' ■ 0
f) MUZIEK VAN JAN KEYZER 7 Hoe de typiste op Maandagmorgen haar eerste dictaat uitwerkte.
mm*
:
i /
; : :
■v;- ■ ■*.
-
I
BELGISCHE /"^A ^A UITGAVEE \J.\J\J
Dl EElRêïI BRIlf
Mod e raio. J MijLhe ^ Hee.ren,
^t^r r
im i
i
fe^
3
^ye^.tig Lk deötil.vaM^tvaiiiwv ichrij.ven,
Hier.mee be..
■'.
Ter.wyl i^k
^ ^
d"-J i
^
-^8 w
9=at
eerHdaar.öwi^FreeaM böa.i'«i"toF. frèe.reh: 11/ voor bt.we laat^teaavt'-vwa^ ddnk nk ^Enkhebde EFikhe
P
ir
0m
^
§ J|J-
S
zss:
ku.^ze^T^Mij^H-^bjou/opdle bdHk.'
i
i
^^ ^
*
*
Wljhekbeii veel va.Mcleez'pa.f-kijttu/ reedf ven hzuiJeit,
£ ^
3
r
WM
^eb.ben
zdL.Viq doofde äuÄ.neHheeri. ge
Ze^, Tony lief, vanmorgen vroeg al sprak ik Irma, En zij was woest (o! fijn!) dat zij ons had ontmoet! Wij doen al zooveel jaren zaken met uw firma, U weet dus: onze qualiteit is altijd goed! Wij vragen ook uw aandacht voor de leege kisten, Daarvoor wordt u te zijner tijd gecrediteerd, O, boy, als al de and're luidjes het eens wisten! En voor reclame wordt door ons geadverteerd.
e^^^
ZeqTo.ny
Tf'T j, lp)f ?
voor voor voor voor voor voor
JfTMnl
^^
Ln d&ïM ]aAtzi1t»2us,hegfb Pa-p.pieMiebohk
<4 j r
3e. denkt U
g "N.
welt'tdeldt zcoA^n^loldevoor.ra^id öbrekt,
v/2Ln.de\d.
1
WdiwAs'l
den Uw den Uw den Uw
&.
#
^ f
D
^
Voorts willen wij nog deez' gelegenheid -benutten, Zeg, ben je morgen nu vooral vóór vijven klaar? Om u te vragen, hebt u verder nog interesse, Voor blauwe oogen, en dat mooie blonde haar! De qualiteit is als het bijgesloten monster. Zendt ons uw antwoord echter per expresse brief. En met de meeste achting teeken ik, mijnheeren, Dag boy, dag eenigerd, dag Ton, ik heb je lief!
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL ........ een "EDISON" .of NIETS
I)
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG . ROTTERDAM
. . . LEIDSCHESTRAAT 84 ...... LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 88
IJ
SALAMANDER SCHOENEN ZIJN IN PASVORh ONGEËVENAARD ■
.
.
Vi^
■^
-ÄH——
-.--.
j
.-
JERUZALEM CDE WEG
UlTfl[MLAHp hr is een stijgende belangslelling voor wal er in filmland gebeurt. De groole massa begint mee te leven met de cinematografie en met hen, die zich daarin naam en eer hebben verworven. De filmmenschen zijn voldoende bekend met de waarde van reclame om die belangstelling niet aan te wakkeren. Ze zorgen er dan ook voor, dat er steeds vele foto's wereldkundig worden gemaakt, waarop men hen in hun doen en laten kan aanschouwen. De afbeeldingen op deze pagina geven ook zoo een en ander te zien uit het doen en laten van filmartisten. De beide bovenste foto's geven een kijkje ..achter de schermen bij het vervaardigen van een film, ontleend aan ,.Faust . Dit werk, dat onderhanden genomen is door de Ufa, zal begrijpelijkerwijze een groote belangslelling ondervinden. De regie er van is in handen van F. W. Murnau, een man die door fijnen, arlistieken zin uitmunt en daar-
fs ■é*3 S i J|
j^
/.*
ik Ti i^^ jfl
lm ''
^1
ÉLff^l BF^y^MI SF 51' '*' fl ^ft »25*3 *<*~k *k~jßk. '""^jl ^HB^'^^^B^-*"'^sl^H
I
m-d*- -JP
■ ■ ^H■ ■
■ ^i
i
i
door groote verwachtingen opwekt voor het resultaai van zijn arbeid. Een derde beeld geeft Liana Haid te zien met haar zuster Grit Haid. Ze zijn hier in het Ufa-atelier te Neu Babelsberg en vertroetelen hun lievelingsdiertje, een tweejarige krokodil. Antonio Moreno is in Europa gekomen voor de verfilming van Rex Ingram s „Mare Nostrum voor de Metro Goldwyn. Hij heeft de gelegenheid benut om een reis door een deel der oude wereld te maken. Men ziet hem hier te Barcelona voor de kathedraal, een bouwwerk uit de tiende eeuw. De foto links-beneden geeft Marcus Loew te zien, den president van Metro Goldwyn Mayer met Fred Niblo. aan wien hij een bezoek bracht op den dag, dat Ben Hur werd voltooid. En ten slotte nog een afbeelding van den Engelschen acteur George K. Arthur met zijn moeder, die beiden voor de film optreden.
DER
SMARTEN5
Van ouds her was de Ingmarhof iu het bezit geweest van dezelfde familie, totdat op zekeren dag de erfenis kwam aan een klein kind en de vader op zijn sterfbed genoodzaakt was deu man van zjjn dochter Karin te verzoeken als voogd over den kleinen Inguiar op te treden. Maar Etjas was een slecht voogd voor den kleinen jongen, hij behartigde de zaken van den hof zoo slecht, dat toen hij plotseling stierf er niets voor het kind meer over was. Wel had Eljas juist den dag te voren een belangrijke som gelds van de bank gehaald, maar deze was spoorloos verdwenen. Ingmar had juist de hand van de dochter van den onderwijzer gevraagd en wilde voor zich en Gertrud buiten het boerenbedrijf een toekomst scheppen. Karin's tweede man Halvor was nu op den Ingmarhof, maar zij sloten zich aan bij de volgelingen van een prediker, Helgum, die van de gedachte uitging, dat de wereld slechts verlost kon worden door de eenheid en de opofferingen van de menschen, en zij besloten hem en zijn aanhangers te volgen naar Jeruzalem, waar irj zich wilden vestigen. De Ingmarhof kwam nu onder den hamer en alles wat van geslacht op geslacht verzameld was moest nu aan vreemden gaan toebehooren. Dat was te veel voor Ingmar, die bovendien op een stormachtigen nacht zijn vader in de wolken had gezien en vernomen had, hoe deze zijn zoon vervloekte, omdat hij den Ingmarhof niet trouw was gebleven. Hij zou dus trachten geld te krijgen en den Ingmarhof in zijn bezit te doen overgaan. De rijkste man van de omgeving Berger Sven Peterson was bereid hem te helpen, maar op een zeer lastige voorwaarde hij moest dan met zrjn dochter Barbro trouwen. Maar Gertrud opofferen, dat kon hij niet. D» dag van de auctie was echter in zicht en de oude knechten en meiden, die hun heele leven op den hot gediend hadden, waren vertwijfeld. Ingmar talmde niet langer hij nam het aanbod van Persson aan ! Op zgn trouwdag met Barbro kwam Gertrud naar den hof, zij wilde Ingmar een geschenk overhandigen; in een kussen, dat zg op de aoktie had gekoctt, had zij een groot pakket met iOOO-kroon-biljetten gevonden, de erfenis van Ingmar. Dit was het bitterste oogen blik van Ingmar's leven, maar er was geen keuze meer mogelijk. En dezen zelfden dag trok Gertrud met de volgelingen van Helgum naar het heilige Land.... Aldus de korte inhoud van het eerste gedeelte van de film „Jeruzalem", die vervaardigd is naar het beroemde werk van Selma Lagerlof en die door de Ufa in ons land geïntroduceerd is. Lars Hansson, Mona Martenson, Conradt Veidt en Jenny Hasselguiat vervullen de voornaamste rollen.
'm^wrm^m
'-
!^—
-i
T(oam Oirw(BÏÏ
ujHkmskoia
r~\eze beide dansers, die in ons land reeds gefn on*-J oekenden meer zijn, brachten in City Theater hun nieuwste creaties onder den naam Ska&ka Baiiet.waarmede zij voor kort in Duitschiand debuteerden. Het geheel is een wonder van sprookjesachTicheid. van kieur. lijn en idee. Lubon Rutkowskaja heeft een zeer zuivere techniek en een subtiele aetherische beweging. Hans Orwcll praesieert technisch ook knap werk en zijn groteske, satyrische bewegingen en standen zijn uniek. Raak, zonder de minste charge, tyoeert hij de faun. die de ranke waternymoh achtervolgt en verovert en als insect geeft hij een betooverend duet met zijn partner, van wie in haar bloemencreatie een ongekende charme uitgaat. Ook Rootvogei en Paradijsvogel. hoewei wat vaag eindigend, was oiizonder goea. Aiies tezamen genomen, is het Skaska ballet fcen der schitterendste ensembles oo het gebied van balletkunst, die ons klein tooneel dit seizoen bracht. AmM€»4MBh
PIETER
ALBERT HERFRED
.
.. ■
^
'
DE
HOOGH
—
BINNENHUISJE
r^:r-:^-'-:~-
_
^—■■'.■'
'
■ V
.
■ ■
.
■
■. '■-.'Wfti^^yMiitwiMUjpfS^^
=
(nclien gij prijs stelt
^mmmmmw.
De „tooverlantaarn" in haar nieuwsten vorm. Als vandaag den dag staat het me voor den geest, al zijn intusschen heel wat tientelien jaartjes verloopcn, met welk een vreugd we als kinderen de vertooning van de tooverlantaarn volgden, 't Was maar eenheel simpel instrumentje, dat op een stoof gezet werd, welke op haar beurt weer op 'n stoel stond, die voor dez« gelegenheid niet aan de tafel, maar d'r zich op bevond. Een kaars diende voor de belichting en als projectie geschilderde plaatjes. O, wat was 't prachtig, wanneer gekleurde plaatjes op het laken, tegen de kastdeur gehecht, verschenen. En dan die leuke gekke gezichten, waarom jfe zoo hartelijk kon lachen.
\
is direct voor het gebruik gereed en maakt water overbodig, waardoor het schuimslaan geheel vervalt.
* De tooverlantaarn heeft zich ontwikkeld. Het eenvoudige kastje, primitief in samenstelling, simpel
is volkomen Al kali vrij en anti. septisch, maakt de huid blank en elastisch, terwijl zelfs bij het ruwste weder, het gelaat na het scheren zacht en gaaf blijft. wordt liefst met de vingers ingewreven, waardoor zelfs 't geringste cream-verlies vermeden wordt.
vermijdt ieder pijnlijk gevoel en is dus geschikt voor een delicate huid.
Een groote pot bevattend EEN Kg. kost franco door het geheele land f3.—
Haagsche Zeepziederij de vingers op de baard gebracht, maakt het
„DE OOIEVAAR" Z. B1NNENSINGEL 211, DEN HAAG POSTCMEOUE No. 63187
haar zoo zacht, dat het scheren geen pijn veroorzaakt*
Cfeen. öesmßCCuias êesfTZj&étcnqi aeoaat rrveefK^een
M
^ «>N ^
^
in resultaat, is geworden tot een volmaakt instrument, dat dingen bereikt, waarvan men oorspronkelijk niet heeft durven droomen. Daarvan hebben wij voor enkele weken de meest doorslaande bewijzen gezien. „Het Nederlandsch Fototechnisch Bureau" Capi heeft in den loop der maand Februari in de voornaamste steden van ons land zeer belangrijke demonstraties georganiseerd, welke een beeld geven van den huldigen stand, waarop de projectietechniek (stilstaande, zoowel als kino-projectie) zich bevindt. Met andere woorden, deze beeren en speciaal de technische leider van bovengenoemd bureau, de heer G. H. A. Ivens, heeft met deze demonstraties de aandacht van belanghebbenden en belangstellenden in de projectietechniek, gevestigd op de ontwikkeling van.... de tooverlantaarn. *** Een van de meest verrassende dingen hierbij was de vertooning van beelden, waarbij ondoorzichtige voorwerpen, platen e.d., werden gebruikt. Met een vreemd woord wordt dit de episcopische projectie genoemd. Dus geen lantaarnplaatjes meer, geen met moeite doorzichtig beschilderde ruitjes,
■
■:.
■
,
,
elkaar, in en uit elkaar lieten schitteren. Doch dat was maar prutsen vergeleken met de kinoprojectie van tegenwoordig.
Uit het nieuwe Turkije
v
De .fez" van »roeger is thans bijkans geheel verdreven en heeft olaats gemaakt voor ameer „rnoderne" hoed of pet.
zoo als vroeger, allemaal dingen, die men met een ander vreemd woord ,,dia" beelden noemt, doch elk origineel kan dienen voor het tooverlantaarnapparaat van heden. Is dat niet pfachtig ? ***
Bij alle Coiffeurs verkrijgbaar of direct na toezending van postwissel
Een dunne laag, met
.....lw,_..^
Eillijili
op een hygiënische en vlugge wijze van inzeepen, gebruik dan
spaart door zijn volkomen zuivere alkali-vrije samenstelling het scheermes of apparaat en houdt dit veel langer scherp dan bij gebruik van de bijtende scheerzeep.
m*~***.
Het voert' te ver, hier in een kort bestek een opsomming te geven van de verschillende apparaten, die gedemonstreerd werden. In het brandpunt der belangstelling der zeer vele bezoekers, stonden hoofdzakelijk een apparaat, waarmee episcopische beelden konden worden bereikt en verder een ander
toestel, waarbij men slechts met één handbeweging kon overgaan van diaprojectie tot ipiscopische projectie.
Doch nog een andere vooruitgang vertoont de tooverlantaarn van de tijden mijner jeugd. Het is mogelijk om er bewegende beelden mee op het witte doek te tooveren. Ik weet wel, dat dit eertijds ook doenbaar was, dat onze vader, onze ooms en onze oudere broers bij de tooverlantaarn-beeldjes aan een ijzerdraadje peuterden en dan allemaal mooie kleurtjes door
Voorbereidingen voor het Paaschfeest Prachtige paascheieren, welke met allerlei lekkers worden gevuia.
* Wanneer wij dat woord kino hooren, ,dan denken we natuurlijk direct aan de bioscoop. Doch geloof niet, dat het altijd noodig is groote gebouwen, met cabines en reusachtige schermen ter beschikking te hebben voor een projectie van bewegende beelden ofdewel films. * Er is op dit gebied heel wat nieuws gevonden, zelfs een bioscoop-toestel in den vorm van een handkoffer, dat aan elke gewone electrische lichtleiding onmiddellijk kan worden aangesloten. Een groot voordeel van dit apparaat is, dat het gebruik van een cabine daarbij niet noodzakelijk is, doordat het geheele toestel zelf, als het ware in een kleine cabine is ingebouwd. Men kan dus zonder meer in iedere lokaliteit kino-films ermee projecteeren, zonder dat hinderlijke trillingen of flikkeringen het genot verstoren.
Een uitermate belangrijk iets bij de projectie is de lichtbron, welke gebruikt wordt. Wanneer we weer aan het vergelijken gaan en 't kaarsje van vroeger (Verkadelichtjes waren er toen zelfs ook nog nietl) vergelijkt met de electrische lamp van tegenwoordig, dan kan men begrijpen direct zonder -veel gepeins, tot wat voor een vooruitgang men is gekomen. Onder de tucstellen, die de heer Ivens liet zien, was er een, met een speciale gloeilamp van ruim loco kaars-sterkte en deze gaf thans driemaal meer nuttig effect dan vroeger, toen het bedoelde apparaat minder profijtelijk kon' worden gebruikt. * De tooverlantaarn is tegenwoordig niet alleen een toes.tel tot vermaak van groote en kleine kinderen. De projectie-lantaarn is een onmisbaar apparaat geworden bij onderwijs en studie. Daarom wees ik met genoegen op deze ontwikkeling en op de pogingen van den heer Ivens, om duidelijk te maken tot hoever wetenschap en techniek op dit gebied zijn gekomen. M, E, R CURIUS.
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
^^^"
——^—^—1^^^»
^~—^—
"
De schilder van menschenleed: Maurice Mlnko"wski Onlangs bevatten de dagbladen uitvoerige berichten over een jongen schilder, wiens werk in Antwerpen grooten opgang maakte. Naar aanleiding van deze mededeelingen hebben wij den heer Abraham te Antwerpen verzocht ons het een en ander over den schilder Minkowski en zijn werk, met afbeeldingen daarvan, te willen zenden, waaraan hij tot ons genoegen wel heeft willen voldoen. Maurice Minkowski is een schilder met een wereldfaam, doch wiens roem nog niet tot Nederland is doorgedrongen. Dit is des te betreurenswaardiger, omdat wij hier te doen hebben met een van God begenadigd kunstenaar. Hij werd in 1881 te Warschau geboren, en toen hij drie jaar oud was werd hem door een ongeluk — hij werd door een kar overreden — de spraak en het g>eh#or ontnomen. Dit belette niet, dat de bijzondere gaven, waarmede de natuur hem bedeeld had, zich baan braken, en het duurde niet lang of zijn omgeving was ervan overtuigd, dat de kleine Maurice werkelijk een wonderkind was. De groote verwachtingen, die 'men op zijn talenten gebouwd had, werden spoedig verwezenlijkt, en de knaap was nauwelijks elf jaar oud, toen hij het portret van den gouverneur van Warschau schilderde, dat de algemeene aandacht trok. Zijn studiën voltooide Minkowski aan de academie van zijn geboortestad. Allerlei onderwerpen werden door zijn vaardige schildershanden uitgebeeld, doch zijn ware roeping voelde hij in zich wakker worden, toen de gruwelijke pogroms dood en ellende zaai-
den onder zijn russische godsdienst- en rasgenooten. Hij, die zich nooit in joodsche milieus bewogen had, die zelfs gedacht had, dat geen band hem hechtte aan zijn volk, en die in zijn jeugdjaren een voorvechter was geweest van assimilatie, aangezien hij daar-
De electrlsche ,.GIds voor Rotterdam" op het Beursplein In het midden bevindt zich een grooie olattegrono van Rotterdam, terwijl aan weerszijden iijsten mei straatnamen, waarachter nummers, znn aangebraent Door nu oo een van de contactknoppen te drukken kan men op oc kaart nauwkeuna zien waar de straat die men zoekt, zich bevindt en hoe groot de afstand vanaf'het Beurspiein is. terwijl eveneens wordt aangegeven met welke tramlijn men de straat kan bereiken.
van de oplossing van 't jodenvraagstuk verwachtte, voelde als een openbaring, dat hij één was met hen, die alleen om hun godsdienstige overtuiging verjaagd en vermoord werden. Hun smart was zijn smart, Au« leed zijn leed. Hij hoorde hun kreten niet, hij kon zijn ontzetting niet uitschreeuwen, doch heel diep in zijn ziel doorvoelde hij de ellende, de onverdiende ellende, die over zijn volk gekomen was. De ramp, die het nooit rustende Israël getroffen had, inspireerde zijn kunstenaarspenseel, en zonder overdrijving mag gezegd, dat Minkowski de vertolker is van het leed, dat de Joden sinds eeuwen en eeuwen vervolgt, en dat zijn schilderijen een schreeuwende getuigenis zijn van het onrecht, dat aan hen is aangedaan. Zijn werken zijn met het hart geschilderd. Al zijn stukken getuigen van diep gevoel en als het ware van een vasten wil de gewaarwordingen van zijn personen op den toeschouwer over te brengen.. Wanneer ge een verzameling van jfljn schilderijen bekijkt, dan is het of de smart u langs alle kanten bespringt, of het leed rondom u een schrille aanklacht is tegen de misdadige menschheid. O, er zijn sommige stukken die ge nooit, nooit vergeet, die u bijblijven als een eeuwige waarschuwing tegen de ellendige maatschappelijke toestanden die thans nog bestaan. Bekijkt eens zijn „In de rij voor brood". Dit is een stuk
Herdenking van het 125-iarl8 bestaan van het Natuurkundig Genootschap te Groningen
Herdenkingsavona
in ae Hamburger^aal
Demonstratie nieuw reddlngskanon te Schevenlngen Paaschveetentoonstelllns te Eist Een overzicht.
Door de noliandsche Industrie- en Handel Mij. wera op net strana bij Schevenmgen een demonstratie gegeven van schieten met een nieuw reddin^skanon voor de Noord- en Zuidholiandsche Reddingsmij. Up onze foto ziet men hoe de reodingslijn, die door het kanon wordt afgeschoten, in gereedheid wordt gebracht.
Feestelllke bileenkomst Ned. Vereen, van SpoOr- en Tramwegpersoneel ter gelegenheid van het feit dat de groote Congres en Schouwburgzaal in het Spoorweghuis te Utrecht onder ae kan kwam. De heer P Moltmaker spreekt de openingsrede.
De stille omgang te Amsterdam De deelnemers passeeren het Bagijnerhof
3os. Orelio
ligr. van Roey de nieuwe aartsbisschop van Mechelen, die in de oiaats van wijlen kardinaal Mercier werd benoemd,
Muurschildering in het gebouw v. d. amsterdamscheh geneesk.dienst door den Icunstschilder Jan Gregoire.
De toestand van Jos. Orelio, die lü A- 'na.' 72 jaar wordt, is bedenkelijk. Hi| li' . r- JS sedert geruimen tijd aan su ».e' ek'c.
wmmmm?.
■
menschelijke smart, die diep in de ziel grijpt. De droeve, zachte, berustende blikken der kinderen, die vragend voor zich uitstaren, de havelooze kleeren, de ordelooze haren, het rusten d' een tegen d' ander als zochten zij onderling steun, — dit alles teckent zoo waar en zoo echt het onuitsprekelijke leed, dier door het lot geslagenen; dat een krop u in de keel komt en dat tranen unaar de oogen wellen. Beziet zijn „Verlaten weezen" en ook ^.Het ontbijt". Over welk groot hart moet de kunstenaar beschikken,
die zulk een werk geschapen heeft. Haast zou men denken, dat in „Het Ontbijt" bittere ironie verborgen is. Deze door honger geteisterde kinderen hebben niets te eten, moeten afwachten of een of andere barmhartige zich over hen ontfermen zal, en er is dus feitelijk geen sprake van een ontbijt. Misschien zal de dag hun niets brengen, en zullen zij zonder eten den donkeren nacht ingaan. En dan, — laat uw blikken varen over Minkowski's „Op de Oekrainische weiden". Een
uitbeelding van een stukje pogrom-ellende. Kijkt naar de ontzetting op aller gelaat, naar de jonge vrouw in het midden, die biddend de- handen vouwt, naar de berustende en begrijpende blikken van den grijsaard, naar de moeder, die haar jonge kind in de armen klemt, en ge zult tot de erkenning komen, dat een meester dit tafereel i7an menschelijke smart geschapen heeft. Ongetwijfeld: Maurice Minkowski is niet alleen een schilder bij Gods genade, maar hij is tevens een groot en een goed
l«
V'. I:-W,- ■^-
w
mensch. Nederland zal weldra gelegenheid krijgen met de werken van dezen kunstenaar kennis te maken. Hij heeft n.1. het voornemen in de komende maan(|en een tentoonstelling van zijn werken te houden in Amsterdam en Den Haag, en wij zijn ervan overtuigd, dat hij ook in Nederland, dat immers een wereldnaam heeft op kunstgebied, de bewondering zal vinden, waarop hij uit hoofde van zijn geniale gaven ten volle recht heeft. D. P. ABRAHAM. Antwerpen.
„Als je blieft, wil je dit aan mr. Lee geven ? Met de complimenten van mevrouw Jones." Met een onvriendelijk „]a wel", nam de werkvrouw het in een blauw met witgeblokten handdoek geknoopte schaaltje aan en slofte er mee naar de studeerkamer. „Daar!" zei ze, het op tafel zettend, zoodat een verdacht gekraak gehoord werd. „Dit stuurt dat malle schepsel van Jones weer. De hond lustte het zeker niet meer." „Martha, Martha! Wanneer zullen jouw verstokte gedachten eens veranderen? Wees maar blij, dat je al weer geen eten hoeft te koken." Martha stond met de handen op de heupen toe te zien, hoe de oude heer den doek losknoopte en toen een groote schaal met kool op de tafel zette. v „Blijl barstte ze los. „Blij? Moet je daar blij mee zijn, met een schotel overgeschoten eten ? Neen meneer, huilen moest je er om, dat ze je dat durven sturen. Maar u bent veel te goed, dat is de heele kwestie, U kleedt je uit voor d^ menschen en ze geven je tot dank een hongerloon, waar een werk;nan zijn neus voor op zou trekken. En u speelt maar dankje meneer, telkens als ze je een overschotje sturen, terwijl ze een flinken schop verdienen!" Buiten adem zweeg ze, van woede niet meer in staat een woord uit te brengen. Met bevende handen pakte de oude man den schotel op en hield hem de verontwaardigde vrouw voor. „Ach, t»e Martha", zijn stem klonk smeekend als van een bedroefd kind, „warm het maar op, we hebben toch niet veel noodig." Het gaat mij wel aan mijn hart, dat ik jou nooit eens iets extra's kan geven, ik wilde dat ze er eens een flink stuk vleesch bij gaven." „Adv Wat, zwijg daarover," Ruw greep ze hem den schotel uit de handen, maar in de gang duwde ze haar schortepunten in haar oogen. „Die ellendelingen", siste ze. „Om zoo'n onschuldigen tobbert zoo te plukken en uit te zuigen." Sinds jaren was David Lee predikant aan de St. Marcuskerk, in het provinciestadje Dedham. Met liefde en toewijding deed hij zijn werk temidden der weinig toeschietelijke bevolking, die critick uitoefende op al zijn daden. Hij was arm en zijn salaris van f 800 per jaar, was nu juist niet berekend om hem overmoedig van weelde te maken, maar niemand die in nood zat en hem om raad en hulp vroeg, ging ongetroost van hem weg. Meermalen ge beurde het, dat hij geen warm
HET ACADEMI5CH ZIEKENHUIS TE QRONINOEN
Dhr. Mr. E. Tjarda v. Starkenborger Eerste voomuer van de commissie van beheer.
Eigenlijk heet 't tegenwoordig: Algemeen Provinciaal-, Stads- en Academisch Ziekenhuis te Groningen. Wij, Nederlanders, zijn niet bang voor het geven van een langen naam aan een instelling tot nut van 't algemeen. Maar deze benaming is dan ook volledig, en karakteriseerend voor de ten gunste van de ziekenverpleging verkregen samenwerking tusschen Rijk, Provincie en Gemeente. Zaterdag den i3en Maart was het juist een kwarteeuw geleden, dat in het stadhuis te Groningen de gemengde Commissie van Beheer over dit Ziekenhuis werd geïnstalleerd door den toenmaligen voorzitter, jhr. mr. dr. E. Tjarda van Starkenborgh, die destijds burgemeester was van de noordelijke hoofds.tad. Als secretaris trad op mr. B. ten Bruggen Cate, die het Curatorium der Universiteit vertegenwoordigt en nog heden ten dage deze functie bekleedt.
Het is intusschen niet juist, wannoer men zegt, dat dit ziekenhuis thans 25 jaren bestaat. De opening dateert van 29 Mei 1903. Reeds in October 1 898 is men begonnen met den bouw van dit groote ziekenhuis naar het ontwerp van den rijksbouwmeester J. J. van Niéukerken te Den Haag, die a overleg te hebben gepleegd met de klinische hoogleeraren, een omvangrijke studiereis voor dit doel had gemaakt. Algemeen prijst men de wijze, waarop de verschillende gebouwen over het terrein zijn verdeeld (paviljoen-sysitcem). De eerste geneesheer-directeur van dit ziekenhuis, wijlen dr. van Eijsselsteijn, aarzelde ^niet te ver-
"klaren, dat er bij de opening van dit gebouwen-complex nergens ter wereld een beter gebouwd academisch ziekenhuis bestond. Sindsdien'is het nog weer aanmerkelijk uitgebreid. De kliniek voor psychiatrie en neurologie, eenige jaren geleden •bijgebouwd en de dermatolo gische kliniek (voor huid- en geslachtsziekten) hebben den omvang van het geheel belangrijk doen toenemen. Van de laatste jaren dateert een terrein-uitbreiding, welke tot stond is gekomen door een gelukkige samenwerking van Rijk, Provincie en gemeente. Juist thans, nu dit stadsdeel mede dientengevolge een radicalen ommekeer ondergaat, valt in nog
Provinciaal academisch ziekenhuis te Groningen
DANK ü
Mr. B. ten Bruggen Cate Secretaris der commissie van beheer.
meerdere mate dan vroeger de aandacht op het „ziekenhuisc or ' P"> gelijk men de collectie gebouwen aan den Oostersingel te Groningen pleegt te noemen. De kosten van den bouw en de eerste inrichting hebben oorspronkelijk f 1.980.000 bedragen. Dit betrekkelijk lage totaal voor zulk een veelomvattend en uitstekend geoutilleerd ziekenhuis is de laatste jaren nogal eens in herinnering gebracht, in verband met de veel gecritiseerde bouwkosten van het nieuwe academisch ziekenhuis te Leiden. Ook al houdt men rekening met de veranderde prijzen van voor en na den oorlog, springt in het oog, dat de kostfen van het groningsche ziekenhuis buitengewoon goedkoop zijn geweest. Goedkoop — en toch voortreffelijk is het gebouwen-complex uit den grond getooverd, dat een bezienswaardigheid is geworden van de stad, een kostelijk bezit voor het gehecle noorden des lands. A. V. W.
1
"-
VARIÉTÉ EN CIRCUS, DOOR LUIGI Dl FRAÊN NOISSETS AUTORENNEN IN DE LUCHT. Fertig ! . . . . eenige angstige seconden van stilte. „Go!".... suizend komen de beide zware wagens de hellende baan afgestormd,... een luid opgillen van het publiek...- twee elkander snel opvolgende slagen .... en dan liet donderende applaus van de toeschouwers, blij, dat het voor de zóóveelste maal weer eens goed is afgeloopen. Dat is in het kort de attractie van Noisset. Het heele nummer duurt drie tot vier seconden en slechts weinigen van de duizenden die lederen avond deze twee waaghalzen komen zien, kunnen begriipen dat deze paar seconden een héélen dag van zwaar werken als voorbereiding noodig hebben. Dat de baan lederen morgen zuiver gesteld en nagemeten moet worden; dat de zware ijzeren wagens 's middags gedemonteerd en gesmeerd en dan met groote moeite en onder voortdurende controle langzaam de rails worden opgeduwd .... Dat Noisset meer dan drie wagons onderdeden en bagage moet mee voeren en in iedere stad extra voor de politie-autoriteiten zijn waaghalzig experiment moet demonstreeren, terwijl hij nooit van te voren weet, of hij wel de goedkeuring krijgt en zijn engagement, zoolang het goed gaat, mag afwerken ! Dat „zoolang het goed gaat" moet namelijk óók nog in ieder contract speciaal worden vermeld. Botsten niet in Wien de twee auto's in de lucht tegen elkaar, zoodat de inzittenden maandenlang in het ziekenhuis doorbrachten, zonder te weten of ze nog ooit zouden kunnen loopen? En verloren ze niet in Bremen een hunner compagnons, doordat hij niet op tijd zijn wagen de „Schwung'' naar voren gaf, en hij. met wagen en al in de lucht een salto maakte en voorover in het orkest stortte! Dood! Want ook een waaghals als de „Noissets" kan doodvallen! Het publiek zegt: „jammer dat het vandaag niet zoo lukte' Wat heeft het publiek er ook mee te maken, of er een stumperd op krukken, een hersenschudding, een doode meer is? lederen avond in mijn garderobe hoor ik den zwaren slag, en weet dat de wagens op het tooneel zijn neergekomen . . . eenige minuten later verschijnt Noisset, die mij komt mededeelen dat „es wieder gut" gegaan is, „tadellos, herrjich I' Een hcél gewone jongen, die „Noisset", die er niets van weten wil dat het zoo iets bijzonders is, die hellende baan af te schieten, dan vrij in de lucht omhoog gesmeten te worden, en den wagen van zijn Partnerin, ook vrij in de lucht, onder zich door te laten gaan, orn dan met een dreunenden slag op de vangbaan naar beneden te komen . . . „Het is nu eenmaal mijn vak !" Dat zijn Partnerin, meisje van hoogstens achttien, lederen avond lijkbleek, eerst in de garderobe moet uithuilen : dat den eersten dag hier jn Düsseldorf de vangbaan doorbrak, en hij wonder boven wonder nog in het voetlicht bleef hangen es ist eben mein Beruf !" „Weisst Du.., ik heb alweer een veel beter nummer in mijn hoofd, . . ik laat mij uit den circuskoepel naar beneden vallen in een net van een meter in het vierkant . . . dan heb ik tenminste die groote bagage niet meer noodig ! Mijn familie had ook haast geen bagage.-, balanceerden op 20 M. hooge bamboestokken , . . tot de stok brak, in Madrid . . . allemaal dood, vijf man • . De levensgevaarlijke sensatie... doodensprong. Noissets autorennen in de lucht ! . - , „zal wel niet zoo gewaarliik zijn zegt juffrouw ,',niks-an" . . . „voor vijftig Mark durf ik het ook wel" meent Meneer „kantoorheld" ... Geen „Mijnheer", die Noisset. „gewone longen",., en tóch: zoo j buitengewoon !"
Het nederlandsch marine trio Een '.nummer" dat in onze theaters oo 't oogenblik veei opgang maakt is dat van het „Nederlandsch marine.trio". Deze drie hóllandets geven met hun kostbare harmonica's een keur van klassieke en moderne composities weer, die zells een op muzikaal gebied ver wenden toehoorder de meest aangename uren bezorgen.
irgyHEwwawwawSw
^^
r-—7——^
eten had, maar zich tevreden moest stellen met brood en geitenmelk. Maar sinds Martha zich daarover eens had uitgelaten tegen de kerkeraadsleden, stuurden zij hem in hun edelmoedigheid alle overgeschoten kliekjes, die hij, zonder zich te ergeren, dankbaar aanvaardde. Dit verdroot Martha zoo, dat zij niet nalaten kon, er af en toe eens geducht over uit te varen. Maar zooals ze zelf tegen Andy den tuinjongen, ook een protégé van Lee, zei: „het was boter aan de galg gesmeerd." De oude man was veel te goed en wou het kwaad in een ander niet zien". Nauwelijks had Martha de gesmade kool op het vuur gezet, toen de dominé met een geopenden brief in de hand en een raadselachtige uitdrukking op zijn gezicht, de keuken binncnslofte. „Hcere, meneer, wat scheelt er aan? Hier ga zitten". Bezorgd duwde zij hem in haar rieten leunstoel en ging met de armen gekruist voor hem staan. „Martha, ik kreeg daar juist een brief iiit Parijs van mijn nichtje, het eenige kind van mijn broer, je weet wel, die voor vier jaar geleden gestorven is. Nu haar moeder is ook gestorven en daar ze niemand anders op de wereld heeft, vraagt ze of ze hier kan komen. Ze is zeventien jaar". Het was vermakelijk de uitdrukking van Martha's gelaat te zien toen de dominé uitgesproken had. Een schoolmeester kon niet barscher naar zijn onwilligen leerling gekeken hebben, dan Martha naar haar meester. Eindelijk opende ze haar mond. „Wel ja, laat die jonge dame maar hier komen, ik zal morgen de stad vast doorgaan om te vragen of ze in het vervolg wat meer afval sturen, want dat we een logee krijgen". Verslagen staarde de predikant in het vuur, toen kwam het haperend over zijn lippen: „Ik zou zelf misschien nog wel ergens op kunnen bezuinigen". „Ha!" lachte Martha schamper. ,Ja u zoudt een van uw nieuwe zwarte costuums in den lommerd kunnen brengen, maar dan zult u Zondag in uw over-
,...•,
'
.
■■
,
,
■
jas op den preekstoel moeten staan" Eensklaps sprong dominé met ongewone veerkracht op. „Toch moet zij hier komen, Martha I Als ik er aan denk, zoo'n jong schepseltje, in een groote verderfelijke stad als Parijs is. Neen, het kost wat het wil, zij moet hier komen". 25-laris bestaan van de Vrijzinnig Democratische Bond Het bestuur hield in het gebouw voor den werkenden stand een druk bezochte receotie.
Mathijs Diepeveen uit Veenendaal die 18 Maart zijn lOlen verjaardag vierde. Hij is de oudste inwoner van Veenendaal. Zijn gezondheidstoestand is echter achteruitgaande. ■•rfr"
Met nieuwe gebouw en terrein van de Loosduinsche Qroentenveiilng ■
Het s.s. „Vechtstroom" van de Hoii- Stoomboot Mii. is in aanvaring geweest met de .Ariadne" van de K.N.S.M. Een foto van de »Vechtstroom" die zwaar beschadigd werd.
Proeven met een nieuw brandbtuschprocédé te Rotterdam Ben va: van 1200 L innoud g vu i met benzine werd aangestoken na H/j minuut was het met du scnuimmiqdei gebluscht
De inpoldering van den Blesbosch
G. Gonggrijp De heer G. Gonggrijp is benoemd tot lector in de reke wetenschap aan de Handelshoogeschooi te Rotterdam
•
De neer Zaaloerg steekt de eerste soade voor oe inooldering van den Biesbosch. Naast hem links de ourgemeéster van Dordrecht, P L. de Gaay Fortman,
Brand bl) de firma Stokvis te Rotterdam
Met een vervaarlijk getik ratelden de breipennen van mevrouw Jones en de tong van mevrouw Jones ratelde op de maat mee. Mevrouw Jones was presidente van het naaikransje St. Marcus, waar voor arme gezinnen genaaid en gebreid en waar van de gansche bevolking der stad Dedham, de doopceelen gelicht werden. Het was wonderlijk hoe volkomen de damesleden met de verschillende aangelegenheden van hun stadgenooten op de hoogte waren en onverschillig, 't zij dat iemand een nieuwen melkkan of een stofzuiger gekocht had, de vereeniging besprak de zaken en becritiseerde ze en daar de dames rappe tongen hadden, terwijl er bovendien meestal door twee of drie tegelijk gesproken werd, was het er altijd nog al levendig. Maar dezen middag had de stemming iets buskruitachtigs. Geen wonder. De predikant David Lee, had zonder iemand daar iets van te vertellen, een nichtje bij zich in huis genomen. Wel foei! Hoe durfde hij. Ja en wat voor een nichtje. O, het was ontzettend. Alle dames sloegen de oogen neer als zij dachten aan het korte rokje en het bloote halsje. En dan haar kapsel. In plaats van het haar netjes gescheiden en opgestoken, hing het in korte wilde krullen onl haar hoofd. Maar het toppunt van onbetamelijkheid was wat mevrouw Jones van haar vertelde. Deze dame had gezien, dat het meisje rookte. Vreeselijk! Ontzettend 1 Er ging een rilling van afschuw door de verzamelde dames. Het was een schande voor de stad. Miss Ford, de jongste liefdadige dame, wier jeugdig figuurtje verwonderlijk veel overeenkomst vertoonde met 'n ietwat vooroverstaanden telefoonpaal, zuchtte vertwijfeld: „Wie bewijst dat het zijn nichtje is ? Het kan net zoo goed een " Maar een gestrenge blik van mevrouw Jones legde haar het zwijgen op. Mevrouw Jones vertelde verwoed verder breiend: „Ik heb er eens met mijn man over gesproken en met verschillende andere kerkeraadsleden en ze vinden ook, dat hij. nu zijn ontslag maar moet nemen, al meer dan veertig jaar staat hij hier, hij nioest uit zich zelf zoo wijs zijn om zijn plaats aan een jongere te geven. Me
Mussolini spreekt Bovenstaande interessante foto's geven «el tynisch een kijk op oen man. die nu reeds zoolang zijn gezag wist te handhaven. Men bestudeere op onze foto met alleen zijn gezicnt, maar ook dat der omstanders.
neef zou hier graag komen, maar zoolang als deze niet weggaat .... Hij wordt nu toch a) zoo oud en ... ." „Hij praat zoo zacht", vulde mevrouw Smith aan. „Zijn preken zijn haast allemaal hetzelfde," vond mevrouw Brown. „Ja en hij ziet er den laatsten tijd zoo schunnig uit," merkte mevrouw Gold op. „Dan klaagt hij nog dat zijn salaris zoo klein is en hij neemt zoo'n madame in huis", lispelde miss James. Plotseling schoot de schelle stem van miss Ford weer uit: „Hebben de dames wel opgemerkt, dat Kenneth Jamieson nu zoo dikwijls bij David Lee komt ? We mogen zijn vader wel waarschuwen, voordat die verleidster hem heelemaal ingepalmd heeft". Natuurlijk bevestigden de dames dat het hun ook opgevallen was en na eenig heen
en weergepraat, was men het er over eens dat de oude heer Jamieson van de fa. Jamieson en Zoon te New-York gewaarschuwd moest worden. Tevens besloten de dames nog eens met hun respectieve cchtgenooten over de kwestie te spreken en hen te wijzen op de noodzakelijke verwijdering van David Lee. Het was op een namiddag, ongeveer een week nadat de naaikrans bijeen geweest was, dat een groote limousine voor de vervallen pastorie stil hield en een deftig gekleed heer uitstapte. Met verbazing keek hij naar bet wrakke, in lang niet geschilderde gebouw en vroeg met een eenigszins ongeloovig gezicht aan. een tuinjongen, of hier de predikant van de St. Marcuskerk woonde. „Jawel mijnheer, dominé is thuis, loopt u maar naar boven, de deur staat open, want de
De glimlach Mile Hansi Ainelis. die ook in ons land als zangeres bekend is, bezit de gelukkige gave van den geestigen iach. Welk een charme daarvan uitgaat, bewijst onze foto meer dan vele woorden.
werkster is aan 't boodschappen doen en de juffrouw is bij dominé op de kamer". „Wat is dominé voor een man en wat is dat voor een juffrouw die bij hem is ?" vroeg de heer nieuwsgierig. Gemakkelijk leunend op zijn schop, vertelde de praatgrage jongen: „Dominé is de beste man die er op d« wereld bestaat meneer. Ik was vroeger een dronken zwerver, maar hij heeft me in huis genomen en mijn eigen vader had niet beter voor me kunnen zijn. Maar de lui hier in' de stad deugen niet meneer; ze geven hem een hongerloontje en ze tergen hem op alle manieren, want ze willen hem weg hebben, hij wordt te oud. En de juffrouw, wel dat is het mooiste poppetje dat er bestaat; een arm nichtje, waar hij nu ook voor moet zorgen". De heer drukte den jongen een gulden in de hand en liep met groote stappen het huis in en de trap op, toen stemmengerucht achter een der deuren vernemend, tikte hij aan en trad binnen. In een verschoten kamerjapon zat David Lee achter zijn schrijftafel, terwijl een jong meisje in de vensterbank zittend, zich vermaakte met een klein wit poesje, dat speelde met de linten van haar jurk. Het meisje keek even op, maar gewend dat iedereen de studeerkamer van haar oom zoo maar binnenkwam, hervatte ze haar spel. Maar David Lee was opgesprongen en keek verbaasd naar zijn deftigen bezoeker. „De predikant van St. Marcus?" De dominé boog. „Mijn naam is Jamieson. Harold Jamieson uit NewYork." Een donkerroode gloed van aandoening kleurde de bleeke wangen van den predikant. „Ik merk, dat de tijden mij meer veranderd hebben dan jou, Harold.' Herinner je je academievriend David Lee niet meer? Harold Jamieson sprong op. „Wat, is het mogelijk ? David Lee, mijn beste vriend I Ja, nu zie ik het, nog dezelfde trekken, enkel wat meer rimpels. Wat ben ik blij je weer te zien." Ontroerd drukten de beide mannen elkaar de hand. Op haar teenen verliet het meisje de kamer. „Maar wat voerde je hier heen, Harold" ? vroeg de predikant, na een weinig van zijn ontroering bekomen te zijn. Een schaduw gleed over de vergenoegde trekken van Jamieson. „Och, ik kwam hier voor een heele vervelende zaak", zei hij verlegen. „Eenige dagen geleden ontving ik een brief van een zekere mevrouw Jones, die mij schreef, dat mijn zoon zoo
» ,
0 druk omging met een meisje, Inn, van.... verdachte zidrn i-:. dat meisje zou nota bene bij jou in huis zijn." De predikant zat verslagen, toen biggelden twee gruote tranen over zijn wangen. ,,Harold", zei hij zachtjes, ik muet je wat vertellen. Ze willen mij hier weg hebben, ik voel het nu duidelijk. En ik zal gaan ook, Ciod alleen weet wat het mij. kost om van hier te gaan. Meer dan veertig jaar ben ik hier geweest. Maar nu moet ik weg. Van f 600 per jaar kunnen geen twee menschen leven" ..Wat zeg je ?" viel Jamieson hem in de reden, ,,f 600 moet je daarvan bestaan? Maar m'n Een plechtigheid in de Bijenkorf te Amsterdam Üeve man, zijn ze hier dan n^u .;■■ h«-en Isaacs, Meyer en Goudsmit werd namens het geheele oersoneel een plaque',;? aan ^.-jj».-!. vervaa-diqd a.ior der. haarlernschen beeidhoüwcr v d. Eynde. De plaque": allemaal gek ?" •■en a' retse' van d:».'Y.-lk» g-.'aa-s' :■■ n der hootdingana van '■. n-euwe gebou'*', Den Hü _, ,.Het was f 800, maar gisteren in de kerkeraadsvergadezware koperen sloten versierde meer moeten dreigen met de ring is er besloten het salaris bijbels, toen dominé Lee het verdoemenis en de hel. met f 200 te verlagen, daar kleine vriendelijke kerkje zacht Wat zonneschijn gleed door een oude man zooveel niet schuifelend binnenkwam. zijn grijze haar, even stond hij noodig heeft. Als ik nu alleen Nog ééns wilde hij de kerk in een lichtgloed, toen daalde u-as, dan zou het nog welgaan, doorgaan, nog eenmaal elk de zon, de kerk in zachte maar ik moet voor Diana zorhoekje, dat hem liefgeworden schemering latend. Een oogengen. En nu beginnen ze haar was, zien, nog eenmaal staan blik stond de gestalte nog roereer ook al fe bekladden. op den preekstoel waar vanaf loos op den preekstoel, dan Eigenlijk ben ik daar de schuld hij langer dan veertig jaar ging hij aarzelend naar het van. ik vroeg Kenneth dikwijls liefde en verdraagzaamheid getrapje. Op de bovenste tree bij mij, omdat hij hier vreemd predikt had. zag hij nog eens om, toen klonk in de stad was en ik het heerMet omfloerste oogen keek er een snik en met een: „Ik lijk vond den zoon van een hij rond in het leege schip kan hier niet vandaan", viel oud vriend wat hartelijkheid te der kerk, liefkoozend gleden hij neer. bewijzen." zijn magere vingers over het Boek, waaruit hi} altijd de Als een briesende leeuw De laatste zonnestralen scheblijde dingen gezocht had. stond Haróld Janieson in de nen door de met gewijde tafeEven g'ng het door zijn sacristie, voor de aldaar aanreelen beschilderde ramen, verbrein, dat hij. wellicht te zacht wezige kerkeraadsleden. guldden het oude eikenhout der voor zijn gemeente geweest ..Zoo, mijne heeren, dachten banken en gleden over de mcf was, misschien had 'hij wat jullie dat het zoo maar weer ■■
■
ging hé ? Mag de dominé wel blijven! Erg vriendelijk hoor. 't Is dan ook een salaris om van te watertanden en dan wat er nog allemaal bijkomt, zooals de diners die uw bezorgde echtgenooten zoo vriendelijk zijn om te laten bezorgen. Het is anders wel toevallig, dat de belangstelling zoo groot werd, toen bekend was, dat de „schatrijke" Jamieson een vriend van Lee bleek te zij.n. Nu kan dominé wel blijven en hij zal blijven ook, het zou den ouden man zijn dood zijn als hij hier vandaan moest, hoewel ik mij niet kan begrijpen, wat hem hier bindt. Maar bet zal op eenigszins andere voorwaarden zijn, dan gij denkt, mijne heeren. Ik zal deze kerk begiftigen met f 100.000, op voorwaarde dat het salaris van den predikant verdriedubbeld wordt en dat jullie hem een voor een uw excuses g;aat aanbieden." Hij wachtte niet om de uitwerking zijner woorden gade te slaan, maar begaf zich met opgericht hoofd naar de pastorie en wuifde naar David Lee, die angstig wachtend voor het raam stond. „Het is in orde, ze willen je met alle geweld hier houden, straks komen ze zelf om het je te vragen en ik zou maar ja zeggen. Je salaris zullen ze ook verhoogen, ik denk anders dat je het nu best met f 600 had kunnen redden, want als ik me niet vergis, loopt daar die slechte nicht van je, gearmd rni-t mijn zoon. Nu, mijn zegen krijgen ze."
Welke eenjarige zaaibloemen zal ik dezen zomer planten? Deze vraag, die door menigen liefhebber geuit wordt, zal ik trachten zoo goed en practisch mogelijk te beantwoorden. Alvorens tot de behandeling van de planten zelf over te gaan, zal ik eerst eenige algemeenheden bespreken. Men kan de éénjarige bloemen verdeelen in twee groofe groepen, n.1. ö, die buiten gezaaid kunnen worden en h. die in den bak gezaaid kun^ nen worden. Zoodra de grond in Maart goed is voor bewerking en niet meer al t<' vochtig, kan men n eds beginnen, toch is het 't beste om tot April te wachten. Voor dat nun begint te zaaien spit men den grond goed los, daarna wordt hij gelijk en fi)n geharkt. Naarmate het zaad fijner i.-., zal de grond ook fijner moeten zijn. Het zaad kan breedwerpig, d.v.-.z. uit de volle hand gezaaid worden en ook op rijen. Deze laatste manier heeft veel voor op de eerste; ie. is het zaaien veel gemakkelijker, 2e is liet bed gemakkelijker schoon te houden, 3e k^n men de plantjes beter uitdunnen. Daar éénjarige planten als ze opkomen moeilijk van onkruid te
onderscheiden zijn is het zeer aan te bevelen om op rijen te zaaien. Fijn zaad nemen we tusschen duim c'n vinger en al wrijvende strooit men het uit. Men dekt het zaad naar gelang het dik is. Heel fijn zaad wordt niet gedekt. De afstand der rijen bedraagt ongeveer de halve hoogte der plant. Eenige planten die buiten gezaaid kunnen worden, zijn: Dianthus chinensis, muurachtigen, zomeranjelier of. chineesche anjer. Van dit plantengeslacht komen talrijke verscheidenheden voor. Hiervoor raadplege men een
Esn
catalogus. Bloeitijd Juli—Aug. Hoogte 30 c.M. Het geregeld uitsnijden der uitgebloeide bloemen verlengt den bloei tot aan October toe. Allyssum (maritimum) benthami. Kruisbloemigen. Ook wel schildzaad genoemd. Hiervan bedraagt de hoogte 20 c.M. Zij bloeit in Juni—Juli met kleine naar was riekende witte bloempjes. Door geregeld de uitgebloeide bloempjes er uit te snijden verlengt men den bloei tot het najaar. A. B. compactum wordt niet hoogcr dan 15 c.M. Portulaca grandiflora. Poste-
Schadeloosstellingen voor slachtoffers van den watersnood efjeit Tnaens
) cxx
de
leinachtigen. Grootblocmig portulak of postelein. Klein laag plantje, ter hoogte van 10—12 c.M. Bloeit met groote bloemen in talrijke kleuren. De plant houdt van drogen grond en veel zon. Niet voor April zaaien. Eschscholtzia califomica. Papaverachtigen. Ook wel slaapmutsje genoemd, doordat de kelk, bij het opengaan der bloemen, als een mutsje wordt afgeworpen. Bloemen geel tot oranje, vrij groot. Hoogte 30 c.M. Zij kunnen niet verspeend worden. Calendula officinalis. Samenges teld-bloemige. Goudsbloem. Zeer bekend, doch een zeer mooie bloem. Hoogte 30 a 40 c.M. Heel mooi is prins van oranje, geel- en Meteor wit gestreept. Door ruimen afstand, b.v. 30 c.M., verkrijgt men zeer groote bloemen. Godetia Whitneyi. Wederikachtigen. Hoogte 25—40 c.M. Bloemen purper-roserood of witachtig. Zij Tnogen niet te dicht staan, veel verscheidenheden. A. GEERTSMA.
een automatische weegschaal stappen en waren vol belangstelling naar het gewicht dat de schaal zou aanwijzen. Blijkbaar was er iets in het mechaniek niet in orde, want de schaal wees maar 40 Ko. Na een oogenblikje zei de eene jongen tegen den ander. Kijk ereis jo, die dikke kerel weegt maar 40 Ko. Die is zeker hol! Vree se lijk. De „prima donna" van een reizend tooneelgezelschap,. had de verleiding niet kunnen weerstaan om beur haar ook te laten shinglen. Vol trots vertoont zij zich bij haar directeur. En hoe vindt u het ? Rampzalige, weet je niet dat je bij het eerstvolgende stuk bij je haren van het tooneel moet worden getrokken?
5TERREN Heel vaak, als na zomersche dagen De hemel zich purperrood verft, Terwijl met het neigen der zonne Hel daglicht allengsKens versterft, Dan trekt met een hevig verlangen Mijn ziel naar de vrije natuur, Dan ■wil ik den vrede genieten, Den vrede van 't avondlijk uur.
Gevoelige gift. Ik was daarnet in dat groene huis ginds, zei de e ene bedelaar tegen den anderen. D'r woont een ouwe juffrouw in. Ik vertelde d'r dat ik 'n arme wees was zonder vader en zonder moeder. En weet je wat ze me gaf ? Nou wat dan ? Deze bloemen om op hun graven te leggen. Hij had niet veel vertrouwen in haar. Dame, die met den chauffeur ruzie kreeg over de fooi: Mij kun je heusch geen praatjes vertellen hoor. Ik heb niet voor niets zooveel maal in taxi's gereden. Dat wil ik wel gelooven. zei de chauffeur sarcastisch, maar dat komt toch alleen maar, omdat die collega's van me ook op d'r lui tellen pasten. 't Geheim. Kleine Betsy was op haar eerste bal geweest. Tante Suzc vroeg haar of ze zich goed geamuseerd had. Met een kleur van pleizier gaf Betsy toe van ja. En met wien heb je 't meest gedanst, Betsy? Toen betrok haar gezicht. Tante.... Pietje Smith heeft gezegd, dat ik aan niemand mocht zeggen, dat 't met hem was...
H Q 9. 0 © è; (S ©
Ik wil in vergetelheid dwalen, Heel ver langs het eenzame pad. k Ontvlied dan het jachtige leven, t Qedruisch van de woelige stad. En als dan ten slotte het landschap In nachtelijk duister zich hult, Begroet ik met vreugde de sterren, Waarmee zich het hemelruim vult.
© © ft S © Wi S ©
'k Bestaar dan in stomme verrukking De wondere, hemelsche pracht Zij doen met ontzag mij vervullen Die bakens in duisteren nacht. Op 't beeld van die duizenden sterren Is altijd mijn blik weer gericht, Steeds brengt 't mij opnieuw in extase Dat stralende, zilveren licht.
ö © $ © © J © © k
Toch zijn bij de tallooze sterren Er twee, die 'k het liefste bestaar, Ze vormen te zamen het mooiste, He glänzendste, helderste paar. Die sterretjes, welke 'k ontdekte Voor 'n raam in de straat, waar ik woon, Zijn de oogen der blonde typiste Van de wijnfirma Meijer en Zoon DIRK DE BOEU
méér kan ik werkelijk niet toegeven, beslist niet. n' Slimmerd. Mientje, hier zijn vijf eieren, iaat ze ieder vier minuten koken. Na een kwartier: Mientje... Mientje, zijn de eieren nog niet klaar? Direct, mevrouw, .Maar meisje, hoe komt het, dat je ons zoo lang laat wachten, ik heb je toch gezegd, de eieren vier minuten te laten koken. Juist mevrouw, dat heb ik gedaan, maar 't waren d'r vijf, ieder 4 minuten, is toch precies 20 minuten.
Niet spoedig uil 't veld geslagen. Mevrouw (verontwaardigd): Jane, ik heb m'n beste zijden japon in jouw koffer gevonden. Jane (zonder een krimp te vertrekken): Nou, dat is ook een bof je voor ui U dacht zeker dat u de japon kwijt was.
K ^
Een onverwacht antwoord. De vriendelijke oude heer bezocht de dorpsschool en onderhield zich met de kinderen ^van de hoogste klasse. Voor "iedereen had hij een vraagje. Vooraan in. de rij zat een kleine jongen met een bijdehande snuit. Wat zou jij het eerste doen, wanneer ik je een zak met honderd gulden gaf? Natellen of 't er wel honderd waren, was het onverwachte antwoord. De eenige oplossing. Twee jongens zagen een vreeselijk^jdikken m'nheer op
Verder ging hij niet. Hoor eens mijnheer Suiker, u moogt me best een pond krenten toegeven, nu ik alles wat ik voor de pudding noodig heb, bij u kocht. Ik ben toch een groote klant, zoo zei mevrouw Pingel tegen ha.ir r.ru;denicr. Dat u een groote klant is. wil ik toegeven, mevrouw, antwoordde Suiker beleefd. Doch
MOOR HET
MÉT
/'HeT
HOERA
het voorjaarsgevoel
De „dichter" ziet de eerste zonnestraaf -
BESTE
ROT LOOD HOERA.
T-^f-V-rrQ r^J^-—A,,
leder wat. Een razende automobilist rijdt een voetganger bijna van de sokkin. Deze wendt zich woedend tot een agent: Dat zul je moeten toegeven, agent, dat als ie me overreden had, dat hij strafbaar /ou zijn geweest. Zeker m'nheer, A/y was stiafba.'ir geweest en u in 't ziekenhuis Een modern meisje. Ja, van Gelder en de Bruin hebben me beiden om m'n hand gevraagd. Ze zijn beiden rijk, goede dansers en netjes van uitzien. Ik kan maar niet besluiten, wien van de twee ik het eerst zal trouwen. Niets helpt. Wat ziet uwes kleine Jantje er toch miezerig uit, juffrouw van Kalker. Och mensch, zwijg stil. Ik doe den heelen dag niksanders, dan op dien jongen schelden, omdat ie er zoo uitziet en 't helpt niks, niemendal....
IS
\ \ V,
/VOORJAAR)
DE
LENTE
de dartelende lammetjes.
IS
DAAR! . de ware toestand
de tjilpende vogeltjes en
7
Hasseljen in de Daily Mirror
(Wordt vervolgd.)
^
FILMENTHOUS1ASTEN We zijn gaarne bereid onder deze rubriek, zooveel mogelijk portretten en inlichtingen omtrent filmsterren te geven. Wij zeggen zooveel mogelijk. Want het is zeker niet altijd mogelijk om alle wenschen, die tot ons komen, te vervullen. Mej. Ai. A., Adam vraac, of wij portretten van Jack Mulhall en Richard Dix kunnen geven. Ook van Elliot Dester. Wij kunnen haar wel aan de portretten van eerstgenoemde acteurs helpen, doch dat van Dester hopen wij later te brengen.
Een onzer lezers, de heer G. J. M. de Wilde te 's-Gravenhage, slaagde erin om een paar jonge uilen in de vrije natuur te fotografeeren. Hij heeft daarmee een aardige vangst gedaan. Als twee oude mannetjes zitten de nachtvogels in spé naast elkaar heel wijs te koekeloeren. Wanneer men deze foto's goed bekijkt, dan kan men heel goed begrijpen, dat in oude tijden van kaboutertjes in het bosch werd gesproken. Zet de uiltjes een muts op en ge hebt sprekend een kabouterkop. Weinige van onze lezeressen en lezers zullen weten, dat op den gevel van het ministerie van jusdtie, gelegen aan de Place Vendome te Parijs een metermaat is aangebracht. De parijsche modisten weten het wèl. Zij komen van tijd tot tijd aan dezen steenen maat even controleeren of hun band-maten nog wel betrouwbaar zijn. Volgens de nieuwe amerikaansche statistieken zijn er in de Vereenigde Staten van Amerika 20.400 bioscooptheaters, daaronder begrepen de kleine provincietheaters. Onlangs schreef ik in deze rubriek over het toenemend succes der russen in de parijsche wereld ,,qui s'amuse". Ook in Londen wisten de russen vasten voet te krijgen. Daar doet zich het eigenaardige geval voor, dat een oud-admiraal, die zelfs attaché in Londen was, een restauratie bestuurt,, gelegen in de buurt van Kensington. Deze eetgelegenheid is beroemd om de uitstekende keuken. Nergens eet men betere kaviaar dan bij (oud-admiraal) Nickolas Wolkoff. Nikita Balieff, een andere rus, bekend als de leider van het Chauve Souris gezelschap, zal in Londen, in het hartje van het „West-end" een theater openen, dat veel van een cabaret zal hebben en waarin de voorstellingen eerst laat in den avond, na afloop der gewone voorstellingen, beginnen. Alan Cobham, de vliegenier, die van Londen naar Kaapstad vloog, heeft van zijn reis, natuurlijk ook per radio, een verslag gegeven. Onder de dingen,, die den meesten indruk op hem hebben gemaakt, is de aanblik der met sneeuw bedekte alpen van uit de lucht gezien. Zoo dets groots is ternauwernood te denken voor diegenen, die nog nooit een dergelijken tocht hebben meegemaakt. Vorige gesilachten keken naar de bergen op. Zullen we in de toekomst op deze reuzen gaan neerzien?
Oack Mulhall
Richard Dix
Verder vraagt zij, wanneer the Sdgn at the door in ons land is vertoond. Dit zal ongeveer drie jaar geleden zijn. Wij hebben indertijd van deze film verschillende foto's gebracht.
ONS SPORTHOEK JE Ben Provinciale mislukking. Dat was de indruk, dien we uit Antwerpen meebrachten na het meer dan miserabele spel onzer drie provincialen uit het Nederlandsch elftal. L'histoire se répète! Driemaal heeft de N.E.C, het nu met Groen en de Haas geprobeerd en driemaal heeft men hen moeten vervangen door Westelijke krachten. We hopen nu, dat het uit is. Zeker Groen en de Haas zijn uit het hout gesneden, waarvan men goede voetballers maakt, maar de beeren doen daar in het hooge Noorden niet genoeg wedstrijdroutine op. Hun tegenstanders zijn te zwak. Hadden de beide Be-Quickers één of meer seizoenen in het westen gespeeld, dan waren het voorzeker prima spelers geworden. In Antwerpen was de Haas nergens te vinden, als onze voorhoede ten aanval trok. Hij kon dat tempo gewoonweg niet bijbeenen. Groen speelde systeem-. loos. Nu eens viel hij den buiten- dan weer deze binnenman aan, zoodat van Haeren niet wist waaraan zich te houden. Bovendien startte Groen herhaaldelijk te laat. Van Haerens falen is voor een groot deel Groens schuld. 't Stond dan ook voor ons vast, dat de N.E.C, wijzigingen in het Ned. Elftal zou brengen, alvorens op 28 Maart tegen Zwitserland in 't veld te komen. De commissie hield Woensdag 17 Maarteen oefenof liever een proef wedstrijd. Na afloop koos de N.E.C, het volgende Oranjeteam voor 28 Maart: v. d. Meulen
Een onzer lezers vraagt ons een middel tegen het uitvallen van haar bij een heiT dershond. Als antwoord op deze vraag kunnen wij op het- middel Tomina wijzen, dat bij de ,JDierenvriend" Bosboom Toussaintstraat, Amsterdam, verkrijgbaar is, in bussen van f 1.10 en f 0.70.
»Wie dieren houdt lette op hen." Een zaak, waarop men zeer zeker het oog dient te houden, is de ontlasting. Daarin zijn velerlei oorzaken te ontdekken, waarom uw dier lusteloos is, mager of ziek. Een der ernstigste storingen is het voorkomen van lintworm, men kèn*. immers dde platte, witte stukjes — het lange eind „lint" — verlos uw hond of poes daarvan ten spoedigste! Voor katten handelt men als volgt: men laat de poes een halven dag vasten en geve den volgenden morgen op de nuchtere maag een l!2 gram kamala,'b.v. in een beetje melk of havermout. Men zorge daarna voor flinke en schoone kattenbakken. Mocht dit middel falen, met andere woorden- mocht de kop van den worm niet mede zijn gekomen, (men bemerkt dit, doordat de poes aan deaelfde kwaal lijdende blijft) dan herhale men dit nog eens na eenige dagen.
CORRESPONDENTIE R. L. de R., Middelburg. U zult in Engeland niet zoo makkelijk slagen, men is er heel lastig met het toelaten van arbeidskrachten uit het buitenland. ERRATA In ons vorig no. werd abusievelijk onder de foto, wedstrijd nationaal danskamoioenschap, vermeld dat de foto voorstelde Mej. Besemen en den heer Olrec. dat moet zijn Mej. T. Kamperdijk en de heer W. v. Deventer.
Om het kampioenschap van Nederland Stormvogels (1)—Enschede (1) te IJmuiden
Eindhoven (3)-M.V.V. (3) te Eindhoven M.V.V. is thans Zuidelijk kampioen.
(H.F.C.)
Denis
van Kol
(H.B.S.) aanvoerder
VRAAG EN ANTWOORD
—
■'
-
(Ajax)
Krom
van Linge
van Heel
(R.C.H.)
(Be-Quick,Gron.)
(Feyenoord)
Gielens
Küchlin
Tap
Ruysch
Sigmond
(Hercules)
(H.B.S.)
(A.D.O.)
(D.F.C.)
(H.F.C.)
Met deze opstelling heeft men om in watersnoodtaai te praten, het gat in den dijk gestopt. Wanneer we het team goed bekijken vallen ons drie dingen op. Ten eerste de vervanging van van Haeren door van Kol, ten tweede de wederopstelling van van Linge (bravo Bob I) en ten derde de debutant Ruysch. Wat van Kol betreft, om met Tollens te spreken: ,,We hadden dien slag gevreesd"! Kaufmännisch heeft de N.E.C, gelijk. Er wordt in Mokum gespeeld dus .... er moet een Mokumer in het elftal. Dat Bob van Linge eindelijk zich weder beschikbaar stelt, verheugt ons zeer. Hij is het spel nog geenszins verleerd. Zijn stoere body, zijn oordeelkundig voeden van de voorhoede en last not least zijn geweldig hard en zuiver schot waarborgen ons een goede bezetting van de spilplaats. Natuurlijk is nu ook Krom in de halflinie opgenomen, zoodat de verdediging, mits de beeren op dreef zijn, nu wel zoo sterk is, als 't maar eenigszins kan. We vermoeden, dat de Zwitsersche doelpunten op 28 Maart wel zeer duur zullen zijn. En nu de debutant. Ruysch! Een jong, veelbelovend speler van D.F.C. Uiterst snel, zeer beweeglijk, gevaarlijk schutter. Ziedaar z'n eigenschappen, die hem een plaats in het team deden veroveren. Hij zal vooral te zorgen hebben voor het instandhouden van het verband tusschen Sigmond en Tap. Wanneer dit elftal op 28 Maart wat veine heeft, beleven we een prettigen dag, dien we met gerustheid tegemoet kunnen zien. Als invallers zijn gekozen: Quaks(A.D.D.), van Haeren (Wilhelmina), Oldenburg(Stormvogels), en Jhr. Sandberg (H.V.V.). Vooral de keuze van den laatsten doet ons plezier. Er is een tijd geweest, dat een Nederlandsch elftal zonder H.V.V. 'ers niet wel mogelijk was. De inzinking bij H.V.V. bewerkstelligde de uitsluiting der H.V.V.'ers in ons vertegenwoordigd elftal. Langzaam maar zeker herstelt H.V.V. zich en daar komen ook de jonge H.V.V.'ers zich weer aanmelden voor de nationale trui. We denken hier aan E. Campioni, Rens Vis en Sandberg. — De wedstrijd vangt te 2.30 aan en wordt gescheidsrechterd door den Zweed Axel Berguist. VETERAAN.
Deetos (5)—Fluks (3) te Dordrecht
Korfbalwedstrlld N.A.A.S. (2)—H.K.C. (2) te Enschede ^
■£XS.
JU
,»».«■• • v
Lessen In het tennis
Boksdemonstratle te Purmerend
in Temmink jennispartfe Arnsterdlm. De leeTaar wijs, aan een jeugdige tennisspeelster de juiste houding van het racket.
Ever.a,S in het buitenland vergastte de bokser Joop Liet r, a afloop van oe demonstratie net pubh.k op eenige liederen.
TOONE3B3LMÏBOWS
„Zeeslas" van Reinhard Qoerins
,
, „
„ • .,
Uoor oe Wageningsche studenten tooneelvereeniging weid net expressionistische drama »Zeeslag van Keinhara Goering opgevoerd.
„Oom Wanja" bil het Nieuwe nederi. tooneel te A'dam
Soohie de Vries als Helere en Mevr. TreeD-Vink als Sonja.
r^
HET MEISJE UIT HET SLOP
Ludosclhi Lowskaja
Toen Dr. Buniing. de jonge med^us. die zich zoo leer voor sociale kwesties interebseert, 's avonds de woning van zijn vriend verliet, besloot hij naar huis te wandelen. Het gesprek had een onderwerp geraakt, dat hem zeer na aan het hart lag. Onderweg redt hij een meisje dat zich wilde verdrinken. Hij neemt haar mee naar huis en verpleegt haar. Ztjn huisjuffrouw, een typisch stijve oude dame. is niet erg ingenomen met de nieuwe logfe en begrijpt de bedoeling van den jongen dokter niet. Burdtng belooft het meisje dat hij haar niet naar haar ouders zal terug zenden indien zij hem helpt door ijverig te leeren. Een vriend van Burding. Johnny Stevenson, komt hem bezoeken en Dr. Bnrdmg vertelt van zijn plannen Hierdoor komt ook Burdtngs moeder op de hoogte en leest hem de les. Juffrouw Border, de huishoudster, zegt haar betrekking op. Alleen thuis zijnde, krijgt Elsie bezoek van Maud Harlington, die haar tracht te bewegen het huis van Dr. Burding te verlaten en bij haar in betrekking te komen Na eemge aarzeling zegt ze toe, te zullen komen. Als zij op l punt staat gekleed en wel te vertrekken, komt Dr. Burding thuis, welke haar de reden van haar ver:rek vraagt. Zij zegt niet als proef te willen dienen. Doch Burding weet alles in orde te brengen zoodat Elsie, dof gelukkig, bliift en zich dapper aan huishouding en studie wijdt. Zi] schiet heel goed op. En als Johnny Stevenson. Dr. Burdings jonge vriend, haar onverwachts bezoekt, vindt hu haar druk bezig in de keuken. Ook mevr. Stevenson komt op bezoek. Zij wil Elsie leeren kennen en vreest, dat zij eenjndnngstcr is
„O nee," antwoordde Elsie vroolijk, „dank zij mijnheer Johnny ben ik toch reeds met mijn werk klaargekomen." „Zoo," zei mevrouw Stevenson, „dat is de eerste maal in zijn leven, dat hij zulk soort huiselijken arbeid verricht." Elsie keek Johnny angstig aan. Iets in de stem van zijn moeder zei haar, dat ze verkeerd gedaan had. „Misschien had ik het hem niet moeten vragen. Ilc vergat, dat beeren dergelijke dingen niet doen." „Maar je hebt het mij niet gevraagd," sprak Johnny lachend. „Je was de kapitein, je deelde je orders uit en ik moest gehoorzamen. U hebt geen idee, moeder, welk een tyran zij is, in haar eigen departement." „Het was mijn bedoeling niet zoo te wezen," legde Elsie verdrietig uit. „Ik hoop niet, dat ik lomp geweest ben; dan zal Dr. Burding boos zijn op mij." Met oogen vol tranen keek zij mevrouw Stevenson aan en deze dame begreep, dat zij niet met een listig wijf te doen had, doch met een eenvoudig kind, dat bang was, aanstoot te geven. „Natuurlijk ben je niet lomp geweest," zei Johnny die angstig wachtte op het antwoord van zijn moeder. „U ziet wel, dat ik nog veel leeren moet; ik maak nog zooveel fouten. Dr. Burding heeft mij al veel geleerd, maar, er zijn enkele dingen, die zelfs hij rrc niet leeren kan. Nu ben ik bang, dat ik u beleedigd heb en ik had nogal zoo gehoopt, dat u van me zoudt houden." „Neen, je hebt me niet beleedigd. Ik geloof stellig, dat we van elkaar zullen gaan houden en je moet toestaan, dat ik je met sommige van je moeilijkheden help." „Dat is vriendelijk van u," zei Elsie gelukkig. „Nu moet u eerst een kopje thee gebruiken." Mevrouw Stevenson keek belangstellend naar de toebcreidselen, die het meisje daartoe maakte. Ze verbaasde zich erover, hoe vlug en handig Elsie bezig was en hoe netjes en aardig de theetafel geordend was. „Je moet me toestaan, je te feliciteeren met dit verrukkelijk kopje thee", sprak ze, nadat ze er een slokje uit had gedronken. Elsie bloosde van plezier. „Ik leer dat nu ook allemaal", zei ze eenvoudig. ,,Ja, moeder, u moet eens een van deze lekkere koekjes proeven," zei Johnny, terwijl hij zijn moeder de schaal aanbood. „Ze zijn heerlijk I En verzorg je nu het geheelc huishouden, het eten en vind je daarbij nog tijd voor je studie ? Dan zal je het wel steeds heel druk hebben."
Ueze zangeres, bijgenaamd .,De Gouden Stem", trad met enorm succes te Amsterdam op. Een russische van geboorte, studeerde zij te Rome. Hierbij esnige foto's van haar in „Leggende Marina".
mmmmm
■■-:
■:;>
„Dat is zoo", stemde Elsie tóe. „Dr. Burding wilde mij hulp er bij geven, maar ik weigerde. Het zou lijken, alsof hij over mijn werk niet tevreden was." „Als hij dat niet is, is hij moeilijker te voldoen, dan ik verwacht had," zei mevr. Stevenson, rondkijkend. „Deze kamer is netter, dan ik ze ooit gezien heb." „Zoo, wat zitten jelui hier gezellig bij elkaar," klonk een stem bij de deur en Elsie sprong Edward tegemoet, die juist was thiuisi gekomen. „Heel aardig van u, om eens te komen," zei hij, toen hij mevrouw Stevenson de hand reikte. „En," voegde hij er aan toe, zich tot Johnny richtend, „ben je geslaagd? Mijn hartelijke gelukwenschl" „Dank je." „Ga nu eens rustig in dezen stoel*zitten, dan zal ik u een lekkere kop thee schenken en kunt u wat praten met mevr. Stevenson — U ziet er zoo moe uit," sprak Elsie, terwijl zij een leunstoel bijtrok, en Burding er in duwde. „Ik moet nu doen, wat mij bevolen wordt," zei deze lachend tot mevrouw Stevenson. „En u bevindt er zich best bij," antwoordde zij, „en uw woning ook." „Ja; wij hebben de moeilijkheden betreffende het huishouden al aardig overwonnen." zei Burding, daarbij Elsie aanziend. „Ik heb geen spijt, dat juffrouw Border vertrokken is." Mevrouw Stevenson zag den warmen blos, die zich bij deze woorden over Elsie's gezicht verspreidde en den teederen blik, welken het meisje in de richting van den dokter wierp en zij dacht er aan, dat Johnny eens gevreesd had, dat die toewijding voor den dokter wel eens in meer kon overgaan. „Nu jga ik wat opruimen en afwasschen, indien u mij wilt excuseeren", zei Elsie, radend dat mevrouw Stevenson wel eens graag met Burding zou willen praten. „En ik ga mee helpen," zei Johnny, tot groote verwondering van den dokter. „Ik vind het een heel sympathiek meisje, Edward", zei mevrouw Stevenson, nadat de beide jongelui de kamer hadden verlaten. „En zij doet je alle eer aan, maar ik geloof, dat je haar te hard laat werken." „Ik kan haar niet overtuigen, dat het beter is, er een hulp bij te nemen," legde Burding haar uit. „Dat komt, omdat zij denkt, dat je dat wil doen uit ontevredenheid met haar werk. Zij zal wel hulp willen hebben, als je haar zegt, dat je haar meer vrijen tijd wilt geven voor andere dingen, die je haar liever ziet doen. En bovendien schijn je slechts één kant van haar op te voeden en veronachtzaam je geheel een andere." „Wat bedoelt u ?" vroeg Burding verbaasd. „Je hebt haar geen tijd gelaten, aandacht aan haar kleeren te schenken". „Kleeren? Is dat werkelijk noodig?" „Wel natuurlijk en zou je mij dät gedeelte van haar opvoeding piet willen toevertrouwen ?" „Zoudt u dat werkelijk willen doen ?" vroeg Burding gretig. „Natuurlijk wil ik dat, Edward, na alles wat jij voor Johnny gedaan hebt, bovendien heb ik een voorliefde voor Elsie opgevat; zij is een sterke persoonlijkheid." „Het is bijzonder vriendelijk van u," zei Burding. „Ik beken, dat ik niet de geheele opvoeding op mij nemen kan en dat ik daartoe vrouwelijke hulp noodig heb; ik stel het zeer op prijs, zulk een goede vriendin in u te hebben gevonden". (Wordt vervolgd.)
^^mmmn* ■—'w^ •
;v-"-.,':\»..;,■•.■• j
: ^r:'*-;: ■■:■:;/•.•■;:;■;',':
V
«WW»«»M
EEN ROMAN VAN DEN EERSTEN CONSUL «•«♦«•*♦**«
ïttMMMI>M*»« Edm^e de UFeuiiiade een dochter uit een .deiiijk gesiach, in de Vendée, veitrekt nadat de eerste woeste jaren der Revolutie voorbij lijn naar de hoofdstad. Napoleon Bona Partei, de opkomende r_. ster. Hij teeft het reeds tot Eersten Consul gebracht tn Parijs ziet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. . , , , , . L L Louis de Chateauneuf. Edmée s neef. heeft bemerkt hoe het meisje zich voor den Eersten Consul, dre zeer voorkomend voor haar was. interesseert en hij is jaloersch. Aan tafel maakt hij hierover een scène, die eindigt met een liefdesverklaring zijnerznds. ivond brengt haar kamenier een brief. Deze blijkt afDienzelfden «vond ■
rr
_«..
!'■
_..!
.J:-l. ..>... i>ia>d in
ka rtatrwrtt*
DOOR MATHILDA MALLINQ
: ♦ * • ♦>»•«»»»••»#»*■*>••»•♦• t*>>»»ai»s>sn>«
hand had gegrepen - zij voelde metele . , terwÜl ZU OVCr zijne nlotcelineJ ^PjP ^ ^^ die vrouw na.
„Maar Edmée — de morgen is al bijna VOOrblJ, wat droom JC tOCh f i-r IS eene Madame Gennon, die je bo(xlschap van
dacht vernederd en in het stof geworpen door de punten van overeenkomst, die zij tusschen haar en zich vond. „Ik ben ziekl" zeide zij ongeduldig tot
al vergeefs in de Rue du Bac gezocht heeft. Het is iets over je toilet voor van middag . En vergeet niet, dat wij Duroc beloofd hebben, bij hem naar de parade te
^^
komen kijken .. .
ze|ve
WaS
ik
frisch
Cn
gCZOnd
als
^ITiiï^^^u^^Zl^Z
anders, dan" zou ik mij deze geheele ge-
weerklank. Geheel Frankrijk volgt den veldtocht m itaii« met
gchiedenis geen oogenblik aantrekken
^■£^;J^^^"^'^Z^
Was zij maar zoo oud als Madame Bona-
hart niet meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen
te
^f J^ j^
hen
maar
eenmaal Samen
Edmée
kleedde zich
met Valentine's
hulp; de zon en de tnssche luent oeatn
haar goed, zij voelde zich bijna weer geheel
Opgewekt.
Daama
TCCÜ
ZIJ
met
Ma.-
^^t^^T^^^'XX^^
gerien - dan zou ik er mij in het geheel
dame Junot en eenige andere dames naar
dóór den Eersten Consul wordt bezocht. Zij houdt zich op den achtergrond, doch Napoleon ziet ha.r en komt dan naar haa,
^
de parade ui haar, toen zij
T^iïT^iï^'t^s.X*^ HaTr
Sk.t gedrukt ge
dee toexegging toezegging af af dat dat "i lij hem zal ontmoeten Dien^fden avond zeegt gtTo3^cha.ra^fra:zi7n"nich;:d;V-"hirh..7moe.spreken, Louis de Chateauneui «»n^'j" «.».....-— —■ Hii verteld« ve«ewV haa' van Buiten BuitenHij haar. d dat hij| joor door het het Ministerie Ministerie van at hl landsche Zaken naar Londen gezonden *orL^,L"_"""' °." "f; ^iï^^J^o^'l^iïk sch i, verlaat, huis venaal, spreekt »pmat hü ,«,| nog "«w met —— Edmte. Op — r zijn vraag- of er ,.nog eenige hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad, Bonaparte en ook daar toont zij hem hoe gelukkig zii met zijn liefde is. Napoleon wordt hoe langer hoe overmoediger. Hij weet tdraée een papier in de handen te spelen, waarop staat, dat hi, haar s avond, om elf uur zal komen bezoeken. Met achnk en met spanning ziet het meisje dat bezoek tegemoet. Na dit eerit^b»Mk
ö
meer
over
bekommerd maken. handen tegen de slapen
?n m de ae kamer Kamer op en neer. Toen IUCU j_n .ni^pl kwam wicrD ZU eCU zij .„„.uj; Voorbij den spiegel kwam wierp zij een ejgen tu^cil beeld UCCiu. en cn schrikte a^nwivvv. van *«** blik op haar DUK 0p naar J ui 1 I„« Vilit ViaBfr nn,QUonon den brandenden, onzekeren blik barer anders zoo heldere oogen. „O, waarom ben ik nu niet bij hem!" murmelde zij handenwringend. Zij stootte het venster open en boog zich naar buiten, De nacht was koel en donker. De frissche lucht deed haar goed. Al -„ ,.,;io1,.~,<-Vit d°«sdtmneisTe'eenEz1i"*etro9uwe dienaar"w°s«°" wie' die 7"i"i«"< hare wilskracht io te Vinln hulp rrtfnenA roepend, honrnefde beproefde dame «as. weike zoo v.ak b^denj^en^ ^ zij- zich te kalmeeren: zij sloot het venster ,umm£ HT^nbaThl'ar'ais z'jn prinses en zij inspireerde hem en begon zich te ontklecden, voor groote« daden. ^° h^J^f7^^"'^'"d" " „Morgen zie ik heml" zeide zij bij zich ^ich«<,meVt0lmóe'it'! sXidd" in Xe dagen^erd een aanslag op Zelve, „Hij mag niet vermoeden, wat er in Napoleons leven gedaan, Edmée b,-^oorJ^o,c^^u|djie0^°dra het mij omgaat. Hij zou mij verachten." Zij fe zJ*wö?di,'d«rhna z^e'k "Haa'^eerLÖui^Romt uit Engei.nd schrikte bij dit woord — zij had het nog terug en bezoekt haar in haar kamer. Daar spreken z,joverN.pol«n _ f «.ui. u.aar^.hnwt c-dmét- Ze'l W1' naar ncm niet luisicrcn. Hers^ld b«oekt z^j een bal-masqué verkleed als Koningin Anna
^ ^ toegepast r ..*i • Uitgeput sliep ZIJ tegen den morgen lU.
van Oostenrijk. , onoÄd T,rur"EdTr:ee. me't groo.e„ tar. zich op den
Toen zij ontwaakte, scheen de zon in hare Madame Junot storfd voor haar kamer.
achtergrond U houden. Dat waardeert Bonaparte zeer. Dienzelfden zomer was Edmée op Malma.son een gaarne geziene gast. Napoleon had alles zoo ingericht dat zij elkaar veel en ongestoord konden zien. Hi) genoot van stoora Konueii *,«,". -.'i 1-v -- het buiten zijn en deed, zij U..1 -1..— _nall**i*a m** het dan niet actief,• aan de onschuldige spe let)es mee. Oo een avond dat Napoleon zich nog laat bi) het gezelschap voegde, viel het iedereen op dat de Consul er zeer verstoord uitzag. Op een vraag van Edmée deelt Napoleon haar mede. dat Eovptc verloren is. . . ij„In den nacht verschaft Edmée zich toegang, tot de particuliere vertrekken van den eersten Consul, waar hij door haar "»•'"'9heid voor een oogenblik de nederlaag in Egypte vergeet. Tijdens een paardrit met twee generaals, den volgenden morgen, vertel hij hen hel treurige nieuw,, s Avonds ziet Edmée voor het eerst in het theater Pauline Fourés, de vrouw, waarmee Bonaparte in Egypte een liai.on had. Edmée hoort van de Junot s hoe Pauline weer toegang tot de Tuillerifn heeft en zi) tracht de opkomendr jaloezie te bestrijden.
Eindelijk was Edmée in hare kamer, en thans overweldigde haar de smartelijke spanning, waarin zij verscheiden uren geleefd had. Zij wenkte het kamermeisje heen te gaan en wierp zich, krampachtig weenend, op haar bed. Het duurde evenwel niet lang. Zij stond op, baadde hare oogen en haar gezicht en' voelde daarop hare kalmte allengs terugkomen. Zij beproefde zich door alle troostgronden, die haar verstand haar ingaf, op te beuren. Zij zeide zich zelve, dat hij ' ter wille zijner eer de arme vrouw niet geheel kon verlaten, die hij eens gedwongen had, om zijnentwille naam en toekomst op te offeren, dat hij genoodzaakt was, persoonlijk met haar te spreken, en hij 'deze zaak niet aan vreemde handen kon toevertrouwen Maar hoe zij ook dacht, altijd keerde die noodlottige verootmoedigende vergelijking terug en plaatste zich ongeroepen voor haar bewustzijn. Zij, die zoo fier hare van den regel afwijkende plaats onder de vrouwen had ingenomen, zij, die in hare eigen oogen — en daarom ook zeker wel in de zijne — zoolang de eenige geweest was, de jonkvrouwelijke, steeds nieuwe geliefde, de hoogadelijke; aan hem gelijke uitverkorene, die in haar alleen voor goden geoorloofden overmoed, fier als eene koningin, de wetten van het maatschappelijke leven had omver gestooten en het geluk met ver-
.
b
d
^
^^
schertSend
aan het haar.
ONZE NIEUWE PRIJSVRAAG
Zend ons voor 2 April ».». een onderschrift hij dit plaatje Dit onderschrift van ten hoogste tien regels moet betrekking hebben op het plaatje en tegelijkertijd in verband staan met de goede 'werking der Togal-tabietten voor rheumatick, verkoudheid, slapeloosheid, influema, ischias, gnep, jicht. spit. hoofden zenuwpijn. Elke week wordt aan ae beste inzending een prijs van f 2.50 in contanten uitbetaald. Teneinde echter ook meerderen goeden inzendingen tegemoet te komen stellen wij bovendien ten hoogste 10 troostmijzen ter beschikking. Zend uw antwoord voo' 2 Aonl 1926 aan ae Redactie, Galaewater 22, aid, Prijsvraoen no, XXV, Leiden
Voor onderschrift bij afbeelding no.XXII werd de onjt, van ß 250 toegekend aan Mej. C. Binnenwijzend te Rottetdam voor de navolgende inzending: O dief, IOOD niet zoo ras. Geef mij slechts uit mijn jas. Voordat ae henen gaat (Anders weet 'k mij géén raad '.) 't Fleschje, dat ieder heeft Die graag zonder oijnen leeft. M'n Togal Tablellen, gauw!! Die zijn voor jicht en kou. Voor troostorijzeakomen Den Haag'; mej. J. M. v. Gerards, Heerlen; mevr. Arnhem; D. van Gelder,
in aanmerking: Mej. C. Henstedr, Brenkelen, Rotterdam: Thérèse Knap, Hilversum; J. A. W. Croes Rotterdam
de op
lullenen. Bonaparte zag korten afstand van hem
uit ^n venster der benedenverdieping au ecu vcustci ^i ^..n.^.^.^^—,—0 keek; hij bracht de hand naar zyn hoed en groette die, zooals zij ^n ^_L».V. met W.^ een ^** glimlach, , ivict haar htaar hphnnrde wist, behoorde, 1 oen zij na afloop der parade naar ae woning harer tante in de Rue du Bac terugkeerde, wachtte haar daar ecne groote verrassing: haar neef Louis was onverwacht uit Engeland overgekomen. Otto had hem gezonden met gewichtige depêches mor- As* die thans thans over de \rr^HptnnHprVianri«>line'en. vredesonderhandelingen, die gene eindbeslissing schenen te naderen — ja, zooals hij omzichtig liet doorschemeren, bijna als tot een einde gekomen beschouwd konden worden. Louis was dadelijk na zijne aankomst met Talleyrand bij den Eersten Konsul op audiëntie geweest. Daar hij hier-
kee'
&4
^
eenc
vangen
bijzondere uitUOodiging had Ont■'-.. , i i . ,was hij Van plan, Ook aan het
diner in de Tuileriën deel te nemen, dat dien dag -als op lederen quintidi - zou plaatS
vinden, plaats vinden. Edmée zeide hem slechts vluchtig in het salon goeden dag, waar zij ook den markies de Coulaincourt vond, die beloofd had, haar naar het diner in de Tuileriën te vergezellen. De oude heer beknorde haar schertsend omdat zij zoo lang bij Madame Junot gebleven was, en verzocht haar, zich met haar toilet te haasten. Toen Mademoiselle dt la Feuillade dien middag voor den spiegel stond en zich liet aankleeden, vielen zelfs Valentine, die toch gewoon was, haar te zien, hare groote oogen en eigenaardige schoonheid op. Zij was iets bleeker dan anders, en om hare oogen vertoonden zich donkere kringen maar deze oogen zelf waren zoo bctooverend en hadden in hun blik een zoo tragischen, hun anders vreemden glans, dat Valentine op hare rondborstige, min of meer ruwe manier plotseling zeide: „Kijk u mij toch niet zoo aan, Mademoiselle! Mademoiselle heeft vandaag juist zulke oogen als de Madonna in de kapel van les Fougères," Edmée lachte en keek in den spiegel, om zich te bezien. Ja, zij had werkelijk eene uitdrukking in haar gelaat, die zich daar anders niet op vertoonde, „Kan eene nieuwe gedachte iemand zoo veranderen 1" dacht zij bitter. Toen zij eindelijk — tamelijk laat — tusschen den markies de Caulaincourt en Louis de Chateauneuf de salons der Tuileriën binnentrad, keerden de gasten zich bij den klank van haar naam om. Als eene koningin schreed zij voort, de sleep van haar sneeuwwit kleed, mischte lang achter haar aan; voor het eerst in haar leven droeg zij diamanten in het haar, om den hals en om de armen. Toen zij den, Eersten Konsul en Madame Bonaparte met e;ene buiging begroette, zeide de spaansche ambassadeur tot den Pruisischen gezant, den markies Lucchesini:
' "
„Wie durft beweren, dat Frankrijks adel uitgestorven is ? Mademoiselle de la Feuillade alleen draagt de tradities van geheel Versailles op hare jonge schouders." De Eerste Konsiul keek haar aan. Mét zijn scherpen blik ontdekte hij dadelijk, dat er iets in haar uiterlijk veranderd was — maar wat? Hij wendde het hoofd om, en zag Louis de CMteauneuf aan hare zijde. Eene schaduw gleed over zijn gelaat. Dien avond schitterde Edmée de la Feuillade, zij overtrof zich zelve — zij was geestig, coquet en trad met de houding eener vorstin op. Zij wist dat zij zoowei door Bonaparte als door Louis werd gade geslagen, en bewuster, intenser dan ooit had zij het gevoel, door twee mannen bemind te worden, ondervond zij de spanning, voor een dreigend gevaar te staan, en zocht er eene opwindende bevrediging in, het uit te dagen. Later op den avond sprak zij geruimen tijd met haar neef. Het gezelschap, dat de huwelijksplannen kende, eerbiedigde hun tête-a-tête en liet hen discreet alken. „Nu, het lijkt wel, alsof er toch iets van het huwelijk komen zall" fluisterde Talleyrand den ouden de Caulaincourt toe. „Een tijdlang dacht ik, dat er iets tusschen zou komen." Even, bijna onmerkbaar schoot zijn blik naar den kant, waar de Eerste Konsul stond. „Nu verdient hij zijne sporen bij den vrede met Engeland, en later maken wij hem ambassadeur — eene fierder ambassadrice kan Frankrijk zich niet wenschenl" Edmée wendde zich tot haar neef, zag hem vlak in de oogen en vroeg hem: „Wat denk je thans van mij, nu je mij terugziet ?"
MET ONZE JONGENS OP STAP
„Rhenen is een alleraardigst stedeken," zei neef Piet, toen we van Wageningeo daar naar toe wandelden; „je vindt er alles wat je hartje begeert..." „Om te krabbelen," viel Bob hem in de rede. „Nu ja, om te krabbelen, natuurlijk. Maar ook om te wandelen. Je hebt ér prachtige straatjes en steegjes ..." „Om te krabbelen!" „Je hebt er mooie stukjes muur van de vroegere wallen en — dat is wel een der voornaamste bezienswaardigheden — je hebt er de Cunera-kerk met toren... I „Om te krabbelen!" „Zeg 'ns, nest, als jij me dwars wil zitten, moet je 't zeggen, hoor! Ik spreek trouwens niet tegen jou, ik spreek tot oom!" Neef Piet was boos, dat Bob telkens aankwam met dat „krabbelen". Alsof-ie niet anders kón! Maar die boosheid duurde . niet lang, want, op ons verzoek, ging hij verder met vertellen van dat alleraardigst „stedeken" aan den Rijn, op het traject Amersfoort-Kesteren. En het moet gezegd: neef Piet heeft gelijk gehad. Het is inderdaad een aardig stadje, zeer eenvoudig en landelijk; het gerij en geraas van de groote stad zoekt men daar te vergeefs; men ruikt er noch eau-de-cologne, noch cigaretteh. Behalve de straatjes en steegjes, die werkelijk schilderachtig genoemd kunnen worden.
„Daarop antwoord ik niet. Dat ik je heden avond als zijn gast hierheen vergezeld heb, is eene zwakheid, voor welke mij menig man van eer zou verachten. Maar... ja, het is immers mijne eigen zaak, en ik moet zelf daarover oordeelen. Eén dxng wilde ik je echter zeggen, Edmée! Als ik, zooals je ziet, alleen als met eene bloedverwante, ja, bijna alleen als met eene mij onverschillige kennis met je omga, als ik ter wille van onzen naam en jouw reputatie grootere offers breng, dan jij begrijpen en inzien kunt, dan behoorde je mij ten minste deze opwindende, pijnlijke woordenwisselingen te besparen, die je bij iedere gelegenheid zoekt uit te lokken. Is het werkelijk voor je van zooveel waarde, wat ik van je denk ?" Zij schudde het hoofd en keek strak voor zich uit. „Vroeger dacht ik dat. Maar nu niet meer — nu heeft niets meer waarde voor mij.V „Wat wil je daarmede zeggen?" vroeg hij scherp. „O niets! Of ik bedoelde misschien," zij sprak zeer langzaam, „dat mijn leven zich langzamerhand zoo in één enkel gevoel geconcentreerd heeft, dat al het andere"... zij zweeg en maakte een onbepaald, afwerend handgebaar. „O, mij is alles zoo grenzenloos onverschillig! Je zult mij misschien begrijpen, als ik zeg, dat ik het gevoel heb, alsof er een onweder zich boven mij samentrok en mijn leven verduisterde, terwijl ik daarbij gedwongen werd altijd voorwaarts, altijd in dezelfde richting te zien — vanwaar mij een verblindend boht helder tegenstyaalt..." Glimlachend legde zij hare hand tegen haar voorhoofd. Hare
staat de Cunera-toren daar als een reus ver boven uit. Bij aankomst zagen we dien reus natuurlijk het eerst en onze schreden gingen, zonder dat we 't wisten, daarheen. De toren is in gothischen stijl opgetrokken en is zeer fraai te noemen. In heï portaal lazen we de volgende opschriften: Deseh toom is begönne te bouwen daegs voor Pancras synde XII Mayo in den jare 1492 en A0. MDXXXI den XXIII Mayo is desen toom voltoit „Vroeger was in den toren een fraai klokkenspel aanwezig", vertelde de manvan-den-sleutel; „maar dat is verloren gegaan door den brand, veroorzaakt door den bliksem, op ;» September 1897. Nu is er alleen nog een luiklok in van Jan Tolhuys, gegoten in het jaar 1555." „De kerk is zeker eerder gebouwd?" vroegen we den man-van-den-sleutel. „Dat zou 'k meenen," zei-die, „en heel wat eerder ook. Maar de juiste datum is toch niet bekend. Wèl is bekend, dat de graat vah Bentheim in 1277 het patronaat over de kerk schonk aan de ridderlijke duitsche orde. De kerk is gewijd aan St. Cunera, welke op deze plaats vermoord is, volgens de legende. Daar in de middeleeuwen veel bedevaartgangers naar Rhenen kwamen, was het mogelijk tot den bouw van den kostbaren toren over te gaan en dezen te voltooien." Door de vriendelijkheid van den manvan-den-sleutel bezichtigden wij verder het inwendige van de kerk en zagen dat er nogal eens wat aan gewijzigd was, naar den stijl van een en ander te oordeelen. Vervolgens dwaalden wij door het stadje, zagen „plekjes om van te watertanden", volgens neef Piet, waarvan hij dan ook handig gebruik maakte om ze te vereeuwigen, doch kwamen telkens weer in
oogen hadden Bonaparte's blik ontmoet. De sitem, waarmede Edmée dit zeide, viel Louis op. Zij klonk als eene angstige klacht, die hij niet begreep, en die niet bij Edm^e scheen te passen. Hij greep hare hand en boog zich naar haar toe: „Maar, Edmée — je bent ziek! Je hebt weer koorts!" „Neen, neen!" Zij stond op, en terwijl zij haar mond snel aan zijn oor bracht, fluisterde zij: „Kijk mij niet zoo aan, Louis! Men ziet het, men spreekt over ons!" Louis kleurde van schaamte en toom. Hij stond driftig op. Zij had gelijk, het was meer dan onwaardig, dat hij hier, in deze woning en in tegenwoordigheid van al deze vreemde menschen zijne gevoelens voor de vriendin van den Eersten Konsul niet beter wist te verbergen. * Toen Edmée zich eenige schreden verwijderd had, naderde Bonaparte haar. Onder het voorwendsel, haar eene schilderij in de galerij te willen toonen, bood hij haar zijn arm en leidde haar weg. . „Wat moet ik vanavond eigenlijk van je denken ?" fluisterde hij met kwalijk verborgen drift. „Je vermijdt mij aan te zien en wijdt al je aandacht aan je neef." Hij zweeg en beschouwde haar met een eigenaardigen blik, die ongeveer uitdrukte: ik weet wel, dat het onmogelijk is; je bent de mijne, en hij kan en zal je niet nemen, maar Edmée begon plotseling te lachen. Zij lachte zoo luid, dat zij moest gaan zitten. Hij keek haar somber en verwijtend aan. (Wordt vervolgd.)
de buurt terecht van den Cunera-toren. „Hij lijkt wel een magneet," zei Bob. „Natuurlijk," zei Piet. „En als je niet weggaat, blijf je hier staan." Achter de kerk troffen we een pleintje met hardsteenen pomp, de markt van Rhenen. We zagen daar al spoedig een groot huis met rond koepeltje, waar de vroede vaderen — we bedoelen in het huis — hun zetel hebben opgeslagen. In de raadzaal hangt een schilderij met onderschrift: „Die inneminghe van Reenen geschiedt int jaar 1499." Ons werd verteld, dat dit schilderij een copy was van een origineel stuk, dat door den raad aan de regeering werd afgestaan, in verband met de herstelling der kerk na den brand van 1897. „De bestrating van het stadje met veïdkeien is goed in den stijl," zei Piet. De jongens gaven hem gelijk, hoewel ze aan gewone wegen voor wandelen de voorkeur gaven. Aan de noordzijde van het stadije werd nog een gedeelte van den middeleeuwschen stadsmuur opgemerkt met typischen ouden molen. En toen kwamen we in de buurt van een groot hoenderpark. De eigenaar noodigde ons uit, een kijkje te nerhen, welke uitnoodiging wij gaame aanvaardden. Hij vertelde ons van zijn diertjes en hoe ze gevoed en gefokt werden; hij liet ons zijn kuikens zien — en dat waren er honderden — en toonde ons de verschillende rassen. Tot slot vroeg hij ons „binnen" te komen en daar wachtte ons werkelijk een verrassing: een gedekte tafel met tien bordjes en tien eierpannekoeken. De jongens kraaiden van plezier. En toen we ze naar binnen hadden gewerict en den eigenaar en zijn vrouw hadden dank gezegd voor zooveel gastvrijheid, gingen we vroolijk verder op stap. THEOPHILE MALLISSE.
\?AN
Verkeerd begrepen
EN VOOR ONZE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES
*door F. MONTGOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad Baron Evcnrd verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongen» naliet, Humphrey, een wildlang. en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche lunderjutfrouw heet Virginle. De baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg blij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat bij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat it dat adel. informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder it. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vadert lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloersch is. Na dat oom weg Is. smeedt Humphrey plannen om voor de „wilden" die bij zijn vader zullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het letuurtje van Vlrginie valt hem wat zwaar. Zij plukken de paddenttoelen, doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred Is voor dien taak niet berekend. Virginle ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginle It doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddettoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag btj de ontvangtt zijn, doch tegen zijn gewoonten in is hij heelemaal niet wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten, Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vrcetelijk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. Als zijn vader 's avonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te snikken. Hij is bang dat zijn oom in de hel komt voor zijn liegen. Virginle klaagt over hem en de baton moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingen stuiten af op Humphry'santwoorden. De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden. Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader Iets voor diens verjaardag te koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek is niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij een sigarenkoker dien hij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreetelijk om zijn geheim te bewaren. Hij krijgt van zijn vader een ttulver en belooft hem dat geld te bewaren om deadooven Dyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen. Humphrey It zóö vol van het geheim, dat hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat hij het met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen. bij welke familie zij een visite maken. Bij bet naar huls gaan hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren op bezoek komen. Deze blijken heel aardig tegen de jongens. Na het ontbijt worden zij echter aileen gelaten tot dat Virginle komt roepen. Daar het weer te slecht Is om naar de kerk te gaan. wordt er thuis een godsdienstoefening gehouden. 's middags wordt het huis bezichtigd en vindt een der gasten op de kinderkamer den slgarenkoker, tot grooten schrik van Humphrey. De zaak komt echter in orde, want deze bezoeker. Kolonel Sturt interesseert zich ook voor de horen voor den ouden dooven Dyson, waarvoor Humphrey geld spaarden. Hij belooft den jongens dit apparaat om vijf uur te zullen zenden. Vol opgewondenheid gaan zij de horen halen. Op weg naar Dyson open Humphrey het pakje en laat Alfred den inhoud zien. De jongens zijn natuurlijk erg geïnteresseerd bij het instrument. Dyson moet wakker gemaakt worden voor hij het cadeautje kan aannemen. De jongens raken op den terugweg verdwaald en worden eerst later weer gevonden. De zwakke Alfred Is ziek geworden en heeft weer longontsteking. Humphrey wil zijn broertje wat radijsjes brengen en wordt door Virginle erg beknord. Weet hij dan niet hoe vreetelijk ziek Alfred wat. Vlrginie heeft geen idee hoe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwettt.. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naamlooze verlatenheid kwam over Humphry. Doch zoodra it Alfred niet hersteld of Humphry lijkt weer de ..oude." Humphrey krijg' «■• duchtig standje van zijn vader. Doch de beer Everard is gelukkig alt hij met zijn kinderen samen kan zijn. Humphry it ongeduldig. Plott ziet hij een oude kraai waarvoor Humphrey veel medelijden toonde. Op een wandeling door het dorp zien de Baron en Humphrey den kleinen lammen Thomas wien Humphrey eenlg geld geeft. Den volgenden dag neemt de baron zijn zoontjes mee naar een oogstfeett. Aangezien hij naar de »tad terug moet, laat hl) hen op 't veld achter en zegt hun op Virginle te moeten wachten. Humphry tracht i'n broertje over te halen om naar den koelen vijver te gaan, om daar een overhangenden tak te beklimmen, hetgeen de baron hun ttreng verboden heeft. Een tijdlang amuseeren zich de kinderen met het vreemde •pel en In deze aparte omgeving. Zif merken niet hoe het weer veranderd en nu hebben zij het ongeluk van den tak in het water te vallen.
Bij zijn aankomst te Londen ging hij naar de club, om te zien of er brieven voor hem waren, en ontmoette daar een vriend, met wien hij een eindweegs opwandelde en vervolgens naar het Hydepark ging. Eenige oogenblikken bleven zij bij het hek staan, om den stroom van rijtuigen en de rijkgekleede beeren en dames daarin, te beschouwen; maar het was zeer warm en het duurde niet lang of de baron nam afscheid van zijn vriend, om bij den grooten vijver eenige verademing te zoeken. De zwakheid van Alfred, waarover hij zoo dikwijls peinsde, hield ook nu zijn gegedachten bezig. Hij was benieuwd of het kind die ooit te boven zou komen, of een winter in het Zuiden hem goed zou doen, of dat het ook verstandig zou zijn hem eens te Londen te brengen en door een der giootc geneeskundigen voor borstlijders te doen onderzoeken. Het zien, van water toen hij bij den vijver kwam, riep ook den vijver te Wareham in zijn geheugen terug en den tocht die de oorzaak van Alfreds laatste ziekte was geweest. Met schrik schoot het hem te binnen, hoe dicht bij de verleidelijke plek hij de kinderen had achtergelaten, want de vijver was niet ver verwijderd van
■:-"~~-r
den akker waar men bezig was te maaien. Een oogenblik twijfelde hij of hij wel verstandig geweest was Humphrey weder te vertrouwen, maar toen bedacht hij hoe spoedig Virginie bij hen moest geweest zijn en hoeveel menschen rondom hen waren. Bovendien was al hun aandacht op het maaien gevestigd en wanneer hij zich daarbij zijn eigen strenge woorden tot Humphrey herinnerde, en de boetvaardigheid en het berouw van den knaap, dan kon hij nauwelijks geloóven dat hij weder ongehoorzaam zou zijn Toch wilde het hem niet uit het hoofd, en terwijl hij zoo naar het water zag, wenschte hij, dat er in waarheid zulk 'n tooverspiegel was, als waarvan hij de kinderen voorgelezen had, opdat hij zou kunnen zien v.a* er te Wareham gebeurde. Ware zijn wensch op dat oogenblik vervuld geworden, dan zou hij, Humphrey en Alfred met gloeiende wangen en vroolijke gezichtjes op den half verrotten tak hebben zien zitten. Dezelfde weersverandering als te Wareham had nu ook hier plaats. De regenschermen en de kappen der rijtuigen werden opgezet en het duurde niet lang of het park was ledig. De baron nam zijnen weg weder-naar de club en deed
..:Ä«S*tÄ&*ä*5
in de gang van het gebouw gekomen bedaard zijn parapluie dicht, toen hem een telegram overhandigd werd. Haastig doorsnelde hij het bericht, snelde toen de straat op en hield eene vigelante aan. „Naar het Waterloostation", riep hij er in springende, „dubbel geld als gij den trein nog haalt!" Op zulke oogenblikken zijn verwarring en drukte, hoe onaangenaam ook, bepaald nuttig. Zij verhinderden de gedachten te veel bij het pijnlijke te blijven stilstaan, en nemen dus de smartelijkste gewaarwordingen van het eerste oogenblik weg. Daardoor was het dat den baron, eerst toen hij. in den trein zat, en snel maar rustig naar Wareham stoomde, zijn toestand duidelijk werd. Tot zoolang had hij werktuigelijk zitten kijken naar ieder rijtuig dat zij voorbij reden, naar iederen omnibus dien zij achter zich lieten, naar iederen hoek dien zij omsloegen. Hij had gesidderd bij elk oponthoud, zich boos gemaakt bij iederen hinderpaal en aan niets anders kunnen denken dan of hij al dan niet den trein nog zou halen. Nu was de inspanning over, hij leunde achterover in den waggon en las het telegram aog eens bedaard over. Veel wijzer kon hij er niet uit worden; kort en onvoldoende, gelijk de meeste dier berichten, stond er juist genoeg in om niet alle hoop op te geven, en te weinig om de verbeelding eenigszins vrij spel te laten. Het luidde als volgt: „Er is een ongeluk gebeurd. Beide jongeheeren zijn in den vijver gevallen, geen van beide is verdronken. Kom terstond." Zij die dergelijke tijdingen hebben gelezen en herlezen, en te vergeefs beproefd hebben er iets duidelijks uit te vernemen, zullen het best begrijpen, hoe de baron zich het volgende kwartier afmartelde. „Zou dit niet een gedeelte van de waarheid zijn en had men het overige verzwegen? Kon het niet eene voorbereiding zijn? Maar neen — ten zij dan dat het bericht eene bepaalde onwaarheid bevatte, was geen van beide verdronken. Maar waarom hem dan terstond te doen overkomen, als niet Alfreds toestand, na zijn val in het water, hopeloos was. Een nat pak zal Humphrey niet schaden", dacht hij, „dus is het natuurlijk Alfred." Hij dacht, hoe zwak Alfred er uitzag toen hij op het korenveld stond, hij zou zulk een ongeluk niet kunnen doorstaan. Hoe zou het mogelijk zijn, hij, zoo zwak en teer, met de sporen zijner laatste ziekte nog in de glinsterende oogen en op de kleurlooze lippen! (Wordt vervolgd.)
-iiiw, , ,
■
>'9m?^yrmvm#mm*-m*
■
BOEDER'S GEH Em
EEN BLADZIJDE VOOR ONZE LEZERESSEN •♦»•••••••♦♦»••••*<><•»•»•»»*»»<•■«>>»
HOddonóJïCodQ j |ü SMAKELIJKE RQZUNENGERECHTEN Hl %vyacvc6ßjKk Warme rozijnenpudding. 2 eieren; i d.L. melk; 200 gram boter; 200 gram suiker; 200 gram tarwebloem; wat citroensap; 100 gram rozijnen. Bereiding: Boter een weinig verwarmen en luchtig roeren, suiker bijvoegen en onder duchtig kloppen, een voor een de eieren. Daarna de bloem en de rasp er door roeren en tenslotte de melk en rozijnen. Smeer een pijpvorm — warme puddingvorm — met boter, bestrooi de boter m€t suiker, schep het beslag erin en laat de pudding ongeveer een uur koken. Neem ze uit het water, laat ze 5 ä 1 o minuten rustig staan en keer ze om op een schotel. Rozijnentaart. Smeer een platronden taartvorm met boter, schep beslag als voor rozijnenpudding erin en bak ze ongeveer i1^ uur in matig warmen oven. Laat ze afkoelen en keer ze op een taartrand of schotel. Bestrijk ze met vanilleglazuur en decoreer «e met vruchten of oranjesnippers. Van het hier besproken beslag kunnen vele variaties worden gemaakt; met vruchten, krenten, sucade, gestampte amandelen, vijgen, cacaopoeder of fijngehakte chocolade enz. De glazuur wordt bereid door gewone poedersuiker tot een taaie vloeibare massa te roeren met wat koud water. Met een mes wordt deze glazuur gelijkmatig over de oppervlakte der taart gestreken — glaceeren — als deze bijna of geheel koud is. Desverkiezend kan met eenig keukenrood een zachtrood kleurtje aan de glazuur gegeven worden. In deze glazuur doet men het zaad uit een vanillestokje of wat vanillinesuikcr. Voor citroenglazuur wordt 'n verzadigd aroma-klontje met een weinig water op het vuur gesmolten. Denk er om, een zéér klein vlammetje en terwijl
No 74638
No 74636
even roeren. Daarna met poedersuiker aanroeren. Voor sinaasappelglazuur eenzelfde bereiding. Voor koffieglazuur wordt de poedersuiker met sterk Moccaextract vermengd. Chocoladeglazuur met cacaopoeder. Het is raadzaam om voor het glaceeren van koud gebak de glazuur iets te verwarmen. Ze droogt dan sneller op. Ze mag bloedwarm zijn en moet dan langzaam uitvloeien. Bij het glaceeren van gebak, waarvan men steeds de gladste zijde gebruikt, giet men de glazuur midden op en drukt ze met het mes bijna plat gehouden, dun »it over het gebak. LUCULLES.
ZUN MUN RECEPTEN DUUR? Mevr. L. te 's-H. vindt sommige recepten wel wat duur. Dat is ook zoo. Wij zouden aan onze smulrubriek, om zooveel mogelijk volledig te zijn, eigenlijk wat goedkoope recepten moeten toevoegen, doch dit zou teveel plaatsruimte vergen. Wij vinden het jammer, dat de grondstoffen, die onze Hollandsche gebaksoorten zoo heerlijk maken, n.1. natuurboter en eieren, zoo duur zijn. Zeer zeker zijn deze door surrogaten te vervangen of aan te vullen, maar gewoonlijk maakt men zelf iets op dit gebied, niet alleen uit liefhebberij, maar toch ook omdat men zegt: dan wéét ik wat er in zit. En daarvoor is veel te zeggen. En dat geeft vaak den doorslag. Evenwel, wanneer ons van de zijde onzer lezeressen blijkt, dat ook eenige wenken om goedkoop en toch smakelijk zelf iets geneed te maken, welkom zouden zijn, dan spreken wij daar binnenkort eens over. Natuurboter is wél te vervangen, maar niet te evenaren en ik voeg er aan toe: óók eieren niet.
No. 74533
Borstrokjes, onderrokjés, lijfjes, ochtendjasjes; allemaal kindergoed. Wat veel Weertjes hebben ze toch noodig en wat kost het toch een tijd om alles schoon te houden. Wasschen met Lux maakt het werk heel wat lichter. Ieder kleedingstuk dat in dit heerlijke sop gewasschen wordtjs in een oogwenk helder zonder dat men bevreesd behoeft te zijn voor krimpen. Moeder gebruikt altijd Lux voor de Weertjes van de kinderen. Ze weet dat het de eenvoudigste manier is. Werp de Lux-vlokjes eenv-oudig in heet of kokend water, maak een sopje en voeg daarna koud water bij tot het lauw is om de beste resultaten te verkrijgen!
No 73408
L
No. 74638 Moderne japon
No. 74533
hoog aan den hais siuirend, kraag en kaooen on de mouwen van garneerzijde. Benoodtga van 100 cM.breede stol 4 50 M.. of van 135cM, breeae stof 3 M. Verkrijaoaar in bustemaat 90. 95, 100. of-.UOcM.
No 74636
Snoezig zomerjaponnetje
gemakkelijk te maken, met kloKrok, gegarneerd met zijde of stof in afstekende kleur. Benoodigd van 135cM. breede stol 2.50 M. of', van lOOcM. breede stof3.50 M.,van 95cM. breede garneerstof 0.50 M. Verkrijgbaar in bustemaat 90, 95, 100 of 110cM.
Gekieede Japon
met ruim vallende rok en zeer moderne mou-wen. Zijde of marocain is mooi voor dit modei. Benoodigd van 95 cM. breede stof 3.75 M., van 95 cM. breede zijde 1 M. Verkrijgbaar in bustemaat 90, 95, 100 of llOcM.
No 73176 snoezig Jurkje
No 73176
No 73408 Moderne japón
DE LEVERS ZEEP MAATSCHAPPtl WLAAHD1NOEN
voot soort of buiten ; gemakkelijk te maken.. Benooaigd van 95 cM. breede stof 2.50 M. Verkrijgbaar in bustemaat 90 en 95 cM.
Als Uw Kinderen
voor alle soort stoffen, en geborduurd volgens Weidon's strijkpatroon no. 1199. Benoodigd van 70 cM. breede stof 1 75 M of van 135cM. breede stof 1 M. Verkrijgbaar voor den leeftijd van 2—10 jaar.
Izich bezeerd hebben ■
g&bruik dan dadelijk I
met naar binnen vallende nlooien in het voorparxi. Benoodigd van 100 cM breede stof 2 M. Verkrijgbaar voor den leeftijd van 8—16 jaar
Van deze afbeeldingen, welke met toestemming der fa. Weidon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerd, zijn franco D. p. qr-
PUROL^
knipte patronen verkrijgbaartegentoezending van f075 en vermelding van het nöSjpan Mevi. Mil'y Simons. 2e Schuytstr, 261,Den Haaq.
No 73*82 Aardige moderne lurk
No. 73282
iW'^*
i
-wp-
■w
Exzeem Jeukende
MAISON
STRASTERS KAPPER
üitslaé
CH. DE BOURBONSTRAAT 2 TEL. 71205
Indien gij lijdende zijt aan Exzeem, Ringworm, Zeere plekken. Jeukende uitslag, Huidroos of eenige andere vorm van huidziekte: gebruik dan het D.D.D. recept. Een paar druppels maar van deze wonderbaarlijke vloeistof eii gij ondervindt onmiddellijk verlichting. Prikkeling en pijn verdwijnen direct en een paar aanwendingen brengen gewoonlijk een volkomen genezing teweeg. Koopt vandaag aog een flacon a f. 0.75 bij üw Apoth. of rf rog. Uitstel kan? gevaarlijk zijn. Begin dus nu met de genezing.
SPECIALITEIT IN:
BOBBED EN SINGLED HAIR KNIPPEN GENRE 1926
C HUNKERT STADHOUDERSKADE 152
TELEFOONNUMMER 24232
DANSINSTITUUT
D.D.D. in /loc. ä f. 0.76 m f. t.tO. D.DJ>. Meep ä f. ï.- by alle apoth. en drov
Hoevele soorten Toiletzeep bad Boeder reeds gebruikt en geen enkele volkonen bevredigd. De eene was te sterk geparfumeerd, de andere te scbraal en zoo bezat geen enkele de eigenscbappen welke moeder verlangde.
MONA LISA
Nooit werd een wagen met meer enthousiasme ontvangen. Nooit was het publiek zoo eenparig in lofuitingen. De verkoop in enkele weken is boven iedere verwachting vermenigvoudigd. Meer dan 100 voordeden boven iedere wagen in zijn prijsklasse.
AJAX SIX CNASH BUII_T5
toQetzeep, met kaar fijne geur en bijzondere kwaliteit bleek ten volle aan de verwachtingen te beantwoorden.
MONA LISA, kaar naam waardig, heeft spoedig kaar weg gevonden tot in de hoogste kringen en algemeen wordt rij er geroemd om bare „volmaaktheid"
Torpedo, 5 plaatsen f 3575.— Sedan, 5 plaatsen, 4 deuren ... f 4200.— In het brandpunt der publieke belangstellins staat:
Slapeloosheid Overspanninó Gejaagdheid Prikkelbaarheid Examenvrees
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwslerkende
Mijnhardt* Zenuw tabletten
A^enï
(M.v.ZAADHANDEL fEM«ENZAADTEELT
7HA.H0BBEL
AJAX SIX CNASH BUILT)
N.V. H. ENGLEBERT & Co's AUTO-HANDEL DEN HAAG
OPGERICHT
00LTGENSPLAATZH HET „BUREAU-PISUISSE" Levcrug au lamlboirwers en tmabexitlers Men vrage prijscourant Op bijna alle plaatsen veriegenwoordiod
| Abonneert U op dit blad |
2e Schuytsti aat 65 - Den Haag Telefoon 36644 Beiast zich net bel SAMENSTELLEN va» Cabaret programma s en bet organiseeren van Feestavonden, Concerten. Drawingr o om-Ent er tam men tst Soirees particulier es KiadervoorsteUingen, etc. etc.
1898
WELTEVREDEN
David Forbes Grant weten te overtuigen, dat Joanna hem nog steeds liefheeft en op Mary Tate's Ransom's vrouw) mededeeling, dat zij zich met Ransom naar het eiland begeven heeft, volgen beide mannen haar voorbeeld. Intusschen heeft Mary de kustwacht gewaarschuwd en zwaar gewapende douanen betreden eveneens het eiland. Juist bijtijds komen Forbes en Grant bij de hut aan, waar Joanna zich met deh moed der wanhoop tegen haar metgezel verdedigt. Eindelijk worden alle misverstanden uit den weg geruimd en overgelukkig sluit Grant zijn geliefde in zijn armen. De smokkelaars ontgaan hun straf niet en vallen na een hevigen strijd in de handen van de kustwacht. De bekoorlijke Betty Compson vervult de hoofdrol in dit society-drama met een boeienden inhoud, dat door h".\. bureau voor cinematografie „Filma" te Amsterdam wordt uitgebracht. De film toont o.a. tal van mooie tafereeltjes van Miami-Beach, de beroemde badplaats aan de kust van Florida.
Joanna Bruce, de ongekroonde koningin van Miami Beach, wordt steeds omgeven door tal van aanbidders en haar flirt met den millionair Ransom Täte wordt druk besproken. Op zekeren dag echter ontijioet zij den knappen ingenieur Grant North, die voor de maatschappij van haar voogd David Forbes bruggen bouwt. Zij krijgen elkaar lief en Johanna wordt veel ernstiger. Toch laat zij zich door Grant overhalen mee te gaan naar een groot feest en eerst den volgenden morgen keert zij met Tate's jacht terug. Liever dan Grant's vertrouwen te schokken breekt zij zelf haar verloving af. Maar zij voelt zich diep ongelukkig en stort zich opnieuw in den maalstroom van het leven. Maar nu ziet zij het klatergoud en een hevige afkeer maakt zich van haar meester. Met Täte ontvlucht zij de Beach club en volgt hem naar zijn eiland, waar hij eenige zaken heeft af te wikkelen. Deze bestaan in het smokkelen van drank, door watervliegtuigen aangebracht in het ,,droge"Amerika.lntusschen heeft
Sproeten ' komeki vroeg in "t voorjaar Mn pot aai loop tijdig een
SPRUTOL Bij Alia Drogisten
ZWARE WOLLEN DEKENS BLIJVEN ZACHT EN DONZIG, WANNEER ZE GEWASSCHEN WORDEN IN
waiiÏEÏSSfifl^-^'-. ■; v „at-*
■..r.iiy-.-.-^....,.A;.i.i-..-^
.-.-iw■►*'..„
iniif «,-^
■;.»iiiri^~an.
JHÜ
^^^^^m^mmFmm^m^mmmmmmm
EN PARJAGE EN VOVAGE
'•. Is waarachtig waar ookl Ik was aan het vertellen van ons toumeetje. Maar er is sindsdien alweer zooveel tijd overheen gegaan, en ik was op reis en weer op reis en nog eens op reis. zoodat ik me weinig meer van de bijzonderheden herinner. Dat heb je zoo als je oud wordt. Doch waar de redactie van ,,Het Weekblad" C. & T. me schreef, dat het zeer onbehoorlijk is, om voorschot op te nemen en dan niets meer van je te laten hooren, zal ik trachten hierbij een slot te draaien aan mijn eenmaal zoo grootsch opgezette reisbeschrijving. Sneek was dus een fiasco geweest. Van daaruit gingen we naar Groningen. Bovenzaal „Harmonie". Met «ngezond-overmatige belangstelling informeerden we of er al iets besproken was. We hadden evengoed kunnen informeeren of er geen erfenis voor ons was losgekomen van een rijken, doch overleden oom uit Amerika. Neen natuurlijk. Wat dus doen? Voorstelling door laten gaan of voorstelling aflasten.
A ^^"^ ftl^^^^^KSKBk
JW
%
<ÄI
«li^B ^B
De Duitsche portier, welke met de kaartverkoop belast was Door laten gaan, meende de gérant van de „Harmonie". Voor de rest een zeer netten man. De voorstelling verliep normaal. Ook hier werden we pijnlijk getroffen door de vele zetels, welke hunne avond in ledigheid doorbrachten, en ook hier was het aplaus grooter dan de winst. Een vriend van me, welke de voorstelling op een vrijbiljet had bijgewoond, verzekerde me na afloop, dat ik het beste nummer was geweest van het geheale programma. Vervolgens bood hij me op mijn kosten een glas bier aan, en vroeg of ik een tientje voor hem te leen had. Verder herinner ik me van Groningen alleen nog maar, dat in het spookachtige pension, waar we logeerden, ook nog een geëxalteerde dame woonde welke den volgenden morgen tusschen andere nonsens door verklaarde, dat het onmogelijk was dat ik goed geslapen had, aangezien er in mijn slaapvertrek daags tevoren een spiritistische séance gehouden was, en dientengevolge vele „intelligentie's" in mijn kamer waren blijven naplakken. Het spijt me voor haar en haar intressante levenspose, doch van haar vrienden uit het geestenrijk heb ik geen last gehad. Den 4den November waren we in Hilversum. In het „Hof van Holland" Hoevele zalen zouden er wel in ons land zijn, welke klakkeloos dezen idioten naam van elkander overgenomen hebben?
ledere bewoonde vierkante meter grond in Nederland heeft een „Hof van Holland". Op één na. Die ééne bevindt zich te Charlois bij Rotterdam. Doch het gebouw wat daarop rust heet: „Het Hof van Bourgondië". Dat is nóg erger! Het schouwspel wat we bij aankomst, te zien kregen, was inderdaad bemoedigend. Het publiek was gewoonweg aan het vechten, aan het stompen, aan het slaan..,. om toch vooral maar buiten te kunnen blijven. Aan de kassa werd ons weliswaar door den Duitschen portier, welke met de kaartverkoop belast was, meegedeeld dat er nog niets verkocht was, doch bij wijze van troost gaf hij ons een opsomming van alle gezelschappen, welke reeds in Hilversum voor leege zalen hadden gespeeld. Toen hij na drie uur en twee-en-veertig minuten daarmede gereed was, begon de voorstelling, welke verliep als de beide vorigen. De vrouw van Meyer Hamel zat in de zaal, en drie neven en een nicht van Franz Daum. Meyer Hamel had dien avond zeer veel succes. Franz Daum kjeeg een ware ovatie. De pers was vertegenwoordigd door een tweetal beminnelijke dames, welke ons allerbeminnelijkst versloegen. Voor 5 Nov. stond Middelburg op 't programma. Doch langzamerhand maakte de twijfel. wat zeg ik, de twijfel.... de vertwijfeling zich van ons meester 1 De condities^ welke wij met de verschillende zaalhouders afgesloten hadden, volgens 'n systeem, waarbij wij nergens zaalhuur behoefden te betalen, doch enkel een zeker percentage moesten afstaan van de eventueel te maken recettes, waren wel van dien aard, dat we nooit grof konden verspelen, maar afgezien nog ervan, dat we de gage's welke wij anders verdienden nu derfden, kwam buiten hotel- en abonnementskosten deze grap ons toch gauw op een gulden of vijf zes per dag. Per persoon natuurlijk. Toen dan ook Middelburg weereen „sof" bleek te zijn, — ik heb U gezegd, lezer, dat mijn verhaal eentonig zou zijn — hebben we maar ineens een wanhoopsdaad gepleegd. We belden alle zaalhouders op waar we een overeenkomst mee hadden aangegaan met het verzoek ons van onze verplichtingen te ontslaan. Ten opzichte van Apeldoorn, Utrecht en Alkmaar gelukte dit kunstje. Doch Vlissingen, Enschedé, Haarlem, Bussum, Winschoten en Hoogezand moesten we afwerken. In telegramstijl zal ik U het verslag dezer „afwerking" nog even geven. Middelburg was slecht bezet. Vlissingen weinig publiek. In Enschede een zoo goed als leege zaal. Daarentegen in Haarlem ook. Bussum viel geweldig mee. Daar waren — personeel meegerekend — 18 toeschouwers in de zaal. Bovendien had Daum daar de attentie gehad de critieken uit Haarlem mede te brengen. Nog zie ik bij de lezing daarvan Hamels gezicht betrekken. Wij tingeltangeliers en tingeltangelières zijn weliswaar altijd gewoon geweest door de pers stiefmoederlijk behandeld te worden, en in de oogen der critici staat een cabaretauteur welke vijftig liedjes per jaar produceert, waarvan er altijd wel eenige zijn, welke gemeengoed worden voor een geheel volk, véél en véél lager dan een tooneelschrijver welke in zijn geheele leven twee stukken geschreven heeft, waarvan er dan nog één gevallen is als een baksteen, doch zooals Haarlem ons kleineerde, neen, dat hadden we geen van allen ooit meegemaakt. Terloops acht ik het niet onvermakelijk even mede te deelen dat dezelfde krant, welke mij daar uitkleedde tot op mijn, bij Piotzke in de Utrechtschestraat te Amsterdam voor vier gulden
op een uitverkoop gekochte hemd, precies acht dagen later over mijn optreden in de „Modern" te Haarlem schreef, dat ik in mijn liedjes een ongelooflijke hoogte bereikt had. Ik zou dus wel eens willen weten wanneer van de beide keeren de verslaggever dronken is geweest! Intusschen kwam met bevrijdende zekerheid het einde van onze tournee. Het einde wat zich evenals het begin in het hooge noorden afspeelde. Hier gebeurde nog iets, wat ik tactischer had kunnen verzwijgen, doch wat ik vertel, omdat het voorval karakteristiek is voor catastrophaal verloopende en partage tournée's: Twee der vroolijke „kameraden" waren zoo kameraadschap pel ijk om ons in den steek te laten. Eén van hen had reeds vooruit gezegd, dat hij met het oog op een lucratiever verbintenis voornemens was den 14en en 15en November ziek te zijn, waar ten slotte, in dezen zin bedoeld, en onder onze belabberde omstandigheden iet5 voor te zeggen was, doch hij had ons op handslag beloofd een rempla^ant te sturen, en als U die rempla9ant gezien hebt, heb ik hem ook gezien
Nog zie ik Hamei's gezicht betrekken....
AILS' VROOW13N BBOEERBN
Door een val met zijn vliegmachine is de vliege nier Jack Bruce zoo verwond, dat hij niet meer in staat is in het onderhoud van zijn vrouw Isa en zijn zoon Dicky te voorzien. Hij staat zijn vrouw toe een betrekking te zoeken mits zij niet aan het tooneel gaat. Ze vindt evenwel een plaats als danseres in het Forum-theater, maar zegt nachttelefoniste te zijn. Op 'n avond biedt de directeur haar aan, de rol van een ziekgeworden danseres aan te nemen en ze pakt de gelegenheid om vooruit te komen gretig aan. Olive, een nicht van haar man heeft Jack ook lief en tracht Isa zooveel mogelijk onaangenaam te .zijn. Zij geeft den detective Peter Langdon opdracht Isa na te gaan en deze gelukt het uit te visschen, wat Isa's betrekking is. Juist op den avond, die beslissend is voor de toekomst van de jonge vrouw neemt Olive Jack mede naar het Forum theater. Een hevige scène volgt na afloop en Jack wijst Isa de deur. Olive brengt Jack op haar landgoed om te trachten zijn liefde te winnen, maar hij kan zijn eerste vrouw niet vergeten. Isa raakt Jack's spoor kwijt en begeeft zich naar Italië in de hoop hem daar te zullen
En de ander was zoo collegiaal om ons plotseloos in Winschoten te verrassen met een briefje, waar zonder meer in stond dat hij er tabak van had, en niet meer kwam. Enfin, met één brutafteit hebben we de zaalhouders en het publiek voor staan te liegen, dat twee onzer makkers tengevolge van het gezegende Hollandsche klimaat plotseling ziek waren geworden, hebben we met het oog op de eventueele eventualiteiten het publiek omtrent het al of niet doorgaan der voorstelling laten beslissen, waarbij het het eerste koos, en hebben we ons met eenig geschipper door de beide laatste, overigens welgeslaagde vertooningen hèengeslagen. En nu het résumé van mijn ervaringen? Dat ik, die uit een goed engagement kwam, en met eenige goede toekomstcontracten in mijn zak liep, gemakkelijk dit tournéetje tot het bittere einde kon volhouden, en er achteraf goedkoop om kan glimlachen, doch mijn coHega's uit tooneelen variétéwereld welke dergelijke reisjes wenschen te ondernemen, in de stille, doch Vurige hooper iets mee te verdienen, kan ik, hoe onwelvoeglijk dit misschien ook moge klinken geen andere raad geven dan deze: Drink je voor je laatste oenten liever een flink stuk in je kraag, dan heb je tenminste maar één dag een kater, en anders alle dagen die je tournee duurt, en wie weet nog hoevele dagen daarna. — Ik heb gezegd! ALEXANDER DE HAAS.
_
.-„
.
■
-v..-,■■-::..,,.^,.. ,
treffen. Een spoorwegongeluk doet haar het geheugen verliezen. Haar naam komt voor onder de slachtoffers en haar man vertrekt onmiddelijk naar Rome, waar slechts een eenvoudig kruis de aanduidt, waar de vrouw, die voor Isa gehouden werd, begraven is. De directeur van het Forum-theater vindt op zekeren dag Isa terug en het gelukt hem haar het geheugen weer te geven. Isa gaat weer aan het tooneel en op den avond van haar tweede debuut ziet J ack haar in het theater. Olive, die in Dicky een hinderpaal tusschen haar en Jack ziet, heeft het kind uitbesteed bij den detective Langdon, maar Isa's vriendin ontmoet de kleine al bedelende langs de straat. De defectieve was namelijk gevangen genomen. Olive- die zich ook in het theater bevindt wordt door een inspecteur van politie verkocht mee te gaan naar Isa's kleedkamer. Daar ziet zij Jack, Isa en Dicky hereenigd. Van een vervolging tegen Olive wordt afgezien, omdat Isa zoo gelukkig is in 't bezit van man en kind. De Emelka te Amsterdam heeft dit filmwerk,vervaardigd naar den roman van Patrick McGill in ons land gebracht. Imogen Robertson en Alfons Frijland vervullen de voornaamste rollen.
■
[' A
■- -.*'/-■-. .—^—^
^-
E1LÏCKBÏT
BELGISCHE UITGAVE Frs. 0.50
jm 2. H: 5.
g JlJ.J.b'i'
^^
2^8 cmlUMS
|
MUSIK VON PIERRE PALLA
WORTE VON RICHARD DEHMEL m
■
■
MAOILBR 3cfine 11.
-•
—
'fppn
t
1 1
«f^v
Onftm^;^Th«=>i=^<=io
BÊk
j)
^
}ierf. . aot,vviedrc3 i-5fc die "Nöt.tu/irWoch 5ueb.2eh.ii Kulc» te ^
^^
Z3
P
^fr? ^^
f3
2
n
IH e.ter
^^
P^ s
ö
"' j'^ j;
s
s f
^§
f
^
$
;-
nu/r. Ich
rad...Je
rad.Je
rad.Je
ra d.. 1e
rad.Je
rad.-le
7,
ra. fe
Wue tz= 5
i^Ë3
ra.
Wer
f
5
(| / \
(i
ï -i
m
i 'P
^d.le
3
45
5
5
^ J J "I J J J rid.le
rdd.le
had. le
Ï
^==1
I3
ï P ^ D )
S3E
^
h^^t^m jAHi.mer.tdl'kh
ni/e.matefüJil.te (oer?e-da1,J?em i/5tdL6U/elt ein
md.le
=^
rad. ie
^
ra.
7x
Hergott, wie gross ist die "Natur. Noch siebzehn Kilometer nur. Ich radle, radle, radle.
Wer niemals fühlte per Pedak Dem ist die Welt ein Jammertal! Ich radle, radle, radle.
So kann man einfach an der Zeh n Den Fortschritt desJahrhunderts sehn. Ich radle, radle, radle.
Wie herrlich lang war die Chaussee! Jetzt kommt das achte Feld voll Klee. Ich radle, radle, radle.
tinst suchte man im Pilgerkleid Den Weg zur ewigen Seligkeit. ich radle, radle, radle.
Noch Goethe machte das zu Fuss. Und Schiller ritt den Pegasus. Ich radle, radle, radle. 2 APRIL 1926 2fiI6MMMHW£E0BM^MUw^ »^
REDACTIE EN ADMINISTRATIE: GALGEWATER 22. LEIDEN ' -—^V-^&Si:*^.. __,
:■
.
. ..■■,J^^^tea^«^JM^
■
..--4ihM^.^ti^~
.■.■■■■Wtl,!. mi*.'—.mi1?.!. .■■.jir.ii.r.ï.ii-'iia^bii.riH