A ^-^f-d^^^'ié^ ,/rl7^. ^
EEN ST. JANSPENNING VOOK DEN
VUIJMETSELAAR OF EEN
8t. Pieterspeimiiig voor den Paus? VAN
MARTIN BISCHOF.
MOOli
J. L. T E i l N E D E N . o U -VI
E. E
t
(Uitgegeven met toestemmina; van het College van Groot-Otficieren.)
•c*
AMSTEEDAM,
C. L BRINKMAN. 1874
V
„ Do verleende toestemming sluit niet in zicli de goedkeuring van den inhoud door Groot-Officieren (Art. 58 der A.lg. Wet)."
EEN ST. JANSPENNING'v5^.>,.--i )| VOOE DEN
VRIJMETSELAAR
^^ / "•^ •^ / 9 ."^
OF EEN
St. Pieterspenning voor den Paus? VAN
MARTIN
BISCHOF.
DOOE
J. L. T E R N E D E N . o. U. 31.
U. K. t
(uitgegeven mei toestemming van hot College van f/root-Officieren.)
AMSTERDAM,
C. L. B R I N K M A N . 1874.
''s
i
,y
-' X
INLEIDING.
Wederom Leeft zich in de laatste weken, als op pauselijk bevel, de geheele Katholieke strijdmacht uit alle oorden eenparig en met vernien-svde -woede op de vrijmetselarij gestort, haar als de oorzaak van alles betichtende wat niet met de inzichten dier strijdlustigen strookt: van de beweging der Oud-Katholieken, van de grondvestiging van het Duitsche Eijk, van het geheele liberalisme, zoowel in kerk als in staat, van de vernietiging van 's Pausen Oppermacht, van de Pruisische Kerkelijke Wetten en wat al niet meer! Niettegenstaande de Ultraraontanen, voor zich zelve alléén, aansj)raak maken op het ware Christendom en hun catechismus voorschrijft: //Gij zult niet liegen, gij zult niet lasteren, gij izult geen valschc getuigenis spreken," zoo dichten zij, met dat heilig gebod op de lippen, op leugenachtige, op de meest gewetenlooze wijze den vrijmetselaars allo bestaanbare en onbestaanbare gruwelen toe, en leggen hun de schrikbarendste zaken ten laste: moord en brand, zelfs cholera door brieven verspreidend, eigenden zij zich, zoo heet hei, van weduwe en wees, van den voorname zoowel als van den eenvoudige het vermogen toe, door afgifte van rcntelooze op bedrog gebaseerde spoorweg-acticn. liet Duitsche lAnzer VdlhMad, noemt de vrijmetselarij een hoogst gevaarüjJc yamodievenoerlond, gesticht tot wederzijdsche bescherming van ueineedigen, en maakt in hare kolommen een eed openbaar, die van het begin tot het einde verdicht, geen enkel woord waarheid bevat. Een onlangs te Preshurg uitgegeven pamflet, evenals meerdere nummers van het te Sigl verachijneude Vaierland
é met de meest ongemotiveerde besehuldigingen opgevuld, noemt den bond het venijn der tegenwoordige maatscJiappij. Eeeds vroeser hebben ALBAN STOLZ en Bissc/ioj) K E T T E L E R van Mainz, de aan zinsverbijstering lijdende Advocaat E C K E B T en de AU LAUUADAN, evenals vele anderen den bond met geen andere Avapenen dan die van leugen en laster bestreden. Tegenover den vijand schijnt in de armee der Onfeilbaarheids-Katholiefeen alles veroorloofd te zijn; zoo houdt het devies: Het doel heiligt de middelen uit hun strijdbanier zijn volle waarde. De Pms, als een vloekend herder, aan het hoofd dier krijgsdrommen strijdend, gaat hen welgemoed met woord en daad voor, loerende hoe hen te vervloeken. De bond zich oefenende in verdraagzaamheid en dus andersdenkenden en ook hen die tot verschillende godsdiensten behooren, als medeleden opnemende, kon den toorn van reeds meerdere Pausen niet ontgaan en Pius IX herhaalde maar al te gaarne den banvloek over hem uitgesproken. Toch liegt de Paus als hij ons een onzedelijke secte noemt, want op de Avetten der zedelijkheid is onze verccniging gegrondvest; hij liegt als hij ons beticht de oorzaken der Buropeesche revolutiën en oorlogen te zijn, want nauwgezette gehoorzaamheid aan 's lands Avetten van al onze leden vorderende, is onze Averkplaats een tempel des vredes en der waarheid, een rustoord voor den heiligen geest der liefde. Nogmaals, de Paus liegt als hij ons een gloeienden haat tegen den christelijken godsdienst toedicht; immers niet alleen behoort een groot gedeelte onzer broeders zelf tot deze geloofsbelijdenis, maar wij laten het aan elk der onzen afzonderlijk over volgens zijn eigene denkbeelden zalig te worden, omdat wij ons nimmer van de godsdienstige denkbeelden trachten meester te maken of leerstellingen onzer leden pogen te wijzigen, of hen onvruchtbare dogma's voorhouden. "VTij zouden dan ook geenszins den Paus, de BisscJwppien of de ultramontaansche daghladschrijvers in hunne zucht tot vervloeken en lasteren storen, als niet de lust tot verdeeling en overheersching van het ultramon-
|
^
^
1
'•
^^,
5 tanisme, eensdeels het bestaan van onzen bond, anderdeels de zedelijke ontwikkeling en de verworven rechten en bezittingen der moderne besehaving bedreigden, welke toch voor de menschheid onontbeerlijk zijn om tot hare bestemming op te klimmen. Wij, Vrijmetselaars, verdedigen het recht van ons bestaan ook tegenover het gezag des Vamen, die het in zijne allocutie van 33 September 1865 ontkend heeft, zoowel tegen de autoriteit van het concilie, als togen den jezuïeten-generaal zelve. De vrijmetselarij is eene voor de menschheid waarachtir/e en onontbeerlijJce vereeniging en — adhue stat — nog staat zij op hechte grondslagen en de poorten der hel zullen haar niet overiceldigen ! Ook het reinste kan door slijk en modder bezoedeld worden, dit is eene maar al te bekende, treurige ervaring, maar dat toch het reine onder zijn smetteloos kleed zijne zuivere vormen blijft behouden, weten wij ook maar al te zeer. Is deze lastertaal den vrijmetselaarsbond al niet tot nut geweest, ook tot heden heeft zij hem geen schade berokkend. De glans van zijn schild treedt schitterender dan ooit te voorschijn, het getal zijner ingewijden neemt met den dag toe en zijne humane beschouwingen stemmen dan ook met de denkbeelden der meest ontwikkelden overeen. Het licht der vrijmetselarij werpt hare sti-aleu ook buiten de loges in de wereld, en de wereld zich in hare warmte koesterend, verblijdt en verheugt zich in dat bezit, 's Pausen macht moet dus verminderen, die der A'"rijmetselaars aangroeien! Gij, Katholieke SionsivacUers, wilt het Godsrijk vestigen door dioa7ig, wij, AMjmetselaars, door vrijheid; gij wilt het menschdom Tchdsteren aan dorre, verouderde geloofdogma's, wij willen het verlossen uit de banden van vooroordeel en bijgeloof; gij wilt de vrije zonen van de 19'^'^ eeuw krommen onder het juk van een onfeilbaren Paits, wij, A''rijmetselaars, willen hen verheffen door hun hunne waarde als mensch te leeren kennen, door aankweeking van de goddelijke kiem die in hen
6 is, door te trachten hen zedelijk te veredelen; u-w vaan, Katholieken, is het symbool van haat en laster, die der Trijmetselaars is met den aureool van licM en liefde omkranst! Ieder onzer in zeker geloof gehoren en opgevoed zijnde, is het louter toeval of hij jood of heiden, protestant of katholiek is. Wip dus een ander om zijn geloof minaeht, haat of vervloekt, handelt lijnrecht in strijd met Gods gcl)od, want Hij toch regent over goeden en kwaden en laat zijn zon opgaan over rechtvaardigen en onrochtvaardigen. In alle godsdiensten zijn goede, edele, hrave menschen, daarom zegt de Yrijmetselaar: //Wie rechtvaardig handelt en zijne medemenschen liefheeft is ons aangenaam, hij kome tot ons en shiite met ons een verbond, waarop de woelingen en de verdeeldheden van het profane leven geen vat hebben, geen invloed uitoefenen, een bond waarin oprechtheid zetelt, zich uitende in alles wat goed, rein en edel is." 't Oude fabelwoord verhaalde: Dauw die in Johannesnacht Op de velden nederdaalde, Schonk der zwakken nieuwe kracht. Zelfs de blinden, wreed verstoken Van het lieflijk zonnelicht, Heeft zij 't machtwoord toegesproken. De Englen harpte on : //Daar zij licht!" Waarde Broeders ! die de steenen Voor dien tempel samenbracht. Die heur glansen zal verleenen, In den onheilzwangren nacht. Heeft uw werken en uw streven. Door dien schoonen tempelbouw. Niet on nacht èn leed verdreven. Heilzaam als Johannesdauw ? Krachten sehonkt gij toch aan allen Die ze ontbeerden, om te gaan.
\\
7
En wie zwak was of gevallen, Eraclit gij broedeilijk tot staan. Geef, o Hemel! dat onze orde, Aan lieur roeping steeds getrouw, Nuttig voor de wereld worde, Heilzaam als Joliannesdauw. Naar Fmil Bitters/mus.
flOOFDSTUK I. PROPAGANDA VOOR LICHT OF DUISTERNIS.
Op arenclsvleugelen spoedt de icetenscJiap vooinvaarts; alles aan liaar naspeurenden blik onderAverpeude, laat zij geen zaak ondoorzoclit, ontdoet haar van den dichten sluier waarin zij geh-dld is en die voor ons oog de geheimen der natnnr verborgen hield; overal en met milde hand zendt zij hare warme, verkwikkende lichtstralen om zich heen, en heldert de verborgenstc hoeken op, waar tot heden de duisternis was ten zetel gestegen. En met die wetenschap, die niette vergeefs den toegang tot onze tempels verlangde, staat de groote üjdsleweging van dit oogenblik in het nauwste verband, een beweging, die zich openbaart in een in practijk brengen der woorden vrijheid, sell'help, humaniteit, waarheidsliefde en rechtvaardigheid. Met ziüke machten verbonden vreezen wij geenszins dat de overwinning niet voor ons is weggelegd, maar toch hebben Avij het slagveld nog volstrekt niet vermeesterd. Daartegenover stelt de vijand de macht der gewoonte, die der onkunde en van de traagheid; daartegenover staat vóór alles het nog steeds goed geretrancheerde kamp en sterke bolwerk van bijgeloof en van het jezuïtisnie, dat uit een oogpunt van heersch/.ucht en stoffelijk voordeel, belang heeft om bijgeloof en vrees levend te houden. En die lofspraak kan het jezuïtisme — een organisatie, welke door haar hoofd en haar gemachtigde vertegenwoordigers zich onverzoenlijk vijandig verklaart tegen de vrijzin-
9 nige regeerings-beginselcn, -ivaarop de moderne samenleving is gegrondvest, een vereeniging welke tegenwoordig de geheele katholieke wereld beheersclit — niet onthouden worden dat het zijnen leden noch aan ijver, noch aan scherpzinnigheid, noch aan standvastigheid ontbreekt, om, zij het ook op de sluwste wijze, het doehvit te bereiken. Het jezuitisme is er van doordrongen, zooals B A L M E S verklaart, dat de twijfclzucht aan het bovennatuurlijke hand over hand toeneemt en gelooft dat het noodig is, dat eerst meerdere geslachten moeten voorbijgaan, zal eenig herstel te verAvachten zijn. Daarom wil het dan ook maar al te gretig de opvoeding der jeugd in handen nemen, want liem -tticn de school behoort, behoort ook de toekomst; 't wil invloed uitoefenen op het staatsbestuur, op de wetgeving, en boven alles wil het de literatuur, dien spiegel der menschelijko ontwikkeling, vernietigd zien. In 't kort, het loerU en rehmt op de toeJcomd en in geduld kan het ons ten voorbeeld strekken. Daarom broeders! zijn we op onze hoede, dat wij het met gelijken ijver, met gelijke standvastigheid en met vereenigde krachten tegenoverstaan ! Het katholicisme maakt overal, in de Vereenicjde Staten, in Engeland, in eene Gravin H A H N - H A I I N , in een Lord GrBEY, MarJiies van E I P O N "•) zelfs, en overal elders ontzettende veroveringen; het ontwikkelt een toenemende werkzaamheid in de mission van de iEorgenlanden, zoo^^el als in het verre Westen; regelmatig voortschrijdende sticht en vestigt het religieuse instellingen van allerlei aard, waar het slechts even voet aan wal verkregen heeft; krachtig handhaaft het zijne eens verworven recliten, weerstaat moedig elke vervolging en toekent bij de minste vervolging energieke protesten aan; het verdedigt zijne leer met een wel*) Het is ons hoogst vereerend te kiiiuien melden , dat de Prins van WALES niet geaarzeld heeft de betrekking van Grootmeester Nationaal voor Engeland en onderhoorige bezittingen, op zich te nemen.
10 sprekende geleerdheid cii zoekt bij voorkeur de verzamelplaatsen, de brandpunten der beschaafde en geletterde wereld op. Tegenover deze propaganda der duisternis mag die des liclits, de vrijmetselaars-bond met andere woorden, niet gering geschat worden. Ofschoon volgens zijn constitutie niet in het maatschappelijk leven ingrijpende, l)oven partijhaat verheven, tegenover kerk en staat zich streng neutraal houdende, is liij toch cene Avereldomvatiendc corporatie, die wel langzaam maar rusteloos voort-\\ erkt, een schatkamer voor de eem\igp denkbeelden der menschheid, een bolwerk tegen gewetcnsdAvang, een kweekschool voor verdraagzaamheid, humaniteit en menschlievendheid en wiens beteekenis zich het best laat afmeten en beoordeelen naar de altijddurende vervloekingen der ullramontanen en de fanatieke aanvallen van jezuitisme en katholicisme. De bond beoogt en verheugt zich om de menschheid, die door egoisme, door verschil in stand, in beroep, godsdienst of nationaliteit onderling vervreemd is, door ware zelfopofl'erende menschlievendheid, tot eens- en vergevensgezinde broeders te verhellen. Zoo omvat de vrijmetselarij, evenals hefc blauwe firmament onze aarde, alle nauwere levensbanden, en kan met recht als de uitgebreidste, meest omvattende corporatie die denkbaar is, als de eerste, als de bond der bonden worden aangezien. Zij heeft den hechtsten grondslag omdat al hare leden één zijn in denken en handelen en niet hun persoonlijk belang, maar dat van het algemeen als hun grootste ideaal zoeken te Ijcvorderen. Daarom tracht zij egoïsme overal uit te roeien, opdat zij eenmaal als een persoonlijke verwezelijking dier verhevene poging mocht worden aangenrerkt. Daar nu van den vrijmetselaar enkel een getrouwe naleving zijner zedelijke plichten Avordt geëischt, zoo kan hij die een ander geloof en eenig ander geloofsbegrip omhelst geenszins,
11 maar slechts hij, die in strijd met de heilige verplichtingen der menschlievenheid handelt, uit den bond -n-orden uitgesloten. Niet met zijne godsdienstige of politieke mecning, maar uitsluitend met zijne goede voornemens heeft de vrijmetselarij te maken. Naar arm of rijk vraagt geen vrijmetselaar, Niet naar de taal, gesproken hier of daar, Niet naar geloof, niet naar den godsdienst, neen, Hij vraagt naar 't hart, slechts naar het hart alleen! Des levens vrucht, de daad is 't die hij mint. De daad, die d'oorsprong slechts in menschenliefde vindt! Eén zaadsoort strooit hij uit, 't is wijsheidszaad alleen. Niet op een enkle plaats, maar overal steeds heen. Schoon de vrijmetselaar met Stransz geheel verschilt. En hier en daar, als steeds, verschillend vaandel tilt. Toch reikt hij overal, in 't Zuid of barre Noord D'oprechte broederband, meer door de daad dan 't woord Zoo openbaart verlichting zich Zoo paart beschaving zich aan ïlaar tempelwand dreunt door Wijl de vrijmetselaar vergeven
in menschenmin! edlen vrijheidszin! geen gillend' oorlogskreet. wil, vergeet! Naar Emil Hitter slums.
Zoo bestrijdt de vrijmetselarij zonder dat zulks het doel harer stichting Avas, het valsche, op uiterlijke praal gegronde, mechanische, godsdienstlooze nltramontanisme en bevordert het Avare, innige en vrije katholicisme. //De vrijmetselarij is algemeen en alle op den gehcelen aardbol verspreide broeders vormen slechts ééne loge." Het ideaal: één kudde onder één herder, de verbroedering der geheele menschheid kan door het val'^che katholicisme nooit of nimmer worden bereikt, juist omdat het niet de ware.
12 algemeene, alleenzaligmakende kerk, maar wel het scliaclmvbeelcl van liet goddelijke is. Slechts voor het ware, op wijsheid, op vrijheid gegronde katholieisme is dit weggelegd, omdat dit op de eeuwige wetten van de ontwikkeling der menschheid is gegrondvest. Het is een ijdele, vergeefsche poging den naar verlichting dorstenden tijd de geloofsbegrippen uit vroeger eeuwen te willen opdringen; daar elke wetenschap, door den stroom des tij ds mcdegesleept, vorderingen maakt, is het onmogelijk dat die op godsdienstig gebied zou blijven stilstaan, als evenzeer aan de wetten van den vooruitgang onderworpen zijnde als elke andere. Overeenstemming van geloof is wel niet mogelijk, maar de eenheid in wil en handel op zedekundig gebied is zeer goed bestaanbaar. De zedeleer vindt men in de meest verschillende godsdiensten van bijna allo volken dikwerf overeenstemmend terug, terwijl de grootc geschiedschrijver der beschaving BUCKLE de opmerking maakt, dat op het gebied dor zedekimde in het algemeen, weinig sporen van vooruitgang te bespeuren zijn. //Doe wel en zie niet om" — //Heb uw naaste lief als uw zelven" — zijn oude en toch eemvig nieuAve geboden, die ook do vrijmetselarij hare jongeren op het hart drukt! Geen wonder dus, dat de vrijmetselarij den bekrompen geest der katholieke priederlieerscliappij een doorn in het oog is ! Waar de bond dan ook wortel schiet, zegt J. V E N E D E Y met allen grond, daar ondermijnt hij, zonder woorden te verspillen, de onverdraagzaamheid, den haat, den strijdlust, de zucht tot vervloeking der twistende kerk — daar ondermijnt hij, in een woord het jezuitisme. Achting en liefde voor de menschheid, die edele hoedanigheden, welke boven alle kerkelijke oneenigheden verheven zijn, moeten balsera gieten in de wonden die de eindelooze godsdiensttwisten in alle landen der Avereld, in staat, in kerk, in het openbare en het familieleven hebben geslagen. "Waar men dit denkbeeld deelt en voor idtvoerbaar houdt, daar eindigt de haat en
I,
13 met haar de strijd tussclien de verscliillende godsdiensten; daar kan slechts de borst gloeien van toorn en wrok tegen ten, die in den naam van God, in den naam van Cliristus, in den naam van dien liefdeapostel, haat en wangunst, onverdraagzaamheid en verdelging prediken.
HOOPDSTUK IL GESCHIEDENIS DEE, VKIJMETSELAKIJ.
Om de waarde en het doel der vrijmetselarij beter te kunnen begrijpen, om haar niet uit onbekendheid te miskennen, dienen wij een vluelitigen blik op hare geschiedenis te werpen. Eerst de nieuwere critiek heeft den nevel, waarin hare geschiedenis gehuld was, grootendeels doen optrekken. Ternauwernood kan men eerst in het begin der 13'^'' eeuw met eenige zekerheid den grond van haar bestaan vinden, villes wat men vroeger als een historisch verband tusschen de vrijmetselarij en de oud Romeinsche bouwvereenigingen, tusschen haar en de mission der CÜLDEERS in Wales, tusschen haar en de Meusinisclie mysteriën en de ESSENERS poogde aan te merken, is een vage damp omhoog stijgende uit de oiTerschalen voor ijdelheid en hoogmoed. Als geschiedkundig zeker is slechts den band aan te zien dien de vrijmetselaarsbond gesloten had met de bouwvereenigingen der middeleeuwen, in het bijzonder met de IroederscJiap der steeiihaJckers, Avier organisatie en symboliek ons wederom op den geestelijken invloed der BetiediJdijner orde wijzen. Aan het hoofd der steenhakkers-broederschap stond volgens oude gebruiken en gewoonten een opperste — de voorzittende meester — die bij vrije stemming, om zijn verdienste,
15 telken jare opnieuw gekozen moest morden, en alle geschillen te beslcclitcn had. Alle overige broeders hadden voorts dezelfde rechten en waren aan dezelfde wetten onderworpen. De handwerksgezel was verplicht den broeder-leerling in zijn kunst te onderwijzen. ledere maand vond een bijeenkomst plaats, dan werden aUe aangelegenheden besproken en rechtszittingen gehouden. De groote feesten werden gevierd op den dag van Johannes den Booper en op dien der zoogenaamde Vier Gekroonden, als de bijzondere schutspatronen der vereeniging. Elk die genoegzaam volleerd, gereisd en zich tot meester gemeld had werd aangenomen, mits hij van een onbesproken naam was, zijn leergeld betaald en de belofte van geheimhouding en gehoorzaamheid had afgelegd. De aanneming in de broederschap ging mei eenige zinrijke gebruiken gepaard, tevens werden den novice eenige begrippen van de architectuur en een mysterieuse getallenleer medegedeeld, die liij bij zijne bouwwerken in praetijk kon brengen. Vooral waren hun de getallen 3, 5, 7 en 9 van bijzonder belang en heilig; cvenzoo golden voor de kunst, de kleuren geel en blauw, terwijl zij het wit ten opzichte van hun geheim genootschap in core hielden. Evenzoo gold het saamgeknoopte koord, dat later somtijds boven de portalen werd aangebracht en dat op de broederlijke eensgezindheid betrekking had. Als zeer toepasselijke symbolen beschouwden zij den cirkel, winkelhaak, hamer en duimstok, die spoedig in hunne werkplaats een moreele beicekenis verkregen. Evenals in de kerk de priester zich m het oosten bevond, zoo had de voorzittend meester daar zijn zitplaats; de beide opzieners der broederschap zaten in het westen, met het gelaat naar het oosicn, als de bron van het licht, gekeerd. Deze drie v/aardigheid-beklecders stelden zinnebeeldig de drie kolommen der ^^erkplaats (wijsheid, kracht, schoonheid) voor en waren tevens de vertegenwoordigers der broederschap en van hare Averkzaandroid. De vereenigingen der bouwlieden bestonden in een lijd
16 toen de orthodoxie den hoogsten trap van liaar bloei had bereikt, het menschclijk verstand zich allerwcge in stilte toerustte om den val van het onderdrukte godsrijk te verhoeden en bij de algemeen hcerschende dwaalbegrippen en volslagen onkunde, de fakkel en het licht der ^vaarheid te doen ontbranden. Banbliksem noch interdict, brandstapel noch auto's-da-fc waren in staat de voortschrijdende ontmonding van het menschclijk geslacht te koeren of te stuiten. Nog vele in kerken aanwezige symbolen staan als sprekende getuigen daar van het krachtig aandeel, dat de broederschap der Buitsche bouwlieden aan de hervormingen heeft genomen. Uit den aard hunner bezigheden kwamen zij met aüe standen in aanraking; zij kenden dus den toestand der kerk en waren ooggetuigen van de ontaarding der priesterschap; in beschaving overLroffen zij velen hunner tijdgenooten, maar ook door hunne veelvuldige reisiochten, die zich niet alleen tot Europa beperkten, maar tot diep in het oostelijk halfrond uitstrekten, hadden zij meerdere godsdiensten leercn kennen, een blik in verschillende leerstellingen geworpen en een reinere opvatting van het Christendom verkregen. Verdraagzaamheid was een deugd, die zij elkander als den hoogsten plicht predikten en wier toepassing zij voortdurend beoefenden, waardoor hunne werkplaatsen een toevluchtsoord werden voor allen, die minder bekrompen denkbeelden waren toegedaan en mitsdien door de dweepzieke kerk aan vervolging blootstonden. VYaar ook de bouwlieden hen vonden, steeds werden zij liefderijk opgenomen, als zij slechts deugdzaam, braaf en ervaren in hun vak waren; een gastvrij dak onttrok hen aan de bespiedende blikken der bloeddorstige inquisitie; hetgeen deze bouwlieden gemakkelijker viel dan aan leden der andere corporation, omdat alle klassen der maatschappij behoefte aan hen hadden en de strenge geheimhouding hunner kiinst de achterdocht der kerk niet zoozeer opwekte of haar voedsel schonk. Door de aanhoudende verhuizingen die omstreeks de
17 X3c\e en 14'!'= eeuw tiissclien de tempelboiiwcrs van jDidtschlancl en Groot-Brittanié plaats grepen, werden de gebruiken en de gewoonten der DuitscJie bouwloges meer en meer op dat eiland bekend. De Il^igeUcJie bouwlieden intussclien genoten niet dezelfde vrijheid als de Duiüche, maar werden voor de wet als gewone liandwerkslieden bescliouwd en stonden onder toezielit van de politie. De meeste macjonnieke handvesten en oorkonden datceren van de jaren 1437 tot 1460, terwijl waarschijnlijk de-Eï^zr/eZsc^/e bouwlieden het eerst de wetten hunner werkplaatsen in schrift stelden. Zij hebben een sprekende overeenkomst met de oudste verordeningen der Buitschers en verschillen daarvan slechts in het aantal leer- en reisjaren; ook zorgden de J?«^eZ«c/^e werklieden meer dan die van het vasteland voor een geestelijke ontwikkeling, de aestetiek en het zedelijk gedrag hunner gezellen. Het oudste document der Ei>()elsche masons is door I I A L L I WELi in het Brikche museum ontdekt en dateert uit de 15 ^^ eeuw. Langzamerhand ging de practische waarde verloren van de oud-kerkelijke symboliek, die zoozeer het hoofdbestanddeel van het geheimzinnig onderricht der bouwloge uitmaakte, De beoefening van de oude klassieken had reeds lang aan de philosophic een geheel andere richting gegeven. De boekdrukkunst maakte de ontwikkeling meer algemeen en met de hervorming ontstonden niet alleen juister denkbeelden omtrent den godsdienst, maar ook omtrent alle overige takken der wetenschap; zoodoende was het menschdom de stille en bescheiden pogingen der metselaars op eens ver voorbij gespoed. Hunne godsdienstige maar meer vrijzinnige meeningen omtrent kerkelijke dogma's konden zij nu openlijk en onverholen uiten; geen behoefte hadden zij meer aan een symboliek, aan den tempelbouw ontleend, of aan geheim onderricht; zoodoende werd de nauwe samenhang tusschen de bouwlieden wel meer verbroken, maar ook toen kon de bond kiem schieten voor een nieuw leven en spoedig reeds trad hij een geheel andere phase te gemoet. %
18 Op het einde der 16'i<= eeuw en bij liet begin der 17*^ sloten zich ook zij die geen hand^verkslieden waren bij de loge der Freemasons aan; ter onderscheiding van de eigenlijke metselaren werden zij met den naam van Accepted Masons — Aangenomen Metselaars — bestempeld. Toen eindelijk na de voltooiing der St. PanlusJcerk de vreemde boixwlieden Londen verlieten on het aantal broeders met den dag verminderde, zag men zich eindelijk en gelukkig genoodzaakt te besluiten: //Dat de voorrechten der maconnerie '/niet langer alleen door de werklieden zouden worden ge//notcn, maar dat voortaan ook personen uit alle rangen en //standen der maatschappij konden worden toegelaten, mits //zij behoorlijk voorgesteld waren, hunne opname goedgekeurd //was en zij do gewone bondswijding wilden ondergaan." Door dit besluit erkenden do bouwlieden bixiten machte te zijn de bi'ocderschap te doen voortleven, dat zij hunne roeping, het bewaren, in eere houden en de .verdere ontwikkeling van wettelijke en godsdienstige voorschriften en oude eerbiedwaardige gebruiken hadden vervuld; het zwaartepunt der corporatie zou dus voortaan in de rijen der aancjenonien iroeders moeten worden gezocht. Al sneller en sneller liad uu de terzijdestelling van het wezenlijke handwerk, het ambacht, der Vrije Metselaren plaats; spoedig kreeg de vereeniging een geheel ander aanzien. In een nieuw kleed gestoken, een kleed dat nog op den huidigen dag aan de eischen des tijd voldoet, ging de bond een nieuw, een verjongd leven te gemoct; in deze vormen gehuld Avordt ons deze verheven, schoone, koninklijke kunst nu nog onderwezen, bleef zij voortleven en is als de bond der bonden aan het hoofd van alle denkbare corporatiën gesteld. In het begin der 18'^'= eeuw, na de gemelde verspreiding der bouwlieden, waren er in Loeiden nog slecht vier loges; het handwerk was aan het kAvijnen geraakt en maakte volstrekt geen vorderingen meer. Toen kwam in 1714 Georgel aan het
4 I
^
19 bewind. Vele groote geesten van allerlei godsdienstige en politieke richting trachtten n i t het partijgewoel der vorige tijden te geraken en een wijkplaats te vinden waar rust, vrede en eendracht heerschten; al spoedig spraken de accepted masons den vurigen wensch uit, d a t de kwijnende vereenigiug der Yrije Metselaren volgens den geest v a n den tijd mocht worden gewijzigd en beheerd.
I I
Dien wensch zagen zij door meerdere uitstekende m a n n e n vervullen. A a n het hoofd stond de bekende natuurvorscher DESAGULIEE,,
de
oudheidkundige
PAYNE
en een theoloog
D R . A N D E R S O N . N a voleindiging en goedkeuring van eenigen voorloopigen arbeid, verecnigden zich de vier bestaande loges tot één Groote- of Iloofdloge en op een d a g van J O H A N N E S DEN DooPER van het j a a r 1 7 1 7 werd met een meerderheid van stemmen A N T O N S A Y E R tot Grootmeester gekozen. Hij benoemde tot Opzieners den kapitein E L L I O T en den timmerm a n L A M B A L . Geheel in den geest, in navolging van en uit eerbied voor do oude broederschap der Yrije Metselaren volgens de overleveringen, hare wetten, vroegere gebruiken en usantiën besloot men de werkelijke bouwkunst, de practische metselarij dus, a a n dezen bij zonderen t a k van handwerkslieden over te laten, maar de geijkte kunsttermen en teekens in cere te houden, welke i n een figuurlijken zin zouden worden toegepast. Zoo ontstond uit de broederschap der AMje Metselaren een vereeniging, wier streven het werd den hoogst mogelijken trap van menschelijke volmaking te bereiken, en met dien geest bedeeld, doortrok zij als een zuurdeesem, aUe deelen der aarde, om een gemeenschappelijke bezitting v a n het gcheele menschdom te worden.
H e t zinnebeeldig op te trekken gebouw moest,
ver
de door bouwlieden gestichte sccte tempels en
boven
godshuizen verheven, tot grondslag
hebben
de bevordering
des heils van de geheelc menschheid; deze veredeling der bondsledeu zou zich openbaren in zelfkennis, in zelfbeheersching,
in zelfverloochening,
in werkzaamheid
en in alle 3*
20 overige den mcnscli tot sieraad strekkende dengden; uit alle standen zon de raaconnerie vaderlandslievende staatsbeanibten, goede burgers, teedere echtgenooten, zorgzame huisvaders, trouwe vrienden vormen. Gecstesvrijlieid moest de levensader zijn, omdat sleelits vrijheid de ondeugden, hartstocliten en vooroordeelen bestrijden kan, een strijd die tot liooa-ere ontwikkeling voorbereidt en aan 's menschen vooruitgang bevorderlijk is. Zoo luidden de OU Charges, die eerbiedAvaardige hoofdartikelen van het jaar 1723, welke de vrijmetselaar door een gelofte zedelijk verplicht is als een eerste wet te gehoorzamen. Yoorts bepalen zij: //Ofschoon //de metselaars in vroeger tijden in elk land verplicht wer//den tot die natie te behooren of den godsdienst van dat land //te omhelzen, hoe deze ook zijn mocht, zoo wordt het toch /^tegenwoordig vcrkieselijker geacht, hen alleen tot dien gods//dienst te verplichten, waarin alle menschen overeenstemmen — //namenlijk broederliefde — maar om overigens elks bijzondere //opvattingen te eerbiedigen, zoo zij slechts goede en brave //menschen zijn, rechtschapen, eerlijke mannen, onder welke //benamingen of meeningen zij zich ook mogen voordoen." Kort daarop werd aan Dr. ANDERSON de eervolle taak opgedragen, u.it de ingezonden oude oorkonden en logeboeken een ComtUulie te ontwerpen; zij moest de hoofdartikelen der oude protocollen bevatten en volgens de heerschende tijdsbegrippen zijn ingericht. 'Op 37 Dec. 1731 overhandigde hij de grondAvet aan de Groote loge. Door een college van 14 geleerde broeders onderzocht zijnde, werd zij, na Avijziging van enkele bepalingen, goedgekeurd. Nadat 20 loges, die zich bij de Groote loge hadden aangesloten, de constitutie hadden erkend, verscheen zij in 1733, onder den titel van: The Constitutions of the Freemasons, etc. te Londen in druk. Sedert dien tijd geldt zij als oorkonde voor alle Vrijmetselaars die, van den geest dezer vereeniging doordrongen, zich niet door vreemde later ingevoerde besluiten van het rechte pad lieten leiden.
31 Tot het jxiar 1733 hadden alle macons do onbeperkte vrijheid vergaderingen te beleggen; voorlaan moest cehter de Groote loge daartoe be-ttilliging verleencn en ^vcrd bepaald dat aan dit lichaam afschrift van de oude of reeds door hen gemaakte Imishoudelijke reglementen zou worden gezonden, om na te gaan of deze ook in tweespraak waren met de wetten en besluiten van de Groote loge; zoo ook moesten de wijzigingen, voortaan daarin te brengen, door de Hoofdloge worden gesanctionneerd. Eeeds in 1723 vond de vrijmetselarij in-FmKM)7<; ingang; sedert 1733 op Duihchen bodem overgeplant, breidde zij zich over alle deelen der aarde uit en vond zelfs de negerrepubliek Liberia, Indien en Cldna voor haar geopend. Ook in Hongarije en Spanje zijn onlangs loges opgericht, zoodat met uitzondering van het land der üsJcimoos, slechts Eiisland en Oostenrijk van deze heilzame instelling zijn verstoken. Haar jongere geschiedenis te behandelen, zou ons te ver van ons plan afbrengen; slechts dit enkele mogen wij niet onvermeld laten: sedert zijn bestaan heeft die oude stam meerdere stormen te doorstaan gehad en zijne ontloken, bottende twijgjes geheel andere vormen zien aannemen; door den Paus bij herhaling met banbliksems getroffen, aanhoudend vervolgd en onderdrukt, werd de bond in het midden der vorige eeuw maar al te dikwerf door sluwe bedriegers tot lage doeleinden misbruikt — wij behoeven slechts aan de rozenkruizers, de tempeliers, de geestenzieners e. d. g. m. te herinneren — totdat hij echter in den lateren tijd met vernieuwden glans, van dwalingen en misbruiken bevrijd en gezuiverd, te voorscliijn trad; met den geest des tij ds voorwaarts schrijdende en gelijken tred houdende, kan hij zich in een gewenschte uitbreiding verheugen en ziet zijn ledental al meer en meer toenemen. Daar nu de vrijmetselarij een menschelijke instelling is, kan het natuurbjk niet anders of de werkelijkheid zal wel niet altijd aan het ideaal beantwoorden. Men zal haar dus
22 onjuist beoordeelen, als men liarc daden naar de handelingen van den een of anderen niacon of de ecnc of andere loge afmeet. ^Misvattingen komen bij liet aannemen van niemve leden in enkele loges voor; andere loges kunnen tijdelijk teruggaan en een kwijnend leven leiden, zoodat men liaar ondergang nabij ^vaant. IMaar locale gebreken en temporcele staking der Averkzaamlicden kunnen volstrekt niet als maatstaf VOO]- het geheel gelden! Met betrekking tot de staüstieh kunnen wij vermelden, dat de bond omstreeks 8000 loges en meer dan 500.000 leden telt. Op meer dan 300 loges met 30.000 loden kan BuiUcliland wijzen; 2000 loges bezit Groot-Brittanië en in Amerika worden meer dan 4000 werkplaatsen gevonden. In aantal is dus de orde der Yrijmetselaren veel sterker dan die der jezuïeten, maar deze laatsten, aan één wil, aan cén gebod gehoorzamende, wijden hun geheele leven, hun gansche bestaan aan des ordens doeleinden, met al de kracht die in hen is; de Yrijmetselaar daarentegen heeft zijne plichten jegens den staat, de maatschappij en zijn familie te vervullen. Als dus niettegenstaande dezen minder gunstigen toestand de bond der A'"rij metselaars tegen dien der jezuïeten blijkt opgewassen te zijn, dan is de oorzaak daarin te zoeken, dat de laatste zich voor een zuivere onmogelijkheid afslooft, terwijl de eerste in zijn streven naar verlichting, door de geheele beschaafde wereld wordt geteund en geëerbiedigd.
HOOFDSTUK III. HET DOEL EN HET STKBVEN VAN DEN VBIJMETSELAA-RSBOND.
Belialve den hoilzamen invloed die de vrijmetselarij op hare leden uitoefent, is zij nog van groote Leteekcnis, als een bond zijnde die zicli aan de algemecne belangen der menscblieid laat gelegen liggen en als een alom verspreide vcreeniging steeds namve vriendscliapsbanden aanknoopt. Zulk een verbond van vrije ^vercldbnrgcrs, die gebjkdenkcndcn en geestverwanten te zamenbrengt en in ziclr opneemt, lien niet in ketenen slaat, maar met vrije, lielit te torsclien liefdebanden aan elkander bindt en linn bet ideaal ccner volmaakte corporatie blijft voorspiegelen, beeft niet alleen rcebt van bestaan, maar is zelfs meer dan elke andere noodzakelijk. Eeeds door dat bet verschil in stand on de daaraan verbonden privilegiën in de loge ophouden te bestaan en de vrijmetselarij slechts den mensch aan hare jongeren leert hoogachten, zoo legt zij in elk edel hart de kiem en baart een prikkel om hen tot meerdere volmaking aan te sporen, om het eergevoel in hen aan te wakkeren en te doen ontvlammen. Zoo vult zich de tempel met mannen van den meest onderscheiden, van den nederigsten tot den hoogsten stand! Toch werkt de tegenwoordigheid dier meer begunstigden nimmer verstorend op de eensgezindheid, omdat allen voor eene zelfde wet een zijn. IMaar de gulle toon die bij den gezelligen, ongedwongen omgang heerseht, zou haar
24 schoonste vrucht zien verloren gaan, als niet veredeling in het gewone leven en verfijning van zeden, als gevolg ^vas aan te wijzen en die dus alles wat hier op inbreuk maakt of op rmvheid gelijkt, als mensch onteerend leert beschouwen. In de loge leggen de broeders dat, wat zij bij hun streven naar beschaving deelachtig werden, als op een geschikte plaats neder en houden het beschikbaar, ten gebrnike en ten nutte van anderen. Zij stichten daardoor nut bij lunme minder bevoorrechte medebroeders; zij sporen daardoor anderen aan om, met rechtmatigeu trots op de verkregen uitkomsten nederziende, hun goed voorbeeld te volgen. De vrijmetselarij onderwijst hare kunst in symbolen, waarvan het hoofddenkbeeld is, dat het verbond der metselaren, eene vereeniging van geestelijke bouwlieden zijnde, ten doel heeft het stichten van één tempel voor de gehcele menschheid. De middelen, die zij ter bereiking van dit verheven denkbeeld aanwendt, zijn behalve het in cere houden van eenige zinnebeeldige en dramatische gebruiken, het geven van goede voorbeelden, van onderwijs en een aansporen tot betrachting van edele, op menschlievendheid gebaseerde plichten. Lasterlijk Avordt de bond als een gelieim genootschap aangemerkt, terwijl het juister zou zijn hem tot de he&loten gezelschappen te rekenen; want noch zijn bestaan, noch zijne grondstellingen, noch zijne wetten, noch zijne medeleden, noch zijn geschiedenis zijn geheim gehouden. Behalve vele literatisehe geschriften, geeft elk woordenboek inlichtingen omtrent de bedoelingen van deze vereeniging, aan elk, die zich de moeite van eenig onderzoek wil geven. Stilzwijgendheid, of zoo men wil geheimhouding — maar niet door een eed^ slechts op zijn woord van eerlijk man — belooft do Vrijmetselaar slechts ten opzichte van de zoogenaamde herkenningsteekenen en de religieuse gebruiken, welke eensdeels ten doel hebben op de novicen, in het belang hunner zedelijke ontwikkeling, een blijvenden indruk te maken, en anderdeels
25 het voordeel bezitten vau eene doeltreffende leerwijze te zijn. De ma^onniekc wetten, de aard en de strekking dezer vereeniging, de leden, kortom alles strekt liet publiek ten bewijze, dat de leer, de gebruiken en symbolen niets bevatten, dat tegen de goede zeden of's lands wetten indruisclit. Zij 'zijn van een etbiseben, zuiver morcelen aard, zooals de geest en de strekking van den bond zelf. Wat nu den arleicl van de loge aangaat, deze is van tweeërlei aard, een ziclitbare of stoffelijke en een geestelijke of onziehtbare. Onder de eerste rubriek brengt men de werken van barmhartigheid en menschenliefde, de oprichting en het onderhoud van liefdadige insteUingen, de bevordering van het volksonderwijs en andere leerscholen voor beschaving en kennis. Deze zijde van do werkzaamheid der broeders is niet vau belang ontbloot; veel nood heeft zij gelenigd, veel tranen gedroogd, veel zegcningou om zich heen verspreid. In dit opzicht is zij echter niet de eerste vereeniging die in een dringende behoefte voorziet; veeleer is zij als/eemm voor de zedelijke ontwikkeling der medeleden in hun dagelijkschen omgang aan te merken, steeds aansporende om hunne hartstochten te leeren beheerschen en te breidelen, wordt zij nimmer moede op de eeuwige denkbeelden van het ware, schoone en goede te wijzen, hen vastheid van karakter inprentende, los te maken van vooroordeelen, hen op te wekken om recht te doen, humaniteit te beoefenen en licht te verspreiden. De tegenwoordige tijd heeft der loge den plicht opgelegd, de vruchten der hoogste geestelijke ontwikkeling, veredelend als zij werken, in het bloed der natiën over te planten en deze opdracht is zoo grootsch, zoo edel, dat zij naar de behoefte van den tijd altijd nieuwe vormen aanneemt en een verjongd leven bezit. Om vrede en eendracht te bewaren, ontlioiiden onze werkplaatsen zich streng aan aUe heerschende godsdienstige twisten en politieke aangelegenheden; maar ook zoo veel te meer beijveren zij zich om tot bevordering
26 van de zedeleer en de beschaving ^verkzaam te zijn. Behalve een oord voor stille, Avctenscliappclijkc onderzoekingen, die haar zoozeer ter harte gaan, is de loge meer en meer een kiveekscJiool voor onderwijs en leering, een oefenplaats tot bevordering van de hnmaniteit geworden. Welke voordeelen de vrijmetselarij in dit opziclit aan hare medeleden, en door deze vcreenigd aan de biiitemvereld heeft geschonken, is moeielijk aan te wijzen en in schrift te stellen. Dergelijke geestelijke arbeid onttrekt zich altijd min of meer aan het stoffelijk oog; intnsschen kunnen wij met L E S S I N G zeggen: //dat velen door de vrijmetselarij beter //zijn geworden, dan dat zij zonder haar zonden geweest //zijn," en //eenwen kunnen voorbijgaan, eer men kan zeggen, //dat hebben onder anderen de Yrijmetsclaars gesticht en //toch hebben zij een groot deel bijgedragen tot al het goede //waar de wereld zich in kan verhengen, en steeds blijven //zij voortgaan mede te werken tot het heil, dat de toekomst //nog voor ons besloten houdt." Of de vrijmetselarij lieden ten dage nog levenskrachten, nog recht van bestaan heeft, is een veelvuldig geopperde en verschillend beantwoorde vraag. Mij dunkt, nimmer kan zij buiten den tijd geraken, zich zelve nimmer overlo en. Zoo lang er nog menschen bestaan, zullen zij zich in verschillende standen, beroepen en nationaliteiten verdeden, onderselieiden geloofsbegrippen aanhangen; zoolang dit bestaat zal steeds een bond die deze verschillende elementen te zamen brengt, rechtsbestaan hebben, zal een bond die zoo krachtig in het nauwere leven ingrijpt, die vriendschap sticht tussehen hen die anders van elkander verwijderd bleven, die het leven meer geuotvol doet voorbijgaan, edel werkt en handelt en zoo niet te allen tijde de fakkel der verlichting zwaaiende, toch alle lichtstralen als in één brandpunt vereenigd, levenskrachten genoeg bezitten en recht van bestaan hebben! Een zeker
bewijs van
hare werkzaamheid, dat zij nog
27 werkelijk eenige beteekenis lieefl, dat zij nog geenszins als een doellooze, als een nnttelooze verceniging wordt aangemerkt, zien Avij in den blinden ijver, aan de verbitterde Avoede Avaarmede hare aartsvijanden, de jezuïeten haar dagelijks aanvallen! Toch zal deze boonr der kennis geenszins ontworteld worden, als in een vetten grond aan een stroom geplant, zijn blad niet doen verwelken, maar de schoonste, de zegenrijkste vruchten drag-en! O, Boom! nog heden zwaar van d'celsten vruchtenschat. Waar vind ik d'eernaam toch die heel uw lof omvat? Ik zoek hem, maar vergeefs, ik kan het woord niet vinden, A-V'el meldt de sage mij, dat englen kransen winden Van tranenpaarlen, onbcmerkt te zaam vergaard Door reine broederliefde. Een eerprijs lief en waard Als deze, moge ook thans uw groene kruin versieren, Hij is uw rechte kroon, bij 't feestlijk jubelvieren. Ja, gij verdient dien krans, u tooie zulk sieraad. Hoeveel geheime zorg schenkt gij geen hulp en baat? Gelijk de morgendauw de fletse bloem komt drenken, Wist gij aan droeven troost en lafenis te schenken, G-ij wektet vaak in 't oog der weeuw een ATCugdetraan, En boodt der diep bedrukte UAV hulp en bijstand aan. Vrijmetselaren! gij, die immer tracht te streven Naar 't heilig Averk, dat onze BouAvheer —• hoogverheven, Ontdaan van pralerij en hoogmoedsvormen — ziet. Een pogen zelfs te reui voor 't schoonste dichterlied: Wat zegt de feesttoon toch die opgaat van de altare. Wat zegt de bekerklank van de opgCAVonden schare, Wat zegt der Avijzen spreuk, in de oude, heiige schrift? UAV doel Avordt door penseel, door beitel noch door stift. Door harp, cimbaal noch lier, naar Avaarheid ooit geprezen! Zijn invloed is alleen in 't deugdzaam hart te lezen, Het vlamt met tooverschrift in 't vreugdestralend oog. Trilt op der Aveezen lip, die lachend zich bcAVoog,
t 28
/)
f
Euischt door de stille beê der dankbare armen henen, Blinkt in de ziel die het zijn glansen komt verleeneu, Spreekt uit den handdruk van de stille erkentlijkheid, En ook uit 't broederoog dat 't stervensuur verbeidt.
'f ^t
Naar JEmil BittersJmtis,
i
BESLUIT. EEN ST. JANSPENNING OF EEN ST.
PIETBKSPENNING.
Alle liberalen zijn, volgens liet iiltramontanisme, Vrijmetselaars ; veel verder gaat echter de bond; door hem worden alle edele, goede wezens, ook wanneer zij niet formeel de bondswijding hebl)en ontvangen, als Vrijmetselaars, als in den geest geallieerden aangemerkt! Dat dus alle liberalen, alle menschenvrienden en weldenkenden eenparig tegenover den SL Pieterspenning, dien materiëelen steun voor zelotismc, voor duisternis en teruggang een *S'^. Janspenning stellen. Als eene gift in den familiekring bijeengebracht, als eene inzameling bij vroolijke feesten verkregen, moge hij tot een vredefonds, tot een krijgfonds tevens strekken, zoowel voor den apostel der liefde als voor de kampioenen voor verlichting en vrijheid. Eeeds vooraf veroordeelt de Pae^s alle wijsbegeerte, elke wetenschap, die niet aan de macht der hiërarchie onderworpen, door haar niet beheerscht, beperkt en begrensd wordt — S y l l a b u s 1 — 14, 57 —T; hij verwerpt geloofsvrijheid — S y l l a b u s 15-—• 18 — en noemt haar waanzin — E n c y c l i e k 1 8 6 8 — ; hij vervloekt de vrije uitoefening der verschillende christelijke godsdiensten; vrijheid van denken en die der drukpers noemt hij eene besmettelijke pest, eene verschrikkelijke bezoeking en wijst — volgens S y l l a b u s 80 — elke verzoening tusschen het pausdom en de moderne beschaving, den vooruitgang, het liberalisms, onherroepelijk van de hand!
30
AA elaan clan, den strijd, waartoe Avij gedwongen worden, aanvaard! Dat allen die deze pauselijke dwalingen betreuren, tegenover den Si. Pieteispennmg een St. Janspennincj stellen, om in den zin der ware menschlicvendlieid te worden aangewend. De vrijmetselaarsbond, zoowel als de katholieke priesterlieerscliappij over den ganschen aardbol verspreid zijnde, is als vroeger nog de aangewezen persoon om den fakkel der verlieliting te zwaaien. Ontwikkelde mannen uit alle standen en allen die den vooruitgang zijn toegedaan, brengt de boud als broeders samen, //daarom is liij bij voor//keur geroepen om de algemeen bedreigde en selioonste be//zitting der mensehlieid, ook met al de kraelit die in hem //is, tegen overlicerscliing te verdedigen niet alleen, maar te beveiligen en te vrijwaren." (Teekenpl.'. van de Gr.\ L.-. 7jur Sonne.) Dat dus elk tegenstander van het jezuïtisme en zijirc geestverwanten, tot bekraehtiging van zijne antipathie tegen hunne onlieilspreidende leerstellingen en ten behoeve der humaniteit zijn penningske bijdrage en met jengdigen ijver inzamelingen organiscere, dan kan tot ontwikkeling en besehaving, tot bevordering van 's menschen welzijn, tot leniging van nood en ellende nog ongeloofelijk veel geschieden, dan kan er nog zeer veel goeds tot stand worden gebracht. Evenals bij br.". J. G. FINDEL ie Leipzig, iiFür die Kassa des Fereins deutscher Freimaurer'''' tot dit doel giften of gaven worden ingewacht, zoo heeft ook de uitgever dezes, br.'. C. L. B R I N K M A N te Amsterdam, zich bereid verklaard om deze als iiFen St. Janspenniiiff" voor de kas der ]>JederlandscJie Yrijmetselaars in ontvangst te nemen.
/I
1 A •<
' j |. '
\ y i | i' y 1 } ) l j
1 |S
II Waai uit, Jolannei
heilhanier f
De vijand in liet vatikaan Doet luid zijn krijgsroep schallen: //Wie mij niet dient als onderdaan, //Zal buigen, neen, moet vallen!" Waai \iit, Joliannes' lieilbanier! De logen daar, de waarheid hier, Strijdvaardig zijn "W'ij allen. Hoe ook zijn list op middlen zint, Bij 't anathema spreken. Het groote vel) waaraan hij spint, Wij zullen 't eens verbreken. Waai uit, Johannes' heilbanier! De logen daar, de waarheid hier, Zij blijft ons zegetecken.
r
y \ I
J f
, r
Vergeefs beproeft liij 't zuiver licht Der wetenschap te dooven, Zijn banvloek is, gelijk een schicht In 't ijdel ruim, verstoven. Waai uit, Johannes' heilbanier ! De logen daar, de waarheid hier. Wie zal haar de eere rooven? Hij -flil in middclecuwschen nacht Den sterken geest weer boeien, Die naar de lieve vrijheid tracht, Die steeds zijn kracht deed groeien. Waai ixit, Johannes' heilbanier! De logen daar, de waarheid hier, Waarvoor ons haj:t blijft gloeien.
32 Uit heerschzuclit hoont hij zelfs de vaan Yan den heilgen ^a•êe, de ontaarde! Schoon hem zijn Meester deed verstaan: //Mijn rijk is niet voor de aarde." Waai uit, Johannes' heilbanier! De logen daar, de Avaarheid hier, Die zooveel wondren baarde. De onfeilbare in het vatikaan Dreigt ieder te vernielen, Die niet als Eomes onderdaan Yoor 't Eoomsch geweld wil knielen. AYaai uit, Johannes' heilbanier! De logen daar — de waarheid hier. Zij blijve ons steeds bezielen. Naar leod. Löioe.