TOETS GEDRAGSRECHT BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR VOORJAARSCYCLUS 2011 EN INHALERS 14 OKTOBER 2011 (12.00 - 13.00 UUR)
Naam
: .............................................................……………..
Cursusgroep : .............................................................……………..
a.
U heeft voor deze toets 90 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT?
b.
De toets bestaat uit 5 opgaven. U kunt de opgaven in een zelf gekozen volgorde beantwoorden. Er zijn 15 bladzijden, inclusief dit voorblad. Wilt u dit controleren?
c.
Schrijf duidelijk leesbaar! Onleesbare antwoorden worden niet gehonoreerd. U dient de vragen gemotiveerd, dat wil zeggen geconcretiseerd naar de casus, en in correct Nederlands te beantwoorden; een enkel 'ja' of 'nee' levert geen punten op. Een deugdelijke motivering omvat een toelichting en het noemen van de relevante wetsartikelen. Jurisprudentie behoeft slechts te worden vermeld voor zover deze is opgenomen in het cursusmateriaal van de Beroepsopleiding. Uit het antwoord moet blijken dat u de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast.
Resultaten
Opgave 1
Opgave 2
Opgave 3
Opgave 4
Opgave 5
(max.13 punten)
(max.14 punten)
(max 25 punten)
(max.32 punten)
(max.16 punten)
Totaal 1e correctie Totaal 2e correctie Bij 55 punten of meer bent u geslaagd.
Totaal
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 OPGAVE 1 (13 punten) U bent als advocaat werkzaam bij een niche kantoor op het gebied van het ondernemingsrecht. Daags na uw beëdiging wordt u benaderd door uw buurvrouw betreffende een probleem over de huurprijs van haar woning. De buurvrouw vertelt aan u dat zij voor de zitting bij de huurcommissie geholpen wordt door specialisten van het Huurteam maar toch liever een echte advocaat wil. U voelt zich gevleid en denkt met deze zaak misschien wel wat procespunten te kunnen scoren. Uw buurvrouw leeft van een AOW-uitkering en heeft daarnaast geen spaargeld of andere bezittingen van belang.
Vraag 1.1 (3 punten) Kunt u als advocaat rechtsbijstand verlenen op grond van de Wet op de Rechtsbijstand? 1e
2e
totaal
Vraag 1.2 (6 punten) Komt de buurvrouw voor door de overheid gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking? 1e
2e
totaal
Pagina 2 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 Vraag 1.3 (4 punten) Komt deze zaak voor toevoeging in aanmerking? 1e
2e
totaal
Pagina 3 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011
OPGAVE 2 (14 punten) U wordt benaderd door twee personen die menen te zijn opgelicht door een handelaar in onroerend goed projecten in Dubai. Zij willen hun geld terugvorderen van de vermeende oplichter. Het benadelingsbedrag is 2,2 miljoen euro. Vraag 2.1 (3 punten) De cliënten willen niet nog meer geld kwijtraken en vragen aan u of u de zaak wilt aannemen tegen 5 % van de opbrengst. Is een dergelijke beloningsafspraak toegestaan? 1e
2e
totaal
Vraag 2.2 (3 punten) U stelt voor dat u uw uurtarief van € 250 ex. BTW en kantoorkosten, alleen in rekening zal brengen wanneer u de zaak met enig succes afrondt. Is een dergelijke beloningsafspraak toegestaan? 1e
2e
totaal
Pagina 4 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 Vraag 2.3 (4 punten) Omdat de cliënten niet weten hoeveel tijd er in de zaak zal gaan zitten, stellen ze voor dat het uurtarief € 400 ex BTW zal zijn wanneer er 1 miljoen of meer wordt (terug)betaald en € 120 wanneer het resultaat minder is. Is een dergelijke beloningsafspraak toegestaan? 1e
2e
totaal
Vraag 2.4 (4 punten) Stel dat u heeft afgesproken de zaak aan te nemen tegen vergoeding van een vast bedrag van € 15.000 ex BTW te vermeerderen met 10% van de opbrengst. Nadat u wat druk heeft uitgeoefend, door in een brief te dreigen met beslagen en procedures, krijgen uw cliënten 1 miljoen euro terug, waarmee zij genoegen nemen. Is dan een op die afspraak gebaseerde declaratie redelijk? 1e
2e
totaal
Pagina 5 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 OPGAVE 3 ( 25 punten) Mr. Van Dijk, advocaat-stagiaire, heeft de behandeling van een zaak van haar patroon overgenomen. De advocaat van de wederpartij heeft in een brief kort voor de patroon ziek werd een schikkingsvoorstel gedaan. Mr. Van Dijk aanvaardt zonder verder overleg met de cliënt het schikkingsvoorstel. Mr. Van Dijk heeft het dossier niet zelf bestudeerd, maar is afgegaan op de telefonische instructies van haar patroon en heeft de door de patroon opgestelde concept-brief, waarin het eerder bedoelde schikkingsvoorstel wordt aanvaard, ondertekend. De advocaat van de wederpartij stuurt vervolgens een vaststellingsovereenkomst waarin de gemaakte afspraken staan naar mr. Van Dijk. De cliënt van mr. Van Dijk weigert de vaststellingsovereenkomst te ondertekenen, omdat hij het schikkingsbedrag te laag vindt. De wederpartij houdt de cliënt van mr. Van Dijk echter aan de aanvaarding van het voorstel. Vraag 3.1 (8 punten) De cliënt van mr. Van Dijk dient bij de Deken een klacht in. De Deken stuurt de klacht door naar de Raad van Discipline. Hoe zal de tuchtrechter oordelen over de handelwijze van mr. Van Dijk en op basis van welke gedragsregels? 1e
2e
totaal
Pagina 6 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 Stel de cliënt accepteert het voorstel. Na verloop van tijd bedenkt de cliënt van mr. Van Dijk zich en laat mr. Van Dijk weten de zaak niet te willen schikken. De cliënt van mr. Van Dijk verzoekt laatstgenoemde om in de zaak een dagvaarding uit te brengen. In de conclusie van antwoord wordt door de advocaat van de wederpartij gesteld dat er tussen partijen volledige overeenstemming is bereikt over een schikkingsbedrag. De rechtbank draagt de wederpartij op zijn stellingen in deze te bewijzen. De advocaat van de wederpartij legt in het kader van de bewijsopdracht de brief over waarin mr. Van Dijk namens haar cliënt het gedane schikkingsvoorstel accepteert. Mr. Van Dijk dient bij de Deken een klacht in tegen de advocaat van de wederpartij. In de klachtbrief staat dat de advocaat van de wederpartij zich niet mag beroepen op de brief van mr. Van Dijk. Vraag 3.2 (6 punten) Mocht de brief in het geding worden gebracht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder welke voorwaarden? 1e
2e
totaal
Pagina 7 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011
De advocaat van de wederpartij wil de stellingen van de wederpartij ondermeer bewijzen door middel van het laten horen van getuigen. Als getuigen wil hij laten horen de patroon van mr. Van Dijk en de echtgenote van de cliënt van mr. Van Dijk. Deze echtgenote zou gehoord hebben dat de cliënt van mr. Van Dijk uitdrukkelijk opdracht heeft gegeven aan mr. Van Dijk om het gedane schikkingsvoorstel te aanvaarden. Direct na kennisneming van de bewijsopdracht laat de advocaat van de wederpartij aan de rechtbank en mr. Van Dijk weten dat hij als getuigen wil laten horen de patroon van mr. Van Dijk en de echtgenote van de cliënt van mr. Van Dijk. Hierop neemt mr. Van Dijk contact op met de echtgenote van haar cliënt om te informeren wat deze partner als getuige gaat verklaren. Vraag 3.3
(8 punten)
a. Wat vindt u van het feit dat de advocaat van de wederpartij de patroon van mr. Van Dijk als getuige gaat oproepen? (4 punten) 1e
2e
totaal
b. Is het mr. Van Dijk toegestaan om contact op te nemen met de echtgenote van haar cliënt? (4 punten) 1e
2e
totaal
Pagina 8 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 Nadat partijen in de procedure bij de rechtbank stukken hebben overgelegd en getuigen hebben laten horen, wordt door partijen aan de rechtbank verzocht een datum te bepalen waarop vonnis wordt gewezen. Hierna komt mr. Van Dijk erachter dat zij nog een brief wil overleggen welke naar haar oordeel het standpunt van haar cliënt onderschrijft en daardoor van grote invloed kan zijn op het door de rechtbank te wijzen vonnis. Mr. Van Dijk legt bij akte de betreffende brief alsnog over en stuurt naar de advocaat van de wederpartij een kopie van de akte inclusief de productie. Vraag 3.4 (3 punten) Hoe beoordeelt de tuchtrechter de handelwijze van mr. Van Dijk? 1e
2e
totaal
Pagina 9 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 OPGAVE 4 ( 32 punten) U wordt als advocaat benaderd door een cliënt die een bouwkundig adviesbureau heeft. Deze cliënt wil een geldvordering instellen tegen een opdrachtgever die de rekeningen van uw cliënt niet heeft betaald. U krijgt van de cliënt een dossier met stukken en correspondentie. U neemt de zaak aan en u legt in een brief aan uw cliënt vast dat u een dagvaarding zult opstellen en de zaak bij de rechtbank aanhangig zult maken. Terwijl u bezig bent met het opstellen van de dagvaarding komt u tot de conclusie dat de zaak veel minder sterk is dan u aanvankelijk dacht en u aan uw cliënt heeft gezegd. Gaandeweg acht u de zaak kansloos. U houdt dit aan uw cliënt voor, maar deze houdt voet bij stuk en houdt u aan uw opdracht: procederen. Vraag 4.1
(9 punten)
a. Bent u, gelet op de met uw cliënt gesloten overeenkomst van opdracht, verplicht de dagvaarding te laten uitbrengen en de zaak bij de rechtbank aanhangig te maken? (6 punten) 1e
2e
totaal
b. Hoe had u het dilemma waarvoor u bent komen te staan kunnen voorkomen? (3 punten) 1e
2e
totaal
Pagina 10 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 U besluit te dagvaarden. Nadat de dagvaarding is uitgebracht wordt u gebeld door een boze wederpartij. De wederpartij blijkt een vaste cliënt van een van uw kantoorgenoten te zijn die veel arbeidszaken voor hem behandelt. De wederpartij dreigt een klacht tegen u in te dienen wanneer u de behandeling van de zaak voortzet. Vraag 4.2
(13 punten)
a. Onder welke voorwaarden staat het u vrij de belangen van uw cliënt te blijven behartigen? Maak bij de beantwoording van deze vraag uw gedragsrechtelijke afwegingen zichtbaar. (7 punten) 1e
2e
totaal
b. Moet u uw cliënt, de bouwkundig adviseur, van deze complicatie op de hoogte stellen? (6 punten) 1e
2e
totaal
Pagina 11 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 Uw cliënt heeft er inmiddels geen enkel vertrouwen meer in dat u de zaak voor hem tot een goed einde kan brengen. Hij dient een klacht tegen u in bij de deken en hij weigert uw declaratie te betalen omdat hij vindt dat u toerekenbaar tekort bent geschoten. U heeft nog originele stukken van uw cliënt onder zich, die u weigert af te geven nu uw rekening niet is betaald. Vraag 4.3
(10 punten)
a. Is van uw handelen of nalaten als bedoeld in vraag 4.1 en vraag 4.2, in onderlinge samenhang beschouwd, een tuchtrechtelijk verwijt te maken? (6 punten) 1e
2e
totaal
b. Onder welke voorwaarden mag u de originele stukken van uw cliënt onder zich houden in afwachting van de betaling van uw declaratie? (4 punten) 1e
2e
totaal
Pagina 12 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 OPGAVE 5
( 16 punten)
Vraag 5.1 (16 punten) Benoem bij ieder van de volgende gedragingen: 1) het (mogelijk) gedragsrechtelijk probleem (2 punten) en 2) de specifieke Nederlandse gedragsregel (1 punt) en 3) de toepasselijke kernwaarde (1 punt) a) Bij de zitting op de rechtbank praat één van de advocaten zonder toestemming van de andere advocaat over de inhoud van schikkingsonderhandelingen die eerder gevoerd zijn. 1e
2e 1:
2:
3:
totaal
Pagina 13 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 b) Een rechtenstudent, in deeltijd werkzaam bij een advocatenkantoor (20 advocaten), doet alle procedures van het kantoor bij de sector kanton (waaronder arbeids- en huurzaken) en alle bestuursrechtzaken. 1e
2e 1:
2:
3:
totaal
c) Een advocaat staat zijn zus bij, met wie hij in hetzelfde huis woont. 1e
2e 1:
2:
3: totaal
Pagina 14 van 15
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 14 OKTOBER 2011 d) Een advocaat behandelt een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek. Eén van de echtelieden is directeur van een vennootschap, waarvoor de advocaat zeer regelmatig optreedt. 1e
2e 1:
2:
3:
totaal
EINDE TOETS Pagina 15 van 15
----------1e
2e
Punten