1 Samenvatting van interviews over verleende zorg in het Kwarteel. De toekomstcommissie heeft in het najaar van 2015 een aantal kwarteelbewoners geïnterviewd om hun ervaringen met verleende zorg in situaties van ziekte en ongemak te inventariseren. Het gaat daarbij om ervaringen met verleende zorg door medewerk(st)ers van professionele organisaties én ervaringen met verleende zorg en aandacht door medebewoners van het Kwarteel. De toekomstcommissie lijkt het zinvol om deze ervaringen te bespreken in de woongroep opdat we als leden van de woongroep ervan leren voor toekomstige contacten met professionele organisaties én ervan leren voor ons eigen onderling functioneren. Vanuit de toekomstcommissie zijn door Jan R. negen bewoner(s) van het Kwarteel geïnterviewd: Ank, Wil, Ger & Joop, Hannie & Jan, Huguette, Emmy & Geeske, Ad & Tineke, Paula, Yfke & Wim. De interviews werden gehouden aan de hand van 10 vragen: 1.Kun je de situatie beschrijven waardoor je hulp nodig had. 2. Bij wie ben je (als eerste) te rade gegaan? 3. Met welke professionele organisaties heb je contact gehad. 4. Over welke hulp van professionele organisaties ben je tevreden en over welke hulp ben je ontevreden? 5. Heb je een beroep gedaan op medebewoners van het Kwarteel en hoe is dat beantwoord? 6. Heb je je gesteund gevoeld door het wonen in het Kwarteel? 7. Hoe ervaar je het maatjessysteem? 8. Heb je adviezen voor medebewoners voor het geval je hulp van professionele organisaties nodig hebt? 9. Wat zou je als aandachtspunten voor je medebewoners willen aangeven? 10.Hoe is voor jou / jullie het wonen in de woongroep mede met het oog op de ouder en kwetsbaarder worden? De teksten van de interviews zijn aangevuld en/of gewijzigd door de geïnterviewde(n). Delen van de tekst zijn beschrijvend - dan is het een beschrijving van de interviewer naar aanleiding van wat hem gezegd werd - en delen van de tekst zijn letterlijke citaten. Citaten staan tussen aanhalingstekens. Het lijkt de toekomstcommissie niet gewenst om iedere bewoner bijna 30 pagina’s tekst voor te leggen. Voor de bespreking in de Bewonersvereniging is daarom deze samenvatting gemaakt. Onderstaand volgt de samenvatting van vijf aan de orde gestelde vragen: A. Vraag 4 - Over welke hulp van professionele organisaties ben je tevreden en over welke hulp ben je ontevreden? En vraag 8: Tips voor het gebruik maken van professionele organisaties. B. Vraag 6 – Heb je je gesteund gevoeld door het wonen in het Kwarteel? C. Vraag 7 – Evaluatie van het maatjessysteem. D. Vraag 9 - Aandachtspunten voor de groep bewoners. E. Vraag 10 - Hoe is het wonen in de woongroep, mede met het oog op de toekomst? A. Over welke hulp van professionele organisaties ben je tevreden, over welke hulp ben je ontevreden en wat kun je anderen aanraden? De verpleegkundigen van Rivas waren goed. Dat had zo kunnen blijven, maar omdat Jan hoorde dat de verpleegkundigen van Curadomi thuis zijn in het Kwarteel en goed bevallen waren, zijn zij overgestapt naar Curadomi. Hannie is wel tevreden over de hulp van Curadomi. Zij kon zich al snel redden. “De wondverzorging door verpleegkundigen van Curadomi was prima. Een nadelig punt is maar dat zal bij andere organisaties niet anders zijn - dat de verpleegkundige ’s morgens tussen 07.00 uur en 08.30 uur en ’s avonds tussen 19.00 en 20.30 uur komen en dat zij de ene keer vroeg en de andere keer laat kwam. Het zijn vriendelijke betrouwbare mensen.
2 De maaltijden van Food Connect Maaltijdservice zijn goed en smakelijk. Tel 0888 – 10 10 10 en de kosten voor een hoofdmaaltijd zijn vanaf € 5,25 uit te breiden met soepen en nagerechten” Toen Ger na haar knieoperatie huishoudelijke hulp nodig had, hebben Ger en Joop contact gezocht met de STMR. De eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp van de STMR bleek erg hoog te zijn en zij zijn toen naar Dienstwerk gegaan. Dat was goedkoper dan particuliere hulp en kostte minder dan de eigen bijdrage via de STMR. Tineke en Ad zijn over de verpleegkundigen van Curadomi zeer te spreken. Er is goed met ze te overleggen over dingen die ze aandroegen i.v.m. de verpleging. Curadomi heeft zelf geen nachtzorg, maar kan wel iemand van de STMR inschakelen. Over het verblijf in Bon Vie is Wil erg tevreden. Ze kreeg daar fysiotherapie, dat werd niet door Bon Vie georganiseerd, maar moet je zelf regelen. Er kwam een fysiotherapeut van Adfys en hulp bij het douchen en wondverzorging via de STMR. In Bon Vie kwamen ook vrijwilligers langs. Mensen die, als je daar prijs op stelde, even bij je kwamen zitten. Over de contacten in het Ziekenhuis Rivierenland / geriater en neuroloog zijn Wim en Yfke tevreden. Zij hebben veel steun aan de dementieconsulent. Het keukentafelgesprek met de wmo-consulent verliep heel plezierig. Yfke was verbaasd over de snelheid van handelen bij Curadomi. Zij zijn, met het oog op de toekomst, blij met het contact met Curadomi. Ank is niet tevreden over de wijze waarop Betuwezorg de huishoudelijke hulp organiseerde. Wat betreft het aanvragen en hanteren van een PGB en de diensten van het CIZ en Zorgkantoor is Ank tevreden over het gesprek met en de afhandeling door de beroepskracht van het CIZ, ontevreden over de bureaucratische afhandeling door het Zorgkantoor. (De toekenning van een PGB is intussen veranderd.) Ank is tevreden over de mensen die, betaald vanuit het PGB en geworven door Ank, bij Cor kwamen. Zij is vol lof over de vrouwen van Curadomi die kwamen helpen, over de wijze van werken en over de organisatorische en administratieve afhandeling. Het bleek dat zij met respect omgaan met je eigen waarden en levensvisie. Ook hielden zij rekening met de wens om niet te veel verschillende mensen over de vloer te krijgen. Naast de goede zorg voor Cor waren zij ook zeer ondersteunend naar Ank als mantelzorger. Wat er uitspringt: * De positieve ervaringen met Curadomi. * Het is goed te weten dat Dienstwerk de mogelijkheid voor huishoudelijke hulp heeft. * Wil heeft positieve ervaringen met Bon Vie om daar te revalideren. B. Heb je je gesteund gevoeld door de groep? Bijna iedereen zegt dat de groep in situaties van ziekte belangrijk is: iedereen wil wel boodschappen doen; het feit dat iedereen via het schrift weet hoe de situatie is, geeft het gevoel dat mensen om je heen staan; je kunt je ei kwijt bij andere bewoners en je kunt aanschuiven voor een maaltijd. Er zijn ook andere geluiden: Die steun voel ik wel bij een paar mensen, maar echte aandacht is er minder. En: Als je alleen bent en geen kinderen hebt, is het toch anders dan wanneer je een partner hebt en kinderen. Het is voor anderen misschien moeilijk zich te realiseren wat het betekent dat je alleen bent. Wij hebben in een periode van ziekte gemist dat medebewoners spontaan langs kwamen. In het voorbijgaan werd wel gevraagd hoe het ging, maar daar bleef het bij. Wat er uitspringt: * Veel positieve ervaringen.
3 * Voor mensen zonder kinderen is het (meestal) anders dan voor mensen met kinderen. * Echte aandacht wordt soms gemist. C. Evaluatie van het maatjessysteem: persoonlijke citaten “We hebben nu ervaren dat het goed is om ook als echtpaar een maatje te hebben, want als de één in het ziekenhuis wordt opgenomen, is de ander druk met regelen, gaat veel op bezoek en staat onder spanning. Dan is het fijn als er iemand anders is die zorgt voor de communicatie met de groep, die dingen regelt als bijvoorbeeld de mogelijkheid om een warme maaltijd mee te eten.” “Ik heb het erg getroffen met mijn maatje en dat is, volgens mij, wederzijds. We doen het elk op onze eigen manier en dat ‘pikken’ we van elkaar. We vieren elk jaar het feit dat we elkaars maatje zijn. Het functioneert bij ons dus erg goed.” “Wij zweren bij het maatjessysteem. We kunnen altijd een beroep doen en dat geldt ook andersom. We houden elkaar op de hoogte als we er niet zijn; de kinderen kennen elkaar ook. We raden ieder echtpaar aan om ook een maatje te nemen. Als er één van de twee (plotseling) ziek wordt, zit de ander in de spanning en moet van alles doen. Dan is het belangrijk dat er een maatje is die in zo’n situatie je bij staat.” “Het is door mij niet duidelijk geregeld.” “Het maatjessyteem functioneert bij ons goed. We overlopen elkaar niet en hebben de afspraak dat we bij ergernissen dat tegen elkaar uitspreken. We hebben samen het tienjarig bestaan gevierd van ons ‘maatjesschap’ en besproken hoe het ging en we zetten het voort.” “Bij ons functioneert het maatjessysteem vooral op het praktische vlak. We kennen elkaar al heel lang. Intussen hebben we veel goede contacten met verschillende medebewoners en je weet bij wie je waarvoor terecht kunt.” “Wij waren beiden met ons maatje bevriend en dat is na het overlijden van Cor zo gebleven. Vooral toen de ziekte van Cor voortschreed was het gevoel voor mij heel erg belangrijk iemand zo dichtbij te hebben (letterlijk en figuurlijk) waar ik altijd een beroep op kon doen.” ‘’Bij ons functioneert het goed. Regelmatig is er even contact tussen ons maatje en ons. Wij vragen ons wel af of het over het geheel goed gaat en merken dat het soms onduidelijk is wie het maatje is van iemand en wie taken op zich neemt. Daar zouden we het met elkaar over moeten hebben. Wij ervaren dat degene die zich in een onduidelijke situatie verantwoordelijk voelt, dan behoorlijk belast kan worden. Wij stellen voor het maatjessysteem opnieuw aan de orde te stellen en het dan radicaal te doen. We zouden weer helemaal van een blanco situatie uit moeten gaan, dus niemand heeft een maatje en we kiezen allemaal opnieuw een maatje. Dat kan dezelfde zijn en je kunt een ander kiezen. Het is belangrijk dat iedereen mee doet. Ook de stellen. Wij hebben ervaren dat bij een plotselinge ziekenhuisopname, de ander heel veel moet regelen terwijl zij/hij in de spanning zit. Dan is het fijn dat het maatje zorgt dat het thuis goed loopt en de andere bewoners goed geïnformeerd worden. Ook voor de nieuwe bewoners is het fijn als we weer opnieuw ons maatje kiezen.” Wat er uitspringt: * Veel positieve ervaringen met het maatjessysteem. * Verschillende invullingen van het maatjessysteem. * Soms ook onduidelijkheid of iemand een maatje heeft en hoe het maatjesschap wordt ingevuld. * Aanbeveling dat alle stellen ook een maatje kiezen. * Voorstel om op een vastgesteld moment allemaal opnieuw een maatje te kiezen, waarbij ieder vrij is het vertrouwde maatje opnieuw te kiezen, maar ook vrij is een ander te kiezen.
4
D. Aandachtspunten voor de groep bewoners. “Als er bij iemand ziekte is of er spelen nare zaken, zouden we meer aandacht aan elkaar kunnen geven. We zijn nu als Kwarteelbewoners te beschroomd naar elkaar om zo maar aan te bellen. Zijn we te bang voor (onze) privacy? Wij hebben dat gemist en vanuit die ervaring geleerd om gemakkelijker naar iemand toe te stappen en aan te bellen. Nu is medeleven vaak in het voorbijgaan, maar als het door ziekte of wat dan ook niet lekker gaat, is het belangrijk dat er mensen zo maar even binnen wippen en bereid zijn te luisteren. Juist bij het ouder worden, wordt dat steeds belangrijker.” “Probeer je niet teveel met iemand te bemoeien maar echte interesse te tonen en dat dan zonder pathetisch te worden, d.w.z. zonder van bepaalde klachten gelijk een drama te maken. Het is fijn als mensen open vragen stellen, zoals ‘Kan ik iets voor je doen / zijn? Wat kan ik voor je doen / zijn?’ Dus niet: ‘Zal ik boodschappen voor je doen? Of ‘Zal ik voor je koken?’ De aanbieder moet natuurlijk ook ‘nee’ kunnen zeggen.” “Je kunt, als je door ziekte of ongemak hulp nodig hebt, zelf beslissen of je minimaal of maximaal van de aangeboden hulp gebruik wilt maken. Dat moet je zelf beslissen en je dus niet laten overrompelen.” “Als je partner lijdt aan een psychische ziekte, zoals Alzheimer, is dat anders dan wanneer je partner fysiek ziek is. Je kunt niet meer met je partner een gewoon gesprek voeren en dat is één van de ergste dingen die kunnen gebeuren. Je hebt dan beiden - de gezonde partner en de zieke partner - behoefte dat mensen binnenlopen, zodat beiden mee kunnen doen in een ‘normaal’ gesprek. Daarom is het zo fijn dat er zo maar iemand aanbelt en binnenloopt.” “We worden steeds ouder en kwetsbaarder. Het belangrijkste vind ik dat we echte aandacht hebben voor elkaar. Ik neem het mezelf soms kwalijk dat ik dat niet doe. Wel even in het voorbij gaan vragen hoe het gaat, maar dat is iets anders dan echte aandacht.’’ “Laten we proberen er zoveel mogelijk voor elkaar te zijn, zeker nu we ouder worden en in de toekomst meer zorg nodig hebben. Bij ziekenhuisopname kunnen we met elkaar - via het maatje - zorgen dat er bezoek komt en kun je dat samen opvangen. Niet iedereen heeft kinderen of kinderen wonen verder weg.” “Het is fijn dat mensen met je meeleven. Daarom is het schrift in het Rondeel zo belangrijk en is het zo goed dat je elkaar laat weten dat er iets aan de hand is. Ook als iemand ziek is, is het zo goed om dagelijks even in het schrift te schrijven hoe het gaat. Dan hoeven mensen niet steeds te bellen en zijn ze op de hoogte.” Wat er uitspringt: * Het belang van communicatie / schrijven in het schrift. * Wat betekent het dat sommigen in tijden van ziekte echte aandacht gemist hebben? * Zijn we te beschroomd om zo maar bij elkaar aan te bellen / binnen te lopen?
E. Hoe is het wonen in de woongroep, mede met het oog op de toekomst? Opmerkingen door verschillende bewoners gemaakt: Het wordt als fijn beleefd dat je mensen om je heen hebt en tegelijk je eigen woning hebt en je eigen leven kunt leiden. Er zijn zoveel mensen die een eigen deskundigheid hebben en je kunt daarom zoveel voor elkaar betekenen. Maar je moet het wel aan elkaar durven vragen. Het wonen in onze woongroep geeft een bepaalde zekerheid, wetende dat je in je omgeving
5 mensen hebt waar je op terug kunt vallen. Natuurlijk hoort daar ook af en toe gepruttel en gedoe bij, maar dat maakt het zekere gevoel van de mensen om je heen niet minder om. Ik woon hier niet vanwege de hulp die je elkaar kunt geven. Ik heb er een weerstand tegen dat iemand zich bemoeit met mijn leven en wil geen zorg van mijn naaste buren. Of ik hier oud wil worden? Vriendschappen heb ik hier niet zo. Geniet wel dat er mensen om me heen wonen met wie vriendschappelijke contacten ontstaan. Maar ik zou niet willen dat je elkaar te veel gaat belasten omdat je veel dingen niet meer zelf kunt. Dan kun je beter verhuizen naar een plek waar dat beter kan. Ondanks mijn kritiek, ben ik blij dat ik hier woon. Nu ben ik nog mobiel, maar als ik de deur niet meer zo goed uit zou kunnen en meer aan huis gebonden zou zijn, kan ik hier gemakkelijk iemand vragen dit of dat met mij te doen Ik ben daar heel positief over. Ik voel me hier veilig, en dan niet in de zin dat ik bang ben voor inbraken of zoiets, maar in de betekenis dat ik hier mag zijn zoals ik ben. En zoals we hier met elkaar kunnen lachen en humor beleven, de omgeving van ons huis en de wijk, de woningen, en vooral ook het onderlinge zijn. Dat laatste heb ik ook heel sterk beleefd bij de uitvaart van Cor. We zijn blij met de woongroep. Wel is het jammer dat je af en toe boosheid bij mensen meemaakt. In het begin was het allemaal zo vanzelf leuk en dat is niet meer zo. We begrijpen dat dat ook hoorde bij de beginfase toen we nog vol idealen zaten. Nu is het de kunst om de goede sfeer in stand te houden. Mensen vallen soms wat tegen. Wat er uitspringt: * Fijn om met vertrouwde mensen om je heen te wonen. * Gemopper en gedoe horen er nu eenmaal bij. 04/01/2016
JR