el and h l i a Det oenen Sch
NKELKLIMAAT * CBW-MITEX * WIJ ZORGEN VOOR HET IDEALE WINKELKLIMAAT * CBW-MITEX * WIJ ZORGEN VOOR HET IDEALE WINKELKLIMAAT * CBW-MITEX * WIJ ZORGEN VOOR H
Kengetallenonderzoek schoenen
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
2
Colofon Het rapport ‘Kengetallenonderzoek schoenen’ is een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) in samenwerking met de brancheorganisatie CBW-MITEX. Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan deze rapportage is verricht door CBW-MITEX. Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met de bedrijfsadviseurs van CBW-MITEX, e-mail
[email protected], telefoonnummer 030 – 6973160 of Renate de Vree van het HBD, e-mail
[email protected], telefoonnummer 070 – 3385600. Het HBD maakt zich sterk voor een gezonde detailhandel, waarin het goed ondernemen en werken is. In het HBD werken samen: MKB-Nederland, Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH), FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond. Extra exemplaren van deze publicatie en andere publicaties van het HBD zijn te bestellen: • via internet: www.hbd.nl • per e-mail:
[email protected] • per fax: (070) 3385711 • per telefoon: (070) 3385666 Copyright © 2010 Hoofdbedrijfschap Detailhandel Het HBD hecht veel belang aan de verspreiding van kennis over de detailhandel. U mag dan ook gedeelten uit deze publicatie overnemen, mits met bronvermelding. Het integraal reproduceren van de inhoud van deze publicatie is echter alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van het HBD.
Hoofdbedrijfschap Detailhandel Nieuwe Parklaan 72 – 74 Postbus 90703 2509 LS Den Haag T 070 3385600 F 070 3385711 E
[email protected] I www.hbd.nl Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijk zorg besteed. CBW-MITEX en HBD kunnen echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
3
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Inhoudsopgave 1 2
Inleiding
4
Marktschets
5 5 6 7 8
2.1 Verkoopseizoenen 2.2 Marktomvang en marktaandelen 2.3 Omzetontwikkeling 2.4 Internet
3
Exploitatiebeeld 3.1 Winst- en verliesrekening 3.2 Toelichting winst- en verliesrekening
4
Kengetallen 4.1 Ruimte 4.2 Arbeid 4.3 Voorraad 4.4 Overige kengetallen
9 9 10 11 11 13 14 15
Bijlage 1: Toelichting begrippen winst- en verliesrekening en balans
16
Bijlage 2: Toelichting kengetallen
20
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
4
Inleiding Dagelijks moet u beslissingen nemen die bepalend zijn voor het succes en het rendement van uw bedrijf. Ervaring en intuïtie zijn daarbij vaak niet voldoende. Daarom is het van groot belang dat u kunt sturen op cijfers. Dit rapport biedt deze cijfers voor de schoenenbranche. De kengetallen die aan de orde komen zijn gebaseerd op het Kengetallenonderzoek voor schoenenzaken over het boekjaar 2008 en de resultaten uit de Schoenmonitor 2009. Het Kengetallenonderzoek is uitgevoerd door CBW-MITEX en is tot stand gekomen met dank aan ondernemers die hun jaarverslag ter beschikking hebben gesteld. De resultaten in het rapport stellen u in staat uw eigen cijfers te vergelijken met de gemiddelden in de schoenenbranche. Deze resultaten zijn geen norm, maar zeer waardevolle aanwijzingen voor uw eigen bedrijfsvoering. Er kunnen goede redenen zijn waarom uw onderneming op bepaalde kengetallen onder of boven het gemiddelde scoort. U kunt een keuze gemaakt hebben, bijvoorbeeld voor een A1locatie met bijhorende huisvestingslasten, waardoor deze afwijkingen van het gemiddelde verklaarbaar zijn. Als de verklaring ontbreekt, heeft u reden om nader onderzoek te (laten) verrichten. Wanneer u op deze wijze te werk gaat, zult u merken dat bedrijfsvergelijking een continu proces is. Met dit rapport kunt u steeds weer nagaan hoe uw positie op specifieke punten is, kunt u zelf maatregelen treffen of een bedrijfsadviseur van CBW-MITEX inschakelen. Het rapport begint in hoofdstuk 2 met een marktschets, waarbij kort ingegaan wordt op kenmerken van en ontwikkelingen binnen de schoenenbranche. In hoofdstuk 3 wordt een gemiddelde winst- en verliesrekening gegeven, voorzien van een toelichting. Hoofdstuk 4 behandelt een groot aantal kengetallen. Alle genoemde bedragen zijn, tenzij expliciet vermeld, exclusief BTW. Met vragen over sturen op cijfers, de vergelijking van uw eigen cijfers met die in dit rapport of over het verbeteren van uw resultaat, kunt u terecht bij de CBW-MITEX bedrijfsadviseurs, via telefoonnummer 030-6973160 of
[email protected]. Kijk voor meer informatie over bedrijfsadvies, markten bedrijfsonderzoek, juridisch advies en personeelsadvies op www.cbwmitex.nl.
5
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Marktschets 2.1 Verkoopseizoenen De verkoop van schoenen kent traditioneel grofweg twee seizoenen. Het voorjaar loopt van februari tot en met juli en het najaar van augustus tot en met januari. De belangrijkste omzetmaanden zijn april, mei, september en oktober. Steeds vaker worden schoenen niet in twee seizoenen bij bedrijven uitgeleverd, maar meer gespreid door het jaar heen. Desondanks blijkt het seizoenspatroon zoals hier geschetst nog altijd overeind te staan. De belangrijkste verkoopmaanden kunnen vaak nog beter worden door goede marketingactiviteiten te ontwikkelen. Vroeg in het seizoen de verkoop stimuleren kan leiden tot een hogere doorverkoop en dus minder omzetdruk op het tweede deel van het seizoen. Omdat vroeg in het seizoen de hoogste brutomarges gerealiseerd worden, kan het uiteindelijke rendement hierdoor worden verbeterd.
FIGUUR 2.1 OMZETAANDEEL PER MAAND 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jan
feb
mrt
apr
mei
jun
2009
Bron: CBW-MITEX Schoenmonitor
jul
aug
2008
sep
okt
nov
dec
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
6
2.2 Marktomvang en marktaandelen In 2008 werd er ruim € 2,2 miljard euro (incl. BTW) besteed aan schoenen, laarzen en dergelijke. Dat is € 306 per huishouden en € 135 per hoofd van de bevolking. De bestedingen aan schoenen vinden voor het overgrote deel plaats in schoenenzaken. (Bron: HBD)
FIGUUR 2.2 MARKTAANDEEL VERKOOPKANALEN SCHOENEN
5%
2%
6% Schoenenzaken Sportzaken
13%
Niet-detailhandel
74%
Ambulante handel, postorder Warenhuizen en overige winkels
Bron: HBD
7
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
2.3 Omzetontwikkeling De schoenenbranche is erg conjunctuurgevoelig. De verkopen volgen doorgaans de ontwikkelingen van de economie, en dan met name die van het consumentenvertrouwen. Door de kredietcrisis en de daarop volgende recessie is het consumentenvertrouwen sinds de tweede helft van 2007 hard onderuit gegaan. Samen met de oplopende werkloosheid zorgde dit in 2008 en 2009 voor een afwachtende houding bij consumenten, hetgeen in beide jaren resulteerde in lagere omzetten. Inmiddels is Nederland uit de recessie en is het consumentenvertrouwen weer wat gestegen. Het herstel is vooralsnog echter fragiel, waardoor 2010 naar verwachting ook nog een moeilijk jaar zal zijn.
FIGUUR 2.3 OMZETONTWIKKELING SCHOENEN LAATSTE 5 JAAR 6% 4% 2%
5,0%
3,8%
2,9%
0% -3,7%
-2%
-4,4%
-4% -6% 2005
2006
Bron: CBW-MITEX Schoenmonitor
2007
2008
2009
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
8
2.4 Internet De afgelopen jaren is internet een steeds belangrijker verkoopkanaal van schoenen geworden. In 2008 bedroegen de online bestedingen aan schoenen en kleding € 353 miljoen euro (incl. BTW), wat neerkomt op 2% van de totale consumentenbestedingen aan schoenen en kleding en een stijging van 24% ten opzichte van een jaar eerder. Volgens de Thuiswinkelorganisatie steeg dit bedrag in 2009 door tot boven de € 400 miljoen (incl. BTW). Internet is echter niet alleen belangrijk vanwege de verkopen. Bij 28% van de aankopen van schoenen en kleding heeft de consument zich georiënteerd via internet. Het belang van een goede website en goede online vindbaarheid wordt daardoor steeds groter. (Bron: Multichannel Monitor 2009 – HBD/Thuiswinkel.org)
FIGUUR 2.4 ONLINE BESTEDINGEN KLEDING EN SCHOENEN (* 1 MILJOEN) € 400 € 350 € 300 € 250 € 200 € 150 € 100 € 50 €2004
2005
Bron: Blauw Research, Thuiswinkel.org
2006
2007
2008
9
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Exploitatiebeeld 3.1 Winst- en verliesrekening Omzet
100,0%
Af: Inkoopwaarde van de omzet
59,0%
Brutomarge
41,0%
Personeel - Eigen personeel (excl. directiesalaris BV) - Werk door derden Huisvesting/inventaris/machine - Huur bedrijfspanden - Energiekosten - Overige huisvestingskosten - Inventaris- en machinekosten
17,4% 17,3% 0,1% 9,3% 7,2% 1,0% 0,8% 0,3%
Vervoermiddelen
1,0%
Verkoopkosten - Reclame- en advertentiekosten - Overige verkoopkosten
1,6% 1,0%
2,6%
Algemene kosten - Accountants- en administratiekosten - Overige algemene kosten
1,2% 2,1%
3,3%
Afschrijvingen
1,6%
Totale kosten
35,2%
Bedrijfsresultaat (excl. financiële lasten) Financiële baten en lasten - Betaalde hypotheekrente - Betaalde overige rente Bijzondere baten en lasten
5,8% 1,2% 0,5% 0,7% 0,5%
Nettowinst (voor aftrek directiesalaris) Gewaardeerd loon ondernemers en BV-directie Economisch resultaat
5,1% 5,4% -0,3%
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
10
3.2 Toelichting winst- en verliesrekening Brutomarge Omdat grotere bedrijven vaak goedkoper kunnen inkopen, ligt de brutomarge bij hen vaak een paar procentpunten hoger dan bij kleine bedrijven in de schoenenbranche. De gemiddelde brutomarge van de totale schoenenbranche ligt op 41%.
Personeelskosten en gewaardeerd loon De hoogte van de personeelskosten wordt sterk beïnvloed door de rechtsvorm van een bedrijf. Bij eenmanszaken, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen wordt onder personeelskosten geen loon voor de ondernemer(s) en eventueel meewerkende partner(s) in de winst- en verliesrekening opgenomen. Het ondernemersloon staat apart vermeld onder de post gewaardeerd loon. Bij een BV of NV wordt het ondernemersloon juist wel tot de personeelskosten gerekend, waardoor de personeelskosten over het algemeen hoger zijn. Om de verschillende posten in de winst- en verliesrekening goed te kunnen vergelijken is in dit rapport per onderneming, ongeacht de rechtsvorm, een gewaardeerd loon à € 40.000,- genormeerd. Dit geldt voor één ondernemer. Voor de overige meewerkende ondernemer(s) wordt een gewaardeerd loon toegekend op basis van de gemiddelde loonkosten van de onderneming, dat vervolgens toegevoegd wordt aan de personeelskosten. In deze systematiek worden de directiesalarissen van BV’s herberekend en opgenomen onder het gewaardeerd loon. Naast de rechtsvorm is ook de locatie van een bedrijf een belangrijke factor voor de hoogte van de personeelskosten. Doorgaans zijn de personeelskosten op een Alocatie lager dan bij solitaire vestigingen omdat de selfservice ratio er hoger is.
Huisvestingskosten en verkoopkosten Na de personeelskosten zijn de huisvestingskosten de grootste kostenpost voor schoenenzaken. Uiteraard maakt het veel verschil of er sprake is van een eigen pand of een gehuurd pand. Daarnaast hangt veel af van de locatie. Deze bepaalt niet alleen de hoogte van de huisvestingskosten maar speelt ook een rol bij de verhouding tussen de huisvestingskosten en de verkoopkosten. Bedrijven op een aantrekkelijke locatie, waar veel bezoekers komen, kunnen de hogere huisvestingskosten vaak gedeeltelijk compenseren met lagere verkoopkosten. Vanwege het hogere aantal bezoekers op A-locaties zijn daar vaak minder marketingactiviteiten vereist dan op minder aantrekkelijke locaties. Anderzijds is het door de economische recessie ook op A-locaties steeds moeilijker geworden om kopende klanten binnen te halen, hetgeen de noodzaak van marketingactiviteiten heeft vergroot.
11
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Kengetallen 4.1 Ruimte In de schoenenbranche bedraagt de omzet per vierkante meter gemiddeld € 2.844.
TABEL 4.1 KENGETALLEN RUIMTE Omzet per m² (excl. BTW) € 2.844
Afzet per m² 44 paren
Vloerefficiency (brutowinst per m²) € 1.165
Afhankelijk van een aantal factoren, zoals de locatie, de regio en het prijsniveau, kan de vloerproductiviteit bij individuele schoenenzaken afwijken van het gemiddelde. Ook de totale omzet die een onderneming behaalt in de verkoop van schoenen is van invloed. De omzet per vierkante meter is hoger naarmate de omzet van een onderneming hoger is.
FIGUUR 4.1 OMZET PER M² NAAR OMZETKLASSE € 4.500 € 4.000 € 3.500 € 3.000 € 2.500 € 4.266
€ 2.000 € 3.035
€ 1.500 € 1.000
€ 2.844
€ 1.835
€ 500 €€ 0 - € 550.000
Bron: CBW-MITEX Schoenmonitor
€ 550.000 - € 850.000
> € 850.000
Schoenen totaal
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
12
De omzet per vierkante meter wordt ook beïnvloed door de samenstelling van het assortiment. Bedrijven die schoenen verkopen in het luxe assortiment behalen met afstand de hoogste vloerproductiviteit.
FIGUUR 4.2 OMZET PER M² NAAR SAMENSTELLING VAN HET ASSORTIMENT € 7.000 € 6.000 € 5.000 € 4.000 € 3.000
€ 5.910 € 4.878
€ 2.000 € 1.000
€ 2.387
€ 3.148
€Algemeen
Bron: CBW-MITEX Schoenmonitor
Mode
Comfort
Luxe
13
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
4.2 Arbeid Ongeveer 4 op de 5 medewerkers in schoenenzaken zijn verkoopmedewerkers. Uit het salarisonderzoek 2009 van CBW-MITEX blijkt dat het gemiddelde salaris van een verkoopmedewerker in de schoenenbranche op € 1.477 ligt. Slechts 12% van hen werkt fulltime. De gemiddelde omzet per verkoopmedewerker (omgerekend naar FTE) bedraagt € 177.293.
TABEL 4.2 KENGETALLEN ARBEID Omzet per verkoopmedewerker € 177.293
Omzet per FTE
Arbeidsefficiency
€ 140.860
€ 57.706
De arbeidsefficiency geeft de gerealiseerde brutomarge per FTE weer. Dit kengetal kan daarom gebruikt worden om een vergelijking te maken tussen bedrijven met een verschillende omzet per kracht of brutomarge. De gemiddelde selfservice ratio ligt in de schoenenbranche op 35. Dat wil zeggen dat schoenzaken per 35 vierkante meter verkoopvloeroppervlakte één FTE in dienst hebben. Ligt de selfservice ratio hoger, dan kan dat komen door een groter aantal vierkante meters verkoopvloeroppervlakte en/of door minder personeel.
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
14
4.3 Voorraad De omzetsnelheid van de voorraad (3,29 bij schoenenzaken) geeft het tempo aan waarmee de goederenvoorraad verkocht wordt. Hoe sneller de voorraad wordt verkocht, des te sneller er geld beschikbaar komt om leveranciers te betalen. Met andere woorden: hoe hoger de omzetsnelheid, des te beter. Efficiënt omgaan met de voorraad vraagt echter meer dan het zo snel mogelijk verkopen van de voorraad. De brutomarge die gerealiseerd wordt op deze verkopen speelt eveneens een belangrijke rol. Het is voor een onderneming daarom van groot belang om het juiste optimum te vinden tussen het aantal keer verkopen van de voorraad en het realiseren van een passende brutomarge. De voorraadefficiency is hierbij een handig kengetal, omdat het een indicatie geeft voor de winstgevendheid van een onderneming.
TABEL 4.3 KENGETALLEN VOORRAAD Omzetsnelheid 3,29
Voorraadefficiency 1,35
Omloopsnelheid 3,65
Een derde kengetal dat betrekking heeft op de voorraad is de omloopsnelheid. Deze geeft aan in hoeveel maanden de voorraad wordt verkocht. In de schoenenbranche is dat 3,65 maanden. Het laatste kengetal dat iets zegt over de voorraad is de goederenintensiteit. Deze geeft de gemiddelde voorraad per vierkante meter verkoopvloeroppervlakte. Hoe hoger de waarde van dit kengetal, hoe voller de winkel. Bij schoenenzaken is de goederenintensiteit 718.
15
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
4.4 Overige kengetallen TABEL 4.4 KENGETALLEN OVERIG Crediteurentermijn (in dagen) 9,6
Solvabiliteit 53,5%
Een belangrijk kengetal voor de liquiditeitspositie van een onderneming is de crediteurentermijn. Dit kengetal geeft de gemiddelde termijn waarbinnen de onderneming crediteuren betaalt. Hierbij geldt: hoe lager, hoe beter. Een hoge crediteurentermijn wijst er immers dikwijls op dat ondernemers lopende verliezen financieren met leverancierskrediet. De crediteurentermijn geeft daarmee een globale indruk van de financiële structuur van een bedrijf. Een belangrijk aandachtspunt bij leverancierskrediet is dat ondernemers zich onvoldoende realiseren wat de kosten zijn van deze vorm van financiering ten opzichte van bijvoorbeeld de kosten van een rekening-courant bij de bank. Misgelopen betalingskorting kan op jaarbasis makkelijk een grotere kostenpost zijn dan de rente die over een rekening-courant betaald moet worden. Gemiddeld is de crediteurentermijn in de schoenenbranche 9,6 dagen. Dat betekent dat veel ondernemers profiteren van betalingskortingen die leveranciers bieden. De gemiddelde solvabiliteit is 53,5%. Hoe hoger de solvabiliteit van een onderneming, des te beter de financiële situatie van de onderneming kan worden aangemerkt, aangezien het vreemd vermogen een lager bestanddeel van het totale vermogen inneemt.
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
16
Bijlage 1 Toelichting begrippen winsten verliesrekening en balans In deze bijlage wordt aangegeven welke opbrengsten en kosten precies onder de verschillende posten op de verlies- en winstrekening vallen. Al deze posten worden exclusief BTW opgenomen. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de verschillende balansposten, die allen tegen boekwaarde worden opgenomen.
Omzet Gerealiseerde netto-omzet conform de jaarrekening, inclusief ontvangsten werkplaats, atelier en overige verdiensten. Kasverschillen worden verrekend met de omzet.
Inkoopwaarde van de omzet • • • • • • •
inkopen van de goederen, grondstoffen en hulpmaterialen vrachtkosten contributies en omslagkosten van inkoopverenigingen afschrijvingen op en herwaarderingen van voorraden minus: eigen verbruik goederen minus: ontvangen omzetbonussen minus: betalings- en kwantumkortingen
Opmerking: tegen inkoopprijs aan collega’s doorverkochte goederen moeten uit de omzet en de inkoopwaarde worden geëlimineerd.
Personeelskosten directie (in geval van B.V.) Salaris, vakantiegeld, tantièmes, sociale lasten en pensioenpremies van directieleden, plus overige vergoedingen aan directieleden.
Personeelskosten overig personeel • • • • • •
lonen, salarissen, vakantiegeld, gratificaties, tantièmes, sociale lasten en pensioenpremies opleidingskosten reiskosten woon-werkverkeer kosten van bedrijfskleding (aanschaf en reiniging) overige personeelskosten (consumpties, geschenken e.d.) betaling aan uitzendbureaus voor uitzendkrachten
17
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
•
minus: ontvangen ziekengeld
Opmerking: ontvangen loonsubsidies moeten worden geboekt op incidentele baten en lasten
Werk door derden (inleenpersoneel) • •
kosten die zijn gemaakt door inschakeling van freelancers (bijv. etaleur) atelierkosten (vermaakkosten)
Kale huur winkelpand(en) • • •
betaalde huur of leasekosten van winkelpanden minus: huurkosten die betrekking hebben op privé-/woongedeelte minus: opbrengsten uit onderverhuur
Opmerking: servicekosten worden geboekt onder overige huisvestingskosten. Huur van aparte werkplaats of magazijnruimte wordt geboekt onder kale huur aparte magazijnruimte, werkplaats, e.d.
Kale huur aparte magazijnruimte, werkplaats e.d. • • •
betaalde huur of leasekosten van aparte magazijnruimte of werkplaats (atelier) minus: huurkosten die betrekking hebben op privé-/woongedeelte minus: opbrengsten uit onderverhuur
Opmerking: servicekosten worden geboekt onder overige huisvestingskosten.
Energiekosten • •
kosten van gas-, electriciteit- en ander brandstofverbruik, inclusief water minus: privé-verbruik
Overige huisvestingskosten • • • •
onderhoud, reparatie en schoonmaak van bedrijfspanden servicekosten van gehuurde bedrijfsruimte verzekering en onroerende zaakbelasting (OZB) van bedrijfspanden minus: kosten die betrekking hebben op privé-/woongedeelte of op een verhuurd (deel van een) bedrijfspand
Inventaris- en machinekosten •
onderhouds-, reparatie- en verzekeringskosten van winkelinventaris, inrichting en machines
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
• • •
18
winkelbeveiliging (detectiepoortjes en andere hardware) kleine aanschaffingen van bedrijfsbenodigdheden, gereedschappen, e.d. huur- of leasekosten van inventaris en/of machines
Kosten vervoermiddelen • • • • •
brandstof-, onderhouds- en reparatiekosten van vervoermiddelen verzekering, motorrijtuigenbelasting huur- of leasekosten van vervoermiddelen contributie ANWB, wegenwacht en EVO minus: privéaandeel autokosten en eventuele schade-uitkeringen
Reclame- en advertentiekosten • •
reclamedrukwerk (folders) en advertenties in dag- en weekbladen, Gouden gids, e.d. internet (kosten van website, zoekmachines)
Overige verkoopkosten • • • •
kosten verpakkingsmateriaal en etalagekosten kosten van demonstraties, braderieën, winkelweekacties, e.d. verkoopprovisie (niet aan eigen personeel), representatiekosten kosten creditcards (transactiekosten)
Accountants- en administratiekosten • •
kosten van accountants en administratie(kantoor) kosten van administratieve software, winkelautomatisering
Overige algemene kosten Alle kosten die niet onder een andere rubriek vallen, zoals: • contributie, heffingen en abonnementen • kantoorkosten • incidentele advieskosten • diverse kosten
Afschrijvingen Afschrijvingen op pand, inventaris, machines en vervoermiddelen en overige afschrijvingen.
Betaalde hypotheekrente Hypotheekrente op gebouwen.
19
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Overige betaalde rente Betaalde rente en bankkosten (bijv. rente op rekening-courant en provisie).
Incidentele baten en lasten • • •
navorderingen/restituties BTW, loonbelasting, premieheffing en sociale lasten ontvangen investeringspremies, (loon-)subsidie, niet af te dragen BTW ontvangen rente
Handelsvoorraad • • •
voorraad handelsgoederen waarde na afschrijvingen (incourant, beschadigd, kwijtgeraakt, etc.) exclusief emballage, vrachtkosten, betalingskortingen, etc.
Handelscrediteuren Schulden aan leveranciers en inkoopverenigingen betreffende handelsgoederen, grondstoffen en emballage, minus vooruitbetalingen en te vorderen bonussen.
Eigen vermogen • • • • •
(aandelen)kapitaal reserves ingehouden winst lopende en voorgaande boekjaren privéstortingen minus privéopnamen minus: eventuele verliezen
Opmerking: het eigen vermogen kan negatief zijn (bijv. in geval van verliezen in voorgaande boekjaren).
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Bijlage 2 Toelichting kengetallen In deze bijlage staan de formules voor de berekening van de verschillende kengetallen in dit rapport.
Berekening kengetallen ruimte Omzet per vierkante meter =
Afzet per vierkante meter =
Totale omzet van de onderneming Aantal m² verkoopvloeroppervlakte
Totale afzet van de onderneming Aantal m² verkoopvloeroppervlakte
Vloerefficiency = Omzet per vierkante meter * Brutomarge
Berekening kengetallen arbeid Omzet per verkoopmedewerker =
Omzet per FTE =
Totale omzet van de onderneming Aantal FTE verkoopmedewerkers
Totale omzet van de onderneming Aantal FTE
Arbeidsefficiency = Omzet per FTE * Brutomarge
Selfservice ratio =
Aantal m² verkoopvloeroppervlakte Aantal FTE
20
21
Kengetallenonderzoek schoenen juni 2010
Berekening kengetallen voorraad Omzetsnelheid =
Inkoopwaarde van de omzet Gemiddelde voorraad
Voorraadefficiency = Omzetsnelheid * Brutomarge
Omloopsnelheid =
12 (= aantal maanden per jaar) Omzetsnelheid
Goederenintensiteit =
Gemiddelde voorraad Aantal m² verkoopvloeroppervlakte
Berekening overige kengetallen Crediteurentermijn =
Solvabiliteit =
Gemiddelde crediteurenstand Inkoopwaarde de omzet
Eigen vermogen Totale vermogen
* 100%
* 365
Het rapport ‘Kengetallenonderzoek Mode’ is een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) in samenwerking met CBW-MITEX. Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan deze rapportage is verricht door CBW-MITEX.
CBW-MITEX * WIJ ZORGEN VOOR HET IDEALE WINKELKLIMAAT * CBW-MITEX * WIJ ZORGEN VOOR HET IDEALE WINKELKLIMAAT * CBW-MITEX * WIJ ZORGEN VOOR HET IDEALE WIN