`
TOETS GEDRAGSRECHT BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR NAJAARSCYCLUS 2011 EN INHALERS 10 februari 2012 (10.00 - 11.30 UUR)
: .............................................................……………..
Naam
Cursusgroep : .............................................................……………..
a.
U heeft voor deze toets 90 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT?
b.
De toets bestaat uit 4 opgaven. U kunt de opgaven in een zelf gekozen volgorde beantwoorden. Er zijn 13 bladzijden, inclusief dit voorblad. Wilt u dit controleren?
c.
Schrijf duidelijk leesbaar! Onleesbare antwoorden worden niet gehonoreerd. U dient de vragen gemotiveerd, dat wil zeggen geconcretiseerd naar de casus, en in correct Nederlands te beantwoorden; een enkel 'ja' of 'nee' levert geen punten op. Een deugdelijke motivering omvat een toelichting en het noemen van de relevante wetsartikelen. Jurisprudentie behoeft slechts te worden vermeld voor zover deze is opgenomen in het cursusmateriaal van de Beroepsopleiding. Uit het antwoord moet blijken dat u de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast.
Resultaten
Opgave 1
Opgave 2
Opgave 3
Opgave 4
(max.30 punten)
(max.20 punten)
(max 27 punten)
(max.23 punten)
Totaal 1e correctie Totaal 2e correctie Bij 55 punten of meer bent u geslaagd.
Totaal
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 OPGAVE 1 ( 30 punten) Mr. Hogebrug krijgt op vrijdagmiddag een telefoontje. Dhr. Rijts vraagt hem met spoed een kort geding te starten ter schorsing van de executie van een vonnis, in welke procedure hij geen advocaat heeft gehad. Hij verwacht dat de executie binnen enkele dagen een aanvang zal nemen, dat heeft hij tenminste telefonisch van de deurwaarder gehoord. Dezelfde dag vindt het intakegesprek plaats. Mr. Hogebrug ziet goede kansen in het kort geding, maar hij is slechts bereid dhr. Rijts onder zijn eigen voorwaarden bij te staan. Mr. Hogebrug schrijft in de bevestiging van de intake: „Dank voor uw opdracht om een kort geding procedure te starten. Gelet op de bijzondere ingewikkeldheid van dit geval is het voor mij niet mogelijk om voor u door de overheid gefinancierde rechtsbijstand aan te vragen. Ik breng u voor deze procedure dus een bedrag van € 2.000,- plus btw, alsmede het verschuldigde griffierecht in rekening. Nadat u de bijgaande voorschotnota heeft betaald, zal ik aanvangen met het opstellen van een conceptdagvaarding en u deze voorleggen. Na uw akkoord zal de rechtbank op termijn van twee tot drie weken een zitting plannen. Ik heb u daarbij uitgelegd dat de kansen in een procedure moeilijk in te schatten zijn omdat één van beide partijen nu eenmaal in het gelijk gesteld zal moeten worden.‟ Mr. Hogebrug voegt een factuur bij van in totaal € 1.500,- plus btw als voorschot, welk bedrag kort daarop door dhr. Rijts wordt betaald. Mr. Hogebrug stelt drie dagen later al de conceptdagvaarding in kort geding op en zendt dit stuk direct aan de rechtbank ter bepaling van een datum in kort geding. Het kort geding vindt een week later plaats, maar loopt desastreus af voor dhr. Rijts. De vordering wordt afgewezen en dhr. Rijts wordt in de kosten van de procedure veroordeeld. Dhr. Rijts belt nadat hij van het vonnis heeft vernomen mr. Hogebrug woedend op dat hij nog wel van hem zal horen. Mr. Hogebrug, die inmiddels 15 uur aan de zaak heeft gewerkt, vraagt zich af wat hij verkeerd heeft gedaan.
Vraag 1.1 ( 6 punten) Wat zou dhr. Rijts terzake de honorariumafspraken mr. Hogebrug tuchtrechtelijk kunnen verwijten? 1e
2e
totaal
Pagina 2 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Dhr. Rijts stelt ook dat mr. Hogebrug hem inhoudelijk niet „zoals een goed advocaat betaamt‟ heeft bijgestaan. Vraag 1.2 ( 7 punten) Wat zou hij ter zake mr. Hogebrug kunnen verwijten? Noem twee aspecten in deze zaak die niet goed zijn gegaan. 1e
2e
totaal
Dhr. Rijts dient een klacht in. Vraag 1.3 ( 12 punten) Beschrijf stapsgewijs wat er gebeurt vanaf het moment dat deze klacht wordt ingediend tot en met het moment dat de raad van discipline beslist. 1e
2e
totaal
Pagina 3 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Mr. Hogebrug is eerder ter zake van vele soortgelijke feiten tuchtrechtelijk veroordeeld. Vraag 1.4 ( 3 punten) Hoe weet de raad van discipline over mogelijke eerdere veroordelingen van mr. Hogebrug? 1e
2e
totaal
De vorige veroordeling van mr. Hogebrug betrof een schorsing in de uitoefening van de praktijk van 1 jaar. Vraag 1.5 (2 punten) Is er nog een zwaardere straf mogelijk dan schorsing van een jaar? 1e
2e
totaal
Pagina 4 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012
OPGAVE 2 ( 20 punten) Mevrouw S. wendt zich tot u in verband met een ski-ongeval dat haar is overkomen in Sauerland (Duitsland). Bij het huren van de ski‟s en schoenen aldaar zijn de bindingen kennelijk niet goed afgesteld waardoor deze niet zijn losgeschoten toen ze dat wel hadden moeten doen. Als gevolg hiervan heeft mevrouw S. een gecompliceerde enkelbreuk opgelopen, waardoor zij langere tijd haar werk als cateringkok niet heeft kunnen doen. Zij wil dat u de skiverhuurder aansprakelijk stelt voor haar schade. Zij meent vanwege haar lage inkomen voor een toevoeging in aanmerking te komen. Vraag 2.1 ( 4 punten) Kunt u voor deze zaak een toevoeging verkrijgen? 1e
2e
totaal
Stel dat voor deze zaak een declaratieafspraak gemaakt moet worden. Vraag 2.2 ( 7 punten) Mag de advocaat dan afspreken dat als de zaak in der minne geschikt kan worden hij voor zijn werkzaamheden zal declareren op basis een eenmalige betaling van € 500 en voorts 20% van de opbrengst? 1e
2e
totaal
Pagina 5 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Stel dat vorenstaande afspraak wordt gemaakt en er na een briefwisseling en enig getouwtrek een schadevergoeding van € 5000,= plus juridische kosten in het vooruitzicht wordt gesteld door de verzekeringsmaatschappij van de skiverhuurder. De advocaat stelt voor dat, om de totale som te verhogen, hij zijn rekening zal opschroeven door in plaats van de bestede 3,5 uur het dubbele te declareren: ” Dat valt toch niet te controleren”, zo zegt hij. Vraag 2.3 (5 punten) Mogen de kosten van de juridische hulp kunstmatig worden verhoogd als dit ook aan de cliënt ten goede komt? 1e
2e
totaal
Stel dat op de derdengeldenrekening van de advocaat door de verzekeringsmaatschappij € 6000 wordt betaald i.v.m. „schadevergoeding en kosten‟. De advocaat trekt van de € 5000 schadevergoeding 20% af (€ 1000) en (de nog niet betaalde) € 500 en maakt aan zijn cliënte € 3.500 over en naar zijn eigen kantoorrekening het verschil (€ 2.500). Vraag 2.4 (2 punten) Is de wijze waarop de advocaat zijn salaris berekent in overeenstemming met de in vraag 2.2 gemelde afspraak met cliënt? 1e
2e
totaal
Pagina 6 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012
Vraag 2.5 (2 punten) Mag de advocaat zijn honorarium op die manier incasseren of is dat in strijd met een verordening? 1e
2e
totaal
Pagina 7 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012
OPGAVE 3 ( 27 punten) Advocatenkantoor D & K richt zich in haar dienstverlening op het MKB. Het kantoor doet regelmatig zaken op het gebied van octrooi- en merkenrecht. Zij hebben gemerkt dat zich in de regio een octrooigemachtigde heeft gevestigd, die goed bekend staat. Ook merken zij dat deze octrooigemachtigde, van Bommelen, de nodige zaken afsnoept. In een brainstormweekend over de toekomst van kantoor besluiten D & K daarom tot samenwerking met de octrooigemachtigde om samen de rechtspraktijk uit te oefenen. Ook Van Bommelen voelt hier veel voor. Samen onder één dak een full servicepunt voor het MKB op het gebied van octrooien merkenrecht: een unieke en ijzersterke formule! Van Bommelen trekt bij D & K in en op 1 januari 2012 wordt het nieuwe kantoor feestelijk geopend onder de naam: D & B, advocaten en octrooigemachtigden.
Vraag 3.1 ( 11 punten) Voldoet deze samenwerking aan de toepasselijke regelgeving? 1e
2e
totaal
Pagina 8 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Mr. Davinci heeft via Van Bommelen een interessante zaak gekregen: een flagrante schending van een octrooi. De schade die cliënt –een grote onderneming- lijdt is aanzienlijk. Cliënt geeft aan dat zij de wederpartij, Make2Fake BV, al enige malen heeft gesommeerd de schending te staken, maar niets helpt. De cliënt vraagt Mr. Davinci alvast beslag te leggen onder Make2Fake BV om betaling van de schade zeker te stellen. Diezelfde dag belt Make2Fake BV met de secretaresse van Mr. Davinci en vraagt of Mr. Davinci de zaak in behandeling heeft. Make2Fake BV geeft aan graag met Mr. Davinci in gesprek te gaan om de kwestie op te lossen. De secretaresse bevestigt dat Mr.Davinci de zaak in behandeling heeft en dat het goed is dat Make2Fake wil onderhandelen. Daarmee zouden –naar zij heeft begrepen- verdere rechtsmaatregelen wel eens kunnen worden voorkomen. Make2Fake zegt dat hij Mr. Davinci de volgende dag zal bellen om een en ander te bespreken. Direct daarna treft Make2Fake zijn maatregelen en draagt zijn activa aan een derde over. Mr. Davinci verkrijgt diezelfde dag verlof om beslag te leggen en stuurt de stukken naar de deurwaarder. Deze bericht hem de dag daarna dat er bij Make2Fake niets meer te halen is.
Vraag 3.2 (8 punten) Heeft Mr. Davinci jegens zijn cliënt tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld? 1e
2e
totaal
Pagina 9 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Mr. Davinci zet zijn werkzaamheden voor zijn cliënt voort. De wederpartij heeft inmiddels een eigen advocaat, Mr. Maat. De advocaten besluiten tot een gesprek, om te bezien of zij in onderling overleg tot een oplossing kunnen komen. Bij deze bespreking vertrouwt Mr. Maat Mr. Davinci toe dat Make2Fake met opzet de secretaresse heeft gebeld om te kijken of “er enige actie te verwachten viel” zodat Make2Fake zijn maatregelen kon treffen. Ook zegt hij dat Make2Fake weet dat hij geen poot heeft om op te staan, maar dat hij toch een poging wil wagen. Mr. Maat geeft uitdrukkelijk aan dat deze mededelingen natuurlijk vertrouwelijk zijn. Mr. Davinci neemt dit voor kennisgeving aan. De advocaten komen niet tot overeenstemming. Van Bommelen wil toch nog een poging wagen en wil een viergesprek. In dit viergesprek stelt Mr. Davinci onder andere dat Make2Fake weet dat hij moet betalen omdat hij geen poot heeft om op te staan. Immers, dat heeft Mr. Maat hem verteld. Mr. Maat dient een klacht in bij de Deken. De klacht houdt in dat Mr. Davinci zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden en niet confraterneel heeft gehandeld. Vraag 3.3 ( 8 punten) Heeft deze klacht kans van slagen? Zo ja, waarom, zo nee, waarom niet? 1e
2e
totaal
Pagina 10 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 OPGAVE 4 (23 punten) Advocaat Mr. Ritsema is huurrecht specialist. Thomassen, die een aantal panden bezit, is al jaren cliënt van Mr. Ritsema. Thomassen verhuurt sinds 2001 een appartement aan ene Van der Noot. Thomassen heeft enige tijd geleden geconstateerd dat niet Van der Noot, maar een nichtje van Van der Noot in het aan hem verhuurde appartement woont. Na ruim een half jaar wendt Thomassen, die het druk met andere kwesties gehad heeft, zich tot Mr. Ritsema met het verzoek actie tegen Van der Noot te ondernemen. Mr. Ritsema kondigt een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst aan op grond van contractueel niet toegestane onderhuur en sommeert Van der Noot binnen 2 weken het gehuurde te ontruimen en de sleutels bij zijn verhuurder in te leveren. Al na enkele dagen ontvangt Mr. Ritsema een brief van Mr. Van Wanrooy, advocaat, die Van der Noot bijstaat. De brief bevat de volgende passage: “ Client kan volmondig beamen dat sprake van onderhuur is. Daarover bestaat geen discussie. Niettemin heeft uw cliënt dusdanig lang gewacht met ondernemen van juridische actie dat uw cliënt zijn rechten jegens cliënt verwerkt heeft”. Mr. Ritsema dagvaardt onmiddellijk Van der Noot. In de dagvaarding wordt het bovenstaande citaat letterlijk overgenomen; de brief van Mr.Van Wanrooy wordt als productie overgelegd. Over de onderhuur als zodanig –aldus Mr.Ritsema in de dagvaarding- kan geen discussie bestaan. Mr.Van Wanrooy is woedend en dient onmiddellijk een klacht in tegen Mr. Ritsema. Vraag 4.1
(9 punten)
Zal deze klacht slagen? 1e
2e
totaal
Pagina 11 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Vraag 4.2.
(6 punten)
Hoe had Mr. Ritsema het kennelijk ontstane dilemma kunnen oplossen? 1e
2e
totaal
Nadat de procedure al gestart is neemt Mr.Van Wanrooy contact op met Mr. Ritsema en stelt voor om de zaak nog eens door te spreken. Mr. Ritsema gaat op dit voorstel in.Tijdens de daarop volgende bespreking van de advocaten meldt Mr. Van Wanrooy onomwonden dat zijn cliënt bereid is de huurovereenkomst op te zeggen indien Thomassen een vergoeding van € 95.000,- aan Van der Noot betaalt, en wel op een rekening bij de KBLux in Luxemburg. Dit voorstel wordt direct door Mr. Ritsema verworpen. Enige tijd later verschijnen partijen ter comparitie bij de Kantonrechter. Deze vraagt direct aan de advocaten of al eens gesproken is over een minnelijke regeling. Mr. Ritsema meldt de Kantonrechter onmiddellijk dat Van der Noot via zijn advocaat een vergoeding van € 95.000,- gevraagd heeft om de kwestie in onderling overleg op te lossen. Na afloop van de comparitie dient Mr.Van Wanrooy weer een klacht in tegen Mr. Ritsema. Vraag 4.3.a (5 punten) Heeft Mr. Ritsema een gedragsregel geschonden? 1e
2e
Totaal
Pagina 12 van 13
----------1e
2e
Punten
TOETS GEDRAGSRECHT 10 FEBRUARI 2012 Vraag 4.3.b (3 punten) Zo ja, heeft een cliënt ook het recht daarover een klacht in te dienen? 1e
2e
Totaal
EINDE TOETS
Pagina 13 van 13
----------1e
2e
Punten