afstemming en coördinatie van de zorg voor één gezin binnen één plan; - het instellen van een lokaal overleg, waarin de verschillende partners met elkaar afstemmen welke zorg nodig is voor dit kind/gezin. Op deze manier is de zorg voor kinderen en hun gezin geborgd en afgestemd tussen alle betrokkenen. Voor GGD ZW is deze aanpak belangrijk. Door de signalerende functie, het hoge bereik en de vele signalen die de jeugdarts/-verpleegkundigen bereiken, is het belangrijk om een escalatiekanaal te hebben op de momenten dat dat nodig is.
23
GENEESKUNDIGE HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN EN RAMPEN
Met ingang van 1 januari 2008 is de GHOR een onderdeel van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Op basis van en bestuurlijk convenant tussen de Veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland is de uitvoering van een groot deel van de operationele en uitvoerende werkzaamheden op het terrein van de GHOR belegd bij het GHOR bureau Amsterdam-Amstelland. De looptijd van dit convenant is 3 jaar (2008-2010). De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland heeft zelf een eigen RGF met een beperkte beleidsmatige – en secretariële ondersteuning aangesteld. De functie van RGF is gekoppeld aan de functie van directeur GGD. De GGD Zaanstreek-Waterland voorziet in de uitvoering van deze functies. De werkzaamheden die het GHOR bureau Amsterdam-Amstelland ten behoeve van de beide veiligheidsregio’s uitvoert zijn voor 2008 vastgelegd in een jaarplan GHOR 2008, dat bestuurlijk is vastgesteld. Samenwerking Amsterdam-Amstelland/Zaanstreek-Waterland Tussen de RGF ZW/adj. RGF ZW en de Veiligheidsregio AA bestaan diverse overleg/contactmomenten. Drie keer per jaar vindt een RGF overleg plaats, waarin de uitvoering van de dienstverlening op hoofdlijnen centraal staat. In 2008 heeft dit overleg conform planning plaatsgevonden. Verder vindt maandelijks overleg plaats tussen beleidsondersteuner GHOR ZW (adj. RGF) en de coördinerend beleidsmedewerker van het GHOR bureau AA over lopende zaken. In 2008 heeft dit overleg acht keer plaatsgevonden. Operationeel Binnen de regio is de afspraak dat de dienstdoend RGF al bij een GRIP 1 afkondiging van de situatie op de hoogte wordt gebracht. In 2008 is de piket RGF betrokken bij 13 GRIP incidenten die zich in de regio hebben voorgedaan. Het hoogst opgeschaalde niveau daarbij was ROT (GRIP 2). Opleiden en oefenen De adj. RGF heeft de basismodule OCR en de verdiepingsmodule OT.BT gevolgd. Verder zijn, conform het multidisciplinair oefenjaarplan 2008, in alle gemeenten oefeningen van het gemeentelijk beleidsteam gehouden. De GHOR is hierin vertegenwoordigd door de RGF en/of adjunct RGF. Thema van de oefening was een groot techno dansfeest, dat als gevolg van weersomstandigheden al dan niet moet worden afgelast. In de (landelijke) oefening Waterproof, waarin het ergst denkbare overstromingsscenario werd beoefend, participeerde de RGF namens de GHOR in het RBT. Naast de RGF/adj. RGF zijn ook de OMAC’s/AMAC’s die de GGD beschikbaar stelt voor het Actiecentrum GHOR in 2008 eenmaal geoefend en hebben medewerkers van de GGD, die in rol, vervullen in de PSHOR (als leider kernteam of als van het opvangteam) deelgenomen aan de praktijkoefeningen Opvang & verzorging/PSHOR in Zaandam en Purmerend. Multidisciplinair Het GHOR bureau heeft een bijdrage geleverd aan de uitvoering van diverse projecten uit het multidisciplinair werkprogramma 2008 van het veiligheidsbureau (Evenementenveiligheid, Meerjarenbeleidplan Opleiden, Trainen en Oefenen, Crisiscommunicatie) Overige aangelegenheden Op 1 juli werd bekend dat Zaanstreek-Waterland de 25ste RAV regio wordt. Met het ministerie van VWS is besproken wat dit voor consequenties heeft voor het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg en de organisatie van het ambulancevervoer in de regio.
24
GENEESKUNDIGE HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN EN RAMPEN
Vaststelling van de wet (WAZ) betekent dat het bestuur een (zwaarwegende) adviesrol krijgt in het kader van de vergunningverlening. In 2009 wordt hierover meer duidelijk. In het najaar heeft een gesprek plaatsgevonden met de IOOV over de organisatie van de GHOR in ZW en de positie van de RGF. Dit als onderdeel van een landelijke 0-meting. Een quick scan wordt uitgevoerd naar de financiële haalbaarheid van een witte tafel in Zaanstreek-Waterland, inclusief alternatieven. Ter voorbereiding hiervan is informatie ingewonnen bij de RAV Gooi- en Vechtstreek, als referentiekader. C-team In februari is een telefonische bereikbaarheidstest gehouden van de leden van het calamiteitenteam. Het bleek dat 65% van het teamleden direct bereikbaar was. In de in 2005 gehouden test was deze score 74%. Toekomstige oefeningen van het C-team worden ingepast in de beoefening van GGD Rampenopvangplan (GROP). De format voor dit plan wordt ontwikkeld door GGD Nederland en GHOR Nederland.
25
STRUCTUUR: PERSONEEL, HUISVESTING EN BEHEER
Structuur Formatie In onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de indeling van het aantal medewerkers en formatie over de diverse afdelingen van de GGD Zaanstreek – Waterland. Afdeling Directie Beheer Epidemiologie, beleid en gezondheidsbevordering Algemene Gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg GHOR Totaal
Aantal personen 2 15 11 35 55 0 118
Aantal FTE begroot 1,89 11,61 7,30 18,91 29,67 1,00 70,38
Incl.wijzigingen en projecten 1,89 11,61 7,47 19,91 37,77 1,00 79,65
tabel 1: personeels- en formatieoverzicht per 31-12-2008 Beheer Personeel & Organisatie Een van de belangrijkste opdrachten voor P&O in 2008 betrof het project functiebeschrijving en –waardering. In april 2008 is het projectplan vastgesteld in het MT. Vervolgens is uitvoering gegeven aan het plan van aanpak, met de ondersteuning van een extern bureau. In eerste instantie werd uitgegaan van 35 beschrijvingen. Dit zijn er uiteindelijk 50 geworden. De functiebeschrijvingen zijn definitief vastgesteld in januari 2009. Op dit moment is de toetsingscommissie alle waarderingen aan het nalopen. In februari zal zij advies uitbrengen aan de directeur. Het streven is om de medewerkers per maart 2009 op de hoogte te brengen van hun functiebeschrijving en bijbehorende waardering. De erkenning van de GGD Z-W als opleidingsinrichting heeft de eerste helft van 2008 veel aandacht gevraagd. Het opleidingsbeleid voor de artsen M&G van de GGD Z-W en Evean JGZ is vastgesteld. Er is een samenwerkingsverband en een samenwerkingsovereenkomst met Evean opgesteld. In juni heeft de visitatie voor de erkenning plaatsgevonden. De voorbereiding hiervoor heeft veel tijd gekost, o.a. de visitatie plannen met alle betrokkenen, informatie verstrekken aan visitatoren, bijeenkomst met alle betrokkenen (aios, praktijkopleiders en –begeleiders). Daarnaast is de subsidieaanvraag voor de artsen M&G is voor 2009 ingediend. P&O heeft in 2008 arbobeleid opgesteld. Dit is besproken en vastgesteld in het MT. In mei is het besproken in de OR die instemming heeft gegeven. De OR heeft de directie geadviseerd een aantal punten mee te nemen in de uitwerking. Zo moet het PMO (periodiek medisch onderzoek) worden opgenomen in het meerjarenplan en wil de OR een klimaatonderzoek in Purmerend. Voorlichting over inrichting van de beeldschermwerkplek moet naar voren gehaald worden. Voor zowel het klimaatonderzoek als de voorlichting zijn offertes opgevraagd bij de arbodienst. Door gebrek aan middelen zijn deze twee acties opgeschoven naar het 1ste kwartaal van 2009. Naast bovenstaande onderwerpen zijn op het gebied van personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden de volgende voorstellen in MT en/of OR gebracht:
26
STRUCTUUR: PERSONEEL, HUISVESTING EN BEHEER
-
-
In maart 2008 is het plan van aanpak naar aanleiding van het medewerkertevredenheidonderzoek (MTO) opgesteld. In april 2008 is het arbobeleid voor zwangeren vastgesteld. In juli 2008 is de regeling reis- en verblijfkosten Purmerend ingevoerd. Declaratieformulieren zijn aangepast. Als aanvulling op de regeling heeft P&O criteria opgesteld om te beoordelen welke medewerkers toestemming krijgen om hun auto voor de dienst te gebruiken. In september heeft het MT deze criteria goedgekeurd en de OR heeft hiermee ingestemd. In augustus heeft P&O op verzoek van de directie bekeken of het mogelijk is alle medewerkers in dezelfde mate te laten profiteren van de keuzedagen. Dit heeft geleid tot een voorstel aan het MT. In september is de startnotitie “integriteitbeleid” besproken in het MT. Acties zijn uitgezet. Er zal gestart worden met een integriteitscan. Dit zal samen met het bureau BIOS worden uitgevoerd. De “Personeelswijzer” is in december gepubliceerd in de openbare mappen. In december is de “Rapportage exitgesprekken” aangeboden aan het MT.
Ziekteverzuim Ten opzichte van 2007 is het ziekteverzuim gedaald. Jaar 2003 Netto verzuim 4,29 Bruto verzuim 7,37 tabel 2: ziekteverzuimpercentage
2004 2005 2006 4,16 3,95 5,01 7,06 5,47 5,74 van de afgelopen jaren
2007 4,18 4,99
2008 2,99 4,36
Overgang salarisadministratie In mei 2008 hebben aanbieders van salarissystemen zich gepresenteerd. P&O heeft samen met financiën een pakket van eisen opgesteld. Dit is het uitgangspunt geweest voor de offerteronde. De keuze is gevallen op ADP. Vooral de personeelsadministratie en de financiële administratie hebben hier in het laatste kwartaal van 2008 veel tijd in gestoken. Per 1 januari 2009 is het nieuwe salarissysteem ingevoerd. De overgang is niet helemaal vlekkeloos verlopen. Huisvesting Ook in 2008 zijn knelpunten in de huisvesting weer aanleiding geweest om een aantal verbouwingen en verhuisbewegingen te realiseren. Het betrof het realiseren van werkplekken voor medisch milieukunde en technische hygiënezorg. In de loop van 2008 zijn, door uitbreiding van het aantal medewerkers in verband met het uitvoeren van steeds meer projecten, wederom knelpunten ontstaan. Deze knelpunten kunnen niet meer binnen de bestaande huisvesting worden opgelost. Begin 2009 zal daarom een deel van de 1ste verdieping, nu nog in gebruik als conferentieruimte en opslag, worden ingericht als kantoorruimtes. Op de locaties in Krommenie en Geuzenpad zijn eveneens interne verbouwingen uitgevoerd. Deze zijn steeds in overleg met verhuurder en/of medegebruikers en de gemeente Zaanstad, in verband met financiering, in gang gezet. Automatisering & informatisering In het afgelopen jaar is er doorgegaan met de uitvoering van het Automatiseringsplan 20062009. De oude Mail server is uit productie genomen. Er zijn nog enkele kleine programma’s die op de oude ggdzdam1 draaien, die gedurende het 1e kwartaal 2009 worden overgezet. De nieuwe werkstations en de kantoorautomatisering zijn volledig uitgerold. De gehele netwerk vernieuwing (verbindingen tussen vestigingen) is afgerond, en de dure digistream verbinding is opgeheven.
27
STRUCTUUR: PERSONEEL, HUISVESTING EN BEHEER
Ten aanzien van diverse software pakketten en –applicaties zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: - In het najaar is tijd en aandacht besteed aan de implementatie van het nieuwe pakket Mavim Rules 2008, waarbij ook de intranetontwikkeling is betrokken. Er is besloten dit te verschuiven naar begin 2009. - Het RZV programma van Orion is meerdere keren geüpdate en draait nog steeds niet naar behoren, de laatste update heeft eind december 2008 plaatsgevonden. Hierna zijn fouten opgetreden in de afhandelingen van de financiële feiten. - De implementatie van het nieuwe Meldpunt, een webbased applicatie voor ketenzorg gemaakt door Conclusion is niet vlekkeloos verlopen. Dit heeft veel tijd en zorg nodig gehad. - De nieuwe applicatie voor JGZ is geïnstalleerd en als test omgeving aangeboden aan onze JGZ afdeling. - Er is in de laatste periode van het jaar veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de applicatie voor het algemene adressenbestand. Het adressenbestand zal in februari 2009 algemeen beschikbaar komen. Op dit moment wordt een gebruikershandleiding opgesteld. Het beheer van (de inhoud van) het adressenbestand zal worden belegd bij het secretariaat. - De test omgeving voor de Tubis applicatie (versie 11) is nu webbased geworden en is via een VPN-client tool voor onze GGD ter beschikking gesteld De invoering van het burgerservicenummer (BSN) is in de zomer van 2008 weer opgepakt. Begrotingscyclus/Financiën In 2008 is de planning- en controlcyclus geheel volgens planning uitgevoerd. Wederom is geconstateerd dat de besluitvormingsprocedure omslachtig is en dat met name de tijd, die een aantal gemeenten nodig hebben om de zienswijze van de gemeenteraad te krijgen, erg lang is. In verband met deadlines, die de GGD op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient te halen, is het niet mogelijk de planning- en controlcyclus nog verder op te rekken. De boekhouding heeft ook in 2008 weer goed gefunctioneerd. De financiële administratie is net als vorig jaar up tot date en inzichtelijk bijgehouden. Dit resulteerde onder andere in de opstelling van twee tussentijdse managementrapportages ( na vier en na acht maanden), op basis waarvan prognoses voor heel 2008 konden worden afgegeven. Aansluiting tussen de boekhouding en de subadministratie van de Reizigersvaccinatie leverde problemen op. Oorzaak hiervan is het softwareprogramma waarmee gewerkt wordt. Dit heeft ook tot gevolg dat in de managementletter van de accountant een aantal aanbevelingen is opgenomen en dat het oordeel van de accountant over dit onderdeel van voldoende naar onvoldoende is gegaan. De werkzaamheden met betrekking tot de projectenadministratie namen fors toe door een stijging in het aantal projecten dat door de GGD Z-W werd uitgevoerd en door de toename van verantwoordingseisen. De vorm van vastleggen en controleren wijzigde ten opzichte van 2007 niet. Receptie/secretariaat Het secretariaat heeft ook in 2008 te kampen gehad met personele problemen, die het niveau van dienstverlening aan de organisatie soms nadelig hebben beïnvloed. De voor 2008 voorgenomen doelstellingen, zoals een effectieve en efficiënte planning van werkzaamheden van secretariaat en receptie, het verhogen van het service- en kwaliteitsniveau voor de organisatie en het stroomlijnen van processen, konden door onvoldoende capaciteit niet worden gerealiseerd. Door het aanstellen van nieuwe medewerkers in de laatste maanden van 2008, waaronder een teamleider secretariaat/directiesecretaresse, kon een aanvang gemaakt worden met het
28
STRUCTUUR: PERSONEEL, HUISVESTING EN BEHEER
wegwerken van achterstanden en kon de hoge werkdruk al grotendeels worden weggenomen. Kwaliteit Het kwaliteitsbeleid is een geïntegreerd onderdeel van de activiteiten van de GGD en alle medewerkers zijn daarmee actief bezig. In mei 2008 is de GGD HKZ gecertificeerd voor de Jeugdgezondheidszorg, Infectieziektebestrijding, inclusief soa, tbc, technische hygiënezorg en reizigersvaccinatie en Medische Milieukunde. In november 2008 heeft een proefaudit voor certificering van de HKZ schema’s Epidemiologie&beleid en Gezondheidsbevordering plaatsgevonden. In het voorjaar 2009 vinden de auditgesprekken plaats voor de daadwerkelijke certificering van deze taakvelden. Eind 2006 kreeg de GGD de beschikking over Mavim, een digitaal systeem voor de opslag van alle procesbeschrijvingen. In 2008 heeft de invoer grotendeels stilgelegen door personele wisseling en implementatie van een nieuwe versie. Klanttevredenheidsonderzoek In de adviesraad kwaliteit van GGD Nederland is besloten om in het najaar 2008 een klanttevredenheidsonderzoek infectieziekten uit te voeren. GGD Zaanstreek-Waterland sloot hierbij aan en heeft voor het uitvoeren van het klanttevredenheidsonderzoek gebruik gemaakt van de inhoud van de landelijke instrumentenkoffer en de mogelijkheid om digitaal de enquête af te nemen. Hiermee kunnen GGD-en zelf klantervaringen in kaart brengen. Voor het klanttevredenheidsonderzoek infectieziekten is een plan van aanpak geschreven. Vervolgens zijn ketenpartners geselecteerd en tweemaal benaderd om deel te nemen aan het klanttevredenheidsonderzoek. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek worden begin 2009 gerapporteerd en intern besproken. Academisering In 2005 is besloten dat universiteiten, GGD-en en thuiszorginstellingen op een structurele manier met elkaar gaan samenwerken. De bedoeling is om deze samenwerking onder meer vorm te geven in een academische werkplaats. De samenwerking bestaat uit drie peilers: onderwijs, onderzoek en zorg. 1. Onderwijs: de universiteit doet steeds meer een beroep op de GGD, die een taak krijgt in het onderwijs aan studenten. De GGD levert een bijdrage aan het onderwijs aan 2e en 3e jaars studenten en co-assistenten. 2. Onderzoek: De GGD levert een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek. Een van de JGZartsen is, in het kader van de academische werkplaats JGZ, als lokale onderzoekscoördinator JGZ aangesteld. Binnen de gezondheidsmonitor 0-11 jarigen zijn vragen verzameld omtrent depressie bij kinderen. De epidemioloog heeft een presentatie gehouden over depressie bij kinderen: verschillen naar etniciteit op de NWO-werkbijeenkomst Jeugd en gezondheid. 3. Zorg: dit betreft de oprichting van een academische praktijk JGZ, waarin de basiszorg JGZ voor het gebied wordt uitgevoerd en zorgvernieuwingen uitgeprobeerd kunnen worden. Klachten In 2008 zijn acht klachten schriftelijk gemeld bij de GGD. De klachten hadden betrekking op: - advisering reizigers - advisering JGZ - bejegening en werkwijze meldpunt overlast en bemoeizorg Zeven klachten zijn schriftelijk afgehandeld. Een klacht is nog in behandeling. De vastgestelde termijn, waarbinnen een klacht moet zijn behandeld, is zes weken. Alle afgehandelde klachten zijn binnen deze termijn afgerond.
29
STRUCTUUR: PERSONEEL, HUISVESTING EN BEHEER
MICD Op 23 januari 2007 is bij GGD ZW een commissie MICD geïnstalleerd. Deze commissie bestaat uit een MT-lid als voorzitter, een lid vanuit respectievelijk de afdelingen AGZ en JGZ, de kwaliteitscoördinator en de directiesecretaris. De afhandeling van een melding gaat conform de procedure Meldingen Incidenten Cliëntenzorg en Dienstverlening. In 2008 zijn geen meldingen behandeld. Ondernemingsraad In 2008 hebben er 11 OR vergaderingen plaatsgevonden en 9 overlegvergaderingen met de directeur. Bovendien is er een overleg geweest met de P&O commissie van het dagelijks bestuur van de GGD. Tevens heeft de OR plaatsgenomen in de adviescommissie bij de sollicitatiegesprekken voor een directiesecretaresse. Afgelopen jaar zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest: de regeling reis- en verblijfkosten, stagebeleid, medewerkerstevredenheidsonderzoek, arbobeleid zwangeren, functiebeschrijving en –waardering, jaarplan Commit, CAO gemeenten 2007-2009, opleidingsbeleid artsen, keuzedagen, integratie JGZ, huisvesting, integriteitsbeleid, de gebruikersvoorwaarden telecommunicatie en het plan van aanpak reizigersvaccinatie. Daarnaast heeft de OR in Purmerend en Zaandam alle kamers bezocht om de RI&E (risico inventarisatie en evaluatie) langs te lopen. Alle bevindingen zijn uitgewerkt en naar de directie en preventiemedewerker gestuurd. De OR komt op voor belangen van de medewerkers De OR heeft er dit jaar voor gezorgd dat medewerkers die door de nieuwe regeling reis- en verblijfskosten er financieel op achteruit gaan hiervoor de eerste drie jaar gecompenseerd worden. Daarnaast is het initiatiefvoorstel van de OR om een fiscale regeling voor reiskosten op te nemen in het cafetariamodel goedgekeurd. Hierdoor werden de eventuele extra kosten (voor een deel) uit deze regeling gecompenseerd. Veel medewerkers hebben hier dankbaar gebruik van gemaakt. Tot slot regelde de OR dat medewerkers van de GGD zich kunnen aansluiten bij de personeelsvereniging van de gemeente Zaanstad en daarmee van verschillende voordelen kunnen profiteren. Opleiding In 2008 volgden 5 OR leden de eendaagse cursus ‘Introductie in de WOR’ bij Adviesbureau Atim. In deze cursus kwamen de hoofdlijnen van de Wet op de Ondernemingsraden en de belangrijkste artikelen, zoals het advies- en instemmingsrecht aan de orde.
30
BIJLAGE 1: SAMENSTELLING VAN BESTUUR, GGD EN OR
GGD bestuurders Mevrouw M. Ruys, gemeente Beemster, lid AB Mevrouw G. Kroon, gemeente Edam-Volendam, lid AB De heer M.J. Prins, gemeente Landsmeer, lid AB Mevrouw mr. drs. M.C.G. Keijzer, gemeente Purmerend, voorzitter DB en AB De heer E. Taams, gemeente Oostzaan, lid DB, AB en auditcommissie Mevrouw A.G.B. Bron, gemeente waterland, lid AB Dhr. drs. P.H. Roos, gemeente Wormerland, lid DB, AB en P&O commissie Mevrouw C.M.M. Noom, gemeente Zaanstad, plv voorzitter DB, AB en lid P&O commissie Mevrouw drs. J. Voermans, gemeente Zeevang, lid AB De heer drs. J.P. Detering, directeur GGD, secretaris MT-leden De heer drs. J. P. Detering, directeur Mevrouw drs. P. Degenaar, hoofd afdeling Algemene gezondheidszorg Mevrouw K. Hofsteede, hoofd afdeling Beheer Mevrouw drs. G. van Nooijen Kooij, hoofd afdeling Epidemiologie, Beleid en Gezondheidsbevordering Mevrouw drs. M. Oosting, hoofd afdeling jeugdgezondheidszorg De heer drs. S. Gerritsen, hoofd afdeling Jeugdgezondheidszorg a.i. (oktober t/m december 2008) OR leden Namens AGZ: Namens Beheer: Namens EBG:
Evelien van den Brink Liesbeth van der Zee Martine Mulder (secretaris) Mariska Jansen (vice-voorzitter) Namens JGZ: Annette Koopmans (voorzitter) Christa de Bruin Anita Zwaneveld Ambtelijk secretaris: Simone Wegman-Kloet
31
BIJLAGE 2: OVERZICHT VAN RAPPORTAGES EN PUBLICATIES GGD
1. Jeugdenquête 0-12 jaar Zaanstreek-Waterland 2007. Carolien Plevier, Martine Mulder, Mariska Jansen, GGD Zaanstreek-Waterland. De vragenlijst van deze gezondheidsenquête en de factsheets zijn te downloaden via www.ggdzw.nl. 2. Rapportage St. Michaelcollege. Resultaten van een screeningsvragenlijst 2008. Mariska Jansen, GGD Zaanstreek-Waterland. 3. Rapportage Vangnet Jeugd 2007. Carolien Plevier, GGD Zaanstreek-Waterland. 4. Rapportage Advies- en steunpunt huiselijk geweld 2007. Remy Stieglis, GGD Zaanstreek-Waterland. 5. Rapportage Meldpunt overlast en bemoeizorg 2007. Martine Mulder, GGD ZaanstreekWaterland. 6. Evaluatie project Club Move. Pim Versteeg, GGD Zaanstreek-Waterland. 7. Factsheet Alcoholgebruik onder volwassenen in Zaanstreek-Waterland. Martine Mulder e.a., GGD Zaanstreek-Waterland. 8. Factsheet Zwerfjongeren in Zaanstad en Purmerend. Martine Mulder e.a., GGD Zaanstreek-Waterland. 9. Stappenplan Integraal werken, Wendy de Haas, Sandra Bleeker, GGD ZaanstreekWaterland 10. Leeflijn Overgewicht regio Zaanstreek-Waterland, Wendy de Haas, GGD ZaanstreekWaterland 11. Nieuwsbrief Openbare Gezondheidszorg, 2008. GGD Zaanstreek-Waterland. Te downloaden via www.ggdzw.nl 12. Evaluatie Kroegtijgers en Damlopers, 2008. Laura Tiggelman, GGD ZaanstreekWaterland 13. Evaluatie Actie ff niet. 2008, TNO 14. Evaluatieverslag Lentekriebels, Mathilde Wicherink, GGD Zaanstreek-Waterland 15. verslag Symposium Huiselijk geweld raakt de school, 2008, GGD Zaanstreek-Waterland 16. Handleiding gezond trakteren, Sylvia Scholten, GGD Zaanstreek-Waterland. Te downloaden via www.ggdzw.nl 17. Evaluatieverslag Campagne hepatitis A, Laura Tiggelman, GGD Zaanstreek-Waterland 18. Rapport inspectie kinderopvang, buitenschoolse opvang en gastouderbureau. GGD Zaanstreek-Waterland. De rapportages zijn te downloaden via www.ggdzw.nl 19. Evaluatieverslag team bemoeizorg, Petra Degenaar, GGD Zaanstreek-Waterland 20. Nieuwsbrief Huiselijk Geweld. Sarah Prins, GGD Zaanstreek-Waterland. De nieuwsbrieven zijn te downloaden via www.huiselijkgeweldzw.nl
32
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Infectieziekten Soa bestrijding Tuberculosebestrijding Inspectie Kinderdagverblijven Medische Milieukunde OGGZ Bevolkingsonderzoeken Jeugdgezondheidszorg Logopedie Gezondheidsbevordering
33
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Infectieziekten In totaal zijn in 2008 587 meldingen bij afdeling Infectieziekten binnengekomen. Hiervan waren 43 meldingen meldingsplichtig volgens artikel 7 conform Infectieziektenwet (A), 205 meldingen meldingsplichtig volgens de Infectieziektenwet A,B,C (M), en 339 meldingen niet meldingsplichtig (NM). In onderstaande tabellen wordt het aantal meldingen infectieziekten per gemeente, per infectie en per melder weergegeven. Per december 2008 is de Infectieziektenwet opgenomen in de Wet Publieke Gezondheid. Artikel 7 is vervangen door artikel 26 in de Wet Publieke Gezondheid. A=meldingplicht instellingen, art7 izw M=meldingplicht artsen izw cat. A,B,C NM=geen meldingsplicht wel adviesvraag a
Zaanstad Oostzaan Beemster EdamVolendam Landsmeer Purmerend Waterland Wormerland Zeevang elders Eindtotaal
m
2006 nm
totaal
a
m
2007 nm
totaal
a
m
2008 nm
totaal
18
64 6
781 9 10
863 15 10
33 4 1
105 1
197 12 3
335 17 4
19 1
72 3 1
201 4 9
292 8 10
1 1 13 3 6
6 3 28 2 3 2 4 118
34 7 108 18 16 3 34 1020
41 11 149 23 25 5 41 1183
4 2 16 1 2
23 4 56 8 7 12 6 222
31 6 96 13 6 3 19 386
58 12 168 22 15 15 27 673
3 1 12 4 2 1
40 6 59 17 6 1
43
205
21 7 75 9 4 2 7 339
64 14 146 30 12 4 7 587
3 45
2 65
tabel 1 aantal meldingen infectieziekten per gemeente in de jaren 2006, 2007 en 2008 2005 2006 2008 2007 m m M Infectie m 10 20 13 Bacillaire dysenterie 38 1 Buiktyfus 1 Creutzfeldt- Jacob 1 1 E coli O157 6 1 Febris typhoidea 1 3 8 1 Hepatitis a 2 39 61 42 Hepatitis b 53 1 Hepatitis c 3 7 6 4 Legionella 5 Leptospirose 1 1 2 3 Malaria 4 Mazelen 1 1 Meningitis 1 2 2 2 Meningokokkose 5 2 Paratyfus 24 15 133 Pertussis 96 1 1 Psittacose 1 S. Paratyphi 1 Q koorts 1 Rubella 1 Salmonella 2 1 Shigella 1 Vibrio cgolera Voedselinfectie 3 1 Vijfde ziekte 95 118 Eindtotaal 222 tabel 2 aantal en aard meldingsplichtige infectieziekten
34
1
3 205
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Soort melder
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 39 4 68 39 57 43 30 98 64 53 39 40 53 41 188 161 224 95 93 113 73 65 79 63 83 168 186 221 1006 342 210 237 643 176 135 65 77 75 68 98 102 77 0 4 18 14 84 0 10 1461 795 720 575 1183 673 587
Kindercentra Scholen Artsen Laboratoria “burgers” pers, politie en instellingen Niet gespecificeerd Totaal
tabel 3 aantal meldingen per melder over de periode 2001-2008
Soa bestrijding De stijging van de afgelopen jaren in het aantal consulten op de SOA polikliniek heeft zich in 2008 voortgezet. In 2008 vonden 557 consulten plaats, waarvan 266 mannen en 291 vrouwen. aantal consulten 2004 - 2008
557
aantal consulten
600 500
418
400 300 200
334 259 200
100 0 2004
2005
2006
2007
2008
jaar figuur 1: aantal consulten soa spreekuur
Aantal cliënten cliënten t/m 19 jaar cliënten t/m 24 jaar mannen vrouwen
2004 200 49* 94** 78 112
27% 51% 39% 61%
2005 259 44** 112** 117 142
17% 44% 45% 55%
2006 334 44 98 148 186
13% 29% 44% 56%
2007 418 47 177 184 234
11% 42% 44% 56%
2008 557 59 162 266 291
11% 29% 48% 52%
tabel 4: aantal cliënten in 2004 tot en met 2007.
*) bij 15 cliënten is de leeftijd onbekend **) bij 3 cliënten is de leeftijd onbekend Het aandeel cliënten tot en met 19 jaar neemt sinds 2005 af. Het aandeel(%) cliënten tot en met 24 jaar is ten opzichte van 2007 afgenomen.
35
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Leeftijd 14-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 >=55
Aantal consulten 59 162 104 69 57 55 28 11 12 557
% 10,59 29,08 18,67 12,39 10,23 9,87 5,03 1,97 2,15 100%
tabel 5: overzicht van leeftijden bezoekers
In onderstaande tabel wordt het aantal gediagnosticeerde Soa’s weergegeven. Chlamydia komt het meeste voor.
Gonorroe Chlamydia Lues Herpes genitalis recidief Genitale wratten HIV HSV type onbekend Hepatitis B Candidiasis/Balanitis Bacteriële vaginose/Gardnerella Trichomoniasis Scabiës TOTAAL tabel 6: aantal diagnoses per jaar
36
2006
2007
2008
4 39 2 . 3
6 36 . 1 8
8 52 4
1 4 1 5 . . 59
. 3 4 6 2 1 67
11 1 2 12 1 1 1 93
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Tuberculosebestrijding In 2008 werden 13 patiënten actief behandeld (2007: 20 patiënten). Daarnaast waren 30 personen geïnfecteerd. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal en de aard van het bezoek. Aard van bezoek Keuringen: - instellingen - zeevaart - Brijder Stichting - reizigers - overige
2001
2002
2003
57 16 5 54 6
51 15 7 64 21
42 18 7 28 27
2004
2005
36 15 18 50 42
32 11 13 81 19
2006 21 5 28 55 33
2007
2008
23 8 4 48 42
0 9 4 66 57
Doktersspreekuur 204 369 162 114 161 113 138 Verpleegkundig 72 127 onbekend 488 spreekuur *) Asielzoekers **) 103 566 299 0 12 0 6 AZC/ noodopvang Brononderzoek***) 16 23 51 119 293 27 Contactonderzoek 723 1091 364 341 872 706 Nieuwe Buitenlanders 401 357 452 349 376 278 202 Buitenlandse 382 539 578 844 621 424 203 Werknemers Littekencontrole BCG 285 267 16 6 4 2 5 Periodieke controle 50 44 39 88 56 57 46 van risicogroepen Verwijzing huisarts 24 16 15 17 6 6 10 Vreemdelingenpolitie 32 Verwijzingen andere 59 GGD-en Bewoners sociaal pension 58 Anderen 107 117 81 58 90 63 Totaal 2778 3636 2637 2192 2117 2126 2144 tabel 7 aantal en aard van bezoek tuberculosebestrijding *) ingevoerd in 2004 **) de voorzieningen voor asielzoekers zijn gesloten, toch zijn 24 asielzoekers/illegalen geregistreerd ***) vanaf 2005 worden bron- en contactonderzoek niet apart geregistreerd
90
29 198 249 62 4 44 16
60 1028
Daarnaast zijn in 2008 640 foto’s gemaakt. Inspecties Kinderopvang In de regio zijn 197 instellingen voor kinderopvang geïnspecteerd. Dit betreft 64 maal een kinderdagverblijf, 79 maal een instelling voor buitenschoolse opvang, 25 maal een voorinspectie van de buitenschoolse opvang, 8 maal een gastouderbureau en 23 maal een peuterspeelzaal. Daarnaast is 4 maal een inspectie onaangekondigd uitgevoerd. In tabel 8 wordt per gemeente het aantal inspecties gepresenteerd.
37
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Gemeente
Kinderdag verblijf 2008 3
Beemster
BSO 2008
Gastouder Bureau 2008 1
3
PSZ
Voorinspecties Onaangekon digde insp. 3
EdamVolendam Landsmeer
4
8
3
1 bso
2
5
Purmerend
11
15
1
Oostzaan
1
3
1
Waterland
4
3
1
Wormerland
3
3
2 bso 1 kdv 1 gob
Zaanstad
34
37
1
Zeevang
2
2
6 3 1 1
2 bso 17
5 bso 2 kdv
3
2 bso 2 kdv
bso kdv bso kdv
Totaal 64 79 8 tabel 8: aantal inspecties instellingen voor kinderopvang per gemeente
23
25
Meldpunt overlast en bemoeizorg Aantal meldingen Het aantal meldingen bij het meldpunt overlast en bemoeizorg neemt nog steeds toe (zie figuur 2). 500 450 400
aantal cliënten
350 300 250 200 150 100 50 0 2001
2002
2003
2004
Figuur 2 Aantal meldingen van 2001 tot en met 2008
38
2005
2006
2007
2008
4
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
In 2008 zijn 475 cliënten aangemeld bij het meldpunt. De meeste cliënten komt uit de gemeente Zaanstad. Bij twee cliënten is niet bekend uit welke gemeente zij komen. 300
282
250
aantal cliënten
200
150 122 100
50 9
12
9
14
15
7
3
Ze ev an g Za an st ad O os tz aa n
Ed am
Be em
st er -V ol en da m La nd sm ee r Pu rm er en d W at er la nd W or m er la nd
0
Figuur 3 Aantal cliënten naar gemeente in 2008
Kenmerken cliënten De leeftijd van alle cliënten varieert van 16 tot 96 jaar, de gemiddelde leeftijd is 46 jaar Meer mannen dan vrouwen zijn cliënt bij het meldpunt (58,3% versus 41,7%). Aanmeldende instantie De meeste cliënten worden door een woningbouwcorporatie aangemeld bij het meldpunt overlast en bemoeizorg (zie figuur 4).
39
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
35 30
28,8
25 20 % 15
15 10,5
10
9,2
9,2
8,4
7,3
5
2,8
2,6
1,9
1,7
1,7
0,9
M
GG Z
Po l it aa ie ts O ch v ap er is pe lij k w er k H Ve ui sa rs rt la s vi ng Ve sz rs or Nu ta g nd ts be el ijk d ge Th rijf ha ui sz nd or ica g pt en zo Je rg ug dz or g
W
on in g
bo Ge uw m ee c or po nt ra el i jk tie e in st el lin Pa g rti cu li e r
0
Figuur 4 Melders
Doorverwijzing Van de 475 aangemelde cliënten in 2008, zijn 268 cases afgesloten. Medische milieukunde Gemeente Zaanstad Oostzaan Beemster Edam-Volendam Landsmeer Purmerend Waterland Wormerland Zeevang Totaal Anders Regiobreed Algemeen TOTAAL
Buitenmilieu 21 1 0 3 1 4 1 1 0 32
Binnenmilieu 34 1 1 0 0 12 1 1 0 50
Totaal 55 2 1 3 1 16 2 2 0 82
1 n.v.t.
0 n.v.t.
1 2 85
tabel 9: aantal meldingen binnen- en buitenmilieu per gemeente
40
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Bevolkingsonderzoek naar borstkanker Opkomstpercentage bevolkingsonderzoek naar borstkanker per gemeente Gemeente Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang
Uitgenodigd Onderzocht Percentage 514 434 84,44 4086 3555 87 0 0 nvt 1 1 100 2288 1847 80,73 2159 1892 87,63 270 255 83,33 9276 7476 80,6 1012 887 87,65
Zaanstreek-Waterland
19606
16347
86,42
tabel 10: opkomstpercentage bevolkingsonderzoek naar borstkanker per gemeente
Jeugdgezondheidszorg Opkomst In tabel A wordt het aantal onderzoeken per gemeente gepresenteerd.
Beemster EdamVolendam Landsmeer Purmerend Waterland Wormerland Zeevang Zaanstad Oostzaan Onbekend1
Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst% Aantal Opkomst%
PGO 5 jarigen 86 97,7 340 98,3 103 88,8 925 92,2 169 100 266 98,5 62 92,5 1559 97,8 101 93,5 23 62,2 3634 95,7
PGO Grp 7 109 94,8 533 95,2 103 99,0 1159 94,2 186 94,9 91 98,9 89 97,8 1646 97,9 105 97,2 24 88,9 4045 96,2
PGO Klas 2 63 85,1 390 90,1 29 90,6 626 86,3 122 87,1 118 92,9 37 97,4 1077 94,5 70 92,1 139 91,4 2671 90,9
PCL/zorgteam /intrede S(B)O 2 100 13 100 4 100 68 97,1 8 100 5 100 4 100 95 100 2 100 3 100 204 99,0
Soort onderzoek S(B)O/SVO Gericht herhaling onderzoek 15 88,2 45 81,8 12 92,3 150 82,0 18 85,7 10 90,9 7 87,5 168 87,0 7 87,5 9 81,8 441 84,8
Regio ZaanstreekWaterland tabel 11: Opkomst per onderzoek JGZ 1 Onderzoeken waarvoor de postcode van het betreffende kind missend was
55 91,7 120 93 25 96,2 449 83,5 51 87,9 97 86,6 31 86,1 1635 90,3 83 92,2 25 64,1 2571 88,7
Telef. Followup 39 95,1 87 100 18 100 312 95,1 26 100 67 85,9 15 100 501 92,4 21 95,5 7 100 1093 93,9
Huisbezoek 1 100 4 100 1 100 20 95,2 0 0 4 100 33 100 2 100 0 65 98,5
Woensdagmiddagspreekuur 7 100 83 89,2 5 100 146 99,3 14 100 12 100 3 100 32 97,0 0 2 100 304 96,2
41
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Bevindingen JGZ PGO 5-jarigen In figuur 5, 6 en 7 worden de bevindingen naar aanleiding van het PGO onder 5-jarigen apart voor jongens en meisjes gepresenteerd. De top drie bij jongens wordt gevormd door motoriekproblemen, enuresis en problemen in het persoonlijk functioneren. Meisjes lijden het vaakst aan afwijkende groei, problemen in het persoonlijk functioneren en gezinsproblemen.
PGO 5-jarigen 9
* *
8
*
*
7 6 %
5
Jongens
4
Meisjes
3 2
*
*
1
Af O w nt ijk wi en Af kke de w lin . H g M gr s o u a ot oe di cht ori i ng e ek /b rst e w an De . d f O a ec En App og a u . he ties r es el to is So ku o m nd rni at s K o Pr f o N . A ob rm O fw l. e - pr . in kl ob p e ac l. rs hte Pr .f n ob un Le le P er e c t. m e n S pr s so ch obl ten ci o o em Ni a et Ve le lve r en ja c z O arl G rmo on t u im Ni nv ijk e e a c e t ol se zin de te Ne do ta sp ns n d e end nd rob KM rla e a rt le n d va sc me s cc on n O tali ina tro v e ge ti le rig o eg e p v r aa lic oe d h. d be ing vi nd .
0
Figuur 5: Bevindingen n.a.v. het PGO 5-jarigen naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
In vergelijking met meisjes lijden vijfjarige jongens vaker aan motoriekproblemen, ontwikkelingsachterstand, enuresis, problemen in het persoonlijk functioneren, leerproblemen en overige lichamelijke bevindingen. Bijna 6,5 procent van de jongens lijdt aan overgewicht, terwijl 2,1 procent obees is (zie figuur 6). Meisjes zijn vaker te zwaar dan jongens: 9,9% heeft overgewicht en 3,2% is obees. In totaal is dus 8,5% van de jongens en 13,1% van de meisjes in de kleuterleeftijd te zwaar.
42
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
PGO 5-jarigen 12 * 10
8 Jongens
% 6
Meisjes *
4
2
0 Voeding
Overgewicht
Obesitas
Figuur 6: Overgewichtproblematiek n.a.v. het PGO 5-jarigen naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
Bij 7,3% van de jongens en bij 6,1% van de meisjes is tijdens het PGO op vijfjarige leeftijd opvoedingsproblematiek vastgesteld. Bij 0,4% van de jongens en meisjes is opvoedingsnood vastgesteld. Verschillen naar geslacht zijn niet gevonden. Figuur 7 presenteert de interventies, die gegeven zijn aan de 5-jarigen naar aanleiding van de bevindingen uit het PGO. Jongens hebben vaker problemen maar krijgen ook vaker een interventie (advies, een follow-up onderzoek en consultatie van een derde partij naar aanleiding van een bevinding). Het vaakst wordt een advies gegeven naar aanleiding van een bevinding (respectievelijk 33,9% van de jongens en 29,5% van de meisjes). Bijna 25% van de jongens en 21,7% van de meisjes wordt een vervolgonderzoek (follow-up) aangeboden.
43
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Interventie n.a.v. PGO 5-jarigen 40 35
*
30 * 25 Jongens
% 20
Meisjes
15 10 * 5 0 Advies
Follow-up
Verwijzing
Consultatie
Figuur 7: Interventie n.a.v. het PGO 5-jarigen naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
PGO groep 7 De top drie van problemen van jongens in groep 7 bestaat uit: problemen in het persoonlijk functioneren, leerproblemen en overgewicht. Voor meisjes bestaat de top 3 uit: Overgewicht, problemen in het persoonlijk functioneren en leerproblemen. Jongens in groep 7 lijden vaker aan motoriekproblemen, enuresis, problemen in het persoonlijk functioneren en leerproblemen. Bij meisjes is vaker afwijkende groei en gezinsproblemen vastgesteld.
44
Af O w nt ijk wi en Af kke de w lin . H g M gr s o u a ot oe di cht ori i ng e ek /b rst e w an De . d f O a ec En App og a u . he ties r es el to is So ku o m nd rni at s K o Pr f o N . A ob rm O fw l. e - pr . in kl ob p e ac l. rs hte Pr .f n ob un Le le P er e c t. m e n S pr s so ch obl ten ci o o em Ni a et Ve le lve r en ja c z O arl G rmo on t u im Ni nv ijk e e a c e t ol se z in de te Ne do ta sp ns n d e end nd rob KM rla e a rt le n d va sc me s cc on n O tali ina tro ve ge ti le rig o eg e p v r aa lic oe d h. d be ing vi nd .
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
PGO groep 7
% 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 * *
* Jongens
*
* Meisjes
*
Figuur 8: Bevindingen n.a.v. het PGO groep 7 naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
Overgewicht komt bij respectievelijk 14,8% van de jongens en 16,2% van de meisjes voor. Obesitas komt bij drie procent van jongens èn de meisjes voor. In totaal is dus 17,8% van de jongens en 19,2% van de meisjes te dik. Jongens en meisjes in groep 7 zijn even vaak te zwaar.
45
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
PGO groep 7 18 16 14 12 10
Jongens
8
Meisjes
%
6 4 2 0 Voeding
Overgewicht
Obesitas
Figuur 9: Overgewichtproblematiek n.a.v. het PGO groep 7 naar geslacht
Figuur 10 beschrijft de opvoedingsproblematiek naar geslacht voor de leerlingen uit groep 7 naar aanleiding van het PGO. Verschillen in opvoedingsproblematiek tussen jongens en meisjes zijn niet gevonden. Bij respectievelijk 6,3% van de jongens en 5,3% van de meisjes is sprake van opvoedingsproblematiek en bij 0,2% van de jongens sprake van opvoednood.
PGO groep 7 7 6 5 4
Jongens
%
Meisjes
3 2 1 0 Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 10: Opvoedproblematiek n.a.v. het PGO groep 7 naar geslacht
46
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Figuur 11 presenteert de interventies, die gegeven zijn aan leerlingen van groep 7 naar aanleiding van de bevindingen uit het PGO. Het vaakst wordt een advies gegeven naar aanleiding van een bevinding (ruim 36% van de jongens en meisjes). Meisjes krijgen vaker dan jongens een follow-up onderzoek. Ruim 15% van de jongens en 19,1% van de meisjes wordt een vervolgonderzoek (follow-up) aangeboden. Jongens daarentegen krijgen vaker een verwijzing (8,3% van de jongens t.o.v. 6,2% van de meisjes). Ook wordt voor jongens vaker een derde persoon geconsulteerd (21,5% t.o.v. 17%).
Interventie n.a.v. PGO groep 7 40 35 30 25
* *
Jongens
% 20
Meisjes
15 *
10 5 0 Advies
Follow-up
Verwijzing
Consultatie
Figuur 11 Interventie n.a.v. het PGO groep 7 naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
PGO klas 2 De top drie van problemen bij jongens en meisjes in klas 2 wordt gevormd door overgewicht, voedingsproblemen en problemen in het persoonlijk functioneren. Meisjes hebben daarnaast ook nog vaak gezinsproblemen (zie figuur 12).
47
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
PGO klas 2 12 10 * *
8 %
6
Jongens
*
Meisjes
4 *
2 *
*
O Af nt w w ijk A f ik k en e w li de .H n g o u sa M gr di ch oto oe ng te ri i /b rs ek De e ta O fa e Ew. A nd og ca n p he tie ur p. So el st es m k u o is at Pr of K nd orni ob orm N . A s O f l. Su in e k - prow. ici p e lac b l Su de rs . hte . ici ged fun n de a c t po ch . gi ten n Pr Pe ge ob s n le Ro ten Le m en er A ke Ni so Sch pr o lcoh n et c o b o ja Veiale olv lem l O a Ni nv rli G rm co e rz en e t o jk e o n u Ne ldo se z in e d ta c im d e en tan sp en ten rla de da ro s K n d va rts b le M O sta cc in c on me v e lig a t r n rig e tie ole e op gr lic vo aa h. e d be din vi g nd .
0
Figuur 12: Bevindingen n.a.v. het PGO klas 2 naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
Jongens lijden vaker aan afwijkende groei, motoriekproblemen en leerproblemen. Meisjes hebben significant meer last van somatoforme klachten, suïcidegedachten en gezinsproblemen. Meisjes hebben vaker een onevenwichtige voeding dan jongens (10,0% voor jongens versus 15,2% voor meisjes). Zij lijden ook vaker aan overgewicht (12,7% van de jongens t.o.v. 15,6% van de meisjes). In totaal is dus 16,1% van de jongens en 18,8% van de meisjes te zwaar (zie figuur 13).
48
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
PGO klas 2 18 *
*
16 14 12 10
Jongens
8
Meisjes
%
6 4 2 0 Voeding
Overgewicht
Obesitas
Figuur 13: Overgewichtproblematiek n.a.v. het PGO klas 2 naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
PGO klas 2 1,2
1
0,8 Jongens
% 0,6
Meisjes
0,4
0,2
0 Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 14: Opvoedproblematiek n.a.v. het PGO groep 7 naar geslacht
49
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Opvoedingsproblematiek is in klas 2 minder vaak vastgesteld dan onder de 5-jarigen en de leerlingen van groep 7, waarschijnlijk omdat de ouders niet bij het consult aanwezig zijn (zie figuur 14). Figuur 15 presenteert de interventies, die gegeven zijn aan leerlingen van klas 2 naar aanleiding van de bevindingen uit het PGO. Ook bij de adolescenten wordt het vaakst een advies gegeven naar aanleiding van de bevindingen uit het PGO. Meisjes in klas 2 worden vaker verwezen dan jongens op deze leeftijd (respectievelijk 4,5 en 2,6%).
Interventie n.a.v. PGO klas 2 45 40 35 30 25
Jongens
20
Meisjes
%
15 10 * 5 0 Advies
Follow-up
Verwijzing
Consultatie
Figuur 15: Interventie n.a.v. het PGO klas 2 naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
Speciaal onderwijs: toelatingsonderzoek Voor het toelatingsonderzoek van het speciaal onderwijs zijn in 2008 204 kinderen gezien (137 jongens (67,2%), 66 meisjes (32,4%) en 1 kind van wie het geslacht niet geregistreerd was). De leeftijd van deze groep varieert van 3 t/m 13 jaar met een gemiddelde leeftijd van 7,8 jaar. Figuren 16 t/m 18 presenteren de bevindingen naar aanleiding van het toelatingsonderzoek voor het speciaal onderwijs. In de regio is de top drie van bevindingen voor deze jongens en meisjes: Leerproblemen, problemen in het persoonlijk functioneren en overgewicht. Bij jongens is significant vaker motoriekproblemen vastgesteld (jongens: 14,6% en meisjes: 4,5%). Leerproblemen, problemen in het persoonlijk functioneren en overgewicht komt in deze populatie veel vaker voor dan bij kinderen in het reguliere onderwijs.
50
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
SBO intrede 80 70 60 50 %
Jongens
40
Meisjes
30 20
*
10
Af O w nt ijk wi en k de Af ke w lin . H g M gro o u sa c ot e i di ht orie ng er k /b sta ew n De .A d fa E e O c n pp og a ur . he ties es el to is So ku or m n ni at K d. s Pr ofo NO Af ob rm - w. l. e k pro in la b Pr p e ch l. ob rs te le .f n m un en L c e P so er e t. ci pr o st Ni e a et Ve le c ble n m ja r o O ar G mo n t en Ni nv lijk s ez e d a ct e t old e in en en Ne o e ta sp s K d e nd nda rob M rla e v rts le m n d ac c o e s c n n O talig inat trol v e e ie e rig o gr e p vo aa lic e d h . di be ng vi nd .
0
Figuur 16: Bevindingen n.a.v. het toelatingsonderzoek voor het speciaal onderwijs naar geslacht * significant verschil tussen jongens en meisjes
Respectievelijk 21,1% van de jongens en 17,5% van de meisjes lijdt aan matig overgewicht. Ruim 8,5% van de jongens en 6,3% van de meisjes is obees (zie figuur x). In totaal is dus 29,7% van de jongens en 23,8% van de meisjes te zwaar.
SBO intrede 25
20
15 Jongens
%
Meisjes 10
5
0 Voeding
Overgewicht
Obesitas
Figuur 17: Overgewichtproblematiek n.a.v. het toelatingsonderzoek voor het speciaal onderwijs naar geslacht
51
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Opvoedingsproblematiek en –nood is tijdens het toelatingsonderzoek even vaak vastgesteld onder jongens en meisjes (zie figuur x).
SBO intrede 8 7 6 5 Jongens
%4
Meisjes
3 2 1 0 Opvoedproblemen
Opvoednood
Figuur 18: Opvoedproblematiek n.a.v. het toelatingsonderzoek voor het speciaal onderwijs naar geslacht
Figuur 19 presenteert de interventies, die gegeven zijn aan de kinderen naar aanleiding van de bevindingen uit het toelatingsonderzoek voor het speciaal onderwijs. Kinderen krijgen vaak een advies n.a.v. de bevindingen van het toelatingsonderzoek. Ook wordt bij bijna een derde van de kinderen een vervolgonderzoek (follow-up) afgesproken.
52
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Interventie n.a.v. toelatingsonderzoek SBO intrede 50 45 40 35 30 Jongens
% 25
Meisjes
20 15 10 5 0 Advies
Follow-up
Verwijzing
Consultatie
Figuur 19: Interventie n.a.v. het toelatingsonderzoek voor het speciaal onderwijs naar geslacht
Logopedie Opkomst In totaal zijn 4402 kinderen uitgenodigd voor de screening. Hiervan is 92% in 2008 gescreend (4054 kinderen). In tabel 12 wordt het aantal screeningen per gemeente gepresenteerd. Gemeente Beemster Edam-Volendam Landsmeer Purmerend Waterland Wormerland Zeevang Zaanstad Oostzaan Onbekend
Aantal gescreend 82 464 110 989 166 237 46 1784 137 39
Niet gescreend 5 33 6 96 20 12 14 130 15 17
Totaal 87 497 116 1085 186 359 60 1914 152 56
tabel 12: Aantal gescreende kinderen naar gemeente * van 56 kinderen is de gemeente onbekend ( deze personen zijn verhuisd naar een gemeente buiten de regio in de periode tussen consult en analyse van het databestand)
53
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Redenen voor het niet-gescreend zijn staan vermeld in tabel 13. Veruit de belangrijkste reden voor het niet deelnemen aan screening is het in zorg zijn bij een vrijgevestigde logopedist.
Afwezig Logopedie vrije vestiging Geen toestemming ouders Overig Reden niet ingevuld
Frequentie 73 204 15 24 32
Percentage 21 58,6 4,3 6,9 9,2
tabel 13: Reden voor non-participatie aan de screening
Figuur 20 presenteert de bevindingen bij de screening logopedie. Bij jongens is vaker sprake van stem- taal- of articulatie (ontwikkelings) stoornissen, (ontwikkelings)-stotteren, afwijkende mondgewoonten, en auditieve geheugenstoornissen. Bij meisjes wordt vaker duimzuigen en ander zuiggedrag vastgesteld.
25
25
20
20
% 15
15
10
10
5
5
0
0
or fu ranu nc isd tie igtie ehv oeo fruf unnc au tcite di ise tise tve e m fo f s uton ut ie octr ve niei s sstp erm ees f ot auat tkoa ile( odr oven enmi s tswp irke )es ta tkoa al odre (o nmi nst ar s owo ti c ikrn ul )sis at tol ie eozr (o nein ar nst s owo ti c ikrn ul ) sist at oloe ie (o zrne nt ins (o w nt ikn )sa w tsoa ik ke olirt nei li n st (o gs nt )ns w t a ost ik atel ke af itre li n w int i jk gs b)rs en otod de tdte m af lree on w n i jkd dg ber euni wod md odo ezu mig enlt een oen nd/ n du gzue imo iwg ogeo vzue dnrt rigi g au eang een di /szt tie uooi v eo grg nei vge sds rhi g au rea eeu ng di gset tie o nos ve rtno ge iosrs he nein s ug en st oo rn is
30
oo
st
st
oo
rn is
ge ho
%
30
figuur 20: Bevindingen n.a.v. de screening naar geslacht Significant verschil tussen jongen en meisjes
In totaal zijn er 33 kinderen uitgenodigd voor collectieve voorlichting naar aanleiding van de screening. Collectieve voorlichting wordt alleen gegeven voor afwijkend mondgedrag. Bij 51,2% (2076 kinderen) van de gescreende kinderen wordt geen afwijking gevonden. Bij 28% (1137 kinderen) wordt één afwijking vastgesteld en bij 13,9% (563 kinderen) twee afwijkingen. Het maximaal aantal vastgestelde afwijkingen in de screeningspopulatie is vijf.
54
jongens jongens meisjes meisjes
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Bij 17,9% (1309 kinderen) heeft een gericht onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van de screening. 619 kinderen (8,3%) zijn verwezen naar aanleiding van screening, gericht onderzoek of follow-up, waarvan 609 kinderen (98,4%) zijn verwezen naar een logopedist vrije vestiging. 2211 kinderen (30% van de totale populatie) zijn voor een follow-up onderzoek uitgenodigd ter controle. Gezondheidsbevordering Uitleen leskisten schooljaar 2007/2008 Tabel 14, 15, en 16 presenteren de uitleen van leskisten aan peuterspeelzalen, het voortgezet onderwijs en het basis- en speciaal onderwijs. Basisonderwijs Beemster EdamLands P’rend Oostzaan Water- Wormer- Z’stad Zeevang Totaal Volendam meer land land 1 1 2
Brandwonden Preventie De Klas beweegt 1 1 1 1 Een doos vol 1 2 Gevoelens Het huis vol 1 3 Gevoelens Genotmiddelen 4 2 Groei en 2 ontwikkeling Hart- en vaatziekten Hupla, 1 1 1 2 2 beweegtussendoortje Jeugd EHBO 1 1 Kind en Ziekenhuis 1 Kindermishandeling Kinderveiligheid 1 Kunstje rond je mond Leven en omgaan 1 1 met de dood Mondgezondheid 1 1 2 6 1 1 Project “Poets ze 3 sterk” Project Tanderosie Normen en 1 1 1 waarden Persoonlijke 2 hygiëne Pesten 1 5 1 RSI-preventie Seksuele vorming 1 3 1 Soc- emotionele 1 5 vorming Sporten en 1 2 3 2 bewegen Torso 2 Voeding 3 6 6 Zintuigen 2 4 Totaal 6 3 16 59 2 16 tabel 14 overzicht van de uitleen van het aantal leskisten in het basis- en speciaal gemeente
4 3
8 6 4
1
4
10 2
1
1
4
11
3 2 1 1
5 3 1 1 1
5
7
4 5
16 8
2
2 3
4
6
6
13
16
22 6
5
13
2 14 31 5 11 3 90 195 onderwijs per thema en 2
55
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
voortgezet onderwijs EdamVolendam
Purmerend
Zaanstad
Totaal
Actieve leefstijl Eetstoornissen Genotmiddelen 22 27 49 Mondgezondheid Pesten 3 2 5 Seksuele en 4 5 9 relationale vorming Voedselveiligheid Totaal 29 34 63 tabel 15 overzicht van de uitleen van het aantal leskisten in het voortgezet onderwijs per thema en gemeente
Peuterspeelzalen kalenderjaar 2008 Beemster
EdamVolend am
Lands meer
P’rend
Oostzaan
Water land
Wormer land
mondgezondheid Voeding
Zeevang
2 3 5
2 2
Totaal
Z’stad
tabel 16 overzicht van de uitleen van het aantal leskisten in de peuterspeelzalen per thema en gemeente
VETC
56
Locatie
Onderwerp
Aantal deelnemers
Basisschool de Roos Basisschool de Roos Basisschool de Loopplank Stichting Anatolia in Krommenie Basisschool de Roos ZMC de Heel ZMC de Heel ZMC de Heel ZMC de Heel Buurthuis de Zes Kanter ZMC de Heel ZMC de Heel Buurthuis Guishuis in Zaandijk Stichting Hicret Buurthuis de Zeskanter Buurthuis Guishuis Buurthuis de Poelenburcht Buurthuis de Poelenburcht Buurthuis de Exter Stichting Hicret Buurthuis de Zeskanter Buurhuis de Poelenburcht Buurthuis de Veldschuit .Kogerveld Buurthuis de Poelenburcht Basisschool de Loopplank
Cursus Opvoeden en Zo Cursus Opvoeden en Zo Borst zelf onderzoek Begrijp je Lichaam(Anatomie) Cursus Opvoeden en Zo Terugkom bijeenkomst Diabetes Terugkom bijeenkomst Diabetes Cursus Diabetes Cursus Diabetes Begrijp je lichaam Cursus Diabetes Cursus Diabetes Opvoeden van kinderen Hepatitis A Gezonde voeding bij kinderen Hepatitis A Begrijp je lichaam/anatomie Gezonde voeding en overgewicht Begrijp je Lichaam(Anatomie) Begrijp je lichaam(Anatomie) P.S.Klachten /omgaan met stress Borst zelf onderzoek Baarmoederhalskanker
10 12 18 24 12 8 9 8 8 6 6 8 8 25 8 8 8 8 10 25 8 8 15
Gezonde voeding bij kinderen Cursus Opvoeden en Zo
12 12
Totaal
2 5 7
BIJLAGE 3: REGIONAAL TABELLENBOEK
Buurthuis de Poelenburcht Stichting Anatolia in Krommenie Basisschool de Loopplank Buurthuis de Zeskanter Basisschool de Loopplank Basisschool de Loopplank Basisschool de Loopplank Basisschool de Loopplank Inburgering/Taalcursusgroep 1 Inburgering/taalcursusgroep Inburgering Taal cursus Sultan Ahmet Moskee Sultan Ahmet Moskee Turkse Jongeren ver. De Hoek Inburgering/taalcursusgroep Inburgering/taalcursusgroepen Basisschool de Loopplank De Alevitisi Bektasi Cul.verg. Culturele verg.Sinop PLATO Turkse Sport-en jongere vereniging Buurthuis Veldschuit/ Afghaanse vrouwen Basisschool de Loopplank Stichting Turkse Media( Radio) Moskee Anadolu. Krommenie Inburgering/Taalcursussen Basisschool de Loopplank Culturele Verg. Kastomonu Basisschool de Loopplank Buurthuis de Veldschuit/ Afghaanse vrouwen Basisschool de Loopplank Basisschool de Loopplank Basisschool de Loopplank Centrum jong in Krommenie Turkse Sport en jongeren ver.
Omgaan met stress Gezonde Voeding Cursus Opvoeden en Zo Gezonde voeding en overgewicht bij kinderen Cursus Opvoeden en Zo Cursus Opvoeden en Zo Cursus opvoeden en Zo Cursus Opvoeden en Zo Gezonde voeding/bewegen Gezonde voeding/bewegen Gezonde voeding/bewegen Bevolkingsonderzoek BK Turkse deelcampagne Roken Turkse deelcampagne Roken Bevolkingsonderzoek BK Bevolkingsonderzoek BK Cursus Beter omgaan met Pubers Turkse deelcampagne Roken Turkse deelcampagne Roken Turkse deelcampagne Roken Turkse deelcampagne Roken
8 10 12 8 8 9 9 12 12 9 23 40 300 37 40 12 15 10 30 55 30
Bevolkingsonderzoeken/BMHK en BK
12
Cursus Beter omgaan met Pubers Turkse deelcampagne Roken Turkse deelcampagne Roken Gezonde Voeding en Bewegen Cursus Beter omgaan met Pubers Turkse deelcampagne Roken Cursus Beter omgaan met Pubers Gezonde voeding en bewegen
15 55 30 14 60 12 12
Cursus Beter omgaan met Pubers
12
Cursus Beter omgaan met Pubers Cursus Beter omgaan met Pubers Gezond zwanger Turkse deel campagne NOVA
12 12 3 12
tabel 17: voorlichting VETC
57
BIJLAGE 4: DEFINITIES BEVINDINGENREGISTRATIE JGZ
Bevindingen:
Indien in de rapportage over bevindingen wordt gesproken betreft het niet alleen nieuw gevonden afwijkingen. Ook bekende afwijkingen kunnen van belang zijn voor het profiel.
Consultatie:
Bedoeld wordt overleg met derden en/of schriftelijk informatie opvragen over de consequenties/het beleid ten aanzien van de bevinding. Personen die geconsulteerd kunnen worden (Ouders, school, kinderarts, jeugdarts, jeugdverpleegkundige, logopedist, huisarts, andere hulpverlenende instellingen).
Advies:
Bedoeld wordt een op de bevinding gericht advies aan ouders en/of kind.
Verwezen:
Bedoeld wordt een verwijzing met meegeven van verwijsbrief of vooraanmelding.
Afwijkende lengtegroei
Wordt aangekruist indien de lengtegroei niet volgens de curve verloopt en er reden is tot actie of het kind al onder controle is.
Motoriekproblemen
Wordt aangekruist indien er sprake is van motoriekproblemen en er reden is tot actie of het kind al onder controle is voor dit probleem. Bij onder behandeling moet gedacht worden aan (para)medicus, gymnet, club extra, motoriekgym en AB vanuit mytylschool. MRT en podoloog niet!
Ontwikkelingsachterstand
Wordt aangekruist indien er sprake is van onrijpheid of ee ontwikkelingsachterstand, die groter is dan men gezien he onderwijstype zou verwachten.
Afw. Houding/bewegingsapp
Enuresis
58
Wordt aangekruist indien er sprake is van een afwijkende houding en/of afwijking in het houdings- en bewegingsapparaat en er reden is tot actie of het kind al onder controle is voor dit probleem. Bij onder behandeling moet gedacht worden aan (para)medicus, gymnet, club extra, motoriekgym en AB vanuit mytylschool. MRT en podoloog niet! Wordt aangekruist indien de leerling de afgelopen 4 weken gemiddeld 2 of meer keren per week in bed heeft geplast.
BIJLAGE 4: DEFINITIES BEVINDINGENREGISTRATIE JGZ
Defaecatiestoornis
Wordt aangekruist indien er volgens het protocol sprake is van defaecatieproblemen.
Oogheelkundige problemen
Wordt aangekruist, indien er sprake is van: ł strabismus, waarvoor een follow-up of verwijzing nodig is ł afwijkende visus.
KNO-problemen
Wordt aangekruist indien: ł afwijkend trommelvlies is gezien ł corpus alienum in gehoorgang is aangetroffen ł er sprake is van afwijkend gehoor volgens protocol gehoor. ł er advies gegeven wordt naar aanleiding van klachten
Voeding
Wordt aangekruist indien er actie ondernomen moet worden omdat er sprake is van een onjuist voedingspatroon en er geen sprake is van overgewicht. Dit voedingspatroon kan zowel te veel als te weinig of insufficiënt zijn. Denk hierbij ook aan niet ontbijten, geen groente en fruit.
Overgewicht
Wordt aangekruist indien er sprake is van overgewicht, waarbij de klinische blik een rol kan spelen.
Somatoforme klachten
Wordt aangekruist indien er sprake is van onverklaarde lichamelijke klachten (somatoforme en psychosomatische).
Probl. pers. funct.
Wordt aangekruist indien de begeleider en/of het kind meldt dat onderstaande problemen regelmatig voorkomen en de onderzoeker het probleem als een reëel probleem inschat, of indien de onderzoeker het probleem constateert: ł lichamelijke klachten en spanningsklachten ł stemmingsstoornissen ł angsten ł gedrags- en aandachtsproblemen
Suïcidegedachten
Wordt aangekruist indien de jeugdige aangeeft het afgelopen jaar er serieus aan gedacht te hebben zelf een einde aan zijn/haar leven te maken.
Suïcidepogingen
Wordt aangekruist indien de jeugdige het afgelopen jaar een poging gedaan heeft zelf een einde aan zijn/haar leven te maken.
59
BIJLAGE 4: DEFINITIES BEVINDINGENREGISTRATIE JGZ
Gepest worden
Wordt aangekruist indien de begeleider en/of het kind meldt dat het regelmatig (verschillende keren per week of een keer per week en als probleem ervaren) gepest wordt.
Roken
Wordt aangekruist indien leerling aangeeft dagelijks te roken.
Alcoholgebruik
Wordt aangekruist indien de leerling aangeeft de laatste 4 weken alcohol te hebben gebruikt.
Leerproblemen
Wordt aangekruist indien de begeleider en/of het kind meldt dat het volgende gedrag regelmatig voorkomt en de onderzoeker het als een reëel probleem in schat: ł leerproblemen, slechte schoolresultaten ł concentratie- en aandachtsproblemen Wordt aangekruist indien er sprake is van: ł ongeoorloofd schoolverzuim: meer dan drie opeenvolgende dagen verzuim (geen ziekte) ł ziekteverzuim: ŀ meer dan 2 weken ziek (10 dagen) ŀ gedurende een periode van twee maanden steeds één à twee dagen ziek gemeld met een totaal van 10 dagen of meer ŀ geen van voorgaande criteria, maar wel de ziekmelding is een reden tot zorg. Bv.: regelmatig ziek naar huis of verzuim bij specifieke vakken.
Schoolverzuim
60
Problemen met sociale contacten
Wordt aangekruist indien de begeleider en/of het kind meldt dat het volgende gedrag regelmatig voorkomt en de onderzoeker het gedrag als een reëel probleem inschat: ł geen of onvoldoende vriend(inn)en ł gaat niet of weinig om met leeftijdsgenoten ł legt moeilijk contact met/heeft geen aansluiting bij leeftijdsgenoten ł eenkennig ł eenzaam
Vermoeden van kindermishandeling
Wordt aangekruist bij vermoeden van kindermishandeling op basis van eigen bevindingen of op basis van signalen van derden
Opvoedingsproblemen
Wordt aangekruist indien er opvoedvragen en problemen zijn, maar er nog geen sprake is van opvoednood. Denk hierbij ook aan vragen over eet- en slaapgedrag.
BIJLAGE 4: DEFINITIES BEVINDINGENREGISTRATIE JGZ
Opvoednood
Gezinsproblemen
Wordt aangekruist indien er sprake is van opvoedingsnood. Opvoedingsproblemen zijn hardnekkig en complex, ouders voelen zich incompetent en machteloos, er is behoefte aan intensieve hulp en steun. Steun van eigen netwerk ontbreekt. Wordt aangekruist indien de begeleider en/of de leerling meldt dat onderstaande problemen regelmatig voorkomen en de onderzoeker het probleem als een reëel probleem inschat of indien de onderzoeker het probleem constateert: ł gezinsproblemen (ruzie tussen ouders, echtscheiding, werkeloosheid, ziekten) ł psychiatrische problemen ouders w.o. verslaving ł hechtingsproblemen, problemen in contact tussen ouders en kind ł conflicten met ouders ł problematische relatie met broers/zussen.
Niet jaarlijks tandartscontrole
Wordt aangekruist indien het kind niet minstens 1 x per jaar naar de tandarts/mondhygiënist gaat.
Vaccinaties
Wordt aangekruist indien het kind niet alle vaccinaties heeft gehad, die het volgens het rijksvaccinatieprogramma op dat moment gehad moet hebben.
Overige lichamelijke bevinding:
Wordt aangekruist indien een niet in de tabel genoemde bevinding is geconstateerd, waarvoor consultatie, advies, follow-up of verwijzing heeft plaatsgevonden. Bij advies gaat het om advisering, die verder gaat dan de algemene advisering, die gebruikelijk is bij een PGO.
61
BIJLAGE 5: AFKORTINGENLIJST
AGZ AMAC AMK AOG Arbo AWBZ BHV BIG BJAA BMHK BOR BOS BSN BT CARA CAO CIB CJG C-team DTP EBG EHBO EKD EMOVO FPU GAGS GBA GBT GES GGD GHOR GMT GSB GRIP GROP GRIZEL GZT HBO HKZ IOOV IPK IWI IZA IZW JGZ J&G JIS KPMG LCI LCR
62
Algemene Gezondheidszorg Administratief Medewerker Actiecentrum Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Arbeidsongeschiktheid Arbeidsomstandigheden Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Bedrijfshulpverlening Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam e.o. Baarmoederhalskanker Bewegen op recept Buurt Onderwijs Sport Burgerservicenummer Beleidsteam Chronische aspecifieke respiratore aandoeningen Collectieve arbeidsovereenkomst Centrum voor Infectieziektebestrijding centrum voor Jeugd en Gezin Calamiteitenteam Difterie, Tetanus, Polio Epidemiologie, Beleid, Gezondheidsbevordering Eerste Hulp Bij Ongelukken Elektronisch Kind Dossier Elektronische Monitoring Voortgezet Onderwijs Flexibel Pensioen Uitkering Geneeskundig Adviseur gevaarlijke Stoffen Gemeentelijke Basis Administratie Gemeentelijk Beleidsteam Gezondheidseffectscreening Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijk management team Grote stedenbeleid Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GGD Rampenopvangplan Grootschalige infectieziekten Groot Zorg Team Hoger Beroeps Opleiding Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen Inspectie Openbare orde en veiligheid Invalidenparkeerkaart Instituut voor Werk en Inkomen Zorgverzekering voor ambtenaren Infectieziektewet Jeugdgezondheidszorg Jeugd & Gezin Jeugd Informatie systeem adviesbureau ( Klynveld, Peat, Marwich en Goerdeler) Landelijke Centrum Infectieziektebestrijding Landelijk Centrum Reizigersvaccinatie
BIJLAGE 5: AFKORTINGENLIJST
MGK MICD MMK MPG MRU MT NIBRA Nivel NSPOH NTM NWO OCR OGGZ OMAC OR OT PCL PGO PR PSHOR PSZ P&O RAAK REC RI & E RIVM RGF ROT RZV SB S(B)O SGRC SMA SMD SOA SOS-THD SVO TBC TNO TPM Tubis VETC VISI-project VU VWS WCPV WAO WAZ WIA WK
Medisch gezondheidskundig Meldingen Incidenten Cliëntenzorg en Dienstverlening Medisch Milieukunde Multiprobleem gezin Mobiele Röntgen Unit Management Team Nederlands Instituut voor Brandpreventie en Rampenbestrijding Nederlands instituut voor eerstelijns zorg Netherlands School of Public & Occupational Health Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Tandheelkunde Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Opleidingsinstituut Calamiteiten en Rampenbestrijding Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Operationeel Medewerker Actiecentrum Ondernemingsraad Operationeel team Permanente Commissie Leerlingbegeleiding Preventief Gezondheidskundig Onderzoek Public relations Psychosociale hulpverlening na ongevallen en rampen Peuterspeelzalen Personeel en Organisatie Reflectie en actie aanpak kindermishandeling Regionaal Expertise Centrum Risico inventarisatie en evaluatie Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu Regionaal Geneeskundig Functionaris Regionaal Operationeel Team Reizigersvaccinatie Schoolbegeleidingsdienst Speciaal (Basis) Onderwijs Sociaal Geneeskundige Registratie Commissie Sociaal medische advisering Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Seksueel Overdraagbare Aandoening Telefonische hulpdienst Speciaal Voortgezet onderwijs Tuberculose Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek Tandheelkundig Preventief Medewerker Tuberculose informatie systeem Voorlichting in eigen taal en cultuur Versterking infrastructuur infectieziektebestrijding Vrije Universiteit Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Arbeidsongeschiktheid Wet Ambulancezorg Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wet Kinderopvang
63
BIJLAGE 5: AFKORTINGENLIJST
WMO WSNS WVG ZAT ZMC Zonhn
64
Wet Maatschappelijke Ondersteuning Weer samen naar school Wet Voorzieningen Gehandicapten Zorg Advies team Zaans Medisch centrum Stichting Zorg ondersteuning Hollands noorden
© GGD Zaanstreek-Waterland Hoofdvestiging Regio Zaanstreek Vurehout 2 1507 EC Zaandam Tel. 0900 - 2 54 54 54 (€0,05 p/m) Fax 075 - 616 30 16 [email protected] Nevenvestiging: Regio Waterland Waterlandlaan 65 1441 RS Purmerend Tel. 0900 - 2 54 54 54 (€0,05 p/m)
WWW.GGDZW.NL
PUBLIEKSJAARVERSLAG Voor u ligt het publieksjaarverslag 2008, het jaar dat de GGD Zaanstreek–Waterland (GGD ZW) verder werkte aan het bewaken, bevorderen en beschermen van de volksgezondheid in de regio Zaanstreek-Waterland. De redactie vroeg mevrouw Mona Keijzer, wethouder Volksgezondheid van de gemeente Purmerend, enkele herinneringen met ons te delen over het jaar waarin zij voorzitter was van het bestuur.” Het in stand houden van een GGD (gemeentelijke gezondheidsdienst) is een wettelijke verplichting voor gemeenten en dat is een goede zaak. De GGD Zaanstreek-Waterland staat voor de gezondheid van ongeveer 319.000 inwoners in de gemeenten Zaanstad, Purmerend, Edam-Volendam, Wormerland, Waterland, Beemster, Landsmeer, Oostzaan en Zeevang. Maar bovenop de wettelijke taken werkt de GGD voor die gemeenten in toenemende mate aan het lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden van mensen.
Door het uitstekende netwerk van allerlei hulporganisaties waarmee de GGD samenwerkt in dit Team is het mogelijk om tot een betere toeleiding naar hulpverlening te komen. Hierdoor zal de overlast afnemen en kunnen mensen die -om wat voor reden dan ook- geen toegang zoeken tot de hulpverlening toch worden geholpen. De GGD Zaanstreek-Waterland maakt het verschil in vele situaties waar de gezondheid van onze bevolking in het geding is. In 2008 is daar weer hard aan gewerkt door alle medewerkers van de GGD. Ik spreek daarvoor mijn dank uit.
In 2008 is de regionale beleidsnota Volksgezondheid vastgesteld. Hierin wordt uitgegaan van een integrale aanpak van de gezondheidsproblemen. De prioriteiten zijn: overgewicht, opvoedingsproblematiek en schadelijk alcoholgebruik. Naast het aanpakken van de problemen die deze geven, is het voorkomen van gezondheidsproblemen een belangrijke taak van de GGD. Op alle drie genoemde speerpunten heeft de GGD in 2008 preventieprogramma’s uitgevoerd. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is volop in beweging. Tot op heden wordt de JGZ voor 0 tot 4 jarigen door een andere organisatie uitgevoerd dan de JGZ voor 4 tot 19 jarigen. Eind 2008 is de intentie uitgesproken om per 1 januari 2010 te komen tot één JGZ-organisatie onder het dak van de GGD Zaanstreek-Waterland. Hiermee komt de aansturing van Jeugdgezondheidszorg van 0 tot 19 jarigen in één hand. Mona Keijzer
De GGD kent al langer een meldpunt Overlast en Bemoeizorg. Hier kunnen overlastsituaties gemeld worden van bijvoorbeeld woningen die ernstig vervuild zijn. Eind 2007 is begonnen met een Team Bemoeizorg en in 2008 zijn de eerste positieve resultaten daarvan bekend geworden. De leden van het Team Bemoeizorg hebben de taak om bij deze mensen achter de voordeur te komen. Nadat ik een ochtend heb meegelopen met dit team is duidelijk dat dit niet eenvoudig is. Bij mensen die overlast veroorzaken of niet in staat zijn zelf hulp te zoeken is vaak sprake van complexe meervoudige problemen.
2008
EPIDEMIOLGIE, BELEID EN GEZONHEIDSBEVORDING (EBG) EBG adviseert gemeenten over gezondheidsrisico’s en ontwikkelt gezondheidsbevorderende programma’s. De basis voor de advisering en de preventieprogramma’s is inzicht inde lokale en regionale gezondheidssituatie. LOKAAL VOLKSGEZONDHEIDSBELEID In maart 2008 is de nota gezondheidsbeleid 2008-2011 Zaanstreek-Waterland vastgesteld. Regionaal hebben de gemeenten ervoor gekozen om gezamenlijk te gaan werken aan het terugdringen van overgewicht, opvoedingsproblematiek en/of schadelijk alcoholgebruik. Een belangrijk streven voor de komende jaren is om bovengenoemde gezondheidsproblemen zoveel mogelijk integraal aan te pakken. Het is voor het verbeteren van de gezondheid van de burgers van belang dat er ook buiten het veld van de volksgezondheid bewuste beleidsacties worden genomen. Bijvoorbeeld op aanpalende terreinen als jeugdbeleid, sport, ruimtelijke ordening, milieu, werk en inkomen, welzijn, sociaal beleid, openbare orde en veiligheid en onderwijs. In het kader van Lokaal Gezond ondersteunde het NIGZ in 2008 de GGD en gemeenten bij het (verder) introduceren van integraal gezondheidsbeleid (IGB). Alle ambtenaren volksgezondheid in de regio Zaanstreek-Waterland hebben een werkleergang aangeboden gekregen. Drie gemeenten meldden zich aan voor de werkleergang: Zaanstad, Purmerend en Edam-Volendam. Daarnaast deden ook medewerkers van de GGD mee. In de werkleergang lag de focus op een introductie met integraal werken, zoals het vergroten van draagvlak en ervaring opdoen met integraal werken. Met behulp van de determinantenbeleidsscreening is een stappenplan gemaakt, dat het uitgangspunt vormt om IGB te ontwikkelen. Een product dat is ontwikkeld parallel aan de werkleergang is een vertaling van de landelijke leeflijnen (overgewicht, alcohol, roken en depressie) naar de regionale situatie in Zaanstreek-Waterland. Deze regionale leeflijnen kunnen gebruikt worden bij het kiezen van interventies en het vormgeven van gezondheidsbeleid. Naar aanleiding van het werkleergangtraject concludeert de GGD dat er een start is gemaakt met het creëren van draagvlak. De deelnemende gemeenten hebben aangegeven IGB toe te gaan passen bij de aanpak van gezondheidsproblemen binnen de gemeente. Door het werkleergangtraject is het belang van IGB inzichtelijk geworden en het toepassen vergemakkelijkt. Daarnaast heeft het traject twee concrete en praktische instrumenten opgeleverd; het stappenplan en de leeflijn welke voor alle gemeenteambtenaren bruikbaar en toegankelijk zijn.
TABAKSONTMOEDING In iedere roker zit een stopper Op 1 juli 2008 werden de sectoren horeca, kunst/cultuur en sport rookvrij en werd de accijns op tabaksproducten verhoogd. De verwachting was dat dit soort maatregelen rokers aan zou zetten tot nadenken over stoppen met roken en dat het de stopintentie zou verhogen. STIVORO greep dan ook dit moment aan om de stopintentie om te zetten in succesvolle stoppogingen door samen met GGD-en de campagne ‘In iedere roker zit een stopper’ te voeren. De campagne richtte zich op rokers tussen de 20 en 50 jaar die lager opgeleid zijn en willen stoppen met roken. Via landelijke en regionale activiteiten is deze doelgroep op de hoogte gebracht van de campagne. Op 11 braderieën en markten in de
regio spraken GGD medewerkers het algemene publiek aan op de campagne en zijn flyers met tips over stoppen met roken meegegeven. Ook is er diverse keren voorlichting gegeven bij de ingang van het Zaans Medisch Centrum en het Waterlandziekenhuis Purm merend. De voorlic lichters hebben h hiervoor een in instructiebijeenk komst bijgewoond w waarbij ze van een lo longverpleegkund dige van Evean t toelichting kreg over stopmogen g gelijkheden en o n d e r s te u ni n g bij stoppen met roken. De GGD
heeft daarnaast de campagneflyers en posters naar diverse organisaties gestuurd. Speciaal voor deze campagne is de StopSMS ontwikkeld, een gratis service waarbij de stopper stoptips krijgt op zijn of haar mobieltje. De kans van slagen is namelijk een stuk groter als bij de stoppoging een hulpmiddel wordt gebruikt. In het najaar is een accent te gelegd op Turkse rokers omdat dat de grootste groep allochtonen van Nederland is. Organisatie
Aanmelding Stop SMS
Moskee Anadolu Krommenie
23
Cultuerele ver. Kastomunu
31
Culturele ver. SINOP
5
Turkse sportvereniging -jongeren
31
Plato
8
De Alevitische Bektasi culturele ver.
8
Stichting Turkse Media Zaanstad
-
Turkse jongeren ver. de Hoek
8
Totaal Turkse organisaties die meededen aan de campagne en aantal aanmeldingen voor StopSMS
114
Zij kennen daarnaast ook het hoogst aantal rokers van alle migrantengroepen in Nederland. Via de normale kanalen was de Turkse groep moeilijk te bereiken, daarom heeft de GGD samen met Stivoro gekozen voor een persoonlijke benadering. Via deze persoonlijke benadering werden de Turkse rokers door iemand uit hun eigen gemeenschap en hun eigen taal en cultuur persoonlijk op de campagne geattendeerd. Hiervoor werkte de GGD samen met diverse Turkse organisaties in hun regio die op hun beurt weer persoonlijk hun rokende achterban enthousiast maakten om aan de campagne deel te nemen. Centraal in deze campagne stond een Turkse versie van de StopSMS. Daarnaast waren er ook Turkse flyers en posters beschikbaar. De GGD organiseerde ook voorlichtingsbijeenkomsten bij de Turkse organisaties, geleid door de Voorlichter Eigen Taal en Cultuur. Bij één van deze voorlichtingen was het programma NOVA aanwezig en is de voorlichtster geïnterviewd. De campagne werd onder de Turkse doelgroep zeer gewaardeerd. In de periode mei 2008 t/m januari 2009 hebben naar schatting 1.390.000 rokers in Nederland een stoppoging ondernomen.
om met elkaar af te spreken gedurende zes maanden niet te roken en een film rondom het thema ‘niet roken’ te maken. De volhouders maakten kans op een Meet en Greet met Yes-R en Achmed Abakki en een weekend naar Barcelona. Vertegenwoordigers van de GGD en verslavingszorg jureerden alle ingezonden filmpjes van klassen die de wedstrijd volgehouden hadden. Uit alle filmpjes zijn uiteindelijk 24 provinciewinnaars gekozen. Deze zijn uitgenodigd om in Almere de Actie Tegengif Movie Awards 2008 in megabioscoop Utopolis bij te wonen, waar uiteindelijk de hoofdwinnaar bekend is gemaakt. In totaal hadden 2.856 klassen met ruim 70.000 scholieren zich voor de wedstrijd opgegeven. In de categorie praktijkschool/VMBO hebben zich in Noord-Holland 334 klassen met ruim 8350 scholieren opgegeven. Klas 1G van het Compaen Locatie Nieuwendam uit Zaandam is gekozen tot de hoofdwinnaar Actie Tegengif winnaar 2007-2008.
ACTIE TEGENGIF Actie Tegengif is een klassikale niet-roken wedstrijd voor alle eerste en tweede klassen van het voortgezet onderwijs. Het doel van Actie tegengif is voorkomen dat jongeren beginnen met roken en het terugdringen van het aantal jongeren dat experimenteert met roken. Deelnemende klassen zijn de uitdaging aangegaan
Voorlichtingsbijeenkomst Gunay Dogruyol
JEUGDGEZONDHEIDSZORG (JGZ) De jeugdgezondheidszorg levert preventieve gezondheidszorg aan 0–19-jarigen. Het Basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0–19 jaar omvat zes hoofdtaken: monitoring en signalering van problematiek, inschatten zorgbehoefte, screeningen en vaccinaties, voorlichting, advies, instructie en begeleiding, beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen en netwerken, overleg en samenwerking. Kenmerkend voor de jeugdgezondheidszorg is dat zij actief wordt aangeboden aan alle jeugdigen in Nederland. Sjors Gerritsen, interim hoofd bij de jeugdgezondheidszorg vertelt: Het jaar 2008 is voor de jeugdgezondheidszorg een belangrijk jaar geweest. Vanzelfsprekend zijn de basistaken van de GGD uitgevoerd, de 0 – 4 jarigen zorg door Evean en de 4 – 19 jarigen zorg door de GGDzelf. Daarnaast spelen er verschillende ontwikkelingen: Centra Jong/voor Jeugd en Gezin, de integratie van de 0-4 en 4 - 19 jarigen zorg, het digitale dossier jeugdgezondheidszorg en de ontwikkeling van de opvoedingsondersteuning.
CENTRA JONG/VOOR JEUGD EN GEZIN In 2011 is er in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin. Dat centrum bundelt de zorg voor kinderen en jeugdigen, waardoor het mogelijk wordt om bij problemen heel snel de juiste zorg in te schakelen. De Jeugdgezondheidszorg is een belangrijke
peiler in het centrum, maar ook de maatschappelijke dienstverlening, verloskundigen, kraamzorg, jeugdhulpverlening, bureau jeugdzorg, huisartsen en het onderwijs zullen een expliciete lijn hebben met het centrum. In 2007 is het eerste centrum (Centrum Jong genaamd) gestart in Zaanstad. In 2008 is het tweede centrum geopend, met een eigen coördinator, en zijn de voorbereidingen getroffen voor de derde, die in het najaar van 2009 zal starten. Er is veel ervaring opgedaan met het centrum zelf, maar ook met de afspraken tussen alle betrokken partners. In Waterland zijn in 2008 de voorbereidingen getroffen om in 2009 een begin te kunnen maken met het opzetten van de Centra voor Jeugd en Gezin. Voorbereidende bijeenkomsten zijn gehouden en de eerste stappen zijn gezet. De GGD neemt deel aan deze overleggen en doet mee in de opzet en organisatie van zowel de voorkant, als de organisatie van de bundeling van krachten achter die voorkant.
Inloopspreekuren Ouders en kinderen kunnen zonder afspraak binnen lopen. Ouders maken er veelvuldig gebruik van. De vragen gaan over gezondheidsproblemen, vragen over de psycho-sociale en/of emotionele ontwikkeling van kinderen. Opvoedspreekuren Voor specifieke vragen rondom de opvoeding van kinderen zijn er de opvoedspreekuren, waarvoor wel een afspraak moet worden gemaakt. Allerhande vragen kunnen worden gesteld aan speciaal opgeleide opvoedadviseurs.
Sjors Gerritsen
INTEGRALE JEUGDGEZONDHEIDSZORG Tot nu worden ouders en kinderen tot 4 jaar gevolgd op het consultatiebureau. Wanneer de kinderen naar school gaan neemt de GGD deze taak over. Soms betekent het dat er in één gezin een arts van het consultatiebureau actief is, terwijl oudere kinderen worden gezien door de jeugdarts van de GGD. In 2008 is uitgebreid gesproken over de integratie van de 0 – 4 en 4 – 19 jarigen zorg. Er zijn grote voordelen verbonden aan het in elkaar schuiven van deze twee organisaties. Eind 2008 heeft het bestuur van de GGD (4 – 19) en het bestuur van Evean (0 – 4) een overeenkomst gesloten met de intentie om per 1 januari 2010 tot een geïntegreerde jeugdgezondheidszorg te komen binnen de GGD. Verschillende projecten zijn samen opgezet en uitgevoerd met als doel om deze integratie probleemloos te laten verlopen.
DIGITAAL DOSSIER JEUGDGEZONDHEIDSZORG De jeugdgezondheidszorg heeft alle jaren van elk kind een papierendossier opgebouwd. Het betekent in de praktijk een grote hoeveelheid dossiers, die vaak heen en weer gebracht moeten worden. Deze dossiers zijn alleen in te zien door de medewerkers van de JGZ. Het heen en weer sjouwen van dossiers is niet meer van deze tijd. Deze dossiers worden digitaal gemaakt, waardoor op verschillende plekken gewerkt kan worden. In 2008 heeft een discussie over het elektronisch kinddossier er toe geleid dat definitieve stappen zijn gezet om tot een keuze voor een systeem te kunnen komen. Vragen, die daarbij een rol speelden waren ‘Wat moet er allemaal in het dossier worden opgenomen’, Is het bijvoorbeeld nodig om alle oude dossiers op te nemen in dit systeem?’ In 2009 wordt een definitieve keuze gemaakt voor een digitaal systeem.
OPVOEDINGSONDERSTEUNING Voor ouders en kinderen met specifieke vragen of problemen moet de drempel zo laag mogelijk zijn om ondersteuning te krijgen. Er zijn verschillende vormen voor opvoedingsondersteuning:
Themabijeenkomsten Op een zeer breed terrein rondom opvoeden en opgroeien zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, zoals rondom kind en media, seksualiteit, weerbaarheid, regels en grenzen, pesten of straffen en belonen. De aanvragers zijn scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en zelfs een sportschool. Online vragen via de Opvoedwegwijzer.nl en centrumjong.nl Internet neemt een steeds grotere plaats in binnen de informatievoorziening aan ouders en kinderen. Binnen de regio is www.opvoedwegwijzer.nl al een bekende site. In 2008 is www. centrumjong.nl een nieuwe site erbij gekomen. Beide sites bieden informatie over opvoeden en opgroeien. De vragen die via de site worden gesteld, worden beantwoord door de pedagoog van de GGD. Preventieve cursussen voor ouders en kinderen In 2008 hebben Purmerend en Zaanstad de GGD gevraagd om de uitvoering van de preventieve cursussen op zich te nemen. Mensen zijn opgeleid, PR is gestart en de cursussen zijn verder ontwikkeld. In het aanbod wordt een onderscheid gemaakt tussen cursussen voor ouders en cursussen voor kinderen. Eind 2008 bestond het aanbod voor ouders uit Opvoeden en Zo, Opvoeden in je eentje en Beter omgaan met pubers. Plezier op school, Omgaan met scheiding, Sociale Vaardigheden zijn cursussen voor kinderen. Daarnaast is er de cursus Tum Tum, specifiek voor kinderen met beperkingen. Triple P Binnen de GGD zijn alle verpleegkundige en artsen in de Triple P methodiek getraind. Het betekent dat iedereen binnen de GGD op basis van dezelfde positieve uitgangspunten met ouders en kinderen omgaat. Dat geldt ook voor de opvoedspreekuren en thema- en voorlichtingsbijeenkomsten. In 2008 heeft daarmee de Triple P methodiek een vaste basis gevonden binnen GGD ZW.
LESKISTEN Al 18 jaar is Tiny v.d Brink werkzaam als assistent gezondheidsbevordering bij de afdeling Jeugdgezondheidszorg. De JGZ ondersteunt scholen bij gezondheidseducatie en het creëren van een gezonde en veilige schoolomgeving. Tiny houdt zich o.a. bezig met de uitleen en beheer van de leskisten voor het basisonderwijs. Een leskist bevat een selectie van landelijk ontwikkelende onderwijsmaterialen op het gebied van gezondheidseducatie, zoals lespakketten, boeken en dvd’s over een bepaald gezondheidsthema. Bijvoorbeeld: voeding, genotmiddelen en mondgezondheid.
Elk schooljaar, zo rondom mei ontvangen alle scholen in de regio een reserveringsformulier om zich in te schrijven voor de leskisten. Elke leskist kan gratis voor een periode worden geleend. Leskisten worden gebruikt om in te zetten voor een gezondheidsproject of bij een gebeurtenis op school bijvoorbeeld verdriet en rouw. De leskisten worden elk schooljaar geactualiseerd zodat de leskisten up-to-date zijn voor uitleen. In het schooljaar 2008 zijn er 220 leskisten aangevraagd door 153 scholen. De leskisten cyberpesten en seksuele vorming worden vaak aangevraagd. Naast de leskisten voor het basisonderwijs zijn er ook themakisten samengesteld voor peuterspeelzalen/kinderdagverblijven. Ook voor het Voortgezet onderwijs is er onderwijsmateriaal aanwezig over o.a. de thema’s genotmiddelen en seksualiteit. Meer informatie over het leskisten aanbod vindt u op de website www.ggdzw.nl. Tiny v.d. Brink
ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG (AGZ) AGZ voert de volgende taken uit: de bestrijding van infectieziekten, waaronder tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, technische hygiënezorg, reizigersadvisering, medische milieukunde en openbare geestelijke gezondheidszorg.
MELDPUNT OVERLAST EN BEMOEIZORG Bij de GGD kunnen overlast situaties gemeld worden, bv. wanneer er sprake is van ernstige vervuiling van een woning. Tevens is het mogelijk om melding te maken van mensen die in een zorgelijke situatie verkeren en niet in staat zijn om daar zelf op een adequate wijze hulp bij te vragen. Bij mensen die overlast veroorzaken of niet in staat zijn zelf hulp te zoeken is vaak sprake van complexe meervoudige problematiek. Door het uitstekende netwerk van hulporganisaties waarmee de GGD samenwerkt is het mogelijk om tot een betere toeleiding tot hulpverlening te komen. Hierdoor zal de overlast afnemen en mensen die geen toegang tot de hulpverlening kunnen zoeken toch worden geholpen.
Petra Degenaar, hoofd Algemene Gezondheidszorg: In 2008 is het aantal meldingen weer fors gestegen. Dit heeft te maken met een grotere groep mensen die tussen de wal en het schip raken, maar ook met een actievere opsporing en preventief ingrijpen door de GGD. In 2008 hebben er twee projecten plaatsgevonden die hiervan mogen getuigen. Het eerste project is het Team Bemoeizorg, dat wordt gevormd door medewerkers van GGZ Dijk&Duin,SMD, Odion, Brijder Verslavingszorg en de GGD. Hierin werken instellingen heel actief samen om te zorgen dat mensen die alle zorg mijden en veel problemen tegelijkertijd hebben toch de juiste zorg krijgen. Heel concreet richt bemoeizorg zich op contact leggen met de cliënt, het inschatten van problematiek en diagnostiek, de cliënt met de juiste zorg in contact brengen, afstemmen van de zorg, een vinger aan de pols houden en de cliënt volgen. Het doel is om een vangnet rondom de cliënt te bouwen, waardoor toch een zo zelfstandig mogelijk leven mogelijk wordt gemaakt. Het tweede project betreft het project Preventieve Huisbezoeken, in samenwerking met de Zaanse woningbouwcorporaties. Huurders met een huurschuld die opgelopen is tot meer dan drie maanden, krijgen zowel een bezoek van de deurwaarder als een huisbezoek van de GGD. Vaak is er namelijk meer aan de hand dan alleen schuldenproblematiek en de GGD kan de bewoners dan in een vroeg stadium naar de benodigde zorg toe leiden. Dit project sluit uitstekend aan op de functie van het Meldpunt Overlast en Bemoeizorg. Het biedt een nieuwe kans om kwetsbare personen in een vroeger stadium in beeld te brengen, zodat eerder hulp kan worden geboden voordat de problematiek escaleert.
Petra Degenaar
SENSE Uit het onderzoek ‘seks onder je 25’ van SOA Aids Nederland en de Rutgers Nisso groep (2005) blijkt dat jongeren met vragen over seksualiteit liever niet naar de huisarts gaan. Ze blijven graag anoniem. Toch blijken jongeren wel wat hulp te kunnen gebruiken als het gaat om hun seksuele gezondheid. In deze groep komen nog steeds ongewenste zwangerschappen en soa voor. De eerste resultaten van de landelijke pilot chlamydiascreening, bij 8500 seksueel actieve jongeren onder de 20 jaar, geven aan dat ruim 6 procent van deze jongeren chlamydia heeft. Het ministerie van VWS heeft geld vrijgemaakt om landelijk een dekkend netwerk van Sense spreekuren op te zetten. De GGD heeft gekozen om de reguliere SOA spreekuren uit te breiden met een spreekuur, waar jongeren met vragen over anticonceptie, seksualiteit en ongewenste zwangerschap terecht kunnen. Met deze verbinding is er een integratie tussen de soa/hiv bestrijding en de seksuele gezondheid gekomen. In 2008 hebben de sociaal verpleegkundigen een aanvullende opleiding seksuele hulpverlening gevolgd. In 2009 starten de Sense-spreekuren.
het nodig is, maar ook om samen de voorbereidingen te kunnen treffen om de taken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio goed uit te kunnen voeren. Als één van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland is op 1 januari 2008 de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland tot stand gekomen. De veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de brandweerzorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) in de regio. Via een convenant is de politie Zaanstreek-Waterland nauw bij de veiligheidsregio betrokken, maar maakt daar (nog) geen deel van uit. De gemeenten zijn de vierde partner, die participeren in de veiligheidsregio. Het bestuur van de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland wordt gevormd door de burgemeesters van de 9 gemeenten. De uitvoering van de GHOR taken is ondergebracht bij het GHOR bureau van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland voor een periode van drie jaar. In de functie van Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF) voorziet de veiligheidsregio zelf. Als RGF is de directeur van de GGD benoemd, die hierin wordt ondersteund door een beperkte formatie aan beleid en secretariaat. De GGD neemt deel aan het veiligheidsbureau en is aanspreekpunt voor de GHOR. Dit bureau houdt zich bezig met de multidisciplinaire voorbereiding en samenwerking op het terrein van de rampenbestrijding, crisisbeheersing en grootschalig optreden in de veiligheidsregio. Het bureau bestaat uit een kleine vaste kern van vertegenwoordigers uit de drie hulpverleningsdiensten en de gemeenten. Het bureau is een organisatieonderdeel van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland.
Geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) De GHOR draagt zorg voor de coördinatie van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en grootschalige ongevallen en richt zich op de geneeskundige hulpverlening, de psychologische hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) en de preventieve openbare gezondheidszorg (POG), gericht op de bescherming van de volksgezondheid bij ongevallen of rampen met een gevaar voor mens en milieu. De GGD in Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en Veiligheidsregio als 25ste RAV regio Grote rampen en incidenten vragen een voortvarende aanpak van de hulpverleningsdiensten en van de bestuurders als (eind)verantwoordelijken voor een adequate hulpverlening. Een gemeente alleen kan de gevolgen van een ramp of incident meestal niet bestrijden; dat moet op grotere schaal gebeuren. Daarvoor is intensieve samenwerking met andere partners nodig. Deze samenwerking krijgt gestalte in de veiligheidsregio. Niet alleen om in gezamenlijkheid op te kunnen treden als
In december 2008 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet Ambulancezorg (WAZ). Deze wet stelt nieuwe regels voor een professionele organisatie van de ambulancezorg in Nederland. Vanaf 2011, als de wet in werking treedt, ontstaat één aanspreekpunt voor het aanbod van ambulancezorg in de regio, namelijk de Regionale Ambulancevoorziening (RAV). In de wet is opgenomen dat het openbaar bestuur (in ons geval het Veiligheidsbestuur) op verzoek van de Minister de eisen vaststelt, waar de RAV aan moet voldoen t.a.v. de meldkamer, de voorbereiding op en het daadwerkelijk optreden in het kader van de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen en de afstemming daarbij met politie en brandweer. Een RAV regio Zaanstreek-Waterland betekent in de eerste plaats de mogelijkheid tot het realiseren en in stand houden van een meldkamer ambulancezorg. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de RAV. Op dit moment werken in de regio alleen de meldkamer van de politie en brandweer samen vanuit eenzelfde locatie in Zaandam. De meldkamer ambulancezorg is gevestigd in Amsterdam. Het samenbrengen van de drie meldkamers betekent in ieder geval dat, in geval van een ramp of crisis, de informatie-uitwisseling beter en sneller zal kunnen plaatsvinden, waardoor het incident beter bestreden kan worden. Mits financieel haalbaar wordt ingezet op het fysiek realiseren van een witte tafel in Zaanstreek-Waterland. Ten tweede krijgt de RAV ook de taak het ambulancevervoer te organiseren. Dankzij de nieuwe wet ontstaat er duidelijkheid over de plaats van de ambulancezorg in de zorgketen, over de positie van de meldkamer en over de rol van de burgemeester in relatie tot die meldkamer. Dit alles georganiseerd onder de paraplu van de RAV.
ALGEMEEN DB
Audit- P&Ocie cie
Naam lid
Gemeente
Functie
AB
Mevr. M. Ruys
Beemster
Lid
X
Dhr. D. Luyckx (tot maart 2008) Mevr. G. Kroon-Sombroek (vanaf maart 2008)
Edam-Volendam
Lid
X
Dhr. M.J. Prins
Landsmeer
Lid
X
Mevr. mr. drs. M.C.G. Keijzer
Purmerend
Voorzitter (vanaf 19 april, X daarvoor plv. voorzitter
X
Dhr. E.J. Taams
Oostzaan
Lid
X
X
X
Mevr. A.G.B. Brom
Waterland
Lid
X
Dhr. drs. P.H. Roos
Wormerland
Lid
X
X
X
Mevr. C.M.M. Noom
Zaanstad
Voorzitter (tot 19 april, daarna plv. voorzitter
X
X
Mevr. drs. H.W. Voermans
Zeevang
Lid
X
Dhr. drs. J.P. Detering
GGD
secretaris
X
X
X X
X
X
Samenstelling bestuur van de GGD Zaanstreek-Waterland.
BESTUURLIJKE ORGANISATIE
GGD-ORGANISATIE
De 9 gemeenten in de regio hebben gezamenlijk de GGD Zaanstreek-Waterland opgericht. De portefeuillehouders Volksgezondheid van de deelnemende gemeenten zijn vanuit die hoedanigheid lid van het algemeen bestuur. Uit zijn midden kiest dit bestuur een dagelijks bestuur. Het voorzitterschap wordt beurtelings uitgeoefend door het lid vanuit de gemeente Zaanstad dan wel Purmerend. De directeur is secretaris. Ter advisering van het dagelijks- en algemeen bestuur is een Audit-commissie (financiële zaken) en P&O-commissie (personeelszaken) ingesteld. Tevens vormen de ambtenaren Volksgezondheid van de deelnemende gemeenten het ambtelijk overleg, dat tot doel heeft de vergaderingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en de individuele portefeuillehouders te adviseren. Beleidsvorming, advies- en besluitvorming en verantwoording vindt plaats volgens de Planning & Control-cyclus, welke een vaste routing kent van P&O-commissie of Audit-commissie, dagelijks bestuur, ambtelijk overleg en algemeen bestuur.
De GGD bestaat uit de afdelingen:
De GGD is een professionele, dienstverlenende en klant- en kwaliteitsgerichte organisatie. De organisatiestructuur is ‘plat’, met een cultuur van samenwerking, teamvorming en open overleg. Ten aanzien van een aantal uitvoerende taken is een coördinator aangewezen. De leidinggevenden vormen samen met de directeur het Management Team, dat wordt ondersteund door de directiesecretaris. In onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de indeling van het aantal medewerkers en formatie over de diverse afdelingen van de GGD Zaanstreek–Waterland.
KWALITEITSSYSTEEM Het kwaliteitsbeleid is een geïntegreerd onderdeel van de activiteiten van de GGD en alle medewerkers zijn daarmee actief bezig. In 2008 is de GGD gecertificeerd voor de taakvelden infectieziektebestrijding (inclusief soa- en tbc-bestrijding), technische hygienezorg, reizigersadvisering, medische milieukunde en jeugdgezondheidszorg.
Aantal personen
Incl. wijzigingen en projecten
Aantal FTE ingevuld
Directie
2
1,89
1,89
Beheer
15
11,61
11,61
Epidemiologie, beleid en gezondheidsbevordering
11
7,30
7,47
Algemene gezondheidszorg
35
18,91
19,91
Jeugdgezondheidszorg
55
29,67
37,77
0
1,00
1,00
GHOR Totaal Personeels- en formatieoverzicht 31-12-2008
118
70,38
79,65
In 2008 zijn acht klachten ontvangen. Deze klachten hadden betrekking op de advisering reizigers, advisering JGZ en de bejegening en werkwijze meldpunt overlast en bemoeizorg. Zeven klachten zijn naar tevredenheid van de klager afgehandeld in 2008. Van een klacht is de procedure nog niet afgerond. Geen enkele klacht werd voorgelegd aan de Klachtencommissie. Bij de interne commissie MICD zijn geen meldingen binnengekomen. MARKERMEER
ONDERNEMINGSRAAD In 2008 hebben er 11 OR vergaderingen plaatsgevonden en 9 overlegvergaderingen met de directeur. Bovendien is er een overleg geweest met de P&O commissie van het dagelijks bestuur van de GGD. Tevens heeft de OR plaatsgenomen in de adviescommissie bij de sollicitatiegesprekken voor een directiesecretaresse.
KLACHTEN
COLOFON
Op grond van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector beschikt de GGD over een regeling voor de behandeling van klachten van cliënten. Voordat een klacht in behandeling wordt genomen door de Klachtencommissie bestaat de mogelijkheid om een klacht te behandelen via interne bemiddeling. De interne klachtenbehandeling wordt gecoördineerd door een klachtencoördinator, de behandeling bij de Klachtencommissie door de directiesecretaris.
Adresgegevens GGD Zaanstreek-Waterland Postbus 2056, 1500 GB, Zaandam Tel. (0900) 254 54 54 Fax (075) 651 92 23
Opleiding In 2008 volgden 5 OR leden de eendaagse cursus ‘Introductie in de WOR’ bij Adviesbureau Atim. In deze cursus kwamen de hoofdlijnen van de Wet op de Ondernemingsraden en de belangrijkste artikelen, zoals het advies- en instemmingsrecht aan de orde.
Het publieksjaarverslag wordt verspreid onder bestuurders van GGD Zaanstreek-Waterland en tevens onder ambtenaren, raadsleden, zorg- en welzijnsinstellingen in de regio Zaanstreek-Waterland en GGDen van buiten de regio. Naast het publieksjaarverslag zijn ook het reguliere jaarverslag en het regionale tabellenboek beschikbaar op www.ggdzw.nl.
Redactie Ghislaine van Nooijen Kooij Voor opmerkingen en vragen over het publieksjaarverslag kunt u mailen naar [email protected] o.v.v. Redactie Publieksjaarverslag.
Mocht u geen prijs stellen op het ontvangen van het publieksjaarverslag dan kunt u zich afmelden via [email protected] o.v.v. Redactie Publieksjaarverslag. Ontwerp en druk Aranea Offset, Zaandam
WWW.GGDZW.NL
Copyright © 2009 2008 GGD Zaanstreek-Waterland - Publicatiedatum: juli 2009
Klanttevredenheidsonderzoek In het najaar 2008 is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd bij infectieziekten. Hierbij is gebruik gemaakt van de inhoud van de landelijke instrumentenkoffer en de mogelijkheid om digitaal de enquête af te nemen. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek worden begin 2009 gerapporteerd en intern besproken.
Aan de orde zijn geweest: de regeling reis- en verblijfkosten, stagebeleid, medewerkerstevredenheidsonderzoek, arbobeleid zwangeren, functiebeschrijving en –waardering, jaarplan Commit, CAO gemeenten 2007-2009, opleidingsbeleid artsen, keuzedagen, integratie JGZ, huisvesting, integriteitsbeleid, de gebruikersvoorwaarden telecommunicatie en het plan van aanpak reizigersvaccinatie. Daarnaast heeft de OR in Purmerend en Zaandam alle kamers bezocht om de RI&E (risico inventarisatie en evaluatie) langs te lopen. Alle bevindingen zijn uitgewerkt en naar de directie en preventiemedewerker gestuurd.
”Jullie moeten ophouden!” ”Geweld lost niets op”
huiselijk geweld is niet normaal Bel 075 - 6504158 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zaanstreek / Waterland
JAARVERSLAG ASHG 2008
”Ze luistert ook nooit”
”Jij maakt onze relatie kapot met je eeuwige gezeik”
”Je houdt je mond hierover”
Mw. J.J.M. Graaman, junior-epidemioloog GGD Zaanstreek-Waterland Mw. M. Mulder, epidemioloog GGD Zaanstreek-Waterland Mw. S. Prins, coördinator Netwerk Huiselijk Geweld en coördinator Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zaanstreek Waterland
Voor opmerkingen en vragen over dit jaarverslag kunt u mailen naar: [email protected]
INHOUDSOPGAVE
1
Voorwoord
4
2
Resultaten
6
2.1 Aantal telefoontjes
6
2.2 Bellers
7
2.3 Bekendheid ASHG
9
2.4 Leefsituatie slachtoffers huiselijk geweld
11
2.5 Kenmerken pleger
14
2.6 Interventie
15
2.7 Navraag
17
3
Discussie
18
4
Conclusie
18
3
1. VOORWOORD
Per 1 januari 2006 is het Advies en Steunpunt Huiselijk geweld Zaanstreek-Waterland van start gegaan. Het Advies en Steunpunt is ontwikkeld in het kader van de tijdelijke Stimuleringsregeling van het ministerie van VWS en met een financiële bijdrage van de gemeente Zaanstad, als centrumgemeente, en de andere gemeenten van de regio. Het ASHG is ingebed in het Netwerk Huiselijk Geweld Z-W. De opzet van het Advies- en Steunpunt staat beschreven in de startnotitie van maart 2005. Het Advies- en Steunpunt (ASHG) biedt informatie, advies en consultatie aan slachtoffers, plegers, omstanders en professionals. Het Advies- en Steunpunt wordt uitgevoerd door de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening (SMD) en de Blijfgroep en gecoördineerd door de GGD Zaanstreek-Waterland. Hiertoe hebben de drie organisaties een samenwerkingsovereenkomst getekend. Er is een gezamenlijk registratie systeem ontwikkeld, en ook het telefoonsysteem is op elkaar aangesloten. Buiten kantoortijd is het ASHG sedert 1 november 2008 doorgeschakeld naar dezelfde residentiële crisisafdeling van Dijk en Duin die het Crisismeldpunt verzorgt. Hier wordt incidenteel gebruik van gemaakt. Het ASHG biedt een ruim bereikbare, laagdrempelige, telefonische opvang. Als er meer nodig is dan informatie, advies of consultatie wordt verwezen naar de juiste organisatie. De verwijzing kan op naam tot stand worden gebracht. Als het mogelijk is wordt er na drie weken nagegaan of iemand daadwerkelijk is aangekomen. Uitgangspunt is dat de aangesloten organisaties de juiste hulp (moeten) bieden. Het ASHG moet als een goed bereikbare en laagdrempelige “voordeur” fungeren voor de aangesloten organisaties. Dit wordt door het ASHG gerealiseerd door middel van een goede eerste telefonische opvang en doorverwijzen naar de juiste hulpverleningsdiensten. Om de aansluiting tussen het ASHG en de Back Office organisaties hiertoe goed te laten verlopen is er een Convenant opgesteld. Dit verslag is gebaseerd op de registratiegegevens die zijn ingevuld tijdens het gesprek en betreft alleen de contacten die zijn geweest in 2008. Het is belangrijk aan te tekenen dat het belang van de zorg, oftewel het gesprek, altijd vóór het belang van de registratie gaat. Vaak staan bellers nog aan het begin van het proces van bespreekbaar maken van het geweld en er wordt regelmatig anoniem gebeld. Dit bepaalt voor een deel het verloop van de gesprekken. Veel bellers willen om die reden ook niet teruggebeld worden. Dit wil overigens niet zeggen dat de gesprekken vrijblijvend verlopen. De insteek is het motiveren tot hulp en het wijzen op de verantwoordelijkheid om hulp te zoeken voor zichzelf, de ander en zeker als er kinderen bij betrokken zijn. Maar het is daardoor niet altijd mogelijk van elk telefoontje alle belangrijke informatie op dezelfde wijze te registreren. Hoewel dit een beperking van de registratie is biedt de registratie wel de mogelijkheid om de omvang en aard van de meldingen van het ASHG te monitoren in de tijd. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden of het aantal telefoontjes in 2008 is toegenomen ten opzichte van 2007. Zo hebben we het afgelopen jaar een stijging van bijna 40% gezien. Het is waarschijnlijk dat een deel van deze stijging te danken is aan de extra PR inspanning. Folders, krant en internet worden genoemd als bron van bekendheid met het ASHG.
4
1. VOORWOORD
De verschillende Advies- en Steunpunten in Nederland zijn allen anders van opzet, gebaseerd op de lokale situatie en mogelijkheden. Hoewel de meeste Advies- en Steunpunten gebruik maken van (delen van) de landelijk aanbevolen gegevensset van het Trimbos/UMC Radboud voor de registratie, blijven de uitkomsten door de verschillen in opzet onvergelijkbaar. Er zijn bijvoorbeeld ASHG’s met een PR budget dat het veelvoudige is van het budget van het ASHG Zaanstreek-Waterland of waar alle instellingen verplicht zijn de binnengekomen casussen betreffende huiselijk geweld te melden, waardoor de omvang van het aantal meldingen veel groter is, maar ook de aard van de meldingen kan verschillend zijn. Ook krijgen veel ASHG’s van de plaatselijke politie alle meldingen van huiselijk geweld zaken om contact op te nemen met de betreffende mensen. Hoewel dit ook in Zaanstreek-Waterland een doelstelling was voor 2008 is dit vanwege privacybelemmeringen en personele tekorten bij de politie nog niet gelukt. Hierdoor kunnen de cijfers niet vergeleken worden met de andere ASHG’s in Nederland omdat een verschil in de aard en omvang van de contacten van een bepaald ASHG niet toe te schrijven is aan een werkelijk verschil in omvang van huiselijk geweldproblematiek maar aan een andere opzet van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld in die regio. In een aantal analyses worden de twee grootste belgroepen (de slachtoffers en beroepsbeoefenaars) met elkaar vergeleken. Het is theoretisch mogelijk dat in een klein aantal gevallen diverse mensen voor dezelfde casus hebben gebeld. Uit de registratie is dit helaas niet te achterhalen. Door de slachtoffers en beroepsbeoefenaars afzonderlijk van elkaar te analyseren wordt dit probleem omzeild.
Sarah Prins, Coördinator Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
5
2. RESULTATEN
2.1
Aantal telefoontjes
In 2008 hebben in totaal 233 mensen naar het ASHG gebeld. In vergelijking met 2007 (168 telefoontjes) zijn er 65 telefoontjes meer. Dit is een stijging van 38%. Vergeleken met 2006 (119 telefoontjes) is het aantal telefoontjes in 2008 bijna verdubbeld. In figuur 1 wordt het aantal telefoontjes per maand weergegeven. In 2008 zijn in juni de meeste telefoontjes (34) binnen gekomen.
40 35 30
aantal
25 2006 2007
20
2008 15 10 5
Ju li Au gu st us Se pt em be r O kt ob er N ov em be r D ec em be r
ni Ju
M ei
Ap ril
i
aa rt M
ru ar
Fe b
Ja
nu a
ri
0
Figuur 1 Aantal telefoontjes per maand (2006 n=119, 2007 n=168 en 2008 n=233) Opvallend is dat er vooral in juni beduidend meer telefoontjes binnen zijn gekomen. Vanaf juli is het aantal telefoontjes redelijk stabiel gebleven.
6
2. RESULTATEN
Van 158 telefoontjes is geregistreerd om welke gemeente het gaat. In tabel 1 wordt het aantal telefoontjes per gemeente weergegeven. Tabel 1 Aantal telefoontjes per gemeente Gemeente Aantal telefoontjes (%) Beemster 0 (0) Edam-Volendam 5 (2,1) Landsmeer 1 (0,4) Purmerend 34 (14,6) Waterland 1 (0,4) Wormerland 1 (0,4) Zeevang 2 (0,8) Zaanstad 95 (40,8) Oostzaan 1 (0,4) Overig 18 (7,7) Onbekend 75 (32,2) Totaal
233 (100)
2.2 Bellers Van de 233 telefoontjes hebben er in totaal 90 slachtoffers gebeld (zie figuur 2). Dit waren 8 mannen en 82 vrouwen. Uit de gezondheidsenquête van 2005 van de GGD ZaanstreekWaterland is gebleken dat jaarlijks ongeveer 5545 mensen slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Afgaande op het geschatte aantal slachtoffers uit de gezondheidsenquête van 2005, heeft 1,6% van de slachtoffers in 2008 naar het ASHG gebeld. Er hebben tevens 75 beroepsbeoefenaars en 27 indirecte slachtoffers/getuigen van zowel binnen als buiten de huiselijke kring gebeld. Vijf plegers hebben naar het ASHG gebeld. Vierendertig bellers zijn gedefinieerd als ‘overig’ en twee keer is gebeld waarbij niet geregistreerd is wie er gebeld heeft. De verdeling van de bellers is in figuur 2 te zien.
7
2. RESULTATEN
Overig 15%
Onbekend 1%
Slachtoffer 38%
Beroepsbeoefenaar 25% Pleger 2% Indirect Indirect slachtoffer/getuige slachtoffer/getuige buiten huiselijke binnen huiselijke kring kring 6% 6%
Figuur 2 Soort beller Er hebben 75 beroepsbeoefenaars gebeld, hiervan kwam 42,7% uit de hulpverlening, 22,7% kwam uit een ander werkveld zoals de pleegzorg en JGZ, 12% uit het medisch werkveld, 6,7% was van politie of justitie, 4% uit het onderwijs en van 12% is onbekend uit welk werkveld de beroepsbeoefenaar kwam. In tabel 2 is het aantal telefoontjes per gemeente vermeld, uitgesplitst naar of de beller een slachtoffer is of een beroepsbeoefenaar. Van 75 telefoontjes is niet geregistreerd om welke gemeente het gaat.
8
2. RESULTATEN
Tabel 2 Aantal telefoontjes per gemeente, uitgesplitst naar de beller Aantal Aantal
beroepsbeoefenaars
Aantal overige
slachtoffers (%)
(%)
(%)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
Edam-Volendam
4 (5,4)
0 (0)
1 (2,2)
Landsmeer
1 (1,4)
0 (0)
0 (0)
Purmerend
20 (27)
8 (20,5)
6 (13,3)
Waterland
0 (0)
0 (0)
1 (2,2)
Wormerland
1 (1,4)
0 (0)
0 (0)
Zeevang
1 (1,4)
0 (0)
1 (2,2)
Zaanstad
41 (55,4)
23 (59)
31 (68,9)
Oostzaan
1 (1,4)
0 (0)
0 (0)
Overig
5 (6,8)
8 (20,5)
5 (11,1)
Totaal
74 (100)
39 (100)
45 (100)
Gemeente Beemster
2.3
Bekendheid ASHG
Van 120 bellers (51,5%) is geregistreerd op welke manier zij bekend waren met het ASHG. De meeste bellers (41,7%) waren van het bestaan van het ASHG op de hoogte gebracht doordat zij verwezen waren door een instantie (zie figuur 3). In 2007 was dit percentage 40,2%. Opvallend is dat in vergelijking met 2007 meer mensen van het ASHG hebben gehoord via de Folder en dat er geen personen meer zijn die van het ASHG gehoord hebben via het Affiche. Sinds 2006 is ook het Internet een belangrijke bron van informatie over het ASHG. Sommige mensen zullen misschien op verschillende manieren bekend geworden zijn met het ASHG, maar in de database kon maar één antwoord worden ingevoerd.
9
2. RESULTATEN
60 50 40 %
30 20 10 0
Verwezen
Folder
Affiches
Krant
Internet
2006
48,3
35,6
11,1
10
6,7
2007
40,2
9,3
10,3
15,5
24,7
2008
41,7
18,3
0
15,8
24,2
2006
2007
2008
Figuur 3 Bekendheid met ASHG (%) Van 58 slachtoffers en 16 beroepsbeoefenaars is geregistreerd op welke manier zij bekend waren met het ASHG. In figuur 4 is te zien op welke wijze zij met het ASHG bekend zijn geraakt. Slachtoffers zijn over het algemeen verwezen. Beroepsbeoefenaars waren vooral bekend met het ASHG door middel van de folder en doordat zij door een ander zijn gewezen op het bestaan van ASHG. 50 40
%
30 20 10 0
Slachtoffers Beroepsbeoefenaars
folder
affiches
krant
internet
verwezen
7,5
7,5
11,3
24,5
49,1
30,8
15,4
15,4
7,7
30,8
Slachtoffers
Beroepsbeoefenaars
Figuur 4 Bekendheid met ASHG (slachtoffers/beroepsbeoefenaars) (%) Van 54 telefoontjes is bekend door wie/wat de beller is doorverwezen. In tabel 3 staat vermeld door welke instantie de bellers werden verwezen naar het ASHG. De meeste bellers
10
2. RESULTATEN
werden doorverwezen door de hulpverlening of een instantie die niet als optie vermeldt staat (Blijf Amsterdam, BVO). Tabel 3 Verwijzing naar ASHG Aantal slachtoffers (%)
Aantal beroepsbeoefenaars (%)
Medisch
2 (5,6)
0 (0)
Politie/justitie
3 (8,3)
0 (0)
Hulpverlening
10 (27,8)
4 (40)
Vrienden/familie
4 (11,1)
0 (0)
Onbekend
7 (19,4)
4 (40)
Anders
10 (27,8)
2 (20)
Totaal
36 (100)
10 (100)
2.4
Leefsituatie slachtoffers huiselijk geweld
Om inzicht te krijgen in de leefsituatie van het slachtoffer van huiselijk geweld is er gevraagd naar de huishoudsamenstelling. In tabel 4 is te zien dat wanneer er een slachtoffer belt er in bijna 50% van de gevallen kinderen aanwezig zijn in het gezin waar het huiselijk geweld heeft plaatsgevonden. Het hoeft niet zo te zijn dat deze kinderen ook altijd getuige zijn geweest van het geweld. Bij de telefoontjes gedaan door de beroepsbeoefenaars zijn er in bijna 60% van de gevallen kinderen in het huishouden aanwezig. Bij de beroepsbeoefenaars heeft 9,1% gebeld over een casus waarbij het slachtoffer een volwassen kind was die nog bij de ouders woont, bij de slachtoffers die belde was dit in 3,8% het geval. Tabel 4 Gerapporteerde huishoudsamenstelling Aantal Aantal slachtoffers
beroepsbeoefenaars
(%)
(%)
Samenwonend paar met kinderen
22 (27,5)
19 (43,2)
Eenpersoonshuishouden
8 (10,0)
1 (2,3)
Eénouderhuishouden
16 (20,0)
7 (15,9)
Samenwonend paar zonder kinderen
20 (25,0)
4 (9,1)
Inwonend bij ouders (volwassen kind)
3 (3,8)
4 (9,1)
Overige meerpersoonshuishoudens
2 (2,5)
0 (0)
Onbekend
9 (11,3)
9 (20,5)
80 (100)
44 (100)
Totaal
11
2. RESULTATEN
Op het registratieformulier kan per lid van het huishouden geregistreerd worden wat het geslacht, de leeftijd, bevolkingsgroep en de status is (slachtoffer, pleger of getuige van huiselijk geweld) van de beller. Omdat maar weinig consulenten dit (volledig) hebben ingevuld is het niet mogelijk hier conclusies uit te trekken. In tabel 5 staan de vormen van geweld gepresenteerd. In totaal is er van 80 slachtoffers vermeld wat de vorm van geweld was en van 44 beroepsbeoefenaars. Bij de meeste contacten was er sprake van lichamelijk en psychisch geweld. Onder de categorie ‘anders’ moet men bijvoorbeeld denken aan het gooien met spullen. De vormen van geweld waar het grootste taboe op rust (ouderenmishandeling, seksueel misbruik, kindermishandeling), komen het minst naar voren. Een andere reden kan zijn dat het advies en steunpunt zich niet richt op jeugdige bellers. Tabel 5 Vormen van geweld Aantal Aantal slachtoffers
beroepsbeoefenaars
(%1)
(%1)
Lichamelijk geweld
48 (60,0)
26 (59,1)
Psychisch geweld
46 (57,5)
22 (50,0)
Bedreiging/stalking
17 (21,3)
5 (11,4)
Seksueel misbruik
1 (1,3)
5 (11,4)
Kindermishandeling
2 (2,5)
1 (2,3)
Verwaarlozing
2 (2,5)
1 (2,3)
Ouderenmishandeling/ontspoorde zorg
1 (1,3)
1 (2,3)
Ongewenste seksuele toenadering
0 (0,0)
1 (2,3)
Anders
3 (3,8)
6 (13,6)
1
Meerdere antwoorden mogelijk, percentages samen meer dan 100%.
Bij de telefoontjes die door de slachtoffers (n=80) zijn gedaan ging het in 63,8% om actueel geweld, dus geweld dat kort geleden had plaatsgevonden. Bij 8,8% vond het geweld korter dan een jaar geleden plaats, bij 3,8% was het 1 tot 5 jaar geleden dat het geweld plaatsvond en bij 1,3% van de telefoontjes door de slachtoffers had het geweld langer dan 5 jaar geleden plaatsgevonden. In 22,5% van de telefoontjes was het onbekend wanneer het geweld had plaatsgevonden.
12
2. RESULTATEN
Bij de telefoontjes die door de beroepsbeoefenaars zijn gedaan (n=44) ging het in 50,0% om actueel geweld, bij 13,6% vond het geweld korter dan een jaar geleden plaats, bij 2,3% van de telefoontjes was het 1 tot 5 jaar geleden dat het geweld plaatsvond en bij 2,3% had het geweld langer dan 5 jaar geleden plaatsgevonden. Bij 31,8% van de telefoontjes door beroepsbeoefenaars gedaan, was niet bekend wanneer het geweld waar dit contact betrekking op had, had plaatsgevonden. Het is niet altijd geregistreerd hoe lang geleden het geweld voor het eerst plaatsvond. Bij telefoontjes die gepleegd zijn door de slachtoffers is in 51,3% van de gevallen onbekend wanneer het geweld voor het eerst plaatsvond, bij 15,0% gaat het om geweld dat het afgelopen jaar is begonnen. Bij 22,5% van de contacten was het geweld 1 tot 5 jaar geleden begonnen en bij 11,3% was het geweld al meer dan 5 jaar geleden begonnen. Bij telefoontjes die gepleegd zijn door de beroepsbeoefenaars ging het in 2,3% om geweld dat het afgelopen jaar was begonnen. Bij 13,6% van de contacten was het geweld 1 tot 5 jaar geleden begonnen en bij 6,8% was het geweld al meer dan 5 jaar geleden begonnen. In 77,3% van de gevallen gedaan door een beroepsbeoefenaar is niet bekend wanneer het geweld voor het eerst heeft plaatsgevonden. In tabel 6 is te zien dat het geweld meestal niet eenmalig voorgekomen is. In respectievelijk 13,5%
van
de
telefoontjes
van
slachtoffers
en
6,7%
van
de telefoontjes
van
beroepsbeoefenaars is er dagelijks sprake van huiselijk geweld. Tabel 6 Frequentie van het geweld Aantal slachtoffers (%)
Aantal beroepsbeoefenaars (%)
Eenmalig
4 (10,8)
1 (6,7)
Een aantal keren
13 (35,1)
6 (40,0)
Maandelijks
8 (21,6)
1 (6,7)
Wekelijks
7 (18,9)
6 (40,0)
Dagelijks
5 (13,5)
1 (6,7)
37 (100)
15 (100)
Totaal
Voor 160 slachtoffers was het telefoontje het eerste contact met het ASHG. Zes van de slachtoffers hadden in de afgelopen 3 maanden al eens eerder contact gehad met het ASHG. Vier slachtoffers gaven aan langer dan 3 maanden geleden al eens contact te hebben gehad met het ASHG.
13
2. RESULTATEN
In tabel 7 staat weergegeven of mensen al eerder in contact zijn geweest met andere hulpverleningsdiensten. Dit gegeven is bij 89% van de telefoontjes bij slachtoffers en bij 59% van de telefoontjes van beroepsbeoefenaars geregistreerd. Tabel 7 Eerder contact met hulpverlening Aantal slachtoffers (%1) Aantal beroepsbeoefenaars (%1) Politie
26 (32,5)
8 (18,2)
Maatschappelijk werk/SMD
12 (15,0)
5 (11,4)
Slachtofferhulp
7 (8,8)
1 (2,3)
Vrouwenopvang
5 (6,3)
3 (6,8)
Huisarts
5 (6,3)
1 (2,3)
GGZ Dijk en Duin
4 (5,0)
3 (6,8)
Jeugdzorg
4 (5,0)
5 (11,4)
Overig
6 (7,5)
6 (13,6)
1
Meerdere antwoorden mogelijk.
2.5
Kenmerken pleger
Van de telefoontjes die door slachtoffers zijn gedaan waarbij het geslacht van de pleger was geregistreerd (n=72) bleek in 86,1% van de gevallen de pleger een man te zijn. Bij beroepsbeoefenaars was 89,5% van de plegers een man. Zoals te zien is in tabel 8, is de pleger, zowel bij de telefoontjes die gedaan zijn door het slachtoffer als door de telefoontjes gedaan door de beroepsbeoefenaar, de partner of de expartner. Tabel 8 De pleger Aantal slachtoffers (%)
Aantal beroepsbeoefenaars (%)
Partner
41 (51,3)
22 (50,0)
Ex-partner
23 (28,8)
7 (15,9)
Kind
5 (6,3)
1 (2,3)
Ander familielid
1 (1,3)
3 (6,8)
Anders
3 (3,8)
4 (9,1)
Onbekend
7 (8,8)
7 (15,9)
Het alcohol- of drugsgebruik van de pleger is bij 80 casussen die door een slachtoffer zijn gedaan geregistreerd.
14
2. RESULTATEN
Bij zeven van deze zaken was er alleen alcohol in het spel (8,8%) en één pleger had alleen drugs gebruikt toen het geweld plaatsvond (1,3%). In twee gevallen had de dader zowel alcohol als drugs gebruikt (2,5%). 70 Personen (87,5%) gaven aan dat de pleger geen alcohol of drugs had gebruikt. Het alcohol- of drugsgebruik van de pleger is bij 44 telefoontjes die door een beroepsbeoefenaar zijn gepleegd geregistreerd. Er waren geen contacten waarbij de dader alleen alcohol had gebruikt, in één geval had de dader drugs gebruikt (2,3%). In één geval had de dader zowel alcohol als drugs gebruikt (2,3%). 42 (95,6%) personen gaven aan dat de pleger geen alcohol of drugs had gebruikt. Deze cijfers zijn anders dan de ervaringen uit de hulpverleningspraktijk. De stressfactoren die van invloed zijn op het huiselijk geweld staan gepresenteerd in tabel 9. Omdat het in de meeste gevallen ging om samenwonende paren en de pleger meestal de mannelijke partner was, is het daarom niet verrassend dat slachtoffers het vaakst relatieproblemen opgeven als stressfactor. Verder geeft één op de vijf slachtoffers psychische problemen aan als stressfactor. Tabel 9 Stressfactoren Aantal slachtoffers (%)
Aantal beroepsbeoefenaars (%)
28 (35)
8 (18,2)
Psychische problemen
16 (20,0)
2 (4,5)
Echtscheidingsproblemen
9 (11,3)
0
Opvoeding/omgang
8 (10,0)
3 (6,8)
Financiële problemen
6 (7,5)
1 (1,3)
Alcoholgebruik
6 (7,5)
1 (2,3)
Drugsgebruik
3 (3,8)
2 (4,5)
Trauma uit het verleden
3 (3,8)
2 (4,5)
Ontspoorde zorg
1 (1,3)
1 (2,3)
21 (26,3)
13 (29,5)
Relatieproblemen
Overig 1
Meerdere factoren mogelijk, percentages samen meer dan 100%.
2.6
Interventie
Van 80 telefoontjes van slachtoffers en 44 telefoontjes van beroepsbeoefenaars is geregistreerd hoe ze zijn afgehandeld en welke interventies er zijn toegepast. Bij ruim de helft van de telefoontjes wordt er advies gegeven. In een kwart van de telefoontjes kregen
15
2. RESULTATEN
de bellers praktische informatie (zie tabel 10). In ruim 50% van de telefoontjes door slachtoffers werd men verwezen naar een hulpverlenende instantie of wordt de verwijzing tot stand gebracht, dit geldt voor bijna 30% voor de beroepsbeoefenaars. Tabel 10 Interventie naar aanleiding van telefonisch contact Aantal beroepsbeoefenaars Aantal slachtoffers (%)
(%)
Advies
47 (58,8)
22 (50,0)
Verwijzing aanbevolen
24 (30,0)
9 (20,5)
Praktische informatie
22 (27,5)
10 (22,7)
Verwijzing tot stand gebracht
15 (18,8)
4 (9,1)
Consult geboden
4 (5)
4 (9,1)
Ingebracht in casuïstiek overleg
0 (0)
1 (2,3)
3 (3,8)
2 (4,5)
Anders 1
Meerdere interventies mogelijk, percentages samen meer dan 100%.
In tabel 11 staan de instanties waarnaar wordt verwezen gepresenteerd. Slachtoffers worden het
vaakst
verwezen
naar
maatschappelijk
werk/SMD.
Telefoontjes
gedaan
door
beroepsbeoefenaars worden vaker verwezen naar de politie of maatschappelijk werk/SMD. Tabel 11 Aanbevolen verwijzing naar aanleiding van telefonisch contact Aantal slachtoffers (%) Aantal beroepsbeoefenaars (%) Maatschappelijk werk/SMD
29 (36,3)
6 (13,6)
Politie
9 (11,3)
7 (15,9)
Vrouwenopvang/AOP
6 (7,5)
3 (6,8)
Huisarts
3 (3,8)
1 (2,3)
GGZ Dijk en Duin
2 (2,5)
0
Bureau Jeugdzorg
2 (2,5)
1 (2,3)
Slachtofferhulp
1 (1,3)
0
0
1 (2,3)
7 (8,8)
6 (13,6)
AMK Anders 1
Meerdere verwijzingen mogelijk.
De aanbevolen verwijzingen onder de categorie ‘Anders’ zijn o.a. naar een advocaat en AWARE.
16
2. RESULTATEN
Tabel 12 Verwijzing tot stand gekomen Aantal slachtoffers (%) Maatschappelijk werk/SMD
Aantal beroepsbeoefenaars (%)
19 (23,8)
5 (11,4)
Politie
0
1 (2,3)
AMK
0
1 (2,3)
GGZ Dijk en Duin
0
1 (2,3)
Vrouwenopvang/AOP
0
1 (2,3)
Anders
0
1 (2,3)
1
Meerdere verwijzingen mogelijk.
Van een paar contacten is bekend of een verwijzing tot stand is gebracht. In tabel 12 staan de instanties waarnaar de verwijzing tot stand gekomen is, gepresenteerd. In 23,8% van de verwijzingen die tot stand zijn gebracht voor een slachtoffer gaat het om een verwijzing naar ‘Maatschappelijk werk/SMD’. Bij de beroepsbeoefenaars bij wie een verwijzing tot stand is gebracht gaat het in 11,4% van de verwijzingen om het ‘Maatschappelijk werk/SMD’. De politie, AMK, GGZ en vrouwenopvang/AOP werden allemaal één keer genoemd. 2.7 Navraag Er is bij tien slachtoffers navraag gedaan. Zes casussen zijn afgehandeld en vier casussen zijn ‘in zorg’. Er is zes keer navraag gedaan bij een beroepsbeoefenaar. Twee casussen zijn afgehandeld, bij twee casussen kon de cliënt niet bereikt worden, één casus weigert hulp en voor één casus is er een andere oplossing gevonden. Aan 45 slachtoffers is gevraagd of het ASHG voldeed aan de verwachtingen. Hierop gaven 30 personen het antwoord ‘ja’ één persoon zei ‘nee’ en van veertien bellers is het antwoord onbekend. Bij de beroepsbeoefenaars is aan 23 personen gevraagd of het ASHG voldeed aan de verwachtingen. Hierop gaven twintig personen het antwoord ‘ja’ en van drie personen is het antwoord onbekend.
17
3. DISCUSSIE
De betrouwbaarheid van de evaluatie wordt geschaad door het feit dat niet elke casus even secuur is geregistreerd. De registraties zijn digitaal ingevoerd en ter controle tevens op papier geregistreerd. Veel fouten zijn achteraf gecorrigeerd, toch zullen niet alle fouten eruit zijn gehaald. Gevolg hiervan is dat de gegevens wel een indicatie geven, maar voorzichtig geïnterpreteerd en gebruikt moeten worden.
4. CONCLUSIE
Het ASHG krijgt in de loop der tijd steeds meer bekendheid, wat zich uit in het aantal meldingen dat binnenkomt. Het aantal telefoontjes is ten opzichte van 2007 flink gestegen. Voor de meeste bellers is dit hun eerste contact met het ASHG, al hadden zij al eerder contact gehad met andere hulpverleners zoals politie en huisartsen. De bellers zijn over het algemeen tevreden over de zorg die het ASHG geboden heeft. De slachtoffers die bellen zijn meestal vrouwen. De pleger is meestal een man. De pleger is veelal de partner of ex-partner van het slachtoffer. Bij de meeste telefoontjes betreft het actueel geweld, waarbij vaak lichamelijk geweld en/of psychisch geweld is gebruikt. In de meeste gevallen bellen mensen pas als ze al meerdere keren te maken hebben gehad met huiselijk geweld.
18
”Ze luistert ook nooit”
”Jij maakt onze relatie kapot met je eeuwige gezeik” ”Geweld lost niets op”
huiselijk geweld is niet normaal Bel 075 - 6504158 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zaanstreek / Waterland
© GGD Zaanstreek-Waterland Hoofdvestiging Regio Zaanstreek Vurehout 2 1507 EC Zaandam Tel. 0900 - 2 54 54 54 (€0,05 p/m) Fax 075 - 616 30 16 [email protected] Nevenvestiging: Regio Waterland Waterlandlaan 65 1441 RS Purmerend Tel. 0900 - 2 54 54 54 (€0,05 p/m)
WWW.GGDZW.NL